Vul de volgende gegevens in voor toekomstige
referentie:
Modelnummer: DCP-J925DW
Serienummer:
1
Aankoopdatum:
Plaats van aankoop:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het
apparaat. Bewaar deze Gebruikershandleiding
samen met uw kassabon als aankoopbewijs in geval
van diefstal of brand of voor service die onder de
garantie valt.
Gebruikershandleidingen en waar kan ik die
vinden?
Welke handleiding?Wat staat erin?Waar is de
handleiding?
Handleiding product
veiligheid
InstallatiehandleidingVolg de instructies voor het instellen van uw
Beknopte
gebruikershandleiding
Uitgebreide
gebruikershandleiding
SoftwarehandleidingVolg deze instructies voor afdrukken, scannen,
Lees deze handleiding eerst. Lees de
Veiligheidsinstructies voordat u de machine
instelt. Raadpleeg deze handleiding voor
handelsmerken en wettelijke beperkingen.
machine en het installeren van de drivers en de
software voor het besturingssysteem en het
type verbinding dat u gebruikt.
Maak kennis met de standaardhandelingen
voor kopiëren en scannen, leer omgaan met het
PhotoCapture Center™ en leer
verbruiksartikelen vervangen. Raadpleeg de
tips voor het oplossen van problemen.
Maak kennis met geavanceerde handelingen:
kopiëren, beveiliging, rapporten afdrukken en
routineonderhoud uitvoeren.
netwerkscannen, voor het omgaan met het
PhotoCapture Center™, Disc Print, Web
Services (scannen) en om het Brother
ControlCenter te gebruiken.
Afgedrukt /
in de verpakking
Afgedrukt /
in de verpakking
Afgedrukt /
in de verpakking
PDF-bestand /
cd-rom
PDF-bestand /
cd-rom
Verklarende woordenlijst
Netwerk
NetwerkhandleidingDeze handleiding bevat nuttige informatie over
Handleiding mobiel
printen/scannen
1
Ga naar http://solutions.brother.com/.
Deze handleiding bevat algemene informatie
over geavanceerde netwerkfuncties van
Brother-machines en uitleg over veelgebruikte
netwerktermen.
bedrade en draadloze netwerk- en
beveiligingsinstellingen die u met de Brothermachine kunt configureren. Daarnaast bevat
deze handleiding informatie over de protocollen
die door uw machine worden ondersteund en
gedetailleerde tips voor het oplossen van
problemen.
De handleiding biedt handige informatie over
het afdrukken van data via uw mobiele telefoon
en over het verzenden van gescande data
vanaf de machine van Brother naar uw mobiele
telefoon.
PDF-bestand /
cd-rom
PDF-bestand /
cd-rom
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
1
i
Inhoudsopgave
(BEKNOPTE GEBRUIKERSHANDLEIDING)
1Algemene informatie1
Gebruik van de documentatie................................................................................1
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................1
Toegang krijgen tot de Uitgebreide gebruikershandleiding,
de Softwarehandleiding, de Netwerkhandleiding,
en de Verklarende woordenlijst Netwerk ............................................................2
Extra opties bij het verzenden
Extra handelingen bij het verzenden
Pollen
4Een fax ontvangen
(alleen MFC-J825DW)
Faxberichten in het geheugen
ontvangen (alleen zwart-wit)
Afstandsbediening
Extra handelingen bij het ontvangen
Pollen
6Rapporten afdrukken
Faxrapporten (alleen MFC-J825DW)
Rapporten
7Kopiëren
Kopieerinstellingen
8Foto's afdrukken vanaf een
geheugenkaart of USBflashstation
PhotoCapture Center™-functies
Foto's afdrukken
PhotoCapture Center™afdrukinstellingen
Naar een geheugenkaart of een USBflashstation scannen
9Foto’s vanaf een camera
afdrukken
Foto's direct afdrukken vanaf een
PictBridge-camera
Foto's direct afdrukken vanaf een
digitale camera (zonder PictBridge)
ARoutineonderhoud
De machine reinigen en controleren
De machine inpakken en vervoeren
5Nummers kiezen en opslaan
(alleen MFC-J825DW)
Opties voor normale
telefoongesprekken
Extra handelingen bij het kiezen
Extra manieren om nummers op te
slaan
BVerklarende woordenlijst
CIndex
v
vi
Algemene informatie1
1
Gebruik van de
documentatie
Dank u voor de aanschaf van een Brothermachine! Het lezen van de documentatie
helpt u bij het optimaal benutten van uw
machine.
1
WAARSCHUWING
1
WAARSCHUWING geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die, als deze niet
wordt voorkomen, kan resulteren in ernstig
of fataal letsel.
VOORZICHTIG
Symbolen en conventies die
in de documentatie gebruikt
worden1
De volgende symbolen en conventies worden
in de documentatie gebruikt.
Vetgedrukt
CursiefCursief gedrukte tekst
Courier
New
Vetgedrukte tekst verwijst
naar specifieke knoppen op
het bedieningspaneel van de
machine, of op het
computerscherm.
benadrukt een belangrijk punt
of verwijst naar een verwant
onderwerp.
Tekst in het lettertype Courier
New verwijst naar meldingen
die worden weergegeven op
het LCD-scherm van de
machine.
VOORZICHTIG geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die, als deze niet
wordt voorkomen, kan resulteren in enig
letsel.
BELANGRIJK
BELANGRIJK geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in
schade aan eigendommen of een nietwerkend product.
Opmerkingen leggen uit wat u in een
bepaalde situatie moet doen of hoe
de bewerking met andere functies
werkt.
Het pictogram Elektrisch gevaar
attendeert u op het risico van
elektrische schokken.
1
Hoofdstuk 1
Opmerking
Toegang krijgen tot de
Uitgebreide
gebruikershandleiding,
de Softwarehandleiding,
de Netwerkhandleiding,
en de Verklarende
woordenlijst Netwerk
Deze Beknopte gebruikershandleiding bevat
niet alle informatie over de machine, zoals
het gebruik van geavanceerde functies voor
kopiëren, het PhotoCapture Center™,
afdrukken, scannen en het netwerk. Als u
meer gedetailleerde informatie wilt over deze
functies, leest u de
en de Verklarende woordenlijst Netwerk
op de cd-rom.
Documentatie bekijken1
b Als het scherm met de modelnamen
verschijnt, klikt u op uw modelnaam.
c Als het scherm met de talen verschijnt,
klikt u op uw taal. Het hoofdmenu van de
cd-rom wordt weergegeven.
1
d Klik op Documentatie.
e Klik op PDF-documenten. Als het
scherm met de landen verschijnt, kiest u
uw land. Als de lijst met
gebruikershandleidingen wordt
weergegeven, kiest u de handleiding die
u wilt lezen.
Documentatie bekijken
(Windows
Om de documentatie te bekijken, gaat u naar
het menu start, selecteert u Brother, DCP-XXXX (waarbij XXXX de modelnaam is)
in de programmalijst en kiest u vervolgens
Gebruikershandleidingen.
Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt
u de documentatie op de cd-rom vinden
volgens de onderstaande instructies:
®
)1
a Schakel uw pc in. Plaats de cd-rom van
Brother in uw cd-romstation.
Als het Brother-scherm niet automatisch
wordt weergegeven, gaat u naar
Deze computer (Computer), dubbelklikt
u op het pictogram van de cd-rom en
dubbelklikt u vervolgens op start.exe.
2
Algemene informatie
Opmerking
Documentatie bekijken
(Macintosh)
a Schakel uw Macintosh in. Plaats de
cd-rom van Brother in uw cd-romstation.
Het volgende scherm wordt
weergegeven.
b Dubbelklik op het pictogram
Documentatie.
c Dubbelklik op uw taalmap.
Procedurehandleidingen voor ScanSoft™
1
PaperPort™12SE met OCR
(Windows
®
-gebruikers)
1
U kunt de volledige
procedurehandleidingen voor ScanSoft™
PaperPort™12SE met OCR weergeven
via het menu Help in de toepassing
ScanSoft™ PaperPort™12SE.
verbruiksartikelen
(http://www.brother.com/original/
bezoeken, klikt u op
Informatie over verbruiksartikelen.
) klikt u op
).
) wilt
4
Algemene informatie
132
546
Overzicht van het bedieningspaneel1
1
1LCD (Liquid Crystal Display)
Dit is een Touchscreen-LCD. U kunt de menu's
en de opties openen door op de toetsen op het
scherm te drukken.
U kunt ook de hoek van het LCD-scherm
aanpassen door het omhoog te kantelen.
2
Hiermee keert u terug naar de modus Gereed.
3Starttoetsen:
Mono Start
Hiermee kunt u kopieën in zwart-wit
maken. Hiermee kunt u ook een
scanbewerking uitvoeren (in kleur of zwartwit, afhankelijk van de scaninstelling in de
ControlCenter-software).
Kleur Start
Hiermee kunt u kopieën in kleur maken.
Hiermee kunt u ook een scanbewerking
uitvoeren (in kleur of zwart-wit, afhankelijk
van de scaninstelling in de ControlCentersoftware).
4
Hiermee schakelt u de machine in en uit.
Druk op om de machine aan te zetten.
Houd ingedrukt om de machine uit te
schakelen. Op het LCD-scherm wordt enkele
seconden Afsluiten weergegeven voordat
het wordt uitgeschakeld.
Wanneer u de machine via uitgeschakeld
hebt, wordt de printkop toch periodiek
gereinigd om de afdrukkwaliteit te behouden.
Om een lange levensduur van de printkop te
garanderen, zo zuinig mogelijk met de inkt om
te gaan en een goede afdrukkwaliteit te
behouden, dient u de machine te allen tijde
aangesloten te laten op een stroombron.
5 Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een
bewerking gestopt of het menu gesloten.
6 Waarschuwingslampje
Brandt rood en knippert als op het LCD-scherm
een fout of een belangrijke statusmelding
wordt weergegeven.
5
Hoofdstuk 1
1234
56
Aanwijzingen op het LCDscherm1
Op het LCD-scherm wordt de huidige status
van de machine weergegeven wanneer deze
niet wordt gebruikt.
Modusknoppen1
Statuslampje1
Als u de machine inschakelt, gaat het
statuslampje branden.
Als naar de geheugenkaart of een USBflashgeheugenstation wordt geschreven of
als deze worden gelezen, knippert het
statuslampje.
Als de machine in de slaapstand staat, is het
LED-statuslampje uit.
1Kopiëren
Hiermee opent u de kopieermodus.
2Scannen
Geeft toegang tot de scanmodus.
3Foto
Geeft toegang tot de modus PhotoCapture
Center™.
4Menu
Hiermee opent u het hoofdmenu.
5Inkt
Hiermee kunt u zien hoeveel inkt beschikbaar
is. Bovendien hebt u hiermee toegang tot het
menu Inkt.
6Schijf
Hiermee kunt u afdrukken op bedrukbare
media, zoals op een cd-r/rw, dvd-r/rw en
Blu-ray Disc™. (uuSoftwarehandleiding: Afdrukken op een schijf)
Het waarschuwingspictogram wordt
weergegeven als er een fout- of
onderhoudsmelding is. Zie Foutmeldingen en onderhoudsberichtenuu pagina 45 voor
meer informatie.
Standaardhandelingen1
Om het touchscreen te gebruiken, drukt u
met uw vinger op Menu of direct op de
optietoets op het touchscreen. Om alle
schermmenu's of opties in een instelling weer
te geven en te openen, drukt u op dc of ab
om deze door te bladeren.
In de volgende stappen wordt beschreven
hoe u een instelling in de machine wijzigt. In
dit voorbeeld wordt de instelling Papiersoort
gewijzigd van Normaal pap. in
Inkjetpapier.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
6
Algemene informatie
Opmerking
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om Papiersoort weer
te geven.
e Druk op Papiersoort.
f Druk op Inkjetpapier.
Indicaties LEDwaarschuwingslampjes1
Het waarschuwingslampje (LED (light
emitting diode)) is een lampje dat de status
van de machine aangeeft, zoals in de tabel
aangegeven.
LEDDCP-statusOmschrijving
GereedDe DCP is klaar voor
gebruik.
1
Druk op om naar het vorige niveau
terug te keren, indien nodig.
g Druk op Stop/Eindigen.
Uit
Rood
Deksel openHet deksel is open. Sluit
het deksel.
(Zie Foutmeldingen en onderhoudsberichtenuu pagina 45.)
Kan niet
afdrukken
PapierfoutPlaats papier in de lade
Overige
meldingen
Vervang de inktcartridge
door een nieuw
exemplaar. (Zie De inktcartridges vervangenuu pagina 39.)
of verhelp de
papierstoring.
Controleer de melding
op het LCD-scherm.
(Zie Foutmeldingen en onderhoudsberichtenuu pagina 45.)
Controleer de melding
op het LCD-scherm.
(Zie Foutmeldingen en onderhoudsberichtenuu pagina 45.)
7
Hoofdstuk 1
Volume van de
waarschuwingstoon1
Wanneer de waarschuwingstoon is
ingeschakeld, geeft de machine een
geluidssignaal als u een toets indrukt of een
vergissing maakt.
U kunt uit een aantal volume-niveaus voor de
waarschuwingstoon kiezen, van Hoog tot
Uit.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om Waarsch.toon weer
te geven.
e Druk op Waarsch.toon.
f Druk op Laag, Half, Hoog of Uit.
g Druk op Stop/Eindigen.
LCD-scherm1
De helderheid van de
achtergrondverlichting
instellen1
Als u het LCD-scherm niet goed kunt lezen,
kunt u de helderheidsinstelling wijzigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om LCD instell. weer
te geven.
e Druk op LCD instell.
f Druk op Schermverlicht.
g Druk op Licht, Half of Donker.
h Druk op Stop/Eindigen.
8
2
Opmerking
Opmerking
Papier laden2
Papier en andere
afdrukmedia laden
Als u op Foto (10 15 cm) of Foto L
(89 127 mm) wilt afdrukken, moet u de
fotopapierlade gebruiken. (Zie Fotopapier ladenuu pagina 13.)
Laad slechts één papierformaat en één
papiersoort tegelijk in de papierlade.
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
b Breng het deksel van de uitvoerlade (1)
omhoog.
2
2
1
c Druk de papiergeleider voor de
breedte (1) en de papiergeleiders voor
de lengte (2) met beide handen
voorzichtig in en stel ze af op het
papierformaat.
Zorg dat de driehoekjes (3) op de
papiergeleider voor de breedte (1) en op
de papiergeleiders voor de lengte (2)
naar de markeringen voor het gebruikte
papierformaat wijzen.
Als de papiersteunklep open is (1), klapt u
deze in en schuift u vervolgens de
papiersteun (2) naar binnen.
1
3
2
1
2
3
9
Hoofdstuk 2
Opmerking
BELANGRIJK
Opmerking
d Blader de stapel papier goed door om te
voorkomen dat papier vastloopt of
scheef wordt ingevoerd.
