BORETTI BIKW-76 Operating Instructions Manual

NL
FR
D
EN
BIKW-76
n o t i c e d e m p l o i
b e d i e n u n G s a n l e i t u n G
o p e r at i n G i n s t r u c t i o n s
©Boretti B.V.
BIKW-76 inductiekookplaat-11
2
VOORWOORD
Boretti feliciteert u met uw nieuwe aanwinst voor uw keuken. Tevens dankt Boretti u voor het getoonde vertrouwen in het merk door de aanschaf van dit product.
Wij adviseren u om voor het gebruik deze handleiding aandachtig door te lezen teneinde problemen te voorkomen en u ervan te verzekeren dat u als gebruiker op de hoogte bent van de juiste en veilige werking van dit product.
Mochten er ondanks het lezen van deze handleiding of tijdens het gebruik van uw Boretti vragen ontstaan, dan vernemen wij dat graag van u.
Op de achterzijde van deze handleiding kunt u de adresgegevens vinden van Boretti.
Wij wensen u veel plezier!
Boretti
NL
FR
D
EN
3
Veiligheid Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van het toestel 3 Gebruik van het apparaat 3 Voorzorgsmaatregelen tegen beschadiging 4 Voorzorgsmaatregelen bij defect van het apparaat 4
Andere voorzorgsmaatregelen 4
Beschrijving van het apparaat
Technische kenmerken 6 Bedieningspaneel 6
Gebruik van het apparaat
Display 7 Ventilatie 7
In werking stellen en gebruik van het apparaat
Voor het eerste gebruik 7 Principe van inductie 7 Tiptoetsen 8 Zone voor de sterkteregeling “ slider “ en de timerinstelling 8 Inwerkingstelling 8 Detectie van de pan 9 Aanduiding restwarmte 9 Booster functie 9 Timer functie 9 Programmeren van de kookautomaat 10 Stop&go functie 10 Herhalingfunctie 11 Functie “ warmhouden ” 11 Vergrendeling van het bedieningspaneel 12
Kookadvies
Kwaliteit van de pannen 12 Afmetingen van de pannen 13 Voorbeelden van vermogenregeling 13
Onderhoud en reiniging 13
Kleine storingen verhelpen 14
Installatievoorschriften 15
Elektrische aansluiting 16
Milieubescherming 17
Inhoudsopgave
4
Veiligheid
Veiligheidsmaatregelen voor gebruik
• Verwijder alle verpakkingen.
• De installatie en de elektrische aansluiting
van het apparaat dienen aan een erkende vak-
man toevertrouwd te worden. De fabrikant
kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor eventuele schade voortkomend uit een foutieve inbouw of aansluiting.
• Het apparaat mag enkel gebruikt worden
wanneer het gemonteerd en geïnstalleerd is in een meubel met een gehomologeerd en aangepast werkvlak.
• Het is enkel bestemd voor gewoon huishoude-
lijk gebruik (bereiding van voedingsmiddelen) met uitsluiting van alle ander huishoudelijk, commercieel of industrieel gebruik.
• Verwijder alle etiketten en zelfklevers van het Vitrokeramische glas.
• Het apparaat niet ombouwen of wijzigen.
• De kookplaat dient niet als ondergrond of
werkvlak.
• De veiligheid wordt enkel verzekerd wanneer
het apparaat volgens de vereiste voorschrif­ten op een aardleiding is aangesloten.
• Gebruik geen verlengkabel voor de aansluiting
op het elektrische net.
• Het apparaat mag niet gebruikt worden bo­ven een vaatwasmachine of een droogkast, de vrijgekomen damp kan de elektronische apparatuur beschadigen.
Gebruik van het apparaat
• Schakel de warmtebron na gebruik steeds
uit.
• Waak steeds over bereidingen die oliën en
vetten bevatten want deze kunnen vlug vlam vatten.
• Pas op voor brandwonden tijdens en na het
gebruik van het apparaat.
• Kinderen het apparaat niet laten manipule­ren.
• Verzeker u ervan dat geen enkele elektrische
kabel van een vast of los apparaat met het
warme kookvlak of met een warme pan in contact komt.
• Magnetisch gevoelige voorwerpen (credit-
cards, informatica diskettes, rekenmachines) mogen zich niet in de onmiddellijke nabijheid van het functionerende apparaat bevinden.
• Gebruik enkel de hiertoe voorziene pannen.
Bij onverhoeds aanschakelen of restwarmte zouden andere materialen kunnen smelten of ontbranden.
• Bedek het apparaat nooit met een doek of een beschermblad. Het zou kunnen verhitten
en ontvlammen.
• Dit toestel is niet geschikt voor gebruik door
personen (inclusief kinderen) met verminderd lichamelijke, zintuiglijke waarneming of gees­telijke vermogens of gebrek aan kennis en ervaring, tenzij zij begeleiding of instructies krijgen over het gebruik van het toestel door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Kinderen moeten zodanig begeleid worden
dat het zeker is dat zij niet gaan spelen met het toestel.
