Lees deze gebruikershandleiding voordat u uw P-touch gaat
INLEIDING
gebruiken. Bewaar deze gebruikershandleiding op een
toegankelijke plek, zodat u er later dingen in kunt opzoeken.
Bezoek ons op de website http://solutions.brother.com/ waar u
productondersteuning en antwoorden op vaak gestelde vragen
(FAQs) kunt vinden.
AAN DE SLAG GAAN
EEN LABEL BEWERKEN
LABELS AFDRUKKEN
HET BESTANDSGEHEUGEN
GEBRUIKEN
TERUGSTELLEN & ONDERHOUDEN
VAN UW P-TOUCH
PROBLEMEN OPLOSSEN
BIJLAGE
INDEX
Page 2
INLEIDING
Hartelijk dank voor de aanschaf van de P-touch E300.
Uw nieuwe E300 is een eenvoudig te bedienen P-touch met veel extra functies waarmee
het gemakkelijk is om professionele labels van hoge kwaliteit te maken.
In deze handleiding worden verschillende voorzorgsmaatregelen en basisprocedures voor
het gebruik van dit labeling systeem beschreven. Lees deze handleiding zorgvuldig voordat
u de printer gaat gebruiken, en bewaar deze op een handige plaats zodat u er later dingen
in kunt opzoeken.
Conformiteitsverklaring (alleen Europa)
Wij,Brother Industries, Ltd.
verklaren dat dit product en de netspanningsadapter voldoen aan de essentiële vereisten
van alle relevante richtlijnen en regelingen die van toepassing zijn in de Europese
Gemeenschap.
De Conformiteitsverklaring kan van het Brother Solutions Center worden gedownload.
Ga naar http://solutions.brother.com/ en:
• selecteer "Europe"
• selecteer uw land
• selecteer uw model
• selecteer "Handleidingen", uw taal en klik op "Zoeken"
• selecteer Conformiteitsverklaring
• klik op "Downloaden"
De verklaring wordt gedownload als PDF-bestand.
Samenstelling en publicatie
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder toezicht van Brother
Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding
verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Bij de release van een nieuwe versie van de firmware voor de E300 sluit deze handleiding
mogelijk niet meer aan bij de bijgewerkte functies. Het is dus mogelijk dat de nieuwe
firmware en de inhoud van deze handleiding verschillen.
Alle handels- en productnamen van bedrijven die vermeld zijn op Brother-producten, de
bijbehorende documenten en andere materialen zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van de respectieve bedrijven.
15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku,
Nagoya 467-8561, Japan
Belangrijke opmerkingen die bedoeld zijn om letsel en schade te voorkomen, worden met
verschillende symbolen aangeduid.
De symbolen en hun betekenis zijn:
Geeft een dreigende gevaarlijke situatie aan die zal
GEVAAR
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt:
NIET toegestane handeling.Het product NIET demonteren.
leiden tot overlijden of ernstig letsel als het product
wordt gehanteerd zonder dat de waarschuwingen en
instructies in acht worden genomen.
Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die,
indien niet vermeden, kan leiden tot overlijden of
ernstig letsel.
Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die kan
leiden tot letsel.
z
INLEIDING
Het product NIET nat laten worden of
onderdompelen in water.
Verplichte handeling.Neem de stekker uit het stopcontact.
Wordt gebruikt bij brandgevaar onder
bepaalde omstandigheden.
Het vermelde deel van het product
NIET aanraken.
Waarschuwt voor de mogelijkheid
van een elektrische schok.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Veiligheidsmaatregelen
3
Page 6
INLEIDING
GEVAAR
Oplaadbare Li-ion accu
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen voor de oplaadbare Li-ion accu (hierna genoemd
"oplaadbare accu") zorgvuldig in acht. Als deze voorzorgsmaatregelen niet worden
opgevolgd, kunnen oververhitting, lekkage, of barsten in de accu leiden tot kortsluiting,
explosie, rook, brand, elektrische schokken, verwondingen bij u of anderen, of schade aan
het product of andere eigendommen.
Gebruik de oplaadbare accu alleen voor
de beoogde doeleinden. Het labeling
systeem en de oplaadbare accu zijn
ontworpen om uitsluitend samen met
elkaar te functioneren. Breng de
oplaadbare accu NIET aan in een ander
labeling systeem, en breng geen andere
oplaadbare accu aan in uw labeling
systeem, omdat anders brand of schade
kan ontstaan.
Om de oplaadbare accu op te laden
moet deze in het labeling systeem
worden gestoken, waarna de
netspanningsadapter die speciaal voor
dit labeling systeem is ontworpen moet
worden gebruikt.
Laad de oplaadbare accu NIET op nabij
vuur of in direct zonlicht. Dit zou het
veiligheidscircuit kunnen activeren, dat
is ontworpen om gevaar van
oververhitting te voorkomen. Activering
van het veiligheidscircuit kan het
stoppen van het opladen tot gevolg
hebben, of het opladen met een te hoge
stroom/voltage wanneer het
veiligheidscircuit niet werkt, of een
abnormale chemische reactie binnen de
accu.
Gebruik alleen de batterijlader die
speciaal voor de oplaadbare accu is
ontworpen.
Laat GEEN draden of andere metalen
voorwerpen in contact komen met de
aansluitklemmen van de oplaadbare
accu. Vervoer of bewaar de accu NIET
samen met metalen voorwerpen zoals
halskettingen of haarspelden. Dit zou
kunnen leiden tot kortsluiting, en tot
oververhitting van metalen voorwerpen
zoals draden, halskettingen of
haarspelden.
Gebruik of bewaar de oplaadbare accu
NIET in de nabijheid van vuur, of op
plaatsen met een temperatuur
boven 80 °C.
Laat de oplaadbare accu NIET in
contact komen met water, noch dompel
deze onder in water.
Gebruik de accu NIET in corrosieve
omgevingen, waar bijvoorbeeld zoute
lucht, zout water, zuren, basische
stoffen, corrosieve gassen,
chemicaliën, of corrosieve vloeistoffen
aanwezig zijn.
Laad de accu NIET op als deze lekt of
beschadigd is.
Breng GEEN directe
soldeerverbindingen aan op de
oplaadbare accu. Dit kan er toe leiden
dat interne isolatie smelt, of dat er gas
uittreedt, of dat
veiligheidsmechanismen niet meer
werken.
Gebruik de oplaadbare accu NIET met
omgekeerde polariteit (+) (-). Controleer
de oriëntatie van de oplaadbare accu
voordat u deze aanbrengt, en probeer
niet om de oplaadbare accu met kracht
in het labeling systeem aan te brengen.
Wanneer de oplaadbare accu wordt
opgeladen met omgekeerde polariteit
kan een abnormale chemische reactie
binnen de accu optreden, of kan een
abnormale stroom tijdens ontlading
optreden.
Sluit de oplaadbare accu NIET direct
aan op een normale elektrische
wandcontactdoos.
Veiligheidsmaatregelen
4
Page 7
Oplaadbare Li-ion accu
NEDERLANDS
z
INLEIDING
GEVAAR
Vloeistof (elektrolyt) die uit het labeling
systeem of uit de oplaadbare accu lekt,
kan op een beschadigde oplaadbare
accu wijzen. Als de oplaadbare accu
lekt, moet u direct het gebruik van het
labeling systeem stoppen, de
netspanningsadapter loskoppelen, en
het labeling systeem vervolgens in een
zak plaatsen.
Raak de vloeistof uit de oplaadbare
batterij niet aan. Wrijf niet in uw ogen als
u batterijvloeistof in uw ogen krijgt.
Maak onmiddellijk schoon met
kraanwater of ander schoon water, en
vraag medisch advies. Als u er niets aan
doet, kan batterijvloeistof oogschade
veroorzaken. Als de vloeistof in
aanraking is gekomen met de huid of
kleren, spoelt u deze direct met water.
Plaats het labeling systeem of de
oplaadbare accu NIET in een
magnetron, of in een hogedrukvat.
Laat een lege oplaadbare accu NIET in
het labeling systeem gedurende een
langere periode. Dit kan de levensduur
van de oplaadbare accu verkorten, of
leiden tot een kortsluiting.
Als het labeling systeem slechts een
korte tijd kan worden gebruikt, ofschoon
de accu volledig was opgeladen, kan de
oplaadbare accu het einde van de
levensduur hebben bereikt. Vervang de
oplaadbare accu door een nieuwe.
Dek de aansluitklemmen van de oude
oplaadbare accu af met tape wanneer u
deze vervangt, om kortsluiting in de
accu te voorkomen.
U mag de oplaadbare accu NIET
demonteren, aanpassen, of proberen te
repareren.
U mag de oplaadbare accu NIET in
open vuur weggooien, of opzettelijk
oververhitten. Dit kan er toe leiden dat
de interne isolatie smelt, of dat er gas
uittreedt, of dat
veiligheidsmechanismen niet meer
werken. Bovendien kan de
elektrolytoplossing vlam vatten.
U mag de oplaadbare accu NIET
doorboren met enig voorwerp, of deze
onderwerpen aan zware schokken, of er
mee gooien. Schade aan het
beveiligingscircuit van de oplaadbare
accu kan er toe leiden dat de accu met
een abnormale stroom/voltage wordt
her-opgeladen, of een abnormale
chemische reactie binnen de accu
veroorzaken.
U mag de accu NIET verbranden of
weggooien bij het huisvuil.
1
2
3
4
5
Veiligheidsmaatregelen
6
7
8
9
5
Page 8
INLEIDING
WAARSCHUWING
P-touch
Houd u aan deze richtlijnen ter voorkoming van brand, elektrische schok, risico op letsel van
uzelf of van anderen, en/of schade aan het labeling systeem of aan andere eigendommen.
U mag de P-touch NIET demonteren.
Neem contact op met de klantenservice
van Brother voor controle, afstelling en
reparatie van het labeling systeem.
Voor de verpakking van het labeling
systeem worden plastic zakken
gebruikt. Houd deze zakken uit de buurt
Laat het labeling systeem NIET nat
worden, en gebruik het labeling
systeem niet in natte ruimten, zoals
badkamers of in de buurt van
gootstenen.
Raak de metalen delen in de buurt van
de printkop NIET aan. De printkop is
tijdens en onmiddellijk na gebruik zeer
heet. Raak de printkop niet rechtstreeks
aan met uw handen.
van baby’s en kinderen om verstikking
te voorkomen.
Als u tijdens gebruik of tijdens opslag
van het labeling systeem hitte, een
abnormale geur, verkleuring,
vervorming, of andere ongewone zaken
waarneemt, moet u het gebruik van het
labeling systeem direct stoppen, de
netspanningsadapter loskoppelen, en
de batterijen verwijderen.
Laat de P-touch niet vallen en stel deze
niet bloot aan schokken om schade te
voorkomen.
Gebruik de P-touch NIET als er een vreemd voorwerp in zit. Indien water, een metalen
substantie, of een ander vreemd voorwerp de P-touch binnendringt, moet u de
netspanningsadapter loskoppelen en de batterijen verwijderen. Neem vervolgens
contact op met de klantenservice van Brother.
Veiligheidsmaatregelen
6
Page 9
NEDERLANDS
WAARSCHUWING
Alkaline batterijen/Ni-MH oplaadbare batterijen
Volg deze richtlijnen om vloeistoflekkage, hitte, breuk van de batterij en het veroorzaken van
lichamelijk letsel te voorkomen.
z
INLEIDING
NIET
in het vuur werpen, verhitten,
kortsluiten, her-opladen, of de batterij
demonteren.
Laat de batterijen
bijvoorbeeld door deze met natte
handen vast te pakken, of door er
dranken op te morsen.
Als er uit batterijen gelekte vloeistof in
uw ogen komt, moet u uw ogen
onmiddellijk met veel schoon water
uitspoelen, en de hulp inroepen van een
arts. Als er gelekte vloeistof in uw ogen
komt kan dit leiden tot blindheid of
andere schade aan de ogen.
NIET
nat worden,
Laat metalen voorwerpen
contact komen met zowel de plus- als
de min-pool van de batterij.
Gebruik GEEN scherpe voorwerpen,
zoals een pincet of metalen pen, bij het
verwijderen of verwisselen van de
batterijen.
Gebruik GEEN beschadigde,
vervormde, of lekkende batterij, of een
batterij waarvan het etiket is
beschadigd. Als u dit toch doet, kan dit
resulteren in overmatige warmteontwikkeling. Gebruik van een
beschadigde of lekkende batterij kan er
tevens toe leiden dat er batterijvloeistof
op uw handen terecht komt. Als er
batterijvloeistof op uw handen terecht
komt, en u wrijft u daarmee in de ogen,
kan dit leiden tot blindheid of andere
schade aan de ogen. Spoel uw handen
onmiddellijk af met veel schoon water,
en roep de hulp in van een arts.
NIET
in
1
Veiligheidsmaatregelen
2
3
4
5
6
7
8
9
7
Page 10
INLEIDING
WAARSCHUWING
Netspanningsadapter
Volg deze richtlijnen om brand, beschadiging, elektrische schokken, defecten en letsel te
voorkomen.