Als er nog maar een paar vellen papier in
de papierlade zijn, kan er een
papierstoring ontstaan. Plaats minimaal
tien vellen papier in de papierlade.
f Stel met beide handen voorzichtig de
papiergeleiders voor de breedte (1) in
op het papier.
Zorg dat de papiergeleiders voor de
breedte de randen van het papier
aanraken.
Controleer altijd of het papier niet
omgekruld of gekreukeld is.
e Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag
en de bovenste rand eerst.
Controleer of het papier vlak in de lade
ligt.
1
g Sluit het deksel van de uitvoerlade.
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver
in duwt; het kan aan de achterkant van de
lade omhoog gaan staan en problemen
veroorzaken bij de invoer.
10
Papier laden
BELANGRIJK
h Duw de papierlade langzaam volledig in
de machine.
i Terwijl u de papierlade vasthoudt, trekt
u de papiersteun (1) naar buiten tot u
een klik hoort en vouwt u vervolgens de
papiersteunklep (2) uit.
Enveloppen en briefkaarten
laden2
Informatie over enveloppen2
Gebruik enveloppen met een gewicht
tussen 80 en 95 g/m
Voor sommige enveloppen moet u de
marge in de toepassing instellen. Maak
altijd eerst een proefafdruk voordat u een
groot aantal enveloppen afdrukt.
Gebruik NOOIT de volgende soorten
enveloppen, aangezien deze problemen
veroorzaken bij de papierinvoer:
• Zakachtige enveloppen.
• Vensterenveloppen.
2
.
2
• Enveloppen met reliëf (met verhoogd
2
opschrift).
• Enveloppen met sluithaken of nietjes.
• Enveloppen die aan de binnenkant zijn
1
Lijm
voorbedrukt.
Enveloppen met
dubbele omslagen
Het kan zijn dat u af en toe problemen
ondervindt bij de papierinvoer vanwege
de dikte, het formaat en de vorm van de
omslag van de enveloppen die u gebruikt.
11
Hoofdstuk 2
BELANGRIJK
Enveloppen en briefkaarten laden2
a Druk de hoeken en zijkanten van de
enveloppen of briefkaarten zo plat
mogelijk voordat u deze plaatst.
Plaats de enveloppen of briefkaarten een
voor een in de papierlade als er meerdere
enveloppen of briefkaarten tegelijk naar
binnen worden getrokken.
b Plaats enveloppen of briefkaarten in de
papierlade met de adreszijde omlaag en
de invoerkant (bovenkant van de
envelop) eerst zoals afgebeeld. Druk
met beide handen de papiergeleider
voor de breedte (1) en de
papiergeleiders voor de lengte (2) in en
stel deze af op het formaat van de
enveloppen of briefkaarten.
1
2
12
Papier laden
Probeer het volgende als u problemen
ondervindt met het afdrukken op
enveloppen met de omslag aan de korte
zijde:
a Open de omslag van de envelop.
b Plaats de envelop in de papierlade met
de adreszijde omlaag en de omslag
gepositioneerd zoals afgebeeld.
Fotopapier laden2
Gebruik de fotopapierlade die boven op de
2
uitvoerpapierlade is geplaatst, om op de
papierformaten Foto (10 15 cm) en Foto L
(89 127 mm) af te drukken. Als u de lade
voor fotopapier gebruikt, hoeft u het papier in
de lade onder de lade voor fotopapier niet te
verwijderen. (Zie Papiergewicht, dikte en capaciteituu pagina 21 voor het maximale
aantal fotokaarten die u kunt laden.)
2
a Druk de blauwe ontgrendelingsknop van
de lade voor fotopapier (1) in met uw
rechterwijsvinger en duim en druk de
lade voor fotopapier naar voren tot deze
in de afdrukpositie klikt (2).
c Selecteer Ondersteboven afdrukken
in het dialoogvenster van de
printerdriver en pas dan het formaat en
de marge in uw toepassing aan.
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken
(Windows
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken en
faxen (Macintosh)
®
)
1
2
13
Hoofdstuk 2
Opmerking
2
1
b Druk de papiergeleiders voor de
breedte (1) en de papiergeleider voor de
lengte (2) in en stel deze in op het
formaat van het papier.
• Controleer altijd of het papier niet
omgekruld of gekreukeld is.
• De Photo (Foto)-indicator geeft aan dat de
lade voor fotopapier in de stand voor het
afdrukken van foto's staat. De A4/LTR-
indicator geeft aan dat de lade voor
fotopapier in de positie voor normaal
afdrukken staat.
c Plaats het fotopapier in de lade voor
fotopapier en stel de papiergeleiders
voor de breedte voorzichtig af op het
papier.
Zorg dat de papiergeleiders voor de
breedte de randen van het papier
aanraken.
Controleer of het papier vlak in de lade
ligt.
14
d Als u klaar bent met het afdrukken van
BELANGRIJK
foto's zet u de lade voor fotopapier weer
terug in de positie voor normaal
afdrukken. Als u dit niet doet, vindt er
een Papier nazien-fout plaats als u
papier van A4-formaat gebruikt.
Druk de blauwe ontgrendelingsknop
voor de lade voor fotopapier (1) in met
uw rechterwijsvinger en duim en trek de
lade voor fotopapier terug totdat u een
klik hoort (2).
1
Papier laden
Als u de lade voor fotopapier niet laat
terugkeren in de positie voor normaal
afdrukken als u foto's hebt afgedrukt, vindt
er een Papier nazien-fout plaats als u
losse vellen papier gebruikt.
2
Lade voor fotopapier in de positie voor
normaal afdrukken
2
Lade voor fotopapier in de positie voor
het afdrukken van foto's
15
Hoofdstuk 2
Opmerking
3
4
1
2
3
4
1
2
Afdrukgebied2
Hoe groot het afdrukgebied is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte
toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de onbedrukbare gedeelten op losse vellen
papier en enveloppen. De machine kan afdrukken binnen de grijze gedeelten van losse vellen
papier wanneer de afdrukfunctie Zonder rand beschikbaar en ingeschakeld is.
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken (Windows
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken en faxen (Macintosh)
Losse vellenEnveloppen
®
)
Bovenkant (1)Onderkant (2)Links (3)Rechts (4)
Losse vellen3 mm3 mm3 mm3 mm
Enveloppen22 mm22 mm3 mm3 mm
De functie Zonder marges is niet beschikbaar voor enveloppen en dubbelzijdig afdrukken.
16
Papier laden
Opmerking
Papierinstellingen2
Papiersoort2
Voor de beste afdrukkwaliteit stelt u de
machine in op het type papier dat u gebruikt.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om Papiersoort weer
te geven.
e Druk op Papiersoort.
f Druk op Normaal pap.,
Inkjetpapier, Brother BP71,
Brother BP61, Glossy anders of
Transparanten.
Papierformaat2
U kunt vier papierformaten gebruiken voor
het afdrukken van kopieën: A4, A5, Letter en
10 15 cm. Wanneer u papier van een ander
formaat in de machine plaatst, dient u ook de
instelling voor het papierformaat te wijzigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om Papierformaat
weer te geven.
e Druk op Papierformaat.
f Druk op A4, A5, 10x15cm of Letter.
g Druk op Stop/Eindigen.
2
g Druk op Stop/Eindigen.
Het papier wordt met de bedrukte zijde
omhoog op de uitvoerlade aan de
voorkant van de machine uitgeworpen.
Als u transparanten of glanzend papier
gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te
verwijderen om te voorkomen dat de
vellen aan elkaar plakken of vastlopen.
17
Hoofdstuk 2
Acceptabel papier en
andere afdrukmedia
De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed
door het soort papier dat u in de machine
gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de
instellingen die u hebt gekozen, moet u de
papiersoort altijd instellen op het type papier
dat in de papierlade is geplaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat
papier), glanzend papier, transparanten en
enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten
papier te testen alvorens een grote
hoeveelheid aan te schaffen.
Gebruik Brother-papier voor de beste
resultaten.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat
papier), transparanten of glanzend papier,
moeten op het tabblad “Normaal” van de
printerdriver of voor de instelling
Papiersoort in het menu altijd de correcte
afdrukmedia zijn geselecteerd. (Zie
Papiersoortuu pagina 17.)
Aanbevolen afdrukmedia2
2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen
raden wij u aan Brother-papier te gebruiken.
(Zie de onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier
beschikbaar is, raden wij u aan verschillende
soorten papier te testen voordat u grote
hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren ‘3M Transparency Film’ te
gebruiken wanneer u op transparanten
afdrukt.
Brother-papier
PapiersoortItem
A4 NormaalBP60PA
A4 Glanzend FotoBP71GA4
A4 Inkjet (Mat)BP60MA
10 15 cm Glanzend FotoBP71GP
Wanneer u afdrukt op fotopapier van
Brother, plaatst u een extra vel van
hetzelfde fotopapier in de papierlade. U
vindt dit extra vel in de verpakking van het
papier.
Als u op transparanten afdrukt, plaatst u
een extra vel in de papierlade.
Als u transparanten of fotopapier gebruikt,
dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen;
dit om te voorkomen dat de vellen aan
elkaar plakken of vastlopen.
Raak het afgedrukte oppervlak van het
papier vlak na het afdrukken niet aan; de
inkt kan nog nat zijn en op uw vingers
vlekken.
18
Papier laden
BELANGRIJK
1
1
Omgaan met en gebruik van
afdrukmedia2
Bewaar papier in de originele verpakking
en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar
het papier plat en verwijderd van vocht,
direct zonlicht en warmte.
Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde
van het fotopapier niet aanraakt. Plaats
fotopapier met de glimmende zijde naar
beneden.
Raak de voor- of achterkant van
transparanten niet aan; deze absorberen
snel water en transpiratievocht, wat
afbreuk doet aan de afdrukkwaliteit.
Transparanten die voor laserprinters en kopieerapparaten ontworpen zijn, kunnen
vlekken op het volgende document
veroorzaken. Gebruik alleen
transparanten die worden aanbevolen
voor inkjetprinters.
Papiercapaciteit van het deksel van de
papieruitvoerlade
Maximaal 50 vellen 80 g/m2 A4-papier.
Om vlekken te voorkomen moeten
transparanten en fotopapier vel voor vel
van het deksel van de uitvoerlade worden
verwijderd.
2
2
Gebruik de volgende soorten papier NIET:
• Papier dat beschadigd, gekruld of
gekreukt is of een onregelmatige vorm
heeft
1Papier dat 2 mm of meer is
omgekruld, kan vastlopen.
• Hoogglanzend of erg gestructureerd
papier
• Papier dat niet netjes kan worden
gestapeld
• Papier met een breedlopende vezel
19
Hoofdstuk 2
De juiste afdrukmedia selecteren2
Type en formaat papier voor elke functie2
PapiersoortPapierformaatGebruik
KopiërenPhoto
Capture
Losse vellenA4210 297 mmJaJaJa
Letter 215,9 279,4 mmJaJaJa
Executive184 267 mm––Ja
JIS B5182 257 mm––Gebruikerge-
A5148 210 mmJa–Ja
A6105 148 mm––Ja
Kaarten10 15 cmJaJaJa
89 127 mm––Ja
13 18 cm–JaJa
127 203 mm––Ja
Briefkaart 1100 148 mm––Gebruikerge-
Briefkaart 2
(Dubbel)
EnveloppenC5-Envelop162 229 mm––Ja
148 200 mm––Gebruikerge-
Printer
definieerd
definieerd
definieerd
DL-Envelop110 220 mm––Ja
COM-10105 241 mm––Ja
Monarch98 191 mm––Ja
Y4-Envelop105 235 mm––Gebruikerge-
definieerd
TransparantenA4210 297 mmJa–Ja
Letter215,9 279,4 mmJa–Ja
A5148 210 mmJa–Ja
20
Papier laden
Papiergewicht, dikte en capaciteit2
PapiersoortGewichtDikteAantal vellen
Losse vellen Normaal papier
Inkjetpapier
Glanzend
64 tot 120 g/m
64 tot 200 g/m
Max. 220 g/m
2
2
2
0,08 tot 0,15 mm
0,08 tot 0,25 mm20
Max. 0,25 mm
papier
KaartenFotokaart
Indexkaart
Briefkaart
Enveloppen
Max. 220 g/m
Max. 120 g/m
Max. 200 g/m
75 tot 95 g/m
2
2
2
2
Max. 0,25 mm
Max. 0,15 mm30
Max. 0,25 mm30
Max. 0,52 mm10
Transparanten––10
1
Maximaal 100 vellen 80 g/m2-papier.
2
Voor Fotopapier 10 15 cm en Foto L-papier 89 127 mm gebruikt u de lade voor fotopapier. (Zie Fotopapier ladenuu pagina 13.)
3
BP71-papier van 260 g/m2 is speciaal bedoeld voor inkjetmachines van Brother.
100
20
20
1
23
23
2
21
3
BELANGRIJK
Documenten laden3
Documenten laden3
U kunt via de ADF (automatische
documentinvoer) en via de glasplaat kopieën
maken en scannen.
De ADF gebruiken3
De ADF heeft een capaciteit van maximaal
15 pagina's
een in. Gebruik papier met een gewicht van
90 g/m
u het papier in de ADF plaatst.
1
U kunt maximaal 20 pagina's in de ADF plaatsen als
u de pagina's zichzagsgewijs plaatst en er aan de
volgende voorwaarden wordt voldaan:
Temperatuur: 20 - 26 C
Vochtigheid: 40 - 50% zonder condensatie
Papier: XEROX4200 75 g/m
Documentformaten en -gewichten3
Lengte:148 tot 355,6 mm
Breedte:148 tot 215,9 mm
Gewicht:
Documenten laden3
1
en voert elke pagina een voor
2
en waaier de stapel altijd los voordat
2
2
64 tot 90 g/m
a Vouw de ADF-documentsteun (1) en de
ADF-documentsteunklep (2) uit.
2
1
b Waaier de pagina's.
c Stel de papiergeleiders (1) in op de
breedte van uw documenten.
Laat de rand van de pagina's van het
document een beetje schuin lopen en
plaats de stapel met de bedrukte zijde omlaag en de bovenrand eerst in de
ADF onder de geleider totdat u voelt dat
het papier de invoerrollen raakt.
Op het scherm wordt ADF gereed
weergegeven.
• Trek NIET aan het document als het wordt
ingevoerd.
• Gebruik GEEN papier dat is omgekruld,
gekreukeld, gevouwen, gescheurd, geniet
of dat is vastgemaakt met nietjes, lijm of
plakband.
• Gebruik GEEN karton, krantenpapier of
stof.
Controleer of documenten die met inkt zijn
beschreven of waarop correcties zijn
gemaakt met correctievloeistof, helemaal
droog zijn.
22
1
Documenten laden
BELANGRIJK
Opmerking
BELANGRIJK
a Til het documentdeksel op.
Laat GEEN dikke documenten achter op
de glasplaat. Als u dat doet, kan de ADF
vastlopen.
d Na gebruik van de ADF vouwt u de ADF-
documentsteunklep in en sluit u
vervolgens de ADF-documentsteun.
