Blaupunkt MONTREAL RCM 169, Hannover 2000 DJ, PARIS RCM 169, CHICAGO RCM 169, Kansas DJ User Manual [nl]

Page 1
Radio / Cassette
Chicago RCM 169 Hannover 2000 DJ Kansas DJ Montreal RCM 169 Paris RCM 169
Gebruiksaanwijzing
Page 2
2
3
5
13
14
12
11
10
18
2
9
8
15
1
3
17
2
16
21
7
19
Chicago RCM 169 Option / Optional /
Tilval / Optie / Opcional / Opção:
20
Hannover 2000 DJ Kansas DJ Montreal RCM 169 Paris RCM 169
Page 3
Inhoudsopgave
Beknopte gebruiksaanwijzing .. 169
Afstandsbediening RC 08 ......... 177
Belangrijke aanwijzingen .......... 178
Wat u beslist moet lezen .................... 178
Verkeersveiligheid .............................. 178
Inbouw ................................................ 178
Telefoon-muting.................................. 178
Accessoires ........................................ 178
Garantie .............................................. 178
Internationale telefoon-info................. 178
Diefstalbeveiligingssysteem
KeyCard ...................................... 179
Apparaat in gebruik nemen ................ 179
KeyCard verwijderen .......................... 179
Tweede KeyCard programmeren/
KeyCard vervangen............................ 179
Radiopas-gegevens tonen ................. 180
Short Additional Memory (S.A.M.)...... 180
Turn On Message (T.O.M.) ................ 180
Optische aanduiding als
diefstalbeveiliging ............................... 180
Onderhoud van de KeyCard............... 181
KeyCard verloren of beschadigd........ 181
Programmeren van de nieuwe
KeyCard .............................................. 181
Fouten bij het invoeren....................... 181
Weergavesoort kiezen ............... 182
Afleesbaarheid van het display
optimaliseren.............................. 182
168
Radioweergave met RDS........... 183
AF - Alternatieve Frequentie .............. 183
REG - Regionaal ................................ 183
Golfgebied kiezen............................... 184
Zenderafstemming.............................. 184
Zenders programmeren...................... 185
Gevoeligheid van de zoekafstemming
wijzigen ............................................... 186
Omschakelen stereo - mono (FM) ..... 187
Automatisch wisselen van bandbreedte
(SHARX) ............................................. 187
PTY – Programmatype ....................... 187
Programmatype .................................. 187
Ontvangst van verkeersinformatie
met RDS-EON ............................. 190
Voorrang voor verkeersinformatie
in-/uitschakelen................................... 190
Attentiesignaal .................................... 190
Attentiesignaal uitschakelen............... 190
Automatische start van de zoekaf-
stemming (cassetteweergave) ........... 190
Volume van verkeersinformatie
en attentiesignaal instellen................. 190
Cassetteweergave...................... 191
Dolby B NR ......................................... 191
Displayweergave kiezen..................... 191
Wisselen van kant (Reverse) ............. 192
Cassettetitels kort laten weergeven
met SCAN ........................................... 192
Titels kiezen met S-CPS .................... 192
Titels herhalen met RPT..................... 193
Snelspoelen ........................................ 193
Radio luisteren tijdens snelspoelen
met Radio Monitor (RM) ..................... 193
Onbespeelde gedeelten automatisch
overslaan met Blank Skip (BLS) ........ 193
Tips voor het onderhoud .................... 193
Cd-wisselaar ............................... 194
Weergave van cd-wisselaar inschakelen . 194
Displayweergave kiezen..................... 194
Cd en titel kiezen ................................ 195
Titel/cd herhalen met RPT.................. 195
TPM(Track Program Memory)............ 195
MIX...................................................... 196
SCAN .................................................. 196
Cd’s een naam geven......................... 196
Cd-naam / TPM-programmering
wissen met DSC-UPDATE ................. 197
Clock - kloktijd ........................... 198
Kloktijd corrigeren na spannings-
onderbreking....................................... 198
Uurcorrectie uitschakelen................... 198
Equalizer-instelling .................... 199
Programmering met DSC .......... 201
Overzicht van de door de fabriek ingestelde basisinstellingen met DSC 204
Technische gegevens................ 204
Glossarium –
verklaring van vaktermen.......... 205
Index – trefwoordenregister......207
Inbouwhandleiding .................... 333
Page 4
Beknopte gebruiksaanwijzing
1 Ontgrendeling van het opklapbare
bedieningspaneel
Wanneer het bedieningspaneel ont­grendeld is, kunnen de KeyCard en de cassette worden geplaatst of verwij­derd. Druk om het paneel te ontgrendelen op toets 1. Het bedieningspaneel wordt naar voren omlaag geklapt. Het bedie­ningspaneel is niet afneembaar en mag niet worden gebruikt als onder­grond. Om het bedieningspaneel te vergrendelen duwt u het terug in de uitgangspositie (pijl 3).
2
1
3
Het bedieningspaneel moet om veiligheidsredenen altijd vergren­deld zijn tijdens de rit. Bij het verlaten van de auto dient het bedieningspaneel ter beveili­ging tegen diefstal te worden geo­pend en moet de KeyCard worden verwijderd.
2 ON
Apparaat inschakelen:
Druk wanneer de KeyCard is geplaatst op ON. Het apparaat speelt in de laatst geko­zen weergavesoort met het vooraf in­gestelde volume.
Apparaat uitschakelen:
Houd ON ca. een seconde ingedrukt. De afleesbaarheid van het display kan
worden geoptimaliseerd voor de indivi­duele gezichtshoek. Lees desgewenst “Afleesbaarheid van het display opti­maliseren”.
Geluidsweergave uit-/inschakelen:
Druk kort op ON. Wanneer de geluids­weergave is uitgeschakeld, verschijnt op het display “MUTE” (geluid onder­drukt). Het geluid kan ook weer worden inge­schakeld wanneer de knop voor het volume 3 wordt gedraaid.
In-/uitschakelen met de KeyCard:
Het apparaat wordt in-/uitgeschakeld door het plaatsen / verwijderen van de KeyCard. Lees hiervoor in de beknopte handlei­ding ook onderdeel @: Diefstalbeveili­gingssysteem KeyCard.
Uit-/inschakelen via het contactslot:
Wanneer het apparaat dienovereen­komstig is aangesloten, kan het via het contactslot van de auto worden uit- en weer ingeschakeld. Nadat het contact is uitgeschakeld, wijst een dubbele pieptoon u erop dat u voor het verlaten van de auto de KeyCard dient te verwijderen.
Inschakelen bij uitgeschakeld con­tact
Wanneer het contactslot is uitgescha­keld (KeyCard geplaatst), kan het ap­paraat zo verder worden bediend: Druk na de dubbele pieptoon op ON. Het apparaat wordt ingeschakeld. Na een speeltijd van een uur wordt het apparaat ter bescherming van de auto­accu automatisch uitgeschakeld.
169
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 5
Beknopte gebruiksaanwijzing
3 Volume wijzigen
Door te draaien aan de knop kunt u het volume wijzigen.
De ingestelde waarde wordt aangege­ven op het display. Na het inschakelen speelt het apparaat met het vooraf in­gestelde volume (ON VOL). ON VOL kan worden gewijzigd (zie “Programmering met DSC – ON VOL”).
4 Softkeys / display
Softkey = toets met wisselende functie Er kaneen op het display aangegeven functie worden gekozen.
Radioweergave Bij radioweergave kan met TU worden
gewisseld tussen menuniveau 1 en menuniveau 2. Na acht seconden na de laatste bedie­ning van een toets wordt automatisch teruggeschakeld naar menuniveau 1.
Menuniveau 1 Voorkeuzetoetsen en geheugenniveaus
NEXT – FM Wisselen tussen de geheugenniveaus FM I, FM II en FM T.
NEXT – AM (MW, LW)
Wisselen tussen de golfgebieden MW en LW.
ST1 – ST6
Op dit menuniveau kunnen radiozen­ders met ST1 – ST6 worden opgesla­gen op de FM-niveaus I, II en “T”. In het MW- en LW-gebied kunnen elk zes zenders worden opgeslagen. Zenders opslaan – Houd een voor­keuzetoets ST1 – ST6 ingedrukt totdat het programma weer te horen is (piep­toon). Zenders oproepen – Stel het golfge­bied in. Kies op FM het geheugen­niveau met NEXT en druk kort op de desbetreffende voorkeuzetoets.
Menuniveau 2 Radiofuncties instellen
NEXT – FM
Wisselen tussen de geheugenniveaus FM I, FM II en FM T.
NEXT – AM (MW, LW)
Wisselen tussen de golfgebieden MW en LW.
BND
Golfgebied en geheugenniveau kiezen (FM I, FM II, FM T, MW, LW).
SCA – Scan
a) PTY is uitgeschakeld (Tekst is normaal verlicht, niet invers op het display) Druk kort op SCA (Radio Scan) – Op het display is “SCAN” verlicht, af­wisselend met de afkorting van de te horen zender. Alle ontvangbare zen­ders van het golfgebied zijn achtereen­volgens kort te horen.
170
Page 6
Beknopte gebruiksaanwijzing
Houd SCA ca. een seconde ingedrukt (Preset Scan) – De pieptoon is te horen, op het display is “SCAN” verlicht, afwisselend met de afkorting van de te horen zender. De onder de voorkeuzetoetsen gepro­grammeerde en ontvangen zenders zijn achtereenvolgens kort te horen.
Radio Scan / Preset Scan stoppen: Druk opnieuw op SCA of op de tuimel­toets van de zoekafstemming.
b) PTY is ingeschakeld (Tekst invers op het display)
Druk op SCA – De zenders van het gekozen program­matype zijn achtereenvolgens kort te horen.
AF (Alternatieve Frequentie bij RDS- weergave) Wanneer op het display “AF” invers in weergegeven, zoekt de radio automa­tisch een beter te ontvangen frequen­tie van dezelfde zender.
AF aan/uit: Kies menuniveau 2 met TU en druk kort op AF.
EXIT
Druk kort op de toets om de instelling te beëindigen / te onderbreken.
ENT (Enter) Druk kort op de toets om een instelling over te nemen / op te slaan.
TS (Travelstore) Wanneer op TS wordt gedrukt, wordt vanuit ieder golfgebied overgeschakeld op FMT. De zes zenders met het sterk­ste signaal worden automatisch opges­lagen. Nadat het opslaan voltooid is, wordt de sterkste zender ingesteld en weergegeven.
PTY (Programmatype) Met PTY kunt u via de voorkeuzetoet­sen een programmatype kiezen. Hiervoor moet op het display “PTY” in­vers weergegeven zijn (druk evt. op PTY). Nu kan met iedere voorkeuze­toets een programmatype zoals NIEUWS, SPORT, POP worden op­geslagen en gekozen. Roep de programmatypes op met de tuimeltoets << >> en sla ze op met de
voorkeuzetoets (ca. twee seconden in­gedrukt houden, tot de pieptoon te ho­ren is).
REG (Regionaalfunctie) Deze functie is ingeschakeld wanneer “REG” op het display invers wordt weergegeven. REG aan/uit: Kies menuniveau 2 met TU en druk kort op REG. Lees desgewenst REG – Regionaal in de uitvoerige gebruiksaanwijzing.
Cassetteweergave
Tijdens de cassetteweergave kunnen de cassettefuncties worden gekozen met de bijbehorende softkeys.
REVerse – wisselen van kant Om te wisselen naar de andere kant van de cassette. Het display geeft aan welke kant wordt afgespeeld (Side A/B).
171
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 7
Beknopte gebruiksaanwijzing
SCA (Scan)
Om de cassettetitels achtereen kort weer te geven. Scan starten / beëindigen: druk op SCA. Wanneer de functie is ingeschakeld, verschijnt op het display “SCAN”.
RPT (Repeat – herhalen) Om de weergegeven titel of de volgen­de titel te herhalen. De titel wordt her­haald totdat RPT wordt uitgeschakeld. Nadat de cassette is verwijderd of het apparaat is uitgeschakeld, is Repeat automatisch beëindigd. Repeat in-/uitschakelen: druk op RPT, na het overschakelen wordt de geacti­veerde functie kort weergegeven op het display.
