Blaupunkt PARIS RCM 104 User Manual [nl]

DEUTSCH
Gebruiksaanwijzing
Paris RCM 104
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLAND
ESPAOL
PORTUGUES
1
24
ENGLISH
2322212019 18 17 15 14 13
1625
FRANÇAIS
ITALIANO
12
1
NEDERLAND
32
45
87
111096
SVENSKA
ESPAOL
PORTUGUES
3
Inhoud
Beknopte gebruiksaanwijzing ..... 73
Belangrijke aanwijzingen............. 77
Wat u beslist moet lezen....................... 77
Verkeersveiligheid................................. 77
Inbouw/aansluiting............................. 77
Optische indicatie als diefstalbe-
veiliging.............................................. 77
KeyCard ................................................ 77
KeyCard vervangen........................... 78
Radio-gebruik met RDS
(Radio Data System) ...................... 78
AF - Alternatieve-Frequentie ................. 78
REG-Regionaal ..................................... 78
Golfband kiezen .................................... 79
Zoekafstemming Handmatig op zenders afstemmen
<< >>..................................................... 79
Gevoeligheid van de zoekafstemming
instellen ................................................. 79
Stereo - mono wisselen (FM)................ 79
Veranderen van geheugenniveau (FM) 79
Zenders programmeren ........................ 79
Sterkste zenders automatisch
programmeren met Travelstore ............ 80
Geprogrammeerde zenders oproepen.. 80 Geprogrammeerde zenders laten horen
met Preset Scan ................................... 80
Zenders laten horen met Radio-Scan ... 80
/ ........................... 79
Ontvangst verkeersinformatie met
RDS-EON....................................... 81
Voorrang voor verkeersinformatie aan-/
uitzetten ................................................ 81
Waarschuwingssignaal ......................... 81
Waarschuwingssignaal uitzetten ....... 81
Automatische zoekafstemming ............. 81
Instellen geluidsvolume voor
verkeersinformatie ................................ 81
Cassette-weergave....................... 82
Cassette inschuiven .............................. 82
Cassette uitnemen ................................ 82
Snelspoelen .......................................... 82
Wisselen van spoor (Autoreverse) ........ 82
Wisselen van bandsoort met MTL ........ 82
Dolby B-NR*.......................................... 83
Muzieknummers overslaan/herhalen
met CPS................................................ 83
Radio luisteren bij snelspoelen
met RM (Radio Monitor)........................ 83
Geluidsbron omschakelen
met SRC (Source = bron) ..................... 83
Onderhoud ............................................ 83
Programmeren met DSC .............. 84
Bedienen van een CD-wisselaar
(optie) ............................................ 86
Wisselaar-functie inschakelen
met SRC op de autoradio ..................... 86
Cd kiezen/
titel kiezen met tuimelschakelaar .......... 86
SCAN .................................................... 86
MIX........................................................ 86
CD-namen invoeren/tonen.................... 87
CD-namen wissen................................. 87
Overzicht van de door de fabriek ingestelde basisinstellingen met DSC... 88
Appendix ....................................... 88
Technische gegevens ........................... 88
72
Beknopte gebruiksaanwijzing
1 Aanzetten:
Op ON drukken (de KeyCard moet in­geschoven zijn), het toestel speelt op vooraf ingestelde volume.
Uitzetten: ON-toets ca. 1 sec. ingedrukt houden.
Als het toestel met ON werd aangezet, kan met de KeyCard in- en uitgescha­keld worden (KeyCard - de passieve diefstalbeveiliging). Het toestel kan ook via het contact wor­den uitgezet (indien zo aangesloten). Na het uitzetten van het contact herin­nert een dubbele pieptoon u er aan, dat u voordat u uit de auto stapt de Key­Card er uit zou moeten halen.
Als het contact uit staat (KeyCard is ingeschoven) kunt u het toestel zo ver­der gebruiken. Ca. 8 sec. na het uitzetten van het con­tact op “ON” drukken. Het toestel wordt aangezet.
Na een speelduur van een uur wordt het toestel ter bescherming van de accu automatisch uitgezet.
2 Volume veranderen
VOL+ / VOL- indrukken.
Telkens na het aanzetten hoort u het toestel op het vooraf ingesteld volume (VOL FIX). VOL FIX kan veranderd worden (zie “Programmeren met DSC”).
T - wisselschakelaar
3 FM
indrukken om over te schakelen. Volgorde: golflengte FM (UKW), geheu­genniveau I, II, Travelstore)
• Overschakelen van MG/LG naar FM. Functie wordt bij het overschakelen overgeslagen als reeds FM aan staat.
• Overschakelen naar zender-geheu­genniveau I, II.
• Travelstore-geheugenniveau aanzet­ten.
Extra functie De zes sterkste zenders met Travel­store programmeren.
T drukken tot zoekafstemming
Op FM op het display begint.
4 M•L - wisselschakelaar
voor middengolf en lange golf..
