Op ON drukken (de KeyCard moet ingeschoven zijn), het toestel speelt op
vooraf ingestelde volume.
Uitzetten:
ON-toets ca. 1 sec. ingedrukt houden.
Als het toestel met ON werd aangezet,
kan met de KeyCard in- en uitgeschakeld worden (KeyCard - de passieve
diefstalbeveiliging).
Het toestel kan ook via het contact worden uitgezet (indien zo aangesloten).
Na het uitzetten van het contact herinnert een dubbele pieptoon u er aan, dat
u voordat u uit de auto stapt de KeyCard er uit zou moeten halen.
Als het contact uit staat (KeyCard is
ingeschoven) kunt u het toestel zo verder gebruiken.
Ca. 8 sec. na het uitzetten van het contact op “ON” drukken. Het toestel wordt
aangezet.
Na een speelduur van een uur wordt
het toestel ter bescherming van de
accu automatisch uitgezet.
2 Volume veranderen
VOL+ / VOL- indrukken.
Telkens na het aanzetten hoort u het
toestel op het vooraf ingesteld volume
(VOL FIX).
VOL FIX kan veranderd worden (zie
“Programmeren met DSC”).
T - wisselschakelaar
3 FM
indrukken om over te schakelen.
Volgorde: golflengte FM (UKW), geheugenniveau I, II, Travelstore)
• Overschakelen van MG/LG naar FM.
Functie wordt bij het overschakelen
overgeslagen als reeds FM aan
staat.
• Overschakelen naar zender-geheugenniveau I, II.
• Travelstore-geheugenniveau aanzetten.
Extra functie
De zes sterkste zenders met Travelstore programmeren.
T drukken tot zoekafstemming
Op FM
op het display begint.
4 M•L - wisselschakelaar
voor middengolf en lange golf..
5 -dB - volume ineens veranderen
Door het indrukken van de -dB-toets
hebt u de mogelijkheid om ineens het
volume zacht te zetten. Het display
toon MUTE. Deze functie wordt weer
opgeheven door kort op de -dB-toets of
op VOL+ te drukken.
Als op VOL- wordt gedrukt, is het normale volume gelijk aan het -dB (mute)volume.
Het mute-volume is als volgt te programmeren:
•gewenst volume instellen.
•-dB 2 sec. indrukken (Beep klinkt).
Dit volume is als mute-volume geprogrammeerd.
Extra functie
Ingestelde waarden in het DSC-menu
opslaan door op de toets te drukken.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAGÑOL
73
PORTUGUES
6 Tuimelschakelaar
zoekafstemming
omhoog
stapsgewijs
omlaag
(indien AF uit)
stapsgewijs
omhoog
(indien AF uit)
7 Display
Radio-gebruik
CD-gebruik
(optie)
Zendernaam (NDR 3)
Golfband
Geheugenniveau (FM I)
TR1 (TRACK – spoor 1)
Dolby B
9 AF-toets (Alternatieve Frequentie) bij
RDS-gebruik
Als “AF” op het display verschijnt, zoekt
de radio met RDS automatisch een
beter te ontvangen frequentie van hetzelfde programma.
“AF” aan/uit: kort op toets AF drukken.
AF-toets ca. 2 sec. indrukken, op het
display verschijnt REG-ON of REGOFF (REG - regionaal).
omlaag
Extra functies:
Track
/CD-gebruik
kort indrukken:
titel kiezen.
Ingedrukt houden:
CUE/REVIEW.
CD << >>CD kiezen
DSC - MODEFuncties kiezen en
programmeren.
AF - MODEMet << >> in de zen-
(AF op display)
derreeks bladeren,
bijv.: NDR1...NDR4
74
CD-gebruik
(optie)
CD-nr., titel-nr.
8 Keycard
Om het toestel te kunnen gebruiken,
moet de KeyCard ingevoerd zijn.
De Keycard (contactdeel naar boven
gericht) boven de knipperende Keycard-tong in de daarbij behorende gleuf
schuiven.
Leest u beslist de informatie bij “KeyCard”.
: PS/SCA
Functie bij radio-gebruik:
PS (Preset Scan)
Toets kort indrukken - de op de voorkeuzetoetsen geprogrammeerde zenders zijn kort te horen.
Scan
Toets > 2 sec. indrukken - alle te ontvangen FM-zenders zijn kort te horen.
Functie bij CD-gebruik (optie):
SCA (Scan)
Voor korte weergave van CD-nummers.
SCAN starten, beëindigen:
PS/SCA kort indrukken.
; TA (Traffic Announcement = voorrang
voor verkeersinformatie)
Als op het display “TA” staat, worden
alleen de verkeersinformatie-zenders
weergegeven.
Voorrang voor verkeersinformatie aanof uitzetten: TA indrukken.
