Blaupunkt AMSTERDAM TCM 127 User Manual [nl]

Radiophone / Cassette
Amsterdam TCM 127
Gebruiksaanwijzing
2
1
3
4
6
5
7
8
9
10
11
17
2
16
16
17
15
1
14
12
Afstandsbediening RCT 07 (optie)
4
3
13
12
Inhoudsopgave Radio, cassette, cd-wisselaar (optie)
Belangrijke aanwijzingen .............. 5
Veiligheidsnormen .................................. 5
Algemeen ................................................ 5
Invloed van hoogfrequente energie .... 5
Aanwijzingen voor de veiligheid ............. 5
Verkeersveiligheid ............................... 5
Telefoneren tijdens de rit .................... 5
Gebruik van de telefoon in kritische
gebieden .............................................. 6
Alarmnummers .................................... 6
Inbouw .................................................... 6
Aanwijzing bij de aansluiting van een cd-wisselaar, versterker of een
infrarood-afstandsbediening ............... 7
Accessoires ............................................ 7
KeyCard en SIM-card ..................... 8
Basisprincipes......................................... 8
Tweede KeyCard/SIM-card ................. 8
Vreemde KeyCard ............................... 8
Apparaat in gebruik nemen .................... 8
Opnieuw in gebruik nemen na
spanningsonderbreking ....................... 8
Taal voor het display kiezen ............... 9
KeyCard/SIM-card verwijderen .............. 9
KeyCard/SIM-cards programmeren ....... 9
DSC-programmeermodus .................... 10
Radiopas-gegevens tonen ................... 10
Optische aanduiding als diefstal-
beveiliging ............................................. 10
Onderhoud van KeyCard/SIM-card ...... 10
Beknopte gebruiksaanwijzing .... 11
Soort functie kiezen ..................... 16
Audioweergave ..................................... 16
Radioweergave met RDS ............. 17
AF - Alternatieve frequentie.................. 17
REG - Regionaal................................... 17
Golfgebied kiezen ................................. 17
Zenderafstemming ................................ 17
Zoekafstemming
Handmatig afstemmen met << / >> .. 18
Directe frequentie-invoer ...................... 18
Bladeren in de zenderketens
(alleen op FM)....................................... 18
Zenders programmeren ........................ 18
Sterkste zenders automatisch
programmeren met Travelstore ............ 19
Geprogrammeerde zenders oproepen . 19 Gevoeligheid van de zoekafstemming
wijzigen ................................................. 19
Stereo-mono wisselen (alleen FM) ...... 19
/ ....................... 17
Ontvangst van verkeers-
informatie met RDS-EON ............. 20
Voorrang voor verkeersinformatie
in-/uitschakelen ..................................... 20
Volume van verkeersinformatie en
attentiesignaal instellen..................... 20
Attentiesignaal ...................................... 20
Attentiesignaal uitschakelen ............. 20
Automatische start van de zoek-
afstemming ........................................... 20
Cassetteweergave ........................ 21
Cassette plaatsen ................................. 21
Cassette verwijderen ............................ 21
Snel vooruit-/terugspoelen ................... 21
Titels kiezen met S-CPS ...................... 21
Wisselen van kant (Autoreverse) ......... 22
Wisselen van bandsoort ....................... 22
Dolby B NR*.......................................... 22
Radio luisteren tijdens snelspoelen
met RM (Radio Monitor) ....................... 22
Tips voor het onderhoud ...................... 22
Weergave van cd-wisselaar
(optie) ............................................ 23
Wisselaarweergave inschakelen .......... 23
Cd en titels kiezen ................................ 23
MIX ........................................................ 23
Programmeren met DSC.............. 24
Overzicht van de door de fabriek uit­gevoerde basisinstellingen met DSC ... 28
3
Radio
Radio
Telefon
ENGLSH
Radio
Telephone
3
Inhoudsopgave telefoon
Telefoonfunctie ............................ 30
Algemeen .............................................. 30
Alarmnummers .................................. 30
PIN-code
(persoonlijk identificatienummer) ......... 30
SIM-card plaatsen / PIN-code invoeren .. 30
SIM-card deblokkeren .......................... 30
Eerste eenvoudige telefoongesprek..... 31
GSM-alarmnummer .............................. 31
Beknopte gebruiksaanwijzing .... 32
Telefoneren ................................... 35
Verbinding met het GSM-net ................ 35
Omschakelen naar telefoonfunctie....... 35
Telefoonnummer kiezen ....................... 35
Met de hand .......................................... 35
Uit geheugen . . . .................................. 35
. . . direct oproepen uit geheugen
van het apparaat.......................... 36
. . . direct oproepen uit geheugen
van de SIM-card .......................... 36
. . . uit de nummerlijst ........................ 36
Nummerherhaling ................................. 36
Automatisch....................................... 36
Met de hand ...................................... 36
Gesprek beantwoorden / beëindigen ... 37
Wachtfunctie (tweede gesprek) ............ 37
Wisselen / vasthouden ......................... 37
Vergaderschakeling .............................. 38
Telefoneren met de handset
(accessoire) .......................................... 38
4
Nummerlijst-menu........................ 39
Hoe wordt een naam/tekst ingevoerd? 40
Invoer starten .................................... 40
Letters/tekens invoeren ..................... 40
Hoofd- en kleine letters ..................... 40
Invoerveld bewegen .......................... 40
Invoegen ............................................ 40
Wissen ............................................... 40