Druk vervolgens op het
linkerbovengedeelte van de ADFdocumentsteun om de steun goed te
sluiten.
b Gebruik de documentgeleiders aan de
linker- en bovenkant om het document
in de linkerbovenhoek van de glasplaat
te leggen, met de bedrukte zijde naar
beneden.
3
De glasplaat gebruiken3
U kunt de glasplaat gebruiken voor het
kopiëren of scannen van pagina's uit een
boek, of om één pagina per keer te kopiëren
of scannen.
Ondersteunde documentformaten3
Lengte: Max. 297 mm
Breedte:Max. 215,9 mm
Gewicht:Max. 2 kg
Documenten laden3
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de
ADF leeg zijn.
c Sluit het documentdeksel.
Als u bezig bent een boek of een lijvig
document te scannen, laat het deksel dan
NIET dichtvallen en druk er niet op.
23
Hoofdstuk 3
3
4
1
2
Niet-scanbaar gebied3
De grootte van het scangebied is afhankelijk
van de instellingen in de door u gebruikte
toepassing. Hieronder wordt aangegeven
welke gebieden niet kunnen worden
gescand.
GebruikDocument-
grootte
Kopiëren
Scannen
Alle papierformaten
Bovenkant (1)
Onderkant (2)
3 mm3 mm
Links (3)
Rechts (4)
24
4
Opmerking
1
Kopiëren4
Kopiëren4
In de volgende stappen worden de
standaardkopieerhandelingen beschreven.
a Controleer of de modus Kopiëren is
ingeschakeld en druk op Kopiëren.
Op het LCD-scherm wordt het
volgende weergegeven:
1Aantal kopieën
Druk op het venster met het
aantal (1) en voer het gewenste
aantal kopieën in.
U kunt ook het aantal kopieën
invoeren door op of op
het scherm te drukken (zoals
hierboven afgebeeld).
b Plaats op een van de volgende
manieren uw document:
Plaats het document met de
bedrukte zijde omlaag in de ADF.
(Zie De ADF gebruikenuu pagina 22.)
Kopiëren stoppen4
Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te
stoppen.
Kopieerinstellingen4
U kunt de volgende kopieerinstellingen
wijzigen. Druk op Kopiëren en vervolgens
op d of c om door de kopieerinstellingen te
bladeren. Druk op de gewenste instelling en
kies een optie.
(Beknopte gebruikershandleiding)
Voor informatie over het wijzigen van de
volgende kopieerinstellingen uu pagina 26.
Papiersoort
Papier-formaat
(Uitgebreide gebruikershandleiding)
Voor informatie over het wijzigen van de
volgende kopieerinstellingen
uuUitgebreide gebruikershandleiding:
Kopieerinstellingen
Kwaliteit
Vergroten/Verkleinen
Pagina layout
2op1(id)
Stapel/Sorteer
Dichtheid
Inktspaarmodus
Dun papier kopiëren
4
c Als u meerdere kopieën wilt maken,
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Plaats het document met de
bedrukte zijde omlaag op de
glasplaat.
(Zie De glasplaat gebruiken uu pagina 23.)
toetst u het aantal in (maximaal 99).
Boek kop.
Watermerk kop.
Dubbelz. kopiëren
Favoriete instellingen
Gebruik de ADF als u kopieën wilt
sorteren.
25
Hoofdstuk 4
Papieropties4
Papiersoort4
Als u op speciaal papier kopieert, stelt u de
machine in op de papiersoort die u gebruikt
om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen.
a Druk op Kopiëren.
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op d of c om Papiersoort weer
te geven.
e Druk op Papiersoort.
f Druk op Normaal pap.,
Inkjetpapier, Brother BP71,
Brother BP61, Glossy anders of
Transparanten.
g Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Papierformaat4
Als u op een ander formaat dan A4 kopieert,
moet u de instelling voor het papierformaat
wijzigen. U kunt alleen kopiëren op papier
van het formaat A4, A5, Foto 10 15 cm of
Letter.
a Druk op Kopiëren.
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op d of c om Papier-formaat
weer te geven.
e Druk op Papier-formaat.
f Druk op A4, A5, 10x15cm of Letter.
g Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
26
Foto's afdrukken vanaf een
5
geheugenkaart of USBflashgeheugenstation
PhotoCapture Center™
gebruiken
(Fotomodus)
Ook wanneer uw machine niet is aangesloten
op uw computer, kunt u foto's direct vanaf
digitale cameramedia of een USBflashgeheugenstation afdrukken. (Zie Foto's afdrukkenuu pagina 30.)
U kunt documenten scannen en deze
rechtstreeks op een geheugenkaart of USBflashgeheugenstation opslaan. (Zie Naar een
geheugenkaart of een USBflashgeheugenstation scannen
uu pagina 31.)
Als uw machine is aangesloten op een
computer, hebt u via uw computer toegang
tot een geheugenkaart of USBflashgeheugenstation dat in de voorzijde van
de machine is gestoken.
5
Een geheugenkaart of een
USB-flashgeheugenstation
gebruiken5
5
Uw Brother-machine heeft mediastations
(sleuven) voor de volgende populaire digitale
cameramedia: Memory Stick™, Memory
Stick PRO™, Memory Stick Duo™, Memory
Stick PRO Duo™, SD-geheugenkaart,
SDHC-geheugenkaart, SDXCgeheugenkaart, MultiMedia Card, MultiMedia
Card plus en USB-flashgeheugenstations.
De functie PhotoCapture Center™ stelt u in
staat om digitale foto's van uw digitale
camera met een hoge resolutie af te drukken,
met een afdrukkwaliteit gelijkwaardig aan de
kwaliteit van foto's.
Steek de geheugenkaart of het USB-flashgeheugenstation stevig in de correcte sleuf.
2
1
1 USB-flashgeheugenstation
De USB Direct-interface biedt alleen ondersteuning voor
een USB-flashgeheugenstation, een camera die
compatibel is met PictBridge of een digitale camera die
gebruikmaakt van de standaard voor USB-massaopslag.
Andere USB-apparaten worden niet ondersteund.
2 Sleuf geheugenkaart
SleufCompatibele geheugenkaarten
Bovenste sleuf
Onderste sleuf
Memory Stick™
Memory Stick PRO™
Memory Stick Duo™
Memory Stick PRO Duo™
Memory Stick Micro™
(adapter vereist)
SD-geheugenkaart
SDHC-geheugenkaart
28
SDXC-geheugenkaart
MultiMedia Card
MultiMedia Card plus
mini SD (adapter vereist)
mini SDHC (adapter vereist)
micro SD (adapter vereist)
micro SDHC (adapter vereist)
MultiMedia Card mobile
(adapter vereist)
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashgeheugenstation
BELANGRIJK
BELANGRIJK
Steek een Memory Stick Duo™ NIET in de onderste SD-sleuf, hierdoor kan de machine
worden beschadigd.
Statuslampje
Als naar de geheugenkaart of een USB-flashgeheugenstation wordt geschreven of als deze
worden gelezen, knippert het statuslampje.
5
Verwijder de stekker NIET uit het stopcontact en verwijder de geheugenkaart of het USBflashgeheugenstation niet uit het mediastation (sleuf) of uit de USB Direct-interface terwijl de
machine de geheugenkaart of het USB-flashgeheugenstation leest of beschrijft (het
statuslampje knippert). Als u dit wel doet, gaan de gegevens op de kaart verloren of wordt
de kaart beschadigd.
De machine kan slechts één apparaat tegelijk lezen.
29
Hoofdstuk 5
Opmerking
Foto's afdrukken5
Foto's weergeven5
U kunt foto's op het LCD-scherm bekijken
voordat u deze afdrukt. Als uw foto's grote
bestanden zijn, kan het langer duren voordat
elke foto op het LCD-scherm wordt
weergegeven.
a Controleer of u de geheugenkaart of het
USB-flashgeheugenstation in de
correcte sleuf hebt geplaatst.
Druk op Foto.
b Druk op Foto’s kijken.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u foto's wilt kiezen die u wilt
afdrukken of als u van één
afbeelding meerdere exemplaren
wilt afdrukken, gaat u naar stap c.
Als u alle foto's wilt afdrukken, drukt
u op.
Druk op Ja om de instellingen te
bevestigen.
Ga naar stap f.
c Druk op een foto van het overzicht met
miniaturen.
d Voer het gewenste aantal kopieën in
door op het venster voor het aantal te
drukken en het aantal kopieën in te
voeren of druk op + of -.
Druk op OK.
e Herhaal stap c en d tot u alle foto's
hebt gekozen die u wilt afdrukken.
f Als u alle foto's hebt gekozen, drukt u op
OK. Nu hebt u de volgende keuzes:
Om het Auto Correct-effect aan
uw foto's toe te voegen, drukt u op
.
(uu
Uitgebreide gebruikershandleiding
Foto's verbeteren)
Als u de afdrukinstellingen wilt
wijzigen, drukt u op
Afdrukinstell. (Zie pagina 31.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
gaat u naar stap g.
:
g Druk op Kleur Start om te beginnen
met afdrukken.
• Er worden vier miniaturen per keer
weergegeven met daaronder het huidige
paginanummer en het totale aantal
pagina's.
• Druk herhaaldelijk op d of c om de
afzonderlijke fotopagina's te selecteren of
houdt de toets ingedrukt om door alle
fotopagina's te bladeren.
• Druk op om de diavoorstelling te
starten.
30
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashgeheugenstation
Opmerking
PhotoCapture
Center™afdrukinstellingen
U kunt de afdrukinstellingen tijdelijk voor de
volgende afdruk wijzigen.
De machine keert na drie minuten terug naar
de standaardinstellingen.
U kunt de afdrukinstellingen die u vaak
gebruikt, opslaan door deze als standaard
te definiëren.
(uuUitgebreide gebruikershandleiding:
Uw wijzigingen instellen als nieuwe
standaardinstellingen)
Naar een
geheugenkaart of een
5
USBflashgeheugenstation
scannen
U kunt zwart-wit- en kleurendocumenten naar
een geheugenkaart of USB-flashstation
scannen. Zwart-witdocumenten worden
opgeslagen in het bestandsformaat PDF
(*.PDF) of TIFF (*.TIF). Documenten in kleur
kunnen in het bestandsformaat PDF (*.PDF)
of JPEG (*.JPG) worden opgeslagen. De
fabrieksinstelling is Kleur 200 dpi en het
standaardbestandsformaat is PDF.
Bestandsnamen worden automatisch door de
machine gemaakt op basis van de huidige
datum. (uuInstallatiehandleiding) Zo krijgt
bijvoorbeeld het vijfde beeld dat u op 1 juli
2011 scant de naam 01071105.PDF. U kunt
de kleur en de kwaliteit wijzigen.
5
5
KwaliteitBestandsformaat dat
u kunt selecteren
Kleur 100 dpiJPEG / PDF
Kleur 200 dpiJPEG / PDF
Kleur 300 dpiJPEG / PDF
Kleur 600 dpiJPEG / PDF
Z/W 100 dpiTIFF / PDF
Z/W 200 dpiTIFF / PDF
Z/W 300 dpiTIFF / PDF
a Controleer of u de geheugenkaart of het
USB-flashgeheugenstation in de
correcte sleuf hebt geplaatst.
31
Hoofdstuk 5
BELANGRIJK
Opmerking
Opmerking
Verwijder de geheugenkaart of het USBflashgeheugenstation NIET als het
statuslampje knippert om te voorkomen
dat de kaart, het USBflashgeheugenstation of de daarop
opgeslagen gegevens worden
beschadigd.
b Laad uw document.
c Druk op Scannen.
d Druk op d of c om naar media weer te
geven.
e Druk op naar media.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de kwaliteit aan te passen, drukt
u op d of c om Kwaliteit weer te
geven.
Druk op Kwaliteit en kies
• Als u kleur in de instellingen voor de
resolutie hebt gekozen, kunt u TIFF niet
kiezen.
• Als u zwart-wit in de instellingen voor de
resolutie hebt gekozen, kunt u JPEG niet
kiezen.
g Druk op Mono Start of Kleur Start.
U kunt meerdere documenten op de
glasplaat plaatsen en als afzonderlijke
bestanden scannen.
(uuUitgebreide gebruikershandleiding:
Automatisch bijsnijden)
Om het type bestand te wijzigen,
drukt u op d of c om Bestandstype
weer te geven.
Druk op Bestandstype en kies
PDF, JPEG of TIFF.
Als u de naam van het bestand wilt
wijzigen, drukt u op d of c om
Bestandsnaam weer te geven.
Druk op Bestandsnaam en voer de
naam van het bestand in.
U kunt alleen de eerste 6 tekens
wijzigen.
Druk op OK.
Om het scannen te starten zonder
andere instellingen te wijzigen, gaat
u naar stap g.
32
Afdrukken vanaf een computer6
6
Een document
afdrukken
De machine kan data ontvangen van uw
computer en deze afdrukken. Om af te
kunnen drukken vanaf een computer, moet
de printerdriver worden geïnstalleerd.
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken
(Windows
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken en faxen
(Macintosh)
a Installeer de Brother-printerdriver vanaf
b In uw toepassing kiest u de opdracht
c Kies de naam van uw machine in het
®
)
de cd-rom. (uuInstallatiehandleiding)
Afdrukken.
dialoogvenster Afdrukken en klik op
Voorkeursinstellingen.
6
6
d Kies de gewenste instellingen in het
dialoogvenster Eigenschappen.
Mediatype
Afdrukkwaliteit
Papierformaat
Afdrukstand
Kleur / Grijstinten
Inktbespaarstand
Scaling
e Klik op OK.
f Klik op Afdrukken om het afdrukken te
starten.
33
7
Scannen vanaf een computer7
Een document
scannen
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de toets
Scannen op de machine of de
scannerdrivers op uw computer gebruiken.
a Om de machine als een scanner te
kunnen gebruiken, moet de
scannerdriver worden geïnstalleerd. Als
de machine is aangesloten op een
netwerk, configureert u deze met een
TCP-/IP-adres.
Installeer de scannerdrivers vanaf de
cd-rom. (uuInstallatiehandleiding)
Configureer de machine met een
TCP-/IP-adres als netwerkscannen
niet werkt.
uuSoftwarehandleiding:
Netwerkscannen configureren voor
Windows
uuSoftwarehandleiding:
Netwerkscannen configureren voor
Macintosh
b Laad uw document. (Zie Documenten
laden uu pagina 22.)
®
Scannen met de
7
scantoets
Voor meer informatie
uuSoftwarehandleiding: De scantoets
gebruiken
a Druk op Scannen.
b Kies de gewenste scanmodus.
naar bestand
naar media
naar e-mail
naar OCR
naar afb.
Webservice
(Web Services Scannen)
1
(Macintosh-gebruikers)
U dient Presto! PageManager eerst te
downloaden en installeren. Zie Brother-support openen (Macintosh)uu pagina 4
voor verdere instructies.
2
Alleen Windows®-gebruikers.
(uuSoftwarehandleiding: Met Webservices
scannen op uw netwerk (Windows Vista
of recenter en Windows
1
2
®
7))
®
SP2
7
Gebruik de ADF om documenten
met meerdere pagina's te scannen.
