DEEL 3: BEWAREN VAN VOEDINGSWAREN IN HET APPARAAT 6
•
Koelkastcompartiment6
•
Diepvriescompartiment6
DEEL 4: REINIGING EN ONDERHOUD8
•
Ontdooien van het koelkastcompartiment8
•
Vervangen van de lamp9
DEEL 5: ALVORENS DE REPARATIEDIENST TE BELLEN1 0
DEEL 6: ONDERDELEN VAN HET APPARAAT EN DE COMPARTIMENTEN
1 1
Waarschuwing: Gebruik geen andere mechanische toestellen of anderen middelen om het ontdooiingproces te
versnellen
Waarschuwing: Gebruik geen elektrische toestellen in de bewaarladen van het toestel.
Waarschuwing: Houd de ventilatieopeningen van het toestel vrij. Waarschuwing: Beschadig het
koelcircuit van de koelkast niet.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (inbegrepen kinderen) met gereduceerde fysieke,
zintuiglijke of mentale capaciteiten, of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij ze toezicht of instructies kregen
betreffende het gebruik van het apparaat door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen
moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet spelen met het apparaat.
Indien de elektriciteitskabel beschadigd is, moet deze worden vervangen door de fabrikant of service agent of
een aangeduide persoon.
Deze gebruiksaanwijzing heeft betrekking op verschillende modellen. Daarom kunnen er
verschillen voorkomen.
DEEL 1 ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
Veiligheidsinstructies
•
Gelieve dit boekje grondig te lezen alvorens het apparaat te installeren en in te schakelen. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor een foute installatie of een verkeerd gebruik.
•
WAARSCHUWING; houd ventilatieopeningen in de behuizing van het apparaat of in de
inbouwstructuur vrij van belemmeringen.
•
Als dit apparaat in de plaats komt van een oud apparaat dat is uitgerust met een slot, dient u het slot van
het oude apparaat stuk te maken of te verwijderen om te voorkomen dat kinderen zichzelf zouden
opsluiten in de koelkast.
•
Als het model het koelmiddel isobuteen (R600a) bevat, een natuurlijk en uiterst milieuvriendelijk gas, is
voorzichtigheid geboden aangezien isobuteen uiterst ontvlambaar is. Het is belangrijk ervoor te zorgen dat
de koelmiddelleidingen niet beschadigd raken tijdens het transporteren of installeren van het apparaat.
Mocht de koelmiddelkring toch beschadigd raken, dient u open vlammen of ontstekingsbronnen te
vermijden en de kamer waarin het apparaat zich bevindt goed te ventileren.
•
Beschadig de koelmiddelkring niet.
•
Sta kinderen niet toe met het apparaat te spelen. Er mogen nooit kinderen in de
•
laden gaan zitten of aan de deur gaan hangen.
•
Maak geen gebruik van adapters of shunts, die oververhitting of verbranding
•
kunnen veroorzaken.
•
Maak nooit gebruik van oude, beschadigde voedingskabels.
•
Verdraai of buig de kabels niet en houd ze uit de buurt van hete oppervlakken.
•
Steek de stekker nooit met natte handen in het stopcontact.
•
Uw oude apparaten bevatten isolatiegassen en koelmiddelen die naar behoren
•
moeten worden afgedankt. Zorg ervoor dat de koelmiddelkring niet beschadigd raakt
•
alvorens het apparaat wordt weggevoerd om te worden afgedankt.
•
Zorg ervoor dat de kabel na installatie niet onder het apparaat zit geklemd.
Aanbevelingen
•
Ontdooi het apparaat nooit met andere elektrische apparaten (bijv. haardroger) of andere kunstmatige
middelen, en gebruik nooit scherpe metalen voorwerpen om ijs van de koelkast- of diepvrieswanden te
verwijderen, aangezien het koelsysteem daardoor beschadigd kan raken.
•
Laat geen elektrische apparaten binnenin de koelkast of diepvries werken.
•
Plaats geen (glazen of blikken) flessen met vloeistoffen (vooral geen sprankelende vloeistoffen) in de
diepvries aangezien de flessen zouden kunnen barsten tijdens het vriezen.
