Overzicht van de door de fabriek
ingestelde basisinstellingen met DSC 204
Technische gegevens................ 204
Glossarium –
verklaring van vaktermen.......... 205
Index – trefwoordenregister......207
Inbouwhandleiding .................... 333
Page 4
Beknopte gebruiksaanwijzing
1 Ontgrendeling van het opklapbare
bedieningspaneel
Wanneer het bedieningspaneel ontgrendeld is, kunnen de KeyCard en de
cassette worden geplaatst of verwijderd.
Druk om het paneel te ontgrendelen op
toets 1. Het bedieningspaneel wordt
naar voren omlaag geklapt. Het bedieningspaneel is niet afneembaar en
mag niet worden gebruikt als ondergrond. Om het bedieningspaneel te
vergrendelen duwt u het terug in de
uitgangspositie (pijl 3).
2
1
3
Het bedieningspaneel moet om
veiligheidsredenen altijd vergrendeld zijn tijdens de rit.
Bij het verlaten van de auto dient
het bedieningspaneel ter beveiliging tegen diefstal te worden geopend en moet de KeyCard worden
verwijderd.
2 ON
Apparaat inschakelen:
Druk wanneer de KeyCard is geplaatst
op ON.
Het apparaat speelt in de laatst gekozen weergavesoort met het vooraf ingestelde volume.
Apparaat uitschakelen:
Houd ON ca. een seconde ingedrukt.
De afleesbaarheid van het display kan
worden geoptimaliseerd voor de individuele gezichtshoek. Lees desgewenst
“Afleesbaarheid van het display optimaliseren”.
Geluidsweergave uit-/inschakelen:
Druk kort op ON. Wanneer de geluidsweergave is uitgeschakeld, verschijnt
op het display “MUTE” (geluid onderdrukt).
Het geluid kan ook weer worden ingeschakeld wanneer de knop voor het
volume 3 wordt gedraaid.
In-/uitschakelen met de KeyCard:
Het apparaat wordt in-/uitgeschakeld
door het plaatsen / verwijderen van de
KeyCard.
Lees hiervoor in de beknopte handleiding ook onderdeel @: Diefstalbeveiligingssysteem KeyCard.
Uit-/inschakelen via het contactslot:
Wanneer het apparaat dienovereenkomstig is aangesloten, kan het via het
contactslot van de auto worden uit- en
weer ingeschakeld.
Nadat het contact is uitgeschakeld,
wijst een dubbele pieptoon u erop dat
u voor het verlaten van de auto de
KeyCard dient te verwijderen.
Inschakelen bij uitgeschakeld contact
Wanneer het contactslot is uitgeschakeld (KeyCard geplaatst), kan het apparaat zo verder worden bediend:
Druk na de dubbele pieptoon op ON.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
Na een speeltijd van een uur wordt het
apparaat ter bescherming van de autoaccu automatisch uitgeschakeld.
169
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 5
Beknopte gebruiksaanwijzing
3 Volume wijzigen
Door te draaien aan de knop kunt u
het volume wijzigen.
De ingestelde waarde wordt aangegeven op het display. Na het inschakelen
speelt het apparaat met het vooraf ingestelde volume (ON VOL).
ON VOL kan worden gewijzigd (zie
“Programmering met DSC –
ON VOL”).
4 Softkeys / display
Softkey = toets met wisselende functie
Er kaneen op het display aangegeven
functie worden gekozen.
Radioweergave
Bij radioweergave kan met TU worden
gewisseld tussen menuniveau 1 en
menuniveau 2.
Na acht seconden na de laatste bediening van een toets wordt automatisch
teruggeschakeld naar menuniveau 1.
Menuniveau 1
Voorkeuzetoetsen en geheugenniveaus
NEXT – FM
Wisselen tussen de geheugenniveaus
FM I, FM II en FM T.
NEXT – AM (MW, LW)
Wisselen tussen de golfgebieden MW
en LW.
ST1 – ST6
Op dit menuniveau kunnen radiozenders met ST1 – ST6 worden opgeslagen op de FM-niveaus I, II en “T”.
In het MW- en LW-gebied kunnen elk
zes zenders worden opgeslagen.
Zenders opslaan – Houd een voorkeuzetoets ST1 – ST6 ingedrukt totdat
het programma weer te horen is (pieptoon).
Zenders oproepen – Stel het golfgebied in. Kies op FM het geheugenniveau met NEXT en druk kort op de
desbetreffende voorkeuzetoets.
Menuniveau 2
Radiofuncties instellen
NEXT – FM
Wisselen tussen de geheugenniveaus
FM I, FM II en FM T.
NEXT – AM (MW, LW)
Wisselen tussen de golfgebieden MW
en LW.
BND
Golfgebied en geheugenniveau kiezen
(FM I, FM II, FM T, MW, LW).
SCA – Scan
a) PTY is uitgeschakeld
(Tekst is normaal verlicht, niet invers
op het display)
Druk kort op SCA (Radio Scan) –
Op het display is “SCAN” verlicht, afwisselend met de afkorting van de te
horen zender. Alle ontvangbare zenders van het golfgebied zijn achtereenvolgens kort te horen.
170
Page 6
Beknopte gebruiksaanwijzing
Houd SCA ca. een seconde ingedrukt
(Preset Scan) –
De pieptoon is te horen, op het display
is “SCAN” verlicht, afwisselend met de
afkorting van de te horen zender.
De onder de voorkeuzetoetsen geprogrammeerde en ontvangen zenders
zijn achtereenvolgens kort te horen.
Radio Scan / Preset Scan stoppen:
Druk opnieuw op SCA of op de tuimeltoets van de zoekafstemming.
b) PTY is ingeschakeld
(Tekst invers op het display)
Druk op SCA –
De zenders van het gekozen programmatype zijn achtereenvolgens kort te
horen.
AF (Alternatieve Frequentie bij RDS-
weergave)
Wanneer op het display “AF” invers in
weergegeven, zoekt de radio automatisch een beter te ontvangen frequentie van dezelfde zender.
AF aan/uit: Kies menuniveau 2 met TU
en druk kort op AF.
EXIT
Druk kort op de toets om de instelling
te beëindigen / te onderbreken.
ENT (Enter)
Druk kort op de toets om een instelling
over te nemen / op te slaan.
TS (Travelstore)
Wanneer op TS wordt gedrukt, wordt
vanuit ieder golfgebied overgeschakeld
op FMT. De zes zenders met het sterkste signaal worden automatisch opgeslagen. Nadat het opslaan voltooid is,
wordt de sterkste zender ingesteld en
weergegeven.
PTY (Programmatype)
Met PTY kunt u via de voorkeuzetoetsen een programmatype kiezen.
Hiervoor moet op het display “PTY” invers weergegeven zijn (druk evt. op
PTY). Nu kan met iedere voorkeuzetoets een programmatype zoals
NIEUWS, SPORT, POP worden opgeslagen en gekozen.
Roep de programmatypes op met de
tuimeltoets << >> en sla ze op met de
voorkeuzetoets (ca. twee seconden ingedrukt houden, tot de pieptoon te horen is).
REG (Regionaalfunctie)
Deze functie is ingeschakeld wanneer
“REG” op het display invers wordt
weergegeven.
REG aan/uit: Kies menuniveau 2 met
TU en druk kort op REG.
Lees desgewenst REG – Regionaal in
de uitvoerige gebruiksaanwijzing.
Cassetteweergave
Tijdens de cassetteweergave kunnen
de cassettefuncties worden gekozen
met de bijbehorende softkeys.
REVerse – wisselen van kant
Om te wisselen naar de andere kant
van de cassette. Het display geeft aan
welke kant wordt afgespeeld (Side A/B).
171
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 7
Beknopte gebruiksaanwijzing
SCA (Scan)
Om de cassettetitels achtereen kort
weer te geven.
Scan starten / beëindigen: druk op
SCA.
Wanneer de functie is ingeschakeld,
verschijnt op het display “SCAN”.
RPT (Repeat – herhalen)
Om de weergegeven titel of de volgende titel te herhalen. De titel wordt herhaald totdat RPT wordt uitgeschakeld.
Nadat de cassette is verwijderd of het
apparaat is uitgeschakeld, is Repeat
automatisch beëindigd.
Repeat in-/uitschakelen: druk op RPT,
na het overschakelen wordt de geactiveerde functie kort weergegeven op
het display.
Dolby B NR*
Met Dolby B NR opgenomen cassettes
kunnen optimaal worden weergegeven
wanneer het symbool
invers wordt
weergegeven.
* Ruisonderdrukkingssysteem, gefabriceerd onder
licentie van Dolby Laboratories. Het woord Dolby en het symbool met de dubbele D zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
RM (Radio Monitor)
Radio luisteren tijdens snelspoelen.
Wanneer “RM“ invers wordt weergegeven, wordt de radio weergegeven tijdens het snelspoelen.
Radio Monitor in-/uitschakelen: Druk
op RM, na het overschakelen wordt de
geactiveerde functie kort weergegeven
op het display.
BLS (Blank Skip)
Onbespeelde gedeelten overslaan,
wanneer “BLS” invers wordt weergegeven.
Zodra tijdens cassetteweergave een
pauze optreedt van langer dan 10 seconden, wordt automatisch verdergespoeld naar het begin van het volgende stuk.
Blank Skip in-/uitschakelen: druk op
BLS, na het overschakelen wordt de
geactiveerde functie kort weergegeven
op het display.
Weergave van cd-wisselaar
In de stand Changer (wisselen) kunnen de Changer functies worden gekozen door middel van de daartoe dienende softkeys.
MIX
Cd-titels kunnen in willekeurige volgorde worden weergegeven.
Door op toets MIX te drukken kunt u
de volgende functies kiezen:
- MIX CD = Titels van de cd worden in
willekeurige volgorde weergegeven.
Bij weergave van cd-wisselaar wordt
de cd op volgorde van nummer gekozen en worden de titels in willekeurige volgorde weergegeven.
- MIX MAG = Alle titels van het magazijn worden in willekeurige volgorde
weergegeven.
- MIX OFF = Functie uitschakelen.
SCA – Scan
Om de titels van alle cd’s achtereen
kort weer te geven.
Scan starten:
Druk op SCA. De titels zijn in oplopende volgorde achtereenvolgens kort te
horen. De duur van het fragment kan
worden veranderd (zie “Programmering met DSC - SCANTIME” ).
172
Page 8
Beknopte gebruiksaanwijzing
Scan beëindigen:
Druk op SCA. De als laatste te horen
titel wordt verder afgespeeld.
RPT – Repeat
Er kunnen cd-titels en bij weergave
van de cd-wisselaar bovendien cd’s
herhaald worden.
Door op toets RPT te drukken kunt u
de volgende functies oproepen:
- REP TRCK = Titel herhalen
- REP CD = Cd herhalen
- RPT OFF = Functie uitschakelen
TPM – Track Program Memory
Om favoriete titels te programmeren
en op te roepen. Er kunnen maximaal
99 cd’s met maximaal 40 titels worden
geadministreerd (Zie het hoofdstuk
“TPM-Programmering”).
CLR
Om het TPM-geheugen te wissen (zie
het hoofdstuk “TPM-programmering
wissen”).
5 TA (Traffic Announcement = voorrang
voor verkeersinformatie)
“TP” wordt aangegeven wanneer een
zender met verkeersinformatie wordt
ontvangen.
“TA” wordt aangegeven wanneer de
voorrang voor verkeersinformatie geactiveerd is.