Elk vel wordt automatisch ingevoerd.
Gebruik de glasplaat om bladzijden
uit een boek of om afzonderlijke
vellen te scannen.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om te scannen met de toets
Scannen, gaat u naar Scannen met
de scantoets.
Om te scannen met een
scannerdriver op uw computer, gaat
u naar Scannen met een scannerdriver.
34
c (Voor netwerkgebruikers)
Kies de computer waarnaar u de data
wilt verzenden.
d Druk op Start om het scannen te
starten.
Scannen vanaf een computer
Scannen met een
scannerdriver
uuSoftwarehandleiding: Een document
scannen met de TWAIN-driver (Windows
uuSoftwarehandleiding: Een document
scannen met de WIA-driver (Windows
uuSoftwarehandleiding: Een document
scannen met de TWAIN-driver (Macintosh)
uuSoftwarehandleiding: Documenten
scannen met de ICA-driver (Mac OS X
10.6.x)
a Start een scantoepassing en klik op de
toets Scannen.
b U kunt de instellingen voor Resolutie,
Helderheid en Type scan wijzigen in
het dialoogvenster kleur instellen.
®
)
®
)
Scannen via het
7
ControlCenter
uuSoftwarehandleiding: ControlCenter4
(Windows
uuSoftwarehandleiding: ControlCenter2
(Macintosh)
®
)
7
7
c Klik op start of Scannen om het
scannen te starten.
35
Opmerking
Op een schijf afdrukken
8
(cd/dvd/bd)
Overzicht8
Uw machine van Brother kan afdrukken op
bedrukbare media, zoals op een cd-r/rw,
dvd-r/rw en Blu-ray Disc™.
U kunt op drie manier afdrukken op
bedrukbare media:
Afdrukken via kopiëren
U kunt de afbeelding van een bestaand
schijfetiket of een vierkant document,
zoals een foto, kopiëren en de afbeelding
afdrukken op een bedrukbare schijf.
Afdrukken via media
U kunt een afbeelding opgeslagen op een
geheugenkaart of USBflashgeheugenstation selecteren en de
afbeelding afdrukken op een bedrukbare
schijf.
Een schijf laden
(cd/dvd/bd)
In de schijflade kunnen alleen schijven van
12 cm worden geplaatst.
Plaats GEEN cd/dvd/bd als u een
testafdruk op papier wilt maken.
a Open het scannerdeksel en verwijder de
schijflade.
8
8
Afdrukken via een computer
(Windows
U kunt met de NewSoft CD Labeler een
etiket maken en de afbeelding afdrukken
op een bedrukbare schijf.
®
/Macintosh)
b Druk de schijfgeleider omlaag en trek
eraan. De geleider gaat open.
1
36
2
Op een schijf afdrukken (cd/dvd/bd)
Opmerking
Opmerking
c Zorg ervoor dat er minimaal 10 cm
ruimte achter de machine is.
1
110 cm
d Plaats de bedrukbare schijf goed op de
schijflade.
e Plaats de schijflade in de schijfgeleider
en lijn de driehoekige markeringen uit.
f Als de schijf bedrukt is, sluit u de
schijfgeleider en plaatst u de schijflade
terug in het scannerdeksel.
• Let erop dat u de schijf op de schijflade
plaatst met het bedrukbare oppervlak
omhoog.
• Controleer of de schijflade schoon is.
8
Informatie over het afdrukken op een
schijf (cd/dvd/bd)
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken op
een schijf
37
Hoofdstuk 8
BELANGRIJK
• Als het afdrukgebied verschuift en de
schijflade of het transparante deel in het
midden van de schijf wordt bedrukt, veeg
de inkt dan onmiddellijk af.
• Sluit altijd de schijfgeleider en plaats de
schijflade terug in het scannerdeksel na
het afdrukken. Als u dit niet doet, kan de
schijflade kromtrekken of ombuigen,
waardoor er bij gebruik van de schijflade
een storing in de machine kan optreden.
38
VOORZICHTIG
BELANGRIJK
RoutineonderhoudA
A
De inktcartridges
vervangen
Uw machine is voorzien van een
inktstippenteller. De inktstippenteller
controleert automatisch het inktniveau in elk
van de vier cartridges. Als de machine
ontdekt dat een inktcartridge bijna leeg is, zal
de machine u waarschuwen door middel van
een melding op het LCD-scherm.
Het LCD-scherm informeert u welke
inktcartridge bijna leeg is of vervangen moet
worden. Volg de aanwijzingen op het LCDscherm om de inktcartridges in de juiste
volgorde te vervangen.
Zelfs als u door de machine wordt
geïnstrueerd een inktcartridge te vervangen,
bevat de inktcartridge nog een kleine
hoeveelheid inkt. Het is noodzakelijk dat er
inkt in de inktcartridge aanwezig blijft om te
voorkomen dat de lucht de printkopset
uitdroogt en beschadigt.
Mocht u inkt in uw ogen krijgen, spoelt u
deze onmiddellijk met water en raadpleegt
u een arts als u zich zorgen maakt.
A
De multifunctionele machines van Brother
zijn ontworpen om te werken met inkt van
een bepaalde specificatie, en bij gebruik
van originele inktcartridges van Brother
zijn optimale prestaties en
betrouwbaarheid gewaarborgd. Brother
kan deze optimale prestaties en
betrouwbaarheid niet garanderen indien
inkt of inktcartridges van andere
specificaties gebruikt worden. Het gebruik
van andere dan originele cartridges van
Brother of van oude cartridges die gevuld
zijn met inkt van een ander merk wordt
door Brother daarom afgeraden. Indien de
printkop of andere delen van deze
machine worden beschadigd als gevolg
van het gebruik van producten die niet
compatibel zijn met deze machine,
worden hieruit voortvloeiende reparaties
mogelijk niet gedekt door de garantie.
A
a Open het deksel van de inktcartridge.
Als een of meer inktcartridges aan
vervanging toe zijn, wordt op het LCDscherm Alleen BK afdr. of
Kan niet afdr. weergegeven.
39
b Druk op de ontgrendelingshendel (zie
illustratie) om de op het LCD-scherm
aangegeven cartridge te ontgrendelen.
Verwijder de cartridge uit de machine.
d Draai de groene hendel op de oranje
bescherming (1) rechtsom tot deze klikt
om de vacuümverpakking te openen.
Verwijder vervolgens de oranje
bescherming zoals getoond in de
illustratie.
1
c Open de verpakking met de nieuwe
inktcartridge voor de kleur die op het
LCD-scherm wordt getoond, en haal
vervolgens de inktcartridge eruit.
1
e Elke kleur heeft zijn eigen juiste positie.
Plaats de inktcartridge in de richting van
de pijl op het etiket.
40
f Duw voorzichtig tegen de achterkant
Opmerking
BELANGRIJK
van de inktcartridge met de aanduiding
“PUSH” (duwen) tot de cartridge op zijn
plaats klikt. Sluit vervolgens het deksel
van de inktcartridge.
g Er wordt automatisch een reset
uitgevoerd voor de inktstippenteller.
• Als u een inktcartridge hebt vervangen,
bijvoorbeeld Zwart, wordt u via het LCDscherm wellicht gevraagd om te
bevestigen dat dit een nieuwe cartridge is
(bijvoorbeeld Veranderd? Zwarte).
Druk voor elke nieuwe cartridge die u hebt
geïnstalleerd op Ja om de
inktstippenteller voor die kleur
automatisch te resetten. Als de
inktcartridge die u hebt geïnstalleerd niet
nieuw is, moet u op Nee drukken.
Routineonderhoud
• Verwijder inktcartridges ALLEEN als deze
aan vervanging toe zijn. Als u zich niet aan
dit voorschrift houdt, kan de hoeveelheid
inkt achteruitgaan en weet de machine
niet hoeveel inkt er nog in de cartridge zit.
• Raak de houders voor de cartridges NIET
aan. Als u dat doet, kan de inkt vlekken op
uw huid achterlaten.
• Als u inkt op uw huid of kleding krijgt, wast
u deze meteen af met zeep of een
schoonmaakmiddel.
• Als de kleuren gemengd zijn omdat u een
inktcartridge in de verkeerde positie
geïnstalleerd heeft, moet u nadat de
cartridge op de juiste plaats geïnstalleerd
is, de printkop diverse keren reinigen.
• Installeer een inktcartridge onmiddellijk na
het openen in de machine en verbruik
deze binnen zes maanden na de
installatie. Gebruik ongeopende
inktcartridges vóór de uiterste
verbruiksdatum die op de
cartridgeverpakking vermeld staat.
• De inktcartridge NIET openmaken of
ermee knoeien, want daardoor kan de
cartridge inkt verliezen.
A
• Als op het LCD-scherm
Geen inktcartridge of
Kan niet detect. wordt
weergegeven nadat u de inktcartridges
hebt geïnstalleerd, dient u te controleren
of deze correct geïnstalleerd zijn.
41
De machine reinigen en
Opmerking
2
1
3
controleren
De glasplaat reinigenA
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
b Til het documentdeksel (1) op. Reinig de
glasplaat (2) en het witte plastic (3) met
een zachte, pluisvrije doek die is
bevochtigd met een niet-brandbare
glasreiniger.
A
Behalve het reinigen van de glazen strook
met een niet-brandbare glasreiniger, gaat
u met uw vingertoppen over de glazen
strook om te voelen of er nog vuil op zit.
Als u vuil voelt, reinigt u de glazen strook
en met name het vuile gedeelte opnieuw.
Het kan zijn dat u het schoonmaken drie of
vier keer moet herhalen. Maak een kopie
na elke schoonmaakbeurt.
Als er vuil of
correctievloeistof
op de glazen
strook zit, is er
een verticale
streep zichtbaar
op het geprinte
voorbeeld.
i
Nadat de glazen
strook is
gereinigd, is de
verticale streep
verdwenen.
c Reinig in de ADF de witte balk (1) en de
glazen strook (2) met een zachte,
pluisvrije doek die is bevochtigd met een
niet-brandbare glasreiniger.
1
2
42
Routineonderhoud
BELANGRIJK
Opmerking
De printkop reinigenA
De printkop wordt indien nodig automatisch
gereinigd, zodat de afdrukkwaliteit optimaal
blijft. Als de afdrukkwaliteit te wensen
overlaat, kunt u het reinigingsproces
handmatig starten.
Als er op de afgedrukte pagina's een
horizontale streep of een leeg gedeelte door
tekst of grafisch werk loopt, dient u de
printkop te reinigen. U kunt alleen Zwart, drie
kleuren tegelijk (Geel/Cyaan/Magenta) of alle
vier kleuren tegelijk reinigen.
Bij het reinigen van de printkop wordt inkt
verbruikt. Wanneer de kop te vaak wordt
gereinigd, wordt er onnodig inkt verbruikt.
Raak de printkop NIET aan. Als u de
printkop aanraakt, kan deze blijvend
worden beschadigd en kan de garantie
erop vervallen.
a Druk op d of c om Inkt weer te geven.
b Druk op Inkt.
c Druk op Reinigen.
d Druk op Zwarte inkt, Kleur of
Alle inkt.
De machine reinigt de printkop.
Nadat het reinigen is voltooid, keert de
machine automatisch terug in de modus
Gereed.
De afdrukkwaliteit
controlerenA
Als er fletse of gestreepte kleuren en tekst
verschijnen op uw afdrukken, kunnen enkele
spuitmondjes verstopt zijn. U kunt dit
controleren door de Testpagina
afdrukkwaliteit te printen en naar het patroon
van de spuitmondjes te kijken.
a Druk op d of c om Inkt weer te geven.
b Druk op Inkt.
c Druk op Testafdruk.
d Druk op Printkwaliteit.
e Druk op Kleur Start.
De machine begint de Testpagina
afdrukkwaliteit af te drukken.
f Controleer de kwaliteit van de vier
kleurenblokken op het vel.
g U wordt gevraagd of de afdrukkwaliteit
oké is.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer alle lijnen duidelijk en
zichtbaar zijn, drukt u op Ja om de
controle van de afdrukkwaliteit te
beëindigen en gaat u naar stap k.
Als er zoals hieronder afgebeeld
korte stukken lijn ontbreken, drukt u
op Nee.
OKNiet OK
A
Wanneer u de printkop minimaal vijf keer
hebt gereinigd en de afdruk niet is
verbeterd, probeer dan om het probleem
te verhelpen door voor elke kleur
waarmee u problemen ondervindt een
nieuwe originele Innobella™-inktcartridge
van Brother te installeren. Reinig de
printkop vervolgens opnieuw maximaal
vijf keer. Als de kwaliteit dan nog niet
verbeterd is, neemt u contact op met uw
Brother-dealer.
h U wordt gevraagd of de afdrukkwaliteit
voor zwart en de drie kleuren in orde is.
Druk op Ja of Nee.
i U wordt gevraagd of u wilt beginnen met
reinigen.
Druk op Kleur Start.
De machine begint de printkop te
reinigen.
43
j Als het reinigen is voltooid, drukt u op
BELANGRIJK
Opmerking
Kleur Start.
De machine drukt de Testpagina
afdrukkwaliteit opnieuw af en
vervolgens herhaalt u de procedure
vanaf stap f.
De uitlijning controlerenA
Het kan zijn dat u de uitlijning moet afstellen
als na het transport van de machine de
afgedrukte tekst vlekkerig is of de
afbeeldingen flets zijn.
k Druk op Stop/Eindigen.
Als u deze procedure minimaal vijf keer
herhaalt en de afdrukkwaliteit nog
steeds slecht is, vervangt u de
inktcartridge voor de kleur die niet goed
wordt afgedrukt.
Controleer de afdrukkwaliteit als u de
inktcartridge hebt vervangen. Als het
probleem niet is verholpen, moet u het
reinigen van de printkop en de
afdrukprocedures minimaal vijf keer
herhalen voor de nieuwe inktcartridge.
Als er dan nog inkt ontbreekt, neemt u
contact op met uw Brother-dealer.
Raak de printkop NIET aan. Als u de
printkop aanraakt, kan deze blijvend
worden beschadigd en kan de garantie
erop vervallen.
a Druk op d of c om Inkt weer te geven.
b Druk op Inkt.
c Druk op Testafdruk.
d Druk op Instel kantlijn.
e Druk op Mono Start of Kleur Start.
De machine begint de
Uitlijningscontrolepagina af te drukken.
Als een
spuitmondje van
een printkop
verstopt is, ziet
het afgedrukte
voorbeeld er zo
uit.
i
Nadat het
spuitmondje van
de printkop
gereinigd is, zijn
de horizontale
strepen
verdwenen.
Druk voor het “A”-patroon op het
f
nummer van de proefafdruk dat het
minste aantal verticale strepen vertoont
(1-9).
g Druk voor het “B”-patroon op het
nummer van de proefafdruk dat het
minste aantal verticale strepen vertoont
(1-9).
h Druk voor het “C”-patroon op het
nummer van de proefafdruk dat het
minste aantal verticale strepen vertoont
(1-9).
i Druk voor het “D”-patroon op het
nummer van de proefafdruk dat het
minste aantal verticale strepen vertoont
(1-9).
j Druk op Stop/Eindigen.