•
Raak de koeloppervlakken niet aan terwijl het apparaat werkt, vooral niet met natte handen, aangezien de
huid zou kunnen blijven plakken aan de koude oppervlakken.
•
Eet nooit ijs dat pas uit de diepvries werd gehaald.
Het apparaat inschakelen
•
Alvorens het in te schakelen dient u het apparaat rechtop te zetten en minstens drie uur te
•
wachten zonder het apparaat te bewegen. Op die manier krijgt de koelkring de kans om tot
•
rust te komen zodat hij daarna efficiënt kan werken.
•
Reinig het apparaat grondig, vooral binnenin, alvorens het te gebruiken (zie "Reiniging
en onderhoud").
•
Het installeren van het apparaat en de elektrische aansluitingen moet worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde technicus, in overeenstemming met de installatiehandleiding en de plaatselijke
voorschriften.
•
De procedure voor het installeren van het apparaat in de keuken vindt u in de installatiehandleiding. Dit
product is uitsluitend bestemd voor gebruik in gepaste keukenkastelementen.
•
Het apparaat moet worden aangesloten op een naar behoren geïnstalleerd en van een zekering voorzien
stopcontact. De voeding (AC) en spanning van het stopcontact moeten overeenstemmen met de gegevens
op het typeplaatje van het apparaat (het typeplaatje bevindt zich op de linker binnenkant van het apparaat).
•
Steek de stekker in een naar behoren geaard stopcontact. Als het stopcontact geen aarding heeft of als de
stekker er niet in past, is het raadzaam de hulp in te roepen van een gekwalificeerde elektricien.
•
De fabrikant is niet aansprakelijk voor het niet tot stand brengen van de
aardaansluiting zoals beschreven in dit boekje.
•
Het is mogelijk dat het apparaat een geur verspreidt wanneer het de eerste keer wordt ingeschakeld. Die
zal verdwijnen zodra het apparaat begint te koelen.
DEEL 2 BEDIENEN VAN HET APPARAAT
Instellen van de thermostaat
•
De diepvries- en koelkastthermostaten regelen de temperatuur in de respectieve
compartimenten automatisch. Hoe meer u de knop naar rechts draait (van stand
1 naar stand 5), hoe lager de temperaturen in het apparaat.
•
In de stand "0" is de thermostaat uitgeschakeld en wordt er niet gekoeld.
•
Om voedingswaren korte tijd te bewaren in het diepvriescompartiment, zet u de
knop tussen de laagste en de middelste stand (1-3).
•
Om voedingswaren lange tijd te bewaren in het diepvriescompartiment, draait u
de knop in middelste stand (3-4).
•
Opmerking: de omgevingstemperatuur, de temperatuur van pas in het
apparaat gelegde voedingswaren en de frequentie waarmee de deur van
het apparaat wordt geopend, hebben een invloed op de temperatuur in de
koelkast en de diepvries. Wijzig de temperatuurinstelling indien nodig.
•
Wanneer u het apparaat de eerste keer inschakelt, zou u het gedurende 24 uur
continu moeten laten werken zonder dat er iets in zit en zonder de deur te
openen. Als u hem onmiddellijk moet gebruiken, tracht hem dan niet te vol te
steken.
•
Als het apparaat wordt uitgeschakeld of losgekoppeld van het stroomnet, moet u
minstens 5 minuten wachten alvorens het apparaat weer in te schakelen, om
schade aan de compressor te voorkomen.
•
KOELKASTEN (met 4 sterren); De diepvries van de koelkast haalt
temperaturen van -18°C en lager.
•
PROVISIEKASTEN (zonder sterren); provisiekasten (koelkasten) hebben geen
diepvriescompartiment en kunnen koelen tot een temperatuur van 4-6°C.
"Deur open"-indicator (voor koelkasten met enkele deur met diepvriescompartiment)
•
De "Deur open"-indicator op de grendelschuif geeft aan of de deur al dan niet correct gesloten is.