Dolby B NR*
Met Dolby B NR opgenomen cassettes kunnen optimaal worden weergegeven wanneer het symbool
invers wordt
weergegeven.
* Ruisonderdrukkingssysteem, gefabriceerd onder
licentie van Dolby Laboratories. Het woord Dol­by en het symbool met de dubbele D zijn han­delsmerken van Dolby Laboratories.
RM (Radio Monitor) Radio luisteren tijdens snelspoelen. Wanneer “RM“ invers wordt weergege­ven, wordt de radio weergegeven tij­dens het snelspoelen. Radio Monitor in-/uitschakelen: Druk op RM, na het overschakelen wordt de geactiveerde functie kort weergegeven op het display.
BLS (Blank Skip) Onbespeelde gedeelten overslaan, wanneer “BLS” invers wordt weergege­ven. Zodra tijdens cassetteweergave een pauze optreedt van langer dan 10 se­conden, wordt automatisch verderge­spoeld naar het begin van het volgen­de stuk. Blank Skip in-/uitschakelen: druk op BLS, na het overschakelen wordt de geactiveerde functie kort weergegeven op het display.
Weergave van cd-wisselaar
In de stand Changer (wisselen) kun­nen de Changer functies worden geko­zen door middel van de daartoe die­nende softkeys.
MIX
Cd-titels kunnen in willekeurige volgor­de worden weergegeven. Door op toets MIX te drukken kunt u de volgende functies kiezen:
- MIX CD = Titels van de cd worden in willekeurige volgorde weergegeven. Bij weergave van cd-wisselaar wordt de cd op volgorde van nummer ge­kozen en worden de titels in wille­keurige volgorde weergegeven.
- MIX MAG = Alle titels van het maga­zijn worden in willekeurige volgorde weergegeven.
- MIX OFF = Functie uitschakelen.
SCA – Scan
Om de titels van alle cd’s achtereen kort weer te geven.
Scan starten: Druk op SCA. De titels zijn in oplopen­de volgorde achtereenvolgens kort te horen. De duur van het fragment kan worden veranderd (zie “Programme­ring met DSC - SCANTIME” ).
172
Page 8
Beknopte gebruiksaanwijzing
Scan beëindigen: Druk op SCA. De als laatste te horen titel wordt verder afgespeeld.
RPT – Repeat
Er kunnen cd-titels en bij weergave van de cd-wisselaar bovendien cd’s herhaald worden. Door op toets RPT te drukken kunt u de volgende functies oproepen:
- REP TRCK = Titel herhalen
- REP CD = Cd herhalen
- RPT OFF = Functie uitschakelen TPMTrack Program Memory
Om favoriete titels te programmeren en op te roepen. Er kunnen maximaal 99 cd’s met maximaal 40 titels worden geadministreerd (Zie het hoofdstuk “TPM-Programmering”).
CLR
Om het TPM-geheugen te wissen (zie het hoofdstuk “TPM-programmering wissen”).
5 TA (Traffic Announcement = voorrang
voor verkeersinformatie) “TP” wordt aangegeven wanneer een zender met verkeersinformatie wordt ontvangen.
“TA” wordt aangegeven wanneer de voorrang voor verkeersinformatie ge­activeerd is. Er worden alleen zenders met verkeers­informatie weergegeven. Voorrang aan/uit: Druk op TA. Bericht voortijdig beëindigen: Druk op TA of op EXIT.
6 Tuimeltoets
Radioweergave Wanneer op menuniveau 2 op de
tuimeltoets wordt gedrukt, wordt automatisch overgeschakeld op menuniveau 1.
/ Zoekafstemming:
opwaarts neerwaarts
<</>> Trapsgewijs opwaarts / neerwaarts,
(op FM alleen indien AF en PTY uit)
Alleen op FM: <</>> Bladeren in de zenderketens wan-
neer AF en PTY uit, bv. NDR 1, 2, 3, 4, N-JOY…
Cassetteweergave
/ Titels kiezen (S-CPS)
voorwaarts achterwaarts
>> snel vooruitspoelen << snel terugspoelen
Weergave van cd-wisselaar
<</>> Cd kiezen >> opwaarts: kort indrukken << neerwaarts: kort indrukken
/ Titels kiezen
opwaarts: kort indrukken CUE – snel vooruit verplaatsen (hoorbaar): ingedrukt houden neerwaarts: twee- of meermaals
achtereen kort indrukken
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
173
Page 9
Beknopte gebruiksaanwijzing
Titel opnieuw starten: kort indruk-
ken
REVIEW – snel achteruit ver­plaatsen (hoorbaar): ingedrukt
houden
Extra functies van de tuimeltoets:
Verdere instelmogelijkheden met
AUD 8 DSC-MODE 7 PTY
Voorwaarde is dat de desbetreffende functie geactiveerd is.
7 DSC (Direct Software Control)
Met DSC kunnen programmeerbare basisinstellingen worden aangepast. Nadere informatie: “Programmering met DSC”.
8 AUD
Om hoge tonen (treble), lage tonen (bass) balans (links/rechts), fader (voor/achter) en loudness in te stellen. Loudness = Aanpassen van de zachte tonen aan het menselijke gehoor.
Kansas DJ, Chicago RCM 169:
Voor de weergavesoorten FM, AM, CD, AUX en TA kunnen telkens ver­schillende treble-, bass- en loudness­instellingen worden opgeslagen.
Instellen:
Kies de weergavesoort. Druk eenmaal op AUD, op het display verschijnt “BASS” met de ingestelde waarde.
Met << / >> kiest u tussen de verschil- lende mogelijkheden.
/ worden de ingestelde waar-
Met den veranderd. Op het display worden de ingestelde waarden weergegeven. De laatste in­stelling wordt automatisch bewaard.
Bijzonderheid Loudness:
Met de tuimeltoets gestelde waarden instellen tussen LOUD 6 en LOUD OFF (loudness uit­geschakeld).
AUD uitschakelen:
Druk op EXIT. Wanneer niet binnen acht seconden een waarde wordt veranderd, wordt AUD automatisch uitgeschakeld.
/ kunt u de in-
Extra functie
Equalizer in-/uitschakelen (DPE ON / OFF): Houd AUD circa twee seconden inge­drukt. Op het display verschijnt kort “DPE ON” (aan) of “DPE OFF” (uit). Nadere informatie over de equalizer: “Equalizer-instelling”.
9 DIS
Verschillende weergavemogelijkheden voor het display kiezen.
Radioweergave Druk kort op DIS:
- Naam van de ingestelde zender
- Actuele frequentie
- PTY-kenmerk
Voorwaarde is dat er een RDS-zender met voldoende veldsterkte wordt ont­vangen.
Houd DIS ca. twee seconden inge­drukt:
174
Page 10
Beknopte gebruiksaanwijzing
Het display wisselt tussen kloktijd en golfgebied (op FM incl. geheugenni­veau).
Cassetteweergave Druk kort op DIS:
De gekozen displayweergave wordt kort getoond.
“COUNTER” - bandteller “CLOCK” - kloktijd “ELAPSED” - verstreken speeltijd van
de kant
“REMAIN” - resterende speeltijd van
de kant
Weergave van cd-wisselaar Druk kort op DIS:
- Cd-nummer, titelnummer, kloktijd
- Cd-nummer, titelnummer, verstreken speeltijd
- Cd-naam, titelnummer
: Display
NDR2 - naam van de zender FM - golfgebied
I, II, T - geheugenniveau I, II of Tra-
velstore
TP, TA - TP = Traffic Program (zender
met verkeersinformatie wordt ontvangen)
- TA = voorrang voor verkeers­informatie is geactiveerd
PTY - programmatype-functie is ge-
activeerd
AF - alternatieve frequentie bij
RDS
lo - gevoeligheid van de zoekaf-
stemming instelbaar met DSC
EQ - equalizer is ingeschakeld CC-IN - Cassette is in het apparaat
SIDE A - kant 1 wordt afgespeeld REV - Reverse (wisselen van kant) SCA - cassettetitels kort weergeven RPT - herhaalfunctie bij cassette-
weergave
- Dolby B NR is actief
RM - radioweergave tijdens
snelspoelen
BLS - onbespeelde gedeelten wor-
den automatisch overgesla­gen
CD 5 T 2 - nummer van de cd en de titel of VIVALDI - naam van de cd MIX - cd-titels kunnen in willekeurige
volgorde worden weergegeven
SCA - cd-titels achtereen kort laten
horen
RPT - herhaalfunctie bij weergave
van cd-wisselaar
TPM - favoriete cd-titels opslaan en
afspelen
CLR - TPM-programmering wissen
FM I, II, T - FM-geheugenniveau of MW, LW - golfgebied of 00:20 - Time (verstreken speeltijd) of 12:50 - kloktijd
175
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 11
Beknopte gebruiksaanwijzing
; CDC
Overschakelen op weergave van cd­wisselaar (alleen wanneer er een wis­selaar is aangesloten). Wanneer geen cd-wisselaar is aange­sloten, wordt overgeschakeld op AUX. Voorwaarde: in het DSC-menu moet AUX ON zijn ingesteld.
< CC
Overschakelen op cassetteweergave.
= TU (TUNER)
Overschakelen op radioweergave, voor het wisselen tussen de geheu­genniveaus / golfgebieden FM I, FM II, TS (Travelstore), MW en LW.
> Cassetteopening
Cassette plaatsen (kant A of 1 naar boven, opening rechts).
? Optische diefstalbeveiliging
Aan de volgende voorwaarden moet voldaan zijn indien de LED zichtbaar moet knipperen als beveiliging tegen diefstal: Het apparaat is uitgeschakeld; het bedieningspaneel is geopend; de KeyCard is verwijderd; in het DSC-menu is LED ON ingesteld (ingesteld door de fabriek).
176
Nadere informatie: “Programmering met DSC – LED ON/OFF” .
@ Diefstalbeveiligingssysteem KeyCard
Om het apparaat te kunnen bedienen dient u de KeyCard te plaatsen.
KeyCard
KeyCard plaatsen
Druk op toets 1 om het bedieningspa­neel te ontgrendelen. Het bedienings­paneel beweegt naar voren en omlaag. Schuif de KeyCard naar binnen met
het contactoppervlak naar beneden
(zie afbeelding). Vergrendel het bedie­ningspaneel.
2
1
3
Verwijder de KeyCard in de omgekeer­de volgorde. Lees beslist de informatie onder “Dief­stalbeveiligingssysteem KeyCard”.
A Eject
Druk kort op de eject-toets, de casset­te wordt naar buiten geschoven.
Het bedieningspaneel moet om veiligheidsredenen altijd vergren­deld zijn tijdens de rit. Bij het verlaten van de auto dient het bedieningspaneel ter beveili­ging tegen diefstal te worden geo­pend en moet de KeyCard worden verwijderd.
Page 12
Afstandsbediening RC 08
Standaard: Chicago RCM 169 Optie: Hannover 2000 DJ
Kansas DJ Montreal RCM 169 Paris RCM 169
19
18
21
20
B V- / V+
Volume wijzigen.
C SRC (Source = bron)
Wisselen van weergavesoort
- Radio
- CC (cassette)
- weergave van cd-wisselaar, indien cd-wisselaar aangesloten
D Toetsen <</>>,
/
Radioweergave
Zoekafstemming
opwaarts neerwaarts
<</>> trapsgewijs neer-/opwaarts
(op FM alleen indien AF uit)
alleen op FM: <</>> Bladeren in de zenderketens
wanneer AF en PTY uit, bv. NDR 1, 2, 3, 4, N-JOY…
Cassettenbetrieb
/ Titels kiezen (S-CPS)
voorwaarts achterwaarts
>> snel vooruitspoelen << snel terugspoelen
Weergave van cd-wisselaar
<</>> Cd kiezen >> opwaarts: kort indrukken << neerwaarts: kort indrukken
/ Titels kiezen
opwaarts: kort indrukken CUE – snel vooruit verplaat-
sen (hoorbaar): ingedrukt
houden neerwaarts: twee- of meer­maals achtereen kort indruk­ken Titel opnieuw starten: kort in­drukken
REVIEW – snel achteruit ver­plaatsen (hoorbaar): inge-
drukt houden
E
Geluidsweergave in-/uitschakelen: Druk kort op
. Wanneer de geluids­weergave is uitgeschakeld, geeft het display “MUTE” aan (geluid onder­drukt).