= RM (Radio Monitor)
Maakt radio-ontvangst mogelijk tijdens
het snelspoelen bij cassette-gebruik.
Bij cassette-gebruik
RM aan-/uitzetten: op RM drukken.
Indien geactiveerd, staat “RM” op het
display.
@ Cassette-opening
Cassette inschuiven (kant A of 1 naar
boven; opening rechts)
A Cassette uitnemen
drukken
Op
DEUTSCH
ENGLISH
< 1, 2, 3, 4, 5, 6 - voorkeuzetoetsen
Per geheugenniveau (I, II, en “T”) kunnen 6 FM-zenders geprogrammeerd
worden.
U kunt op de MG en LG elk 6 zenders
programmeren.
Zenders programmeren - tijdens radio-gebruik de toets zolang ingedrukt
houden tot het programma weer te horen is.
Zenders selecteren - golfband instellen. Bij FM het geheugenniveau kiezen
en op de desbetreffende voorkeuzetoets drukken.
> B – Dolby NR*
Cassettes die met Dolby-NR B werden
opgenomen, kunnen worden afgespeeld.
Dolby-NR in-/uitschakelen bij cassettegebruik:
op toets drukken.
Op het display staat “B” indien geactiveerd.
* Ruisonderdrukkingssysteem in licentie van Dolby
Laboratories geproduceerd. Het woord Dolby en
het symbool van de dubbele D zijn de handelsmerken van Dolby Laboratories.
? Snelspoelen / wisselen van spoor
Wisselen van spoor
TR1-PLAY of TR2-PLAY op het display
Versneld
terugspoelen;
stop met FF
tegelijk indrukken
Versneld
vooruitspoelen;
stop met FR
B CPS
Om nummers op cassettes te herhalen
of over te slaan.
CPS in-/uitschakelen bij cassette-gebruik:
op toets drukken.
C DSC (Direct Software Control)
Met DSC kunnen programmeerbare
basisinstellingen aangepast worden.
Verdere informatie: “Programmeren
met DSC”.
D MIX
Bediening van een wisselaar.
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAGÑOL
PORTUGUES
75
E AUD
Voor het instellen van Treble (hoge
tonen) en Bass (lage tonen) met de
tuimelschakelaar.
Treble
+
Bass
Treble
De laatste instelling wordt automatisch
opgeslagen in het geheugen.
Volgt er binnen 8 sec. geen wijziging,
dan schakelt het display terug op de
voorgaande mode.
+
Bass
F lo
Gevoeligheid van de automatische
zoekafstemming.
lo verschijnt op het display - normaal
gevoelig (zoekafstemming stopt bij
goed te ontvangen zenders).
dx verschijnt - zeer gevoelig (de
zoekafstemming stopt ook bij minder
goed te ontvangen zenders).
Omschakelen: lo aantikken.
G GEO
Voor het instellen van Balance (links/
rechts) en Fader (voor/achter).
Fader voor
Balance
links
Fader achter
Volgt er binnen 8 sec. geen wijziging,
dan schakelt het display terug op de
voorgaande mode.
H LD
Loudness - optimale versterking van
lage tonen bij gering volume.
LD aan/uit: op toets drukken.
Voor verdere informatie zie “Programmeren met DSC”.
I SRC (Source = bron)
Om over te schakelen naar een andere
geluidsbron bijv. cassette, radio, CDwisselaar (optie).
Balance
rechts
76
De laatste instelling wordt automatisch
opgeslagen in het geheugen.
Belangrijke aanwijzingen
Wat u beslist moet lezen
Leest u zorgvuldig de volgende aanwijzingen
voordat u uw autoradio in gebruik neemt.
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid heeft de hoogste prioriteit.
Gebruik daarom uw autoradio altijd zó, dat u
steeds alert op de momentele verkeerssituatie kunt blijven reageren.
Bedenk dat u al bij een snelheid van 50 km/
h in één seconde 14 meter aflegt.
Het is raadzaam om in moeilijke verkeerssituaties uw toestel niet te bedienen.
De waarschuwingssignalen van bijv. politie
en brandweer moeten in de auto op tijd en
duidelijk gehoord kunnen worden.
Beluister daarom tijdens het rijden uw programma alleen met een aangepast volume.
Inbouw/aansluiting
Wanneer u de installatie zelf wilt inbouwen of
uitbreiden, lees dan beslist vooraf de meegeleverde aanwijzingen m.b.t. inbouw en aansluiting.
Optische indicatie als diefstalbeveiliging
Bij een geparkeerde auto kan ter diefstalbeveiliging de Keycard-tong knipperen.
Met DSC kunnen twee situaties worden ingesteld. LED ON of LED OFF.
Leest u hiervoor “Programmeren met DSC,
LED ON/OFF”.