Er worden alleen zenders met verkeersinformatie weergegeven.
Voorrang aan/uit: Druk op TA.
Bericht voortijdig beëindigen: Druk op
TA of op EXIT.
6 Tuimeltoets
Radioweergave
Wanneer op menuniveau 2 op de
tuimeltoets wordt gedrukt, wordt
automatisch overgeschakeld op
menuniveau 1.
/ Zoekafstemming:
opwaarts
neerwaarts
<</>> Trapsgewijs opwaarts / neerwaarts,
(op FM alleen indien AF en PTY uit)
Alleen op FM:
<</>> Bladeren in de zenderketens wan-
neer AF en PTY uit,
bv. NDR 1, 2, 3, 4, N-JOY…
Cassetteweergave
/ Titels kiezen (S-CPS)
voorwaarts
achterwaarts
>>snel vooruitspoelen
<<snel terugspoelen
Weergave van cd-wisselaar
<</>> Cd kiezen
>>opwaarts: kort indrukken
<<neerwaarts: kort indrukken
/ Titels kiezen
opwaarts: kort indrukken
CUE – snel vooruit verplaatsen
(hoorbaar): ingedrukt houden
neerwaarts: twee- of meermaals
achtereen kort indrukken
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
173
Page 9
Beknopte gebruiksaanwijzing
Titel opnieuw starten: kort indruk-
ken
REVIEW – snel achteruit verplaatsen (hoorbaar): ingedrukt
houden
Extra functies van de tuimeltoets:
Verdere instelmogelijkheden met
AUD8
DSC-MODE 7
PTY
Voorwaarde is dat de desbetreffende
functie geactiveerd is.
7 DSC (Direct Software Control)
Met DSC kunnen programmeerbare
basisinstellingen worden aangepast.
Nadere informatie: “Programmering
met DSC”.
8 AUD
Om hoge tonen (treble), lage tonen
(bass) balans (links/rechts), fader
(voor/achter) en loudness in te stellen.
Loudness = Aanpassen van de zachte
tonen aan het menselijke gehoor.
Kansas DJ, Chicago RCM 169:
Voor de weergavesoorten FM, AM,
CD, AUX en TA kunnen telkens verschillende treble-, bass- en loudnessinstellingen worden opgeslagen.
Instellen:
Kies de weergavesoort.
Druk eenmaal op AUD, op het display
verschijnt “BASS” met de ingestelde
waarde.
Met << / >> kiest u tussen de verschil-
lende mogelijkheden.
/ worden de ingestelde waar-
Met
den veranderd.
Op het display worden de ingestelde
waarden weergegeven. De laatste instelling wordt automatisch bewaard.
Bijzonderheid Loudness:
Met de tuimeltoets
gestelde waarden instellen tussen
LOUD 6 en LOUD OFF (loudness uitgeschakeld).
AUD uitschakelen:
Druk op EXIT.
Wanneer niet binnen acht seconden
een waarde wordt veranderd, wordt
AUD automatisch uitgeschakeld.
/ kunt u de in-
Extra functie
Equalizer in-/uitschakelen (DPE ON /
OFF):
Houd AUD circa twee seconden ingedrukt. Op het display verschijnt kort
“DPE ON” (aan) of “DPE OFF” (uit).
Nadere informatie over de equalizer:
“Equalizer-instelling”.
9 DIS
Verschillende weergavemogelijkheden
voor het display kiezen.
Radioweergave
Druk kort op DIS:
- Naam van de ingestelde zender
- Actuele frequentie
- PTY-kenmerk
Voorwaarde is dat er een RDS-zender
met voldoende veldsterkte wordt ontvangen.
Houd DIS ca. twee seconden ingedrukt:
174
Page 10
Beknopte gebruiksaanwijzing
Het display wisselt tussen kloktijd en
golfgebied (op FM incl. geheugenniveau).
Cassetteweergave
Druk kort op DIS:
De gekozen displayweergave wordt
kort getoond.
“COUNTER” - bandteller
“CLOCK”- kloktijd
“ELAPSED” - verstreken speeltijd van
de kant
“REMAIN”- resterende speeltijd van
de kant
Weergave van cd-wisselaar
Druk kort op DIS:
- Cd-nummer, titelnummer, kloktijd
- Cd-nummer, titelnummer, verstreken
speeltijd
- Cd-naam, titelnummer
: Display
NDR2- naam van de zender
FM- golfgebied
I, II, T- geheugenniveau I, II of Tra-
velstore
TP, TA- TP = Traffic Program (zender
met verkeersinformatie wordt
ontvangen)
- TA = voorrang voor verkeersinformatie is geactiveerd
PTY- programmatype-functie is ge-
activeerd
AF- alternatieve frequentie bij
RDS
lo- gevoeligheid van de zoekaf-
stemming instelbaar met
DSC
EQ- equalizer is ingeschakeld
CC-IN- Cassette is in het apparaat
SIDE A- kant 1 wordt afgespeeld
REV- Reverse (wisselen van kant)
SCA- cassettetitels kort weergeven
RPT- herhaalfunctie bij cassette-
weergave
- Dolby B NR is actief
RM- radioweergave tijdens
snelspoelen
BLS- onbespeelde gedeelten wor-
den automatisch overgeslagen
CD 5 T 2 - nummer van de cd en de titel
of
VIVALDI- naam van de cd
MIX- cd-titels kunnen in willekeurige
volgorde worden weergegeven
SCA- cd-titels achtereen kort laten
horen
RPT- herhaalfunctie bij weergave
van cd-wisselaar
TPM- favoriete cd-titels opslaan en
afspelen
CLR- TPM-programmering wissen
FM I, II, T - FM-geheugenniveau
of
MW, LW- golfgebied
of
00:20- Time (verstreken speeltijd)
of
12:50- kloktijd
175
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 11
Beknopte gebruiksaanwijzing
; CDC
Overschakelen op weergave van cdwisselaar (alleen wanneer er een wisselaar is aangesloten).
Wanneer geen cd-wisselaar is aangesloten, wordt overgeschakeld op AUX.
Voorwaarde: in het DSC-menu moet
AUX ON zijn ingesteld.
< CC
Overschakelen op cassetteweergave.
= TU (TUNER)
Overschakelen op radioweergave,
voor het wisselen tussen de geheugenniveaus / golfgebieden FM I, FM II,
TS (Travelstore), MW en LW.
> Cassetteopening
Cassette plaatsen (kant A of 1 naar
boven, opening rechts).
? Optische diefstalbeveiliging
Aan de volgende voorwaarden moet
voldaan zijn indien de LED zichtbaar
moet knipperen als beveiliging tegen
diefstal:
Het apparaat is uitgeschakeld;
het bedieningspaneel is geopend;
de KeyCard is verwijderd;
in het DSC-menu is LED ON ingesteld
(ingesteld door de fabriek).
176
Nadere informatie: “Programmering
met DSC – LED ON/OFF” .
@ Diefstalbeveiligingssysteem KeyCard
Om het apparaat te kunnen bedienen
dient u de KeyCard te plaatsen.
KeyCard
KeyCard plaatsen
Druk op toets 1 om het bedieningspaneel te ontgrendelen. Het bedieningspaneel beweegt naar voren en omlaag.
Schuif de KeyCard naar binnen met
het contactoppervlak naar beneden
(zie afbeelding). Vergrendel het bedieningspaneel.
2
1
3
Verwijder de KeyCard in de omgekeerde volgorde.
Lees beslist de informatie onder “Diefstalbeveiligingssysteem KeyCard”.
A Eject
Druk kort op de eject-toets, de cassette wordt naar buiten geschoven.
Het bedieningspaneel moet om
veiligheidsredenen altijd vergrendeld zijn tijdens de rit.
Bij het verlaten van de auto dient
het bedieningspaneel ter beveiliging tegen diefstal te worden geopend en moet de KeyCard worden
verwijderd.
Page 12
Afstandsbediening RC 08
Standaard:Chicago RCM 169
Optie:Hannover 2000 DJ
Kansas DJ
Montreal RCM 169
Paris RCM 169
19
18
21
20
B V- / V+
Volume wijzigen.
C SRC (Source = bron)
Wisselen van weergavesoort
- Radio
- CC (cassette)
- weergave van cd-wisselaar, indien
cd-wisselaar aangesloten
D Toetsen <</>>,
/
Radioweergave
Zoekafstemming
opwaarts
neerwaarts
<</>> trapsgewijs neer-/opwaarts
(op FM alleen indien AF uit)
alleen op FM:
<</>> Bladeren in de zenderketens
wanneer AF en PTY uit,
bv. NDR 1, 2, 3, 4, N-JOY…
Cassettenbetrieb
/ Titels kiezen (S-CPS)
voorwaarts
achterwaarts
>>snel vooruitspoelen
<<snel terugspoelen
Weergave van cd-wisselaar
<</>> Cd kiezen
>>opwaarts: kort indrukken
<<neerwaarts: kort indrukken
/ Titels kiezen
opwaarts: kort indrukken
CUE – snel vooruit verplaat-
sen (hoorbaar): ingedrukt
houden
neerwaarts: twee- of meermaals achtereen kort indrukken
Titel opnieuw starten: kort indrukken
REVIEW – snel achteruit verplaatsen (hoorbaar): inge-
drukt houden
E
Geluidsweergave in-/uitschakelen:
Druk kort op
. Wanneer de geluidsweergave is uitgeschakeld, geeft het
display “MUTE” aan (geluid onderdrukt).
.
Wisselen van kant:
Houd ca. een seconde ingedrukt.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
177
Page 13
Belangrijke aanwijzingen
Wat u beslist moet lezen
Lees, voordat u uw autoradio in gebruik
neemt, de volgende aanwijzingen a.u.b.
zorgvuldig door.
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid gaat vóór alles. Gebruik daarom uw autoradio altijd zo, dat u
steeds alert op de heersende verkeerssituatie kunt reageren.
Bedenk dat u al bij een snelheid van 50 km/
u elke seconde 14 meter aflegt.
Het is raadzaam uw autoradio niet te bedienen in kritische situaties.
De waarschuwingssignalen van bv. politie
en brandweer moeten in de auto op tijd en
duidelijk te horen zijn.
Beluister tijdens het rijden uw programma
daarom alleen met een aangepast geluidsvolume.
Inbouw
Wanneer u de installatie zelf wilt inbouwen
of verwijderen, lees dan beslist vooraf de
aanwijzingen voor inbouw en aansluiting
aan het einde van de gebruiksaanwijzing.
Telefoon-muting
Wanneer er een autotelefoon is aangesloten, kan de radio-, cassette- of cd-weergave automatisch worden onderdrukt tijdens
het gebruik van de telefoon (telefoon-muting). Op het display verschijnt dan
“PHONE”.
De verkeersinformatie heeft voorrang wanneer TA geactiveerd is. Een verkeersbericht
wordt afgebroken wanneer u op TA drukt.
Accessoires
Gebruik alleen door Blaupunkt toegelaten
accessoires en reserveonderdelen. Met dit
apparaat kunt u de volgende Blaupunkt-producten bedienen:
Afstandsbediening RC 08
De infrarood-afstandsbediening RC 08 maakt het
mogelijk de voornaamste
functies vanaf het stuurwiel
te bedienen. Deze afstandsbediening is standaard meegeleverd bij de
Chicago RCM 169 en kan
bij andere apparaten als accessoire worden verkregen.
Versterkers
Alle Blaupunkt-versterkers.