Cassetteweergave Geluidsweergave in-/uitschakelen:
Druk kort op
. Wisselen van kant: Houd ca. een seconde ingedrukt.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
177
Page 13
Belangrijke aanwijzingen
Wat u beslist moet lezen
Lees, voordat u uw autoradio in gebruik neemt, de volgende aanwijzingen a.u.b. zorgvuldig door.
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid gaat vóór alles. Ge­bruik daarom uw autoradio altijd zo, dat u steeds alert op de heersende verkeerssitua­tie kunt reageren.
Bedenk dat u al bij een snelheid van 50 km/ u elke seconde 14 meter aflegt.
Het is raadzaam uw autoradio niet te bedie­nen in kritische situaties.
De waarschuwingssignalen van bv. politie en brandweer moeten in de auto op tijd en duidelijk te horen zijn.
Beluister tijdens het rijden uw programma daarom alleen met een aangepast geluids­volume.
Inbouw
Wanneer u de installatie zelf wilt inbouwen of verwijderen, lees dan beslist vooraf de aanwijzingen voor inbouw en aansluiting aan het einde van de gebruiksaanwijzing.
Telefoon-muting
Wanneer er een autotelefoon is aangeslo­ten, kan de radio-, cassette- of cd-weerga­ve automatisch worden onderdrukt tijdens het gebruik van de telefoon (telefoon-mu­ting). Op het display verschijnt dan “PHONE”. De verkeersinformatie heeft voorrang wan­neer TA geactiveerd is. Een verkeersbericht wordt afgebroken wanneer u op TA drukt.
Accessoires
Gebruik alleen door Blaupunkt toegelaten accessoires en reserveonderdelen. Met dit apparaat kunt u de volgende Blaupunkt-pro­ducten bedienen:
Afstandsbediening RC 08
De infrarood-afstandsbe­diening RC 08 maakt het mogelijk de voornaamste functies vanaf het stuurwiel te bedienen. Deze af­standsbediening is stan­daard meegeleverd bij de Chicago RCM 169 en kan bij andere apparaten als ac­cessoire worden verkre­gen.
Versterkers
Alle Blaupunkt-versterkers.
Cd-wisselaars
De volgende cd-wisselaars kunnen direct wor­den aangesloten: CDC A 06, A 072, A 08. Via adapterkabel 7 607 889 093 kunnen de wisselaars A 05 en A 071 worden aange-slo­ten. De cd-wisselaar CDC A 08 wordt standaard meegeleverd met de Hannover 2000 DJ / Kan­sas DJ.
Garantie
De omvang van de garantie richt zich naar de wettelijke bepalingen van het land waar het apparaat is gekocht. Ongeacht de wettelijke bepalingen geeft Blaupunkt twaalf maanden garantie. Indien u vragen heeft over de garantie kunt u contact opnemen met uw dealer. Uw aan­koopbon geldt als garantiebewijs.
Internationale telefoon-info
Heeft u vragen over de bediening of heeft u nadere informatie nodig? Bel ons! De internationale telefoon- en faxnummers vindt u op de laatste bladzijde van deze ge­bruiksaanwijzing.
178
Page 14
Diefstalbeveiligingssysteem KeyCard
Bij de radio wordt een KeyCard meegele­verd.
De autoradio kan echter ook met een tweede KeyCard worden bediend.
Wanneer een KeyCard verloren of bescha­digd raakt, kan uw dealer u aan een nieuwe KeyCard helpen.
Wanneer u twee KeyCards gebruikt, wor­den de instellingen van de eerste KeyCard overgenomen. U heeft echter de mogelijk­heid om de volgende functies afzonderlijk te programmeren:
Bezetting van de voorkeuzetoetsen, bass-, treble-, balans- en fader-instelling, loudness, TA (volume van de verkeersinformatie), vo­lume van de pieptoon, LOW-EQ, HIGH-EQ.
Bovendien blijft de laatst ingestelde toestand bewaard, zoals golfgebied, zenderafstem­ming, TA-voorrang, AF, REG ON/OFF, SCANTIME, gevoeligheid van de zoekaf­stemming, ON VOL (volume bij inschake­len) en SHARX.
Zo treft u na het plaatsen van uw KeyCard de door u gekozen basisinstelling opnieuw aan.
Apparaat in gebruik nemen
Zet het apparaat aan met ON. Ontgrendel om de KeyCard te plaatsen het
bedieningspaneel:
Druk op knop 1, het bedieningspa­neel klapt naar voren.
Plaats de KeyCard met het contactop­pervlak naar beneden, zoals aangege­ven op de afbeelding (pijl 1).
2
1
3
Schuif de kaart in de richting van de pijl (2) en vergrendel het bedienings­paneel (pijl 3).
De autoradio is klaar voor gebruik. Wanneer een voor het apparaat vreemde
KeyCard wordt geplaatst, verschijnt “CARD ERR” op het display.
Na ca. tien seconden schakelt het apparaat zichzelf uit.
Wanneer u een vreemde kaartsoort plaatst (bv. telefoonkaart of creditcard), verschijnt ca. twee seconden “WRONG KC”.
Verwijder de vreemde kaart en plaats een KeyCard die bekend is bij het apparaat.
Druk op ON om in te schakelen.
KeyCard verwijderen
Ontgrendel het bedieningspaneel:
Druk op knop 1, het bedieningspa­neel klapt naar voren.
Schuif de kaart naar rechts tot de aanslag en haal de kaart naar voren uit het apparaat.
Vergrendel het bedieningspaneel.
Het bedieningspaneel moet om veiligheidsredenen altijd vergren­deld zijn tijdens de rit. Bij het verlaten van de auto dient het bedieningspaneel ter beveili­ging tegen diefstal te worden geo­pend en moet de KeyCard worden verwijderd.
Tweede KeyCard programmeren/ KeyCard vervangen
Er kan een KeyCard als extra KeyCard wor­den geprogrammeerd wanneer het apparaat in bedrijf is met de eerste KeyCard.
Wanneer u een tweede KeyCard wilt pro­grammeren:
Plaats de eerste KeyCard en zet het apparaat aan.
Druk op DSC en kies “LEARN KC” met
/ .
179
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 15
Diefstalbeveiligingssysteem KeyCard
Druk op << of >>. Op het display verschijnt “CHANGE”.
Verwijder de eerste KeyCard en schuif de nieuwe KeyCard naar binnen zo­lang “CHANGE” wordt aangegeven.
Na “READY” of “LEARN KC”:
Druk op DSC.
Het apparaat kan nu ook met de nieuwe KeyCard worden bediend.
Voor het apparaat kunnen maximaal twee KeyCards geprogrammeerd zijn.
Wanneer een derde KeyCard geprogram­meerd wordt, wordt automatisch de autori­satie gewist van de KeyCard die niet ge­bruikt werd bij het programmeren.
Radiopas-gegevens tonen
Met de geleverde KeyCard kunt u de gege­vens van de radiopas, zoals naam van het apparaat, typenummer (7 6 ...) en apparaat­nummer op het display laten weergeven.
De bediening hiervoor vindt u onder “Pro­grammering met DSC - READ KC”.
Short Additional Memory (S.A.M.)
= korte informatie De tweede, bij uw dealer verkrijgbare Key-
Card biedt de mogelijkheid om onder de DSC-menuoptie “READ KC” via bewegen­de tekst korte informatie te tonen, bv. het telefoonnummer van de autowerkplaats of het alarmnummer van de autoclub.
Een hiervoor toegeruste dealer kan een vrij te kiezen tekst met maximaal 162 karakters invoeren.
Turn On Message (T.O.M.)
= informatie bij inschakelen De tweede, bij uw dealer verkrijgbare Key-
Card biedt de mogelijkheid bij iedere keer dat het apparaat wordt ingeschakeld een “Turn On Message” naar keuze te laten zien.
Een hiervoor toegeruste dealer kan een vrij te kiezen tekst met maximaal 48 karakters invoeren.
Telkens wanneer u het apparaat met de tweede KeyCard inschakelt, verschijnt deze tekst. Voorwaarde: In het DSC-menu moet TOM ON zijn ingesteld.
Optische aanduiding als diefstalbeveiliging
??
LED
? knippert
??
Wanneer de auto geparkeerd is en de Key­Card is verwijderd, kan de LED knipperen als diefstalbeveiliging.
Aan de volgende voorwaarden moet zijn voldaan: De pluspool en de continue pluspool moe­ten juist zijn aangesloten, zoals in de hand­leiding beschreven. Het apparaat is uitgeschakeld, het bedie­ningspaneel is geopend, de KeyCard is ver­wijderd. In het DSC-menu moet “LED ON” ingesteld zijn (ingesteld door de fabriek). Lees hiervoor desgewenst “Programmering met DSC - LED”.
Knipperen uitschakelen
U kunt het knipperen uitschakelen door in het DSC-menu “LED OFF” in te stellen.
180
Page 16
Diefstalbeveiligingssysteem KeyCard
Onderhoud van de KeyCard
Probleemloos functioneren van de KeyCard is gewaarborgd wanneer de contacten vrij zijn van vreemde deeltjes. Vermijd directe aanraking van de contacten met de handen.
Reinig de contacten van de KeyCard indien nodig met een in alcohol gedrenkt watten­staafje.
KeyCard verloren of beschadigd
Is de bij het apparaat behorende KeyCard beschadigd of niet meer te vinden, dan kunt u een nieuwe KeyCard programmeren. De nieuwe KeyCard is te verkrijgen bij uw dealer. Verder heeft u de mastercode van het apparaat nodig, die te vinden is in de autoradiopas.
Bewaar de autoradiopas op een veilige plaats, doch niet in de auto.
Programmeren van de nieuwe KeyCard
Plaats de nieuwe, niet bij het apparaat bekende KeyCard en vergrendel het bedieningspaneel.
Druk op ON.
Druk binnen twee seconden op TU en ST1, op het display verschijnt “0000”.
Voer nu met de tuimeltoets de viercij­ferige mastercode uit de autoradiopas in.
/ - cijfers invoeren
(overeenkomstig vaak indruk­ken)
<< >> - invoerpositie kiezen
Druk nadat de juiste mastercode is in­gevoerd op ENT.
De nieuwe KeyCard is geaccepteerd wan­neer het apparaat overschakelt op weerga­ve.
Fouten bij het invoeren
Nadat een onjuiste code is ingevoerd, ver­schijnt op het display “CODE ERR”. Na drie­maal onjuist invoeren verschijnt “WAIT 1h”. Het apparaat staat gedurende een uur in de wachtstand.
Zet het apparaat uit en weer aan. Herhaal het programmeren, doch nu met de
juiste mastercode.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
181
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 17
Afleesbaarheid van het display optimaliserenWeergavesoort kiezen
U kunt de weergavesoorten radio (TU), cas­sette (CC) en cd-wisselaar (CDC) kiezen.
CC kan alleen worden gekozen wanneer een cassette is geplaatst.
CDC kan alleen worden gekozen wanneer een Blaupunkt cd-wisselaar CDC A 06, A 072, A 08 of A 05, A 071 is aangesloten en er een magazijn met minimaal één cd is geplaatst.
Omschakelen naar een andere weergave­soort:
Druk op toets TU, CC of CDC. Wanneer opnieuw op TU wordt gedrukt,
wordt overgeschakeld op menuniveau 2. Op dit niveau is het mogelijk om functies in te stellen die specifiek zijn voor de radiofunctie. Ca. acht seconden nadat het apparaat voor het laatst is bediend, wordt automatisch te­ruggeschakeld naar menuniveau 1.
De afleesbaarheid van het display kan wor­den geoptimaliseerd voor uw gezichtshoek.
Druk hiervoor op DSC.
Druk zo vaak op het onderste gedeelte van de tuimeltoets het display verschijnt.
Stel dan met de tuimeltoets <</>> voor uw positie de beste afleesbaarheid in.
Na voltooide instelling:
Druk op DSC.
dat “ANGLE” op
182
Page 18
Radioweergave met RDS (Radio Data System)
Het Radio Data System biedt u meer com­fort bij het luisteren naar de radio op FM.
Steeds meer radiozenders zenden bij hun programma’s ook RDS-informatie uit.