Vermelding zoeken op naam................ 41
Eigen telefoonnummer tonen ............... 42
Toegang blokkeren ............................... 42
Capaciteit controleren........................... 42
Vermelding toevoegen.......................... 43
Vermelding zoeken volgens positie...... 43
Programmeren met DSC.............. 44
Programmering in het Setup-menu .. 45
Volume van het belsignaal ................ 45
Handsfree-volume ............................. 45
Hoornvolume ..................................... 45
Automatisch aannemen van
gesprekken ........................................ 46
Automatische nummerherhaling ....... 46
Functiemodus .................................... 46
Uitgebreid menu ................................ 46
Belsignaal .......................................... 46
Attentiesignaal berichten................... 46
Invoer eigen telefoonnummer ........... 47
Weergave gesprekscontrole ............. 47
AOC-parameter (Advice of Charge) . 47
Weergave tarieven ............................ 47
Akoestische controle ......................... 48
PIN-code............................................ 48
Toegangscode wijzigen..................... 48
Algeheel wissen ................................ 49
Extern alarm ...................................... 49
Handsfree-kanaal .............................. 50
TA tijdens gesprek ............................ 50
Overzicht van de door de fabriek uitge­voerde instellingen in het Setup-menu ... 50
Programmeren in het Call-menu ....... 51
Mailbox oproepen.............................. 52
Ontvangen berichten ......................... 52
Bericht verzenden ............................. 53
Netwerk kiezen .................................. 54
Cell Broadcast ................................... 55
Gesprekkenteller ............................... 55
Omleiden van gesprekken ................ 56
Gesprekken blokkeren ...................... 56
Telefoon blokkeren............................ 57
Vaste telefoonnummers .................... 57
Gebruikersgroepen ........................... 58
Overzicht van de door de fabriek uitge-
voerde instellingen in het Call-menu....... 58
Glossarium ................................... 59
Technische gegevens .................. 60
Belangrijke aanwijzingen
Veiligheidsnormen
De mobiele telefoon voldoet aan alle toe­passelijke veiligheidsnormen en aanbeve­lingen voor hoogfrequente apparatuur die zijn vastgelegd door de gezaghebbende re­geringsorganen en organisaties (bv. de VDE-norm DIN 0848).
Algemeen
De telefoonfunctie van uw radiotelefoon is gebaseerd op de GSM-standaard voor draadloze telefonie. Deze standaard is ont­wikkeld voor toepassing in Europa en an­dere staten en is wereldwijd sterk vertegen­woordigd.
U kunt met de radiotelefoon dezelfde tele­foonverbindingen tot stand brengen als u gewend bent met een draagbare telefoon.
Voorwaarde: Het GSM-telefoonnet is be­schikbaar op uw positie en u heeft een ge­bruikersautorisatie d.m.v. een geldige SIM­card. Deze SIM-card moet geplaatst zijn (lees indien nodig de uitleg onder KeyCard en SIM-card).
Invloed van hoogfrequente energie
Uw radiotelefoon is een zend- en ontvang­apparaat. Het werkt met geringe energie in het radiofrequentiegebied. Tijdens het ge­bruik wordt zowel de frequentie als het ver­mogen continu gecontroleerd door het GSM­systeem.
Er is een openbare discussie gaande over mogelijke gezondheidsrisicos van mobiele telefoons. Al jaren houdt het onderzoek zich bezig met de vraag of hoogfrequente ener­gie invloed heeft op de gezondheid. Weten­schappers hebben ook radiotechnieken als GSM onderzocht. Na controle van de on­derzoeksresultaten en wanneer alle overeenkomstige veiligheidsnormen worden aangehouden, kunnen GSM-apparaten zon­der problemen m.b.t. biologische effecten worden gebruikt.
Uw radiotelefoon biedt u wanneer deze op de juiste wijze in de auto is ingebouwd zelfs extra bescherming vergeleken met een los gedragen mobiele telefoon.
Mocht u desondanks bedenkingen hebben m.b.t. de invloed van hoogfrequente ener­gie, dan kun u enkele maatregelen nemen om uzelf zo min mogelijk bloot te stellen aan deze radiogolven. Darbij helpt uiteraard het verminderen van de gespreksduur, maar vooral ook de inachtneming van de volgen­de aanwijzingen bij het gebruik.
Aanwijzingen voor de veiligheid
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid gaat vóór alles. Ge­bruik deze installatie daarom altijd zo dat u steeds alert op de heersende verkeerssitua­tie kunt reageren. Bedenk dat u al bij een snelheid van 50 km/u elke seconde bijna 14 meter aflegt. Het is raadzaam uw autoradio niet te bedienen in kritische verkeerssitua­ties. De waarschuwingssignalen van bv. politie en brandweer moeten in de auto op tijd en duidelijk te horen zijn. Beluister tij­dens het rijden uw programma daarom al­leen met een aangepast geluidsvolume.
Telefoneren tijdens de rit
Houd u aan de wetten en voorschriften m.b.t. het gebruik van mobiele telefoons in de auto.
Concentreer u geheel en al op het au-
torijden.
Parkeer op een veilige plaats, voordat
u telefoneert.
Indien absoluut noodzakelijk: telefone-
er als bestuurder uitsluitend in de handsfree-functie.
De verkeersveiligheid gaat vóór alles.
Radio
Radio
Telefon
ENGLSH
Radio
Telephone
5
Gebruik van de telefoon in kritische ge­bieden
De telefoonfunctie moet altijd worden uitge­schakeld wanneer het gebruik verboden is of wanneer u elektromagnetische storingen of gevaarlijke situaties kunt veroorzaken.
Het gebruik van de telefoon kan vooral in de buurt van de antenne leiden tot storin­gen van onvoldoende beveiligde medische apparaten. Neem contact op met een arts of met de fabrikant van het medische appa­raat indien u vragen mocht hebben. Ook andere elektronische apparaten kunnen onderhevig zijn aan elektromagnetische storingen.