•
Als de rode indicator zichtbaar is, is de deur nog open.
•
Als de rode indicator niet zichtbaar is, is de deur correct gesloten.
•
Denk eraan dat de diepvriesdeur altijd goed gesloten moet worden gehouden. Dat voorkomt dat de
voedingswaren in de diepvries zouden ontdooien, dat er te dikke ijslagen kunnen worden gevormd in de
diepvries en dat er energie wordt verspild.
Als u koelkast onvoldoende afkoelt;
• Uw koelkast is ontworpen om te werken bij kamertemperatuur intervallen vermeld in de normen, op basis
van de klimaatklasse vermeld in de informatietabel. We raden af uw koelkast te gebruiken buiten de
vermelde temperatuurwaarden met betrekking tot de efficiëntie van de koeling.
KlimaatklasseOmgevingstemperatuur C°
TTussen 16 en 43. C°
STTussen 16 en 38. C°
NTussen 16 en 32. C°
SNTussen 10 en 32. C°
•
Tropische klimaatklasse wordt beschreven als tussen 16°C en 43°C omgevingstemperaturen in
overeenstemming met EN ISO15502 normen.
•
Het toestel is conform met EN15502, IEC60335-1 / IEC60335-2-24, 2004/108/EC normen.
DEEL 3 BEWAREN VAN VOEDINGSWAREN IN HET APPARAAT
Koelkastcompartiment
Het koelkastcompartiment wordt gebruikt om verse voedingswaren enkele dagen te
bewaren.
•
Zorg ervoor dat de voedingswaren niet in contact komen met de achterwand van
het koelkastcompartiment. Laat wat ruimte rondom de voedingswaren om een
goede luchtcirculatie mogelijk te maken.
•
Plaats nooit hete voedingswaren of dampende vloeistoffen in de koelkast.
•
Plaats de voedingswaren in gesloten containers of ingepakt in de koelkast.
•
Plaats nooit vloeistoffen in onafgedichte recipiënten in de koelkast, om te
voorkomen dat het te vochtig wordt of dat er ijs wordt gevormd in de koelkast.
•
Het is raadzaam alle ingepakte vleeswaren op het glazen blad net boven het
groentevak te leggen, waar de lucht kouder is.
•
Fruit en groenten mogen onverpakt in het groentevak worden gelegd.
•
Open de deur van de koelkast niet te vaak en laat de deur nooit te lang
openstaan, om te voorkomen dat er koude lucht ontsnapt.
Diepvriescompartiment
Het diepvriescompartiment wordt gebruikt voor het invriezen van verse
voedingswaren, voor het bewaren van aangekochte diepgevroren voedingswaren
gedurende de periode die wordt aangegeven op de verpakking, en voor het maken
van ijsblokjes.
•
Voor het invriezen van verse voedingswaren; verpak verse voedingswaren in
luchtdichte en niet-lekkende verpakkingen. Ideaal zijn speciale diepvrieszakken,
aluminiumfolie (dikke folie, twee keer omwikkelen als u twijfelt over de dikte),
polyethyleen zakken en plastic recipiënten.
•
Zorg ervoor dat de in te vriezen verse voedingswaren niet in contact komen met
reeds ingevroren voedingswaren.
•
Schrijf steeds de datum en de inhoud op de verpakking en bewaar ingevroren
voedingswaren nooit langer dan de erop vermelde bewaardatum.
•
In geval van een stroomonderbreking of een storing, zal het diepvriescompartiment een voldoende lage temperatuur handhaven voor het bewaren van
de voedingswaren. Tracht echter te vermijden dat de diepvriesdeur in dergelijke
gevallen worden geopend, om te voorkomen dat de temperatuur in het
compartiment te vlug stijgt.
•
De maximale hoeveelheid verse voedingswaren die binnen 24 uur in de
diepvries kunnen worden gestoken, staat aangegeven op het
typeplaatje (zie Vriescapaciteit).
•
Plaats nooit warme voedingswaren in het diepvriescompartiment.