5 -dB - volume ineens veranderen
Door het indrukken van de -dB-toets hebt u de mogelijkheid om ineens het volume zacht te zetten. Het display toon MUTE. Deze functie wordt weer opgeheven door kort op de -dB-toets of op VOL+ te drukken. Als op VOL- wordt gedrukt, is het nor­male volume gelijk aan het -dB (mute)­volume. Het mute-volume is als volgt te pro­grammeren:
gewenst volume instellen.
-dB 2 sec. indrukken (Beep klinkt). Dit volume is als mute-volume gepro­grammeerd.
Extra functie
Ingestelde waarden in het DSC-menu opslaan door op de toets te drukken.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
73
PORTUGUES
6 Tuimelschakelaar
zoekafstemming
omhoog
stapsgewijs
omlaag
(indien AF uit)
stapsgewijs omhoog (indien AF uit)
7 Display
Radio-gebruik
CD-gebruik (optie)
Zendernaam (NDR 3) Golfband Geheugenniveau (FM I)
TR1 (TRACK – spoor 1) Dolby B
9 AF-toets (Alternatieve Frequentie) bij
RDS-gebruik
Als “AF” op het display verschijnt, zoekt de radio met RDS automatisch een beter te ontvangen frequentie van het­zelfde programma. “AF” aan/uit: kort op toets AF drukken. AF-toets ca. 2 sec. indrukken, op het display verschijnt REG-ON of REG­OFF (REG - regionaal).
omlaag
Extra functies: Track
/ CD-gebruik
kort indrukken: titel kiezen. Ingedrukt houden: CUE/REVIEW.
CD << >> CD kiezen DSC - MODE Functies kiezen en
programmeren.
AF - MODE Met << >> in de zen-
(AF op display)
derreeks bladeren, bijv.: NDR1...NDR4
74
CD-gebruik (optie)
CD-nr., titel-nr.
8 Keycard
Om het toestel te kunnen gebruiken, moet de KeyCard ingevoerd zijn.
De Keycard (contactdeel naar boven gericht) boven de knipperende Key­card-tong in de daarbij behorende gleuf schuiven. Leest u beslist de informatie bij “Key­Card”.
: PS/SCA
Functie bij radio-gebruik: PS (Preset Scan)
Toets kort indrukken - de op de voor­keuzetoetsen geprogrammeerde zen­ders zijn kort te horen.
Scan
Toets > 2 sec. indrukken - alle te ont­vangen FM-zenders zijn kort te horen.
Functie bij CD-gebruik (optie): SCA (Scan)
Voor korte weergave van CD-num­mers. SCAN starten, beëindigen: PS/SCA kort indrukken.
; TA (Traffic Announcement = voorrang
voor verkeersinformatie) Als op het display “TA” staat, worden alleen de verkeersinformatie-zenders weergegeven. Voorrang voor verkeersinformatie aan­of uitzetten: TA indrukken.
= RM (Radio Monitor)
Maakt radio-ontvangst mogelijk tijdens het snelspoelen bij cassette-gebruik. Bij cassette-gebruik RM aan-/uitzetten: op RM drukken. Indien geactiveerd, staat “RM” op het display.
@ Cassette-opening
Cassette inschuiven (kant A of 1 naar boven; opening rechts)
A Cassette uitnemen
drukken
Op
DEUTSCH
ENGLISH
< 1, 2, 3, 4, 5, 6 - voorkeuzetoetsen
Per geheugenniveau (I, II, en “T”) kun­nen 6 FM-zenders geprogrammeerd worden. U kunt op de MG en LG elk 6 zenders programmeren. Zenders programmeren - tijdens ra­dio-gebruik de toets zolang ingedrukt houden tot het programma weer te ho­ren is. Zenders selecteren - golfband instel­len. Bij FM het geheugenniveau kiezen en op de desbetreffende voorkeuze­toets drukken.
> B – Dolby NR*
Cassettes die met Dolby-NR B werden opgenomen, kunnen worden afge­speeld. Dolby-NR in-/uitschakelen bij cassette­gebruik: op toets drukken. Op het display staat “B” indien geacti­veerd.
* Ruisonderdrukkingssysteem in licentie van Dolby
Laboratories geproduceerd. Het woord Dolby en het symbool van de dubbele D zijn de handelsmer­ken van Dolby Laboratories.
? Snelspoelen / wisselen van spoor
Wisselen van spoor
TR1-PLAY of TR2-PLAY op het display
Versneld
terugspoelen;
stop met FF
tegelijk indrukken
Versneld vooruitspoelen;
stop met FR
B CPS
Om nummers op cassettes te herhalen of over te slaan. CPS in-/uitschakelen bij cassette-ge­bruik: op toets drukken.
C DSC (Direct Software Control)
Met DSC kunnen programmeerbare basisinstellingen aangepast worden. Verdere informatie: “Programmeren met DSC”.
D MIX
Bediening van een wisselaar.
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
PORTUGUES
75
E AUD
Voor het instellen van Treble (hoge tonen) en Bass (lage tonen) met de tuimelschakelaar.
Treble
+
Bass
Treble
De laatste instelling wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Volgt er binnen 8 sec. geen wijziging, dan schakelt het display terug op de voorgaande mode.