Wanneer u zich in een gebied met verhoogd explosiegevaar bevindt, bv. tankstations en chemische fabrieken, of op plaatsen waar werkzaamheden met explosieven worden uitgevoerd, dient u de telefoon uit te scha­kelen.
Telefoonfunctie uitschakelen:
Houd Het display geeft TELEPHONE OFF” aan.
Telefoonfunctie opnieuw activeren:
Druk kort op
ca. twee seconden ingedrukt.
.
Alarmnummers
Zoals elke andere mobiele telefoon werkt de radiotelefoon met mobiele en landnetten, radiosignalen en door de gebruiker gepro­grammeerde functies. Hierom kan niet on­der alle omstandigheden een geslaagde verbinding worden gegarandeerd. Om deze reden mag de gebruiker nooit uitsluitend vertrouwen op de mobiele telefoon of een dergelijk radio-apparaat wanneer het om communicatie van levensbelang gaat (bv. medische noodgevallen).
Het telefoongedeelte van de radiotelefoon kan alleen gesprekken verzenden en ont­vangen wanneer het ingeschakeld is, zich in het verspreidingsgebied van het telefoon­netwerk bevindt en de signaalsterkte vol­doende is.
Alarmnummers zijn mogelijkerwijze niet op alle mobiele-telefoonnetwerken bereikbaar, of alleen wanneer bepaalde diensten van het net en/of bepaalde voorzieningen actief zijn. Dit dient te worden nagevraagd bij de aanbieders van het net.
Bepaalde netwerken verlangen onder be­paalde omstandigheden dat een SIM-kaart correct geplaatst is.
Indien bepaalde functies geactiveerd zijn (gespreksblokkering, nummerblokkering, gesloten gebruikersgroep, AOC, systeem-
blokkering, toetsenblokkering enz.) moeten deze mogelijk worden uitgeschakeld voor­dat u een alarmnummer kunt bellen.
Lees a.u.b. de nadere details in deze ge­bruiksaanwijzing en wend u met vragen tot uw plaatselijke netaanbieder.
Geef bij alarm alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk door. Onthoud dat uw mobiele telefoon het enige communica­tiemiddel kan zijn op de plaats van het on­geluk. Beëindig het gesprek pas wanneer dit van u wordt verlangd.
Lees hiervoor de informatie onder Gebruik van de telefoon - GSM-alarmnummer”.
Inbouw
De radiotelefoon mag alleen door vaklieden in uw auto worden geïnstalleerd en onder­houden. Onjuiste installatie of onderhoud kan gevaarlijk zijn en de garantie ongeldig maken.
Wanneer de auto onvoldoende wordt be­schermd tegen hoogfrequente signalen, kan onjuist functioneren optreden bij elektroni­sche brandstofinspuitsystemen, elektroni­sche ABS-systemen, elektronische snel­heidsregelaars of andere elektronische sy­stemen.
6
Het is niet toegestaan het apparaate gebrui­ken zonder een geschikte, extern gemon­teerde GSM- of combi-antenne. De inbouw van het apparaat en de GSM- resp. combi­antenne mag alleen door een door Bosch geautoriseerde werkplaats worden uitgevo­erd.
Voor probleemloos functioneren moet de plus via het contactslot en continue pluspool zijn aangesloten.
Verbind de luidsprekeruitgangen niet met de massa!
Aanwijzing bij de aansluiting van een cd-wisselaar, versterker of een in­frarood-afstandsbediening
Onder ongunstige inbouwomstandigheden kunnen in combinatie met de aansluitbare accessoires cd-wisselaar, versterker en infrarood-afstandsbediening in zeldzame gevallen storing optreden in de werking van de telefoon. Die zijn te herkennen aan storingsruis, vermindering van de gespreks­kwaliteit of verbreken van de verbinding. Controleer in dit geval de aansluiting van de kabels of neem contact op met onze ge­autoriseerde servicewerkplaatsen.
Accessoires
Gebruik alleen door Blaupunkt toegelaten accessoires en reserve-onderdelen.
Met dit apparaat kunt u de volgende Blau­punkt-producten bedienen:
Cd-wisselaar
CDC A 06 of A 072 (direct).
Afstandsbediening
De infrarood-afstandsbediening RCT 07 7 607 570 510 maakt het mogelijk de be­langrijkste functies vanaf het stuurwiel te be­dienen. De bedieningsfuncties zijn beschre­ven in de beknopte gebruiksaanwijzing.
Handset (telefoonhoorn)
De Blaupunkt-handset 7 607 570 512 maakt telefoongesprekken naar keuze met of zon­der handfree-functie mogelijk. Het omschakelen tussen handsfree- en hoornfunctie gebeurt automatisch wanneer de telefoonhoorn wordt opgenomen.
Waarschuwing:
In de hoorn bevindt zich een relatief sterke magneet.
Houd alle voorwerpen uit de buurt die op magnetisme reageren, zoals bv. diskettes, bankpasjes, enz. Er kunnen belangrijke ge­gevens gewist worden.
Versterkers
Alle Blaupunkt-versterkers
Radio
Radio
Telefon
ENGLSH
Radio
7
Telephone
KeyCard en SIM-card
KeyCard
Basisprincipes
Bij het geleverde pakket is een KeyCard in­begrepen.
De autoradio kan ook worden bediend met een tweede, geprogrammeerde KeyCard of met een van maximaal dertig programmeer­bare SIM-cards.
Met een KeyCard zijn de volgende functie­soorten mogelijk:
Radio, cassette, cd-wisselaar (optioneel), AUX, telefoon-alarm.
Met een SIM-card kan het apparaat volle­dig worden bediend.
De SIM-card bevat ook de antidiefstal­functies.