•
Aankopen en bewaren van diepgevroren voedingswaren; ga na of de
verpakking niet beschadigd is.
•
voedingswaren staat vermeld op de verpakking. Volg de instructies van de fabrikant
voor bewaring en gebruik. Als er geen informatie op de verpakking staat, mag het
product niet langer dan 3 maanden in de diepvries worden bewaard.
•
in het diepvriescompartiment.
•
ingevroren; ze moeten zo vlug mogelijk worden bereid om te worden opgegeten of
om opnieuw te worden ingevroren.
•
het in het diepvriescompartiment. Zodra het water volledig in ijs is veranderd, kunt u
de blokjes er uit verwijderen door met het bakje te draaien, zoals hieronder wordt
geïllustreerd.
De bewaartijd en de aanbevolen temperatuur voor de diepgevroren
Plaats diepgevroren voedingswaren zo vlug mogelijk na aankoop
Eenmaal de voedingswaren ontdooid, mogen ze niet opnieuw worden
Voor het maken van ijsblokjes vult u het ijsbakje met water en plaatst u
DEEL 4 REINIGING EN ONDERHOUD
•
Koppel het apparaat los van de voeding alvorens het
te reinigen.
•
Giet nooit water over het apparaat.
Het koelkastcompartiment moet regelmatig worden
gereinigd met een oplossing van natriumbicarbonaat en
lauw water.
•
Reinig de accessoires afzonderlijk met zeep en water.
Steek ze niet in de vaatwasmachine.
•
Gebruik geen schuurproducten, detergenten of zepen.
Na het wassen, spoelt u de oppervlakken af met schoon
water en droogt u ze zorgvuldig af. Na het reinigen, steekt
u de stekker opnieuw in het stopcontact met droge
handen.
Ontdooien van het koelkastcompartiment
•
Ontdooiing vindt automatisch plaats tijdens de werking van de koelkast; het
dooiwater wordt opgevangen in het verdampingsbakje en het water wordt
automatisch verdampt.
•
Het verdampingsbakje en de dooiwaterafvoeropening moeten regelmatig worden
gereinigd met de dooiwaterafvoerstop om te voorkomen dat het water blijft
staan op de bodem van de koelkast in plaats van naar buiten te stromen.
•
U kunt ook een ½ glas water in de afvoeropening gieten om ze langs binnen te
reinigen.
Ontdooien van het diepvriescompartiment:
WAARSCHUWING: tenzij aanbevolen door de fabrikant mag u nooit scherpe metalen
werktuigen gebruiken voor deze taak, aangezien die de koelkring zouden kunnen
beschadigen.
Na een zekere tijd zal er ijs worden gevormd op bepaalde plaatsen in het
diepvriescompartiment. Het in het diepvriescompartiment gevormde ijs moet
regelmatig worden verwijderd (gebruik de plastic schraper indien beschikbaar).
Een volledige ontdooiing is noodzakelijk wanneer de ijslaag meer dan 3-5 mm dik is,
om de doeltreffendheid van de diepvries te handhaven.
•
Zet de thermostaat de dag voordat u de diepvries wilt ontdooien in de stand "5"
om de voedingswaren volledig in te vriezen.
•
Tijdens het ontdooien moeten bevroren voedingswaren in verschillende lagen
papier worden gewikkeld en op een koude plaats worden bewaard.
De onvermijdelijke temperatuurstijging zal hun bewaartijd verkorten. Zorg er dan
ook voor dat deze voedingswaren binnen een relatief korte tijd worden
geconsumeerd.
•
Zet de thermostaatknop in de stand "0" en schakel het apparaat uit.
•
Laat de deur open om het ontdooiingsproces te versnellen. Verwijder het
dooiwater uit het compartiment.
•
Reinig de binnenkant van de diepvries met de hand met lauw water en een beetje
detergent. Gebruik nooit schuurmiddelen of bijtende reinigingsmiddelen.
•
Veeg de binnenkant van het apparaat droog, steek de stekker in het stopcontact
en draai de thermostaatknop in de stand "5". Draai de thermostaat na 24 uur
opnieuw in de gewenste stand.