KeyCard
De autoradio kan alleen met een KeyCard in
werking gesteld worden, waarvan de code in
het toestel is vastgelegd.
Toestel inschakelen en KeyCard geheel inschuiven. De radio is nu klaar voor gebruik.
Wanneer een verkeerde KeyCard gebruikt
wordt, verschijnt “----” op het display.
Na ca. 10 sec. verschijnt op het display
“CARD ERR”.
In dat geval het toestel pas weer gebruiken
nadat u de erbij behorende Keycard tot uw
beschikking heeft.
Trek de KeyCard nooit uit het toestel.
Eerst op de KeyCard drukken. De KeyCard
komt in de uitneempositie en het display
toont “LEARNING”. Dan pas de KeyCard uit
het toestel nemen.
Raakt een KeyCard zoek of beschadigd dan
kunt u via een erkende servicedienst een
nieuwe KeyCard verkrijgen. Tegen extra betaling zijn er Designer KeyCards verkrijgbaar.
Deze servicediensten zijn in de autoradioservicelijst gemarkeerd (
). Bij twijfel kan de
servicedienst-centrale van uw land u het
adres van de dichtstbijzijnde KeyCard-servicedienst geven.
Met de KeyCard (1 en 2) kunnen de instellingen van de volgende functies apart opgeslagen worden: Bass, hoge tonen (Treble), Balance en Fader, voorkeuzetoetsen, Loudness, TA (volume), Speech (geluid bij gesproken woord), BEEP-volume, SCANTIME, VOLFIX.
Bovendien blijft de laatst ingestelde stand
zoals golfband, zender- afstemming, TAvoorrang, Loudness, AF, CPS, Dolby B, RM,
REG ON/OFF, gevoeligheid van zoekafstemming opgeslagen.
Zo beschikt u na het inschuiven van uw
KeyCard weer over de gekozen basisinstelling.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAGÑOL
77
PORTUGUES
Radio-gebruik met RDS (Radio Data System)
KeyCard vervangen
Een KeyCard kan alleen maar door een
nieuwe met hetzelfde kengetal (1 resp. 2)
worden vervangen.
Wilt u bijv. KeyCard 2 vervangen, dan
•voert u KeyCard 1 in en zet het toestel
aan.
•Drukt u op de KeyCard, dan komt deze
in de uitneempositie en op het display
verschijnt “LEARNING”.
•KeyCard 1 er uit halen en terwijl
“LEARNING” nog aan staat, de nieuwe
KeyCard 2 invoeren.
Het toestel kan nu met de nieuwe KeyCard 2
worden gebruikt.
Er kan telkens maar één KeyCard 1 en 2
worden gebruikt om het toestel aan te zetten.
Radio-Data-System biedt u op de FM meer
comfort bij het radio luisteren.
Steeds meer omroepen zenden naast hun
programma RDS-informatie uit.
Zodra zenders kunnen worden geïdentificeerd, verschijnt ook de afkorting van de
zendernaam evt. met regio-identificatie op
het display, bijv. NDR1, NDS (Nedersaksen).
De voorkeuzetoetsen worden met RDS in
programmatoetsen veranderd. U weet nu
precies, welke zender u ontvangt en kunt
zodoende ook de gewenste zender gericht
kiezen.
RDS biedt u nog meer voordelen:
AF - Alternatieve-Frequentie
De functie AF (Alternatieve Frequentie) zorgt
ervoor, dat de best te ontvangen frequentie
van het gekozen programma automatisch
wordt opgezocht.
Deze functie is ingeschakeld als op het display “AF” staat.
AF aan-/uitzetten:
•kort op toets AF drukken.
Tijdens het zoeken naar de zender die het
best kan worden ontvangen, wordt het radiogeluid korte tijd onderdrukt.
Als bij het aanzetten van het toestel of bij het
oproepen van een geprogrammeerde frequentie “SEARCH” op het display verschijnt,
dan zoekt het toestel automatisch naar een
alternatieve frequentie.
“SEARCH” verdwijnt, wanneer een alternatieve frequentie gevonden is of nadat de
frequentieband is doorlopen.
Is dit programma niet meer naar tevredenheid te ontvangen, dan
•kiest u een ander programma.
REG-Regionaal
Bepaalde programma’s van radiostations
worden op bepaalde tijden onderverdeeld in
regionale programma’s. Zo verzorgt bijvoorbeeld NDR-1 voor de noordelijke deelstaten
Sleeswijk-Holstein, Hamburg en Nedersaksen van tijd tot tijd regionale programma’s
van uiteenlopende aard.
Ontvangt u een regionale zender en wilt u
deze blijven beluisteren, dan kan dit door:
•ca. 2 sec. op AF te drukken.
Op het display verschijnt “REG ON”.
Indien u het ontvangstgebied van het regionale programma verlaat of wilt beschikken
over de volledige RDS-service, dan schakelt
u op “REG OFF”.