Indien gewenst (ook bij verlies of beschadi­ging) kunt u een KeyCard of SIM-card bij de vakhandel verkrijgen.
8
Tweede KeyCard/SIM-card
Wanneer u een tweede KeyCard of een SIM­card gebruikt, worden alle instellingen van de eerste KeyCard overgenomen.
U heeft echter de mogelijkheid om bij de volgende functies een persoonlijke instelling te programmeren op de tweede KeyCard:
Voorkeuzetoetsen, treble (hoge tonen), bass, balans en fader, loudness aan/uit, TA (volume van de verkeersinformatie), VOLU­ME FIX.
oor twee KeyCards en de eerste twee SIM­cards blijft de laatst ingestelde toestand, zoals golfgebied, bass/treble, fader/balans, zenderafstemming, voorkeuzetoetsen en VOLUME FIX bewaard.
Zo vindt u na plaatsing van uw KeyCard of de eerste twee SIM-cards de door u geko­zen basisinstelling weer terug.
Vreemde KeyCard
Wanneer een bij het apparaat onbekende KeyCard wordt geplaatst, verschijnt KEY­CARD ERROR” of “KEYCARD FEHLER” op het display. Bedien het apparaat dan niet.
Na ca. acht seconden wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld.
Wanneer vier maal een vreemde KeyCard wordt geplaatst, volgt een wachttijd van een uur.
Indien u een afwijkend soort kaart plaatst (bv. telefoonkaart of credit-card), is ca. twee seconden CHECK KEYCARDof PRÜFE KEYCARD te zien.
Verwijder de onjuiste kaart en plaats een bij het apparaat bekende KeyCard of SIM-card.
Apparaat in gebruik nemen
Schakel het apparaat in (druk op knop
1).
Attentie!
Schuif de meegeleverde KeyCard uit­sluitend in de sleuf wanneer de card­tong naar buiten wijst. Wanneer gepro­beerd wordt om de KeyCard te plaat­sen terwijl de card-tong niet naar bui­ten wijst, bestaat gevaar voor bescha­diging.
Het apparaat is klaar voor gebruik.
Opnieuw in gebruik nemen na spann­ingsonderbreking
Wanneer de radiotelefoon wordt losgekop­peld van de accu (bv. bij reparatie) en daar­na weer wordt aangesloten, is een gepro­grammerde KeyCard of de master-SIM-card nodig om het apparaat opnieuw in gebruik te nemen en de extra geprogrammeerde SIM-cards opnieuw te activeren.
Taal voor het display kiezen
De teksten op het display worden van fa­briekswege in het Engels weergegeven.
U kunt de tekst ook in andere talen laten weergeven:
Druk op DSC/OK.
Druk zovaak op
/ totdat TAAL op
het display verschijnt.
Druk op DSC/OK en kies uw taal met << / >>.
Druk achtereenvolgens op DSC/OK en CL.
KeyCard/SIM-card verwijderen
Trek de kaart nooit uit het apparaat! Gevaar voor beschadiging.
Druk eerst op de kaart in de richting van het apparaat.
De KeyCard/SIM-card komt in de uitneem­positie.
Verwijder de kaart.
Wanneer de kaart voor het eerst wordt ver­wijderd, verschijnt op het display KAART PROGRAMMEREN. Nu kunt u kaarten eenvoudig programmeren (zie SIM-cards programmeren). Nadat het programmeren beëindigd is, scha­kelt het apparaat zichzelf uit wanneer de kaart is verwijderd.
KeyCard/SIM-cards programme­ren
Bij de eerste maal programmeren kunt u de tweede KeyCard en maximaal dertig SIM­cards zeer eenvoudig programmeren. Hier­voor moet het apparaat ingeschakeld zijn en de meegeleverde KeyCard zijn geplaatst.
Verwijder de eerste KeyCard en plaats de eerste SIM-card.
Op het display verschijnt NAAM?”. Wanneer u wilt, kunt u een naam invoeren
van maximaal acht tekens. Lees hiervoor Hoe wordt een naam/tekst ingevoerd? Wanneer u de functie wilt overslaan of na­dat u de naam heeft ingevoerd:
Druk op OK.
De eerste SIM-card is geprogrammeerd. Op het display verschijnt BEËINDIGEN? DRUK OP OK”.
Nu kunt u volgende kaarten programmeren. Om het programmeren te beëindigen:
Druk op OK.
De als eerste geprogrammeerde SIM-card heeft als master-SIM-card een bijzondere functie. De overige SIM-cards kunnen alleen worden geprogrammeerd met de master­SIM-card en de KeyCard. Om volgende SIM-cards te programmeren bestaan in principe twee mogelijkheden, zoals hieronder beschreven.
a) KeyCard/SIM-card programmeren of
wissen via DSC
DSC - KAART PROGRAMMEREN Er kunnen een KeyCard of maximaal
dertig SIM-cards als extra cards wor­den geprogrammeerd of vervangen.
Schuif de eerste (meegeleverde) KeyCard in de opening en zet het apparaat aan.
Druk op DSC/OK en kies “KAART PROGRAMMEREN met
/ .
Druk kort op DSC/OK.
Op het display verschijnt VERWISSEL KAART”.
Verwijder de eerste KeyCard en plaats een nieuwe kaart (KeyCard of SIM-card).
Alleen wanneer een SIM-card ge­plaatst is: Op het display verschijnt NAAM? Indien u wilt, kunt u een naam met acht tekens invoeren. Lees hiervoor indien gewenst Hoe wordt een naam/tekst ingevoerd?
Druk op DSC/OK.
Voer de PIN-code in en druk
opnieuw op DSC/OK.