Zorg ervoor dat de stekker volledig in
het stopcontact zit. Gebruik geen
stopcontact dat los zit.
Gebruik altijd de voorgeschreven
netspanningsadapter, en steek de
netspanningsadapter altijd in een
stopcontact met het voorgeschreven
voltage (220-240 V). Als u dit niet doet,
kan dit resulteren in verwondingen bij
uzelf of bij anderen, of in schade aan het
labeling systeem of aan andere
eigendommen. Brother is niet
verantwoordelijk voor enig ongeval of
schade als gevolg van het gebruik van
een andere dan de voorgeschreven
netspanningsadapter en adapterkabel.
Sluit de meegeleverde
netspanningsadapter en adapterkabel
NIET aan op andere producten.
Raak de netspanningsadapter en
adapterkabel NIET aan tijdens onweer.
Er bestaat een gering risico op een
elektrische schok door bliksem wanneer
het labeling systeem tijdens onweer
wordt gebruikt.
Tapesnijder
Raak het mes van de snijeenheid NIET
aan.
Raak de netspanningsadapter of de
stekker van het voedingskabel NIET
met natte handen aan.
Gebruik de netspanningsadapter NIET
op zeer vochtige plaatsen, zoals
badkamers.
Gebruik GEEN beschadigde
adapterkabels of stekkers.
Plaats GEEN zware voorwerpen op de
adapterkabel of op de stekker, en
beschadig of wijzig deze onderdelen
niet. Gebruik geen kracht bij het buigen
van, of trekken aan de adapterkabel.
Laat de netspanningsadapter NIET
vallen, stel hem niet bloot aan schokken
en zorg ervoor dat hij niet anderszins
beschadigd wordt.
Veiligheidsmaatregelen
8
Page 11
VOORZICHTIG
Alkaline batterijen/Ni-MH oplaadbare batterijen
Volg deze richtlijnen om lekkage, oververhitting, of breuk van de batterij te voorkomen.
NEDERLANDS
z
INLEIDING
Gebruik GEEN andere batterijen dan
die zijn voorgeschreven voor gebruik
met uw labeling systeem. Gebruik geen
oude en nieuwe batterijen door elkaar
en evenmin batterijen van verschillende
typen, batterijen met ongelijke lading,
van verschillende fabrikanten of
modellen. Plaats een batterij niet met
verwisselde polariteit (+ en -).
Spoel de huid of kleren onmiddellijk met
schoon water als er lekvloeistof van de
batterijen op komt.
Verwijder de batterijen als u de P-touch
een langere tijd niet gaat gebruiken.
Netspanningsadapter
Haal de stekker van de
netspanningsadapter uit het stopcontact
als u de P-touch geruime tijd niet gaat
gebruiken.
Houd altijd de netspanningsadapter
vast als u deze loskoppelt van het
stopcontact.
Gebruik de netspanningsadapter NIET
op zeer vochtige plaatsen, zoals
badkamers.
Tapesnijder
Volg deze richtlijnen om licht letsel en schade aan het labeling systeem te voorkomen.
Open het deksel van de tapehouder
NIET tijdens het gebruik van de
snijeenheid.
Lees de aanwijzingen voor de batterijen
en de batterijlader zorgvuldig en houd u
daaraan als u oplaadbare
Ni-MH-batterijen gebruikt.
Laad oplaadbare Ni-MH-batterijen op
met een geschikte en daarvoor
bestemde batterijlader voordat u deze
gebruikt.
De accu’s NIET demonteren of
veranderen.
Stel de accu’s NIET bloot aan verhitting,
noch werp deze in open vuur.
Sluit NIET te veel apparaten samen met
de netspanningsadapter aan op één
groep van een elektrische installatie.
Demonteer de netspanningsadapter
NIET en verander deze evenmin.
Laat de netspanningsadapter of stekker
van de voedingskabel NIET nat worden,
bijvoorbeeld door deze met natte
handen aan te raken of er drank op te
morsen.
Oefen GEEN overmatige druk uit op de
snijeenheid.
1
2
3
4
Veiligheidsmaatregelen
5
6
7
8
9
9
Page 12
INLEIDING
VOORZICHTIG
P-touch
Volg deze richtlijnen om licht letsel en schade aan de P-touch te voorkomen.
Bewaar de P-touch op een vlak, stabiel
oppervlak, zoals op een bureau of in
een lade.
Laat de P-touch of tape NIET achter
binnen bereik van kinderen.
Plaats GEEN zware voorwerpen
bovenop de P-touch.
Gebruik altijd de voorgestelde
netspanningsadapter (AD-E001) voor
de P-touch en steek deze in een
wandcontactdoos met het
voorgeschreven voltage. Als u dit niet
doet kan dit resulteren in schade aan, of
storing van de P-touch.
Gebruik de P-touch NIET op zeer
vochtige plaatsen, zoals badkamers.
Laat de P-touch NIET nat worden,
bijvoorbeeld door deze met natte
handen vast te pakken, of door er
dranken op te morsen.
U mag de P-touch NIET demonteren of
veranderen.
Als u tijdens gebruik of tijdens opslag
van de P-touch hitte, een abnormale
geur, verkleuring, vervorming, of andere
ongewone zaken waarneemt, moet u
het gebruik van de P-touch direct
stoppen, de netspanningsadapter
loskoppelen, en de batterijen
verwijderen.
Veiligheidsmaatregelen
10
Page 13
NEDERLANDS
Algemene voorzorgsmaatregelen
Oplaadbare Li-ion accu
• Bij de aankoop is de oplaadbare Li-ion accu voor een klein deel opgeladen zodat de
werking van het labeling systeem kan worden gecontroleerd; de oplaadbare Li-ion accu
moet echter voorafgaand aan het gebruik van het labeling systeem eerst geheel worden
opgeladen met de netspanningsadapter.
• Als het labeling systeem voor een langere periode niet zal worden gebruikt, moet de
oplaadbare Li-ion accu uit het labeling systeem worden verwijderd; vervolgens moet het
labeling systeem worden opgeslagen op een locatie die niet onderhevig is aan statische
elektriciteit, hoge vochtigheid, of hoge temperaturen (aanbevolen worden temperaturen
tussen 15
de levensduur van de oplaadbare Li-ion accu te behouden moet de accu minstens elke zes
maanden worden opgeladen.
• Als u bij het eerste gebruik van de oplaadbare Li-ion accu ongebruikelijke verschijnselen
opmerkt, zoals bijvoorbeeld oververhitting of roestvorming, STOP het gebruik van de accu.
Neem contact op met de klantenservice van Brother.
Labeling systeem
• Gebruik de P-touch NIET in de buurt van een apparaat dat elektromagnetische storing
veroorzaakt. Als u de P-touch in de buurt van een televisie, radio, etc. plaatst, kan dit
storingen in het apparaat veroorzaken.
• Gebruik de P-touch NIET op andere wijze of voor een ander doel dan in deze handleiding
wordt beschreven. Als dat wel gebeurt, kan dat ongelukken of beschadiging van het
labeling systeem tot gevolg hebben.
• Steek GEEN vreemde voorwerpen in de tape-uitgang, de connector van de
netspanningsadapter, of in een ander deel van het de labeling systeem.
• Raak de printkop NIET met uw vingers aan (zie pagina 6). Gebruik de optionele
printkopreinigingscassette (TZe-CL4), de zelfreinigingsfunctie van het labeling systeem, of
een zachte doek of een wattenstaafje om de printkop te reinigen (zie "De eenheid reinigen"
op pagina 47).
• Reinig de onderdelen van het labeling systeem NIET met alcohol of andere organische
oplosmiddelen. Gebruik alleen een zachte, droge doek.
• Plaats de P-touch NIET in direct zonlicht, in de buurt van verwarmingselementen of andere
apparaten die warm worden, of op plaatsen die blootgesteld worden aan extreem hoge of
lage temperaturen, hoge luchtvochtigheid, of stof. De normale omgevingstemperatuur bij
bedrijf van de P-touch moet liggen tussen 10 en 35
• Laat GEEN rubber of vinyl, of producten die hiervan zijn gemaakt, langdurig op het labeling
systeem liggen, anders zal dit vlekken op het labeling systeem veroorzaken.
• Afhankelijk van de omgevingsomstandigheden en de toegepaste instellingen kunnen
sommige tekens of symbolen moeilijk te lezen zijn.
• Gebruik uitsluitend Brother TZe-tape of HGe-tape in de P-touch.
• Trek NIET aan de tape in de cassette en oefen er geen druk op uit, om schade aan het
labeling systeem te voorkomen.
• Probeer NIET om labels af te drukken met een lege tapecassette of zonder tapecassette
in de P-touch. Anders zal de printkop beschadigen.
• Probeer de tape NIET af te snijden tijdens het afdrukken of doorvoeren, omdat hierdoor de
tape zal beschadigen.
en 25 °C, en relatieve vochtigheden tussen 40 en 60%). Om het rendement en
°C.
z
INLEIDING
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Algemene voorzorgsmaatregelen
11
Page 14
INLEIDING
• Afhankelijk van de locatie, het gebruikte materiaal en de omgevingsomstandigheden
kunnen labels loslaten, vastlopen, en de kleur van het label kan veranderen of op andere
voorwerpen worden overgedragen.
• Stel tapecassettes NIET bloot aan direct zonlicht, hoge temperaturen, hoge vochtigheid of
stof. Bewaar de tapecassettes op een koele, donkere plek. Gebruik de tapecassettes snel
na het openen van de verpakking.
• Markeringen die zijn gemaakt met inkt op olie- of waterbasis kunnen zichtbaar blijven door
een label dat eroverheen wordt aangebracht. U kunt de markeringen onzichtbaar maken
door twee labels over elkaar aan te brengen of door een donkerkleurig label te gebruiken.
• Gegevens die in het geheugen zijn opgeslagen gaan verloren bij een defect of reparatie
van de P-touch, of als de batterij opraakt.
• Wanneer de voeding langer dan twee minuten is losgekoppeld, worden alle tekst- en
opmaakinstellingen gewist. Eventuele tekstbestanden die in het geheugen zijn
opgeslagen, worden ook gewist.
• Bij fabricage en tijdens transport wordt het scherm beschermd met een transparante
sticker. Verwijder deze sticker voordat u het apparaat gebruikt.
• De lengte van het gedrukte label kan afwijken van de weergegeven labellengte.
• U kunt ook krimpkous in dit model gebruiken. Ga naar de website van Brother
(http://www.brother.com/) voor meer informatie. Het is mogelijk dat u bij gebruik van
krimpkous sommige afdrukkaders of lettertype-instellingen niet kunt gebruiken.
• De P-touch is niet uitgerust met een oplaadapparaat voor Ni-MH oplaadbare batterijen.
• Het afgedrukte label kan verschillen met de afbeelding die op het LCD-scherm verschijnt.
• Brother Industries, Ltd. is niet verantwoordelijk voor enige schade of letsel als gevolg van
het niet nakomen van de voorzorgsmaatregelen die in deze handleiding worden vermeld.
• Wij bevelen sterk aan dat u deze gebruikershandleiding zorgvuldig leest voordat u de
P-touch gaat gebruiken, en deze handleiding in de buurt houdt om in de toekomst te
kunnen raadplegen.
Symbolen die in deze handleiding worden gebruikt
De volgende symbolen worden in deze handleiding gebruikt om extra informatie aan te
geven.
Dit symbool staat bij informatie of instructies die kunnen leiden tot schade, letsel of een
:
onjuiste werking als deze niet worden opgevolgd.
Dit symbool staat bij informatie of instructies die u kunnen helpen om de werking van
:
de P-touch beter te begrijpen en de machine efficiënter te gebruiken.
Symbolen die in deze handleiding worden gebruikt
12
Page 15
P-touch gebruiken
Een label maken met de P-touch
1
AAN DE SLAG GAAN
• Bereid de P-touch voor.
2
EEN LABEL MAKEN
• Tekst invoeren en bewerken.
• Symbolen invoeren.
• Tekens met accenten invoeren.
• Een labeltoepassingstype selecteren.
P. 27
• Snij-opties instellen.
P. 14
P. 36
P. 40
P. 35
P. 38
NEDERLANDS
Naast de mogelijkheid van het invoeren
van tekst, heeft de P-touch tevens een
grote hoeveelheid
opmaakmogelijkheden.
U kunt bijvoorbeeld de volgende
labels maken:
z
INLEIDING
3
LABELS AFDRUKKEN
• Een label afdrukken.
P. 42
Voordat u gaat afdrukken, kunt u de
opmaak van uw label controleren met
de functie afdrukvoorbeeld.
U kunt bijvoorbeeld de volgende
labels maken:
P-touch gebruiken
1
2
3
4
5
6
7
8
9
13
Page 16
AAN DE SLAG GAAN
Uw P-touch uitpakken
Controleer of de verpakking het volgende bevat voordat u uw P-touch gaat gebruiken.