Zodra een radioprogramma kan worden herkend, verschijnt ook de afkorting van de zender op het display, evt. met regionale identificatie, bv. NDR1 NDS (Neder-Sak­sen).
Met RDS worden de voorkeuzetoetsen ge­bruikt als programmatoetsen. Zo weet u pre­cies op welk programma u bent afgestemd en kunt u ook gericht het gewenste program­ma kiezen.
RDS biedt u nog meer voordelen:
AF - Alternatieve Frequentie
De AF-functie (Alternatieve Frequentie) zorgt ervoor dat automatisch op de best te ontvangen frequentie van het gekozen pro­gramma wordt afgestemd.
AF in-/uitschakelen:
Druk tijdens de radioweergave op TU, menuniveau 2 verschijnt op het dis­play.
Druk kort op AF.
De functie is ingeschakeld wanneer “AF” op het display verlicht is.
Bij de bijbehorende toets wordt “AF” dan invers weergegeven.
De radioweergave kan tijdens het zoeken naar de best te ontvangen zender even on­derbroken worden.
Wanneer bij het aanzetten van het appa­raat of bij het oproepen van een geprogram­meerde frequentie “SEARCH” op het display verschijnt, zoekt het apparaat automatisch naar een alternatieve frequentie.
“SEARCH” verdwijnt wanneer een alterna­tieve frequentie gevonden is of na het door­lopen van de frequentieband.
Wanneer dit programma niet meer naar wens te ontvangen is:
Kies een ander programma.
REG - Regionaal
Bepaalde programma’s van de omroepen worden op bepaalde tijden verdeeld in re­gionale uitzendingen. Zo verzorgt bv. het eerste net van de NDR gebieden in de noor­delijke Duitse deelstaten Sleeswijk-Holstein, Hamburg en Neder-Saksen en zendt het op bepaalde tijden programma’s van verschil­lende inhoud uit. Wanneer u een regionaal programma ont­vangt en dit wilt blijven beluisteren, is het raadzaam om “REG ON” in te schakelen. Wanneer u het ontvangstgebied van de re­gionale zender verlaat of de volledige RDS­service verlangt, schakelt u over op “REG OFF”.
REG-functie wisselen:
Druk op TU, menuniveau 2 verschijnt op het display.
Menuniveau 2
Druk op de toets voor REG; u kunt “REG ON” of “REG OFF” (aan of uit) kiezen.
183
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 19
Radioweergave met RDS (Radio Data System)
Op het display verschijnt kort de gekozen toestand. Wanneer de regionaalfunctie is ingeschakeld, wordt REG bij de bijbehoren­de toets invers weergegeven.
Golfgebied kiezen
U kunt kiezen tussen de golfgebieden FM 87,5 - 108 MHz,
MW 531 - 1602 kHz en LW 153 - 279 kHz.
Druk hiervoor op TU, menuniveau 2 verschijnt op het display.
Menuniveau 2
Kies met BND (zo vaak indrukken als gewenst) het gewenste golfgebied.
De doorloopvolgorde is: FM I, FM II, FMT, MW, LW.
Zenderafstemming
Zoekafstemming /
Druk op / , de autoradio zoekt auto­matisch de volgende zender.
Wanneer / naar boven of naar beneden ingedrukt gehouden wordt, loopt de zoekaf­stemming snel opwaarts of neerwaarts ver­der.
Zoekafstemming
opwaarts neerwaarts
<< / >> trapsgewijs op-/neerwaarts
(op FM alleen indien AF uit)
Handmatig afstemmen met << >>
U kunt ook handmatig op zenders afstem­men.
Voorwaarde: AF en PTY zijn uitgeschakeld (de symbo­len zijn dan niet op het display te zien).
Indien gewenst schakelt u deze functies uit op menuniveau 2.
Handmatige afstemming uitvoeren:
Druk op << >>. De frequentie wordt trapsgewijs opwaarts/neerwaarts ge­wijzigd.
Wanneer de tuimeltoets << >> rechts of links ingedrukt gehouden wordt, vindt de frequen­tiedoorloop snel plaats.
Bladeren in de zenderketens
(alleen FM)
Met << >> kunt u zenders uit het ontvangst­gebied oproepen.
Wanneer meer zenders van zenderketens te ontvangen zijn, kunt u met >> (vooruit) of << (achteruit) bladeren in de zenderketens, bv. NDR 1, 2, 3, 4... Start hiervoor bv. Tra­velstore:
Druk op TU, op het display verschijnt menuniveau 2.
Wanneer “AF” niet verlicht is:
Druk op AF op menuniveau 2.
184
Page 20
Radioweergave met RDS (Radio Data System)
Wisselen van geheugenniveau
(FM)
U kunt de geheugenniveaus I, II en T afwis­selen om zenders te programmeren en om geprogrammeerde zenders op te roepen. Het gekozen geheugenniveau verschijnt op het display.
Druk zo vaak kort op NEXT dat het ge­wenste geheugenniveau op het display verschijnt.
Zenders programmeren
Op de FM-band kunt u voor elk geheugen­niveau (I, II, T) zes zenders programmeren met de voorkeuzetoetsen ST1 – ST6.
Op de MW-/LW-band kunt u eveneens elk van de zes zenders programmeren.
Druk hiertoe op TU, op het display ver­schijnt menuniveau 2.
Kies het golfgebied met BND.
Stem af op een zender met de tuimel­toets (automatisch
/ of handmatig
<< >>).
Houd de gewenste voorkeuzetoets in­gedrukt totdat het programma na de geluidsonderdrukking weer te horen is (ca. twee seconden), resp. tot de piep­toon te horen is.
De zender is nu geprogrammeerd.
Let op:
Indien u afstemt op een reeds geprogram­meerde zender terwijl u zich op een ander geheugenniveau bevindt, wordt op het dis­play de desbetreffende voorkeuzetoets met het geheugenniveau kort knipperend aan­geduid.
Sterkste zenders automatisch programmeren met Travelstore
U kunt de zes sterkste FM-zenders op volgorde van veldsterkte, elk uit hun eigen ontvangstgebied, automatisch programme­ren. Deze functie is vooral handig op reis.
Druk op TU, op het display verschijnt menuniveau 2.
Druk kort op TS.
Op het display knippert “T-STORE”. De zes sterkste FM-zenders worden auto-
matisch opgeslagen op geheugenniveau “T”
(Travelstore). Wanneer er minder dan zes zenders te ontvangen zijn, worden de niet bezette geheugenposities aangeduid met vier streepjes. Na voltooiing wordt afge­stemd op de sterkste zender (ST1).
Desgewenst kunnen op het Travelstore-ni­veau ook handmatig zenders worden inge­steld (zie “Zenders programmeren”).
Geprogrammeerde zenders oproepen
Indien gewenst kunt u geprogrammeerde zenders oproepen met een druk op de toets.
FM U kunt de zenders van het gewenste ge-
heugenniveau als volgt direct oproepen:
Druk op toets ST1 – ST6. Zenders op een ander geheugenniveau
oproepen:
Druk op NEXT totdat het gewenste ge­heugenniveau wordt weergegeven en kies dan de geprogrammeerde zender met ST1 – ST6.
185
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 21
Radioweergave met RDS (Radio Data System)
MW, LW U kunt de zenders van het gewenste ge-
heugenniveau direct oproepen:
Druk op toets ST1 – ST6. Zenders op een ander golfgebied oproepen:
Druk op NEXT totdat het gewenste golfgebied wordt weergegeven en kies dan de geprogrammeerde zender met
ST1 – ST6.
Geprogrammeerde zenders kort laten horen met Preset Scan
U kunt geprogrammeerde zenders op alle golfgebieden van het gekozen FM-geheu­genniveau kort laten horen.
Preset Scan kan alleen worden gestart wan­neer PTY is uitgeschakeld (“PTY” is niet verlicht op het display).
Schakel PTY indien nodig uit op menuni­veau 2.
Druk hiertoe op TU en schakel PTY uit met de gelijknamige toets.
Preset Scan starten:
Houd SCA ca. een seconde ingedrukt.
Alle geprogrammeerde en ontvangbare zen­ders van het golfgebied worden achtereen kort weergegeven. Op het display wordt af­wisselend “SCAN” en de knipperende zen­dernaam resp. frequentie aangegeven.
186
Weergegeven zender verder beluisteren/ Preset Scan beëindigen:
Druk kort op SCA of een van de toet­sen van de tuimeltoets.
Zenders kort laten horen met Radio Scan
U kunt alle ontvangbare zenders van het ge­kozen golfgebied kort laten weergeven.
Radio Scan kan alleen worden gestart wan­neer PTY is uitgeschakeld (“PTY” is niet verlicht op het display).
Schakel PTY indien nodig uit op menuni­veau 2.
Druk hiertoe op TU en schakel PTY uit met de gelijknamige toets.
Scan inschakelen:
Druk kort op SCA.
Alle ontvangbare zenders van het golfge­bied worden achtereen kort weergegeven. Op het display wordt afwisselend “SCAN” en de knipperende zendernaam resp. fre­quentie aangegeven.
Weergegeven zender kiezen / Scan uit­schakelen:
Druk kort op SCA of een van de toet­sen van de tuimeltoets.
Wanneer geen zender wordt gekozen, wordt Scan automatisch beëindigd nadat de fre­quentieband eenmaal doorlopen is. U hoort weer de oorspronkelijke zender.
Duur van het fragment (Scan) wijzigen
De duur van het fragment kan worden inge­steld tussen vijf en maximaal dertig seconden.
Indien u de duur van het fragment wilt wijzi­gen, leest u “Programmering met DSC ­SCANTIME”.
Gevoeligheid van de zoekaf­stemming wijzigen
U kunt de gevoeligheid van de automatische zoekafstemming wijzigen.
Wanneer “lo” wordt aangegeven, worden alleen goed te ontvangen zenders gezocht (geringe gevoeligheid).
Wanneer “lo” niet wordt aangegeven, wor­den ook minder goed te ontvangen zenders gezocht.
Wanneer u de gevoeligheid van de zoekaf­stemming wilt wisselen, leest u “Program­mering met DSC - LO/DX”.
Page 22
Radioweergave met RDS (Radio Data System)
Omschakelen stereo - mono
(FM)
In het DSC-menu kunt u wisselen tussen stereo en mono. Dit kan in kritische ont­vangstgebieden voordelig zijn. Nadat het ap­paraat is ingeschakeld, volgt automatisch stereoweergave.
Bij slechte ontvangst schakelt het apparaat geleidelijk over op monoweergave.
Wanneer u op mono wilt overschakelen, leest u “Programmering met DSC – STEREO/ MONO”.
De gekozen toestand verschijnt kort op het display.
Automatisch wisselen van band­breedte (SHARX)
U kunt in het DSC-menu met de functie SHARX de automatische wisseling van bandbreedte op het FM-gebied inschakelen. Dit is bij een grote zenderdichtheid zeer gunstig.
Storingen door een sterke aangrenzende zender worden vergaand tegengegaan wan­neer SHARX ON is ingesteld (instelling door de fabriek).
Lees desgewenst “Programmering met DSC– SHARX”.
PTY Programmatype
Dit is een RDS-service die geleidelijk aan door de omroepen wordt ingevoerd. Hier­mee is het mogelijk gericht FM-zenders met een bepaald programmatype te kiezen. Wanneer u het programmatype gekozen heeft, kan de keuze van de zenders met de zoekafstemming of met Scan worden uitge­voerd.
PTY in-/uitschakelen
Druk op PTY. Wanneer de functie ingeschakeld is, geeft
het display kort het laatst gekozen program­matype aan, bv. “SPORT”. Zolang PTY is ingeschakeld, wordt op het display continu “PTY” aangegeven.
Programmatype
Met << >> kunt u het laatst gekozen pro­grammatype aangeven en een ander kie­zen.
Met de voorkeuzetoetsen ST1 - ST6 kunt u geprogrammeerde programmatypes kiezen.
Voorwaarde: PTY is ingeschakeld. Met DSC kunt u de taal kiezen uit Duits,
Engels of Frans (zie “Programmering met DSC – PTY LANG”.
De hierna vermelde programmatypes staan ter beschikking.
De vetgedrukte letters zijn identiek aan de kort getoonde PTY-vermelding op het dis­play.