44
Problemen oplossenB
B
Foutmeldingen en onderhoudsberichtenB
Zoals bij alle geavanceerde kantoorproducten kunnen er fouten optreden en dienen
verbruiksartikelen te worden vervangen. In dergelijke gevallen kan de machine de fout zelf
identificeren en wordt een foutmelding weergegeven. De onderstaande lijst geeft een overzicht
van de meest voorkomende foutmeldingen en onderhoudsberichten.
De meeste meldingen over fouten en algemene onderhoudswerkzaamheden kunt u zelf
afhandelen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente
veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com/
FoutmeldingOorzaakWat te doen
Alleen BK afdr.
Vervang inkt
Een of meer kleurencartridges zijn aan
vervanging toe.
U kunt nog ongeveer vier weken in
zwart-wit afdrukken, afhankelijk van
het aantal pagina's dat u afdrukt.
Wanneer dit bericht op het LCDscherm wordt weergegeven, werken
de volgende functies als volgt:
Afdrukken
Als u Grijstinten op het tabblad
Geavanceerd van de printerdriver
kiest, kunt u de machine als zwartwitprinter gebruiken.
Kopiëren
Als de papiersoort is ingesteld op
Normaal pap. kunt u kopieën in
zwart-wit maken.
.
Vervang de inktcartridges. (Zie De inktcartridges vervangenuu pagina 39.)
Als u de stekker van de machine
loskoppelt of de inktcartridge
verwijdert, kunt u de machine pas
weer gebruiken wanneer u een
nieuwe inktcartridge plaatst.
B
Dubbelzijdig kopiëren is niet
beschikbaar wanneer deze
melding verschijnt.
Als de papiersoort is ingesteld op
Glossy anders, Brother BP71 of
Brother BP61 worden alle
printbewerkingen gestopt.
Beeld te klein.Het formaat van uw foto is te klein om
bij te snijden of te verbeteren.
Beeld te lang.Omdat de verhoudingen van uw foto
onregelmatig zijn, kunnen er geen
effecten worden toegevoegd.
Kies een grotere foto.
Kies een foto met regelmatige
proporties.
45
FoutmeldingOorzaakWat te doen
Deksel is open.Het scannerdeksel is niet goed
gesloten.
Het deksel van de inktcartridge is niet
volledig gesloten.
Document nazienHet document is niet goed geplaatst of
ingevoerd, of het document dat via de
ADF is gescand, is te lang.
Formaat nazienDe papierformaatinstelling komt niet
overeen met het formaat van het
papier in de lade. Of u hebt de
papiergeleiders in de lade niet
ingesteld op het gebruikte
papierformaat.
Til het scannerdeksel op en sluit dit
weer.
Sluit het deksel van de inktcartridge
goed, totdat u een klik hoort.
(Zie De ADF gebruikenuu pagina 22.)
(Zie Document vastgelopenuu pagina 53.)
1Controleer of het papierformaat
dat u hebt geselecteerd
overeenkomt met het
papierformaat in de lade.
2Zorg ervoor dat u het papier in
staande richting invoert door de
papiergeleiders op het juiste
papierformaat in te stellen.
3Nadat u het papierformaat en de
papierrichting hebt gecontroleerd,
drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Geen bestandDe geheugenkaart of het USB-
flashgeheugenstation in het
mediastation bevat geen .JPG-
Plaats de juiste geheugenkaart of
USB-flashgeheugenstation in de
sleuf.
bestand.
Geen inktcartridgeEen van de inktcartridges is niet
correct geïnstalleerd.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en
installeer deze langzaam opnieuw tot
u een klik hoort.
(Zie De inktcartridges vervangenuu pagina 39.)
Geheugen volHet geheugen van de machine is vol.Als u bezig bent met kopiëren
Druk op Stop/Eindigen en wacht tot
de andere bewerkingen zijn voltooid
en probeer het dan opnieuw.
Op de geheugenkaart of het USBflashgeheugenstation dat u gebruikt,
is onvoldoende vrije ruimte
beschikbaar om de documenten te
scannen.
Druk op Stop/Eindigen.
Verwijder bestanden die u niet
gebruikt van de geheugenkaart of het
USB-flashgeheugenstation om ruimte
vrij te maken en probeer het
vervolgens opnieuw.
Hub is Onbruikbaar.
Een hub of een USBflashgeheugenstation met een hub is
aangesloten op de USB Directinterface.
Een hub of een USBflashgeheugenstation met een hub
wordt niet ondersteund. Ontkoppel het
apparaat van de USB Direct-interface.
46
Opmerking
FoutmeldingOorzaakWat te doen
Problemen oplossen
Inkt bijna opEen of meer inktcartridges zijn bijna
aan vervanging toe.
Inktabsorb. bijna
vol
Inktabsorbeerder vol
De inktabsorbeerder of het spoelbakje
is bijna vol.
De inktabsorbeerder of het spoelbakje
is vol. Deze onderdelen moeten
periodiek onderhouden worden en
dienen wellicht na een bepaalde tijd te
worden vervangen om er zeker van te
zijn dat uw Brother-machine optimaal
presteert. Omdat deze onderdelen
verbruiksartikelen zijn, valt het
vervangen ervan niet onder de
garantie. Wanneer deze onderdelen
vervangen moeten worden, is
afhankelijk van het aantal keren dat
het inktsysteem gereinigd moet
worden. Deze bakjes vangen tijdens
het reinigen en doorspoelen een
bepaalde hoeveelheid inkt op. Het
aantal keren dat een machine moet
reinigen en doorspoelen hangt af van
de omstandigheden. Als bijvoorbeeld
de machine vaak wordt in- en
uitgeschakeld, betekent dit dat er veel
reinigingscycli zijn omdat de machine
automatisch wordt gereinigd tijdens
het opstarten. Als u inkt gebruikt van
een ander merk dan Brother, kan dit
betekenen dat de machine vaker
gereinigd moet worden omdat inkt van
een ander merk dan Brother een
slechte afdrukkwaliteit kan
veroorzaken die wordt verholpen door
het reinigen van de machine. Hoe
vaker de machine gereinigd wordt,
hoe sneller deze bakjes volraken.
Bestel een nieuwe inktcartridge. U
kunt doorgaan met afdrukken totdat
Kan niet afdr. wordt
weergegeven op het LCD-scherm.
(Zie De inktcartridges vervangenuu pagina 39.)
Neem contact op met de
klantenservice van Brother of uw
Brother-dealer.
De inktabsorbeerder of het spoelbakje
moet vervangen worden. Neem
contact op met de klantenservice van
Brother of uw plaatselijke erkende
servicecentrum van Brother om uw
machine te laten onderhouden.
Andere oorzaken voor de noodzaak
om de machine te reinigen, zijn:
1De machine wordt automatisch
gereinigd als deze langer dan 30
dagen niet wordt gebruikt
(onregelmatig gebruik).
2De machine wordt automatisch
gereinigd als de inktcartridges 12
keer zijn vervangen.
B
Reparaties die voortvloeien uit het
gebruik van verbruiksartikelen van
een ander merk dan Brother vallen
wellicht niet onder de
productgarantie.
47
FoutmeldingOorzaakWat te doen
Kan niet afdr.
Vervang inkt
Kan niet detect.U hebt een nieuwe inktcartridge te
Kijk of schijf
bedrukbaar is
Een of meer inktcartridges zijn aan
vervanging toe. De machine stopt alle
printbewerkingen.
snel geïnstalleerd en de machine
heeft de cartridge niet gedetecteerd.
Als u geen originele Brother-inkt
gebruikt, wordt de inktcartridge
mogelijk niet door de machine
gedetecteerd.
Een van de inktcartridges is niet
correct geïnstalleerd.
De schijf is niet bedrukbaar.Verwijder de schijf en plaats een
Vervang de inktcartridges. (Zie De inktcartridges vervangenuu pagina 39.)
Verwijder de nieuwe inktcartridge en
installeer deze langzaam opnieuw tot
u een klik hoort.
Vervang de cartridge door een
originele Brother-inktcartridge. Als het
probleem hiermee niet is verholpen,
neemt u contact op met uw Brotherdealer.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en
installeer deze langzaam opnieuw tot
u een klik hoort. (Zie De inktcartridges vervangenuu pagina 39.)
bedrukbare schijf in de schijflade.
Plaats de schijflade in de
schijfgeleider en lijn de driehoekige
markeringen uit.
Druk op Start.
Er is geen schijf in de schijflade
aanwezig.
Media foutDe geheugenkaart is beschadigd,
onjuist geformatteerd of er is een
probleem met de geheugenkaart.
Media is vol.De geheugenkaart of het USB-
flashgeheugenstation dat u gebruikt,
heeft geen vrije ruimte of bevat al 999
bestanden.
Meer gegevensEr zitten nog afdrukgegevens in het
geheugen van de machine.
Onbruikb. app.
Apparaat loskoppelen
van frontconnector en
zet machine uit en
weer aan
Op de USB Direct-interface is een
defect apparaat aangesloten.
Zorg ervoor dat er een schijf goed in
de schijflade is geplaatst.
Steek de kaart weer goed in de sleuf
terug om er zeker van te zijn dat de
kaart zich in de juiste positie bevindt.
Indien de fout niet is verholpen,
controleert u het mediastation (de
sleuf) van de machine door een
andere geheugenkaart te plaatsen
waarvan u weet dat deze werkt.
Uw machine kan alleen op uw
geheugenkaart of USBflashgeheugenstation opslaan als zich
hierop minder dan 999 bestanden
bevinden. Verwijder bestanden die u
niet gebruikt om ruimte vrij te maken
en probeer het opnieuw.
Druk op Stop/Eindigen. De machine
annuleert de taak en verwijdert deze
uit het geheugen. Probeer opnieuw te
printen.
Ontkoppel het apparaat van de USB
Direct-interface en druk dan op
om de machine uit en dan weer in te
schakelen.
48
FoutmeldingOorzaakWat te doen
Problemen oplossen
Onbruikb. app.
USB-Apparaat
Loskoppelen.
Origineel niet
gedetecteerd
Pap. vast
[vr, achter]
Een USB-apparaat of een USBflashgeheugenstation dat niet wordt
ondersteund, is aangesloten op de
USB Direct-interface.
Ga naar http://solutions.brother.com/
voor meer informatie.
Tijdens het scannen heeft de machine
het origineel (schijf of foto) niet
gedetecteerd.
Het papier is vastgelopen in de
machine.
Ontkoppel het apparaat van de USB
Direct-interface. Schakel de machine
uit en vervolgens weer in.
Ga op een van de volgende manieren
te werk:
Verwijder eventueel aanwezig vuil
van de glasplaat.
Kies het type document (schijf of
papier) voordat u gaat scannen.
Sluit het scannerdeksel als u
scant.
Plaats slechts een vel papier op de
glasplaat.
Controleer of het document goed
op de glasplaat is geplaatst.
Verwijder het vastgelopen papier
volgens de stappen in Papier is
vastgelopen aan de voor- en
achterkant van de machine
uu pagina 55.
Controleer of de papiergeleider voor
de lengte is afgesteld op het juiste
papierformaat.
B
49
FoutmeldingOorzaakWat te doen
Papier nazienDe lade voor fotopapier staat in de
positie voor het afdrukken van foto's.
Het papier in de machine is op of het
papier is niet juist in de papierlade
geplaatst.
Het papier is vastgelopen in de
machine.
Controleer of de lade voor fotopapier
in de afdrukpositie Normaal staat.
(Zie stap d en de opmerking
Belangrijk in Fotopapier ladenuu pagina 13.)
Ga op een van de volgende manieren
te werk:
Plaats papier in de papierlade en
druk vervolgens op Mono Start of
Kleur Start.
Verwijder het papier, plaats het
terug in de papierlade en druk dan
op Mono Start of Kleur Start.
(Zie Papier en andere afdrukmedia ladenuu pagina 9.)
Verwijder het vastgelopen papier
volgens de stappen in Printer of papier vastgelopenuu pagina 54.
Als deze fout vaak verschijnt als u
dubbelzijdige kopieën of afdrukken
maakt, zijn de papierinvoerrollen
mogelijk vuil. Reinig de
papierinvoerrollen.
(uu
Uitgebreide gebruikershandleiding
:
De papierinvoerrollen reinigen)
Papier vast
[achter]
Er hebben zich papierresten
opgehoopt op het oppervlak van de
papierdoorvoerrollen.
De klep ter verwijdering van
vastgelopen papier is niet goed
gesloten.
Het papier is vastgelopen in de
machine.
Er hebben zich papierresten
opgehoopt op het oppervlak van de
papierdoorvoerrollen.
Maak de doorvoerrollen voor het
papier schoon.
(uu
Uitgebreide gebruikershandleiding
:
De doorvoerrollen voor papier
reinigen)
Controleer of de klep ter verwijdering
van vastgelopen papier aan beide
zijden goed is gesloten. (Zie Printer of papier vastgelopenuu pagina 54.)
Verwijder het vastgelopen papier
volgens de stappen in Papier is
vastgelopen aan de achterkant van de
machine uu pagina 55.
Controleer of de papiergeleider voor
de lengte is afgesteld op het juiste
papierformaat.
Maak de doorvoerrollen voor het
papier schoon.
(uu
Uitgebreide gebruikershandleiding
:
De doorvoerrollen voor papier
reinigen)
50
FoutmeldingOorzaakWat te doen
Problemen oplossen
Papier vast [voor]Het papier is vastgelopen in de
machine.
Reinigen onmog. XX
Opstartprobleem XX
Print onmogelijk
Scan onmogelijk XX
Schijf vast
[achter]
De machine heeft een mechanisch
probleem.
—OF—
XX
Er bevindt zich in de machine een
voorwerp dat er niet hoort, zoals een
paperclip of afgescheurd papier.
Tijdens het afdrukken, is de schijf
vastgelopen.
Verwijder het vastgelopen papier
volgens de stappen in Papier is
vastgelopen aan de voorkant van de
machine uu pagina 54.
Controleer of de papiergeleider voor
de lengte is afgesteld op het juiste
papierformaat.
Open het scannerdeksel en verwijder
eventuele vreemde voorwerpen en
papiersnippers uit het binnenste van
de machine. Als het probleem hiermee
niet is verholpen, haalt u de stekker
van de machine uit het stopcontact en
steekt u deze na enkele minuten weer
in het stopcontact.
Zorg ervoor dat er voldoende ruimte
achter de machine is.
Til het scannerdeksel op. Duw de
schijflade voorzichtig richting de
achterzijde van de machine en
verwijder de schijflade.
(Zie Schijflade is vastgelopen aan de achterkant van de machineuu pagina 60.)
Schijf vast [voor]Tijdens het afdrukken, is de schijf
vastgelopen. De schijflade werd
automatisch aan de voorzijde van de
machine uitgeworpen.