• Metalen voorwerpen zoals messen, vorken,
lepels en deksels mogen niet geplaatst wor­den op het glazen kookoppervlak omdat deze dan heet kunnen worden.
Voorzorgsmaatregelen tegen beschadiging
• Beschadigde pannen of pannen met ruwe bo­dem (niet geëmailleerd gietijzer) kunnen het
glas beschadigen.
• De aanwezigheid van zand of andere schuur­materialen kunnen het glas beschadigen.
• Laat geen voorwerpen (zelfs kleine) op het
glas vallen.
• Vermijd het stoten van pannen tegen de rand
van het glas.
• Verzeker u ervan dat de ventilatie van het ap­paraat verloopt volgens de instructies van de fabrikant.
• Plaats of laat geen lege pannen op de kook­plaat.
NL
FR
D
EN
5
• Vermijd het contact van suiker, synthetische
stoffen of aluminiumfolie met de hete zones.
Deze stoffen kunnen tijdens het afkoelen het
vitrokeramische oppervlak doen barsten of aantasten: schakel het apparaat uit en ver­wijder ze onmiddellijk van de nog hete zones (opgepast: risico voor brandwonden)
• Plaats nooit een warme pan op de bedie-
ningszone.
• Indien er onder het inbouwapparaat een lade
is, zorg dan voor een voldoende afstand (2 cm) tussen de inhoud van de lade en de on­derkant van het apparaat teneinde een goede ventilatie te verzekeren.
• Leg geen ontvlambare voorwerpen (bvb. sprays) in de lade onder de kookplaat. Even-
tuele bestekbakken dienen in warmtebesten­dig materiaal te zijn uitgevoerd.
Voorzorgsmaatregelen bij defect van het ap­paraat
• Bij het vaststellen van een defect, het ap­paraat uitzetten en de elektrische toevoer uitschakelen.
• Schakel onmiddellijk de elektrische stroom
van het apparaat uit indien er een barst of spleet in het Vitrokeramische glas is en ver­wittig de dienst na verkoop.
• De herstellingen dienen enkel door gespeci­aliseerd personeel te worden uitgevoerd. In
geen geval het apparaat zelf openen.
• WAARSCHUWING: Als het glazen kookopper­vlak gebroken is, schakel het toestel uit om een mogelijke elektrische schok te voorko­men.
Andere voorzorgsmaatregelen
• Zorg ervoor dat de pan steeds in het mid­den van de zone staat. De bodem van de pan
moet de zone zoveel mogelijk bedekken.
• Een magnetisch veld kan elektronische appa­ratuur beïnvloeden. Personen die een pace-
maker dragen doen er goed aan eerst de verdeler of een arts te raadplegen.
• Gebruik geen synthetische of aluminium pan­nen: deze kunnen op de nog hete zones smel­ten.
GEBRUIK GEEN AFNEEMBARE ACCESSOIRES VOOR PANNEN DIE NIET
GESCHIKT ZIJN VOOR INDUCTIEKOKEN.
KANS OP BRANDWONDEN OF AANTASTING VAN DE KOOKPLAAT.
6
Bedieningspaneel
Aanduiding Timer
Beschrijving van het apparaat
Lampjes voor keuze
van zone voor timer
Aanduiding vermogen
Warmhoud toets
Indicatie-
lampje aan/uit
aan/uit toets Zone voor de sterkteregeling “SLIDER“
en timerinstelling
Booster
toets
Pauze/
hervatten
toets
Indicatielampje
pauze/hervatten
Indicatielampje
kookzone
Technische kenmerken
* het vermogen varieert in functie van de afmetingen en het materiaal van de pannen.
Type Totaal Positie van de Diameter Nominaal Vermogen Diameter
kookzone vermogen* booster * pan
BIKW-76 7400W Links voor 210 mm 2300 W 3200 W 120 mm Links achter 180 mm 1850 W 2500 W 110 mm Rechts achter 145 mm 1400 W 1800 W 90 mm Wok 314 mm 2300 W 3000 W
NL
FR
D
EN
7
In werking stellen en gebruik van het apparaat
Voor het eerste gebruik
Poets uw toestel met een vochtige doek en droog het af. Gebruik geen glasreiniger, deze kan op
het glas een blauwachtig waas doen verschijnen.
Principe van inductie
Onder elke zone bevindt zich een inductie-spoel. Wanneer deze in werking is, produceert ze een variabel elektromagnetisch veld dat op zijn beurt inductiestroom produceert in de magnetische
bodem van de pan. Hierdoor verwarmt de pan die op de zone staat.
Uiteraard zijn aangepaste pannen vereist:
• Aanbevolen zijn alle metalen pannen met magnetische basis (eventueel met een magneet te controleren) zoals: gietijzeren ketel, zwarte ijzeren pan, geëmailleerde metalen pannen, in inox
met magnetische bodem…
• Uitgesloten zijn alle pannen in koper, inox, aluminium, glas, hout, keramiek, aardewerk, inox
zonder magnetische bodem…
De inductie zone houdt onmiddellijk rekening met de afmeting van de gebruikte pan. Is de diameter te klein dan werkt de pan niet. De diameter varieert in functie van de diameter van de zone. Wanneer de pan niet aan de kookplaat aangepast is, blijft het symbool [ U ] branden.