Cd-wisselaars
De volgende cd-wisselaars kunnen direct worden aangesloten: CDC A 06, A 072, A 08.
Via adapterkabel 7 607 889 093 kunnen de
wisselaars A 05 en A 071 worden aange-sloten.
De cd-wisselaar CDC A 08 wordt standaard
meegeleverd met de Hannover 2000 DJ / Kansas DJ.
Garantie
De omvang van de garantie richt zich naar
de wettelijke bepalingen van het land waar
het apparaat is gekocht.
Ongeacht de wettelijke bepalingen geeft
Blaupunkt twaalf maanden garantie.
Indien u vragen heeft over de garantie kunt
u contact opnemen met uw dealer. Uw aankoopbon geldt als garantiebewijs.
Internationale telefoon-info
Heeft u vragen over de bediening of heeft u
nadere informatie nodig?
Bel ons!
De internationale telefoon- en faxnummers
vindt u op de laatste bladzijde van deze gebruiksaanwijzing.
178
Page 14
Diefstalbeveiligingssysteem KeyCard
Bij de radio wordt een KeyCard meegeleverd.
De autoradio kan echter ook met een tweede
KeyCard worden bediend.
Wanneer een KeyCard verloren of beschadigd raakt, kan uw dealer u aan een nieuwe
KeyCard helpen.
Wanneer u twee KeyCards gebruikt, worden de instellingen van de eerste KeyCard
overgenomen. U heeft echter de mogelijkheid om de volgende functies afzonderlijk
te programmeren:
Bezetting van de voorkeuzetoetsen, bass-,
treble-, balans- en fader-instelling, loudness,
TA (volume van de verkeersinformatie), volume van de pieptoon, LOW-EQ, HIGH-EQ.
Bovendien blijft de laatst ingestelde toestand
bewaard, zoals golfgebied, zenderafstemming, TA-voorrang, AF, REG ON/OFF,
SCANTIME, gevoeligheid van de zoekafstemming, ON VOL (volume bij inschakelen) en SHARX.
Zo treft u na het plaatsen van uw KeyCard
de door u gekozen basisinstelling opnieuw
aan.
Apparaat in gebruik nemen
•Zet het apparaat aan met ON.
Ontgrendel om de KeyCard te plaatsen het
bedieningspaneel:
•Druk op knop 1, het bedieningspaneel klapt naar voren.
•Plaats de KeyCard met het contactoppervlak naar beneden, zoals aangegeven op de afbeelding (pijl 1).
2
1
3
•Schuif de kaart in de richting van de
pijl (2) en vergrendel het bedieningspaneel (pijl 3).
De autoradio is klaar voor gebruik.
Wanneer een voor het apparaat vreemde
KeyCard wordt geplaatst, verschijnt “CARD
ERR” op het display.
Na ca. tien seconden schakelt het apparaat
zichzelf uit.
Wanneer u een vreemde kaartsoort plaatst
(bv. telefoonkaart of creditcard), verschijnt
ca. twee seconden “WRONG KC”.
Verwijder de vreemde kaart en plaats een
KeyCard die bekend is bij het apparaat.
•Druk op ON om in te schakelen.
KeyCard verwijderen
Ontgrendel het bedieningspaneel:
•Druk op knop 1, het bedieningspaneel klapt naar voren.
•Schuif de kaart naar rechts tot de
aanslag en haal de kaart naar voren
uit het apparaat.
•Vergrendel het bedieningspaneel.
Het bedieningspaneel moet om
veiligheidsredenen altijd vergrendeld zijn tijdens de rit.
Bij het verlaten van de auto dient
het bedieningspaneel ter beveiliging tegen diefstal te worden geopend en moet de KeyCard worden
verwijderd.
Tweede KeyCard programmeren/
KeyCard vervangen
Er kan een KeyCard als extra KeyCard worden geprogrammeerd wanneer het apparaat
in bedrijf is met de eerste KeyCard.
Wanneer u een tweede KeyCard wilt programmeren:
•Plaats de eerste KeyCard en zet het
apparaat aan.
•Druk op DSC en kies “LEARN KC” met
/ .
179
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 15
Diefstalbeveiligingssysteem KeyCard
•Druk op << of >>.
Op het display verschijnt “CHANGE”.
•Verwijder de eerste KeyCard en schuif
de nieuwe KeyCard naar binnen zolang “CHANGE” wordt aangegeven.
Na “READY” of “LEARN KC”:
•Druk op DSC.
Het apparaat kan nu ook met de nieuwe
KeyCard worden bediend.
Voor het apparaat kunnen maximaal twee
KeyCards geprogrammeerd zijn.
Wanneer een derde KeyCard geprogrammeerd wordt, wordt automatisch de autorisatie gewist van de KeyCard die niet gebruikt werd bij het programmeren.
Radiopas-gegevens tonen
Met de geleverde KeyCard kunt u de gegevens van de radiopas, zoals naam van het
apparaat, typenummer (7 6 ...) en apparaatnummer op het display laten weergeven.
De bediening hiervoor vindt u onder “Programmering met DSC - READ KC”.
Short Additional Memory
(S.A.M.)
= korte informatie
De tweede, bij uw dealer verkrijgbare Key-
Card biedt de mogelijkheid om onder de
DSC-menuoptie “READ KC” via bewegende tekst korte informatie te tonen, bv. het
telefoonnummer van de autowerkplaats of
het alarmnummer van de autoclub.
Een hiervoor toegeruste dealer kan een vrij
te kiezen tekst met maximaal 162 karakters
invoeren.
Turn On Message (T.O.M.)
= informatie bij inschakelen
De tweede, bij uw dealer verkrijgbare Key-
Card biedt de mogelijkheid bij iedere keer
dat het apparaat wordt ingeschakeld een
“Turn On Message” naar keuze te laten zien.
Een hiervoor toegeruste dealer kan een vrij
te kiezen tekst met maximaal 48 karakters
invoeren.
Telkens wanneer u het apparaat met de
tweede KeyCard inschakelt, verschijnt deze
tekst. Voorwaarde: In het DSC-menu moet
TOM ON zijn ingesteld.
Optische aanduiding als
diefstalbeveiliging
??
LED
? knippert
??
Wanneer de auto geparkeerd is en de KeyCard is verwijderd, kan de LED knipperen
als diefstalbeveiliging.
Aan de volgende voorwaarden moet zijn
voldaan:
De pluspool en de continue pluspool moeten juist zijn aangesloten, zoals in de handleiding beschreven.
Het apparaat is uitgeschakeld, het bedieningspaneel is geopend, de KeyCard is verwijderd. In het DSC-menu moet “LED ON”
ingesteld zijn (ingesteld door de fabriek).
Lees hiervoor desgewenst “Programmering
met DSC - LED”.
Knipperen uitschakelen
U kunt het knipperen uitschakelen door in
het DSC-menu “LED OFF” in te stellen.
180
Page 16
Diefstalbeveiligingssysteem KeyCard
Onderhoud van de KeyCard
Probleemloos functioneren van de KeyCard
is gewaarborgd wanneer de contacten vrij
zijn van vreemde deeltjes. Vermijd directe
aanraking van de contacten met de handen.
Reinig de contacten van de KeyCard indien
nodig met een in alcohol gedrenkt wattenstaafje.
KeyCard verloren of beschadigd
Is de bij het apparaat behorende KeyCard
beschadigd of niet meer te vinden, dan kunt
u een nieuwe KeyCard programmeren.
De nieuwe KeyCard is te verkrijgen bij uw
dealer. Verder heeft u de mastercode van
het apparaat nodig, die te vinden is in de
autoradiopas.
Bewaar de autoradiopas op een veilige
plaats, doch niet in de auto.
Programmeren van de nieuwe
KeyCard
•Plaats de nieuwe, niet bij het apparaat
bekende KeyCard en vergrendel het
bedieningspaneel.
•Druk op ON.
•Druk binnen twee seconden op TU enST1, op het display verschijnt “0000”.
•Voer nu met de tuimeltoets de viercijferige mastercode uit de autoradiopas
in.
/- cijfers invoeren
(overeenkomstig vaak indrukken)
<< >> - invoerpositie kiezen
•Druk nadat de juiste mastercode is ingevoerd op ENT.
De nieuwe KeyCard is geaccepteerd wanneer het apparaat overschakelt op weergave.
Fouten bij het invoeren
Nadat een onjuiste code is ingevoerd, verschijnt op het display “CODE ERR”. Na driemaal onjuist invoeren verschijnt “WAIT 1h”.
Het apparaat staat gedurende een uur in de
wachtstand.
•Zet het apparaat uit en weer aan.
Herhaal het programmeren, doch nu met de
juiste mastercode.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
181
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 17
Afleesbaarheid van het display optimaliserenWeergavesoort kiezen
U kunt de weergavesoorten radio (TU), cassette (CC) en cd-wisselaar (CDC) kiezen.
CC kan alleen worden gekozen wanneer
een cassette is geplaatst.
CDC kan alleen worden gekozen wanneer
een Blaupunkt cd-wisselaar CDC A 06,
A 072, A 08 of A 05, A 071 is aangesloten
en er een magazijn met minimaal één cd is
geplaatst.
Omschakelen naar een andere weergavesoort:
•Druk op toets TU, CC of CDC.
Wanneer opnieuw op TU wordt gedrukt,
wordt overgeschakeld op menuniveau 2. Op
dit niveau is het mogelijk om functies in te
stellen die specifiek zijn voor de radiofunctie.
Ca. acht seconden nadat het apparaat voor
het laatst is bediend, wordt automatisch teruggeschakeld naar menuniveau 1.
De afleesbaarheid van het display kan worden geoptimaliseerd voor uw gezichtshoek.
•Druk hiervoor op DSC.
•Druk zo vaak op het onderste gedeelte
van de tuimeltoets
het display verschijnt.
•Stel dan met de tuimeltoets <</>> voor
uw positie de beste afleesbaarheid in.
Na voltooide instelling:
•Druk op DSC.
dat “ANGLE” op
182
Page 18
Radioweergave met RDS (Radio Data System)
Het Radio Data System biedt u meer comfort bij het luisteren naar de radio op FM.
Steeds meer radiozenders zenden bij hun
programma’s ook RDS-informatie uit.
Zodra een radioprogramma kan worden
herkend, verschijnt ook de afkorting van de
zender op het display, evt. met regionale
identificatie, bv. NDR1 NDS (Neder-Saksen).
Met RDS worden de voorkeuzetoetsen gebruikt als programmatoetsen. Zo weet u precies op welk programma u bent afgestemd
en kunt u ook gericht het gewenste programma kiezen.
RDS biedt u nog meer voordelen:
AF - Alternatieve Frequentie
De AF-functie (Alternatieve Frequentie)
zorgt ervoor dat automatisch op de best te
ontvangen frequentie van het gekozen programma wordt afgestemd.
AF in-/uitschakelen:
•Druk tijdens de radioweergave op TU,
menuniveau 2 verschijnt op het display.
•Druk kort op AF.
De functie is ingeschakeld wanneer “AF” op
het display verlicht is.
Bij de bijbehorende toets wordt “AF” dan
invers weergegeven.
De radioweergave kan tijdens het zoeken
naar de best te ontvangen zender even onderbroken worden.
Wanneer bij het aanzetten van het apparaat of bij het oproepen van een geprogrammeerde frequentie “SEARCH” op het display
verschijnt, zoekt het apparaat automatisch
naar een alternatieve frequentie.
“SEARCH” verdwijnt wanneer een alternatieve frequentie gevonden is of na het doorlopen van de frequentieband.