E300
P-touchNetspanningsadapter
De stekker kan per land verschillen.
Li-ion accuBand
Tapecassette
Gebruikershandleiding
Uw P-touch uitpakken
14
Page 17
NEDERLANDS
z AAN DE SLAG GAAN
Algemene beschrijving
Dekselvergrendeling
Hendel
tapesnijder
Toetsenbord
Tape-uitgang
Tapesnijder
LCD-scherm
Ontgrendelingshendel
Tapehouder
Printkop
Het LCD-scherm wordt in de fabriek voorzien van een vel beschermfolie om beschadiging te
voorkomen. Verwijder dit vel voordat u de P-touch gaat gebruiken.
Tapevenster
Achterdeksel
netspanningsadapter
Connector
LED-lampje
Batterijcompartiment
1
Algemene beschrijving
2
3
4
5
6
7
8
9
15
Page 18
AAN DE SLAG GAAN
LCD-scherm en toetsenbord
LCD-scherm
101112 13 1415
1
7
6
523498
1617
18
19
1. Regelnummer
Geeft het regelnummer binnen de
etiketopmaak aan.
2. Shiftmodus
Geeft aan dat shiftmodus ingeschakeld is.
3. Startregel/4. Eindregel
Het gedeelte tussen de start- en
eindregel wordt afgedrukt.
De korte regels die zich uitstrekken vanaf
de start- en eindregels tonen het einde
van de labelindeling.
5. Blok scheidingsregel
Geeft het einde van een blok aan.
6. Cursor
De tekens worden links van de cursor
ingevoerd. Geeft de huidige positie voor
gegevensinvoer aan.
7. Labeltoepassingstype
Geeft aan welk labeltoepassingstype is
geselecteerd.
8. Return-teken
Geeft het einde van een tekstregel aan.
9. Accuniveau
Geeft resterende acculading aan. Dit
gebeurt alleen bij gebruik van de Li-ion
accu.
- Volledig
- Half
- Laag
- Leeg
10.Hoofdlettermodus
Geeft aan dat de hoofdlettermodus is
ingeschakeld.
11.-14. Stijlleidraad
Geeft de huidige instellingen van het
lettertype (11), de tekengrootte (12), de
tekenstijl (13) en het kader (14) aan.
15.Tape-lengte
Geeft de tape-lengte voor de ingevoerde
tekst aan.
16.Cursorselectie
Gebruik de toetsen en om menuitems te selecteren en de toetsen en
om de instellingen te wijzigen.
17.Vergrendelingspictogram
Geeft aan dat sommige items niet kunnen
worden gewijzigd.
18.Teller
Geeft het geselecteerde nummer/
selecteerbare nummer aan.
19.Bloknummer
Geeft het bloknummer aan.
Zie "LCD-scherm" op pagina 25 voor
configureren.
LCD-scherm en toetsenbord
16
Page 19
Namen en functies van de toetsen
Voor België
De standaardtaal is "Engels".
Voor Nederland
NEDERLANDS
z AAN DE SLAG GAAN
1. Aan/uit-knop
Hiermee schakelt u de P-touch in en uit.
2. Stijl
Hiermee kunt u teken- en
labelkenmerken instellen.
3. Bestand
Hiermee kunt u vaak gebruikte labels in
het bestandsgeheugen afdrukken,
openen, opslaan of verwijderen.
4. Voorbeeld
• Geeft een voorbeeld van een label
weer.
• Het label wordt doorgevoerd als u op
deze toets drukt in combinatie met de
Shift-toets.
5. Afdrukken
• Drukt het huidige labelontwerp op de
tape af.
• Het label wordt afgedrukt als u op deze
toets drukt in combinatie met de Shift-
toets.
6. Labeltoepassingstype
• Selecteert het labeltoepassingstype.
• De functie die wordt weergegeven
boven de toets wordt ingeschakeld als u
op de toets drukt in combinatie met de
Shift-toets.
7. Barcode
Hiermee opent u het instelscherm voor
barscodes.
8. Serialiseren
• U kunt volgordenummers afdrukken op
labels.
• U kunt kiezen welke twee cijfers u
daarvoor wilt gebruiken als u op de toets
drukt in combinatie met de Shift-toets.
9. Menu
Hiermee kunt u
bedrijfsvoeringsvoorkeuren (Taal,
Aanpassing, etc.) voor de P-touch
instellen.
10. Escape
Hiermee wordt de huidige opdracht
geannuleerd en keert u terug naar het
scherm voor gegevensinvoer of naar de
vorige stap.
11. Wissen
Hiermee wist u alle ingevoerde tekst, of
alle tekst en huidige labelinstellingen.
12. Cursor ()
Hiermee beweegt u de cursor in de
richting van de pijl.
13. OK
Hiermee selecteert u de weergegeven
optie.
14. Letter
• Gebruik deze toetsen om letters of
cijfers te typen.
• In combinatie met de Hoofdletters- of
Shift-toets kunt u met deze toetsen ook
hoofdletters en symbolen invoeren.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
LCD-scherm en toetsenbord
17
Page 20
AAN DE SLAG GAAN
15. Backspace
Hiermee wordt het teken links van de
cursor verwijderd.
16. Shift
Gebruik deze toets in combinatie met de
letter- en cijfertoetsen om hoofdletters of
de symbolen die op de cijfertoetsen te
typen.
17. Hoofdletters
Hiermee schakelt u de hoofdlettermodus
in en uit.
18. Accenttoets
Hiermee kunt u een teken met een accent
selecteren en invoeren.
19. Spatietoets
• Hiermee voert u een spatie in.
• Zet een instelling terug naar de
standaardwaarde.
20. Symbool
Gebruik deze toets om een symbool uit
de beschikbare lijst met symbolen te
selecteren en in te voeren.
21. Enter-toets
• Hiermee gaat u naar een nieuwe regel
tijdens het invoeren van tekst.
• In combinatie met de Shift-toets voert u
hiermee een nieuw blok in.
LCD-scherm en toetsenbord
18
Page 21
NEDERLANDS
Voeding
Netspanningsadapter
Gebruik voor dit labeling systeem de AD-E001 (netspanningsadpter). De AD-18 of AD-24ES
kunnen niet worden gebruikt. Sluit de netspanningsadapter rechtstreeks aan op de P-touch.
Steek de stekker van het adaptersnoer in de connector met de markering DC IN 12 V
1
op de P-touch.
Steek de stekker van het adaptersnoer in een standaard stopcontact.
2
• Schakel de P-touch uit voordat u de netspanningsadapter loskoppelt.
• Buig het adaptersnoer niet en trek er niet aan.
• Wanneer de voeding langer dan twee minuten is losgekoppeld, worden alle tekst- en
opmaakinstellingen gewist. Eventuele tekstbestanden die in het geheugen zijn opgeslagen,
worden ook gewist.
z AAN DE SLAG GAAN
Voor de veiligheid en back-up van het geheugen van het labeling systeem wordt aangeraden
AA-alkalinebatterijen (LR6) of oplaadbare Ni-MH-batterijen (HR6) in de machine te plaatsen als
de netspanningsadapter is losgekoppeld.
De oplaadbare Li-ion accu ge b ru ik e n
Plaatsen va n de op l aa d ba re Li -i on ac cu
Open de achterklep door op de klepvergrendeling te
1
drukken.
Achterdeksel
Dekselvergrendeling
Voeding
1
2
3
4
5
6
7
8
9
19
Page 22
AAN DE SLAG GAAN
Plaats de oplaadbare Li-ion accu in het
2
batterijcompartiment.
Controleer of de haken op de rand van de achterklep juist zijn ingestoken en plaats de
3
klep terug.
Verwijderen van de oplaadbare Li-ion accu
Verwijder de klep van het batterijcompartiment en de oplaadbare Li-ion accu en plaats de
klep weer terug.
Opladen van de oplaadbare Li-ion accu
De oplaadbare Li-ion accu kan worden opgeladen terwijl deze in het labeling systeem zit.
Voer de volgende procedure uit om de oplaadbare Li-ion accu op te laden.
• Laad de oplaadbare Li-ion accu aan de hand van de volgende procedure op, voordat u hem in
gebruik neemt.
• Het duurt maximaal 360 minuten om de oplaadbare Li-ion accu volledig op te laden.
Controleer of het labeling systeem is uitgeschakeld. Houd de Aan/uit-knop ingedrukt
1
om het labeling systeem uit te zetten als het is ingeschakeld.
Controleer of de oplaadbare Li-ion accu in het labeling systeem is geplaatst.
2
Gebruik de netspanningsadapter met netsnoer om het labeling
3
systeem aan te sluiten op een stopcontact.
De LED naast de adapterconnector brandt tijdens het opladen,
en dooft als de oplaadbare Li-ion accu volledig is opgeladen.
Bij de batterijniveau-indicator op het scherm worden drie
gevulde balkjes weergegeven .
Het laden van de oplaadbare Li-ion accu stoppen
Koppel het adaptersnoer van de netspanningsadapter los om het laden van de Li-ion accu
te stoppen.
Tips voor het gebruik van de oplaadbare Li-ion accu
• Laad de oplaadbare Li-ion accu op voor gebruik. Gebruik de accu niet zolang hij niet helemaal
is opgeladen.
20
• U kunt de Li-ion accu opladen in een omgevingstemperatuur tussen 5 en 35
omgevingstemperatuur buiten deze waarden valt, wordt de oplaadbare Li-ion accu niet
opgeladen en blijft de batterij-indicator branden.
• Als het labeling systeem wordt gebruikt met de oplaadbare Li-ion accu terwijl ook de
netspanningsadapter is aangesloten, dooft de batterij-indicator mogelijk na enige tijd en wordt
het labeling systeem niet meer opgeladen, zelfs als de oplaadbare Li-ion accu niet volledig is
geladen.
Voeding
°C. Als de
Page 23
NEDERLANDS
Kenmerken van de oplaadbare Li-ion accu
Met enig inzicht in de eigenschappen van de oplaadbare Li-ion accu kunt u de batterij optimaal
gebruiken.
• De kwaliteit van een oplaadbare Li-ion accu die in een omgeving met erg hoge of lage
temperaturen wordt bewaard, gaat sneller achteruit. Met name het gebruik van een bijna volle
oplaadbare Li-ion accu (voor 90% of meer opgeladen) bij hoge temperaturen leidt tot een
versnelde achteruitgang van de batterij.
• Wanneer u het labeling systeem gebruikt terwijl de oplaadbare Li-ion accu is geïnstalleerd en
wordt opgeladen, kan de batterij sneller achteruitgaan. Wanneer u het labeling systeem gebruikt
terwijl de oplaadbare Li-ion accu is geïnstalleerd, moet u de netspanningsadapter loskoppelen.
• Haal de oplaadbare Li-ion accu uit het labeling systeem als u het langer dan een maand niet
denkt te gebruiken, met een lading van 50% of minder. Berg de accu vervolgens op een koele
plek op, waar hij niet is blootgesteld aan direct zonlicht.
• Als u de oplaadbare Li-ion accu langere tijd niet gebruikt, raden wij aan om de accu elke 6
maanden op te laden.
• Het is normaal dat de accu warm aanvoelt tijdens opladen.
Specificaties van de oplaadbare Li-ion accu
• Oplaadtijd: Ongeveer 6 uur wanneer wordt opgeladen met een netspanningsadapter (AD-E001)
• Nominaal voltage: DC 7,2 V
• Nominale capaciteit: 1 850 mAh
z AAN DE SLAG GAAN
Voeding
1
2
3
4
5
6
7
8
9
21
Page 24
AAN DE SLAG GAAN
Batterij
Controleer of het labeling systeem is uitgeschakeld
1
en verwijder vervolgens de achterklep aan de
achterkant van het labeling systeem. Verwijder de
batterijen als deze al in het labeling systeem zaten.
Zorg er altijd voor dat het apparaat is
uitgeschakeld als u de batterijen vervangt.
Plaats zes nieuwe AA-alkalinebatterijen (LR6) of
2
geheel opgeladen oplaadbare Ni-MH-batterijen
(HR6), en zorg ervoor dat de positieve pool (+) en
negatieve pool (-) van de batterijen overeenkomen
met de markeringen voor positief (+) en negatief (-)
aan de binnenkant van het batterijcompartiment.
Gebruikers van alkalinebatterijen
23
Vervang altijd alle zes batterijen tegelijk door
zes nieuwe batterijen.
Gebruikers van Ni-MH oplaadbare batterijen
Vervang altijd alle zes batterijen tegelijk door
zes volledig opgeladen batterijen.
Ga naar http://solutions.brother.com/ voor
meer informatie over aanbevolen batterijen.
22
Plaats de achterklep terug door de drie haken aan
3
de onderkant in de sleuven van het labeling
systeem te steken en de klep vervolgens stevig aan
te drukken totdat hij op zijn plaats klikt.
Verwijder de batterijen als u de P-touch een langere tijd niet gaat gebruiken.