+
Bass
F lo
Gevoeligheid van de automatische zoekafstemming. lo verschijnt op het display - normaal gevoelig (zoekafstemming stopt bij goed te ontvangen zenders). dx verschijnt - zeer gevoelig (de zoekafstemming stopt ook bij minder goed te ontvangen zenders). Omschakelen: lo aantikken.
G GEO
Voor het instellen van Balance (links/ rechts) en Fader (voor/achter).
Fader voor
Balance
links
Fader achter
Volgt er binnen 8 sec. geen wijziging, dan schakelt het display terug op de voorgaande mode.
H LD
Loudness - optimale versterking van lage tonen bij gering volume. LD aan/uit: op toets drukken. Voor verdere informatie zie “Program­meren met DSC”.
I SRC (Source = bron)
Om over te schakelen naar een andere geluidsbron bijv. cassette, radio, CD­wisselaar (optie).
Balance rechts
76
De laatste instelling wordt automatisch opgeslagen in het geheugen.
Belangrijke aanwijzingen
Wat u beslist moet lezen
Leest u zorgvuldig de volgende aanwijzingen voordat u uw autoradio in gebruik neemt.
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid heeft de hoogste prio­riteit. Gebruik daarom uw autoradio altijd zó, dat u steeds alert op de momentele verkeerssitua­tie kunt blijven reageren. Bedenk dat u al bij een snelheid van 50 km/ h in één seconde 14 meter aflegt. Het is raadzaam om in moeilijke verkeerssi­tuaties uw toestel niet te bedienen. De waarschuwingssignalen van bijv. politie en brandweer moeten in de auto op tijd en duidelijk gehoord kunnen worden. Beluister daarom tijdens het rijden uw pro­gramma alleen met een aangepast volume.
Inbouw/aansluiting
Wanneer u de installatie zelf wilt inbouwen of uitbreiden, lees dan beslist vooraf de meege­leverde aanwijzingen m.b.t. inbouw en aans­luiting.
Optische indicatie als diefstalbeveili­ging
Bij een geparkeerde auto kan ter diefstalbe­veiliging de Keycard-tong knipperen. Met DSC kunnen twee situaties worden inge­steld. LED ON of LED OFF. Leest u hiervoor “Programmeren met DSC, LED ON/OFF”.
KeyCard
De autoradio kan alleen met een KeyCard in werking gesteld worden, waarvan de code in het toestel is vastgelegd. Toestel inschakelen en KeyCard geheel in­schuiven. De radio is nu klaar voor gebruik. Wanneer een verkeerde KeyCard gebruikt wordt, verschijnt “----” op het display. Na ca. 10 sec. verschijnt op het display “CARD ERR”. In dat geval het toestel pas weer gebruiken nadat u de erbij behorende Keycard tot uw beschikking heeft.
Trek de KeyCard nooit uit het toestel.
Eerst op de KeyCard drukken. De KeyCard komt in de uitneempositie en het display toont “LEARNING”. Dan pas de KeyCard uit het toestel nemen.
Raakt een KeyCard zoek of beschadigd dan kunt u via een erkende servicedienst een nieuwe KeyCard verkrijgen. Tegen extra be­taling zijn er Designer KeyCards verkrijg­baar. Deze servicediensten zijn in de autoradio­servicelijst gemarkeerd (
). Bij twijfel kan de servicedienst-centrale van uw land u het adres van de dichtstbijzijnde KeyCard-ser­vicedienst geven. Met de KeyCard (1 en 2) kunnen de instellin­gen van de volgende functies apart opgesla­gen worden: Bass, hoge tonen (Treble), Ba­lance en Fader, voorkeuzetoetsen, Loud­ness, TA (volume), Speech (geluid bij ge­sproken woord), BEEP-volume, SCANTI­ME, VOLFIX. Bovendien blijft de laatst ingestelde stand zoals golfband, zender- afstemming, TA­voorrang, Loudness, AF, CPS, Dolby B, RM, REG ON/OFF, gevoeligheid van zoekaf­stemming opgeslagen. Zo beschikt u na het inschuiven van uw KeyCard weer over de gekozen basisinstel­ling.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
77
PORTUGUES
Radio-gebruik met RDS (Radio Data System)
KeyCard vervangen
Een KeyCard kan alleen maar door een nieuwe met hetzelfde kengetal (1 resp. 2) worden vervangen. Wilt u bijv. KeyCard 2 vervangen, dan
voert u KeyCard 1 in en zet het toestel aan.
Drukt u op de KeyCard, dan komt deze in de uitneempositie en op het display verschijnt “LEARNING”.
KeyCard 1 er uit halen en terwijl “LEARNING” nog aan staat, de nieuwe KeyCard 2 invoeren.
Het toestel kan nu met de nieuwe KeyCard 2 worden gebruikt. Er kan telkens maar één KeyCard 1 en 2 worden gebruikt om het toestel aan te zetten.