Wanneer dit programma niet meer naar
wens te ontvangen is:
•Kies een ander programma.
REG - Regionaal
Bepaalde programma’s van de omroepen
worden op bepaalde tijden verdeeld in regionale uitzendingen. Zo verzorgt bv. het
eerste net van de NDR gebieden in de noordelijke Duitse deelstaten Sleeswijk-Holstein,
Hamburg en Neder-Saksen en zendt het op
bepaalde tijden programma’s van verschillende inhoud uit.
Wanneer u een regionaal programma ontvangt en dit wilt blijven beluisteren, is het
raadzaam om “REG ON” in te schakelen.
Wanneer u het ontvangstgebied van de regionale zender verlaat of de volledige RDSservice verlangt, schakelt u over op “REG
OFF”.
REG-functie wisselen:
•Druk op TU, menuniveau 2 verschijnt
op het display.
Menuniveau 2
•Druk op de toets voor REG; u kunt
“REG ON” of “REG OFF” (aan of uit)
kiezen.
183
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 19
Radioweergave met RDS (Radio Data System)
Op het display verschijnt kort de gekozen
toestand. Wanneer de regionaalfunctie is
ingeschakeld, wordt REG bij de bijbehorende toets invers weergegeven.
Golfgebied kiezen
U kunt kiezen tussen de golfgebieden
FM 87,5 - 108 MHz,
MW 531 - 1602 kHz en
LW 153 - 279 kHz.
•Druk hiervoor op TU, menuniveau 2
verschijnt op het display.
Menuniveau 2
•Kies met BND (zo vaak indrukken als
gewenst) het gewenste golfgebied.
De doorloopvolgorde is: FM I, FM II, FMT,
MW, LW.
Zenderafstemming
Zoekafstemming /
•Druk op / , de autoradio zoekt automatisch de volgende zender.
Wanneer / naar boven of naar beneden
ingedrukt gehouden wordt, loopt de zoekafstemming snel opwaarts of neerwaarts verder.
Zoekafstemming
opwaarts
neerwaarts
<< / >> trapsgewijs op-/neerwaarts
(op FM alleen indien AF uit)
Handmatig afstemmen met << >>
U kunt ook handmatig op zenders afstemmen.
Voorwaarde:
AF en PTY zijn uitgeschakeld (de symbolen zijn dan niet op het display te zien).
Indien gewenst schakelt u deze functies uit
op menuniveau 2.
Handmatige afstemming uitvoeren:
•Druk op << >>. De frequentie wordt
trapsgewijs opwaarts/neerwaarts gewijzigd.
Wanneer de tuimeltoets << >> rechts of links
ingedrukt gehouden wordt, vindt de frequentiedoorloop snel plaats.
Bladeren in de zenderketens
(alleen FM)
Met << >> kunt u zenders uit het ontvangstgebied oproepen.
Wanneer meer zenders van zenderketens
te ontvangen zijn, kunt u met >> (vooruit) of
<< (achteruit) bladeren in de zenderketens,
bv. NDR 1, 2, 3, 4... Start hiervoor bv. Travelstore:
•Druk op TU, op het display verschijnt
menuniveau 2.
Wanneer “AF” niet verlicht is:
•Druk op AF op menuniveau 2.
184
Page 20
Radioweergave met RDS (Radio Data System)
Wisselen van geheugenniveau
(FM)
U kunt de geheugenniveaus I, II en T afwisselen om zenders te programmeren en om
geprogrammeerde zenders op te roepen.
Het gekozen geheugenniveau verschijnt op
het display.
•Druk zo vaak kort op NEXT dat het gewenste geheugenniveau op het display
verschijnt.
Zenders programmeren
Op de FM-band kunt u voor elk geheugenniveau (I, II, T) zes zenders programmeren
met de voorkeuzetoetsen ST1 – ST6.
Op de MW-/LW-band kunt u eveneens elk
van de zes zenders programmeren.
•Druk hiertoe op TU, op het display verschijnt menuniveau 2.
•Kies het golfgebied met BND.
•Stem af op een zender met de tuimeltoets (automatisch
/ of handmatig
<< >>).
•Houd de gewenste voorkeuzetoets ingedrukt totdat het programma na de
geluidsonderdrukking weer te horen is
(ca. twee seconden), resp. tot de pieptoon te horen is.
De zender is nu geprogrammeerd.
Let op:
Indien u afstemt op een reeds geprogrammeerde zender terwijl u zich op een ander
geheugenniveau bevindt, wordt op het display de desbetreffende voorkeuzetoets met
het geheugenniveau kort knipperend aangeduid.
Sterkste zenders automatisch
programmeren met Travelstore
U kunt de zes sterkste FM-zenders op
volgorde van veldsterkte, elk uit hun eigen
ontvangstgebied, automatisch programmeren. Deze functie is vooral handig op reis.
•Druk op TU, op het display verschijnt
menuniveau 2.
•Druk kort op TS.
Op het display knippert “T-STORE”.
De zes sterkste FM-zenders worden auto-
matisch opgeslagen op geheugenniveau “T”
(Travelstore). Wanneer er minder dan zes
zenders te ontvangen zijn, worden de niet
bezette geheugenposities aangeduid met
vier streepjes. Na voltooiing wordt afgestemd op de sterkste zender (ST1).
Desgewenst kunnen op het Travelstore-niveau ook handmatig zenders worden ingesteld (zie “Zenders programmeren”).
Geprogrammeerde zenders
oproepen
Indien gewenst kunt u geprogrammeerde
zenders oproepen met een druk op de toets.
FM
U kunt de zenders van het gewenste ge-
heugenniveau als volgt direct oproepen:
•Druk op toets ST1 – ST6.
Zenders op een ander geheugenniveau
oproepen:
•Druk op NEXT totdat het gewenste geheugenniveau wordt weergegeven en
kies dan de geprogrammeerde zender
met ST1 – ST6.
185
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 21
Radioweergave met RDS (Radio Data System)
MW, LW
U kunt de zenders van het gewenste ge-
heugenniveau direct oproepen:
•Druk op toets ST1 – ST6.
Zenders op een ander golfgebied oproepen:
•Druk op NEXT totdat het gewenste
golfgebied wordt weergegeven en kies
dan de geprogrammeerde zender met
ST1 – ST6.
Geprogrammeerde zenders kort
laten horen met Preset Scan
U kunt geprogrammeerde zenders op alle
golfgebieden van het gekozen FM-geheugenniveau kort laten horen.
Preset Scan kan alleen worden gestart wanneer PTY is uitgeschakeld (“PTY” is niet
verlicht op het display).
Schakel PTY indien nodig uit op menuniveau 2.
•Druk hiertoe op TU en schakel PTY uit
met de gelijknamige toets.
Preset Scan starten:
•Houd SCA ca. een seconde ingedrukt.
Alle geprogrammeerde en ontvangbare zenders van het golfgebied worden achtereen
kort weergegeven. Op het display wordt afwisselend “SCAN” en de knipperende zendernaam resp. frequentie aangegeven.
186
Weergegeven zender verder beluisteren/
Preset Scan beëindigen:
•Druk kort op SCA of een van de toetsen van de tuimeltoets.
Zenders kort laten horen met
Radio Scan
U kunt alle ontvangbare zenders van het gekozen golfgebied kort laten weergeven.
Radio Scan kan alleen worden gestart wanneer PTY is uitgeschakeld (“PTY” is niet
verlicht op het display).
Schakel PTY indien nodig uit op menuniveau 2.
•Druk hiertoe op TU en schakel PTY uit
met de gelijknamige toets.
Scan inschakelen:
•Druk kort op SCA.
Alle ontvangbare zenders van het golfgebied worden achtereen kort weergegeven.
Op het display wordt afwisselend “SCAN”
en de knipperende zendernaam resp. frequentie aangegeven.
Weergegeven zender kiezen / Scan uitschakelen:
•Druk kort op SCA of een van de toetsen van de tuimeltoets.
Wanneer geen zender wordt gekozen, wordt
Scan automatisch beëindigd nadat de frequentieband eenmaal doorlopen is. U hoort
weer de oorspronkelijke zender.
Duur van het fragment (Scan)
wijzigen
De duur van het fragment kan worden ingesteld tussen vijf en maximaal dertig seconden.
Indien u de duur van het fragment wilt wijzigen, leest u “Programmering met DSC SCANTIME”.
Gevoeligheid van de zoekafstemming wijzigen
U kunt de gevoeligheid van de automatische
zoekafstemming wijzigen.
Wanneer “lo” wordt aangegeven, worden
alleen goed te ontvangen zenders gezocht
(geringe gevoeligheid).
Wanneer “lo” niet wordt aangegeven, worden ook minder goed te ontvangen zenders
gezocht.
Wanneer u de gevoeligheid van de zoekafstemming wilt wisselen, leest u “Programmering met DSC - LO/DX”.
Page 22
Radioweergave met RDS (Radio Data System)
Omschakelen stereo - mono
(FM)
In het DSC-menu kunt u wisselen tussen
stereo en mono. Dit kan in kritische ontvangstgebieden voordelig zijn. Nadat het apparaat is ingeschakeld, volgt automatisch
stereoweergave.
Bij slechte ontvangst schakelt het apparaat
geleidelijk over op monoweergave.
Wanneer u op mono wilt overschakelen,
leest u “Programmering met DSC – STEREO/
MONO”.
De gekozen toestand verschijnt kort op het
display.
Automatisch wisselen van bandbreedte (SHARX)
U kunt in het DSC-menu met de functie
SHARX de automatische wisseling van
bandbreedte op het FM-gebied inschakelen.
Dit is bij een grote zenderdichtheid zeer
gunstig.
Storingen door een sterke aangrenzende
zender worden vergaand tegengegaan wanneer SHARX ON is ingesteld (instelling door
de fabriek).
Lees desgewenst “Programmering met
DSC– SHARX”.
PTY – Programmatype
Dit is een RDS-service die geleidelijk aan
door de omroepen wordt ingevoerd. Hiermee is het mogelijk gericht FM-zenders met
een bepaald programmatype te kiezen.
Wanneer u het programmatype gekozen
heeft, kan de keuze van de zenders met de
zoekafstemming of met Scan worden uitgevoerd.
PTY in-/uitschakelen
•Druk op PTY.
Wanneer de functie ingeschakeld is, geeft
het display kort het laatst gekozen programmatype aan, bv. “SPORT”. Zolang PTY is
ingeschakeld, wordt op het display continu
“PTY” aangegeven.
Programmatype
Met << >> kunt u het laatst gekozen programmatype aangeven en een ander kiezen.
Met de voorkeuzetoetsen ST1 - ST6 kunt u
geprogrammeerde programmatypes kiezen.
Voorwaarde: PTY is ingeschakeld.
Met DSC kunt u de taal kiezen uit Duits,
Engels of Frans (zie “Programmering met
DSC – PTY LANG”.
De hierna vermelde programmatypes staan
ter beschikking.
De vetgedrukte letters zijn identiek aan de
kort getoonde PTY-vermelding op het display.