•ca. 2 sec. op AF drukken, totdat “REG
OFF” verschijnt.
Na ieder inschakelen van het toestel verschijnt kort “REG ON” of “REG OFF” op het
display.
78
Golfband kiezen
U kunt kiezen tussen de golfbanden
UKW (FM) 87,5 – 108 MHz,
MW (MG) 531 – 1602 kHz en
LW (LG) 153 – 279 kHz.
•Schakel de gewenste golfband in met
T of M•L.
FM
Switchen tussen MG/LG:
•M•L indrukken.
Zoekafstemming /
•Op / drukken, de autoradio zoekt
automatisch de volgende zender.
Wordt de tuimelschakelaar
beneden ingedrukt gehouden, loopt de
zoekafstemming versneld omhoog of omlaag
door.
omhoog
stapsgewijs
omhoog
omlaag
/ boven of
stapsgewijs
omlaag
Handmatig op zenders afstemmen
<< >>
Voorwaarde = AF uitgeschakeld!
•Op << >> drukken, de frequentie gaat
met kleine stapjes omhoog/omlaag.
Wordt de tuimelschakelaar << >> rechts of
links ingedrukt gehouden, gaat het zoeken
van de frequentie snel.
Gevoeligheid van de zoekafstemming instellen
U kunt de gevoeligheid van de automatische
zoekafstemming wijzigen.
Wordt “lo” getoond, worden alleen goed te
ontvangen zenders gezocht (geringe gevoeligheid).
Wordt “lo” uitgeschakeld, worden ook minder goed te ontvangen zenders gezocht (hogere gevoeligheid).
De mate van gevoeligheid kunt u stapsgewijze variëren (zie daarvoor hoofdstuk “Programmeren met DSC”).
Stereo - mono wisselen (FM)
Bij slechte ontvangstcondities kan er op
mono overgeschakeld worden:
•lo ca. 2 sec. indrukken.
Bij mono-weergave verdwijnt de stereo-indi-
van het display.
catie
Telkens als het toestel wordt aangezet is de
stereo-weergave ingesteld.
Bij slechte ontvangst schakelt het toestel
automatisch over op mono-weergave.
Veranderen van geheugenniveau
(FM)
U kunt tussen de geheugenniveaus I, II en T
bij het programmeren en bij het oproepen
van de geprogrammeerde zenders switchen.
Op het display wordt het gekozen geheugenniveau getoond.
•Zo vaak op FM
T drukken, tot op het
display het gewenste geheugenniveau
getoond wordt.
Zenders programmeren
U kunt in het FM-gebied per geheugenniveau (I, II, T) zes zenders met de voorkeuzetoetsen 1, 2, 3, 4, 5, 6 programmeren.
Op de MG en LG kunt u elk 6 zenders
vastleggen.
•De golfband met FM
•Met de tuimelschakelaar afstemmen op
een zender (automatisch
matig << >>).
T of M•L kiezen.
/ of hand-
79
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAGÑOL
PORTUGUES
•Zo lang op de gewenste voorkeuzetoets drukken, totdat na de geluidsonderdrukking het programma weer te
horen is (ca. 2 sec.)
Nu is de zender geprogrammeerd. Het display toont, welke toets ingedrukt is.
Aanwijzing:
Als u een reeds geprogrammeerde zender
instelt, dan knippert even de betreffende
voorkeuzetoets en het geheugenniveau,
wanneer u zich op een ander geheugenniveau bevindt.
Sterkste zenders automatisch
programmeren met Travelstore
U kunt de 6 sterkste FM-zenders in het betreffende ontvangstgebied, gesorteerd naar
frequentie-sterkte, automatisch programmeren.
Deze functie is bijzonder handig op reis.
T tenminste 2 sec. ingedrukt hou-
•FM
den.
Het toestel zoekt de zes sterkste FM-zenders en slaat deze in het “T“- geheugen op
(Travelstore). Als de procedure beëindigd is,
schakelt het toestel op de sterkste zender.
Indien gewenst kunnen op het Travelstoreniveau zenders ook handmatig geprogrammeerd worden (zie “Zenders programmeren”).
Geprogrammeerde zenders
oproepen
Indien gewenst kunt u geprogrammeerde
zenders door een druk op de toets weer
oproepen.
•Golfband met FM
FM geheugenniveau kiezen.
Hiervoor zo vaak op FM
op het display het gewenste geheugenniveau verschijnt.
•Betreffende voorkeuzetoets kort indrukken.
T of M•L kiezen en bij
T drukken, tot
Geprogrammeerde zenders laten
horen met Preset Scan
U kunt geprogrammeerde zenders van een
golfband met Preset Scan laten horen. De
speelduur kunt u met DSC SCANTIME kiezen.