NEWS
nieuws
CURRENT AFFAIRS
actualiteiten
INFORMATION
service
SPORT
sport
EDUCATE
educatief
DRAMA
hoorspel en literatuur
CULTURE
cultuur
SCIENCE
wetenschap
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
187
PORTUGUÊS
Page 23
Radioweergave met RDS (Radio Data System)
VARIED
amusement
POP MUSIC
popmuziek
ROCK MUSIC
rockmuziek
EASY MUSIC
ontspanningsmuziek
LIGHT MUSIC
lichte muziek
CLASSICS
klassieke muziek
OTHER MUSIC
muziek
WEATHER
weer
FINANCE
economie
CHILDREN’S PROGRAMS
kinderen
SOCIAL AFFAIRS
maatschappij
RELIGION
religie
PHONE IN
inbelprogramma
TRAVEL
reizen
LEISURE
vrije tijd
JAZZ MUSIC
jazz
COUNTRY MUSIC
country & western
NATIONAL MUSIC
muziek in de landstaal
OLDIES MUSIC
gouwe-ouwe
FOLK MUSIC
volksmuziek
DOCUMENT
journalistiek
Programmatype van de zender opvragen
Op menuniveau 2:
Houd PTY ca. twee seconden inge­drukt.
Na de pieptoon wordt aangegeven welk soort programma de ontvangen zender uit­zendt.
Wanneer “NONE” verschijnt, heeft de zen­der geen PTY-kenmerk.
Gekozen programmatype tonen
Druk op << of op >>.
Het laatst gekozen programmatype wordt kort getoond.
Programmatype kiezen
a) met de voorkeuzetoetsen
Wanneer PTY uitgeschakeld is, kun­nen met de voorkeuzetoetsen ST1 – ST6 door de fabriek vastgelegde pro­grammatypes worden gekozen.
• Druk op een van de toetsen 1 - 6. Het display toont twee seconden het
gekozen programmatype. Wanneer u een zender van dit pro-
grammatype wilt beluisteren:
• Start de zoekafstemming met
Wanneer geen zender van het gekozen pro­grammatype gevonden wordt, toont het dis­play kort “NO PTY”. De pieptoon is te ho­ren. De laatst ingestelde zender wordt ont­vangen.
U kunt op elke geheugenpositie een ander beschikbaar programmatype vastleggen. Lees indien gewenst de volgende paragraaf, “Programmatype programmeren”.
b) met << >> van de tuimeltoets
Wanneer PTY ingeschakeld is, kunt u met << >> een programmatype kiezen.
• Druk op << of >>. Het laatst gekozen programmatype wordt drie seconden getoond.
/ .
188
Page 24
Radioweergave met RDS (Radio Data System)
• Kies in deze tijd met >> (vooruit) of << (achteruit) het gewenste pro­grammatype.
• Druk zo vaak op << of >> als nodig is.
Wanneer u een zender van dit pro­grammatype wilt horen:
• Start de zoekafstemming met
/ .
Wanneer geen zender van het gekozen pro­grammatype gevonden wordt, geeft het dis­play kort “NO PTY” aan. De pieptoon is te horen. De laatst ingestelde zender wordt ontvangen.
Programmatype programmeren
Van fabriekswege is onder elk van de voor­keuzetoetsen ST1 - ST6 een programma­type vastgelegd.
U kunt echter ook andere beschikbare pro­grammatypes programmeren.
Wanneer u een ander programmatype wilt programmeren, moet PTY op het display verlicht zijn.
Schakel zonodig PTY in met de PTY­toets.
Kies het programmatype met << >>.
Houd de gekozen toets (ST1 – ST6) in­gedrukt totdat de pieptoon te horen is.
Het gekozen programmatype kan met deze toets worden opgeroepen PTY is ingescha­keld (op het display is “PTY” verlicht).
Zenders kort laten weergeven met PTY­SCAN
Voorwaarde: PTY moet verlicht zijn op het display.
Druk op SCA. De te ontvangen zenders van dit program-
matype worden achtereen kort weergege­ven.
PTY-SCAN uitschakelen:
• Druk nogmaals op SCA of op de tui- meltoets voor de zoekafstemming.
Nadat de frequentieband eenmaal is door­lopen, wordt PTY-SCAN automatisch uitge­schakeld.
Voorrang PTY
Situatie: PTY is ingeschakeld, de aanduiding op het
display is verlicht. Er is momenteel geen zender van het ge-
kozen programmatype te ontvangen (met zoekafstemming of Scan).
Het apparaat schakelt terug naar de oor­spronkelijke zender.
Zodra binnen dezelfde zenderketen een zender van het gekozen programmatype te ontvangen is, schakelt het apparaat bij ra­dioweergave voor de duur van de uitzen­ding over op deze zender.
Voorbeeld:
- oorspronkelijke zender: NDR 3
- “PTY” op het display
- “POP” gekozen
- zoekafstemming gestart
- geen zender met “PTY POP” gevon­den
- display toont “NO PTY” en
- schakelt automatisch terug naar NDR 3
- NDR 2 zendt “PTY POP” uit
- apparaat schakelt binnen de zenderke­ten over op NDR 2 zolang deze zender “POP” uitzendt.
Ook bij cd-weergave schakelt het apparaat automatisch binnen de zenderketen over op de radiozender met het gekozen program­matype.
Na het einde van de PTY-uitzending scha­kelt het apparaat weer over op de vorige audiobron (radio of cd).
Let op:
Zoals al vermeld werd, zijn deze functies momenteel nog niet met alle RDS-zenders te gebruiken.
189
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 25
Ontvangst van verkeersinformatie met RDS-EON
Onder EON verstaat men het uitwisselen van programma-informatie binnen een zen­derketen.
Veel FM-zenders zenden regelmatig actue­le verkeersinformatie uit voor hun regio.
Zenders met verkeersinformatie zenden ter identificatie een signaal uit, waaraan uw autoradio ze herkent. Wanneer een derge­lijk signaal herkend wordt, verschijnt op het display “TP” (Traffic Program – uitzending met verkeersinformatie).
Daarnaast zijn er zenders die zelf geen ver­keersinformatie uitzenden, maar met RDS­EON de mogelijkheid bieden de verkeers­informatie van een andere zender van de­zelfde omroep te ontvangen.
Wanneer bij ontvangst van een dergelijke zender (bv. NDR3) de voorrang voor ver­keersinformatie geactiveerd moet zijn, dan moet “TA” op het display verlicht zijn (Traffic Announcement – voorrang voor ver­keersinformatie).
Bij een verkeersbericht wordt automatisch overgeschakeld op de zender met de ver­keersinformatie (in dit geval NDR2). Dan volgt het verkeersbericht, waarna automa­tisch naar het ervoor beluisterde program­ma (NDR3) wordt teruggeschakeld.
190
Voorrang voor verkeersinforma­tie in-/uitschakelen
Op het display is “TA” verlicht wanneer de voorrang voor verkeersinformatie ingescha­keld is. Voorrang in-/uitschakelen:
Druk op TA. Wanneer u tijdens een verkeersmededeling
op TA drukt, wordt de voorrang alleen voor deze mededeling onderbroken. Het appa­raat schakelt terug naar de oorspronkelijke toestand. Voor volgende meldingen blijft de voorrang behouden.
Diverse toetsen hebben geen functie tijdens de verkeersinformatie.
Attentiesignaal
Wanneer u het ontvangstgebied van de in­gestelde verkeersinformatiezender verlaat, hoort u met tussenpozen van ca. 30 secon­den een attentiesignaal.
Wanneer u op een voorkeuzetoets drukt waaronder een zender zonder TP-signaal is geprogrammeerd, hoort u eveneens een attentiesignaal.
Attentiesignaal uitschakelen
a) Stem af op een andere zender met
verkeersinformatie:
• Druk op de tuimeltoets of
• druk op een voorkeuzetoets waaron-
der een zender met verkeersinfor-
matie geprogrammeerd is. of b) Zet de voorrang voor verkeersinforma-
tie uit:
• Druk op TA. “TA” op het display verdwijnt.
Automatische start van de zoekafstemming (cassetteweer-
gave)
Wanneer u een cassette beluistert en het ontvangstgebied van de ingestelde verkeer­sinformatiezender verlaat, zoekt de autora­dio automatisch een andere zender met ver­keersinformatie. Wanneer ca. 30 seconden na het begin van de zoekafstemming geen programma met verkeersinformatie gevonden wordt, hoort u elke 30 seconden een pieptoon bij wijze van attentiesignaal. Zet het attentiesignaal af op de reeds beschreven manier.
Volume van verkeersinformatie en attentiesignaal instellen
Dit volume is door de fabriek ingesteld. U kunt echter een verandering aanbrengen met DSC (zie “Programmering met DSC ­TA VOL”).
Page 26
Cassetteweergave
Cassette plaatsen
Zet het apparaat aan en ontgrendel het bedieningspaneel met toets 1.
Het bedieningspaneel wordt naar voren ge­klapt.
Schuif de cassette met kant A of 1 naar boven zonder forceren in de opening.
De cassette wordt automatisch naar de af­speelpositie getransporteerd. De cassette wordt weergegeven.
Klap het bedieningspaneel aan de lin­kerzijde naar boven en vergrendel het.
Cassette verwijderen
Druk op toets Eject (pijl) terwijl het be­dieningspaneel ontgrendeld is.
De cassette wordt naar buiten geschoven. Het transport van de cassette mag ter be-
scherming van het mechaniek niet worden geholpen of tegengehouden.
Het bedieningspaneel moet om veiligheidsredenen altijd vergren­deld zijn tijdens de rit.
Cassetteweergave inschakelen
Er is een cassette geplaatst, op het display staat “CC-IN“.
Druk op CC, op het display verschijnen de cassettefuncties.
Dolby B NR*
Met dit apparaat kunnen cassettes worden afgespeeld die met Dolby B NR of zonder ruisonderdrukkingssysteem zijn opgeno­men. Cassettes die zijn opgenomen met Dolby B NR onderscheiden zich door een aan­merkelijk geringere bandruis alsmede een evenredig grotere dynamiek. Dolby B is ingeschakeld wanneer op het dis-
invers wordt weergegeven.
play
Dolby B NR in-/uitschakelen:
Druk op
* Ruisonderdrukkingssysteem, gefabriceerd onder li-
centie van Dolby Laboratories. Het woord Dolby en het symbool met de dubbele D zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
.
Displayweergave kiezen
Tijdens cassetteweergave kunt u wisselen van displayweergave:
Druk kort op DIS. Op de hoofdregel wordt kort de geko­zen weergavesoort aangegeven.
Druk op DIS totdat u de gewenste weergavesoort hebt gekozen.
“COUNTER” – bandteller “CLOCK” – kloktijd “ELAPSED” – verstreken speeltijd van de
kant
“REMAIN” – resterende speeltijd van de
kant
191
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 27
Cassette-weergave
Het apparaat beschikt over een echte­tijdteller (real time counter) die de ver­streken speeltijd berekent. Nadat er een nieuwe cassette is geplaatst, bevindt de echte-tijdteller zich enige tijd in een synchronisatiefase. In deze tijd wordt SYNC aangegeven. De synchronisatiefase kan een ver­schillende duur hebben voor ELASPED of REMAIN.
Wisselen van kant (Reverse)
Wisselen van looprichting tijdens de weer­gave:
Druk op REV. Aan het einde van de band schakelt het
apparaat automatisch over op de andere kant (Autoreverse). Op het display verschijnt “SIDE A” voor kant 1, resp. “SIDE B” voor kant 2.
Let op:
Bij zwaar lopende cassettes kan het gebeu­ren dat automatisch wordt overgeschakeld op de andere kant. Controleer in dit geval de bandspoel. Vaak helpt het om de band heen en weer te spoelen
.
Cassettetitels kort laten weerge­ven met SCAN
U kunt de titels van de cassette kort laten weergeven. Zodra een titel u bevalt, kunt u Scan beëindigen. De titel wordt dan verder afgespeeld.
SCAN is ingeschakeld wanneer “SCA” in­vers op het display is weergegeven. Boven­dien staat “SCAN” op de hoofdregel.
Scan starten/beëindigen:
Druk kort op SCA. Voorwaarde voor Scan: tussen de titels
moet zich een pauze van minimaal drie se­conden bevinden.