Gebruik van het apparaat
Ventilatie
De koelingsventilator functioneert helemaal automatisch. Hij komt langzaam op gang zodra de door de elektronica vrijgekomen calorieën een bepaalde hoeveelheid overschrijden. De ventilatie schakelt naar de tweede snelheid over wanneer het kookvlak intensief gebruikt wordt. De ventilator
vermindert snelheid en stopt automatisch zodra het elektronische circuit voldoende is afgekoeld.
Naam
Nul
Vermogenniveau Detectie pan
Onmiddellijke opwarming Foutmelding Foutmelding Restwarmte Booster
Vergrendeling
Warmtebehoud
Pauze
Display
0. 1…9
U A E F
H P L
U
II
Functie
Kookzone geactiveerd Keuze kookniveau Geen of onaangepaste pan
Automatisch koken
Defect elektronisch circuit Defect functionering zone De kookzone is warm Het turbovermogen is geactiveerd
Toetsenvergrendeling
Automatisch behoud op 70 De pauze is geactiveerd
8
• In- en uitschakelen van de kookplaat :
Actie Bedieningspaneel Display
Inschakelen Druk op [ 0/I ] [ 0 ] knipperen Uitschakelen Druk op [ 0/I ] geen of [ H ]
• In- en uitschakelen van een zone :
Actie Bedieningspaneel Display
Kiezen Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] en lampje van zone aan Instellen Glijden over de “SLIDER“ [ 0 ] tot [ 9 ] (Sterkteregeling) naar rechts of links Uitschakelen Glijden tot [ 0 ] over de “SLIDER“ [ 0 ] of [ H ] of druk op [ 0 ] [ 0 ] of [ H ]
Indien binnen de 20 seconden geen regeling is uitgevoerd, valt de elektronica terug op de wacht-
positie.
Voor de selectie van de het vermogen volstaat het om met uw vinger over de ‘Slider’ te glijden
U heeft ook de rechtstreekse toegang tot een bepaald niveau door met uw vinger het gewenste niveau rechtstreeks te selecteren.
“SLIDER“voor vermogensregeling en
timerinstelling
“SLIDER“ Directe keuze
Zone voor de sterkteregeling “ SLIDER “ en de timerinstelling
Tiptoetsen
Uw apparaat is uitgerust met tiptoetsen waarmee u de verschillende functies kan instellen. Het aanraken van de toets zet de functie in werking. Deze activering wordt weergegeven door een lichtje, een aezing en/of een geluidssignaal.
Niet op meerdere toetsen tegelijk duwen bij normaal gebruik.
NL
FR
D
EN
9
Detectie van de pan
De detectie van de pan verzekert een optimale veiligheid. De inductiekookplaat werkt niet:
• Indien er geen pan op de zone staat of wanneer de pan ongeschikt is voor inductie. In dit geval is het onmogelijk het vermogen op te voeren en het symbool [ U ] verschijnt op de display. Wanneer een pan op de zone wordt geplaatst verdwijnt de [ U ].
• De werking wordt onderbroken wanneer tijdens het koken de pan van de zone wordt genomen. Het symbool [ U ] verschijnt op de display. De [ U ] verdwijnt wanneer de pan terug op de zone wordt geplaatst. Het koken gaat door op het voordien gekozen vermogen.
Schakel de zone uit na gebruik. De pan detectie [ U ] blijft dan niet branden.
Aanduiding restwarmte
Als na het uitzetten van de zones of het volledig uitzetten van de kookplaat, de zones nog warm
zijn, wordt dit aangegeven door [ H ].Het symbool [ H ] gaat uit wanneer de zones zonder gevaar kunnen aangeraakt worden. Zolang het lampje van de restwarmte blijft branden, de zones niet
aanraken en geen enkel warmtegevoelig voorwerp op de zones plaatsen. Gevaar voor brand of brandwonden!
Booster functie
De booster functie [ P ] verleent aan de gekozen zone een opgevoerd vermogen. Indien deze functie geactiveerd is, werken deze zones gedurende 10 minuten met een aanmerke­lijk hoger vermogen. De booster is ontworpen om bijvoorbeeld snel grote hoeveelheden water te
verwarmen, zoals bij de bereiding van pasta.
• In- en uitschakelen van de booster:
Actie Bedieningspaneel Display
De zone kiezen druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] en lampje van de zone aan De booster inschakelen druk op [ P ] [ P ] De booster uitschakelen glijden over de “SLIDER“ [ P ] naar [ 0 ] of druk op [ P ] [ 9 ]
• Beheer van het maximaal vermogen:
Het geheel van de kookplaat is voorzien van een maximaal vermogen. Wanneer de booster functie geactiveerd is – en om dit maximaal vermogen niet te overschrijden – vermindert de elektronische
bediening automatisch het kookniveau van een andere zone.