Schijflade
gehinderd
achteraan
Schijflade niet
ingevoerd
De schijflade wordt gehinderd omdat
er niet voldoende ruimte achter de
machine is. De schijflade werd
automatisch aan de voorzijde van de
machine uitgeworpen.
De schijflade is achtergebleven in de
achterzijde van de machine.
De schijflade is niet in de schijflade
geplaatst.
Verwijder de schijflade uit de
schijfgeleider.
(Zie Schijflade is vastgelopen aan de voorkant van de machineuu pagina 60.)
Verwijder de schijflade uit de
schijfgeleider.
(Zie Schijflade is vastgelopen aan de voorkant van de machineuu pagina 60.)
Zorg ervoor dat er voldoende ruimte
achter de machine is.
Til het scannerdeksel op. Duw de
schijflade voorzichtig richting de
achterzijde van de machine en
verwijder de schijflade.
(Zie Schijflade is vastgelopen aan de achterkant van de machineuu pagina 60.)
Plaats een schijf op de schijflade,
plaats de schijflade in de schijfgeleider
en lijn de driehoekige markeringen uit.
Druk op Start.
B
Temperatuur hoogDe printkop is te warm.Laat de machine afkoelen.
Temperatuur laagDe printkop is te koud.Laat de machine opwarmen.
51
FoutmeldingOorzaakWat te doen
Touchscreen
initial. mislukt
Verkeerde kleur
inkt
Het touchscreen is aangeraakt
voordat het inschakelen was voltooid.
Tussen het onderste deel van het
touchscreen en het frame kan er zich
vuil hebben opgehoopt.
Er is een kleurencartridge op de
positie van de zwarte cartridge
geïnstalleerd.
Zorg ervoor dat niets het touchscreen
aanraakt of dat niets op het
touchscreen ligt.
Steek een stuk stevig papier tussen
het onderste deel van het touchscreen
en het frame en schuif het stuk papier
heen en weer om het vuil te
verwijderen.
Controleer welke inktcartridges niet op
de juiste positie zijn geïnstalleerd en
verplaats ze naar hun correcte positie.
52
FoutanimatieB
BELANGRIJK
Problemen oplossen
Met foutanimatie worden stapsgewijs
instructies weergegeven wanneer het papier
is vastgelopen. U kunt de stappen in uw eigen
tempo lezen door op c te drukken om de
volgende stap weer te geven en op d om een
stap terug te gaan.
Document vastgelopen B
Documenten kunnen in de ADF vastlopen als
deze niet goed worden geplaatst of
doorgevoerd, of als de documenten te lang
zijn. Volg de onderstaande stappen om een
vastgelopen document te verwijderen.
Een document is aan de bovenzijde
van de ADF vastgelopen
a Verwijder al het papier uit de ADF dat
niet is vastgelopen.
Om het vastlopen van documenten te
voorkomen, sluit u het ADF-deksel op de
juiste manier door er voorzichtig in het
midden op te drukken.
Het document is in de ADF
vastgelopen
B
a Verwijder al het papier uit de ADF dat
niet is vastgelopen.
b Til het documentdeksel op.
c Trek het vastgelopen document er naar
links uit.
B
b Open het ADF-deksel.
c Verwijder het vastgelopen document
door deze omhoog te trekken.
d Sluit het ADF-deksel.
e Druk op Stop/Eindigen.
B
d Sluit het documentdeksel.
e Druk op Stop/Eindigen.
53
Printer of papier vastgelopen B
1
Verwijder het vastgelopen papier uit de plaats
waar het in de machine is vastgelopen.
Papier is vastgelopen aan de voorkant
van de machine
Als Papier vast [voor] wordt
weergegeven op het LCD-scherm, volgt u de
volgende stappen:
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
b Als de papiersteunklep open is, klapt u
deze in en schuift u vervolgens de
papiersteun naar binnen. Trek de
papierlade volledig uit de machine.
d Til de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier omhoog en
verwijder het vastgelopen papier van de
schijfgeleider.
B
e Druk de papierlade stevig terug in de
machine.
c Trek het vastgelopen papier (1) eruit.
f Houd de papierlade op zijn plaats, trek
de papiersteun naar buiten totdat u een
klik hoort en klap dan de
papiersteunklep open.
Let erop dat u de papiersteun naar
buiten trekt tot u een klik hoort.
g Sluit het stroomsnoer weer aan.
54
Problemen oplossen
1
Papier is vastgelopen aan de
achterkant van de machine
Als Papier vast [achter] wordt
weergegeven op het LCD-scherm, volgt u de
volgende stappen:
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
b Open de klep ter verwijdering van het
vastgelopen papier (1) aan de
achterzijde van de machine.
d Sluit de klep ter verwijdering van
B
vastgelopen papier.
Controleer of de klep goed gesloten is.
e Sluit het stroomsnoer weer aan.
Papier is vastgelopen aan de voor- en
achterkant van de machine
Als Pap. vast [vr, achter] wordt
weergegeven op het LCD-scherm, volgt u de
volgende stappen:
B
c Trek het vastgelopen papier uit de
machine.
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
b Als de papiersteunklep open is, klapt u
deze in en schuift u vervolgens de
papiersteun naar binnen. Trek de
papierlade volledig uit de machine.
B
55
c Trek het vastgelopen papier (1) eruit.
1
d Til de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier omhoog en
verwijder het vastgelopen papier van de
schijfgeleider.
f Trek het vastgelopen papier uit de
machine.
g Sluit de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier.
Controleer of de klep goed gesloten is.
e Open de klep ter verwijdering van het
vastgelopen papier (1) aan de
achterzijde van de machine.
1
56
h Breng met beide handen en aan de
BELANGRIJK
plastic lipjes aan beide zijden van de
machine het scannerdeksel (1) in de
geopende stand.
1
2
Problemen oplossen
• Als het papier onder de printkop is
vastgelopen, moet u de stekker van de
machine uit het stopcontact trekken, en
vervolgens de printkop bewegen om het
papier te verwijderen.
3
• Als de printkop in de rechterhoek staat
zoals weergegeven, kunt u deze niet
bewegen. Sluit het stroomsnoer weer aan.
Houd Stop/Eindigen ingedrukt totdat de
printkop naar het midden wordt verplaatst.
Haal vervolgens de stekker van de
machine uit het stopcontact en verwijder
het papier.
Beweeg de printkop (indien nodig) om
achtergebleven papier uit dit gedeelte te
verwijderen. Controleer of er geen
vastgelopen papier is achtergebleven in
de hoeken van de machine (2) en (3).
B
• Als er inkt op uw huid terechtkomt, wast u
de plek onmiddellijk met veel water en
zeep.
57
i Pak met beide handen de plastic lipjes
aan beide zijden van de machine vast
en sluit voorzichtig het scannerdeksel.
j Druk de papierlade stevig terug in de
machine.
k Houd de papierlade op zijn plaats, trek
de papiersteun naar buiten totdat u een
klik hoort en klap dan de
papiersteunklep open.
Let erop dat u de papiersteun naar
buiten trekt tot u een klik hoort.
c Open de schijfgeleider.
1
2
d Breng met beide handen en aan de
plastic lipjes aan beide zijden van de
machine het scannerdeksel (1) in de
geopende stand.
1
3
l Sluit het stroomsnoer weer aan.
Aanvullende handelingen om
vastgelopen papier te verwijderen
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
b Als de papiersteunklep open is, klapt u
deze in en schuift u vervolgens de
papiersteun naar binnen. Trek de
papierlade volledig uit de machine.
2
B
Beweeg de printkop (indien nodig) om
achtergebleven papier uit dit gedeelte te
verwijderen. Controleer of er geen
vastgelopen papier is achtergebleven in
de hoeken van de machine (2) en (3).
58
BELANGRIJK
• Als het papier onder de printkop is
vastgelopen, moet u de stekker van de
machine uit het stopcontact trekken, en
vervolgens de printkop bewegen om het
papier te verwijderen.
• Als de printkop in de rechterhoek staat
zoals weergegeven, kunt u deze niet
bewegen. Sluit het stroomsnoer weer aan.
Houd Stop/Eindigen ingedrukt totdat de
printkop naar het midden wordt verplaatst.
Haal vervolgens de stekker van de
machine uit het stopcontact en verwijder
het papier.
Problemen oplossen
f Sluit de schijfgeleider.
g Pak met beide handen de plastic lipjes
aan beide zijden van de machine vast
en sluit voorzichtig het scannerdeksel.
• Als er inkt op uw huid terechtkomt, wast u
de plek onmiddellijk met veel water en
zeep.
e Controleer of al het vastgelopen papier
uit de schijfgeleider is verwijderd.
B
h Druk de papierlade stevig terug in de
machine.
i Houd de papierlade op zijn plaats, trek
de papiersteun naar buiten totdat u een
klik hoort en klap dan de
papiersteunklep open.
Let erop dat u de papiersteun naar
buiten trekt tot u een klik hoort.
j Sluit het stroomsnoer weer aan.
59
Schijf vastgelopenB
Verwijder de schijflade, afhankelijk van waar
de schijf in de machine is vastgelopen.
Schijflade is vastgelopen aan de
voorkant van de machine
Als Schijf vast [voor] wordt
weergegeven op het LCD-scherm, volgt u de
volgende stappen:
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
b Verwijder de schijflade uit de
schijfgeleider.
Schijflade is vastgelopen aan de
achterkant van de machine
Als Schijf vast [achter] wordt
weergegeven op het LCD-scherm, volgt u de
volgende stappen:
B
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
B
b Controleer of er voldoende ruimte
achter de machine is om de schijflade te
verwijderen.
c Sluit de schijfgeleider.
d Sluit het stroomsnoer weer aan.
c Pak met beide handen de plastic lipjes
aan beide zijden van de machine vast
en zet het scannerdeksel in de
geopende stand.
60
Problemen oplossen
d Druk voorzichtig de schijflade richting de
achterzijde van de machine.
e Verwijder de schijflade uit de achterzijde
van de machine.
f Pak met beide handen de plastic lipjes
aan beide zijden van de machine vast
en sluit voorzichtig het scannerdeksel.
g Sluit de schijfgeleider.
h Sluit het stroomsnoer weer aan.
B
61
Problemen oplossen B
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kunt u de onderstaande tabel bekijken en de
tips voor het oplossen van problemen volgen.
De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het
Brother Solutions Center u de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van
problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com/
Als u problemen met uw machine heeftB
Afdrukken
ProbleemSuggesties
Geen afdruk.Controleer de interfacekabel of de draadloze verbinding tussen de machine en uw
computer. (uuInstallatiehandleiding)
Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en of de toets
brandt.
Een of meer inktcartridges zijn aan vervanging toe.
(Zie De inktcartridges vervangenuu pagina 39.)
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft.
(Zie Foutmeldingen en onderhoudsberichtenuu pagina 45.)
Zie De inktcartridges vervangenuu pagina 39 als op het LCD-scherm
Kan niet afdr. en Vervang inkt wordt weergegeven.
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
(Alleen Windows
Controleer of de machine online staat. Klik op start en dan op
Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop en kies
Brother DCP-XXXXX (waarbij XXXXX de modelnaam is), en controleer of
Printer off line gebruiken niet is geselecteerd.
.
®
-gebruikers)
62
Problemen oplossen
Afdrukken (Vervolg)
ProbleemSuggesties
Slechte afdrukkwaliteit.Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie De afdrukkwaliteit controleren uu pagina 43.)
Controleer of de instelling Mediatype in de printerdriver of de instelling
Papiersoort in het menu van de machine overeenkomt met het soort papier dat
u gebruikt.
Zie Papiersoortuu pagina 17.
®
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken (Windows
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken en faxen (Macintosh)
Controleer de verloopdatum van uw inktcartridges. De inkt zou kunnen klonteren
als:
De uiterste gebruiksdatum die op de cartridge staat, is verstreken. (Originele
cartridges van Brother blijven maximaal twee jaar bruikbaar, mits zij in hun
originele verpakking worden bewaard.)
De inktcartridge is al langer dan zes maanden in uw machine geïnstalleerd.
De inktcartridge vóór gebruik niet goed opgeslagen was.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother. Het gebruik van andere dan
originele cartridges van Brother of van oude cartridges die gevuld zijn met inkt van
een ander merk wordt door Brother afgeraden.
Gebruik het aanbevolen type papier.
(Zie Acceptabel papier en andere afdrukmediauu pagina 18.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor uw machine ligt tussen 20 C en
33 C.
Witte horizontale lijnen in tekst of
grafische afbeeldingen.
De machine print blanco pagina's.Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigenuu pagina 43.)
Tekens en regels zijn vlekkerig.Controleer de uitlijning. (Zie De uitlijning controleren uu pagina 44.)
Afgedrukte tekst of afbeeldingen
staan scheef.
Er zit een vlek midden boven op de
afgedrukte pagina.
Op de afdruk staan vlekken of het
lijkt of de inkt vlekt.
Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigenuu pagina 43.)
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Gebruik het aanbevolen type papier.
(Zie Acceptabel papier en andere afdrukmediauu pagina 18.)
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade is geplaatst en dat de
papiergeleiders aan de zijkant goed zijn afgesteld. (Zie Papier en andere afdrukmedia ladenuu pagina 9.)
Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier goed gesloten is.
Controleer of het papier niet te dik is en niet krult.
(Zie Acceptabel papier en andere afdrukmediauu pagina 18.)
Zorg dat u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie Acceptabel papier en andere afdrukmediauu pagina 18.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Stel het juiste papiersoort in als u fotopapier gebruikt. Als u via uw pc een foto
afdrukt, stelt u het Mediatype van de printerdriver in.
)
B
63
Afdrukken (Vervolg)
ProbleemSuggesties
Er staan vlekken aan de achterkant
of onder aan de pagina.
De machine drukt dichte lijnen af op
de pagina.
De afdrukken zijn gekreukeld.
Kan niet afdrukken met “Paginalayout”.
Afdruksnelheid is te laag. Wijzig de instelling van de printerdriver. In de hoogste resolutie is meer tijd nodig
Kleurverbetering werkt niet goed.Als de beeldgegevens in uw toepassing niet in kleurendruk zijn (zoals 256
Fotopapier wordt niet goed
ingevoerd.
De machine voert meerdere
pagina’s in.
Het papier is vastgelopen.Controleer of de papiergeleider voor de lengte is afgesteld op het juiste
Het papier loopt vast bij
dubbelzijdig kopiëren of afdrukken.
Controleer of er inkt op de geleiderol zit. (uuUitgebreide gebruikershandleiding: De geleiderol van de machine reinigen)
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt.
(Zie Papier en andere afdrukmedia ladenuu pagina 9.)
Controleer of de papierinvoerrol geen inkt bevat.
(uuUitgebreide gebruikershandleiding: De papierinvoerrollen reinigen)
Schakel Omgekeerde volgorde in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
®
(Windows
-gebruikers)
Op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver, klikt u op Kleurinstellingen en
heft u de selectie van Bi-directioneel afdrukken op.