•Kort op PS/SCA drukken,
het toestel laat na elkaar alle geprogrammeerde zenders van de gekozen
golfband even horen.
Bij FM zijn afhankelijk van de instelling de
zenders van de geheugenniveaus I-II of van
het Travelstore-niveau “T” te beluisteren. Als
op een voorkeuzetoets geen zender geprogrammeerd is, wordt deze toets overgeslagen.
Preset Scan beëindigen:
•Nogmaals op PS/SCA drukken.
De momenteel te horen zender is verder te beluisteren.
Zenders laten horen met RadioScan
U kunt de volgende zenders laten horen. De
speelduur kunt u met DSC SCANTIME kiezen.
Scan inschakelen:
•Druk ca. 2 sec. op PS/SCA.
Op het display knippert de beluisterde
frequentie of de afkorting van de zendernaam. Tijdens het zoeken verschijnt
“SCAN”.
Beluisterde zender uitkiezen/
Scan uitschakelen:
•Kort op PS/SCA drukken.
Als er geen zender gekozen wordt, dan schakelt Scan automatisch uit na het doorlopen
van de frequenties. U hoort de voordien
ingestelde zender.
Leest u hiervoor ook DSC-programmering
“SCANTIME”.
80
Ontvangst verkeersinformatie met RDS-EON
Veel FM-zenders zenden regelmatig actuele
verkeersinformatie uit voor hun regio.
Verkeersinformatie-zenders zenden een signaal uit waaraan uw autoradio deze
herkent. Wordt een dergelijk signaal herkent,
dan verschijnt op het display “TP” (TrafficProgram - verkeersinformatie-zender).
Daarnaast zijn er programma’s, die zelf geen
verkeersinformatie uitzenden maar met
RDS-EON de mogelijkheid bieden om verkeersinformatie op een andere zender van
deze omroep te ontvangen. Bij de ontvangst
van een dergelijke zender (bijv. NDR3) staat
“TP” op het display, wanneer de voorrang
voor verkeersinformatie is geactiveerd. Op
het display moet dan “TA” oplichten.
Bij een verkeersmededeling wordt automatisch op de zender met verkeersinformatie
(hier NDR2) overgeschakeld. De verkeersinformatie is te beluisteren en daarna wordt
automatisch naar het daarvoor beluisterde
programma (NDR3) teruggeschakeld.
Voorrang voor verkeersinformatie aan-/uitzetten
Is de voorrangfunctie voor verkeersinformatie geactiveerd, dan staat op het display “TA”.
Voorrang aan-/uitzetten:
•TA drukken.
Waarschuwingssignaal
Verlaat u het ontvangstgebied van de ingestelde verkeersinformatie-zender dan klinkt
er na ongeveer 30 seconden een waarschuwingssignaal.
Drukt u op een voorkeuzetoets, waarop een
zender zonder TA geprogrammeerd is, dan
hoort u eveneens een waarschuwingssignaal.
Waarschuwingssignaal uitzetten
a) Een andere zender met verkeersinfor-
matie instellen door:
•op tuimelschakelaar te drukken of
•op een voorkeuzetoets te drukken
waarop een verkeersinformatiezender geprogrammeerd is.
of
b) De voorrang van de verkeersinformatie
uitschakelen door:
•TA drukken.
Op het display verdwijnt de indicatie
“TA”.
De geluidssterkte van de waarschuwing
kunt u ook tot het vooraf ingestelde mutevolume verlagen.
•Daarvoor op -dB drukken.
Automatische zoekafstemming
Voorwaarde:
Voorrang voor verkeersinformatie staat aan.
Wanneer u een cassette of CD beluistert of
de geluidssterkte op “0” ingesteld heeft en u
verlaat het ontvangstgebied van de ingestelde verkeersinformatie-zender, zoekt de autoradio automatisch een nieuwe verkeersinformatie-zender.
Wordt ca. 30 sec. na het starten van de
zoekafstemming geen verkeersinformatiezender gevonden, stopt de cassette resp.
CD en hoort u een waarschuwingssignaal.
Waarschuwingssignaal uitzetten zoals boven beschreven.
Instellen geluidsvolume voor
verkeersinformatie
Het geluidsvolume voor het waarschuwingssignaal en de actuele verkeersmededeling is
door de fabriek ingesteld. U kunt dit echter
met DSC wijzigen (zie “Programmeren met
DSC, TA LEVEL”).
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAGÑOL
81
PORTUGUES
Cassette-weergave
Cassette inschuiven
•Toestel aanzetten
•Cassette inschuiven
Ejectcassette
De cassette wordt afgespeeld in de laatst
gekozen afspeelrichting.
TR1 op het display wil zeggen:
Spoor 1 of A wordt afgespeeld.