Radio-Data-System biedt u op de FM meer comfort bij het radio luisteren. Steeds meer omroepen zenden naast hun programma RDS-informatie uit. Zodra zenders kunnen worden geïdenti­ficeerd, verschijnt ook de afkorting van de zendernaam evt. met regio-identificatie op het display, bijv. NDR1, NDS (Nedersaksen). De voorkeuzetoetsen worden met RDS in programmatoetsen veranderd. U weet nu precies, welke zender u ontvangt en kunt zodoende ook de gewenste zender gericht kiezen. RDS biedt u nog meer voordelen:
AF - Alternatieve-Frequentie
De functie AF (Alternatieve Frequentie) zorgt ervoor, dat de best te ontvangen frequentie van het gekozen programma automatisch wordt opgezocht. Deze functie is ingeschakeld als op het dis­play “AF” staat. AF aan-/uitzetten:
kort op toets AF drukken. Tijdens het zoeken naar de zender die het
best kan worden ontvangen, wordt het radio­geluid korte tijd onderdrukt. Als bij het aanzetten van het toestel of bij het oproepen van een geprogrammeerde fre­quentie “SEARCH” op het display verschijnt,
dan zoekt het toestel automatisch naar een alternatieve frequentie. “SEARCH” verdwijnt, wanneer een alterna­tieve frequentie gevonden is of nadat de frequentieband is doorlopen. Is dit programma niet meer naar tevreden­heid te ontvangen, dan
kiest u een ander programma.
REG-Regionaal
Bepaalde programma’s van radiostations worden op bepaalde tijden onderverdeeld in regionale programma’s. Zo verzorgt bijvoor­beeld NDR-1 voor de noordelijke deelstaten Sleeswijk-Holstein, Hamburg en Nedersak­sen van tijd tot tijd regionale programma’s van uiteenlopende aard. Ontvangt u een regionale zender en wilt u deze blijven beluisteren, dan kan dit door:
ca. 2 sec. op AF te drukken. Op het display verschijnt “REG ON”.
Indien u het ontvangstgebied van het regio­nale programma verlaat of wilt beschikken over de volledige RDS-service, dan schakelt u op “REG OFF”.
ca. 2 sec. op AF drukken, totdat “REG OFF” verschijnt.
Na ieder inschakelen van het toestel ver­schijnt kort “REG ON” of “REG OFF” op het display.
78
Golfband kiezen
U kunt kiezen tussen de golfbanden UKW (FM) 87,5 – 108 MHz, MW (MG) 531 – 1602 kHz en LW (LG) 153 – 279 kHz.
Schakel de gewenste golfband in met
T of M•L.
FM
Switchen tussen MG/LG:
M•L indrukken.
Zoekafstemming /
Op / drukken, de autoradio zoekt automatisch de volgende zender.
Wordt de tuimelschakelaar beneden ingedrukt gehouden, loopt de zoekafstemming versneld omhoog of omlaag door.
omhoog
stapsgewijs
omhoog
omlaag
/ boven of
stapsgewijs omlaag
Handmatig op zenders afstemmen << >>
Voorwaarde = AF uitgeschakeld!
Op << >> drukken, de frequentie gaat met kleine stapjes omhoog/omlaag.
Wordt de tuimelschakelaar << >> rechts of links ingedrukt gehouden, gaat het zoeken van de frequentie snel.
Gevoeligheid van de zoekaf­stemming instellen
U kunt de gevoeligheid van de automatische zoekafstemming wijzigen. Wordt “lo” getoond, worden alleen goed te ontvangen zenders gezocht (geringe gevoe­ligheid). Wordt “lo” uitgeschakeld, worden ook min­der goed te ontvangen zenders gezocht (ho­gere gevoeligheid). De mate van gevoeligheid kunt u stapsgewij­ze variëren (zie daarvoor hoofdstuk “Pro­grammeren met DSC”).
Stereo - mono wisselen (FM)
Bij slechte ontvangstcondities kan er op mono overgeschakeld worden:
lo ca. 2 sec. indrukken.
Bij mono-weergave verdwijnt de stereo-indi-
van het display.
catie
Telkens als het toestel wordt aangezet is de stereo-weergave ingesteld. Bij slechte ontvangst schakelt het toestel automatisch over op mono-weergave.
Veranderen van geheugenniveau (FM)
U kunt tussen de geheugenniveaus I, II en T bij het programmeren en bij het oproepen van de geprogrammeerde zenders swit­chen. Op het display wordt het gekozen geheugen­niveau getoond.
Zo vaak op FM
T drukken, tot op het
display het gewenste geheugenniveau getoond wordt.
Zenders programmeren
U kunt in het FM-gebied per geheugenni­veau (I, II, T) zes zenders met de voorkeuze­toetsen 1, 2, 3, 4, 5, 6 programmeren. Op de MG en LG kunt u elk 6 zenders vastleggen.
De golfband met FM
Met de tuimelschakelaar afstemmen op een zender (automatisch matig << >>).
T of M•L kiezen.
/ of hand-
79
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
PORTUGUES
Zo lang op de gewenste voorkeuze­toets drukken, totdat na de geluidson­derdrukking het programma weer te horen is (ca. 2 sec.)
Nu is de zender geprogrammeerd. Het dis­play toont, welke toets ingedrukt is.