Voeding
Page 25
NEDERLANDS
Een tapecassette plaatsen
U kunt tapecassettes met een breedte van 3,5 mm, 6 mm, 9 mm, 12 mm of 18 mm gebruiken
in uw P-touch. Gebruik alleen Brother tapecassettes met de markering /.
Als de nieuwe tapecassette een kartonnen stopper heeft, verwijder deze dan
voordat u de cassette plaatst.
z AAN DE SLAG GAAN
Controleer of het uiteinde van de tape niet gebogen is en of het
1
door de tapegeleider loopt. Als de tape niet door de tapegeleider
is gelopen, voor de tape dan door de geleider als weergegeven
in de illustratie.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld en open de
2
achterklep. Als er reeds een tapecassette in het labeling
systeem zit, verwijdert u deze door de cassette recht
omhoog te trekken.
Plaats de tapecassette in de tapehouder
3
waarbij het uiteinde van de tape in de richting
van de tape-uitgang van het labeling systeem
wijst en druk stevig totdat u een klik hoort.
Zorg er bij het plaatsen van de tapecassette
voor dat de tape en het inktlint de printkop niet
raken.
Tape-uitgang
Sluit de achterklep.
4
Uiteinde van tape
Tapegeleider
1
2
3
Een tapecassette plaatsen
4
5
6
7
8
9
23
Page 26
AAN DE SLAG GAAN
• Trek niet aan het label dat uit de tape-uitgang komt. Als u dit wel doet, loopt het inktlint
met de tape mee naar buiten.
• Bewaar de tapecassettes op een koele, donkere plek zonder direct zonlicht, hoge temperaturen,
hoge vochtigheid of stof. Gebruik de tapecassette zo snel mogelijk na het openen van de
verpakking.
Tape met extra stevige plakstrook:
• Voor gestructureerde, ruwe of gladde oppervlakken raden we aan tape met extra stevige
plakstrook te gebruiken.
• Hoewel het informatieblad bij tape met extra stevige plakstrook aanbev eelt de tape te
knippen met een schaar, kan de tapesnijder van deze P-touch tape met extra stevige
plakstrook ook verwerken.
Apparaat in- en uitschakelen
Druk op de Aan/uit-knop om de P-touch in te schakelen.
Druk opnieuw op de Aan/uit-knop om de P-touch uit te schakelen.
• Uw P-touch heeft een energiebesparingsfunctie die zichzelf automatisch uitschakelt (bij
bepaalde bedrijfscondities) als er geen toets wordt gedrukt gedurende een bepaalde tijd. Zie de
tabel Tijdsinstelling automatisch uitschakelen voor meer informatie.
• Als de batterijen zijn geplaatst (of als de P-touch is aangesloten op een stopcontact met de
netspanningsadapter), wordt de informatie van de vorige sessie weergegeven op het moment dat
het apparaat wordt ingeschakeld.
zTijdsinstelling automatisch uitschakelenz
Met netspanningsadapter5 minuten
Met batterijen5 minuten
Tape doorvoeren
De functie Doorvoeren
Met de functie Doorvoeren wordt er 23 mm lege tape doorgevoerd.
• Trek niet aan het label dat uit de tape-uitgang komt. Als u dit wel doet, loopt het inktlint
met de tape mee naar buiten.
• Blokkeer de tape-uitgang niet tijdens het afdrukken of doorvoeren van tape. Als u dit wel doet
zal de tape vastlopen.
Druk op de Shift-toets en druk dan op de Voorbeeld-toets.
1
Het bericht "Tpinvr... Een ogenblik geduld" verschijnt terwijl de tape wordt doorgevoerd.
2
Apparaat in- en uitschakelen
24
Page 27
NEDERLANDS
LCD-scherm
LCD-contrast
U kunt de contrastinstelling van het LCD-scherm instellen op een van de vijf niveaus
(+2, +1, 0, -1, -2) om het scherm eenvoudig te kunnen aflezen. De standaardinstelling is "0".
Druk op de Menu-toets om het menu Setup weer te geven, selecteer "Aanpassing" met
1
behulp van de toets of , en druk vervolgens op de toets OK of Enter.
Selecteer "LCD-contrast" met de toets of en stel de waarde in met toets of .
2
Druk op OK of Enter.
3
• Druk op de Escape-toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Als u in het scherm met de contrastinstellingen op de Spatie-toets drukt, wordt het contrast
ingesteld op de standaardwaarde "0".
Achterg. verlicht.
U kunt de achtergrondverlichting instellen op Aan of Uit.
Het scherm is makkelijker af te lezen met de achtergrondverlichting Aan. De
standaardinstelling is "Aan".
Druk op de Menu-toets om het menu Setup weer te geven, selecteer "Achterg. verlicht."
1
met behulp van de toets of , en druk vervolgens op de toets OK of Enter.
z AAN DE SLAG GAAN
Selecteer "Aan" of "Uit" met behulp van de toets of .
2
Druk op OK of Enter.
3
• U kunt energie besparen door de achtergrondverlichting uit te schakelen.
• De achtergrondverlichting zal automatisch uitschakelen na 10 seconden van inactiviteit, druk
een willekeurige toets om deze weer in te schakelen. Tijdens afdrukken is de
achtergrondverlichting uitgeschakeld.
LCD-scherm
1
2
3
4
5
6
7
8
9
25
Page 28
AAN DE SLAG GAAN
Instellen taal en eenheid
Taal
Druk op de Menu-toets om het menu Setup weer te geven, selecteer "Taal" met behulp
1
van de toets of , en druk vervolgens op de toets OK of Enter.
Selecteer een taal voor de menu-opdrachten en berichten op het LCD-scherm met
2
behulp van de toets of .
De taal kan worden gekozen uit "Čeština", "Dansk", "Deutsch", "English", "Español",
"Français", "Hrvatski", "Italiano", "Magyar", "Nederlands", "Norsk", "Polski",
"Português", "Português (Brasil)", "Română", "Slovenski", "Slovenský", "Suomi",
"Svenska" of "Türkçe".
Druk op OK of Enter.
3
Druk op de Escape-toets om terug te keren naar de vorige stap.
Eenheid
Druk op de Menu-toets om het menu Setup weer te geven, selecteer "Eenheid" met
1
behulp van de toets of , en druk vervolgens op de toets OK of Enter.
Selecteer met behulp van de toets of een eenheid voor de afmetingen die op het
2
LCD-scherm worden weergegeven.
U kunt kiezen uit "mm" of "inch".
Druk op OK of Enter.
3
De standaardinstelling is "mm".
Druk op de Escape-toets om terug te keren naar de vorige stap.
Instellen taal en eenheid
26
Page 29
NEDERLANDS
EEN LABEL BEWERKEN
Een labeltoepassingstype selecteren
U kunt zes verschillende typen labeltoepassingen selecteren door
op een labeltoepassingstoets te drukken. Het type labeltoepassing
dat u selecteert, wordt weergegeven op het LCD-scherm.
123
ToetsenTypeGebruik
1ALGEMEENDrukt labels voor algemeen gebruik af. (Zie pagina 27.)
Shift+1FACEPLATEDrukt schermfolielabels af. (Zie pagina 27.)
2Kabelterugloop
Shift+2KABELMARKERING Drukt kabelvlaglabels af. (Zie pagina 28.)
3PATCH-PANEEL
Shift+3Perf blokDrukt tweeregelige punchbloklabels af. (Zie pagina 29.)
• Wanneer u een labeltoepassingstype wijzigt of reset, wordt de ingevoerde tekst automatisch
gebruikt voor het labeltoepassingstype, behalve in de volgende gevallen:
- Het wijzigen van Perf blok wordt ingesteld op Horizontaal of Backbone met herhaalde tekst
- Het wijzigen naar Perf blok met herhaalde tekst ingesteld op Horizontaal of Backbone
• Als een labeltoepassingstype wordt gewijzigd, wordt de ingevoerde tekst automatisch verplaatst
naar het nieuwe labeltoepassingstype in blokeenheden. Lege pagina’s worden verwijderd, maar
de blokken niet.
• Het nieuwe labeltoepassingstype wordt zo gemaakt dat de ingevoerde tekst in elk blok past.
• Als het totale aantal blokken van het vorige labeltoepassingstype niet kan worden verdeeld over
het totale aantal blokken van het nieuwe labeltoepassingstype, wordt het verschil opgevuld met
lege blokken.
• Als het totale aantal blokken van het vorige labeltoepassingstype het totale aantal blokken van
het nieuwe labeltoepassingstype overschrijdt, wordt het teveel aan blokken verwijderd.
Drukt labels af die om kabels en krimpkous kunnen
worden aangebracht. (Zie pagina 28.)
Drukt labels af voor een rij poorten van een patchpanel.
(Zie pagina 29.)
z EEN LABEL BEWERKEN
ALGEMEEN
Labels die met deze functie worden afgedrukt, zijn bedoeld voor
algemeen gebruik. Bij deze functie kunt u de labellengte en de
afdrukstand opgeven.
• labellengte: Auto, 25-300mm
• Stand: (Horizontaal), (Verticaal)
FACEPLATE
U kunt labels die u met deze functie afdrukt gebruiken voor schermfolie.
Een blok met tekst wordt gelijkelijk verdeeld over een label. Bij deze
functie kunt u de labellengte, stand en het aantal blokken opgeven.
• labellengte: 50mm, 25-300mm
• Stand: (Horizontaal), (Verticaal)
• aantal blokken: 1, 1-5
Een labeltoepassingstype selecteren
Horizontaal
ABCDE
Verticaal
A
B
C
D
1
2
3
E
4
5
6
7
8
9
27
Page 30
EEN LABEL BEWERKEN
Kabelterugloop
U kunt labels die u met deze functie afdrukt, om kabels of snoer
wikkelen. U gebruikt deze functie ook voor het afdrukken van labels op
krimpkous.
Bij Flexibel ID wordt de tekst 90
° tegen de klok in gedraaid afgedrukt, u
kunt ook de grootte, de tekst en herhalen (Aan/Uit) opgeven.
• Druk op de Kabelwikkel-toets. Het scherm voor het selecteren van het type tape wordt
weergegeven. Selecteer Krimpkous met behulp van de toets of en voer de tekst in.
• Bij selectie van Krimpkous kan alleen de tapelengte worden ingesteld. Marge is vast
ingesteld op Geen snede.
KABELMARKERING
Labels die met deze functie worden afgedrukt, kunnen om kabels of
snoeren worden gewikkeld, waarna beide uiteinden bij elkaar een vlag
vormen. De tekst wordt op kabelvlaggen op beide uiteinden van het label
afgedrukt, met een lege ruimte op het middelste gedeelte om de kabel.
Bij deze functie kunt u de lay-out, vlaglengte, kabeldiameter en
afdrukstand opgeven.
•lay-out: AA|AA (Dezelfde tekst wordt in beide blokken afgedrukt.),
AA|BB (In elk van de blokken wordt een andere tekst afgedrukt.)
• Mark lengte: 30mm, 15-200mm
• Kabeldiameter: 6mm, 3-90mm
• Stand: (Horizontaal), (Verticaal)
HorizontaalVerticaal
Als u in de kabelvlaglay-out kiest voor (AA|AA), kunt u twee barcodes invoeren.
Een labeltoepassingstype selecteren
28
Vlag
lengte
Vlag
diameter
Vlag
lengte
Vlag
lengte
Vlag
diameter
Vlag
lengte
Page 31
PATCH-PANEEL
U kunt labels die u met deze functie afdrukt gebruiken voor
verschillende soorten panelen. Bij deze functie kunt u de bloklengte,
het aantal blokken, een verdeeltab, de afdrukstand, omgekeerde
volgorde (Aan/Uit) en multipliers (Aan/Uit) opgeven.
• Bloklengte: 15mm, 5-300mm
• aantal blokken: 4, 1-50
• Verdeeltab: Stip, Streepje, Lijn, Vet, Kader, Geen
• Stand: (Horizontaal), (Verticaal)
• Omgekeerd: Uit, Aan
• Multipliers: Uit, Aan
Pas de ruimte tussen blokken afzonderlijk aan als "Multipliers" is ingesteld op "Aan".
- Blok: 1, 1-50
- Multiplier: 1,0, 1,0-9,5 (ophogen met 0,1)
NEDERLANDS
z EEN LABEL BEWERKEN
BloklengteBloklengte
Bloklengte
Perf blok
Labels die met deze functie worden afgedrukt, kunnen worden gebruikt voor het identificeren van
een elektrische aansluiting of bij telefonie. Voor elk blok op een enkel label zijn er twee regels
beschikbaar en u kunt voor elk blok twee regels invoeren. Bij deze functie kunt u de
modulebreedte, het bloktype, het volgordetype en de beginwaarde opgeven.
• Modulebreedte: 200mm, 50-300mm
• Bloktype: 4 paar, 2 paar, 3 paar, 5 paar, Leeg
• Volgordetype: Geen, (Horizontaal), (Backbone)
• Beginwaarde: ---, 1-99999
• Wanneer u Leeg selectee rt, wordt Volgordetype ingesteld op Geen.