Cassette met kant A of 1 naar
boven, open kant rechts,
inschuiven
Cassette uitnemen
•Op drukken
De cassette wordt uitgeschoven
Snelspoelen
Versneld vooruitspoelen
•op FF (Fast Forward) drukken.
Aan het einde van de band schakelt het
toestel over op de andere kant/het andere spoor en begint met de weergave.
Versneld vooruitspoelen stoppen
•op FR drukken.
Versneld terugspoelen
•op FR (Fast Rewind) drukken.
Aan het einde van de band schakelt het
toestel over op weergave.
Versneld terugspoelen stoppen
•op FF drukken.
Wisselen van spoor
TR1-PLAY of TR2-PLAY op het display
Versneld
terugspoelen;
stop met FF
tegelijk indrukken
Versneld
vooruitspoelen;
stop met FR
Wisselen van spoor
(Autoreverse)
(Afspeelrichting tijdens weergave wisselen)
•FR en FF tegelijkertijd indrukken.
Aan het einde van de band schakelt het
toestel automatisch over op het andere
spoor. Op het display verschijnt “TR1” voor
spoor 1 of A resp. “TR2” voor spoor 2 of B.
Aanwijzing:
Bij cassettes die stroef lopen, is een automatische omkering van afspeelrichting mogelijk. In dat geval de wikkeling van de band
controleren. Het euvel is vaak te verhelpen
door versneld spoelen van de cassette.
Wisselen van bandsoort met
MTL
Het wisselen gebeurt automatisch.
82
Dolby B-NR*
Met dit toestel kunnen cassettes die met
Dolby B-NR of zonder ruisonderdrukking
werden opgenomen, afgespeeld worden.
Cassettes die met Dolby NR# werden opgenomen, onderscheiden zich door aanzienlijk
minder bandruis en door een overeenkomstig grote dynamiek.
Dolby in-/uitschakelen:
•op B drukken. Bij gebruik van Dolby
staat op het display “B”.
* Ruisonderdrukkingssysteem in licentie van Dolby La-
boratories geproduceerd. Het woord Dolby en het
symbool van de dubbele D zijn de handelsmerken van
Dolby Laboratories.
Muzieknummers overslaan/
herhalen met CPS
CPS betekent Cassette Program Search
(cassette-programma-zoeken) en geeft de
mogelijkheid om een muzieknummer over te
slaan of een net gehoord nummer nogmaals
te beluisteren.
Functie in-/uitschakelen:
•op CPS drukken.
Indien ingeschakeld, staat “CPS” op het display.
Toets blokkeren -
Versneld vooruitspoelen tot
het volgende nummer
Toets blokkeren -
Versneld terugspoelen tot aan het begin van het
nummer, wanneer het nummer langer dan 8
sec. duurde, anders versneld terugspoelen tot
aan het begin van het voorafgaande nummer.
Radio luisteren bij snelspoelen
met RM (Radio Monitor)
Wilt u tijdens het snelspoelen (ook bij CPS)
i.p.v. de gebruikelijke geluidsonderdrukking
de radio horen, dan
•drukt u op RM; op het display verschijnt
“RM”.
Geluidsbron omschakelen
met SRC (Source = bron)
Met deze toets kunt u tussen radio-gebruik,
cassette-weergave en CD-weergave (optie)
of een ander aangesloten toestel kiezen.
Omschakelen door
•op toets SRC te drukken.
Onderhoud
Het is aan te raden om in de auto alleen C60/
C90 bandjes te gebruiken. Bescherm uw
cassettes tegen vuil, stof en temperaturen
boven 50° Celcius. Koude cassettes laat u
voor het afspelen eerst warmer worden om
onregelmatig lopen van de band te voorkomen. Loop- en geluidsstoringen kunnen na
ongeveer 100 bedrijfsuren optreden door
vastzittend stof op de rubberen aandrukrol
en de kop.
Bij normale verontreiniging kunt u uw cassette-toestel reinigen met een reinigingscassette, ingeval van sterke verontreiniging met
een in spiritus gedrenkt wattenstaafje. Gebruik nooit hard gereedschap.
83
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAGÑOL
PORTUGUES
Programmeren met DSC
Uw autoradio biedt u de mogelijkheid om met
DSC (Direct Software Control) enkele instellingen en functies aan uw wensen aan te
passen en deze wijzigingen te programmeren.
De toestellen zijn door de fabriek ingesteld.
Een overzicht van de door de fabriek ingestelde basisinstellingen vindt u onderstaand,
zodat u steeds deze basisinstellingen kunt
raadplegen.
Als u een programmering wilt wijzigen dan
•drukt u op DSC.
Met de tuimelschakelaar en de -dB-toets
kunt u een keuze maken uit de hierna beschreven functies en deze instellen. Op het
display wordt de ingestelde positie aangegeven.