Aanwijzing:
Als u een reeds geprogrammeerde zender instelt, dan knippert even de betreffende voorkeuzetoets en het geheugenniveau, wanneer u zich op een ander geheugenni­veau bevindt.
Sterkste zenders automatisch programmeren met Travelstore
U kunt de 6 sterkste FM-zenders in het be­treffende ontvangstgebied, gesorteerd naar frequentie-sterkte, automatisch programme­ren. Deze functie is bijzonder handig op reis.
T tenminste 2 sec. ingedrukt hou-
FM den.
Het toestel zoekt de zes sterkste FM-zen­ders en slaat deze in het “T“- geheugen op (Travelstore). Als de procedure beëindigd is, schakelt het toestel op de sterkste zender. Indien gewenst kunnen op het Travelstore­niveau zenders ook handmatig geprogram­meerd worden (zie “Zenders programme­ren”).
Geprogrammeerde zenders oproepen
Indien gewenst kunt u geprogrammeerde zenders door een druk op de toets weer oproepen.
Golfband met FM FM geheugenniveau kiezen. Hiervoor zo vaak op FM op het display het gewenste geheugen­niveau verschijnt.
Betreffende voorkeuzetoets kort indruk­ken.
T of M•L kiezen en bij
T drukken, tot
Geprogrammeerde zenders laten horen met Preset Scan
U kunt geprogrammeerde zenders van een golfband met Preset Scan laten horen. De speelduur kunt u met DSC SCANTIME kie­zen.
Kort op PS/SCA drukken, het toestel laat na elkaar alle gepro­grammeerde zenders van de gekozen golfband even horen.
Bij FM zijn afhankelijk van de instelling de zenders van de geheugenniveaus I-II of van het Travelstore-niveau “T” te beluisteren. Als op een voorkeuzetoets geen zender gepro­grammeerd is, wordt deze toets overgesla­gen.
Preset Scan beëindigen:
Nogmaals op PS/SCA drukken. De momenteel te horen zender is ver­der te beluisteren.
Zenders laten horen met Radio­Scan
U kunt de volgende zenders laten horen. De speelduur kunt u met DSC SCANTIME kie­zen.
Scan inschakelen:
Druk ca. 2 sec. op PS/SCA. Op het display knippert de beluisterde frequentie of de afkorting van de zen­dernaam. Tijdens het zoeken verschijnt “SCAN”.
Beluisterde zender uitkiezen/ Scan uitschakelen:
Kort op PS/SCA drukken.
Als er geen zender gekozen wordt, dan scha­kelt Scan automatisch uit na het doorlopen van de frequenties. U hoort de voordien ingestelde zender. Leest u hiervoor ook DSC-programmering “SCANTIME”.
80
Ontvangst verkeersinformatie met RDS-EON
Veel FM-zenders zenden regelmatig actuele verkeersinformatie uit voor hun regio. Verkeersinformatie-zenders zenden een si­gnaal uit waaraan uw autoradio deze herkent. Wordt een dergelijk signaal herkent, dan verschijnt op het display “TP” (Traffic Program - verkeersinformatie-zender). Daarnaast zijn er programma’s, die zelf geen verkeersinformatie uitzenden maar met RDS-EON de mogelijkheid bieden om ver­keersinformatie op een andere zender van deze omroep te ontvangen. Bij de ontvangst van een dergelijke zender (bijv. NDR3) staat “TP” op het display, wanneer de voorrang voor verkeersinformatie is geactiveerd. Op het display moet dan “TA” oplichten. Bij een verkeersmededeling wordt automa­tisch op de zender met verkeersinformatie (hier NDR2) overgeschakeld. De verkeersin­formatie is te beluisteren en daarna wordt automatisch naar het daarvoor beluisterde programma (NDR3) teruggeschakeld.
Voorrang voor verkeersinforma­tie aan-/uitzetten
Is de voorrangfunctie voor verkeersinforma­tie geactiveerd, dan staat op het display “TA”. Voorrang aan-/uitzetten:
TA drukken.
Waarschuwingssignaal
Verlaat u het ontvangstgebied van de inge­stelde verkeersinformatie-zender dan klinkt er na ongeveer 30 seconden een waarschu­wingssignaal. Drukt u op een voorkeuzetoets, waarop een zender zonder TA geprogrammeerd is, dan hoort u eveneens een waarschuwingssign­aal.
Waarschuwingssignaal uitzetten
a) Een andere zender met verkeersinfor-
matie instellen door:
op tuimelschakelaar te drukken of
op een voorkeuzetoets te drukken waarop een verkeersinformatie­zender geprogrammeerd is.
of b) De voorrang van de verkeersinformatie
uitschakelen door:
TA drukken. Op het display verdwijnt de indicatie “TA”.
De geluidssterkte van de waarschuwing kunt u ook tot het vooraf ingestelde mute­volume verlagen.
Daarvoor op -dB drukken.