• Wanneer u Geen selecteert voor Volgordetype, wordt bij Beginwaarde "---" weergegeven
en kunt u geen waarde instellen.
• Bij Horizontaal of Backbone kunt u echter een beginwaarde opgeven tussen 1 en 99 999.
Een label met barcode maken
Met de barcodefunctie kunt u labels maken met eendimensionale barcodes voor gebruik bij
identificatieplaatjes, labels met serienummers en zelfs controlesystemen voor winkel- en
magazijnvoorraden.
Selecteerbare "Barcodes" staan in de appendix. (Zie pagina 55.)
1
2
3
4
5
6
7
Een label met barcode maken
8
9
29
Page 32
EEN LABEL BEWERKEN
• De P-touch is niet uitsluitend voor het maken van labels met barcodes ontworpen. Controleer
altijd of de labels met de barcodes kunnen worden gelezen door de barcodelezer.
• Druk voor de beste resultaten labels met barcodes af met zwarte inkt op witte tape. Sommige
barcodelezers kunnen geen labels met barcodes lezen als deze met gekleurde tape of inkt zijn
gemaakt.
• Gebruik waar mogelijk de instelling "Groot" voor de "Breedte". Sommige barcodelezers kunnen
geen labels met barcodes lezen als deze met de instelling "Klein" zijn afgedrukt.
• Tijdens continu afdrukken van grote aantallen labels met barcodes kan de printkop oververhit
raken, wat de afdrukkwaliteit kan beïnvloeden.
Instellen van barcodeparameters en invoeren van barcodegegevens
Druk op Barcode-toets.
1
Het scherm Instelling barcode wordt weergegeven.
U kunt maximaal vijf barcodes invoeren op een label.
Selecteer een kenmerk met behulp van de toets of en stel vervolgens een waarde
Controlecijfer is alleen beschikbaar voor de protocollen Code39, I-2/5 en Codabar.
Mogelijk verschijnen er geen tekens onder de barcode, zelfs als "Aan" is geselecteerd bij
"Onder#". Dit is afhankelijk van de breedte van de gebruikte tape, het aantal ingevoerde
regels of de huidige stijlinstellingen.
Druk op OK of Enter om de instellingen toe te passen.
3
Nieuwe instellingen worden NIET toegepast als u niet op OK of Enter drukt.
Voer de barcodegegevens in.
4
U kunt speciale tekens invoeren in de barcode als u de
protocollen CODE39, CODE128, CODABAR of GS1-128
gebruikt. Ga naar stap 7 als u geen speciale tekens gebruikt.
Druk op de Symbool-toets.
5
Er wordt een lijst met tekens weergegeven voor het huidige protocol.
Selecteer een teken met de toets
6
de
toets OK of
voegen.
Druk op de
7
voegen.
De barcode wordt weergegeven op het tekstinvoerscherm.
Raadpleeg "LABELS AFDRUKKEN" op pagina 42 voor meer
informatie over het afdrukken van labels.
Een label met barcode maken
30
Enter
om het teken in de barcodegegevens in te
toets
OK of Enter om de barcode in het label in te
of
en druk vervolgens op
Page 33
NEDERLANDS
• Druk op de Escape-toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Druk op de Spatie-toets om het geselecteerde kenmerk in te stellen op de standaardwaarde.
• Zie de tabel Instellingen barcode voor een lijst met alle beschikbare instellingen.
Barcodes bewerken en verwijderen
• Om de gegevens en parameters van de barcode te bewerken, plaatst u de cursor onder
de barcodemarkering in het gegevensinvoerscherm en opent u vervolgens het scherm
Instellingen barcode. Zie "Instellen van barcodeparameters en invoeren van
barcodegegevens" op pagina 30.
• Om een barcode uit een label te verwijderen, plaatst u de cursor rechts van de
barcodemarkering in het gegevensinvoerscherm en drukt u op de toets Backspace.
z EEN LABEL BEWERKEN
Een label met barcode maken
1
2
3
4
5
6
7
8
9
31
Page 34
EEN LABEL BEWERKEN
Een geserialiseerd label invoeren
U kunt numeriek geserialiseerde labels afdrukken. U kunt het aantal en de waarde voor
ophoging voor de reeks opgeven. Met deze functie kunt u een reeks labels maken waarbij
steeds één teken van het patroon wordt opgehoogd. In de geavanceerde modus voor
serialiseren kunt u kiezen uit gelijktijdig of geavanceerd. Bij gelijktijdig serialiseren wordt een
reeks labels gemaakt waarbij steeds twee getallen gelijktijdig worden opgehoogd.
Bij geavanceerd serialiseren maakt u een serie labels waarbij u twee reeksen in het patroon
kunt selecteren die achtereenvolgens moeten worden opgehoogd.
Serialiseren
Voer tekst in.
1
Voorbeeld: Maak met behulp van deze functie de labels
"B010", "C010", "D010" van het label "A010".
Drukt op de Serialiseren, het scherm voor het opgeven van de
2
1
reeks wordt weergegeven.
Plaats de cursor onder het eerste teken met behulp van de
3
toetsen , , en . Plaats de cursor vervolgens onder het
laatste teken dat moet worden opgehoogd. Druk op de toets
OK of Enter.
Voorbeeld: Selecteer A en OK.
Selecteer Interval en Tellen met de toets of en stel de
4
1
waarde in met de toets of .
Voorbeeld: Stel het interval als volgt in als u het getal vier keer
met de waarde 1 wilt verhogen: 1, Tellen: 4.
Druk op de toets OK of Enter om het scherm weer te geven met
5
1
de instellingen.
Voorbeeld:
• Als u op de Serialiseren drukt, kunt u het instellen herhalen.
Nadat u de instellingen opnieuw hebt opgegeven, wordt het
bericht "OK to Overwrite the Data after This Position?"
weergegeven. Druk op de toets OK om de instellingen te
overschrijven.
• Bij meerdere pagina’s met labels kunt u bij het afdrukken
kiezen uit Alles/Huidig/Bereik.
• Raadpleeg "LABELS AFDRUKKEN" op pagina 42 voor
meer informatie over het afdrukken van labels.
Een geserialiseerd label invoeren
32
Page 35
Geavanceerd serialiseren
Gelijktijdig
Voer tekst in.
1
Voorbeeld: Maak met behulp van deze functie de labels
"B020", "C030", "D040" van het label "A010".
Druk op de Shift-toets en druk dan op de toets Serialiseren.
2
1
Selecteer "Gelijktijdig" met de toets of en druk op de
toets OK.
Selecteer het eerste teken dat (de eerste tekens die) u wilt
3
ophogen met de toetsen , , of en druk twee maal op de
toets OK of Enter.
Voorbeeld: Selecteer A.
Selecteer het tweede teken dat u wilt ophogen met de toetsen
4
1
,, of en druk twee maal op de toets OK of Enter.
Voorbeeld: Selecteer 1.
U kunt het eerste teken niet selecteren omdat het grijs wordt
weergegeven.
Selecteer Interval en Tellen met de toets of en stel de
5
1
waarde in met de toets of .
Voorbeeld: Stel het interval als volgt in als u het getal vier keer
met de waarde 1 wilt verhogen: 1, Tellen: 4.
NEDERLANDS
z EEN LABEL BEWERKEN
Druk op de toets OK of Enter om het scherm weer te geven met
6
de instellingen.
Voorbeeld:
• Als u op de Shift-toets drukt, en vervolgens op de toets
Serialiseren, kunt u het instellen herhalen. Nadat u de
instellingen opnieuw hebt opgegeven, wordt het bericht
"OK to Overwrite the Data after This Position?"
weergegeven. Druk op de toets OK om de instellingen te
overschrijven.
• Bij meerdere pagina’s met labels kunt u bij het afdrukken
kiezen uit Alles/Huidig/Bereik.
• Raadpleeg "LABELS AFDRUKKEN" op pagina 42 voor
meer informatie over het afdrukken van labels.
Een geserialiseerd label invoeren
1
2
3
4
5
6
7
8
9
33
Page 36
EEN LABEL BEWERKEN
Geavanceerd
Voer tekst in.
1
Voorbeeld: Maak met behulp van deze functie de labels
"1A-02", "1A-A03", "1A-A04", "1A-B01", "1A-B02", "1A-B03",
"1A-B04" van het label "1A-A01".
Druk op de Shift-toets en druk dan op de toets Serialiseren.
2
1
Selecteer "Geavanceerd" met de toets of en druk op de
toets OK.
Selecteer het eerste teken dat (de eerste tekens die) u wilt
3
ophogen met de toetsen , , of en druk twee maal op de
toets OK of Enter.
Voorbeeld: Selecteer 1 van A01.
Selecteer Interval en Tellen met de toets of en stel de
4
1
waarde in met de toets of .
Voorbeeld: Stel het interval als volgt in als u het getal vier keer
met de waarde 1 wilt verhogen: 1, Tellen: 4.
Selecteer het tweede getal dat u wilt ophogen met de toetsen
5
1
,, of en druk twee maal op de toets OK of Enter.
Voorbeeld: Selecteer A van A01.
U kunt het eerste teken niet selecteren omdat het grijs wordt
weergegeven.
Selecteer Interval en Tellen met de toets of en stel de
6
waarde in met de toets of .
Voorbeeld: Stel het interval als volgt in als u het getal twee keer
met de waarde 1 wilt verhogen: 1, Tellen: 2.
Druk op de toets OK of Enter om het scherm weer te geven met
7
de instellingen.
Voorbeeld:
• Als u op de Shift-toets drukt, en vervolgens op de toets
Serialiseren, kunt u het instellen herhalen. Nadat u de
instellingen opnieuw hebt opgegeven, wordt het bericht
"OK to Overwrite the Data after This Position?" weergegeven.
Druk op de toets OK om de instellingen te overschrijven.
• Bij meerdere pagina’s met labels kunt u bij het afdrukken
kiezen uit Alles/Huidig/Bereik.
• Raadpleeg "LABELS AFDRUKKEN" op pagina 42 voor
meer informatie over het afdrukken van labels.
Een geserialiseerd label invoeren
34
Page 37
NEDERLANDS
• Druk op de Escape-toets om terug te keren naar de vorige stap.
• De functie Serialiseren is ook beschikbaar voor barcodes. Een barcode wordt geteld als één teken.
• Eventuele symbolen of overige niet-alfanumerieke tekens worden genegeerd tijdens
automatisch nummeren.
• Een serialiseringsreeks kan maximaal vijf tekens bevatten.
• De ophoogvolgorde van letters en cijfers is als volgt:
0
Î
1...9Î0
Î
A
a
A0
U kunt spaties (weergegeven als liggende streepjes "_" in het onderstaande voorbeeld) gebruiken
om de ruimte tussen de tekens aan te passen of om het aantal afgedrukte cijfers te controleren.
_9
_Z
1_9
B...ZÎA
Î
b...z
Î
A1...A9ÎB0Î...
Î
10...99Î00Î...
Î
AA...ZZÎAAÎ...
Î
2_0...9_9Î0_0Î...
Î
Î
ÎaÎ
...
...
...
Tekst invoeren en bewerken
Tekst invoeren met het toetsenbord
• Het toetsenbord van de P-touch wordt op dezelfde manier gebruikt als een standaard
toetsenbord van een computer.
Een nieuwe regel toevoegen
• Om de huidige regel tekst te beëindigen en op een nieuwe regel verder te gaan, druk op
de Enter-toets. Er verschijnt een return-teken aan het einde van de regel en de cursor gaat
naar het begin van een nieuwe regel.
• Maximaal aantal regels
- Tape van 18 mm: 5 regels
- Tape van 12 mm: 3 regels
- Tape van 9 mm en 6 mm: 2 regels
- Tape van 3,5 mm: 1 regel
• Als u op Enter drukt, terwijl er al vijf regels bestaan, wordt er een foutmelding weergegeven.
• Bij selectie van Perf blok kunt u twee regels invoeren.
Een nieuw blok toevoegen
• Bij selectie van ALGEMEEN kunt u een nieuw blok maken van maximaal vijf regels. Om
een nieuw blok met tekst of regels te maken rechts van de huidige tekst, drukt u op Shift
en daarna op Enter. De cursor wordt verplaatst naar het begin van het nieuwe blok. In
andere labeltoepassingstypen kunt u het aantal blokken instellen door te drukken op een
labeltoepassingstoets. Sommige labeltoepassingstypen zijn niet verplicht.
De cursor verplaatsen
• Druk op de toets , , of om de cursor een spatie of een regel te verplaatsen.
• Om de cursor te verplaatsen naar het begin of het einde van de huidige regel, drukt u op
de Shift-toets en daarna op de toets of .