NEWS
nieuws
CURRENT AFFAIRS
actualiteiten
INFORMATION
service
SPORT
sport
EDUCATE
educatief
DRAMA
hoorspel en literatuur
CULTURE
cultuur
SCIENCE
wetenschap
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
187
PORTUGUÊS
Page 23
Radioweergave met RDS (Radio Data System)
VARIED
amusement
POP MUSIC
popmuziek
ROCK MUSIC
rockmuziek
EASY MUSIC
ontspanningsmuziek
LIGHT MUSIC
lichte muziek
CLASSICS
klassieke muziek
OTHER MUSIC
muziek
WEATHER
weer
FINANCE
economie
CHILDREN’S PROGRAMS
kinderen
SOCIAL AFFAIRS
maatschappij
RELIGION
religie
PHONE IN
inbelprogramma
TRAVEL
reizen
LEISURE
vrije tijd
JAZZ MUSIC
jazz
COUNTRY MUSIC
country & western
NATIONAL MUSIC
muziek in de landstaal
OLDIES MUSIC
gouwe-ouwe
FOLK MUSIC
volksmuziek
DOCUMENT
journalistiek
Programmatype van de zender opvragen
Op menuniveau 2:
•Houd PTY ca. twee seconden ingedrukt.
Na de pieptoon wordt aangegeven welk
soort programma de ontvangen zender uitzendt.
Wanneer “NONE” verschijnt, heeft de zender geen PTY-kenmerk.
Gekozen programmatype tonen
•Druk op << of op >>.
Het laatst gekozen programmatype wordt
kort getoond.
Programmatype kiezen
a) met de voorkeuzetoetsen
Wanneer PTY uitgeschakeld is, kunnen met de voorkeuzetoetsen ST1 –
ST6 door de fabriek vastgelegde programmatypes worden gekozen.
• Druk op een van de toetsen 1 - 6.
Het display toont twee seconden het
gekozen programmatype.
Wanneer u een zender van dit pro-
grammatype wilt beluisteren:
• Start de zoekafstemming met
Wanneer geen zender van het gekozen programmatype gevonden wordt, toont het display kort “NO PTY”. De pieptoon is te horen. De laatst ingestelde zender wordt ontvangen.
U kunt op elke geheugenpositie een ander
beschikbaar programmatype vastleggen.
Lees indien gewenst de volgende paragraaf,
“Programmatype programmeren”.
b) met << >> van de tuimeltoets
Wanneer PTY ingeschakeld is, kunt u
met << >> een programmatype kiezen.
• Druk op << of >>. Het laatst gekozen
programmatype wordt drie seconden
getoond.
/ .
188
Page 24
Radioweergave met RDS (Radio Data System)
• Kies in deze tijd met >> (vooruit) of
<< (achteruit) het gewenste programmatype.
• Druk zo vaak op << of >> als nodig is.
Wanneer u een zender van dit programmatype wilt horen:
• Start de zoekafstemming met
/ .
Wanneer geen zender van het gekozen programmatype gevonden wordt, geeft het display kort “NO PTY” aan. De pieptoon is te
horen. De laatst ingestelde zender wordt
ontvangen.
Programmatype programmeren
Van fabriekswege is onder elk van de voorkeuzetoetsen ST1 - ST6 een programmatype vastgelegd.
U kunt echter ook andere beschikbare programmatypes programmeren.
Wanneer u een ander programmatype wilt
programmeren, moet PTY op het display
verlicht zijn.
•Schakel zonodig PTY in met de PTYtoets.
•Kies het programmatype met << >>.
•Houd de gekozen toets (ST1 – ST6) ingedrukt totdat de pieptoon te horen is.
Het gekozen programmatype kan met deze
toets worden opgeroepen PTY is ingeschakeld (op het display is “PTY” verlicht).
Zenders kort laten weergeven met PTYSCAN
Voorwaarde: PTY moet verlicht zijn op het
display.
•Druk op SCA.
De te ontvangen zenders van dit program-
matype worden achtereen kort weergegeven.
PTY-SCAN uitschakelen:
• Druk nogmaals op SCA of op de tui-
meltoets voor de zoekafstemming.
Nadat de frequentieband eenmaal is doorlopen, wordt PTY-SCAN automatisch uitgeschakeld.
Voorrang PTY
Situatie:
PTY is ingeschakeld, de aanduiding op het
display is verlicht.
Er is momenteel geen zender van het ge-
kozen programmatype te ontvangen (met
zoekafstemming of Scan).
Het apparaat schakelt terug naar de oorspronkelijke zender.
Zodra binnen dezelfde zenderketen een
zender van het gekozen programmatype te
ontvangen is, schakelt het apparaat bij radioweergave voor de duur van de uitzending over op deze zender.
Voorbeeld:
-oorspronkelijke zender: NDR 3
-“PTY” op het display
-“POP” gekozen
-zoekafstemming gestart
-geen zender met “PTY POP” gevonden
-display toont “NO PTY” en
-schakelt automatisch terug naar NDR 3
-NDR 2 zendt “PTY POP” uit
-apparaat schakelt binnen de zenderketen over op NDR 2 zolang deze zender
“POP” uitzendt.
Ook bij cd-weergave schakelt het apparaat
automatisch binnen de zenderketen over op
de radiozender met het gekozen programmatype.
Na het einde van de PTY-uitzending schakelt het apparaat weer over op de vorige
audiobron (radio of cd).
Let op:
Zoals al vermeld werd, zijn deze functies
momenteel nog niet met alle RDS-zenders
te gebruiken.
189
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 25
Ontvangst van verkeersinformatie met RDS-EON
Onder EON verstaat men het uitwisselen
van programma-informatie binnen een zenderketen.
Veel FM-zenders zenden regelmatig actuele verkeersinformatie uit voor hun regio.
Zenders met verkeersinformatie zenden ter
identificatie een signaal uit, waaraan uw
autoradio ze herkent. Wanneer een dergelijk signaal herkend wordt, verschijnt op het
display “TP” (Traffic Program – uitzending
met verkeersinformatie).
Daarnaast zijn er zenders die zelf geen verkeersinformatie uitzenden, maar met RDSEON de mogelijkheid bieden de verkeersinformatie van een andere zender van dezelfde omroep te ontvangen.
Wanneer bij ontvangst van een dergelijke
zender (bv. NDR3) de voorrang voor verkeersinformatie geactiveerd moet zijn, dan
moet “TA” op het display verlicht zijn
(Traffic Announcement – voorrang voor verkeersinformatie).
Bij een verkeersbericht wordt automatisch
overgeschakeld op de zender met de verkeersinformatie (in dit geval NDR2). Dan
volgt het verkeersbericht, waarna automatisch naar het ervoor beluisterde programma (NDR3) wordt teruggeschakeld.
190
Voorrang voor verkeersinformatie in-/uitschakelen
Op het display is “TA” verlicht wanneer de
voorrang voor verkeersinformatie ingeschakeld is.
Voorrang in-/uitschakelen:
•Druk op TA.
Wanneer u tijdens een verkeersmededeling
op TA drukt, wordt de voorrang alleen voor
deze mededeling onderbroken. Het apparaat schakelt terug naar de oorspronkelijke
toestand. Voor volgende meldingen blijft de
voorrang behouden.
Diverse toetsen hebben geen functie tijdens
de verkeersinformatie.
Attentiesignaal
Wanneer u het ontvangstgebied van de ingestelde verkeersinformatiezender verlaat,
hoort u met tussenpozen van ca. 30 seconden een attentiesignaal.
Wanneer u op een voorkeuzetoets drukt
waaronder een zender zonder TP-signaal
is geprogrammeerd, hoort u eveneens een
attentiesignaal.
Attentiesignaal uitschakelen
a) Stem af op een andere zender met
verkeersinformatie:
• Druk op de tuimeltoets of
• druk op een voorkeuzetoets waaron-
der een zender met verkeersinfor-
matie geprogrammeerd is.
of
b) Zet de voorrang voor verkeersinforma-
tie uit:
• Druk op TA.
“TA” op het display verdwijnt.
Automatische start van de
zoekafstemming (cassetteweer-
gave)
Wanneer u een cassette beluistert en het
ontvangstgebied van de ingestelde verkeersinformatiezender verlaat, zoekt de autoradio automatisch een andere zender met verkeersinformatie.
Wanneer ca. 30 seconden na het begin van
de zoekafstemming geen programma met
verkeersinformatie gevonden wordt, hoort u
elke 30 seconden een pieptoon bij wijze van
attentiesignaal. Zet het attentiesignaal af op
de reeds beschreven manier.
Volume van verkeersinformatie
en attentiesignaal instellen
Dit volume is door de fabriek ingesteld. U
kunt echter een verandering aanbrengen
met DSC (zie “Programmering met DSC TA VOL”).
Page 26
Cassetteweergave
Cassette plaatsen
•Zet het apparaat aan en ontgrendel het
bedieningspaneel met toets 1.
Het bedieningspaneel wordt naar voren geklapt.
•
Schuif de cassette met kant A of 1 naar
boven zonder forceren in de opening.
De cassette wordt automatisch naar de afspeelpositie getransporteerd. De cassette
wordt weergegeven.
•Klap het bedieningspaneel aan de linkerzijde naar boven en vergrendel het.
Cassette verwijderen
•Druk op toets Eject (pijl) terwijl het bedieningspaneel ontgrendeld is.
De cassette wordt naar buiten geschoven.
Het transport van de cassette mag ter be-
scherming van het mechaniek niet worden
geholpen of tegengehouden.
Het bedieningspaneel moet om
veiligheidsredenen altijd vergrendeld zijn tijdens de rit.
Cassetteweergave inschakelen
Er is een cassette geplaatst, op het display
staat “CC-IN“.
•Druk op CC, op het display verschijnen
de cassettefuncties.
Dolby B NR*
Met dit apparaat kunnen cassettes worden
afgespeeld die met Dolby B NR of zonder
ruisonderdrukkingssysteem zijn opgenomen.
Cassettes die zijn opgenomen met Dolby
B NR onderscheiden zich door een aanmerkelijk geringere bandruis alsmede een
evenredig grotere dynamiek.
Dolby B is ingeschakeld wanneer op het dis-
invers wordt weergegeven.
play
Dolby B NR in-/uitschakelen:
•Druk op
* Ruisonderdrukkingssysteem, gefabriceerd onder li-
centie van Dolby Laboratories. Het woord Dolby en
het symbool met de dubbele D zijn handelsmerken
van Dolby Laboratories.
.
Displayweergave kiezen
Tijdens cassetteweergave kunt u wisselen
van displayweergave:
•Druk kort op DIS.
Op de hoofdregel wordt kort de gekozen weergavesoort aangegeven.
•Druk op DIS totdat u de gewenste
weergavesoort hebt gekozen.
“COUNTER” – bandteller
“CLOCK”– kloktijd
“ELAPSED” – verstreken speeltijd van de
kant
“REMAIN”– resterende speeltijd van de
kant
191
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 27
Cassette-weergave
Het apparaat beschikt over een echtetijdteller (real time counter) die de verstreken speeltijd berekent.
Nadat er een nieuwe cassette is
geplaatst, bevindt de echte-tijdteller
zich enige tijd in een synchronisatiefase.
In deze tijd wordt SYNC aangegeven.
De synchronisatiefase kan een verschillende duur hebben voor ELASPED
of REMAIN.
Wisselen van kant (Reverse)
Wisselen van looprichting tijdens de weergave:
•Druk op REV.
Aan het einde van de band schakelt het
apparaat automatisch over op de andere
kant (Autoreverse). Op het display verschijnt
“SIDE A” voor kant 1, resp. “SIDE B” voor
kant 2.
Let op:
Bij zwaar lopende cassettes kan het gebeuren dat automatisch wordt overgeschakeld
op de andere kant. Controleer in dit geval
de bandspoel. Vaak helpt het om de band
heen en weer te spoelen
.