Automatische zoekafstemming
Voorwaarde: Voorrang voor verkeersinformatie staat aan. Wanneer u een cassette of CD beluistert of de geluidssterkte op “0” ingesteld heeft en u verlaat het ontvangstgebied van de ingestel­de verkeersinformatie-zender, zoekt de au­toradio automatisch een nieuwe verkeersin­formatie-zender. Wordt ca. 30 sec. na het starten van de zoekafstemming geen verkeersinformatie­zender gevonden, stopt de cassette resp. CD en hoort u een waarschuwingssignaal. Waarschuwingssignaal uitzetten zoals bo­ven beschreven.
Instellen geluidsvolume voor verkeersinformatie
Het geluidsvolume voor het waarschuwings­signaal en de actuele verkeersmededeling is door de fabriek ingesteld. U kunt dit echter met DSC wijzigen (zie “Programmeren met DSC, TA LEVEL”).
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
81
PORTUGUES
Cassette-weergave
Cassette inschuiven
Toestel aanzetten
Cassette inschuiven
Eject­cassette
De cassette wordt afgespeeld in de laatst gekozen afspeelrichting. TR1 op het display wil zeggen: Spoor 1 of A wordt afgespeeld.
Cassette met kant A of 1 naar boven, open kant rechts, inschuiven
Cassette uitnemen
Op drukken De cassette wordt uitgeschoven
Snelspoelen
Versneld vooruitspoelen
op FF (Fast Forward) drukken. Aan het einde van de band schakelt het toestel over op de andere kant/het an­dere spoor en begint met de weergave.
Versneld vooruitspoelen stoppen
op FR drukken.
Versneld terugspoelen
op FR (Fast Rewind) drukken. Aan het einde van de band schakelt het toestel over op weergave.
Versneld terugspoelen stoppen
op FF drukken.
Wisselen van spoor
TR1-PLAY of TR2-PLAY op het display
Versneld
terugspoelen;
stop met FF
tegelijk indrukken
Versneld vooruitspoelen;
stop met FR
Wisselen van spoor
(Autoreverse)
(Afspeelrichting tijdens weergave wisselen)
FR en FF tegelijkertijd indrukken. Aan het einde van de band schakelt het
toestel automatisch over op het andere spoor. Op het display verschijnt “TR1” voor spoor 1 of A resp. “TR2” voor spoor 2 of B.
Aanwijzing:
Bij cassettes die stroef lopen, is een automa­tische omkering van afspeelrichting moge­lijk. In dat geval de wikkeling van de band controleren. Het euvel is vaak te verhelpen door versneld spoelen van de cassette.
Wisselen van bandsoort met MTL
Het wisselen gebeurt automatisch.
82
Dolby B-NR*
Met dit toestel kunnen cassettes die met Dolby B-NR of zonder ruisonderdrukking werden opgenomen, afgespeeld worden. Cassettes die met Dolby NR# werden opge­nomen, onderscheiden zich door aanzienlijk minder bandruis en door een overeenkom­stig grote dynamiek. Dolby in-/uitschakelen:
op B drukken. Bij gebruik van Dolby staat op het display “B”.
* Ruisonderdrukkingssysteem in licentie van Dolby La-
boratories geproduceerd. Het woord Dolby en het symbool van de dubbele D zijn de handelsmerken van Dolby Laboratories.
Muzieknummers overslaan/ herhalen met CPS
CPS betekent Cassette Program Search (cassette-programma-zoeken) en geeft de mogelijkheid om een muzieknummer over te slaan of een net gehoord nummer nogmaals te beluisteren. Functie in-/uitschakelen:
op CPS drukken.
Indien ingeschakeld, staat “CPS” op het dis­play.
Toets blokkeren -
Versneld vooruitspoelen tot het volgende nummer
Toets blokkeren -
Versneld terugspoelen tot aan het begin van het nummer, wanneer het nummer langer dan 8 sec. duurde, anders versneld terugspoelen tot aan het begin van het voorafgaande nummer.
Radio luisteren bij snelspoelen
met RM (Radio Monitor)
Wilt u tijdens het snelspoelen (ook bij CPS) i.p.v. de gebruikelijke geluidsonderdrukking de radio horen, dan
drukt u op RM; op het display verschijnt “RM”.
Geluidsbron omschakelen
met SRC (Source = bron)
Met deze toets kunt u tussen radio-gebruik, cassette-weergave en CD-weergave (optie) of een ander aangesloten toestel kiezen. Omschakelen door
op toets SRC te drukken.
Onderhoud
Het is aan te raden om in de auto alleen C60/ C90 bandjes te gebruiken. Bescherm uw cassettes tegen vuil, stof en temperaturen boven 50° Celcius. Koude cassettes laat u voor het afspelen eerst warmer worden om onregelmatig lopen van de band te voorko­men. Loop- en geluidsstoringen kunnen na ongeveer 100 bedrijfsuren optreden door vastzittend stof op de rubberen aandrukrol en de kop. Bij normale verontreiniging kunt u uw casset­te-toestel reinigen met een reinigingscasset­te, ingeval van sterke verontreiniging met een in spiritus gedrenkt wattenstaafje. Ge­bruik nooit hard gereedschap.