• Druk op de toets Shift en vervolgens op de toets of om de cursor te verplaatsen naar
het begin van het vorige of volgende blok.
z EEN LABEL BEWERKEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Tekst invoeren en bewerken
35
Page 38
EEN LABEL BEWERKEN
Tekst invoeren
• Om extra tekst in een bestaande tekstregel in te voegen, verplaatst u de cursor naar het
teken rechts van de positie waar u tekst wilt gaan invoegen en voegt u vervolgens de tekst
in. De nieuwe tekst wordt links van de cursor ingevoerd.
Tekst verwijderen
Eén teken per keer verwijderen
• Om een teken te verwijderen uit een tekstregel, verplaatst u de cursor naar het teken
rechts van de tekst die u wilt verwijderen en drukt u op de Backspace-toets. Steeds als u
op Backspace drukt, wordt het teken links van de cursor verwijderd.
Als u Backspace ingedrukt houdt, worden de tekens links van de cursor doorlopend verwijderd.
Gehele tekst in één keer verwijderen
Gebruik de Wissen-toets om alle tekst in één keer te verwijderen.
Druk op de toets Wissen.
1
De wisopties worden weergegeven.
Selecteer met behulp van de toets of "Alleen tekst" om alle
2
tekst te verwijderen terwijl de huidige opmaakinstellingen
bewaard blijven, of selecteer "Opgem. tekst" om alle tekst- en
opmaakinstellingen te verwijderen.
• Druk op de Escape-toets om terug te keren naar het
tekstinvoerscherm zonder de tekst of opmaak wissen.
• Bij selectie van Opgem. tekst worden alle tekst en lettertypen
verwijderd en keert u terug naar ALGEMEEN.
Druk op OK of Enter.
3
Alle tekst wordt verwijderd. Als u Opgem. tekst hebt
geselecteerd, worden ook alle opmaakinstellingen verwijderd.
Symbolen invoeren
Naast de symbolen die beschikbaar zijn op het toetsenbord, zijn er ook nog diverse symbolen
(inclusief internationale en uitgebreide ASCII-tekens) beschikbaar via de symboolfunctie.
Gebruik de symboolfunctie om een symbool in te voeren (zie hieronder).
U kunt ook de Shift-toets ingedrukt houden en vervolgens op een toets op het toetsenbord
drukken om het symbool in te voeren dat rechtsboven op de toets staat.
Selecteerbare "Symbolen" staan in de appendix. (Zie pagina 52.)
Symbolen invoeren met de symboolfunctie
Druk op de Symbool-toets.
1
Er wordt een lijst met symboolcategorieën en symbolen in die categorie weergegeven.
Het laatst ingevoerde symbool wordt geselecteerd in de weergegeven lijst.
Symbolen invoeren
36
Page 39
Selecteer een symboolcategorie (Interpunctie, Wiskunde, etc.) met behulp van de toets
2
of , of door herhaaldelijk op de toets Symbool te drukken en vervolgens een
symbool te selecteren met de toets OK of Enter.
Selecteer een symbool met de toets , , of en druk op OK of Enter.
3
Het geselecteerde symbool wordt ingevoegd in de tekstregel.
Bij het selecteren van symbolen:
• Druk de Shift-toets en de Symbool-toets om terug te keren naar de vorige pagina.
• Druk de Symbool-toets om naar de volgende pagina terug te keren.
Druk op de Escape-toets om terug te keren naar de vorige stap.
Symboolgeschiedenis gebruiken
U kunt uw persoonlijke categorie met symbolen maken met de functie Symboolupdate.
De "Historie" verschijnt voor het eerst als u symbolen selecteert, om u te helpen om de
gewenste symbolen snel te vinden.
Druk op de Menu-toets om het menu Setup weer te geven, en
1
selecteer dan "Symboolupdate" met de toets of .
Druk op OK of Enter om het scherm Symboolupdate weer te
2
geven en selecteer vervolgens "Aan" om uw persoonlijke
categorie te maken met behulp van de toets of .
NEDERLANDS
z EEN LABEL BEWERKEN
Druk op OK of Enter om de instelling toe te passen.
3
Het scherm keert terug naar het tekstinvoerscherm.
Voer het gewenste symbool in dat u aan uw Historie wilt
4
toevoegen.
Zie "Symbolen invoeren met de symboolfunctie" op pagina 36
voor meer informatie.
Druk op de Symbool-toets.
5
De "Historie" wordt weergegeven, inclusief het symbool dat u bij
stap 4 hebt ingevoerd.
• U kunt tot 15 symbolen toevoegen aan de "Historie". Zodra er meer dan 15 symbolen worden
toegevoegd aan de "Historie", wordt het oudste symbool uit de categorie verwijderd.
• Als u de functie Symboolupdate niet meer wilt gebruiken, selecteert u "Uit" in het scherm
Symboolupdate.
Symbolen invoeren
1
2
3
4
5
6
7
8
9
37
Page 40
EEN LABEL BEWERKEN
Tekens met accenten invoeren
De P-touch kan een set tekens met accenten weergeven en afdrukken, bijvoorbeeld
taalspecifieke tekens. Selecteerbare "Tekens met accenten" staan in de appendix.
(Zie pagina 53.)
Voer het letterteken in dat u wilt veranderen in een letterteken met accent.
1
U kunt de hoofdlettermodus gebruiken in combinatie met de accentfunctie.
Druk op de Accent-toets.
2
Het letterteken dat u hebt ingevoerd, verandert in een letterteken met accent.
Druk herhaaldelijk op de toets Accent totdat het gewenste teken met accent is
3
geselecteerd, of selecteer het gewenste teken met behulp van de toets of .
De volgorde waarin de geaccentueerde lettertekens worden weergegeven, is afhankelijk van
de geselecteerde taal voor het LCD-display.
Druk op OK of Enter.
4
Het geselecteerde letterteken met accent wordt ingevoegd in de tekstregel.
• Druk op de Escape-toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Zie de tabel met de tekens met accenten voor een volledige lijst met alle beschikbare tekens met
accenten.
Instellen van lettertekenkenmerken
Lettertekenkenmerken instellen per label
Gebruik de toets Opmaak om een lettertype te selecteren en kenmerken voor de grootte,
breedte, opmaak, regel en uitlijning toe te passen. Selecteerbare opties voor
"Tekenattribuut" staan in de appendix. (Zie pagina 53.)
Druk op de toets Opmaak.
1
De huidige instellingen worden weergegeven.
Selecteer een kenmerk met behulp van de toets of en stel vervolgens een waarde
2
voor het kenmerk in met behulp van de toets of .
Druk op OK of Enter om de instellingen toe te passen.
3
Nieuwe instellingen worden NIET toegepast als u niet op OK of Enter drukt.
• Druk op de Escape-toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Druk op de Spatie-toets om het geselecteerde kenmerk in te stellen op de standaardwaarde.
• Zie de tabel met instelopties voor een lijst met alle beschikbare instellingen.
• Kleine lettertekens kunnen moeilijk leesbaar zijn als er bepaalde stijlen worden toegepast
(bijv. Schaduw + Cursief).
• Afhankelijk van het labeltoepassingstype kunt u de instelling voor Opmaak niet wijzigen.
In dat geval wordt weergegeven in het voorbeeldgedeelte rechts op het scherm.
Tekens met accenten invoeren
38
Page 41
NEDERLANDS
Instellen Opmaak automatisch aanpassen
Als "Grootte" is ingesteld op "Auto" en "Lengte" is ingesteld op een specifieke lengte, kunt
u kiezen hoe u de tekstgrootte wilt aanpassen aan de lengte van het etiket.
Als u "Tekstgrootte" selecteert, wordt de totale tekstgrootte aangepast zodat de tekst op
het etiket past.
Als u "Tekstbreedte" selecteert, wordt de breedte van de tekst aangepast naar de helft van
de instelling. (Als er verdere aanpassing nodig is om de tekst op het etiket te laten passen,
wordt de totale tekstgrootte aangepast nadat de tekstbreedte naar de helft van de instelling
is aangepast.)
Druk op de toets Menu om het menu Setup weer te geven, selecteer "Opmk
1
auto-aanpass." met behulp van de toetsofen druk vervolgens op de toets OK of
Enter. Het scherm Opmaak automatisch aanpassen wordt weergegeven.
Selecteer de stijl met behulp van de toets of .
2
Druk op OK of Enter om de instelling toe te passen.
3
• Druk op de Escape-toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Druk op de Spatietoets om de stijl in te stellen op de standaardinstelling ("Tekstgrootte").
Kaders instellen
Met de toets Opmaak kunt u kaders voor labels selecteren. Selecteerbare "Kaders" staan in
de appendix. (Zie pagina 55.)
z EEN LABEL BEWERKEN
Druk op de toets Opmaak. De huidige instellingen worden
1
weergegeven.
Selecteer een kenmerk met behulp van de toets of en stel
vervolgens een waarde voor het kenmerk in met behulp van de
toets of .
Selecteer een kenmerk met behulp van de toets of , en
2
selecteer vervolgens een kader met de toets of .
Druk op OK of Enter om de instellingen toe te passen.
3
Nieuwe instellingen worden NIET toegepast als u niet op OK of
Enter drukt.
• Druk op de Escape-toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Druk op de Spatie-toets om het geselecteerde kenmerk in te stellen op de standaardwaarde.
• Zie de tabel met instelopties voor een lijst met alle beschikbare instellingen.
Kaders instellen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
39
Page 42
EEN LABEL BEWERKEN
Snij-opties instellen
Met de opties voor het afsnijden van de tape kunt u opgeven hoe de tape moet worden
doorgevoerd en afgesneden tijdens het afdrukken van labels. Met name de optie "Kettng"
vermindert de hoeveelheid afval doordat er kleinere marges worden gebruikt en er minder
lege ruimte tussen de labels is. Afhankelijk van het labeltoepassingstype kan er een vaste
instelling zijn, of zijn de mogelijkheden voor instellen beperkt.
Druk op de toets Opmaak om het menu Label weer te geven.
1
Selecteer "Snij-optie" met de toets of en stel vervolgens de
2
waarde in met de toets of .
Druk op OK of Enter om de instellingen toe te passen.
3
Nieuwe instellingen worden NIET toegepast als u niet op OK of Enter drukt.
• Druk op de Escape-toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Zie de tabel Tape afsnijden voor een lijst met alle beschikbare instellingen.
zOpties tape afsnijdenz
InstellingBeschrijvingVoorbeeld
Brede
marge
Smalle
marge
• Elk label wordt afgedrukt met een marge van
24 mm aan elk uiteinde.
• Voor het afdrukken van elk label wordt een marge
van 23 mm doorgevoerd. Het afgedrukte label
heeft een marge van 4 mm voor en na de tekst.
24 mm
23 mm
ABC
ABC
4mm
24 mm
4mm
Kettng
snede
Snij-opties instellen
40
Geen
• Gebruik deze instelling als u meerdere labels met
een minimale marge wilt afdrukken.
• Er wordt eerst een marge van 23 mm afgedrukt,
vervolgens wordt elk label afgedrukt met een
marge van 4 mm voor en na de tekst.
• Gebruik deze instelling voor het afdrukken van
krimpkous.
• Druk achtereenvolgens op de Shift-toets en de
toets Voorbeeld om het laatst afgedrukte label
door te voeren en af te snijden.
24 mm
ABC
ABC
4mm
ABC
4mm
Page 43
NEDERLANDS
• Stel bij het gebruik van krimpkous het labeltoepassingstype in op "Kabelterugloop" en selecteer
"Krimpkous". In dit geval wordt de snij-optie vast ingesteld op "Geen snede". Verwijder na het
afdrukken de Krimpkouscassette uit het labeling systeem en knip de tape af met een schaar.
• Verwijder na het afdrukken de textielopstrijktapecassette uit het labeling systeem en knip de
tape af met een schaar.
Selecteren hoe tape wordt doorgevoerd en afgesneden
Bij het afdrukken wordt het bericht "Snij tape of druk Enter om door te gaan." weergegeven
en wordt de [modus snijpauze] geactiveerd. Als u op de snijhendel voor de tape drukt, kunt
u de tape afsnijden op de positie die u hebt ingesteld bij "Snij-optie". De details staan
hieronder.
Smalle margeKettng
z EEN LABEL BEWERKEN
Brede marge
•: Op deze positie stoppen en de [modus snijpauze] activeren.
•: Op deze positie stoppen en het afdrukken voltooien.
•: Op deze positie stoppen en de [modus tapedoorvoer] activeren.
Als de snij-optie is ingesteld op Geen snede of Kettng, stopt het systeem in het midden van het
afdrukgebied nadat het laatste label is afgedrukt. Druk op OK om de tape door te voeren als het
bericht "OK voor tape invoer?" wordt weergegeven. Druk op Escape om terug te keren naar de
modus voor tekstinvoer.
Geen
snede
1
2
3
4
5
6
7
8
Snij-opties instellen
9
41
Page 44
LABELS AFDRUKKEN
Labelvoorbeeld
U kunt een voorbeeld opvragen van de huidige pagina om de lay-out te controleren voordat
u afdrukt.
Druk op de toets Voorbeeld.