(Macintosh-gebruikers)
In de printerdriver kiest u Afdrukinstellingen, klikt u op Geavanceerd, kiest u
Andere afdrukopties en heft u de selectie van Bi-directioneel afdrukken op.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
om de gegevens te verwerken, te verzenden en te printen. Probeer de andere
®
instellingen voor kwaliteit op het tabblad Geavanceerd (Windows
) of
Afdrukinstellingen (Macintosh). Klik ook op Kleurinstellingen en schakel
Kleur verbetering uit.
Schakel de optie Zonder marges uit. Afdrukken zonder rand duurt langer dan
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken en faxen (Macintosh)
kleuren), werkt Kleurverbetering niet. Gebruik voor de functie Kleurverbetering
minstens 24-bits kleurgegevens.
Wanneer u afdrukt op fotopapier van Brother, plaatst u een extra vel van hetzelfde
fotopapier in de papierlade. U vindt dit extra vel in de verpakking van het papier.
Maak de doorvoerrollen voor het papier schoon.
(uuUitgebreide gebruikershandleiding: De doorvoerrollen voor papier reinigen)
Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst. (Zie Papier en andere afdrukmedia ladenuu pagina 9.)
papierformaat. (Zie Printer of papier vastgelopenuu pagina 54.)
Gebruik een van de instellingen ter voorkoming van papierstoringen, DX1 of DX2.
Voor kopiëren
uuUitgebreide gebruikershandleiding: Dubbelzijdig kopiëren
Als papierstoringen vaak optreden tijdens dubbelzijdig kopiëren of dubbelzijdig
afdrukken, zijn de papierinvoerrollen mogelijk vuil. Reinig de papierinvoerrollen.
(uuUitgebreide gebruikershandleiding: De papierinvoerrollen reinigen)
Afdrukken (Vervolg)
ProbleemSuggesties
Afgedrukte pagina’s worden niet
goed gestapeld.
De machine print niet vanuit
®
Adobe
Inkt veroorzaakt vlekken of loopt
door wanneer glanzend fotopapier
wordt gebruikt.
Als u een schijf afdrukt, komt er inkt
op de schijflade.
Illustrator®.
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt.
(Zie Papier en andere afdrukmedia ladenuu pagina 9.)
Verlaag de afdrukresolutie.
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken (Windows®)
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken en faxen (Macintosh)
Let erop welke kant van het papier u gebruikt. Plaats het glanzende oppervlak
(waarop wordt afgedrukt) omlaag. (Zie Papiersoort uu pagina 17.)
Gebruik de juiste instelling voor het papiertype als u glanzend fotopapier gebruikt.
Gebruikt de toepassing voor het afdrukken van etiketten als u de schijf afdrukt.
Pas de afdrukpositie aan.
uuSoftwarehandleiding: De afdrukpositie wijzigen
Problemen met kopiëren
ProbleemSuggesties
Slechte kopieerresultaten bij het
gebruik van de ADF.
Op kopieën worden verticale
zwarte lijnen of strepen afgedrukt.
Paginavulling werkt niet goed.Controleer of het brondocument niet scheef ligt.
Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruikenuu pagina 23.)
Verticale zwarte lijnen of strepen op kopieën worden voornamelijk veroorzaakt
door vuil of correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook. (Zie
De glasplaat reinigenuu pagina 42.)
Leg het document recht en probeer het opnieuw.
Problemen oplossen
Problemen met scannen
ProbleemSuggesties
Tijdens het scannen verschijnen
TWAIN- of WIA-fouten.
®
(Windows
Tijdens het scannen verschijnen
TWAIN- of ICA-fouten. (Macintosh)
Slechte scanresultaten bij het
gebruik van de ADF.
OCR werkt niet.Verhoog de scannerresolutie.
)
Zorg ervoor dat de TWAIN- of WIA-driver van Brother als primaire bron in uw
scantoepassing is geselecteerd. Klik bijvoorbeeld in PaperPort™12SE met OCR
op Scaninstellingen, Selecteren om de Brother TWAIN/WIA-driver te
selecteren.
Zorg dat de Brother TWAIN-driver als primaire bron is geselecteerd.
Klik in PageManager op File (Bestand), Select Source (Bron selecteren) en
selecteer vervolgens de Brother TWAIN-driver.
Bij gebruik van Mac OS X 10.6.x kunt u ook documenten via de ICAscannerdrivers scannen. uuSoftwarehandleiding: Documenten scannen met de
ICA-driver (Mac OS X 10.6.x)
Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruikenuu pagina 23.)
(Macintosh-gebruikers)
U dient Presto! PageManager eerst te downloaden en installeren.
Zie Brother-support openen (Macintosh) uu pagina 4 voor verdere instructies.
B
65
Problemen met software
ProbleemSuggesties
Software kan niet worden
geïnstalleerd of er kan niet worden
afgedrukt.
“Apparaat bezet”Controleer of er op het LCD-scherm van de machine geen foutmelding staat.
Afdrukken van afbeeldingen vanuit
FaceFilter Studio onmogelijk.
(Alleen gebruikers van Windows
Voer het programma MFL-Pro Suite repareren op de cd-rom uit. Dit programma
repareert en herinstalleert de software.
Als u FaceFilter Studio wilt gebruiken, moet u de toepassing FaceFilter Studio
installeren vanaf de cd-rom die bij uw machine is geleverd.
(uuInstallatiehandleiding)
Controleer voordat u FaceFilter Studio de eerste keer start of uw Brother-machine
is ingeschakeld en is aangesloten op uw computer. U heeft dan toegang tot alle
functies van FaceFilter Studio.
®
)
Problemen met PhotoCapture Center™
ProbleemSuggesties
Verwisselbare schijf werkt niet
correct.
1Verwijder de geheugenkaart of het USB-flashgeheugenstation en plaats deze
weer terug.
®
2Als u ‘Uitwerpen’ hebt geprobeerd vanuit Windows
geheugenkaart of het USB-flashgeheugenstation verwijderen voordat u
doorgaat.
, moet u de
Geen toegang tot Verwisselbare
schijf via bureaubladpictogram.
Een gedeelte van de foto ontbreekt
op de afdruk.
3Als er een foutmelding wordt weergegeven wanneer u de geheugenkaart of
het USB-flashgeheugenstation probeert te verwijderen, betekent dit dat de
kaart in gebruik is. Wacht even en probeer het opnieuw.
4Als niets van het bovenstaande werkt, zet u uw pc en machine uit en
vervolgens weer aan.
Controleer of u de geheugenkaart of het USB-flashgeheugenstation goed hebt
geplaatst.
Zorg ervoor dat Afdrukken zonder rand en Bijsnijden (crop) zijn uitgeschakeld.
(uuUitgebreide gebruikershandleiding: Afdrukken zonder rand en Bijsnijden (crop))
66
Netwerkproblemen
ProbleemSuggesties
Afdrukken via het netwerk is
onmogelijk.
De functie netwerkscannen werkt
niet.
Controleer of uw machine ingeschakeld is en online en gebruiksklaar is. Druk een
netwerkconfiguratielijst af (uuUitgebreide gebruikershandleiding: Rapporten) en
controleer de huidige netwerkinstellingen in deze lijst. Sluit de LAN-kabel weer
aan op de hub om te controleren of de kabels en de netwerkaansluitingen in orde
zijn. Probeer, indien mogelijk, de machine aan te sluiten op een andere poort van
uw hub en gebruik een andere kabel. Als de aansluitingen goed zijn, wordt op de
machine twee seconden lang LAN Actief weergegeven.
Als u een draadloze verbinding gebruikt of problemen ondervindt met het netwerk
uuNetwerkhandleiding: Problemen oplossen
(Windows
Om netwerkscannen te kunnen gebruiken, moet de beveiliging/firewall van de
derde partij dit toestaan. Voer de onderstaande informatie in om poort 54925 voor
netwerkscannen toe te voegen:
Bij naam: voer een willekeurige beschrijving in, bijvoorbeeld Brother NetScan.
Bij poortnummer: voer 54925 in.
®
-gebruikers)
Problemen oplossen
Bij protocol: UDP is geselecteerd.
Raadpleeg de instructiehandleiding die geleverd is bij de beveiliging/firewall van
de derde partij of neem contact op met de softwarefabrikant.
(Macintosh-gebruikers)
Selecteer uw machine opnieuw in de toepassing Device Selector in Macintosh HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Utilities/DeviceSelector of in de
modellijst in ControlCenter2.
De software van Brother kan niet
worden geïnstalleerd.
Kan geen verbinding maken met
het draadloze netwerk.
De netwerkinstellingen resetten.Druk op Menu en druk dan op a of b om Netwerk weer te geven. Druk op
(Windows
Sta netwerktoegang toe voor de volgende programma's als uw
beveiligingssoftware een waarschuwing geeft tijdens de installatie van MFL-Pro
Suite.
(Macintosh-gebruikers)
Als u een firewallfunctie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt,
schakelt u deze uit voordat u de Brother-software installeert.
Onderzoek het probleem met WLAN-rapport.
Druk op Menu en dan op a of b om Print lijsten weer te geven. Druk op
Print lijsten. Druk op WLAN-rapport.
(uuNetwerkhandleiding)
Netwerk. Druk op a of b om Netw. resetten weer te geven en druk dan op
Netw. resetten.
(uuNetwerkhandleiding)
®
-gebruikers)
B
67
Informatie over de
Opmerking
De machine resettenB
machine
Het serienummer controleren B
U kunt het serienummer van de machine
nakijken op het scherm.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Machine-info weer
te geven.
c Druk op Machine-info.
d Druk op Stop/Eindigen.
ResetfunctiesB
De volgende resetfuncties zijn beschikbaar:
1 Netwerk
B
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven.
c Druk op Stand.instel.
d Druk op a of b om Reset weer te geven.
e Druk op Reset.
f Druk op de functie die u wilt resetten.
g Druk op Ja om de instellingen te
bevestigen.
h Druk twee seconden op Ja om de
machine opnieuw op te starten.
Hiermee kunt u de fabrieksinstellingen
van de afdrukserver, zoals het
wachtwoord en de IP-adresgegevens,
herstellen.
2 Alle instell.
U kunt alle instellingen terugzetten naar
de fabrieksinstellingen.
Brother raadt u ten zeerste aan om deze
procedure uit te voeren voordat u afstand
doet van deze machine of deze machine
afvoert.
Ontkoppel de interfacekabel voordat u
Netwerk of Alle instell. selecteert.
68
Menu en functiesC
C
Programmeren op het
scherm
Uw machine is zodanig ontworpen dat deze
eenvoudig via het LCD-scherm kan worden
geprogrammeerd met behulp van de
menutoetsen op het touchscreen.
Programmeren via het scherm is uiterst
eenvoudig en helpt u alle functies van uw
machine optimaal te benutten.
Op het scherm worden stapsgewijze
aanwijzingen weergegeven om u te helpen
uw machine te programmeren. U hoeft alleen
de aanwijzingen op te volgen die u door de
menuselecties en de programmeeropties
leiden.
C
69
C
MenutabelC
De menutabel helpt u de menuselecties en -opties te begrijpen die u in de programma's van de
machine tegenkomt. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
MenuC
Niveau1Niveau2Niveau3OptiesOmschrijvingenPagina
Standaardinst.
Papiersoort—Normaal pap.*
Inkjetpapier
Brother BP71
Brother BP61
Glossy anders
Transparanten
Papierformaat —A4*
A5
10x15cm
Letter
Waarsch.toon—Uit
Laag*
Half
Hiermee kunt u de
papiersoort in de
papierlade instellen.
Hiermee kunt u het
papierformaat in de
papierlade instellen.
Hiermee stelt u het
volume van de
waarschuwingstoon in.
17
17
8
Hoog
LCD instell.
Slaapstand—1 Min
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Schermverlicht
Lichtdim-timer
Licht*
Half
Donker
Uit
10 Sec.
20 Sec.
30 Sec.*
2 Min.
3 Min.
5 Min.*
10 Min.
30 Min.
60 Min.
Hiermee kunt u de
helderheid van de
achtergrondverlichting
van het LCD-scherm
aanpassen.
Hiermee kunt u instellen
hoelang de
achtergrondverlichting
van het LCD-scherm blijft
branden nadat u op een
toets hebt gedrukt.
Hiermee kunt u
selecteren na hoeveel tijd
de machine bij inactiviteit
in de slaapstand wordt
gezet.
8
Zie .
70
Menu en functies
Niveau1Niveau2Niveau3OptiesOmschrijvingenPagina
Standaardinst.
(Vervolg)
Auto
uitschakelen
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
—Uit
Aan*
Wanneer deze functie is
ingesteld op Aan, gaat de
machine één uur na het
ingaan van de slaapstand
vanzelf uit. Met Uit gaat
de machine niet
automatisch uit.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
———
—
U kunt het type
netwerkverbinding
kiezen.
Hiermee worden
alle
fabrieksinstellingen
van het netwerk
herstelt.
Zie .
Menu (vervolg)C
Niveau1Niveau2Niveau3OptiesOmschrijvingenPagina
Print lijsten
Machine-infoSerienummer——Hiermee kunt u het
Stand.instel. Datum&Tijd——Hiermee stelt u de datum
Gebruikersinst
Netwerk Conf. ——
WLAN-rapport——
ResetNetwerk—Hiermee worden de
Taalkeuze—(Kies de
Schijfafdruk
uitlijnen
——Hiermee drukt u deze
lijsten en rapporten af.
serienummer van uw
machine bekijken.
en de tijd van uw machine
in.
fabrieksinstellingen van
de afdrukserver, zoals het
wachtwoord en de IPadresgegevens, hersteld.
Alle instell. —Hiermee worden alle
fabrieksinstellingen van
de machine hersteld.
Hiermee kunt u de taal op
gewenste taal)
——U kunt de afdrukpositie
het LCD-scherm wijzigen.
uitlijnen.
Zie .
68
Zie .
68
Zie .
Zie .
74
Uitgebreide gebruikershandleiding
Installatiehandleiding
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
ScannenC
Niveau1Optie1Optie2Optie3OmschrijvingenPagina
naar bestand———Hiermee kunt u een
zwart-wit- of
kleurendocument in uw
computer scannen.
naar media
(Wanneer een
geheugenkaart of
USB-flashgeheugenstation is
geplaatst)
Kwaliteit—Kleur 100 dpi
Kleur 200 dpi
Kleur 300 dpi
Kleur 600 dpi
Z/W 100 dpi
Z/W 200 dpi
Z/W 300 dpi
Bestandstype—(Als u Kleur hebt
gekozen als
instelling voor
Kwaliteit)
U kunt de scanresolutie
en het bestandsformaat
*
voor uw document kiezen.
Zie .
31
PDF*
JPEG
(Als u Zwart-wit
hebt gekozen als
instelling voor
Kwaliteit)
TIFF
PDF*
Bestandsnaam——U kunt de bestandsnaam
wijzigen.
Automatisch
bijsnijden
Nieuwe
standaard
Fabrieksinstellingen
—Aan
Uit*
—Kwaliteit
Bestandstype
Automatisch
bijsnijden
——U kunt voor alle
U kunt meerdere
documenten via de
glasplaat scannen en
deze rechtstreeks op een
geheugenkaart of USBflashgeheugenstation
opslaan.