Cassettetitels kort laten weergeven met SCAN
U kunt de titels van de cassette kort laten
weergeven. Zodra een titel u bevalt, kunt u
Scan beëindigen. De titel wordt dan verder
afgespeeld.
SCAN is ingeschakeld wanneer “SCA” invers op het display is weergegeven. Bovendien staat “SCAN” op de hoofdregel.
Scan starten/beëindigen:
•Druk kort op SCA.
Voorwaarde voor Scan: tussen de titels
moet zich een pauze van minimaal drie seconden bevinden.
De duur van het Scan-fragment is door de
fabriek ingesteld op 10 seconden en kan
worden ingesteld tussen 5 en 30 seconden.
Lees indien gewenst “Programmering met
DSC – SCANTIME”.
Titels kiezen met S-CPS
(Super Cassette Program Search)
Om cassettetitels te herhalen en over te
slaan.
/Titels kiezen
voorwaarts (CPS-FF…)
achterwaarts (CPS FR…)
Er kunnen maximaal negen titels worden
overgeslagen:
•Druk hiervoor zo vaak als nodig op de
tuimeltoets
Op het display verschijnt het aantal titels dat
moet worden overgeslagen.
Correctie met de tegenovergestelde toets
( / ).
Direct stoppen met REV.
Voorwaarde voor S-CPS: tussen de titels
moet zich een pauze van minimaal drie seconden bevinden.
/ .
192
Page 28
Cassette-weergave
Titels herhalen met RPT
RPT = Repeat (herhalen)
Om de spelende titel te herhalen. De titel
wordt herhaald totdat RPT wordt uitgeschakeld. Nadat de cassette is verwijderd of het
apparaat is uitgeschakeld, is Repeat automatisch beëindigd.
Repeat is ingeschakeld wanneer op het display “RPT” invers wordt weergegeven.
Repeat in-/uitschakelen:
•Druk op RPT, op de hoofdregel wordt
kort de gekozen functie aangegeven
(RPT ON/OFF).
Voorwaarde voor RPT: tussen de titels moet
zich een pauze van minimaal drie seconden bevinden
Snelspoelen
>> snel vooruitspoelen (FORWARD)
<< snel terugspoelen (REWIND)
Radio luisteren tijdens snelspoelen met Radio Monitor (RM)
Tijdens het snelspoelen (ook met S-CPS)
kunt u in plaats van de gebruikelijke geluidsonderdrukking de radioweergave horen.
Radio Monitor is ingeschakeld wanneer op
het display “RM” invers wordt weergegeven.
Radio Monitor in-/uitschakelen:
•Druk op RM, op de hoofdregel wordt
kort de gekozen functie aangegeven
(RM ON/OFF).
Onbespeelde gedeelten automatisch overslaan met Blank Skip
(BLS)
Zodra tijdens de cassetteweergave een pauze optreedt van langer dan 10 seconden,
wordt automatisch verdergespoeld naar het
begin van het volgende stuk.
Blank Skip is ingeschakeld wanneer op het
display “BLS” invers wordt weergegeven.
Blank Skip in-/uitschakelen:
•Druk op BLS, op de hoofdregel wordt
kort de gekozen functie aangegeven
(BLS ON/OFF).
Tips voor het onderhoud
Gebruik in de auto alleen C60/C90-cassettes. Bescherm uw cassettes tegen vuil, stof
en temperaturen boven 50° Celsius. Laat
koude cassettes voor het afspelen opwarmen om onregelmatigheden in de bandloop
te voorkomen. Na ca. honderd gebruiksuren kunnen door afzetting van stof op de
aandrukrol en de weergavekop storingen
optreden in de bandloop en de weergavekwaliteit. Bij normale verontreiniging kunt u
uw cassettespeler reinigen met een reinigingscassette, bij sterkere verontreiniging
met een in spiritus gedrenkt wattenstaafje.
Gebruik nooit hard gereedschap.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
Met REV beëindigt u het snelspoelen.
PORTUGUÊS
193
Page 29
Cd-wisselaar
Met dit apparaat kunt u de weergave van
cd’s via een Blaupunkt cd-wisselaar comfortabel aansturen. De volgende cd-wisselaars kunnen direct worden aangesloten:
CDC A 06, A 072, A 08.
Via adapterkabel 7 607 889 093 kunnen
de cd-wisselaars A 05 en A 071 worden
aangesloten.
De cd-wisselaar CDC A 072 wordt standaard meegeleverd met de Hannover
2000 DJ / Kansas DJ.
Gebruik uitsluitend normale, in de handel verkrijgbare cd’s met een diameter
van twaalf centimeter.
Cd’s met een diameter van acht cm of
cd’s die contouren hebben, bv. van
een vlinder of een bierpul, zijn niet geschikt voor weergave.
Er bestaat acuut gevaar voor beschadiging van de cd en de speler.
Wij kunnen geen aansprakelijkheid
aanvaarden voor beschadigingen door
ongeschikte cd’s.
Weergave van cd-wisselaar inschakelen
Er moet een magazijn met minimaal één cd
geplaatst zijn.
•Druk op CDC, op het display verschijnen de cd-functies zoals cd- en titelnummer, naam / verstreken speeltijd.
Displayweergave kiezen
Bij weergave van cd-wisselaar kunt u wisselen van displaysoort:
•Druk op DIS totdat u de gewenste displaysoort hebt gekozen.
“CD10 T3” – cd- en titelnummer,
“00:20”verstreken speeltijd
“VIVALDI” – cd-naam
“T3” titelnummer
“CD10 T3” – cd- en titelnummer,
“14:34”kloktijd
De naam van een cd kan alleen worden
weergegeven wanneer er ook een naam is
ingevoerd.
Lees hiervoor het gedeelte “Cd’s een naam
geven”.
194
Page 30
Cd-wisselaar
Cd en titel kiezen
Met de tuimeltoets kunt u andere cd’s, titels
of passages comfortabel kiezen.
Cd kiezenopwaarts
neerwaarts
Op het display verschijnt het actuele cdnummer.
Titel kiezen
Wanneer slechts eenmaal op
drukt, wordt de spelende titel opnieuw gestart.
Snel vooruitspoelen, hoorbaar (CUE).
Snel terugspoelen, hoorbaar (REVIEW).
opwaarts
neerwaarts
wordt ge-
zolang ingedrukt houden
als gewenst.
zolang ingedrukt houden
als gewenst.
Titel / cd herhalen met RPT
RPT = Repeat (herhalen)
U kunt een titel of een cd continu herhalen.
Met toets RPT kunnen de volgende functies
worden gekozen:
- REP TRCK = Titel herhalen
- REP CD = Cd herhalen
- RPT OFF = Functie uitschakelen
•Druk zo vaak op RPT dat de gewenste
functie ingeschakeld wordt.
De weergave van de titel of de cd wordt
herhaald totdat u met RPT “RPT OFF” instelt.
TPM
(Track Program Memory)
Om uw favoriete titels te programmeren en
af te spelen. Er kunnen maximaal 99 cd’s
met elk maximaal 40 titels worden geadministreerd.
Titels programmeren met TPM
Een titel kan alleen tijdens de weergave
worden geprogrammeerd.
Om te programmeren:
•Houd TPM ca. een seconde ingedrukt,
op het display verschijnt “TPM PROG”.
Deze titel is geprogrammeerd.
TPM-weergave in-/uitschakelen
•Druk kort op TPM. De ingestelde toestand wordt kort weergegeven op het
display (TPM ON/OFF).
Wanneer “TPM” invers op het display wordt
weergegeven, is de TPM-weergave ingeschakeld. Alle in deze weergavesoort met
TPM geprogrammeerde titels van de cd
worden weergegeven. Wanneer naast TPM
ook SCA (Scan) wordt geactiveerd, worden
alleen de geprogrammeerde titels kort weergegeven.
De TPM-weergave kan alleen worden ingeschakeld wanneer er titels zijn geprogrammeerd met TPM.
TPM-programmering wissen
U kunt met TMP geprogrammeerde titels
wissen. Wanneer u tegelijk cd-namen wilt
wissen, leest u “Cd-naam / TPM-programmering wissen met DSC-UPDATE”.
TPM-titels kunnen alleen tijdens de weergave worden gewist.
195
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 31
Cd-wisselaar
•Schakel TPM in.
“TPM” verschijnt invers op het display.
In dit geval staat onder TPM “CLR”.
Wanneer u alleen deze titel wilt wissen:
•Houd CLR ca. twee seconden ingedrukt, op het display verschijnt kort
“TRCK CLR”.
Wanneer u alle TPM-titels van deze cd wilt
wissen:
•Houd CLR ca. vijf seconden ingedrukt,
op het display verschijnt kort “DISC
CLR”.
Wanneer u bij weergave van cd-wisselaar
de geprogrammeerde TPM-titels van alle
cd’s wilt wissen:
•Houd CLR ca. acht seconden ingedrukt, op het display verschijnt kort
“ALL CLR”.
MIX
Cd-titels kunnen in willekeurige volgorde
worden weergegeven. MIX is ingeschakeld
wanneer “MIX” op het display invers wordt
weergegeven.
U kunt kiezen uit de volgende MIX-functies:
MIX CD
De titels van de gekozen cd worden in willekeurige volgorde weergegeven. De
volgende cd’s worden gekozen op volgorde
van nummer. Voor de weergave van de titels geldt MIX (willekeurige volgorde).
MIX MAG
CDC A 08: Alle titels van het magazijn worden in willekeurige volgorde weergegeven.
CDC A 06/072: De cd’s worden in willekeurige volgorde gekozen, dan worden alle titels van de gekozen cd in willekeurige
volgorde weergegeven.
MIX OFF
MIX is uitgeschakeld. De cd’s worden op
volgorde van nummer weergegeven.
MIX wisselen
•Druk kort op MIX, op het display verschijnt kort de ingestelde toestand.
SCAN
Om de cd-titels kort achtereen te laten horen.
SCAN starten:
•Druk kort op SCA. Op het display verschijnt “SCAN”.
De titels worden op volgorde van nummer
kort achtereen weergegeven.
SCAN beëindigen:
•Druk kort op SCA.
De als laatste afgespeelde titel wordt verder afgespeeld.
SCAN wordt ook beëindigd wanneer u
op de tuimeltoets, MIX, RPT, DSC, AUD,
TU of CC drukt.
Cd’s een naam geven
Bij weergave van cd-wisselaar kunt u maximaal 99 cd’s een naam geven.
Deze naam (bv. VIVALDI) verschijnt op het
display wanneer u met DIS de overeenkomstige displayweergave gekozen hebt.
Invoeren starten:
•Druk op de DSC-toets en druk zo vaak
/ dat “CD-NAME” op het display
op
verschijnt.
•Druk op << >>.
Het eerste invoerveld knippert.
•Kies nu met de tuimeltoets
ken.
Achtereenvolgens verschijnen de hoofdletters (A-Z), de cijfers 0-9 en symbolen.
•Ga met de tuimeltoets << >> naar de
volgende onderstreepte positie en kies
een teken.
Op deze wijze kunnen maximaal 7 tekens
worden gekozen.
Invoeren beëindigen/naam opslaan:
•Druk op ENT om de ingevoerde naam
op te slaan.
/ een te-
196
Page 32
Cd-wisselaar
Wanneer u nog een cd een naam wilt geven:
•Druk op <</>> en kies met / de
volgende te benoemen cd uit het magazijn.