Na CODE OK verschijnt op het dis­play bv. SIM-CARD 23 AKZEPTIERT
Radio
Radio
Telefon
ENGLSH
Radio
Telephone
9
(d.w.z. de 23ste SIM-card is gepro­grammeerd).
Het apparaat kan nu ook worden be­diend met de nieuwe cards.
Er kunnen maximal twee KeyCards en dertig SIM-cards geprogrammeerd zijn.
Wanneer een derde KeyCard wordt geprogrammeerd, wordt automatisch de autorisatie gewist van de KeyCard die niet gebruikt werd bij het program­meren.
Wanneer dertig SIM-cards geprogram­meerd zijn, moeten oude autorisaties worden gewist voordat een nieuwe SIM-card kan worden geprogram­meerd.
b) Programmeren na verwijdering van
de KeyCard/master-SIM
Wanneer deze functie in de DSC-pro­grammeermodus is geactiveerd, kun­nen telkens nadat de KeyCard/master­SIM is verwijderd nieuwe SIM-cards worden geprogrammeerd. Deze functie is nuttig wanneer verschillende kaarten achtereen worden geprogrammeerd (vlootmanagement).
c) Wissen van SIM-card-autorisaties
In het DSC-menu kunnen de autorisa­ties van SIM-cards worden gewist via de KAARTENLIJST. De master-SIM­card kan alleen worden gewist met een KeyCard.
DSC-programmeermodus
Met deze functie kunt u kiezen of u volgen­de SIM-cards alleen wilt programmeren via het DSC-menu, of ook principieel na iedere keer dat de KeyCard of de master-SIM wordt verwijderd. De bediening vindt u onder Programmeren met DSC - PROGRAMMEERMODUS”.
Radiopas-gegevens tonen
U kunt met de meegeleverde KeyCard de gegevens van de radiopas, zoals apparaat­naam, typenummer (7 6) en apparaat­nummer op het display laten weergeven. De bediening vindt u onder Programmeren met DSC - KEYCARD LEZEN”.
Optische aanduiding als dief­stalbeveiliging
Card-tong knippert
Wanneer de auto is geparkeerd en de Key­Card resp. SIM-card is verwijderd, kan de
card-tong knipperen als beveiliging tegen diefstal. Aan de volgende voorwaarden moet zijn voldaan: Pluspool en continue pluspool moeten juist zijn aangesloten, zoals beschreven in de inbouwhandleiding. In de DSC-mode moet KEYCARD LED AAN zijn ingesteld. Lees hiervoor indien gewenst Programmeren met DSC - KEYCARD LED”.
Knipperen uitschakelen
Het knipperen kan worden uitgeschakeld wanneer u de card-tong vastklikt door erop te drukken. Wanneer u het knipperen alge­heel wilt uitschakelen, stelt u in het DSC­menu KEYCARD LED UIT in.
Onderhoud van KeyCard/SIM­card
Probleemloos functioneren van de cards is gegarandeerd wanneer de contacten vrij zijn van vreemde deeltjes. Vermijd direct aan­raken van de contacten met de handen. Bewaar de cards niet in direct zonlicht. Rei­nig de contacten van de cards zonodig met een in alcohol gedrenkt wattenstaafje.
10
Beknopte gebruiksaanwijzing Radio, cassette, cd-wisselaar (optie)
1 Aan/uit
Volume
Druk om in te schakelen op de knop (volumeregelaar). Er moet een bijbe­horende KeyCard of SIM-card ge­plaatst zijn, resp. binnen de volgende vijftien seconden worden geplaatst.
Uit-/inschakelen met de KeyCard
Wanneer het apparaat met knop 1 is ingeschakeld, kan het worden uit- en weer ingeschakeld met met KeyCard of SIM-card. Voorwaarde hiervoor is dat in het DSC-menu onder PROGRAMMEER­MODUS de optie MENU is inge­schakeld.
Let op: Lees hiervoor beslist de informatie on­der Diefstalbeveiligingssysteem Key­Card/SIM-card”.
Uit-/inschakelen via het contactslot
Wanneer het apparaat dienovereen­komstig is aangesloten, kan het via het contactslot uit- en weer ingeschakeld worden. Na uitschakelen van het contactslot wijst een dubbele pieptoon u erop dat de KeyCard of de SIM-card moet wor­den verwijderd voordat u de auto ver­laat. Wanneer het contact wordt uitgescha­keld tijdens een telefoongesprek, blijft het apparaat ingeschakeld tot het ein­de van het gesprek.
Inschakelen van de radio met uitge­schakeld contact
Wanneer het contact is uitgeschakeld kaart geplaatst), kan het apparaat zo verder worden bediend: Druk na de dubbele pieptoon op de knop. Het apparaat wordt ingescha­keld. Na een speeltijd van een uur wordt het apparaat ter beveiliging van de auto-accu automatisch uitgescha­keld.
Gebruik met contact-timer
Wanneer in de DSC-mode de contact­timer geactiveerd is, wordt het appa­raat overeenkomstig veel later uitge­schakeld nadat het contact is uitge­schakeld (lees hiervoor Programme­ren met DSC - CONTACT-TIMER).
Volume wijzigen
Door te draaien aan de knop kunt u het volume wijzigen. De ingestelde waarde wordt aangegeven op het display. Na het inschakelen speelt hat apparaat met het vooraf ingestelde volume (VO­LUME FIX). VOLUME FIX kan worden veranderd (zie Programmeren met DSC - VOLU­ME FIX). Het volume kan ook met de afstands­bediening (optie) V- / V+ worden ver­anderd.