Funktie kiezen
Waarde
instellen
Funktie kiezen
Waarde
instellen
CD NAMEMet deze functie kunt u de
(alleen bij
angesloten wisselaar)
CD’s willekeurige NAMEN
geven. (zie “Bedienen van
een CD-wisselaar/CD-namen invoeren/tonen”).
ANGLEMet de instelling -1, 0, +1
wordt de individuele waarnemingshoek aangepast.
ANGLE zo instellen, dat het
display het best af te lezen
is.
BEEPBevestigingssignaal voor
functies waarvoor men de
toets langer dan 2 sec. ingedrukt moet houden.
Geluidsvolume is in te stellen van 0 - 9 (0 = uit).
BRIGHTDe helderheid van het dis-
play kan tussen 1 en 16 geregeld worden. U kunt een
helderheidswaarde zowel
voor overdag als voor ‘s
nachts instellen.
Het invoeren van de helderheid voor ‘s nachts:
U zet de autoverlichting aan
en programmeert de waarde
van de helderheid. Voorwaarde is dat de verlichting
op het stroomcircuit van de
auto is aangesloten.
COLOUR
(Variocolour)
Voor een trapsgewijze aanpassing van de verlichting
van het toestel aan de verlichting van het dashboard.
ON of LED OFF. De KeyCard-tong knippert bij LED
ON als extra beveiliging als
het toestel is uitgeschakeld
en de Keycard er uit is gehaald.
LOUDNESS Loudness - Aanpassing van
de zachte lage tonen aan het
menselijk gehoor.
LOUD 1 - geringe aanpassing
LOUD 6 - grootstmogelijke
aanpassing
SCANTIME Met dit punt wordt de Scan-
tijd voor de radio vastgelegd.
Het bereik ligt tussen 5 en
30 sec.
S-DX 1Gevoeligheid van de zoekaf-
stemming voor de interlokale
ontvangst instellen.
DX. 1 - grootste gevoeligheid
DX. 3 - ongevoelig
S-LO 1Gevoeligheid van de zoekaf-
stemming voor de lokale
ontvangst instellen.
LO1 - grootste gevoeligheid
LO3 - ongevoelig
De gevoeligheid van de
zoekafstemming kan voor
AM en FM afzonderlijk ingesteld worden.
SPEECHIn de toekomst maken diver-
se RDS-radiostations onderscheid tussen muziek- en
praatprogramma’s. De klank
kan voor gesproken woord
via “SPEECH” apart worden
ingesteld.
TA LEVELGeluidsvolume voor verkeer-
sinformatie en waarschuwingssignaal is in te stellen
van 1 - 9; ook zijn Fader,
Balance, Treble, Bass in te
stellen. De laatste instelling
wordt opgeslagen.
De verkeersinformatie is te
horen overeenkomstig de
instellingen.
CD UPDBiedt de mogelijkheid om de
(alleen bij
angesloten wisselaar)
van naam voorziene CD’s te
wissen, om plaats voor nieuwe CD-namen te creëren
(zie “Bedienen van een CDwisselaar - CD namen wissen”).
VOL FIXMaakt de instelling van het
standaardvolume mogelijk.
Met << >> het gewenste
standaardvolume instellen.
DSC-programmering stoppen/instelling
opslaan:
•op DSC drukken.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAGÑOL
85
PORTUGUES
Bedienen van een CD-wisselaar (optie)
U kunt de volgende CD-wisselaars van Blaupunkt met deze autoradio bedienen:
CDC-A03, -F03, -A05.
Wisselaar-functie inschakelen
met SRC op de autoradio
Een magazijn moet ingeschoven zijn.
Met SRC schakelt u over op een andere
geluidsbron (radio - wisselaar - cassette).
SRC zo vaak indrukken totdat op het display
de wisselaarfuncties verschijnen.
Eerst verschijnt kort “CD ON“, dan bijv.
CD1 - T1
CD = disk, T = TRACK (titel).
CD-nr.Titel-nr.
Cd kiezen/
titel kiezen met tuimelschakelaar
Titel kiezen (opwaarts): kort indrukken
CUE - versneld vooruitspoelen (hoorbaar):
ingedrukt houden
CD kiezen
(neerwaarts)
Opnieuw starten van de titel: kort indrukken
Titel kiezen (neerwaarts): twee of meer
keren kort na elkaar indrukken
REVIEW - versneld terugspoelen (hoorbaar):
ingedrukt houden
Op het display verschijnt de gekozen modus.
CD kiezen
(opwaarts)
SCAN
Voor het kort laten horen van de CD-nummers.
SCAN starten:
•PS/SCA op de autoradio ca. 1 sec.
lang indrukken. De titels worden in opwaartse volgorde kort na elkaar even
afgespeeld.