Gedurende enkele seconden geeft de display van deze zone al knipperend [ 9 ] weer, vervolgens
wordt het hoogst mogelijke kookniveau weergegeven:
Gekozen zone Andere zone (bijvoorbeeld: kookniveau 9 )
[ P ] wordt weergegeven [ 9 ] wordt [ 6 ] of [ 8 ] naargelang de zone
Timer functie
De timerfunctie kan voor alle zones tegelijk gebruikt worden, dit met verschillende tijdsaanduidin­gen ( van 0 tot 99 minuten ) voor iedere zone.
10
• Regeling of wijziging van de kooktijd : Voorbeeld 16 minuten op stand 7:
Actie Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] lampje van de zone aan Het vermogen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 7 ] [ 7 ] « Timer » kiezen Druk op [ CL ] [ 00 ] Eenheden kiezen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 6 ] [ 0 aan] [ 6 knippert ] Eenheden bevestigen Druk op [ 06 ] [ 0 knippert] [ 6 aan] Tientallen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 1 ] [ 1 knippert] [ 6 aan] Tientallen bevestigen Druk op [ 16 ] [ 16 ]
De tijdsduur is ingesteld en begint te lopen.
• Uitschakelen van de timerfunctie: Voorbeeld nog 13 minuten op stand 7:
Actie Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ 7 ] van de zone [ 7 ] lampje van de zone aan « Timer » kiezen Druk op [ 13 ] [ 13 ] Eenheden uitschakelen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 0 ] [ 1 aan] [ 0 knippert] Eenheden bevestigen Druk op [ 10 ] [ 1 knippert] [ 0 aan] Tientallen uitschakelen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 0 ] [ 00 ] Tientallen bevestigen Druk op [ 00 ] [ 00 ]
• Automatisch uitschakelen op het einde van de kooktijd: Wanneer de gekozen tijd verlopen is, geeft het lampje van de timer al knipperend [ 00 ] weer en een geluidssignaal weerklinkt. Druk op [ 00 ] om het geluid en het knipperen te beëindigen.
• Gebruik van de timer zonder koken: Voorbeeld 29 minuten:
Actie Bedieningspaneel Display
De kookplaat activeren Druk op [ 0/I ] Lampjes van de zone aan « Timer » kiezen Druk op [ CL ] [ 00 ] Eenheden kiezen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 9 ] [ 0 aan] [ 9 knippert] Eenheden bevestigen Druk op [ 09 ] [ 0 knippert] [ 9 aan] Tientallen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 2 ] [ 2 knippert] [ 9 aan] Tientallen bevestigen Druk op [ 29 ] [ 29 ]
De tijdsduur is ingesteld en begint te verlopen. Wanneer de gekozen tijd verlopen is, geeft het lampje van de timer al knipperend [ 00 ] weer en een geluidssignaal weerklinkt. ,Druk op [ 00 ] om het geluid en het knipperen te beëindigen. De kookplaat schakelt uit.
Programmeren van de kookautomaat
Alle zones zijn uitgerust met een kookautomaat. De zone functioneert eerst een zekere tijd op volle
kracht en vermindert dan automatisch tot het gekozen vermogen.
NL
FR
D
EN
11
• Programmeren van de aankookautomaat:
Actie Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] lampje van de zone aan Het vermogen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 9 ] Van [ 0 ] naar [ 9 ] Kookautomaat kiezen Druk opnieuw op [ 9 ] van de “SLIDER“ [ 9 ] knippert met [ A ] Het vermogen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ van [ 9 ] naar [ 8 ] [ 7 ] (vb. « 7 ») tot [ 7 ] [ 7 ] knippert met [ A ]
• Stopzetten van de kookautomaat :
Actie Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ 7 ] van de zone [ 7 ] knippert met [ A ] Het vermogen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ [ 0 ] tot [ 9 ]
Stop&Go Functie
Deze functie onderbreekt de activiteit van de kookplaat tijdelijk en laat een herstart met dezelfde
instellingen toe.
• Aan- en uitzetten van Stop&Go :
Actie Bedieningspaneel Display
Stop&Go aanzetten druk 2s op [ II ] [ II ] aan Stop&Go uitzetten druk 2s op [ II ] Druk op een andere toets of [ II ] uit glijd over “SLIDER“
Herhalingfunctie
Na het uitzetten van de kookplaat [ 0/I ] is het mogelijk de laatst gekozen instellingen te herhalen:
• Staat van alle zones (vermogen)
• Minuten en seconden van de geprogrammeerde zones door de timers
• Functie “Automatisch koken”
• Warmhoud functie
De herhalingsprocedure is als volgt:
• Duw op de toets [ 0/I ]
• Vervolgense tegelijkertijd, en binnen de 6 seconden de beide achterste zones selecteren. De vorige instellingen zijn opnieuw actief
Functie “ Warmhouden ”
Deze functie warmhouden maakt het mogelijk een temperatuur van 70° te bereiken en automa­tisch te behouden. Dit voorkomt dat vloeistoffen overlopen en dat uw gerechten aan de bodem
van de pan gaan kleven.