Vervangen van de lamp
Vervangen van het lampje van het koelkastcompartiment:
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Druk op de haakjes aan weerszijden van het lampafdekkapje en verwijder het
afdekkampje.
3.
Vervang de lamp door een nieuwe van ten hoogste 15 W.
4.
Breng het lampafdekkapje weer aan, wacht 5 minuten en steek de stekker
opnieuw in het stopcontact.
DEEL 5 ALVORENS DE REPARATIEDIENST TE BELLEN
Als uw koelkast niet correct werkt, kan dat een heel simpele oorzaak hebben.
Controleer daarom eerst het volgende:
Het apparaat werkt niet.
Ga na of;
•
er een stroomonderbreking is,
•
de stekker correct in het stopcontact steekt of los zit,
•
de thermostaat niet in de stand "0" staat,
•
het stopcontact naar behoren werkt. Om dat te controleren, sluit u een apparaat
waarvan u weet dat het correct werkt aan op hetzelfde stopcontact.
Het apparaat werkt niet goed.
Ga na of;
•
u het apparaat niet te vol hebt gestoken,
•
de deuren wel goed gesloten zijn,
•
er voldoende ventilatieopeningen zijn in de keukenkasten, zoals aangegeven in de
installatiehandleiding.
Als de koelkast vreemde geluiden maakt.
Het koelgas dat in de koelkast circuleert, kan een licht (borrelend) geluid maken,
zelfs wanneer de compressor niet werkt. Dat is heel normaal. Als de koelkast andere
geluiden maakt, gaat u na of:
•
het apparaat stabiel geïnstalleerd werd, zoals beschreven in de
installatiehandleiding.
•
er geen voorwerpen op het apparaat staan of liggen die meetrillen.
Als er water onderin de koelkast staat,
dient u na te gaan of;
de afvoeropening voor dooiwater niet verstopt zit (gebruik de dooiwaterafvoerstop
om de afvoeropening te reinigen).
Aanbevelingen
•
Voor meer ruimte en een beter voorkomen, wordt het "koelgedeelte" van
koelkasten ingebouwd in de achterwand van het koelkastcompartiment. Wanneer
de compressor werkt, is deze wand bedekt met ijs of waterdruppels. Maak u
echter geen zorgen. Dat is heel normaal. Het apparaat moet alleen worden
ontdooid wanneer de ijslaag op de achterwand te dik wordt.
•
Als het apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt (bijvoorbeeld
wanneer u met vakantie bent), dient u de thermostaatknop in de stand w0" te
draaien. Ontdooi en reinig de koelkast met de deur open, ter voorkoming van de
vorming van schimmel en geuren.
DEEL 6 ONDERDELEN VAN HET APPARAAT EN DE COMPARTIMENTEN
1)
KOELKASTLEGVLAK
2)
GROENTEVAKLEGVLAK (VEILIGHEIDSGLAS)
3)
GROENTEVAK
4)
VOETJES
5)
THERMOSTAATKASTJE
6)
DIEPVRIESCOMPARTIMENT(*)
7)
EIERREKJE
8)
FLESSENREK
9)
MIDDENREKJE
10)
BOTERREKJE
11)
BOTERREKKAP
12)
PLASTIC SCHRAPER(*)
(*) SLECHTS BIJ BEPAALDE MODELLEN
Deze presentatie is alleen bedoeld als informatie over de onderdelen van het apparaat.
Onderdelen kunnen afhankelijk van het toestelmodel variëren.
TABLE DES MATIÈRES
PARTIE 1 : AVANT D'UTILISER L'APPAREIL
2
•
Instructions de sécurité
2
•
Recommandations
2
•
Mise en marche de l'appareil
3
PARTIE2:COMMENTUTILISERL'APPAREIL
4
•Réglage du Thermostat
4
PARTIE 3 : GARDER LES ALIMENTS DANS L'APPAREIL
6
•
Compartiment du réfrigérateur
6
•
Compartiment du congélateur
6
FR -2-
Loading...
+ 37 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.