De duur van het Scan-fragment is door de fabriek ingesteld op 10 seconden en kan worden ingesteld tussen 5 en 30 seconden. Lees indien gewenst “Programmering met DSC – SCANTIME”.
Titels kiezen met S-CPS
(Super Cassette Program Search) Om cassettetitels te herhalen en over te
slaan.
/ Titels kiezen
voorwaarts (CPS-FF…) achterwaarts (CPS FR…)
Er kunnen maximaal negen titels worden overgeslagen:
Druk hiervoor zo vaak als nodig op de tuimeltoets
Op het display verschijnt het aantal titels dat moet worden overgeslagen.
Correctie met de tegenovergestelde toets ( / ).
Direct stoppen met REV. Voorwaarde voor S-CPS: tussen de titels
moet zich een pauze van minimaal drie se­conden bevinden.
/ .
192
Page 28
Cassette-weergave
Titels herhalen met RPT
RPT = Repeat (herhalen) Om de spelende titel te herhalen. De titel
wordt herhaald totdat RPT wordt uitgescha­keld. Nadat de cassette is verwijderd of het apparaat is uitgeschakeld, is Repeat auto­matisch beëindigd. Repeat is ingeschakeld wanneer op het dis­play “RPT” invers wordt weergegeven.
Repeat in-/uitschakelen:
Druk op RPT, op de hoofdregel wordt kort de gekozen functie aangegeven (RPT ON/OFF).
Voorwaarde voor RPT: tussen de titels moet zich een pauze van minimaal drie secon­den bevinden
Snelspoelen
>> snel vooruitspoelen (FORWARD) << snel terugspoelen (REWIND)
Radio luisteren tijdens snelspoe­len met Radio Monitor (RM)
Tijdens het snelspoelen (ook met S-CPS) kunt u in plaats van de gebruikelijke geluids­onderdrukking de radioweergave horen. Radio Monitor is ingeschakeld wanneer op het display “RM” invers wordt weergegeven.
Radio Monitor in-/uitschakelen:
Druk op RM, op de hoofdregel wordt kort de gekozen functie aangegeven (RM ON/OFF).
Onbespeelde gedeelten automa­tisch overslaan met Blank Skip (BLS)
Zodra tijdens de cassetteweergave een pau­ze optreedt van langer dan 10 seconden, wordt automatisch verdergespoeld naar het begin van het volgende stuk. Blank Skip is ingeschakeld wanneer op het display “BLS” invers wordt weergegeven.
Blank Skip in-/uitschakelen:
Druk op BLS, op de hoofdregel wordt kort de gekozen functie aangegeven (BLS ON/OFF).
Tips voor het onderhoud
Gebruik in de auto alleen C60/C90-casset­tes. Bescherm uw cassettes tegen vuil, stof en temperaturen boven 50° Celsius. Laat koude cassettes voor het afspelen opwar­men om onregelmatigheden in de bandloop te voorkomen. Na ca. honderd gebruiks­uren kunnen door afzetting van stof op de aandrukrol en de weergavekop storingen optreden in de bandloop en de weergave­kwaliteit. Bij normale verontreiniging kunt u uw cassettespeler reinigen met een reini­gingscassette, bij sterkere verontreiniging met een in spiritus gedrenkt wattenstaafje. Gebruik nooit hard gereedschap.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
Met REV beëindigt u het snelspoelen.
PORTUGUÊS
193
Page 29
Cd-wisselaar
Met dit apparaat kunt u de weergave van cd’s via een Blaupunkt cd-wisselaar com­fortabel aansturen. De volgende cd-wisse­laars kunnen direct worden aangesloten: CDC A 06, A 072, A 08. Via adapterkabel 7 607 889 093 kunnen de cd-wisselaars A 05 en A 071 worden aangesloten. De cd-wisselaar CDC A 072 wordt stan­daard meegeleverd met de Hannover 2000 DJ / Kansas DJ.
Gebruik uitsluitend normale, in de han­del verkrijgbare cd’s met een diameter van twaalf centimeter. Cd’s met een diameter van acht cm of cd’s die contouren hebben, bv. van een vlinder of een bierpul, zijn niet ge­schikt voor weergave. Er bestaat acuut gevaar voor bescha­diging van de cd en de speler. Wij kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor beschadigingen door ongeschikte cd’s.
Weergave van cd-wisselaar in­schakelen
Er moet een magazijn met minimaal één cd geplaatst zijn.
Druk op CDC, op het display verschij­nen de cd-functies zoals cd- en titel­nummer, naam / verstreken speeltijd.
Displayweergave kiezen
Bij weergave van cd-wisselaar kunt u wis­selen van displaysoort:
Druk op DIS totdat u de gewenste dis­playsoort hebt gekozen.
“CD10 T3” – cd- en titelnummer, “00:20” verstreken speeltijd
“VIVALDI” – cd-naam “T3” titelnummer
“CD10 T3” – cd- en titelnummer, “14:34” kloktijd
De naam van een cd kan alleen worden weergegeven wanneer er ook een naam is ingevoerd.
Lees hiervoor het gedeelte “Cd’s een naam geven”.
194
Page 30
Cd-wisselaar
Cd en titel kiezen
Met de tuimeltoets kunt u andere cd’s, titels of passages comfortabel kiezen.
Cd kiezen opwaarts
neerwaarts Op het display verschijnt het actuele cd­nummer.
Titel kiezen
Wanneer slechts eenmaal op drukt, wordt de spelende titel opnieuw ge­start.
Snel vooruitspoelen, hoorbaar (CUE).
Snel terugspoelen, hoorbaar (REVIEW).
opwaarts
neerwaarts
wordt ge-
zolang ingedrukt houden
als gewenst.
zolang ingedrukt houden
als gewenst.
Titel / cd herhalen met RPT
RPT = Repeat (herhalen) U kunt een titel of een cd continu herhalen.
Met toets RPT kunnen de volgende functies worden gekozen:
- REP TRCK = Titel herhalen
- REP CD = Cd herhalen
- RPT OFF = Functie uitschakelen
Druk zo vaak op RPT dat de gewenste functie ingeschakeld wordt.
De weergave van de titel of de cd wordt herhaald totdat u met RPT “RPT OFF” in­stelt.
TPM
(Track Program Memory) Om uw favoriete titels te programmeren en
af te spelen. Er kunnen maximaal 99 cd’s met elk maximaal 40 titels worden geadmi­nistreerd.
Titels programmeren met TPM
Een titel kan alleen tijdens de weergave worden geprogrammeerd.
Om te programmeren:
Houd TPM ca. een seconde ingedrukt, op het display verschijnt “TPM PROG”.
Deze titel is geprogrammeerd.
TPM-weergave in-/uitschakelen
Druk kort op TPM. De ingestelde toe­stand wordt kort weergegeven op het display (TPM ON/OFF).
Wanneer “TPM” invers op het display wordt weergegeven, is de TPM-weergave inge­schakeld. Alle in deze weergavesoort met TPM geprogrammeerde titels van de cd worden weergegeven. Wanneer naast TPM ook SCA (Scan) wordt geactiveerd, worden alleen de geprogrammeerde titels kort weer­gegeven. De TPM-weergave kan alleen worden inge­schakeld wanneer er titels zijn geprogram­meerd met TPM.
TPM-programmering wissen
U kunt met TMP geprogrammeerde titels wissen. Wanneer u tegelijk cd-namen wilt wissen, leest u “Cd-naam / TPM-program­mering wissen met DSC-UPDATE”. TPM-titels kunnen alleen tijdens de weer­gave worden gewist.
195
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 31
Cd-wisselaar
Schakel TPM in. “TPM” verschijnt invers op het display. In dit geval staat onder TPM “CLR”.
Wanneer u alleen deze titel wilt wissen:
Houd CLR ca. twee seconden inge­drukt, op het display verschijnt kort “TRCK CLR”.
Wanneer u alle TPM-titels van deze cd wilt wissen:
Houd CLR ca. vijf seconden ingedrukt, op het display verschijnt kort “DISC CLR”.
Wanneer u bij weergave van cd-wisselaar de geprogrammeerde TPM-titels van alle cd’s wilt wissen:
Houd CLR ca. acht seconden inge­drukt, op het display verschijnt kort “ALL CLR”.
MIX
Cd-titels kunnen in willekeurige volgorde worden weergegeven. MIX is ingeschakeld wanneer “MIX” op het display invers wordt weergegeven.
U kunt kiezen uit de volgende MIX-functies:
MIX CD
De titels van de gekozen cd worden in wil­lekeurige volgorde weergegeven. De volgende cd’s worden gekozen op volgorde
van nummer. Voor de weergave van de ti­tels geldt MIX (willekeurige volgorde).
MIX MAG
CDC A 08: Alle titels van het magazijn wor­den in willekeurige volgorde weergegeven.
CDC A 06/072: De cd’s worden in willekeu­rige volgorde gekozen, dan worden alle ti­tels van de gekozen cd in willekeurige volgorde weergegeven.
MIX OFF
MIX is uitgeschakeld. De cd’s worden op volgorde van nummer weergegeven.
MIX wisselen
Druk kort op MIX, op het display ver­schijnt kort de ingestelde toestand.
SCAN
Om de cd-titels kort achtereen te laten horen.
SCAN starten:
Druk kort op SCA. Op het display ver­schijnt “SCAN”.
De titels worden op volgorde van nummer kort achtereen weergegeven.
SCAN beëindigen:
Druk kort op SCA.
De als laatste afgespeelde titel wordt ver­der afgespeeld.
SCAN wordt ook beëindigd wanneer u op de tuimeltoets, MIX, RPT, DSC, AUD, TU of CC drukt.
Cd’s een naam geven
Bij weergave van cd-wisselaar kunt u maxi­maal 99 cd’s een naam geven.
Deze naam (bv. VIVALDI) verschijnt op het display wanneer u met DIS de overeenkom­stige displayweergave gekozen hebt.
Invoeren starten:
Druk op de DSC-toets en druk zo vaak / dat “CD-NAME” op het display
op verschijnt.
Druk op << >>.
Het eerste invoerveld knippert.
Kies nu met de tuimeltoets
ken.
Achtereenvolgens verschijnen de hoofdlet­ters (A-Z), de cijfers 0-9 en symbolen.
Ga met de tuimeltoets << >> naar de
volgende onderstreepte positie en kies een teken.
Op deze wijze kunnen maximaal 7 tekens worden gekozen.
Invoeren beëindigen/naam opslaan:
Druk op ENT om de ingevoerde naam
op te slaan.
/ een te-
196
Page 32
Cd-wisselaar
Wanneer u nog een cd een naam wilt ge­ven:
Druk op <</>> en kies met / de volgende te benoemen cd uit het ma­gazijn.
Een naam wordt gewijzigd (overschreven) wanneer u andere tekens invoert en be­waart.
Wanneer u het invoeren wilt beëindigen:
Druk op DSC om het DSC-menu te verlaten.
Cd-naam / TPM-programmering wissen met DSC-UPDATE
Via DSC-UPDATE (update = bijwerken) kunnen de opgeslagen namen en de TPM­programmering van de cd’s tegelijk worden gewist. U kunt de naam en de TPM van de geplaat­ste cd wissen met “CLR DISC”. Met “CLR ALL” kunt u de namen en de TPM van alle opgeslagen cd’s wissen.
Plaats hiertoe een cd waarvan de op­geslagen gegevens (naam en TPM) moeten worden gewist.
Druk op DSC.
Druk zo vaak op DATE” op het display verschijnt.
/ dat “CD UP-
Kies met >> “CLR DISC” als u de naam en de TPM van de geprogram­meerde cd wilt wissen;
of
Kies met << “CLR ALL” als u de naam en TPM van alle geprogrammeerde cd’s wilt wissen.
Houd ENT ca. een seconde ingedrukt. Op het display verschijnt kort “DELETING”.
Het wissen is beëindigd. Terug naar de DSC-menuoptie “CD-UP-
DATE” zonder cd-naam en TPM te wissen:
Druk kort op ENT.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
197
PORTUGUÊS
Page 33
Clock - kloktijd
Het apparaat beschikt over een interne klok, die ter vergroting van de nauwkeurigheid via RDS automatisch gelijk wordt gezet (uren, minuten).