U kunt uw
scaninstellingen opslaan
als standaardinstellingen.
instellingen de
fabrieksinstellingen
herstellen.
Zie .
C
Softwarehandleiding
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
75
Niveau1Optie1Optie2Optie3OmschrijvingenPagina
naar e-mail———U kunt een document in
Zie .
zwart-wit of kleur naar uw
e-mailtoepassing
scannen.
naar OCR
(Beschikbaar als
Presto!
PageManager is
———U kunt een
tekstdocument
converteren naar een
bewerkbaar tekstbestand.
gedownload
(Macintoshgebruikers). Zie
Brother-support
openen
(Macintosh)
uu pagina 4.)
naar afb.———U kunt een afbeelding in
kleur naar uw grafische
toepassing scannen.
Webservice
(Wordt
weergegeven als
u Web Services
Scannen hebt
geïnstalleerd,
weergegeven in
®
Windows
Verkenner.)
Scan——U kunt de data scannen
Scannen vr
e-mail
Scannen voor
——
——
via het Web Servicesprotocol.
OCR
Scannen voor
——
faxen
Scannen voor
——
afdr.
Softwarehandleiding
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
76
Menu en functies
KopiërenC
Niveau1Niveau2Niveau3OptiesOmschrijvingenPagina
Kwaliteit——Snel
Normaal*
Fijn
Papiersoort——Normaal pap.*
Inkjetpapier
Brother BP71
Brother BP61
Glossy anders
Transparanten
Papier-formaat
——A4*
A5
10x15cm
Letter
Vergroten/
100%*———
Verkleinen
Vergroten—
198% 10x15cmiA4
186% 10x15cmiLTR
141% A5iA4
Verkleinen—97% LTRiA4
93% A4iLTR
83% LGLiA4
69% A4iA5
47% A4i10x15cm
Paginavull.——De machine past het
Custom(25-400%)
Dichtheid——
——Hiermee kunt u het
Licht
Donker
-2
Hiermee kiest u de
kopieerresolutie voor de
volgende kopie.
Selecteer de papiersoort
die overeenkomt met het
papier in de lade.
Selecteer het
papierformaat dat
overeenkomt met het
papier in de lade.
Hiermee kunt u het
vergrotingspercentage
voor de volgende kopie
kiezen.
Hiermee kunt u het
verkleiningspercentage
voor de volgende kopie
kiezen.
formaat automatisch aan
op het door u ingestelde
papierformaat.
vergrotings- of
verkleiningspercentage
voor uw type document
kiezen.
Hiermee kunt de dichtheid
voor kopieën aanpassen.
Zie .
26
26
Zie .
C
-1
0
+1
+2
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
77
Niveau1Niveau2Niveau3OptiesOmschrijvingenPagina
Stapel/Sorteer
Pagina layout ——Uit(1op1)*
Dubbelz.
kopiëren
Geavanceerde
instellingen
——Stapel*
Sorteer
2op1(P)
2op1(L)
2op1(id)
4op1(P)
4op1(L)
Poster (2x1)
Poster (2x2)
Poster (3x3)
AanGeavanc.Normaal*
DX1
DX2
Staand Omsl.
lange z.
Liggend Omsl.
lange z.
Staand Omsl.
korte z.
Liggend Omsl.
korte z.
Uit*——
——Uit*
—
Inktspaarmodus
Dun papier
kopiëren
U kunt ervoor kiezen om
meerdere kopieën te
laten stapelen of sorteren.
U kunt N op 1, 2 op 1 ID,
of posterkopieën maken.
U kunt de instellingen
voor dubbelzijdig printen
kiezen.
U kunt verschillende
instellingen voor kopiëren
opgeven, zoals
Boek kop. en
Watermerk kop.
Zie .
Favoriete
instellingen
78
Boek kop.
Watermerk kop.
Opslaan—Favoriet: 1
Naam wijzigen
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Favoriet: 2
Favoriet: 3
U kunt uw favoriete
instellingen opslaan.
Menu en functies
Kopieerinstellingen voor het watermerkC
Optie1Optie2Optie3Optie4OmschrijvingenPagina
Sjabloon
bewerken
Tekst—VERTROUWEL.*
CONCEPT
KOPIE
PositieA
B
C
D
E*
F
G
H
I
Hiermee gebruikt u een
sjabloon om tekst als
watermerk in uw
document te plaatsen.
Zie .
Patroon
FormaatKlein
Midden*
Groot
Hoek-90
-45*
0
+45
+90
Transparantie-2
-1
0*
+1
+2
KleurZwart*
Groen
Blauw
C
Paars
Rood
Oranje
Geel
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
79
Optie1Optie2Optie3Optie4OmschrijvingenPagina
Afbeeld.
gebruiken
Scan
(
Geef het
watermerkdocument
op en druk op
Start.)
Media
(Kies een
afbeelding op de
media)
Transparantie -2
-1
0*
+1
+2
PositieA
B
C
D
E*
F
G
H
I
Patroon
FormaatKlein
U kunt een logo of tekst
als watermerk op uw
document afdrukken door
een papieren document
te scannen.
Hiermee kunt u een
afbeelding (logo of tekst)
op een verwisselbaar
medium als watermerk in
uw document plaatsen.
Zie .
Midden*
Groot
Hoek-90
-45*
0
+45
+90
Transparantie -2
-1
0*
+1
+2
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
80
Menu en functies
FotoC
Niveau1Niveau2Niveau3OptiesOmschrijvingenPagina
Foto’s kijken
Foto verbet.Verbeteren
(Alle foto's
afdrukken)
(Diavoorst.)
Auto Correct
(
(
Auto Correct
(
Huid verbeteren
Zie de
afdrukinstellingen
in de volgende
)
tabel.
Zie de
afdrukinstellingen
in de volgende
)
tabel.
)
U kunt alle foto's op uw
geheugenkaart of USBflashgeheugenstation
afdrukken.
De machine start een
diavoorstelling van uw
foto's.
De machine bepaalt dan
het meest geschikte
effect voor uw foto.
Met deze instellingen kunt
u uw foto's aanpassen.
30
Zie .
(
Landschap verb.
(
Rood-oog Verw.
(Nachtfoto)
(Tegenlicht)
(Whiteboard)
(Monochroom)
(Sepia)
)
)
C
(
Rode ogen aut.
corr. en verw.
Trimming—U kunt uw foto bijsnijden
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
)
en een gedeelte van de
afbeelding afdrukken.
81
Niveau1Niveau2Niveau3OptiesOmschrijvingenPagina
Index afdr.Index
6 Images/Regel
5 Images/Regel
Zie Afdrukinstellingen voor de indexpagina
U kunt een pagina met
miniaturen afdrukken.
Zie .
uu pagina 84.
Foto’s
afdrukken
—Zie de
afdrukinstellingen
U kunt een enkele
afbeelding afdrukken.
in de volgende
tabel.
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
AfdrukinstellingenC
Optie1Optie2Optie3Optie4OmschrijvingenPagina
Printkwaliteit
(Niet beschikbaar
voor DPOFafdrukken.)
PapiersoortNormaal pap.
Normaal
Foto*
Inkjetpapier
——Hiermee kunt u de
afdrukkwaliteit kiezen.
——Hiermee kunt u de
papiersoort kiezen.
Zie .
Brother BP71
Brother BP61
Glossy anders
Papierform.10x15cm*
13x18cm
A4
Letter
Helderheid
(Niet beschikbaar
als u
Verbeteren
Donker
-2
-1
hebt gekozen.)
+1
+2
*
(Als A4 of Letter
is gekozen)
8x10cm
—Hiermee kunt u het
papier- en afdrukformaat
kiezen.
9x13cm
10x15cm
13x18cm
15x20cm
Max. afm.*
——Hiermee kunt u de
Licht
0
helderheid instellen.
82
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
Optie1Optie2Optie3Optie4OmschrijvingenPagina
Contrast
(Niet beschikbaar
als u
Verbeteren
hebt gekozen.)
——Hiermee kunt u het
Zie .
contrast instellen.
-2
-1
0
+1
+2
Kleur aanp.
(Niet beschikbaar
Aan
Uit*
als u
Verbeteren
hebt gekozen.)
Bijsnijd(crop)
Aan*
Uit
Zonder randAan*
Uit
Datum afdr.
(Niet beschikbaar
Aan
Uit*
voor DPOFafdrukken.)
Wit Balans
Scherpte
Kleurdensiteit
-2
-1
0
+1
+2
-2
-1
0
+1
+2
-2
-1
0
+1
+2
Hiermee kunt u de tint van
witte vlakken aanpassen.
Hiermee kunt u het detail
van de afbeelding
verbeteren.
Hiermee kunt u de totale
hoeveelheid kleur in de
afbeelding aanpassen.
——Hiermee kunt u de
afbeelding rond de marge
bijsnijden om deze aan
het papierformaat of het
afdrukformaat aan te
passen. Zet deze functie
uit wanneer u hele
afbeeldingen wilt
afdrukken of ongewenst
bijsnijden wilt vermijden.
——Hiermee wordt het
afdrukgebied uitgebreid
naar de randen van het
papier.
——Hiermee kunt u de datum
op foto's laten afdrukken.
C
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
83
Optie1Optie2Optie3Optie4OmschrijvingenPagina
Nieuwe
standaard
Fabrieksinstell.
Printkwaliteit
Papiersoort
Papierform.
Helderheid
Contrast
Kleur aanp.
Bijsnijd(crop)
Zonder rand
Datum afdr.
———U kunt alle
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
——U kunt uw
afdrukinstellingen
opslaan als
standaardinstellingen.
fabrieksinstellingen
herstellen.
Zie .
Afdrukinstellingen voor de indexpaginaC
Optie1Optie2Optie3Optie4OmschrijvingenPagina
PapiersoortNormaal pap.*
Inkjetpapier
Brother BP71
Brother BP61
Glossy anders
Papierform.A4*
Letter
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
——Hiermee kunt u de
papiersoort kiezen.
——Hiermee kunt u het
papierformaat kiezen.
Zie .
84
Menu en functies
InktC
Niveau1Niveau2Niveau3OptiesOmschrijvingenPagina
InktTestafdruk—
Reinigen—Zwarte inkt
Inktvolume——Hiermee kunt u
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Printkwaliteit
Instel kantlijn
Kleur
Alle inkt
Hiermee kunt u de
afdrukkwaliteit of uitlijning
controleren.
Hiermee kunt u de
printkop reinigen.
controleren hoeveel inkt
beschikbaar is.
43
43
Zie .
SchijfC
Niveau1Niveau2Niveau3OptiesOmschrijvingenPagina
SchijfKop. van
schijf
Kop. van foto ——
Afdrukken van
kaart
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
——U kunt afdrukken op
bedrukbare media, zoals
op een cd-r/rw, dvd-r/rw
en Blu-ray Disc™.
——
Zie .
C
85
Tekst invoerenC
Opmerking
Wanneer u bepaalde menuopties instelt, dient u wellicht tekst in de machine in te voeren. Druk op
om te schakelen tussen letters, nummers en speciale tekens. Aan elke lettertoets op het LCDscherm zijn maximaal vier letters toegewezen. Door herhaaldelijk op de betreffende toets te
drukken, wordt het gewenste teken beschikbaar.
Spaties invoegen C
Om een spatie in te voeren, drukt u op om speciale tekens te kiezen en drukt u vervolgens op
de spatietoets of .
De beschikbare tekens kunnen per land verschillen.
Correcties aanbrengenC
Gebruik de pijltoetsen om de cursor onder een onjuist teken te plaatsen als u een verkeerd teken
hebt ingevoerd en u deze wilt wijzigen. Druk vervolgens op . U kunt nu het juiste teken
invoeren. U kunt ook letters invoegen door de cursor te verplaatsen en een teken in te voeren.
Letters herhalenC
Als u een teken wilt invoeren die op dezelfde toets staat als de vorige letter, drukt u op c om de
cursor naar rechts te verplaatsen en drukt u daarna opnieuw op de toets.
86
Opmerking
SpecificatiesD
D
AlgemeenD
Dit hoofdstuk bevat een overzicht van de specificaties van de machine. Ga voor uitgebreidere
specificaties naar http://www.brother.com/
PrintertypeInkjet
.
PrintkopZwart-wit:
Kleur:
Geheugencapaciteit64 MB
LCD (Liquid Crystal Display)Touchscreen 3,3 inch (82,8 mm) TFT LCD-kleurenscherm
StroombronAC 220 tot 240V 50/60Hz
Stroomverbruik
1
Gemeten als de machine is aangesloten op de USB-interface.
2
Bij gebruik van de ADF, enkelzijdig afdrukken, resolutie: standaard / document: ISO/IEC 24712 afgedrukt patroon.
1
Kopieermodus:
Gereedmodus:Circa 6,5 W
Slaapstand:Circa 2,5 W
Uit:Circa 0,15 W
Piëzo met 210 1 spuitmondje
Piëzo met 210 3 spuitmondjes
Circa 24 W
2
D
87
Afmetingen
180 mm
405 mm
378 mm
374 mm
519 mm
Gewicht9,3 kg
GeluidsemissieIn bedrijf:
Geluidsemissie
Kopiëren:(Nederland)
conform ISO9296
L
PAm = 50 dB of minder
L
WAd = 6,27 B(A)
L
WAd = 5,83 B(A) (Kleur)
(België)
L
WAd = 5,81 B(A)
WAd = 5,81 B(A) (Kleur)
L
Gereed:(Nederland)
WAd = 3,1 B(A) (Mono/Kleur)
L
(België)
L
WAd = 3,02 B(A) (Mono/Kleur)
TemperatuurIn bedrijf:
Beste afdrukkwaliteit:
VochtigheidIn bedrijf:
Beste afdrukkwaliteit:
ADF (automatische
Maximaal 15 pagina's
10 tot 35 C
20 tot 33 C
20 tot 80% (niet condenserend)
20 tot 80% (niet condenserend)
3
(Papier: 90 g/m2 A4- of Letter-formaat)
documentinvoer)
Onder bepaalde voorwaarden 20 pagina's
Documentgrootte Breedte van ADF: 148 mm tot 215,9 mm
Lengte van ADF: 148 mm tot 355,6 mm
Breedte glasplaat: max. 215,9 mm
Lengte glasplaat: max. 297 mm
2
(Mono)
2
(Mono)
4
1
1
De geluidsemissie is afhankelijk van de afdrukomstandigheden.
2
Kantoorapparatuur met LWAd boven 6,30 B(A) is niet geschikt voor gebruik in ruimtes waar mensen voornamelijk
denkwerk verrichten. Dergelijke apparatuur moet in aparte ruimten worden geplaatst om geluidshinder te voorkomen.
3
Bij gebruik van standaardpapier van 64 tot 90 g/m2.
4
Bij gebruik van XEROX4200-papier van 75 g/m2, temperatuur 20 - 26 C, vochtigheid 40 - 50% zonder condensatie.