Radio
Radio
Telefon
ENGLSH
Radio
11
Telephone
/ AUD
2
Druk eenmaal op AUD: Treble (hoge tonen) en bass kunnen worden ingesteld met de tuimeltoets.
treble + treble – bass – bass +
Druk nogmaals op AUD: Balans (links/rechts) en fader (voor/ achter) kunnen worden ingesteld.
fader voor fader achter balans links balans rechts
Het display geeft de ingestelde waar­den aan. De laatste instelling wordt au­tomatisch bewaard. AUD uitschakelen: Druk voor de derde maal op AUD. Wanneer binnen acht seconden geen wijziging is uitgevoerd, wordt de AUD­instelling automatisch beëindigd.
Loudness in-/uitschakelen Houd AUD ca. een seconde ingedrukt (pieptoon is te horen).
Het display geeft kort de gekozen toe­stand aan (AAN/UIT). Nadere informatie: Programmeren met DSC - LOUDNESS”.
3 SRC
(Source = bron) U kunt wisselen tussen de weergave­soorten radio, cassette en cd-wisse­laar (optie) of een extra geluidsbron. Vanuit het telefoon-menu kunt u terug­schakelen naar de laatst ingestelde geluidsbron. Voorwaarde: Er mag geen telefoonverbinding bestaan of in opbouw zijn.
4 TA (Traffic Announcement = voorrang
voor verkeersinformatie) Wanneer TA te zien is op het display, worden alleen verkeersinformatie-zen­ders weergegeven. Voorrang aan/uit: Druk op TA.
5 TS / BND
Om te wisselen tussen de geheugenni­veaus/golfgebieden FM, TS (Travelsto­re), MG en LG.
Extra functie Travelstore De negen sterkste zenders program­meren met Travelstore:
Druk op BND totdat de pieptoon te ho­ren is, resp. TRAVELSTORE ver­schijnt op het display.
6
Dolby B NR* Met Dolby B NR opgenomen cassettes kunnen optimaal worden afgespeeld wanneer DOLBY wordt weergegeven op de tweede regel.
* Ruisonderdrukkingssysteem gefabriceerd onder
licensie van Dolby Laboratories. Het woord Dol­by en het symbool met de dubbele D zijn gede­poneerde handelsmerken van Dolby Laborato­ries.
7
Verwijderen van de cassette Houd de toets ingedrukt totdat de cas­sette uit het apparaat wordt gescho­ven.
Wisselen van kant Bij cassetteweergave kan worden overgeschakeld op de andere kant. Druk hiervoor kort op de toets.
8 Cassette-opening
Schuif de cassette naar binnen (kant A of 1 boven, opening rechts).
12
9 Keuzetoetsen
Radioweergave
Frequentie direct invoeren
U kunt een FM-frequentie direct invoe­ren met de keuzetoetsen: Druk eerst op de “0” en voer dan de gewenste frequentie in, beginnend met de eerste positie. U kunt alleen fre­quenties invoeren tussen 87,5 en 108 MHz. Met de komma wordt bij het in­voeren geen rekening gehouden. De invoer kan worden afgebroken met CL, of worden bevestigd met OK. Wanneer alle cijfers zijn ingevoerd, wordt de in­gevoerde frequentie automatisch bevestigd.
Zenders programmeren
U kunt op de afzonderlijke frequentie­gebieden met de toetsen de volgende aantallen zenders programmeren:
FM 19 TS (FM-Travelstore) 9 MG 9 LG 9
Programmeren – Houd bij radioweer­gave een keuzetoets zolang ingedrukt tot de pieptoon te horen is. Wanneer een zender op een positie met twee
cijfers moet worden bewaard, moet toets “1” kort worden ingedrukt en de tweede toets binnen twee seconden zolang ingedrukt worden gehouden tot­dat de pieptoon te horen is.
Zenders oproepen – Stel het golfge­bied in (kies voor FM FM of TS) en druk op de overeenkomstige toets. De geheugenposities 10 t/m 19 wor­den opgeroepen wanneer op “1” en binnen twee seconden kort op het volgende cijfer gedrukt wordt.
Cassetteweergave Bij S-CPS (Super Cassette Program
Search) of snelspoelen kan het aantal titels dat moet worden overgeslagen, worden ingesteld of gecorrigeerd.
Weergave van cd-wisselaar (optie De cds 1 t/m 10 kunnen direct worden
gekozen (0 = cd 10).
: AF / #
Alternatieve frequentie bij RDS-weer-
gave: Wanneer AF op het display ver­schijnt, zoekt de radio met RDS auto­matisch een beter te ontvangen fre-
quentie van dezelfde zender. AF aan/uit: Druk kort op toets AF.
Regionaalfunctie in-/uitschakelen: Houd toets AF ca. twee seconden in­gedrukt (pieptoon). Op de eerste regel verschijnt even REGIONAL ON of REGIONAL OFF. Wanneer de regionaalfunctie is inge­schakeld, verschijnt rechts op het dis­play REG”.
; + / 0
Druk op de toets om de directe fre­quentie-invoer te starten.
= MIX /
*
Radioweergave Wisselen van gevoeligheid van de
zoekafstemming: Druk kort op de toets. Wanneer lo brandt, is de normale ge­voeligheid gekozen. De zoekafstem­ming stopt alleen bij goed te ontvan­gen zenders. Wanneer lo niet brandt, is de hoge gevoeligheid ingesteld. De zoekaf­stemming stopt ook bij minder goed te ontvangen zenders.
Radio
Radio
Telefon
ENGLSH
Radio
Telephone
13
Weergave van cd-wisselaar (optie)
MIX CD
De titels van een cd worden in wille­keurige volgorde weergegeven. Cd-keuze op volgorde van nummer.
MIX OFF
MIX is uitgeschakeld. Druk zovaak op MIX totdat de gewen­ste functie op het display verschijnt.