12
Kwaliteit van de pannen Aangepaste pannen: staal, geëmailleerd staal,
gietijzer, inox met magnetische bodem, alumi­nium met magnetische bodem.
Niet aangepaste pannen: aluminium en inox
zonder magnetische bodem, koper, messing, keramiek, porselein. De fabrikanten vermelden of hun producten ge­schikt zijn voor inductie.
Om u ervan te verzekeren of de pannen geschikt zijn:
• Giet een beetje water in een pan en plaats deze op een inductie zone ingesteld op [ 9 ]. Het water moet binnen enkele seconden
opwarmen.
• Houd een magneet tegen de bodem van de pan. De magneet moet blijven plakken.
Sommige pannen zoemen wanneer ze op een inductiezone geplaatst worden. Dit wil niet
zeggen dat het apparaat defect is en het beïn­vloedt geenszins het functioneren.
• Aanzetten, stopzetten van de functie “ Warmhouden “:
Actie Bedieningspaneel Display
De zone kiezen druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] tot [ 9 ] of [ H ] « Warmhouden » activeren druk op [ U ] van de “SLIDER“ [ U ] « Warmhouden » stoppen druk op [ U ] van de zone [ U ] Glijd over de “SLIDER“ [ 0 ] tot [ 9 ] of [ H ]
Deze functie kan onafhankelijk gebruikt worden bij alle zones. Wanneer de pan de zone verlaat, blijft de functie “ Warmtebehoud “ actief gedurende ongeveer 10 minuten. De maximale duur van het warmhouden is 2 uur.
Vergrendeling van het bedieningspaneel
Om te vermijden dat een selectie van de kookplaat wordt gewijzigd, bijvoorbeeld bij het poetsen
van het glas, kan het bedieningspaneel worden vergrendeld (behalve de toets aan/uit [ 0/I ]).
• Vergrendeling :
Actie Bedieningspaneel Display
De kookplaat activeren druk op [ 0/I ] [ 0 ] op de 4 zone lampjes Kookplaat vergrendelen tegelijk drukken op [ P ] en geen wijziging [ 0 ] van de zone rechts voor druk opnieuw op [ 0 ] [ L ] op de 4 zone lampjes
• Ontgrendeling :
Actie Bedieningspaneel Display
De kookplaat activeren druk op [ 0/I ] [ 0 ] op de 4 zone lampjes
Binnen de 5 sekonden na het activeren van de kookplaat :
Kookplaat ontgrendelen tegelijk drukken op [ P ] en [ 0 ] op de 4 zone lampjes [ L ] van de zone rechts voor druk op [ P ] alle zone lampjes uit
Kookadvies
NL
FR
D
EN
13
Voorbeelden van vermogensregeling
(de hieronder vermelde waarden zijn enkel richtgevend)
Smelten
Opwarmen Opzwellen Ontdooien
Stoom
Water
Zachtjes koken
Koken, braden
Braden, op kooktemperatuur brengen Braden Op kooktemperatuur brengen
1 - 2
2 - 3
3 - 4 4 - 5
6 - 7
7 - 8 9 P
Sauzen, boter, chocolade, gelatine Kant- en klaargerechten
Rijst, pudding en bereidde gerechten
Groenten, vis, diepgevroren producten Groenten, vis, vlees Gekookte aardappelen, soep, pasta, verse
groenten
Vlees, lever, eieren, braadworsten Goulash, rollade, pens
Aardappelen, beignets, platte koeken
Steaks, omeletten, water
Aan de kook brengen van grote hoeveelhe­den water
Onderhoud en reiniging
Laat het apparaat eerst afkoelen, anders is er risico voor brandwonden.
• Verwijder de kookresten met een beetje wa-
ter met afwasproduct of een in de handel aanbevolen product voor vitrokeramisch glas.
• Gebruik in geen geval toestellen die met “stoom” of met “druk” werken.
• Geen voorwerpen gebruiken die het vitro-
keramisch glas kunnen beschadigen (zoals schuursponzen of mespunten…)
• Gebruik geen schuurproducten, deze kunnen
het apparaat beschadigen.
• Droog het apparaat met een goede doek.
• Verwijder onmiddellijk suiker of spijzen die
suiker bevatten!
Afmetingen van de pannen
De zones passen zich in zekere mate auto­matisch aan de diameter van de pan aan. De
bodem van deze pan dient wel een minimum diameter te hebben in functie van de diameter van de gekozen zone.
Plaats de pan goed in het midden van de zone
om een optimaal rendement van uw kooktafel te krijgen.
14
Kleine storingen verhelpen
De kookplaat of de zone werkt niet :
• de kookplaat is slecht op het elektrisch net aangesloten
• de veiligheidszekering is gesprongen
• kijk na of de vergrendeling niet is ingeschakeld
• de tiptoetsen zijn met water of vet bespat
• er staat een voorwerp op de tiptoetsen
Het symbool [ U ] licht op :
• er staat geen pan op de zone
• de pan is niet geschikt voor inductie
• de diameter van de bodem van de pan is te klein in vergelijking met de zone
Het symbool [ E ] licht op :
• Het elektronisch systeem is ontregeld.