83
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
PORTUGUES
Programmeren met DSC
Uw autoradio biedt u de mogelijkheid om met DSC (Direct Software Control) enkele instel­lingen en functies aan uw wensen aan te passen en deze wijzigingen te programme­ren. De toestellen zijn door de fabriek ingesteld. Een overzicht van de door de fabriek inge­stelde basisinstellingen vindt u onderstaand, zodat u steeds deze basisinstellingen kunt raadplegen. Als u een programmering wilt wijzigen dan
drukt u op DSC. Met de tuimelschakelaar en de -dB-toets kunt u een keuze maken uit de hierna be­schreven functies en deze instellen. Op het display wordt de ingestelde positie aangege­ven.
Funktie kiezen
Waarde
instellen
Funktie kiezen
Waarde instellen
CD NAME Met deze functie kunt u de (alleen bij angeslo­ten wis­selaar)
CD’s willekeurige NAMEN geven. (zie “Bedienen van een CD-wisselaar/CD-na­men invoeren/tonen”).
ANGLE Met de instelling -1, 0, +1
wordt de individuele waar­nemingshoek aangepast. ANGLE zo instellen, dat het display het best af te lezen is.
BEEP Bevestigingssignaal voor
functies waarvoor men de toets langer dan 2 sec. inge­drukt moet houden. Geluidsvolume is in te stel­len van 0 - 9 (0 = uit).
BRIGHT De helderheid van het dis-
play kan tussen 1 en 16 ge­regeld worden. U kunt een helderheidswaarde zowel voor overdag als voor ‘s nachts instellen.
Het invoeren van de helder­heid voor ‘s nachts: U zet de autoverlichting aan en programmeert de waarde van de helderheid. Voor­waarde is dat de verlichting op het stroomcircuit van de auto is aangesloten.
COLOUR (Variocolour)
Voor een trapsgewijze aan­passing van de verlichting van het toestel aan de ver­lichting van het dashboard.
groen .............. licht oranje ............... rood
CD DISP Bij CD-gebruik kan met << (alleen bij
angeslo­ten wis­selaar)
>> tussen de volgende indi­caties gekozen worden:
NAME – de met CD-NAME ingevoer­de naam
TIME – de speelduur van een num­mer
NUMBER – CD- en titelnummer
84
LED ON U kunt kiezen tussen LED
ON of LED OFF. De Key­Card-tong knippert bij LED ON als extra beveiliging als het toestel is uitgeschakeld en de Keycard er uit is ge­haald.
LOUDNESS Loudness - Aanpassing van
de zachte lage tonen aan het menselijk gehoor. LOUD 1 - geringe aanpas­sing LOUD 6 - grootstmogelijke aanpassing
SCANTIME Met dit punt wordt de Scan-
tijd voor de radio vastgelegd. Het bereik ligt tussen 5 en 30 sec.
S-DX 1 Gevoeligheid van de zoekaf-
stemming voor de interlokale ontvangst instellen. DX. 1 - grootste gevoeligheid DX. 3 - ongevoelig
S-LO 1 Gevoeligheid van de zoekaf-
stemming voor de lokale ontvangst instellen. LO1 - grootste gevoeligheid LO3 - ongevoelig De gevoeligheid van de zoekafstemming kan voor AM en FM afzonderlijk inge­steld worden.
SPEECH In de toekomst maken diver-
se RDS-radiostations onder­scheid tussen muziek- en praatprogramma’s. De klank kan voor gesproken woord via “SPEECH” apart worden ingesteld.
TA LEVEL Geluidsvolume voor verkeer-
sinformatie en waarschu­wingssignaal is in te stellen van 1 - 9; ook zijn Fader, Balance, Treble, Bass in te stellen. De laatste instelling wordt opgeslagen. De verkeersinformatie is te horen overeenkomstig de instellingen.
CD UPD Biedt de mogelijkheid om de (alleen bij angeslo­ten wis­selaar)
van naam voorziene CD’s te wissen, om plaats voor nieu­we CD-namen te creëren (zie “Bedienen van een CD­wisselaar - CD namen wis­sen”).
VOL FIX Maakt de instelling van het
standaardvolume mogelijk. Met << >> het gewenste standaardvolume instellen.
DSC-programmering stoppen/instelling opslaan:
op DSC drukken.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
85
PORTUGUES
Bedienen van een CD-wisselaar (optie)
U kunt de volgende CD-wisselaars van Blau­punkt met deze autoradio bedienen: CDC-A03, -F03, -A05.
Wisselaar-functie inschakelen
met SRC op de autoradio
Een magazijn moet ingeschoven zijn. Met SRC schakelt u over op een andere geluidsbron (radio - wisselaar - cassette). SRC zo vaak indrukken totdat op het display de wisselaarfuncties verschijnen. Eerst verschijnt kort “CD ON“, dan bijv.
CD1 - T1 CD = disk, T = TRACK (titel).
CD-nr. Titel-nr.
Cd kiezen/ titel kiezen met tuimelschakelaar
Titel kiezen (opwaarts): kort indrukken CUE - versneld vooruitspoelen (hoorbaar):
ingedrukt houden
CD kiezen
(neerwaarts)
Opnieuw starten van de titel: kort indrukken Titel kiezen (neerwaarts): twee of meer
keren kort na elkaar indrukken
REVIEW - versneld terugspoelen (hoorbaar):
ingedrukt houden
Op het display verschijnt de gekozen modus.