> Display
Radioweergave
a
d
e
fhg
i
k
j
n
m
l
Cassetteweergave
b
o
p q
Weergave van cd-wisselaar (optie)
c
r
s
t
a) NDR1 NDS - stationsnaam b) Kant 2 - track (kant) 1 van de cas-
sette c) CD 02 - cd-nummer d) FM - golfgebied e) TP - zender met verkeersinfor-
matie (wordt ontvangen) f) TA - voorrang voor zenders
met verkeersinformatie g) lo - gevoeligheid van de
zoekafstemming h) 19/T9 - geeft aan onder welke
toets de zender is gepro-
grammeerd (1- 19) / Tra-
velstore (1 - 9) i) - gespreksomleiding is in-
gesteld j) - geeft aan dat er een
SMS-bericht is opgesla-
gen k) - verschijnt daarbij als er
een gesproken bericht is
binnengekomen l) - verbinding met het GSM-
telefoonnet m) - GSM-veldsterkte-aandui-
ding n) AF - alternatieve frequentie bij
RDS o) DOLBY - Dolby B NR p) MTL - er worden metal- of CrO2-
cassettes afgespeeld
q) RM - Radio Monitor (radio lui-
steren tijdens snelspoe-
len) r) T: 11 - cd - titelnummer s) 02 . 32 - cd - time (verstreken
speeltijd) t) MIX - cd - titelweergave in wil-
lekeurige volgorde
? Card-systeem voor diefstalbeveili-
ging
Om het apparaat te kunnen bedienen, moet de meegeleverde of een gepro­grammeerde KeyCard resp. een ge­programmeerde SIM-card geplaatst zijn.
KeyCard
Lees beslist de aanwijzingen onder Card-systeem voor diefstalbeveili­ging”.
Knipperende card-tong
Wanneer de radio is uitgeschakeld en de KeyCard resp. de SIM-card is ver­wijderd, knippert de card-tong als opti­sche diefstalbeveiliging, mits de juiste instelling hiervoor is uitgevoerd.
14
Nadere informatie: Programmeren met DSC”. Het knipperen kan worden uitgescha­keld met de card-tong wanneer u deze vastklikt door erop te drukken.
Cassetteweergave
Weergave van cd-wisselaar (optie)
Radio
@ Tuimeltoets
Radioweergave
/ zoekafstemming
opwaarts neerwaarts
<< / >> trapsgewijs op-/neerwaarts (op FM
alleen indien AF uit)
alleen op FM:
<< / >> bladeren in de zenderketens indien
AF in bv. NDR 1, 2, 3, 4, N-JOY.
snel vooruitspoelen
snel terugspoelen
/ titels kiezen (S-CPS)
voorwaarts achterwaarts
Stop de functie met of met de te­genovergestelde toets.
Cd kiezen
opwaarts neerwaarts
Titels kiezen
opwaarts: kort indrukken CUE - snel vooruit verplaatsen (hoorbaar): ingedrukt houden
neerwaarts: tweemaal of meerma-
len achtereen kort indrukken titel opnieuw starten: kort indruk­ken
REVIEW - snel terug verplaatsen (hoorbaar): ingedrukt houden
Extra functies van de tuimeltoets:
Overige instelmogelijkheden met
AUD 2 DSC-mode C
Voorwaarde is dat de betreffende functie geactiveerd is.
Radio
Telefon
ENGLSH
Radio
Telephone
15
Soort functie kiezen
A ME
Apparaat: Alleen telefoonfuncties.
Afstandsbediening:
Bij radioweergave: oproepen van de geprogrammeerde zenders in oplopen­de volgorde. Bij weergave van cd-wis­selaar: oproepen van de cds in oplo­pende volgorde.
B CL (CLEAR - wissen)
Om de op dat moment gebruikte menu-optie in het DSC-menu te verla­ten. De veranderde waarden worden niet bewaard. Wanneer nogmaals op CL gedrukt wordt, wordt de DSC-mode verlaten.
Om de directe frequentie-invoer te on­derbreken.
C DSC / OK
DSC (Direct Software Control)
Met DSC kunnen programmeerbare basisinstellingen worden aangepast.
OK
Om een veranderde instelling te bewa­ren.
DSC oproepen: Druk kort op de toets. Functie kiezen: Druk op Ingestelde waarde weergeven: Druk op DSC/OK. Waarde veranderen: Druk op << / >>. Bewaren: Druk op OK. DSC beëindigen: Druk op CL. Wanneer u DSC beëindigt met CL zonder eerst op OK te hebben gedrukt, worden de veranderde waarden niet bewaard. Nadere informatie: Programmeren met DSC”.
/ .
Audioweergave
(Radio, cassette, cd-wisselaar (optie), ex­tra ingang AUX)
Tijdens de audioweergave kunt u met SRC wisselen tussen radio, cassette en cd-wis­selaar (optie) of een extra ingang.
Met SRC schakelt u vanuit de telefoon­functie over naar de audioweergave in de laatst ingestelde weergavesoort.
De telefoonfunctie heeft voorrang. Daarom kunt u alleen overschakelen op audioweer­gave wanneer er geen telefoonverbinding bestaat of tot stand wordt gebracht.
Druk zovaak op SRC totdat de functies van de gewenste soort op het display worden weergegeven.
Cassette-/wisselaarweergave kan alleen worden gekozen indien er een cassette/een magazijn met cds is geplaatst.
Wanneer een magazijn zonder cds is ge­plaatst, verschijnt op het display GEEN CD”.
Een extra ingang kan alleen worden geko­zen wanneer geen Blaupunkt-cd-wisselaar is aangesloten. In het DSC-menu moet dan EXTRA INGANG AUX AAN worden inge­steld.
16
Radioweergave met RDS (Radio Data System)
Het Radio Data System biedt u meer com­fort bij het luisteren naar de radio op FM.