• Ontkoppel de kookplaat en sluit opnieuw aan.
Een enkele zone of alle zones vallen uit :
• de veiligheid is in werking getreden
• deze treedt in werking wanneer u vergeten heeft een zone uit te schakelen
• de veiligheid treedt eveneens in werking wanneer één of meerdere tiptoetsen bedekt zijn
• een kookpan is leeg en de bodem is oververhit
• de kookplaat beschikt eveneens over een automatische vermindering van het vermogen en van
een automatische uitschakeling bij oververhitting
De ventilator blijft doorwerken na het uitzetten van de kooktafel :
• dit is geen defect, de ventilator beveiligt zo de elektronische apparatuur
• de ventilator stopt vanzelf.
De bediening van automatisch koken treedt niet in werking :
• de zone is nog warm [ H ]
• het maximum kookniveau staat aan [ 9 ]
Bedieningspaneel geeft [ L ] :
• Zie hoofdstuk vergrendeling.
Het symbool [ U ] licht op :
• Zie hoofdstuk “Warmhouden“.
Het symbool [ II ] licht op :
• Zie hoofdstuk “Stop&Go“.
NL
FR
D
EN
15
Installatievoorschriften
De montage dient enkel door erkende specialis­ten te worden uitgevoerd.
De installateur dient de plaatselijke wetten en
normen na te leven.
Plaatsen van de waterdicht strip
De zelfklevende strip geleverd met het appa­raat vermijdt infiltratie in het meubel.
Het plaatsen dient met grote zorg volgens de
tekening rechts te worden uitgevoerd. De beschermfolie (3) verwijderen en de dich-
tingstrip (2) op de rand van de kookplaat plak­ken op 2 mm van de buitenrand.
2 mm
Inbouw
De uitsparing in het tablet volgens model kook­plaat :
• De afstand tussen de kookplaat en de muur dient minstens 50 mm te bedragen.
• De kookplaat is een apparaat toebehorend aan de beschermingsklasse « Y ». Ingebouwd
mag zich een hoge kastwand of een muur aan een zijde en aan de achterzijde bevinden. Aan de andere zijde mag geen enkel meubel of ap­paraat hoger zijn dan het kookvlak.
• De bekledingen van de werkbladen dienen te
worden uitgevoerd in warmtebestendige ma-
terialen (100°C)
• De materialen van het werkblad kunnen op-
zwellen bij contact van vocht. Om de uitsnij­ding te beschermen, bestrijk deze met een vernis of een speciale lijm.
• De strippen aan de muurranden dienen hit­tebestendig te zijn.
• Installeer de kookplaat niet boven een niet
geventileerde oven of een vaatwasmachine.
• Onder de omkasting van het apparaat een afstand van 20 mm voorzien om een goede
verluchting van de elektronische apparatuur te verzekeren.
• Indien er zich een lade onder de kookplaat be­vindt, vermijd er ontvlambare voorwerpen in
op te bergen (bv. spray) en voorwerpen die
niet warmtebestendig zijn.
• Voor de afstand tussen de kookplaat er de
erboven geplaatste dampkap, dient u de in­structies van de fabrikant van de dampkap te volgen. Bij gebrek aan instructies, dient u een afstand van minimum 760 mm te res­pecteren.
• De verbindingskabel mag na aansluiting aan
geen enkele mechanische spanning onderhe­vig zijn, zoals bijvoorbeeld een lade.
Apparaat Uitsparing voor vlakbouw
breedte x diepte
BIKW-76 765 x 495 mm
16
Elektrische aansluiting
• De installatie en de aansluiting op het elektrische net mag enkel toevertrouwd worden aan een
vakman (elektricien) die op de hoogte is van de voorgeschreven normen.
• Na het monteren moeten de stukken die onder spanning staan beschermd blijven.
• De nodige aansluitgegevens staan op het kenplaatje en het aansluitingsplaatje aan de onderkant
van het apparaat.
• Het apparaat dient door middel van een meerpolige stroomonderbreker van het net gescheiden te zijn. Staat deze open (niet aangesloten), dan moet de contactopening minstens 3mm bedra-
gen.
• Het elektrische circuit dient van het net gescheiden te zijn door middel van de nodige voorzie­ningen zoals bijvoorbeeld beveiligingsschakelaars, zekeringen, differentiële schakelaars en con-
tacten.
• Indien het toestel niet voorzien is van een bereikbaar stopcontact, dan moeten middelen voor
uitschakeling aan de vaste installatie toegevoegd worden inovereenstemming met de instal­latieregeling.
• De voedingsslang moet zo geplaatst worden zodat deze de hete delen van de kookplaat of de
oven niet raakt.
Let op !
Dit apparaat is voorzien voor een aansluiting op een netspanning van 230V~ 50 / 60 HZ Verbind steeds de aarding. Respecteer het aansluitingsschema. De aansluitdoos bevindt zich
onder de kookplaat. Om het deksel te openen, gebruik een schroevendraaier en plaats deze in de 2 gleuven voor de 2 pijlen.