CD kiezen (opwaarts)
SCAN
Voor het kort laten horen van de CD-num­mers.
SCAN starten:
PS/SCA op de autoradio ca. 1 sec. lang indrukken. De titels worden in op­waartse volgorde kort na elkaar even afgespeeld.
SCAN beëindigen:
Kort op PS/SCA drukken. Het laatst gespeelde nummer wordt verder afge­speeld.
MIX
CD-nummers kunnen in een toevallige volgorde worden weergegeven. MIX CD – Nummers van de gekozen CD
worden in toevallige volgorde weergegeven. De andere CD’s worden in numerieke volgorde weergegeven, voor de weergave van nummers geldt Mix.
MIX MAG – Alle nummers in het magazijn
worden in toevallige volgorde weergegeven.
MIX OFF – MIX is uitgeschakeld. De num-
mers worden in numerieke volgorde weergegeven.
Functie omschakelen:
Zo vaak op MIX drukken, tot de gewen­ste functie kort op het display ver­schijnt.
Als MIX aanstaat, staat onder rechts op het display “MIX”.
86
CD-namen invoeren/tonen
U kunt 99 CD’s een naam geven. Wanneer de CD-weergave begint, kan op het display de naam, (bijv. VIVALDI), verschijnen. Vereist: bij DSC-CD DISP moet NAME geko­zen zijn. Invoer starten: Er moet minstens 1 CD in het magazijn geschoven zijn.
Bron CDC met SRC kiezen.
Druk op toets DSC
Zo vaak op tuimelschakelaar ken tot op het display CD NAME ver­schijnt.
Druk op -dB.
De eerste onderstreping knippert.
Nu met de tuimelschakelaar teken uitkiezen.
Na elkaar verschijnen de hoofdletters (A-Z), speciale tekens en de cijfers 0-9.
Met de tuimelschakelaar << >> naar de volgende onderstreping gaan en een teken uitkiezen.
Er kunnen maximaal 7 tekens op deze wijze uitgekozen worden. Invoer beëindigen:
Druk op -dB, de invoer is opgeslagen. U kunt nu met de tuimelschakelaar
andere DSC-functies uitkiezen
/ druk-
/ een
/
of
DSC indrukken, de invoer is opgesla­gen. U verlaat nu tegelijkertijd het DSC­menu.
Invoer opslaan/volgende CD kiezen:
Op -dB drukken en om de naam in te geven volgende CD met << >> kiezen.
Op -dB drukken en de naam invoeren.
Een ingevoerde naam wordt door het opnieuw opslaan van een naam gewist (overheen geschreven).
CD-namen wissen
Bij een poging om meer dan 99 CD-namen op te slaan, verschijnt “FULL” op het display. U kunt via DSC de namen van een of meer­dere CD’s compleet wissen en zodoende ruimte voor nieuwe namen creëren. Met de functie CDC-UPDATE (bijwerken) worden alle CD’s waarvan de naam moet worden bewaard, bevestigd, alle anderen worden gewist.
op DSC drukken.
magazijn met CD’s plaatsen, waarvan de namen moeten worden bewaard.
zo vaak op UPD” (Update) op het display ver­schijnt.
op toets << >> drukken en er verschijnt “LOAD CD” op het display.
/ drukken, tot “CDC
Op het display verschijnt na het lezen van de CD’s “NEXT MAG” (magazijn).
op EJECT op de wisselaar drukken en het volgende magazijn inschuiven.
Op dezelfde wijze te werk gaan bij alle CD’s waarvan de naam-programmering moet worden bewaard.
Tenslotte drukt u op -dB gedurende ca. 2 sec. tot op het display “UPDATING” verschijnt. Nu wordt de update uitgevo­erd. Zodra “READY” verschijnt, is de proce­dure beëindigd.
Bij alle CD’s die werden geplaatst, is de naam-programmering bewaard gebleven, bij alle andere is de naam-programmering ge­wist. Deze procedure kunt u onderbreken wan­neer u op DSC drukt.
87
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
PORTUGUES
Appendix
Overzicht van de door de fabriek ingestelde basisinstellingen met DSC
ANGLE 0 BEEP 4 BRIGHT 16 COLOUR middelste instelling (geel) CD DISP NAME LED ON LOUDNESS 3
SCANTIME 10s S - DX 2 S - LO 2 SPEECH 0 TA LEVEL 5 VOL FIX 20
Technische gegevens
Versterker:
Uitgangsvermogen:4 x 20 Watt sinus
volgens DIN 45324 4 x 25 Watt muziek volgens DIN 45324
FM- gevoeligheid:
0,9 µV bij 26 dB signaal-/ruisafstand
Frekwentiebereik: FM 35 - 16 000 Hz (-3 dB)
Cassette (metal) 30 - 16 000 Hz (-3 dB)
88
Wijzigingen voorbehouden!
Blaupunkt-Werke GmbH
Bosch Gruppe
1/95 K7/VKD 3 D94 147 007 PM
20
Loading...