Steeds meer radiozenders zenden bij hun programmas ook RDS-informatie uit. Zodra een radioprogramma kan worden herkend, verschijnt ook de afkorting van de zender op het display, evt. met regionale identifica­tie, bv. NDR1 NDS(Neder-Saksen). Met RDS worden de voorkeuzetoetsen gebruikt als programmatoetsen. Zo weet u precies op welk programma u bent afgestemd en kunt u ook gericht het gewenste program­ma kiezen.
RDS biedt u nog meer voordelen:
AF - Alternatieve frequentie
De AF-functie (Alternatieve frequentie) zorgt ervoor dat automatisch op de best te ont­vangen frequentie van het gekozen pro­gramma wordt afgestemd. Deze functie is ingeschakeld wanneer AFop het display verschijnt.
AF in-/uitschakelen:
Druk kort op AF/#. Tijdens het zoeken naar de sterkste frequen-
tie kan de radioweergave even onderbro­ken worden.
Wanneer bij het aanzetten van het apparaat of bij het kiezen van een geprogrammeerde frequentie ZOEKENop het display ver­schijnt, zoekt het apparaat automatisch naar een alternatieve frequentie. ZOEKEN verdwijnt wanneer een alterna­tieve frequentie gevonden is of na het door­lopen van de frequentieband. Wanneer dit programma niet meer naar wens te ontvangen is:
Kies een ander programma.
REG - Regionaal
Bepaalde programmas van radiozenders worden op bepaalde tijden in regionale uit­zendingen verdeeld. Zo verzorgt bv. het eerste net van de NDR gebieden in de noor­delijke Duitse deelstaten Sleeswijk-Holstein, Hamburg en Neder-Saksen en zendt het op bepaalde tijden programmas van verschil­lende inhoud uit. Wanneer u een regionaal programma ont­vangt en dit wilt blijven beluisteren, scha­kelt u over op REGIONAL ON:
Houd AF/# ca. een seconde ingedrukt, totdat op de eerste regel REGIONAL ON verschijnt.
Wanneer de regionaalfunctie is ingescha­keld, wordt AFop het display vervangen door REG”. Wanneer u het ontvangstgebied van de re­gionale zender verlaat of de volledige RDS­service verlangt, schakelt u over op REGIO­NAL OFF”.
Houd AF/# ca. een seconde ingedrukt, totdat REGIONAL OFF verschijnt.
Golfgebied kiezen
U kunt kiezen tussen de frequentiegebieden FM 87,5 - 108 MHz,
MG 531 - 1602 kHz en LG 153 - 279 kHz.
Kies het golfgebied met BND: druk evt. zo vaak kort op de toets als nodig is.
Zenderafstemming
Zoekafstemming /
Druk op / , de autoradio zoekt auto­matisch de volgende zender.
Wanneer / (ook bij de afstandsbedie­ning) boven of onder ingedrukt gehouden wordt, loopt de zoekafstemming snel op­waarts of neerwaarts verder.
Radio
Radio
Telefon
ENGLSH
Radio
17
Telephone
Zoekafstemming
opwaarts neerwaarts
<< / >> trapsgewijs neer-/opwaarts
(op FM alleen indien AF uit)
Handmatig afstemmen met << / >>
U kunt handmatig op zenders afstemmen. Voorwaarde:
AF is uitgeschakeld (de symbolen AFresp. REG zijn niet op het display te zien).
Indien gewenst schakelt u deze functies zo uit:
Druk op AF/#.
Handmatige afstemming uitvoeren:
Druk op << / >>. De frequentie wordt trapsgewijs neerwaarts/opwaarts ge­wijzigd.
Wanneer de tuimeltoets << / >> rechts of links ingedrukt gehouden wordt, vindt de fre­quentiedoorloop snel plaats.
Directe frequentie-invoer
U kunt op het FM- en FMT-niveau frequen­ties direct invoeren. U start de directe invoer als volgt:
Druk op 0.
Voer de frequentie in, beginnend met
de eerste positie. Er hoeft geen kom­ma te worden ingevoerd.
Met CL wist u de ingevoerde waarde en met
OK bevestigt u deze.
Bladeren in de zenderketens (alleen op FM)
Met << / >> kunt u zenders uit het ontvangst­gebied oproepen. Wanneer meer zenders van zenderketens te ontvangen zijn, kunt u met >> (vooruit) of << (achteruit) bladeren in de zenderketens, bv. NDR 1, 2, 3, 4, N-JOY. Voorwaarden hiervoor zijn dat deze zenders minstens eenmaal ontvangen zijn en dat AF geactiveerd is (weergegeven op het display). Start hiervoor bv. Travelstore:
Houd BND twee seconden ingedrukt; er volgt een frequentiedoorloop.
Wanneer AF niet te zien is:
Druk op AF/#.
Aan de voorwaarden voor de zenderkeuze met << / >> is voldaan.
Zenders programmeren
U kunt op de afzonderlijke frequentiegebie­den met de keuzetoetsen de volgende aan­tallen zenders programmeren:
UKW (FM) 19 TS (FM-Travelstore) 9 MG 9 LG 9
Kies het geheugenniveau met BND.
Stem af op een zender met de tuimel-
toets (automatisch << / >>).
Houd de gewenste keuzetoets ca. een seconde ingedrukt, totdat de pieptoon te horen is.
Wanneer een zender op een positie met twee cijfers moet worden bewaard:
Druk kort op toets 1 en houd de tweede toets binnen twee seconden zolang ingedrukt totdat de pieptoon te horen is.
De zender is nu geprogrammeerd. Het display geeft aan welke toets ingedrukt is.
/ of handmatig
18
Loading...
+ 41 hidden pages