Voeding Aansluiting Kabelsectie Kabel Zekering
230V~ 50/60 Hz (BE) 1 Fase + N 3 x 2.5 mm² H 05 VV – F 25 A H 05 RR – F 400V~ 50/60Hz (BE) 2 Fasen + N 4 x 1.5 mm² H 05 VV – F 16 A H 05 RR – F
* berekend met de coëfciënt van gelijktijdigheid volgens de standaard EN 60 335-2-6/1990
Aansluiting van de kookplaat
Gebruik voor de verschillende aansluitingen de bruggen in messing die zich in de aansluitdoos
bevinden.
Een fase 230V~1P+N: Plaats een brug tussen 1 en 2, dan tussen 4 en 5. Verbind de aarding met de aansluitklem “aarde”, neutraal N met de aansluitklem 4 of 5, de fase L op de aansluitklem 1 of 2.
NL
FR
D
EN
17
• de verpakkingsmaterialen zijn ecologisch en recycleerbaar.
• de elektronische apparaten bevatten edele metalen. Informeer u bij uw Gemeente over de recyclagemogelijkheden.
Mocht u om wat voor reden dan ook het ap­paraat willen afdanken, houdt u zich dan aan het volgende:
Bezorg het apparaat bij het plaatselijk bevoeg­de bedrijf voor het inzamelen van afgedankte huishoudelijke apparaten. Met een correcte verwerking kunnen waardevolle materialen op
intelligente wijze gerecycled worden. Voordat
u uw apparaat wegdoet is het belangrijk dat u de elektrische voedingskabel afsnijdt en sa-
men met de stekker verwijderd. Dit apparaat
is voorzien van het merkteken conform de Europese richtlijn 2002/96EG betreffende af­gedankte elektrische en elektronische appara-
tuur. De richtlijn bepaalt de normen voor het inzamelen en recyclen van de afgedankte appa-
ratuur welke gelden voor het gehele territorium
van de Europese Unie.
Milieuvoorschriften
We kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor ongevallen voortkomend uit een slechte
aansluiting of ongevallen die gebeuren door toestellen zonder of met een defecte aarding.
Twee fasen 400V~2P+N: Plaats een brug tussen 1 en 2 dan tussen 4 en 5. Verbind de aarding
met de aansluitklem “aarde”, neutraal N met de aansluitklem 4 of 5, fase L1 met de aansluitklem 1 en fase L2 met de aansluitklem 2.
Let op ! De draden goed doorsteken en de schroeven goed aandraaien.
18
Avant-propos
Boretti vous félicite de cette nouvelle acquisition pour votre cuisine. Boretti vous remercie également de la conance que vous manifestez pour notre marque en
achetant ce produit.
Avant d’en faire usage, nous vous conseillons de lire attentivement son mode d’emploi an d’éviter tout problème et de vous garantir une utilisation correcte et en toute sécurité.
Si vous aviez cependant des questions à la lecture de ce mode d’emploi ou en cours d’utilisation de votre produit Boretti, n’hésitez pas à nous en faire part.
Vous trouverez les coordonnées de Boretti au verso de ce mode d’emploi.
Nous vous souhaitons un usage agréable !
Boretti
NL
FR
D
EN
19
Sécurité Precautions avant utilisation en cuisson 20 Utilisation de l’appareil 20 Precautions pour ne pas deteriorer l’appareil 20 Precautions en cas de defaillance de l’appareil 21 Autres protections 21
Description de l’appareil
Caracteristiques techniques 22 Bandeau de commande 22
Utilisation de l’appareil
Affichage 23 Ventilation 23
Mise en route et gestion de l’appareil
Avant la premiere utilisation 23 Principe de l’induction 23 Touches sensitives 24 Zone de selection de puissance “ slider “ et de reglage de la minuterie 24 Mise en route 24 Detection de recipient 25 Indicateur de chaleur residuelle 25 Fonction booster 25 Fonction minuterie 26 Programmation d’automatisme de cuisson 27 Fonction pause 28 Fonction rappel 28 Fonction « maintien au chaud » 28 Verrouillage du bandeau de commande 29 Conseils de cuisson 29
Qualite des casseroles
Dimension des casseroles 30 Exemples de reglage des puissances de cuisson 30
Entretien et nettoyage 30
Que faire en cas de probleme 31
Instructions d’installation 32
Connexion electrique 33
Protection de l’environnement 35
Sommaire
20
Securite
• Retirez toutes les parties de l’emballage.
• L’installation et le branchement électrique de l’appareil sont à coner à des spécialis­tes agrées. Le fabricant ne saurait être tenu responsable des dommages résultant d’une erreur d’encastrement ou de raccordement.
• L’appareil ne doit être utilisé que s’il est mon­té et installé dans un meuble et un plan de travail homologué et adapté.
• Son utilisation est uniquement destinée à l’usage domestique habituel (préparation des aliments), à l’exclusion de toute autre utilisation domestique, commerciale ou indu-
strielle.
• Enlevez toutes les étiquettes et autocollants du verre vitrocéramique.