Voorwaarde voor de sturing via RDS is dat een RDS-zender met CT-functie wordt ont­vangen (CT = clock time).
De automatische correctie van de kloktijd kan worden uitgeschakeld.
Kloktijd instellen
a) automatisch
De kloktijd wordt automatisch ingesteld wanneer een RDS-zender met de functie “CT” (clock time) wordt ontvan­gen.
b) handmatig via DSC-CLOCKSET
• Druk kort op DSC, op het display verschijnt “CLOCKSET”.
• Druk op << >> om de uren / minuten in te stellen. Het knipperende gebied kan met
• Druk nadat de instelling is voltooid kort op ENT om deze te bewaren .
198
/ worden veranderd.
Kloktijd weergeven
De kloktijd kan tijdens radio- en cd-weerga­ve worden weergegeven.
Radioweergave U kunt wisselen van displayweergave tus-
sen kloktijd en golfgebied (bij FM inclusief geheugenniveau).
Houd DIS hiertoe ca. twee seconden ingedrukt.
Cassetteweergave: U kunt kiezen tussen vier verschillende dis-
playweergaven. Om op kloktijd over te schakelen:
Druk zo vaak op DIS dat CLOCK op de hoofdregel verschijnt.
Weergave van cd-wisselaar: U kunt kiezen tussen drie verschillende dis-
playweergaven. Om op kloktijd over te schakelen:
Druk zo vaak op DIS als nodig.
Kloktijd corrigeren na spannings­onderbreking
Wanneer het apparaat langere tijd van de stroomvoorziening afgesloten is geweest, wordt nadat het weer in gebruik genomen is “0.00” aangegeven.
De kloktijd wordt automatisch ingesteld mid­dels RDS-CT, maar kan ook met de hand worden ingesteld.
De kloktijd hoeft alleen met de hand te wor­den gecorrigeerd wanneer geen RDS-zen­der met CT (clock time) wordt ontvangen.
Wanneer u de kloktijd met de hand wilt cor­rigeren, leest u “Programmering met DSC – CLOCKSET”.
Uurcorrectie uitschakelen
In het DSC-menu kan de correctie van de uren worden uitgeschakeld via “CLK MAN/ CLK AUTO”. De minuten worden nog steeds gecorrigeerd.
Dit is bv. nuttig wanneer u de tijdaanduiding van een andere tijdzone verlangt.
Indien gewenst:
Druk kort op DSC en
druk zo vaak op CLK AUTO” wordt weergegeven.
Kies met << >> “CLK MAN” om de uurcor­rectie uit te schakelen.
/ dat “CLK MAN/
Page 34
Equalizer-instelling
De klank in de auto wordt in doorslaggeven­de mate bepaald door de akoestische eigen­schappen van het autointerieur, veel meer dan door de eigenschappen van de luidspre­kers.
Daarbij spelen positie, inbouw en het volu­me achterin, bv. van de deur of de hoeden­plank, een belangrijke rol.
Ook bij goed gekozen en ingebouwde luidsprekers kunnen resonanties in het in­terieur de klank nadelig beïnvloeden.
Dat kan ertoe leiden dat lage tonen ontbre­ken of dreunen, dat de middentonen te zeer op de voorgrond treden, dat muziekinstru­menten of stemmen vervormd worden weer­gegeven of dat het geluid geheel dof klinkt.
De klankindruk kan wezenlijk worden verbe­terd wanneer in de auto bepaalde frequen­tiegebieden worden onderdrukt of versterkt.
Dit apparaat beschikt over twee parametri­sche filters. Het eerste filter, LOW EQ, kan worden ingesteld van 32 tot 500 Hz, het tweede, HIGH EQ, kan worden ingesteld van 630 tot 10 000 Hz. Parametrisch be­tekent in dit geval dat voor elk van beide filters één frequentie individueel kan wor­den versterkt of afgezwakt (+10 tot -20 dB).
Deze parametrische filters kunnen ook zon­der meetapparatuur nauwkeurig worden in­gesteld.
Hiervoor zijn in de tabel de afzonderlijke stappen voor de instelling beschreven.
Aanwijzingen voor de instelling
De volgende aanwijzingen zijn slechts een advies. U kunt uw persoonlijke klankvoor­stelling realiseren.
Wij raden u aan om voor de instelling van de filters een bekende muziekcassette of cd te gebruiken. De cassette of cd moet titels met verschillende instrumenten en zang bevatten. Puur elektronische muziek is on­geschikt voor de beoordeling omdat de ori­ginele klank niet bekend is.
Vóór het instellen van de equalizer zet u bass, treble, balans en fader op nul.
Deze instelling is beschreven onder punt 8 AUD van de beknopte gebruiksaanwijzing.
Luister nu naar de u bekende cassette of cd.
Beoordeel de klankindruk volgens uw eigen voorstelling.
Lees nu de tabel onder “Klankindruk/pro­bleem” en zoek de remedie onder “Maatre­gel”.
De instelling voor het bas- en lage midden­gebied voert u uit met het filter LOW EQ, voor het hoge en middenbereik kiest u HIGH EQ.
De filters ”HIGH EQ” en ”LOW EQ” kunnen worden ingesteld in het DSC-menu:
Druk op DSC.
Druk zo vaak op
/ dat “HIGH EQ” of
“LOW EQ” op het display verschijnt.
Druk eenmaal op << of >>, en
stel met
/ het niveau uit de neven-
staande tabel in.
Wissel tussen de frequentiegebieden met << >>.
Druk om de instelling te bewaren op ENT.
U kunt de equalizer in-/uitschakelen door AUD ca. twee seconden ingedrukt te hou­den.
Zo kunt u het geluid met en zonder equali­zer vergelijken.
Aanwijzingen voor de instelling op Internet
Op onze homepage op het Internet:
http://www.blaupunkt.de
vindt u een inbouwadvies voor nieuw uitge­komen auto’s.
199
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 35
Equalizer-instelling
Hulptabel voor het instellen van de equalizer
Begin de instelling met het midden-/hogetonengebied en beëindig de instelling met het basgebied.
Frequentiegebieden Basgebied
30 tot 100 Hz
Lage middengebied
100 tot 400 Hz
Middengebied
400 tot 4 000 Hz
Hogetonengebied
4 000 tot 20 000 Hz
Klankindruk/probleem
Basweergave te zwak
Onzuivere bas Weergave dreunt Onaangename druk op de oren
Klank sterk op de voorgrond, agressief, geen stereo-effect
Doffe weergave Weinig transparantie Instrumenten zonder glans
Maatregel
Versterk de bas met filter: “LOW EQ” Frequentie: 50 tot 100 Hz Niveau: +4 tot +6 dB
Zwak de lage middentonen af met filter: “LOW E” Frequentie: 125 tot 400 Hz Niveau: ca. -4 dB
Zwak de middentonen af met filter: “HIGH EQ” Frequentie: 1 000 tot 2 500 Hz Niveau: -4 tot -6 dB
Versterk het hogetonengebied met filter: “HIGH EQ” Frequentie: ca. 10 kHz Niveau: +2 tot +4 dB
Tips
Voorkom vervorming. Verhoog het niveau voorzichtig wanneer de doorsnede van de luidspreker te klein is.
Het klankbeeld kan mager en agressief worden. Let op de laagste tonen van de muziek.
De weergave mag niet te zwak worden. Klankbeeld te krachteloos.
Voorkom een scherp klank­beeld. Sterk sissen stoort.
200
Page 36
Programmering met DSC
Uw autoradio biedt u de mogelijkheid om met DSC (Direct Software Control) enkele instellingen en functies aan uw wensen aan te passen en deze aanpassingen te bewa­ren. De apparaten zijn door de fabriek ingesteld. Een overzicht van de door de fabriek inge­stelde basisinstellingen vindt u hieronder, zodat u deze basisinstellingen altijd kunt raadplegen. Wanneer u een geprogrammeerde waarde wilt veranderen:
Druk op DSC. Met de tuimeltoets en de ENT-toets kunt u
een keuze maken uit de hierna beschreven functies en deze instellen. Op het display wordt de ingestelde waarde aangegeven.
/ functie kiezen
<< >> waarde instellen / oproepen
LOW EQ Equalizer-instelling:
Om frequenties op te roe­pen en het niveau in te stel­len in het lage frequentiege­bied. Lees hiervoor de uitvoerige handleiding “Equalizer-in­stelling”.
HIGH EQ Equalizer-instelling:
Om frequenties op te roe­pen en het niveau in te stel­len in het hoge frequentie­gebied. Lees hiervoor de uitvoerige handleiding “Equalizer-in­stelling”.
TA VOL Volume van de verkeersin-
formatie en attentiesignaal instelbaar tussen 0 en 66. U hoort de verkeersinforma­tie op dit volume wanneer het standaardvolume gerin­ger is. Wanneer het standaardvolu­me groter is dan TA VOL, wordt de verkeersinformatie doorgegeven met het stan­daardvolume.
CD NAME Verschijnt alleen bij weerga-
ve van cd-wisselaar. Met deze functie kunt u cd’s een naam naar keuze geven (zie “Cd’s een naam ge­ven”).
SHARX Automatisch wisselen van
bandbreedte op de FM­band. Bij hoge zenderdichtheid stelt u met << >> SHARX ON in, waardoor storingen door aangrenzende zenders vergaand worden tegenge­gaan. Van fabriekswege is “SHARX ON” ingesteld.
HICUT Demping van de hoge to-
nen, afhankelijk van eventu­ele storingen. De lage tonen worden alleen gedempt wanneer er storingen optre­den. Instelbaar tussen NO HICUT (uit) en HICUT 3 (sterkste demping van de hoge tonen).
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
201
PORTUGUÊS
Page 37
Programmering met DSC
LO/DX Wijzigen van de gevoelig-
heid van de zoekafstem­ming. “LO” staat voor lokale ont­vangst, “DX” voor interlokale ontvangst. Kies “LO 3” wanneer u ster­ke, nabije zenders wilt ont­vangen. Stel “DX 1” in wan­neer zwakke, ver verwijder­de zenders moeten worden ontvangen.
STEREO/MONO
Wisselen met << >>. Het display geeft kort de ge­kozen toestand weer. Telkens wanneer wordt in­geschakeld wordt automa­tisch overgeschakeld op STEREO.
CLOCKSET Om de kloktijd met de hand
in te stellen. Kies uren/minuten met << >>. Het knipperende gebied kan met derd. Druk om de nieuwe instelling te bewaren kort op ENT. Lees hiervoor ook “Clock – kloktijd”.
/ worden veran-
CLK AUTO/MAN
Om de automatische uurcor­rectie in/uit te schakelen. Lees hiervoor ook “Clock – kloktijd, Uurcorrectie”.
12/24H MODE
Tijdaanduiding kiezen (12-uurs of 24-uurs)
CLK ON/OFF Wanneer het contact is in-
geschakeld en het apparaat is uitgeschakeld kan de kloktijd worden weergege­ven. In dit geval moet CLK ON worden ingesteld.
ON VOL Aanvangsvolume bij inscha-
kelen instellen. Stel het gewenste aan­vangsvolume in met << >>. Wanneer “LAST VOL” wordt ingesteld, is het volume bij inschakelen gelijk aan het laatst ingestelde volume.
BEEP Bevestigingssignaal (piep-
toon) voor functies waarvoor een toets langer dan een seconde ingedrukt moet worden gehouden.
Het volume is instelbaar van 0-9 (0 = uit).
DIM DAY Helderheid van het display
voor overdag instellen (standen 1 - 9).
DIM NIGHT Helderheid van het display
voor ‘s nachts instellen (standen 1 - 9)
Met de autoverlichting wordt gewisseld tussen dag- en nachtinstelling.
ANGLE Aanpassing van het display
aan de individuele gezichts­hoek.
SCANTIME Met deze optie wordt de
duur van het scan-fragment (5 - 30 sec.) vastgelegd voor radio en cd.
PTY LANG Taal van de programma-
soort-identificatie kiezen: Duits, Engels of Frans.
202
Page 38
Programmering met DSC
AUX ON/OFF
(alleen Kansas DJ, Chicago RCM 169)
Deze menuoptie verschijnt niet wanneer er een cd-wis­selaar is aangesloten. Door de fabriek is “AUS” inge­steld. Wanneer via AUX een ex­tern apparaat is aangeslo­ten, moet “EIN” worden in­gesteld.