Een naam wordt gewijzigd (overschreven)
wanneer u andere tekens invoert en bewaart.
Wanneer u het invoeren wilt beëindigen:
•Druk op DSC om het DSC-menu te
verlaten.
Cd-naam / TPM-programmering
wissen met DSC-UPDATE
Via DSC-UPDATE (update = bijwerken)
kunnen de opgeslagen namen en de TPMprogrammering van de cd’s tegelijk worden
gewist.
U kunt de naam en de TPM van de geplaatste cd wissen met “CLR DISC”.
Met “CLR ALL” kunt u de namen en de TPM
van alle opgeslagen cd’s wissen.
•Plaats hiertoe een cd waarvan de opgeslagen gegevens (naam en TPM)
moeten worden gewist.
•Druk op DSC.
•Druk zo vaak op
DATE” op het display verschijnt.
/ dat “CD UP-
•Kies met >> “CLR DISC” als u de
naam en de TPM van de geprogrammeerde cd wilt wissen;
of
•Kies met << “CLR ALL” als u de naam
en TPM van alle geprogrammeerde
cd’s wilt wissen.
•Houd ENT ca. een seconde ingedrukt. Op
het display verschijnt kort “DELETING”.
Het wissen is beëindigd.
Terug naar de DSC-menuoptie “CD-UP-
DATE” zonder cd-naam en TPM te wissen:
•Druk kort op ENT.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
197
PORTUGUÊS
Page 33
Clock - kloktijd
Het apparaat beschikt over een interne klok,
die ter vergroting van de nauwkeurigheid via
RDS automatisch gelijk wordt gezet (uren,
minuten).
Voorwaarde voor de sturing via RDS is dat
een RDS-zender met CT-functie wordt ontvangen (CT = clock time).
De automatische correctie van de kloktijd
kan worden uitgeschakeld.
Kloktijd instellen
a) automatisch
De kloktijd wordt automatisch ingesteld
wanneer een RDS-zender met de
functie “CT” (clock time) wordt ontvangen.
b) handmatig via DSC-CLOCKSET
• Druk kort op DSC, op het display
verschijnt “CLOCKSET”.
• Druk op << >> om de uren / minuten
in te stellen. Het knipperende gebied
kan met
• Druk nadat de instelling is voltooid
kort op ENT om deze te bewaren .
198
/ worden veranderd.
Kloktijd weergeven
De kloktijd kan tijdens radio- en cd-weergave worden weergegeven.
Radioweergave
U kunt wisselen van displayweergave tus-
sen kloktijd en golfgebied (bij FM inclusief
geheugenniveau).
•Houd DIS hiertoe ca. twee seconden
ingedrukt.
Cassetteweergave:
U kunt kiezen tussen vier verschillende dis-
playweergaven.
Om op kloktijd over te schakelen:
•Druk zo vaak op DIS dat CLOCK op de
hoofdregel verschijnt.
Weergave van cd-wisselaar:
U kunt kiezen tussen drie verschillende dis-
playweergaven.
Om op kloktijd over te schakelen:
•Druk zo vaak op DIS als nodig.
Kloktijd corrigeren na spanningsonderbreking
Wanneer het apparaat langere tijd van de
stroomvoorziening afgesloten is geweest,
wordt nadat het weer in gebruik genomen
is “0.00” aangegeven.
De kloktijd wordt automatisch ingesteld middels RDS-CT, maar kan ook met de hand
worden ingesteld.
De kloktijd hoeft alleen met de hand te worden gecorrigeerd wanneer geen RDS-zender met CT (clock time) wordt ontvangen.
Wanneer u de kloktijd met de hand wilt corrigeren, leest u “Programmering met DSC –
CLOCKSET”.
Uurcorrectie uitschakelen
In het DSC-menu kan de correctie van de
uren worden uitgeschakeld via “CLK MAN/
CLK AUTO”. De minuten worden nog steeds
gecorrigeerd.
Dit is bv. nuttig wanneer u de tijdaanduiding
van een andere tijdzone verlangt.
Indien gewenst:
•Druk kort op DSC en
•druk zo vaak op
CLK AUTO” wordt weergegeven.
Kies met << >> “CLK MAN” om de uurcorrectie uit te schakelen.
/ dat “CLK MAN/
Page 34
Equalizer-instelling
De klank in de auto wordt in doorslaggevende mate bepaald door de akoestische eigenschappen van het autointerieur, veel meer
dan door de eigenschappen van de luidsprekers.
Daarbij spelen positie, inbouw en het volume achterin, bv. van de deur of de hoedenplank, een belangrijke rol.
Ook bij goed gekozen en ingebouwde
luidsprekers kunnen resonanties in het interieur de klank nadelig beïnvloeden.
Dat kan ertoe leiden dat lage tonen ontbreken of dreunen, dat de middentonen te zeer
op de voorgrond treden, dat muziekinstrumenten of stemmen vervormd worden weergegeven of dat het geluid geheel dof klinkt.
De klankindruk kan wezenlijk worden verbeterd wanneer in de auto bepaalde frequentiegebieden worden onderdrukt of versterkt.
Dit apparaat beschikt over twee parametrische filters. Het eerste filter, LOW EQ, kan
worden ingesteld van 32 tot 500 Hz, het
tweede, HIGH EQ, kan worden ingesteld
van 630 tot 10 000 Hz. Parametrisch betekent in dit geval dat voor elk van beide
filters één frequentie individueel kan worden versterkt of afgezwakt (+10 tot -20 dB).
Deze parametrische filters kunnen ook zonder meetapparatuur nauwkeurig worden ingesteld.
Hiervoor zijn in de tabel de afzonderlijke
stappen voor de instelling beschreven.
Aanwijzingen voor de instelling
De volgende aanwijzingen zijn slechts een
advies. U kunt uw persoonlijke klankvoorstelling realiseren.
Wij raden u aan om voor de instelling van
de filters een bekende muziekcassette of cd
te gebruiken. De cassette of cd moet titels
met verschillende instrumenten en zang
bevatten. Puur elektronische muziek is ongeschikt voor de beoordeling omdat de originele klank niet bekend is.
Vóór het instellen van de equalizer zet u
bass, treble, balans en fader op nul.
Deze instelling is beschreven onder punt 8AUD van de beknopte gebruiksaanwijzing.
Luister nu naar de u bekende cassette of
cd.
Beoordeel de klankindruk volgens uw eigen
voorstelling.
Lees nu de tabel onder “Klankindruk/probleem” en zoek de remedie onder “Maatregel”.
De instelling voor het bas- en lage middengebied voert u uit met het filter LOW EQ,
voor het hoge en middenbereik kiest u HIGH
EQ.
De filters ”HIGH EQ” en ”LOW EQ” kunnen
worden ingesteld in het DSC-menu:
•Druk op DSC.
•Druk zo vaak op
/ dat “HIGH EQ” of
“LOW EQ” op het display verschijnt.
•Druk eenmaal op << of >>, en
•stel met
/ het niveau uit de neven-
staande tabel in.
•Wissel tussen de frequentiegebieden
met << >>.
•Druk om de instelling te bewaren op
ENT.
U kunt de equalizer in-/uitschakelen door
AUD ca. twee seconden ingedrukt te houden.
Zo kunt u het geluid met en zonder equalizer vergelijken.
Aanwijzingen voor de instelling
op Internet
Op onze homepage op het Internet:
http://www.blaupunkt.de
vindt u een inbouwadvies voor nieuw uitgekomen auto’s.
199
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 35
Equalizer-instelling
Hulptabel voor het instellen van de equalizer
Begin de instelling met het midden-/hogetonengebied en beëindig de instelling met het basgebied.
Frequentiegebieden
Basgebied
30 tot 100 Hz
Lage middengebied
100 tot 400 Hz
Middengebied
400 tot 4 000 Hz
Hogetonengebied
4 000 tot 20 000 Hz
Klankindruk/probleem
Basweergave te zwak
Onzuivere bas
Weergave dreunt
Onaangename druk op de oren
Klank sterk op de voorgrond,
agressief, geen stereo-effect
Doffe weergave
Weinig transparantie
Instrumenten zonder glans
Maatregel
Versterk de bas met filter:
“LOW EQ”
Frequentie: 50 tot 100 Hz
Niveau: +4 tot +6 dB
Zwak de lage middentonen af
met filter: “LOW E”
Frequentie: 125 tot 400 Hz
Niveau: ca. -4 dB
Zwak de middentonen af met
filter: “HIGH EQ”
Frequentie: 1 000 tot 2 500 Hz
Niveau: -4 tot -6 dB
Versterk het hogetonengebied
met filter: “HIGH EQ”
Frequentie: ca. 10 kHz
Niveau: +2 tot +4 dB
Tips
Voorkom vervorming.
Verhoog het niveau voorzichtig
wanneer de doorsnede van de
luidspreker te klein is.
Het klankbeeld kan mager en
agressief worden.
Let op de laagste tonen van de
muziek.
De weergave mag niet te zwak
worden.
Klankbeeld te krachteloos.
Voorkom een scherp klankbeeld.
Sterk sissen stoort.
200
Page 36
Programmering met DSC
Uw autoradio biedt u de mogelijkheid om
met DSC (Direct Software Control) enkele
instellingen en functies aan uw wensen aan
te passen en deze aanpassingen te bewaren.
De apparaten zijn door de fabriek ingesteld.
Een overzicht van de door de fabriek ingestelde basisinstellingen vindt u hieronder,
zodat u deze basisinstellingen altijd kunt
raadplegen.
Wanneer u een geprogrammeerde waarde
wilt veranderen:
•Druk op DSC.
Met de tuimeltoets en de ENT-toets kunt u
een keuze maken uit de hierna beschreven
functies en deze instellen. Op het display
wordt de ingestelde waarde aangegeven.
/functie kiezen
<< >>waarde instellen / oproepen
LOW EQEqualizer-instelling:
Om frequenties op te roepen en het niveau in te stellen in het lage frequentiegebied.
Lees hiervoor de uitvoerige
handleiding “Equalizer-instelling”.
HIGH EQEqualizer-instelling:
Om frequenties op te roepen en het niveau in te stellen in het hoge frequentiegebied.
Lees hiervoor de uitvoerige
handleiding “Equalizer-instelling”.
TA VOLVolume van de verkeersin-
formatie en attentiesignaal
instelbaar tussen 0 en 66.
U hoort de verkeersinformatie op dit volume wanneer
het standaardvolume geringer is.
Wanneer het standaardvolume groter is dan TA VOL,
wordt de verkeersinformatie
doorgegeven met het standaardvolume.
CD NAMEVerschijnt alleen bij weerga-
ve van cd-wisselaar.
Met deze functie kunt u cd’s
een naam naar keuze geven
(zie “Cd’s een naam geven”).
SHARXAutomatisch wisselen van
bandbreedte op de FMband.
Bij hoge zenderdichtheid
stelt u met << >> SHARX
ON in, waardoor storingen
door aangrenzende zenders
vergaand worden tegengegaan.
Van fabriekswege is
“SHARX ON” ingesteld.
HICUTDemping van de hoge to-
nen, afhankelijk van eventuele storingen. De lage tonen
worden alleen gedempt
wanneer er storingen optreden. Instelbaar tussen NO
HICUT (uit) en HICUT 3
(sterkste demping van de
hoge tonen).
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
201
PORTUGUÊS
Page 37
Programmering met DSC
LO/DXWijzigen van de gevoelig-
heid van de zoekafstemming.