• Ne pas transformer ou modier l’appareil.
• La table de cuisson ne doit pas servir de sup-
port ou de plan de travail.
• La sécurité n’est assurée que si l’appareil est raccordé à une terre de protection conforme aux prescriptions en vigueur.
• Pour le raccordement au réseau électrique n’utilisez pas de rallonge.
• L’appareil ne doit pas être utilisé au-dessus d’un lave-vaisselle ou d’un sèche-linge : les va­peurs d’eau dégagées pourraient détériorer l’électronique.
Utilisation de l’appareil
• Coupez toujours les foyers après utilisation.
• Surveillez constamment les cuissons qui utili-
sent des graisses et des huiles, car elles sont
susceptibles de s’enammer rapidement.
• Prenez garde aux risques de brûlures pen­dant et après l’utilisation de l’appareil.
• Assurez-vous qu’aucun câble électrique d’appareil xe ou mobile ne vienne en contact
avec la vitre ou la casserole chaude.
• Les objets magnétisables (cartes de crédits, disquettes informatiques, calculatrices) ne doivent pas se trouver à proximité immédiate de l’appareil en fonction.
• Les objets métalliques tels que des couteaux, des fourchettes, des cuillères et des couver­cles ne devraient pas être placés la surface vitrée puisqu’ils peuvent devenir chauds.
• De façon générale ne placez aucun objet métallique autre que les récipients de chauffe sur la surface vitrée. En cas d’enclenchement intempestif ou de chaleur résiduelle, celui-ci risquerait selon le matériau de chauffer, de fondre ou de commencer à brûler.
• Ne jamais couvrir l’appareil d’un chiffon ou d’une feuille de protection. Il pourrait devenir très chaud et prendre feu.
• Cet appareil n’est pas destiné à être utilisé par des personnes (enfants y compris) ayant des facultés physiques, sensorielles ou men­tales réduites, ou un manque d’expérience et de connaissance, à moins qu’elles aient eu des explications concernant l’utilisation de l’appareil par une personne chargée de leur sécurité.
• Les enfants doivent être informés pour s’assurer qu’ils ne jouent pas avec l’appareil.
Précautions pour ne pas détériorer l’appareil
• Les casseroles à semelles brutes (fonte non émaillée,…) ou abîmées peuvent endomma­ger la vitrocéramique.
• La présence de sable ou d’autres matériaux abrasifs peut endommager la vitrocéra­mique.
• Evitez de faire chuter des objets, mêmes pe­tits, sur la vitrocéramique.
• Ne heurtez pas les bords de la vitre avec les
casseroles.
• S’assurer que la ventilation de l’appareil se
fasse suivant les instructions du construc­teur.
• Ne posez pas ou ne pas laisser de casseroles
vides sur la table de cuisson.
• Eviter que le sucre, les matières synthé­tiques ou une feuille d’aluminium ne touchent les zones chaudes. Ces substances peuvent
NL
FR
D
EN
21
au refroidissement provoquer des cassures ou d’autres modications de la surface vitro­céramique: Eteindre l’appareil et enlevez-les immédiatement de la zone de cuisson encore chaude (attention : risque de brûlures).
• Ne placez jamais de récipients chauds au
dessus de la zone de commande.
• Si un tiroir est situé sous l’appareil encastré, assurer un écart sufsant (2 cm) entre le contenu de ce tiroir et la partie inférieure de l’appareil an d’assurer une bonne ventilation.
• Ne déposez pas d’objets inammables (ex. sprays) dans le tiroir placé sous la table de cuisson. Les éventuels casiers à couverts doivent être en matériau résistant à la cha-
leur.
Précautions en cas de défaillance de l’appareil
• Si un défaut est constaté, il faut débrancher l’appareil et couper l’alimentation électrique.
• En cas de fêlure ou de ssure de la vitrocé­ramique il faut impérativement débrancher l’appareil du réseau électrique et prévenir le service après-vente.
• Les réparations doivent être entreprises exclusivement par un personnel spécialisé. N’ouvrez en aucun cas l’appareil vous-même.
ATTENTION : Si la surface vitrée est ssurée, coupez l’alimentation de l’appareil pour éviter une éventuelle décharge électrique.
Autres protections
• Assurez-vous que le récipient de cuisson soit toujours centré sur la zone de cuisson. Le fond de la casserole doit autant que possible
couvrir la zone de cuisson.
• Pour les utilisateurs portant un régulateur de rythme cardiaque, le champ magnétique
pourrait influencer son fonctionnement. Nous
recommandons de se renseigner auprès du revendeur ou du médecin.
• N’utilisez pas de récipients en matière syn­thétique ou en aluminium : ils pourraient fondre sur des foyers encore chauds.
NE PAS UTILISER D’ACCESSOIRES AMOVIBLES INTERMEDIAIRES POUR
FAIRE CHAUFFER DES CASSEROLES NON ADAPTEES A L’INDUCTION.
RISQUES DE BRULURES ET DE DETERIORATION DE LA TABLE.
Loading...
+ 47 hidden pages