Er wordt een afbeelding van het label weergegeven op het scherm.
De lengte van het label wordt rechtsonder in het scherm weergegeven.
Druk op de toets of om het voorbeeld naar links of rechts te verschuiven.
Druk op de toets of om de vergroting van het voorbeeld te wijzigen.
• Druk op de Escape, OK of Enter-toets om terug te keren naar het tekstinvoerscherm.
• Houd de Shift-toets ingedrukt en druk op de toets of om het voorbeeld helemaal naar links
of rechts te verschuiven.
• Om het label direct af te drukken vanuit het voorbeeldscherm, drukt u op de toets Print of opent
u het scherm met afdrukopties en selecteert u een optie. Zie "Een label afdrukken" hieronder
voor meer informatie.
• Het afdrukvoorbeeld is een gegenereerde afbeelding van het label die kan verschillen van het
werkelijk afgedrukte label.
Een label afdrukken
Labels kunnen worden afgedrukt zodra de tekstinvoer en de opmaak is voltooid.
• Trek niet aan het label dat uit de tape-uitgang komt. Als u dit wel doet, loopt het inktlint
met de tape mee naar buiten, waardoor de tape niet meer is te gebruiken.
• Blokkeer de tape-uitgang niet tijdens het afdrukken of doorvoeren van tape. Als u dit wel doet zal de
tape vastlopen.
• Controleer of er genoeg tape over is als u een aantal labels achter elkaar gaat
afdrukken. Als er weinig tape over is, stel dan wat minder exemplaren in, druk
de labels één voor één af of vervang de tapecassette.
• Strepen op de tape geven het einde van de tapecassette aan. Als dit tijdens het
afdrukken gebeurt, drukt u op de Aan/uit-knop om de P-touch uit te schakelen.
Als u probeert af te drukken met een lege tapecassette, kan dit schade aan het
labeling systeem veroorzaken.
Een enkele pagina afdrukken
Druk op de toets Afdrukken om het afdrukken te starten.
Een reeks pagina’s afdrukken
Als er meerdere pagina’s zijn, kunt u de reeks pagina’s opgeven die u wilt afdrukken.
42
Druk op de toets Afdrukken. Het scherm voor het opgeven van de af te drukken reeks
1
pagina’s wordt weergegeven.
Selecteer "Alles", "Huidig" of "Bereik" met de toets of . Ga bij selectie van "Alles"
2
of "Huidig" naar stap 4.
Geef de eerste en de laatste pagina op.
3
Lege pagina’s worden niet afgedrukt.
Druk op OK of Enter om af te drukken.
4
Labelvoorbeeld
Page 45
Meerdere exemplaren afdrukken
Met deze functie kunt u maximaal 50 exemplaren van hetzelfde label afdrukken.
Zorg ervoor dat de juiste tapecassette is geplaatst en gereed is voor afdrukken.
1
Druk vervolgens op de Shift-toets en daarna op de toets Afdrukken om het scherm
2
Exemplaren weer te geven. Selecteer het aantal af te drukken exemplaren met de toets
of , of voer het aantal in met de numerieke toetsen.
Houd de toets of ingedrukt om het aantal exemplaren sneller te veranderen.
Druk op OK of Enter. "Bezig met afdrukken... Aantal" wordt
3
weergegeven terwijl de etiketten worden afgedrukt.
• Druk op de Escape-toets om terug te keren naar de vorige stap.
• De getallen die op het scherm worden weergegeven tijdens het afdrukken geven aan hoeveel
exemplaren zijn afgedrukt, en het ingestelde aantal.
• Als u tijdens het instellen van het aantal exemplaren op de Spatietoets drukt, wordt het aantal
exemplaren ingesteld op de standaardwaarde van 1.
• Maak een keuze als het bericht "Snij tape of druk Enter om door te gaan." wordt weergegeven.
Zie "Selecteren hoe tape wordt doorgevoerd en afgesneden" op pagina 41 voor meer informatie.
NEDERLANDS
z LABELS AFDRUKKEN
Labels bevestigen
Knip indien nodig met een schaar het afgedrukte label in de gewenste vorm en op de
1
gewenste lengte af.
Trek het papier aan de achterzijde van het label.
2
Plaats het label en druk met uw vinger stevig van boven naar onder om het label te
3
bevestigen.
• Bij sommige soorten tape is het papier aan de achterzijde voorgesneden zodat het eenvoudiger
te verwijderen is. Om het papier van de achterzijde te verwijderen, vouwt u het label in de lengte
met de tekst naar binnen gericht, om de randen van het papier zichtbaar te maken. Trek
vervolgens de papierdelen één voor één van de achterzijde.
• Labels kunnen soms moeilijk worden bevestigd op oppervlakken die vochtig, vuil of
onregelmatig zijn. De labels kunnen makkelijk loslaten van dergelijke oppervlakken.
• Lees de instructies bij opstrijktape of tape met een extra sterke plakstrook en neem alle
voorzorgsmaatregelen in acht die in de instructies staan.
• Gebruik een schaar om krimpkous af te knippen.
Labels bevestigen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
43
Page 46
HET BESTANDSGEHEUGEN GEBRUIKEN
U kunt maximaal 50 van uw meest gebruikte labels opslaan in het bestandsgeheugen. Elk
label wordt opgeslagen als een bestand, waardoor u uw label snel op kunt halen als u het
weer nodig hebt.
Als u een bestand wilt opslaan terwijl het bestandsgeheugen vol is, moet u één van uw opgeslagen
bestanden overschrijven.
Een label opslaan in het geheugen
Nadat u de tekst en opmaak van het label hebt ingevoerd, drukt u op de toets Bestand
1
om het scherm Bestand weer te geven.
Selecteer "Opslaan" met behulp van de toets of .
2
Druk op OK of Enter. Er wordt een bestandsnummer weergegeven.
3
Als er al een label is opgeslagen met dat bestandsnummer, wordt ook de labeltekst
weergegeven.
Selecteer een bestandsnummer met de toets of en druk vervolgens op OK of
4
Enter om het etiket op te slaan met het geselecteerde bestandsnummer.
Het bestand wordt opgeslagen en het scherm keert terug naar het tekstinvoerscherm.
Als er al een bestand was opgeslagen met het geselecteerde bestandsnummer, worden die
gegevens overschreven door het bestand dat u nu opslaat.
• Druk op de Escape-toets om terug te keren naar de vorige stap.
• U kunt maximaal 200 tekens opslaan in één bestand. Afhankelijk van het ontwerp, bijvoorbeeld
bij gebruik van barcodes, kunt u minder dan 200 tekens opslaan.
Druk op de toets Bestand om het scherm Bestand weer te geven.
1
Selecteer "Openen" met behulp van de toets of .
2
Druk op OK of Enter. Het bestandsnummer van een opgeslagen label wordt
3
weergegeven.
De labeltekst wordt ook weergegeven zodat u het label kunt herkennen.
Selecteer een bestandsnummer met de toets of en druk vervolgens op OK of
4
Enter om het geselecteerde bestand te openen. Het bestand wordt geopend en
weergegeven in het tekstinvoerscherm.
Druk op de Escape-toets om terug te keren naar de vorige stap.
Een label opslaan in het geheugen
44
Een opgeslagen labelbestand openen
Page 47
Een opgeslagen labelbestand afdrukken
Druk op de toets Bestand om het scherm Bestand weer te geven.
1
Selecteer "Afdrukken" met behulp van de toets of .
2
Druk op OK of Enter.
3
Het bestandsnummer van een opgeslagen label wordt weergegeven.
De labeltekst wordt ook weergegeven zodat u het label kunt herkennen.
Selecteer een bestandsnummer met de toets of , en druk vervolgens op
4
Afdrukken, OK of Enter.
• Een enkele pagina afdrukken:
Een enkele pagina wordt meteen afgedrukt.
• Een reeks pagina’s afdrukken:
Het scherm voor het opgeven van de af te drukken reeks pagina’s wordt
weergegeven. Selecteer "Alles" of "Bereik" met de toets of .
Geef bij selectie van "Bereik" de eerst e en de laatste pagina op.
Druk op OK of Enter om af te drukken.
5
• U kunt stap 5 overslaan als u een enkele pagina afdrukt.
• Druk op de Escape-toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Het bericht "Geen tekst!" wordt weergegeven als een bestand zonder tekst probeert af te drukken.
• Maak een keuze als het bericht "Snij tape of druk Enter om door te gaan." wordt weergegeven.
Zie "Selecteren hoe tape wordt doorgevoerd en afgesneden" op pagina 41 voor meer informatie.
NEDERLANDS
z HET BESTANDSGEHEUGEN GEBRUIKEN
Een opgeslagen labelbestand verwijderen
Druk op de toets Bestand om het scherm Bestand weer te geven.
1
Selecteer "Verwijderen" met behulp van de toets of .
2
Druk op OK of Enter.
3
Het bestandsnummer van een opgeslagen label wordt weergegeven.
De labeltekst wordt ook weergegeven zodat u het label kunt herkennen.
Selecteer een bestandsnummer met de toets of en druk vervolgens op
4
OK of Enter.
Het bericht "Verwijderen?" verschijnt.
Druk op OK of Enter om het bestand te verwijderen.
5
Het bestand wordt verwijderd en het scherm keert terug naar het tesktinvoerscherm.
Druk op Escape om het verwijderen van het bestand te annuleren en terug te keren naar het vorige
scherm.
Een opgeslagen labelbestand afdrukken
1
2
3
4
5
6
7
8
9
45
Page 48
TERUGSTELLEN & ONDERHOUDEN VAN UW P-TOUCH
De P-touch resetten
U kunt het interne geheugen van uw P-touch terugzetten naar de beginwaarden als u alle
opgeslagen labelbestanden wilt wissen of als de P-touch niet correct werkt.
De gegevens terugzetten naar de fabrieksinstellingen
Schakel het labeling systeem uit. Houd de Shift en R-toetsen ingedrukt. Druk, terwijl u de
Shift en R-toetsen ingedrukt houdt, eenmaal op de Aan/uit-knop en laat vervolgens de Shift
en R-toetsen los.
• Laat de Aan/uit-knop los voordat u de andere toetsen loslaat.
• Alle tekst, opmaakinstellingen, optie-instellingen en opgeslagen labelbestanden worden gewist
bij het herinstellen van de P-touch. Tevens worden alle instellingen voor taal en eenheid gewist.
De P-touch resetten
46
Page 49
NEDERLANDS
Onderhoud
Uw P-touch moet regelmatig worden gereinigd om de prestaties en levensduur te behouden.
Verwijder altijd de batterijen en koppel de netspanningsadapter los voordat u de P-touch gaat
reinigen.
De eenheid reinigen
Veeg met een zachte, droge doek stof en vlekken van de printer.
Gebruik een licht bevochtigde doek voor moeilijk te verwijderen vlekken.
Gebruik geen verfverdunner, benzeen, alcohol of andere organische oplosmiddelen. Deze kunnen
de behuizing vervormen of het oppervlak van uw P-touch beschadigen.
De printkop reinigen
Als op de afgedrukte labels strepen of tekens van slechte kwaliteit
verschijnen, betekent dat gewoonlijk dat de printkop vuil is. Reinig
de printkop met een wattenstaafje of met de optionele
printkopreinigingscassette (TZe-CL4).
• Raak de printkop niet met uw vingers aan.
• Raadpleeg de instructies bij de printkopreinigingscassette voor
aanwijzingen over het gebruik van de cassette.
De tapesnijder reinigen
Bij veelvuldig gebruik kan zich tapelijm ophopen op het mes (van de
snijeenheid), waardoor het mes bot wordt en de tape in de
snijeenheid kan vastlopen.
• Veeg het mes (van de snijeenheid) ongeveer één keer per jaar
schoon met een wattenstaafje bevochtigd met isopropylalcohol
(ontsmettingsalcohol).
• Raak het mes (van de snijeenheid) niet met uw vingers aan.
Printkop
z TERUGSTELLEN & ONDERHOUDEN VAN UW P-TOUCH
Onderhoud
1
2
3
4
5
6
7
8
9
47
Page 50
PROBLEMEN OPLOSSEN
Problemen oplossen
ProbleemOplossing
Het scherm
"vergrendelt" of de
P-touch reageert
ongewoon.
Het display blijft leeg
na het inschakelen.
De berichten op het
LCD-display worden in
een vreemde taal
weergegeven.
Het label wordt niet
afgedrukt nadat er op
de toets Afdrukken is
gedrukt.
Het label wordt niet
goed afgedrukt.
Het inktlint is
losgekomen van de
inktrol.
De P-touch stopt
tijdens het afdrukken
van een label.
Eerder opgeslagen
labelbestanden zijn nu
leeg.
Er loopt steeds tape
vast die niet kan
worden losgemaakt.
Zie "De P-touch resetten" op pagina 46 en stel het interne
geheugen terug naar de begin-instellingen. Als het probleem
niet is verholpen na het terugstellen van de P-touch, koppel dan
de netspanningsadapter los en verwijder de batterijen langer
dan 10 minuten.