SCAN beëindigen:
•Kort op PS/SCA drukken. Het laatst
gespeelde nummer wordt verder afgespeeld.
MIX
CD-nummers kunnen in een toevallige
volgorde worden weergegeven.
MIX CD– Nummers van de gekozen CD
worden in toevallige volgorde
weergegeven. De andere
CD’s worden in numerieke
volgorde weergegeven, voor
de weergave van nummers
geldt Mix.
MIX MAG – Alle nummers in het magazijn
worden in toevallige volgorde
weergegeven.
MIX OFF – MIX is uitgeschakeld. De num-
mers worden in numerieke
volgorde weergegeven.
Functie omschakelen:
•Zo vaak op MIX drukken, tot de gewenste functie kort op het display verschijnt.
Als MIX aanstaat, staat onder rechts op het
display “MIX”.
86
CD-namen invoeren/tonen
U kunt 99 CD’s een naam geven. Wanneer
de CD-weergave begint, kan op het display
de naam, (bijv. VIVALDI), verschijnen.
Vereist: bij DSC-CD DISP moet NAME gekozen zijn.
Invoer starten:
Er moet minstens 1 CD in het magazijn
geschoven zijn.
•Bron CDC met SRC kiezen.
•Druk op toets DSC
•Zo vaak op tuimelschakelaar
ken tot op het display CD NAME verschijnt.
•Druk op -dB.
De eerste onderstreping knippert.
•Nu met de tuimelschakelaar
teken uitkiezen.
Na elkaar verschijnen de hoofdletters (A-Z),
speciale tekens en de cijfers 0-9.
•Met de tuimelschakelaar << >> naar de
volgende onderstreping gaan en een
teken uitkiezen.
Er kunnen maximaal 7 tekens op deze wijze
uitgekozen worden.
Invoer beëindigen:
•Druk op -dB, de invoer is opgeslagen.
U kunt nu met de tuimelschakelaar
andere DSC-functies uitkiezen
/ druk-
/ een
/
of
•DSC indrukken, de invoer is opgeslagen. U verlaat nu tegelijkertijd het DSCmenu.
Invoer opslaan/volgende CD kiezen:
•Op -dB drukken en om de naam in te
geven volgende CD met << >> kiezen.
•Op -dB drukken en de naam invoeren.
Een ingevoerde naam wordt door het
opnieuw opslaan van een naam gewist
(overheen geschreven).
CD-namen wissen
Bij een poging om meer dan 99 CD-namen
op te slaan, verschijnt “FULL” op het display.
U kunt via DSC de namen van een of meerdere CD’s compleet wissen en zodoende
ruimte voor nieuwe namen creëren.
Met de functie CDC-UPDATE (bijwerken)
worden alle CD’s waarvan de naam moet
worden bewaard, bevestigd, alle anderen
worden gewist.
•op DSC drukken.
•magazijn met CD’s plaatsen, waarvan
de namen moeten worden bewaard.
•zo vaak op
UPD” (Update) op het display verschijnt.
•op toets << >> drukken en er verschijnt
“LOAD CD” op het display.
/ drukken, tot “CDC
Op het display verschijnt na het lezen van de
CD’s “NEXT MAG” (magazijn).
•op EJECT op de wisselaar drukken en
het volgende magazijn inschuiven.
Op dezelfde wijze te werk gaan bij alle CD’s
waarvan de naam-programmering moet
worden bewaard.
•Tenslotte drukt u op -dB gedurende ca.
2 sec. tot op het display “UPDATING”
verschijnt. Nu wordt de update uitgevoerd.
Zodra “READY” verschijnt, is de procedure beëindigd.
Bij alle CD’s die werden geplaatst, is de
naam-programmering bewaard gebleven, bij
alle andere is de naam-programmering gewist.
Deze procedure kunt u onderbreken wanneer u op DSC drukt.
87
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAGÑOL
PORTUGUES
Appendix
Overzicht van de door de fabriek
ingestelde basisinstellingen met
DSC
ANGLE0
BEEP4
BRIGHT16
COLOURmiddelste instelling (geel)
CD DISPNAME
LEDON
LOUDNESS3
SCANTIME10s
S - DX2
S - LO2
SPEECH0
TA LEVEL5
VOL FIX20
Technische gegevens
Versterker:
Uitgangsvermogen:4 x 20 Watt sinus
volgens DIN 45324
4 x 25 Watt muziek
volgens DIN 45324
FM- gevoeligheid:
0,9 µV bij 26 dB
signaal-/ruisafstand
Frekwentiebereik:
FM35 - 16 000 Hz (-3 dB)
Cassette (metal)30 - 16 000 Hz (-3 dB)
88
Wijzigingen voorbehouden!
Blaupunkt-Werke GmbH
Bosch Gruppe
1/95K7/VKD 3 D94 147 007PM
20
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.