“LO” staat voor lokale ontvangst, “DX” voor interlokale
ontvangst.
Kies “LO 3” wanneer u sterke, nabije zenders wilt ontvangen. Stel “DX 1” in wanneer zwakke, ver verwijderde zenders moeten worden
ontvangen.
STEREO/MONO
Wisselen met << >>.
Het display geeft kort de gekozen toestand weer.
Telkens wanneer wordt ingeschakeld wordt automatisch overgeschakeld op
STEREO.
CLOCKSET Om de kloktijd met de hand
in te stellen.
Kies uren/minuten met <<>>. Het knipperende gebied
kan met
derd. Druk om de nieuwe
instelling te bewaren kort op
ENT.
Lees hiervoor ook “Clock –
kloktijd”.
/ worden veran-
CLK AUTO/MAN
Om de automatische uurcorrectie in/uit te schakelen.
Lees hiervoor ook “Clock –
kloktijd, Uurcorrectie”.
12/24H MODE
Tijdaanduiding kiezen
(12-uurs of 24-uurs)
CLK ON/OFF Wanneer het contact is in-
geschakeld en het apparaat
is uitgeschakeld kan de
kloktijd worden weergegeven. In dit geval moet CLK
ON worden ingesteld.
ON VOLAanvangsvolume bij inscha-
kelen instellen.
Stel het gewenste aanvangsvolume in met << >>.
Wanneer “LAST VOL” wordt
ingesteld, is het volume bij
inschakelen gelijk aan het
laatst ingestelde volume.
BEEPBevestigingssignaal (piep-
toon) voor functies waarvoor
een toets langer dan een
seconde ingedrukt moet
worden gehouden.
Het volume is instelbaar van
0-9 (0 = uit).
DIM DAYHelderheid van het display
voor overdag instellen
(standen 1 - 9).
DIM NIGHT Helderheid van het display
voor ‘s nachts instellen
(standen 1 - 9)
Met de autoverlichting wordt
gewisseld tussen dag- en
nachtinstelling.
ANGLEAanpassing van het display
aan de individuele gezichtshoek.
SCANTIME Met deze optie wordt de
duur van het scan-fragment
(5 - 30 sec.) vastgelegd voor
radio en cd.
PTY LANGTaal van de programma-
soort-identificatie kiezen:
Duits, Engels of Frans.
202
Page 38
Programmering met DSC
AUX ON/OFF
(alleen Kansas DJ, Chicago
RCM 169)
Deze menuoptie verschijnt
niet wanneer er een cd-wisselaar is aangesloten. Door
de fabriek is “AUS” ingesteld.
Wanneer via AUX een extern apparaat is aangesloten, moet “EIN” worden ingesteld.
LEARN KC U kunt een tweede KeyCard
programmeren.
Lees hiervoor de aanwijzingen onder “Diefstalbeveiligingssysteem KeyCard” “Tweede KeyCard programmeren”.
READ KCDe gegevens van een Key-
Card kunnen worden uitgelezen.
Bij de meegeleverde KeyCard worden de apparaatgegevens zoals naam, typenummer (7 6...) en apparaatnummer aangegeven.
Bij de tweede KeyCard kunnen de door de vakhandelaar ingevoerde gegevens
worden aangegeven (zie
“Short Additional Memory
S.A.M.”).
Wanneer u tijdens het uitlezen de KeyCard verwijdert,
verschijnt “READ KC” op het
display.
LED ON/OFF U kunt kiezen tussen LED
ON of LED OFF. Bij LED
ON knippert de ON-knop als
extra beveiliging wanneer
het apparaat uitgeschakeld
is en de KeyCard is verwijderd.
PEAK ON/OFF
Dynamische niveau-aanduiding van het volume in-/uitschakelen.
TOM ON/OFFWanneer u een tweede Key-
Card met Turn On Message
(informatie bij inschakelen)
bezit, kunt u deze tekst uitschakelen met “TOM OFF”.
De basisinstelling is “TOM
ON”. Lees hiervoor de aanwijzingen onder “Diefstalbeveiligingssysteem KeyCard
– Turn On Message
(T.O.M.)”.
UPDATEMaakt het bij weergave van
cd-wisselaar mogelijk om
namen van cd’s te wissen
en zo plaats te maken voor
nieuwe cd’s (zie “Cd-naam
wissen met DSC-UPDATE”).
Overzicht van de door de fabriek
ingestelde basisinstellingen met
DSC
LOW EQ0 dB/40 Hz
HIGH EQ0 dB/630 Hz
TA VOL35
CD NAMESHARXSHARX ON
HICUTHICUT 2
LO / DXDIST 1
STEREO/MONOSTEREO
CLOCKSET0:00
CLK AUTO / MANCLK AUTO
12/24H MODE24H MODE
CLK ON/OFFCLK OFF
ON VOLLAST VOL
BEEP3
DIM DAY9
DIM NIGHT9
ANGLE0
SCANTIME10 sec.
PTY LANGDEUTSCH
AUXOFF
LEARN KCREAD KCLEDON
PEAK ON/OFFON
TOM ON/OFFON
UPDATE-
Versterker
Uitgangsvermogen: 4 x 25 Watt sinus
volgens DIN 45 324
bij 14,4 V
4 x 40 Watt max.
power
Deze functie zorgt er bij RDS-weergave voor
dat automatisch de best te ontvangen frequentie van het beluisterde programma
wordt gekozen.
Amplifier
Vermogensversterker voor vergroting van
het uitgangsvermogen.
AUD – Audio
Klankkleurinstelling voor hoge (treble) en
lage tonen (bass) alsmede de volumeverhouding links/rechts (balans) en voor/achter (fader).
Autoreverse
Zie Reverse.
BLS – Blank Skip
Automatisch overslaan van langere onbespeelde gedeelten van de band, bv. aan het
einde van de band.
BND (band)
Om te wisselen van golfgebied en geheu-
genniveau.
Changer
Cd-wisselaar
CL – Clear (wissen)
Terug naar de vorige menuoptie.
CPS – Cassette Program Search
Om cassettetitels te herhalen en over te
slaan. Met S-CPS kunnen cassettetitels gericht worden gekozen.
Dolby B NR
Ruisonderdrukkingssysteem, gefabriceerd
onder licentie van Dolby Laboratories. Het
woord Dolby en het symbool met de dubbele D (
) zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
Cassettes die zijn opgenomen met Dolby
NR onderscheiden zich door een aanmerkelijk geringere bandruis alsmede een evenredig grotere dynamiek.
DSC – Direct Software Control
Met behulp van DSC kunnen enkele door
de fabriek uitgevoerde instellingen aan uw
persoonlijke voorkeur worden aangepast.
Echte-tijdteller
Berekent exact de verstreken speeltijd.
ENT (Enter)
Druk kort op de toets om een instelling over
te nemen / te bewaren.
EON – Enhanced Other Network
EON maakt bij RDS-weergave de uitwisse-
ling van zenderinformatie mogelijk binnen
een zenderketen.
Tijdens een verkeersbericht kan bv. van een
zender zonder verkeersinformatie automatisch worden overgeschakeld naar een zender met verkeersinformatie. Na het verkeersbericht wordt automatisch teruggeschakeld naar de zender zonder verkeersinformatie.
Equalizer
Klankregelaar om de frequentiecurve aan te
passen aan akoestische omstandigheden
en persoonlijke smaak.
EXIT
Druk kort op de toets om een instelling te
beëindigen / af te breken.
KeyCard
Diefstalbeveiligingssysteem van Blaupunkt.
Alleen met de juiste KeyCard kan het apparaat worden bediend.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
205
PORTUGUÊS
Page 41
Glossarium – verklaring van vaktermen
MIX
Cd’s / cd-titels weergeven in willekeurige
volgorde.
MUTE
Geluidsonderdrukking.
Preset Scan
Zie SCAN.
PTY
Om gericht een programmatype te kiezen
bij FM-weergave (bv. sport, nieuws). Zie ook
RDS.
RDS – Radio Data System
Service van de zenders voor comfortabel
radio luisteren.
Zo wordt bv. de naam van de zender aangegeven i.p.v. de frequentie.
Overige RDS-functies zijn:
AF – Alternatieve Frequentie
EON – Enhanced Other Network
Radiotekst
REG – Regionaal programma
PTY – Programmatype
TA – Traffic Announcement
TP – Traffic Program
REG
Regionale programma’s met voorrang kiezen. REG ON voorkomt dat automatisch
wordt overgeschakeld naar een ander, beter te ontvangen regionaal programma van
dezelfde zender. Zie ook RDS.
Reverse
Wisselen van looprichting tijdens de weergave van een cassette. Autoreverse is het
automatisch wisselen van looprichting aan
het einde van de band.
RM – Radio Monitor
Automatisch overschakelen op radioweergave tijdens snelspoelen bij cassetteweergave
RPT (Repeat = herhalen)
Om cd-titels te herhalen. Bij weergave van
cd-wisselaar kan de titel of de cd worden
herhaald.
SCAN
Om de ontvangbare radiozenders of bij cdweergave de titels kort achtereen weer te
geven. Met Preset Scan kunnen de geprogrammeerde zenders kort worden weergegeven.
S-CPS – Super Cassette Program Search
Zie CPS
Softkey (Software key)
Toets met wisselende functie.
TA – Traffic Announcement (voorrang voor
verkeersinformatie)
“TA” op het display geeft aan dat de voorrang is ingeschakeld. Zie ook RDS.
TP – Traffic Program (programma met ver-
keersinformatie)
“TA” op het display geeft aan dat er een
zender met verkeersinformatie wordt ontvangen. Zie ook RDS.
TPM – Track Program Memory
Om favoriete titels te programmeren en af
te spelen bij weergave van cd en cd-wisselaar.
TS – Travelstore
Automatisch opslaan van de zes sterkste
zenders, op te roepen met de voorkeuzetoetsen. Zeer handig op reis.
Update – bijwerken.
206
Page 42
Index – trefwoordenregister
A
Aanwijzingen voor de instelling op
Internet 199
Accessoires 178
Afstandsbediening 177
Alternatieve Frequentie 183
Attentiesignaal 190
Automatisch wisselen van
bandbreedte 187
B
Bedieningspaneel ontgrendeld 169
Bladeren in de zenderketens 184
Blank Skip (BLS) 193
BND 170
C
Cd herhalen 195
Cd-naam wissen 197
Cd-weergave 194
Cd’s een naam geven 196
Clock 198
CODE ERR 181
CPS 192
D
Diefstalbeveiliging 180
Diefstalbeveiligingssysteem 179
DIS 174
Display 170, 175
Display aanpassen 202
Display optimaliseren 182
Displayweergave kiezen (Cassette) 191
Displayweergave kiezen (Cd) 194
Dolby B NR 191
Door de fabriek uitgevoerde
basisinstelling 204
Duur van het fragment (Scan) 186
E
ENT 171
EON 190
Equalizer 199
EXIT 171
G
Garantie 178
Geluidsweergave uit-/inschakelen 169
Gevoeligheid van de
zoekafstemming 186
Glossarium 205
Golfgebied 184
H
Handmatig afstemmen 184
Helderheid van het display dag /
nacht 202
HICUT 201
Hulptabel voor het instellen van de
equalizer 200
I
Inbouw 178
Inschakelen bij uitgeschakeld contact 169
Internationale telefoon-info 178
Service-Nummern / Service numbers / Numéros du service après-vente / Numeri del servizio di assistenza / Servicenummers / Telefonnummer för service / Números de servicio / Número de serviçco