Controleer of de batterijen op de juiste wijze zijn geplaatst en of
de meegeleverde speciaal voor de P-touch ontworpen
netspanningsadapter (meegeleverd) op de juiste wijze is
aangesloten. Controleer of de oplaadbare Li-ion accu geheel is
opgeladen.
Zie "Instellen taal en eenheid" op pagina 26 om de gewenste
taal te selecteren.
• Controleer of er tekst is ingevoerd, of de tapecassette op de
juiste wijze is geplaatst en of er voldoende tape over is.
• Als de tape is geknikt, snij dan het geknikte gedeelte af en voer
de tape door de tape-uitgang.
• Als de tape is vastgelopen, moet u de tapecassette
verwijderen, de vastgelopen tape eruit trekken en afsnijden.
Controleer of het uiteinde van de tape door de tapegeleider
loopt voordat u de tapecassette terugplaatst.
• Verwijder de tapecassette en plaats deze weer terug. Druk er
stevig op tot deze op zijn plaats klikt.
• Als de printkop vuil is, reinig deze dan met een wattenstaafje of
met de optionele printkopreinigingscassette (TZe-CL4).
Als het inktlint is gebroken, moet u de
tapecassette vervangen. Zo niet, hoeft u
de tape niet af te snijden maar verwijdert
u de tapecassette en draait u het losse
inktlint weer op de spoel zoals wordt
getoond in de afbeelding.
• Vervang de tapecassette als er gestreepte tape zichtbaar is,
omdat hiermee wordt aangegeven dat het einde van de tape is
bereikt.
• Vervang alle batterijen of sluit de netspanningsadapter direct
op de P-touch aan.
Alle bestanden die in het interne geheugen zijn opgeslagen,
worden verwijderd als de batterijen bijna leeg zijn of als de
netspanningsadapter is losgekoppeld.
Neem contact op met de klantenservice van Brother.
Spoel
Problemen oplossen
48
Page 51
Foutmeldingen
Als er een foutmelding verschijnt op het scherm, volgt u de onderstaande aanwijzingen.
TekstOorzaak/oplossing
Verkeerd
soort adapter
aangesloten!
Batterij
bijna leeg!
Vervang batterij!
Li-ionbatterij
opladen!
Li-ion werkt
niet goed
vervang deze!
Afkoelen wacht
XX min met
opstarten!
Fout met snijder!
Tapecassette
invoeren!
Tekst vol!
Geen tekst!
Onjuiste
waarde!
Beperk. regels!
Max. 5 regels
Max. breedte
tape!
Max. 3 regels
Max. breedte
tape!
Max. 2 regels
Max. breedte
tape!
Max. 1 regel
Er is een incompatibele netspanningsadapter aangesloten.
Gebruik een geschikte netspanningsadapter.
De geplaatste batterijen zijn bijna leeg.
De geplaatste batterijen zijn leeg.
De accu is bijna leeg. Laad de lithium-ion accu op.
De Li-ion accu is beschadigd. Gebruik een netspanningsadapter of een
andere batterij.
Hoge temperatuur storing.
De tapesnijder is gesloten terwijl u probeert af te drukken of tape door te
voeren. Schakel de P-touch uit en weer in voordat u verdergaat. Als er tape
is verstrikt in de snijder, verwijdert u de tape.
Er is geen tapecassette geplaatst terwijl u probeert een label af te drukken,
een voorbeeld ervan te bekijken of tape door te voeren. Plaats een
tapecassette voordat u verdergaat.
Het maximale aantal tekens is al ingevoerd. Bewerk de tekst en gebruik
minder tekens.
Er zijn geen tekst-, symbool- of barcodegegevens ingevoerd die kunnen
worden afgedrukt of waarvan een voorbeeld kan worden weergegeven.
Voer gegevens in voordat u verdergaat.
De ingevoerde waarde voor de instelling van de tapelengte. Voer een
geldige waarde in voor de instelling.
Er zijn al vijf regels tekst op het moment dat u op Enter drukt. Beperk het
aantal regels tot vijf.
Er zijn meer dan drie regels tekst op het moment dat u op de toets
Afdrukken of Voorbeeld drukt terwijl u tape van 12 mm gebruikt. Beperk het
aantal regels tot drie of vervang de tapecassette door een cassette met
bredere tape.
Er zijn meer dan twee regels tekst op het moment dat u op de toets
Afdrukken of Voorbeeld drukt terwijl u tape van 9 mm of 6 mm gebruikt.
Beperk het aantal regels tot twee of vervang de tapecassette door een
cassette met bredere tape.
Er is meer dan één regel tekst op het moment dat u op de toets Afdrukken
of Voorbeeld drukt terwijl u tape van 3,5 mm gebruikt. Beperk het aantal
regels tot één of vervang de tapecassette door een cassette met bredere
tape.
NEDERLANDS
z PROBLEMEN OPLOSSEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Foutmeldingen
49
Page 52
PROBLEMEN OPLOSSEN
TekstOorzaak/oplossing
Max. aant.
blokken!
Max. 5 blokken
Te lang!
Tekst
te lang!
Geheugen vol!
Controleer
# ingevoerde
cijfers!
Invoer A,B,C
of D
aan begin/eind!
Maximaal 5
streepjescodes
per etiket!
Tekst
te hoog!
Geplaatste
tape niet
compatibel!
Systeemfout XX
Seleteer andere
snij optie!
Regellimiet!
Max 100 regels
per label
Blokfunctie
niet toegestaan!
Regellimiet!
Max 2 regels
Deze functie
vereist tape van
9 mm of breder!
Volgordetype
moet Geen zijn
bij bewerken!
Cassettetype
past niet.
Doorgaan?
Er zijn al vijf blokken tekst. Beperk het aantal blokken tot vijf.
De lengte van het af te drukken label met de ingevoerde tekst is langer dan
1 m. Bewerk de tekst zodat de lengte van het label minder is dan 1 m.
De lengte van het af te drukken label met de ingevoerde tekst is langer dan
de lengte-instelling. Bewerk de tekst zodat deze binnen de ingestelde
lengte past of wijzig de lengte-instelling.
Er is niet genoeg intern geheugen beschikbaar terwijl u probeert een
labelbestand op te slaan. Verwijder eventuele overbodige bestanden om
meer geheugen vrij te maken voor het nieuwe labelbestand.
Het aantal cijfers dat is ingevoerd in de barcodegegevens komt niet
overeen met het aantal cijfers dat is ingesteld in de parameters voor
barcodes. Voer het juiste aantal cijfers in.
De ingevoerde barcodegegevens hebben niet de vereiste start-/stopcode
(voor het CODABAR protocol is A, B, C of D vereist aan het begin en einde
van de barcodegegevens). Voer de barcodegegevens op de juiste wijze in.
Er zijn al vijf barcodes ingevoerd in de tekstgegevens terwijl u probeert een
nieuwe barcode in te voeren. U kunt maximaal vijf barcodes gebruiken per
label. Als u in de kabelvlaglay-out kiest voor (AA|AA), kunt u twee barcodes
invoeren.
De tekstgrootte is te groot. Selecteer een andere grootte.
De geplaatste tape is niet geschikt voor dit labeling systeem. Gebruik
compatibele tape.
Neem contact op met de klantenservice van Brother.
De ingestelde tapelengte is korter dan de ingestelde tapelengte inclusief
de linker- en rechtermarge die wordt toegepast bij de snij-optie "Brede
marge". U moet een andere snij-optie selecteren.
Max overschreden. U kunt maximaal 100 regels invoeren op de hele
pagina en in de blokken.
Bij deze instelling kunt u geen blokken toevoegen of verwijderen.
Bij de Perf blok-lay-out kunt u maximaal 2 regels/blok afdrukken.
Voor Perf blok-lay-out zijn tapecassettes van 9 mm of breder vereist.
U kunt teksten niet bewerken als u Volgordetype bij Perf blok hebt
ingesteld op Horizontaal of Backbone.
Er is bijvoorbeeld een krimpkouscartridge gedetecteerd, maar de functie
Krimpkous is niet geselecteerd, of de functie Krimpkous is geselecteerd,
terwijl geen krimpkouscartridge is geplaatst in het P-touch labeling
systeem.
50
Foutmeldingen
Page 53
NEDERLANDS
BIJLAGE
Specificaties
Hoofdeenheid
ItemSpecificatie
Scherm
Tekenweergave16 tekens x 2 informatie en 2 regels tekst
Schermcontrast5 niveaus (+2, +1, 0, -1, -2)
Afdrukken
AfdrukmethodeThermische overdracht
Printkop112 punten/180 dpi
Afdrukhoogte15,8 mm max. (bij gebruik van 18 mm tape)
AfdruksnelheidCirca 20 mm/sec.
TapecassetteStandaard TZe tapecassette (3,5 mm, 6 mm, 9 mm, 12 mm,
Aantal regelsTape van 18 mm: 1-5 regels;
Snij-optieBrede marge, Smalle marge, Kettng, Geen snede
Geheugen
Buffergrootte
geheugen
BestandsopslagMaximaal 50 bestanden
Voeding
VoedingZes "AA" alkaline batterijen (LR6) *
Automatisch
uitschakelen
Grootte
AfmetingenCirca 134 mm (B) x 221 mm (D) x 69 mm (H)
GewichtCirca 750 g (zonder tapecassette en batterijen)
Overige
Bedrijfstemperatuur/
vochtigheidsgraad
*1 Werkelijke tekengrootte is mogelijk kleiner dan de maximale afdrukhoogte.
*2 Niet meegeleverd.
*3 Ga naar http://solutions.brother.com/ voor de nieuwste informatie over de aanbevolen batterijen.
(128 x 56 punten)
1
*
18 mm breedtes)
Brother HGe tapecassette (6 mm, 9 mm, 12 mm, 18 mm
breedtes)
Tape van 12 mm: 1-3 regels; Tape van 9 mm: 1-2 regels;
Tape van 6 mm: 1-2 regels; Tape van 3,5 mm: 1 regel
Maximaal 2 400 tekens
2
, zes
"AA"
Ni-MH batterijen (HR6)*
2, *3
, Li-ion accu (BA-E001),
oplaadbare
netspanningsadapter (AD-E001)
Batterij: 5 min. Netspanningsadapter: 5 min.
De symbolen zoals deze in de tabel worden weergegeven kunnen er iets anders uitzien op het
LCD-scherm van het labeling systeem, of als deze worden afgedrukt.
Symbolen
Page 55
Tekens met accenten
NEDERLANDS
z BIJLAGE
Letter-
teken
an
AN
co
CO
dr
DR
es
ES
gt
GT
iu
IU
ky
KY
lz
LZ
Tekens met accenten
Letter-
teken
Tekens met accenten
Tekenattribuut
KenmerkWaardeResultaatWaardeResultaat
Ltrtyp
LGO
(Letter
Gothic)
HEL
(Helsinki)
BRU
(Brussels)
LA
(Los
Angeles)
ATL
(Atlanta)
ADM
(Adams)
SOF
(Sofia)
Tekens met accenten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
53
Page 56
BIJLAGE
KenmerkWaardeResultaatWaardeResultaat
Als u Auto selecteert,
wordt de tekst
Auto
automatisch aangepast
om zo groot mogelijk
42 pt
afgedrukt te worden voor
elke tape-breedte.
Grootte
36 pt12 pt
24 pt9 pt
18 pt6 pt
x 2x 2/3
Breedte
x 1x 1/2
Opmaak
Regel
Uitlijning
Norm.
Vet
Cntour
(Contour)
Schdw
(Schaduw)
Effen
Uit
(Cursief)
(Cursief vet)
(Cursief,
contour)
C+Sdw
(Cursief,
schaduw)
(Cursief,
(Onderstrepen)
Drhln
(Doorhalen)
LinksRechts
Centr.
(Uitvullen)
Cursf
C+Vet
C+Cr
C+Eff.
effen)
Odrst
Uitl.
54
Tekenattribuut
Page 57
• De werkelijk afgedrukte lettertekengrootte is afhankelijk van de tape-breedte, het aantal
lettertekens, en het aantal invoerregels. Zodra de lettertekens een minimum grootte bereiken zal
standaard in plaats van het geselecteerde lettertype een aangepast lettertype worden gebruikt, dat
is gebaseerd op de stijl Helsinki. Dit maakt het mogelijk om labels af te drukken met gebruik
van de kleinst mogelijke tekst op smalle of meerregelige labels.
• Alle 6-punts tekst wordt in Helsinki afgedrukt behalve bij de standaardinstelling.
Kaders
KenmerkWaardeResultaatWaardeResultaat
Uit4
15
Kader
26
37
NEDERLANDS
z BIJLAGE
De lengte van het label kan worden ingesteld binnen het bereik 25-300 mm.
Lengte
Als Auto is geselecteerd, wordt de lengte van het etiket automatisch
aangepast naar gelang de hoeveelheid tekst die is ingevoerd.