LEARN KC U kunt een tweede KeyCard
programmeren. Lees hiervoor de aanwijzin­gen onder “Diefstalbeveili­gingssysteem KeyCard” ­“Tweede KeyCard program­meren”.
READ KC De gegevens van een Key-
Card kunnen worden uitge­lezen. Bij de meegeleverde Key­Card worden de apparaat­gegevens zoals naam, type­nummer (7 6...) en appa­raatnummer aangegeven. Bij de tweede KeyCard kun­nen de door de vakhande­laar ingevoerde gegevens
worden aangegeven (zie “Short Additional Memory S.A.M.”). Wanneer u tijdens het uitle­zen de KeyCard verwijdert, verschijnt “READ KC” op het display.
LED ON/OFF U kunt kiezen tussen LED
ON of LED OFF. Bij LED ON knippert de ON-knop als extra beveiliging wanneer het apparaat uitgeschakeld is en de KeyCard is verwij­derd.
PEAK ON/OFF
Dynamische niveau-aandui­ding van het volume in-/uit­schakelen.
TOM ON/OFFWanneer u een tweede Key-
Card met Turn On Message (informatie bij inschakelen) bezit, kunt u deze tekst uit­schakelen met “TOM OFF”. De basisinstelling is “TOM ON”. Lees hiervoor de aan­wijzingen onder “Diefstalbe­veiligingssysteem KeyCard – Turn On Message (T.O.M.)”.
UPDATE Maakt het bij weergave van
cd-wisselaar mogelijk om namen van cd’s te wissen en zo plaats te maken voor nieuwe cd’s (zie “Cd-naam wissen met DSC-UPDATE”).
DSC-programmering beëindigen / instel­ling bewaren:
Druk op DSC.
203
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 39
Technische gegevensProgrammering met DSC
Overzicht van de door de fabriek ingestelde basisinstellingen met DSC
LOW EQ 0 dB/40 Hz HIGH EQ 0 dB/630 Hz TA VOL 35 CD NAME ­SHARX SHARX ON HICUT HICUT 2 LO / DX DIST 1 STEREO/MONO STEREO CLOCKSET 0:00 CLK AUTO / MAN CLK AUTO 12/24H MODE 24H MODE CLK ON/OFF CLK OFF ON VOL LAST VOL BEEP 3 DIM DAY 9 DIM NIGHT 9 ANGLE 0 SCANTIME 10 sec. PTY LANG DEUTSCH AUX OFF LEARN KC ­READ KC ­LED ON PEAK ON/OFF ON TOM ON/OFF ON UPDATE -
Versterker
Uitgangsvermogen: 4 x 25 Watt sinus
volgens DIN 45 324 bij 14,4 V 4 x 40 Watt max. power
Tuner
Golfgebieden: FM : 87,5 - 108 MHz MW : 531 - 1602 kHz LW : 153 - 279 kHz
FM - gevoeligheid: 0,7 µV bij 26 dB
signaal-ruisverhou­ding
FM - frequentiebereik:
20 - 16 000 Hz
Cassette
Frequentiebereik: 30 - 19 000 Hz
204
Wijzigingen voorbehouden!
Page 40
Glossarium – verklaring van vaktermen
AF – Alternatieve Frequentie
Deze functie zorgt er bij RDS-weergave voor dat automatisch de best te ontvangen fre­quentie van het beluisterde programma wordt gekozen.
Amplifier
Vermogensversterker voor vergroting van het uitgangsvermogen.
AUD Audio Klankkleurinstelling voor hoge (treble) en
lage tonen (bass) alsmede de volumever­houding links/rechts (balans) en voor/ach­ter (fader).
Autoreverse
Zie Reverse. BLSBlank Skip
Automatisch overslaan van langere onbe­speelde gedeelten van de band, bv. aan het einde van de band.
BND (band) Om te wisselen van golfgebied en geheu-
genniveau.
Changer
Cd-wisselaar
CLClear (wissen) Terug naar de vorige menuoptie.
CPSCassette Program Search Om cassettetitels te herhalen en over te slaan. Met S-CPS kunnen cassettetitels ge­richt worden gekozen.
Dolby B NR
Ruisonderdrukkingssysteem, gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. Het woord Dolby en het symbool met de dubbe­le D (
) zijn handelsmerken van Dolby La­boratories. Cassettes die zijn opgenomen met Dolby NR onderscheiden zich door een aanmer­kelijk geringere bandruis alsmede een even­redig grotere dynamiek.
DSCDirect Software Control Met behulp van DSC kunnen enkele door
de fabriek uitgevoerde instellingen aan uw persoonlijke voorkeur worden aangepast.
Echte-tijdteller
Berekent exact de verstreken speeltijd. ENT (Enter)
Druk kort op de toets om een instelling over te nemen / te bewaren.
EONEnhanced Other Network EON maakt bij RDS-weergave de uitwisse-
ling van zenderinformatie mogelijk binnen een zenderketen. Tijdens een verkeersbericht kan bv. van een zender zonder verkeersinformatie automa­tisch worden overgeschakeld naar een zen­der met verkeersinformatie. Na het ver­keersbericht wordt automatisch terugge­schakeld naar de zender zonder verkeers­informatie.
Equalizer
Klankregelaar om de frequentiecurve aan te passen aan akoestische omstandigheden en persoonlijke smaak.
EXIT
Druk kort op de toets om een instelling te beëindigen / af te breken.
KeyCard
Diefstalbeveiligingssysteem van Blaupunkt. Alleen met de juiste KeyCard kan het appa­raat worden bediend.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
205
PORTUGUÊS
Page 41
Glossarium – verklaring van vaktermen
MIX
Cd’s / cd-titels weergeven in willekeurige volgorde.
MUTE
Geluidsonderdrukking.
Preset Scan
Zie SCAN.
PTY
Om gericht een programmatype te kiezen bij FM-weergave (bv. sport, nieuws). Zie ook RDS.
RDS Radio Data System Service van de zenders voor comfortabel
radio luisteren. Zo wordt bv. de naam van de zender aan­gegeven i.p.v. de frequentie.
Overige RDS-functies zijn:
AF – Alternatieve Frequentie EON – Enhanced Other Network Radiotekst REG – Regionaal programma PTY – Programmatype TA – Traffic Announcement TP – Traffic Program
REG
Regionale programma’s met voorrang kie­zen. REG ON voorkomt dat automatisch wordt overgeschakeld naar een ander, be­ter te ontvangen regionaal programma van dezelfde zender. Zie ook RDS.
Reverse
Wisselen van looprichting tijdens de weer­gave van een cassette. Autoreverse is het automatisch wisselen van looprichting aan het einde van de band.
RMRadio Monitor Automatisch overschakelen op radioweer­gave tijdens snelspoelen bij cassetteweer­gave
RPT (Repeat = herhalen) Om cd-titels te herhalen. Bij weergave van
cd-wisselaar kan de titel of de cd worden herhaald.
SCAN
Om de ontvangbare radiozenders of bij cd­weergave de titels kort achtereen weer te geven. Met Preset Scan kunnen de gepro­grammeerde zenders kort worden weerge­geven.
S-CPSSuper Cassette Program Search Zie CPS
Softkey (Software key) Toets met wisselende functie.
TA Traffic Announcement (voorrang voor verkeersinformatie)
“TA” op het display geeft aan dat de voor­rang is ingeschakeld. Zie ook RDS.
TPTraffic Program (programma met ver- keersinformatie)
“TA” op het display geeft aan dat er een zender met verkeersinformatie wordt ont­vangen. Zie ook RDS.
TPM Track Program Memory Om favoriete titels te programmeren en af
te spelen bij weergave van cd en cd-wis­selaar.
TS Travelstore Automatisch opslaan van de zes sterkste
zenders, op te roepen met de voorkeuze­toetsen. Zeer handig op reis.
Update – bijwerken.
206
Page 42
Index – trefwoordenregister
A
Aanwijzingen voor de instelling op
Internet 199 Accessoires 178 Afstandsbediening 177 Alternatieve Frequentie 183 Attentiesignaal 190 Automatisch wisselen van
bandbreedte 187
B
Bedieningspaneel ontgrendeld 169 Bladeren in de zenderketens 184 Blank Skip (BLS) 193 BND 170
C
Cd herhalen 195 Cd-naam wissen 197 Cd-weergave 194 Cd’s een naam geven 196 Clock 198 CODE ERR 181 CPS 192
D
Diefstalbeveiliging 180 Diefstalbeveiligingssysteem 179 DIS 174 Display 170, 175 Display aanpassen 202 Display optimaliseren 182 Displayweergave kiezen (Cassette) 191 Displayweergave kiezen (Cd) 194 Dolby B NR 191 Door de fabriek uitgevoerde
basisinstelling 204
Duur van het fragment (Scan) 186
E
ENT 171 EON 190 Equalizer 199 EXIT 171
G
Garantie 178 Geluidsweergave uit-/inschakelen 169 Gevoeligheid van de
zoekafstemming 186 Glossarium 205 Golfgebied 184
H
Handmatig afstemmen 184 Helderheid van het display dag /
nacht 202 HICUT 201 Hulptabel voor het instellen van de
equalizer 200
I
Inbouw 178 Inschakelen bij uitgeschakeld contact 169 Internationale telefoon-info 178
K
KeyCard 179 KeyCard beschadigd 181 KeyCard verloren 181 Kloktijd 198
L
LO/DX 186 Loudness 174
M
Menuniveau 170 MIX 196 Mono 187 MUTE (geluid onderdrukt) 169
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
207
PORTUGUÊS
Page 43
Index – trefwoordenregister
O
Onderhoud van de KeyCard 181 Ontvangst van verkeersinformatie 190 Optische diefstalbeveiliging 176
P
Preset Scan 186 Programmatype 187 Programmeren van de nieuwe
KeyCard 181 PTY 187 PTY-SCAN 189
R
Radio Data System 183 Radio Monitor (RM) 193 Radio Scan 186 Radiopas-gegevens tonen 180 Radioweergave met RDS 183 RDS-EON 190 Regionale uitzendingen 183 Repeat (Cassette) 173 Repeat (Cd) 173, 195 Reverse 192
S
S-CPS 192 SCAN (Cassette) 192 SCAN (cd) 196 SHARX 187 Short Additional Memory (S.A.M.) 180 Snelspoelen 193 Softkeys 170 Stereo 187
T
Telefoon-info 178 Telefoon-muting 178 Tips voor het onderhoud (Cassette) 193 Titel herhalen 195 Titels herhalen (Cassette) 193 Titels herhalen (Cd) 193 Titels kiezen 192 TPM 195 TPM-programmering wissen 197 Travelstore 185 Turn On Message (T.O.M.) 180
U
Update 197
V
Verkeersveiligheid 178 Verklaring van vaktermen 205 Volume 170 Volume van verkeersinformatie instellen
attentiesi 190
Voorrang PTY 189
W
WAIT 1h 181 Weergavesoort 182 Wisselen van bandbreedte 187 Wisselen van geheugenniveau 185 Wisselen van kant 192
Z
Zenderafstemming 184 Zenders programmeren 185 Zoekafstemming 184
208
Page 44
Service-Nummern / Service numbers / Numéros du service après-vente / Numeri del servizio di assi­stenza / Servicenummers / Telefonnummer för service / Números de servicio / Número de serviçco
Tel.: Fax:
Deutschland 018 050 002 25 051 214 940 02 Belgique 025 255 444 025 255 448 France 014 010 70 07 014 010 73 20 Nederland 023 565 63 48 023 565 63 31 Great Britain 018 958 383 66 018 958 383 94 Denmark 44 89 83 60 44 89 86 44 Sverige 08 750 15 00 08 750 18 10 Norway 66 81 70 00 66 81 71 57 Suomi 094 359 91 094 359 92 36 Österreich 045 989 90 28 016 103 93 91 Greece 015 762 241 015 769 473 âeská republika 026 130 04 41 026 130 05 14 USA 800-266 25 28 708-681 71 88 Singapore 006 535 054 47 006 535 053 12 Slovensko 042 175 873 212 042 175 873 229
Blaupunkt-Werke GmbH
Bosch Gruppe
11/99 K7/VKD 8 622 402 227
Loading...