Blaupunkt AMSTERDAM TCM 127 User Manual [nl]

Page 1
Radiophone / Cassette
Amsterdam TCM 127
Gebruiksaanwijzing
Page 2
2
1
3
4
6
5
7
8
9
10
11
17
2
16
16
17
15
1
14
12
Afstandsbediening RCT 07 (optie)
4
3
13
12
Page 3
Inhoudsopgave Radio, cassette, cd-wisselaar (optie)
Belangrijke aanwijzingen .............. 5
Veiligheidsnormen .................................. 5
Algemeen ................................................ 5
Invloed van hoogfrequente energie .... 5
Aanwijzingen voor de veiligheid ............. 5
Verkeersveiligheid ............................... 5
Telefoneren tijdens de rit .................... 5
Gebruik van de telefoon in kritische
gebieden .............................................. 6
Alarmnummers .................................... 6
Inbouw .................................................... 6
Aanwijzing bij de aansluiting van een cd-wisselaar, versterker of een
infrarood-afstandsbediening ............... 7
Accessoires ............................................ 7
KeyCard en SIM-card ..................... 8
Basisprincipes......................................... 8
Tweede KeyCard/SIM-card ................. 8
Vreemde KeyCard ............................... 8
Apparaat in gebruik nemen .................... 8
Opnieuw in gebruik nemen na
spanningsonderbreking ....................... 8
Taal voor het display kiezen ............... 9
KeyCard/SIM-card verwijderen .............. 9
KeyCard/SIM-cards programmeren ....... 9
DSC-programmeermodus .................... 10
Radiopas-gegevens tonen ................... 10
Optische aanduiding als diefstal-
beveiliging ............................................. 10
Onderhoud van KeyCard/SIM-card ...... 10
Beknopte gebruiksaanwijzing .... 11
Soort functie kiezen ..................... 16
Audioweergave ..................................... 16
Radioweergave met RDS ............. 17
AF - Alternatieve frequentie.................. 17
REG - Regionaal................................... 17
Golfgebied kiezen ................................. 17
Zenderafstemming ................................ 17
Zoekafstemming
Handmatig afstemmen met << / >> .. 18
Directe frequentie-invoer ...................... 18
Bladeren in de zenderketens
(alleen op FM)....................................... 18
Zenders programmeren ........................ 18
Sterkste zenders automatisch
programmeren met Travelstore ............ 19
Geprogrammeerde zenders oproepen . 19 Gevoeligheid van de zoekafstemming
wijzigen ................................................. 19
Stereo-mono wisselen (alleen FM) ...... 19
/ ....................... 17
Ontvangst van verkeers-
informatie met RDS-EON ............. 20
Voorrang voor verkeersinformatie
in-/uitschakelen ..................................... 20
Volume van verkeersinformatie en
attentiesignaal instellen..................... 20
Attentiesignaal ...................................... 20
Attentiesignaal uitschakelen ............. 20
Automatische start van de zoek-
afstemming ........................................... 20
Cassetteweergave ........................ 21
Cassette plaatsen ................................. 21
Cassette verwijderen ............................ 21
Snel vooruit-/terugspoelen ................... 21
Titels kiezen met S-CPS ...................... 21
Wisselen van kant (Autoreverse) ......... 22
Wisselen van bandsoort ....................... 22
Dolby B NR*.......................................... 22
Radio luisteren tijdens snelspoelen
met RM (Radio Monitor) ....................... 22
Tips voor het onderhoud ...................... 22
Weergave van cd-wisselaar
(optie) ............................................ 23
Wisselaarweergave inschakelen .......... 23
Cd en titels kiezen ................................ 23
MIX ........................................................ 23
Programmeren met DSC.............. 24
Overzicht van de door de fabriek uit­gevoerde basisinstellingen met DSC ... 28
3
Radio
Radio
Telefon
ENGLSH
Radio
Telephone
3
Page 4
Inhoudsopgave telefoon
Telefoonfunctie ............................ 30
Algemeen .............................................. 30
Alarmnummers .................................. 30
PIN-code
(persoonlijk identificatienummer) ......... 30
SIM-card plaatsen / PIN-code invoeren .. 30
SIM-card deblokkeren .......................... 30
Eerste eenvoudige telefoongesprek..... 31
GSM-alarmnummer .............................. 31
Beknopte gebruiksaanwijzing .... 32
Telefoneren ................................... 35
Verbinding met het GSM-net ................ 35
Omschakelen naar telefoonfunctie....... 35
Telefoonnummer kiezen ....................... 35
Met de hand .......................................... 35
Uit geheugen . . . .................................. 35
. . . direct oproepen uit geheugen
van het apparaat.......................... 36
. . . direct oproepen uit geheugen
van de SIM-card .......................... 36
. . . uit de nummerlijst ........................ 36
Nummerherhaling ................................. 36
Automatisch....................................... 36
Met de hand ...................................... 36
Gesprek beantwoorden / beëindigen ... 37
Wachtfunctie (tweede gesprek) ............ 37
Wisselen / vasthouden ......................... 37
Vergaderschakeling .............................. 38
Telefoneren met de handset
(accessoire) .......................................... 38
4
Nummerlijst-menu........................ 39
Hoe wordt een naam/tekst ingevoerd? 40
Invoer starten .................................... 40
Letters/tekens invoeren ..................... 40
Hoofd- en kleine letters ..................... 40
Invoerveld bewegen .......................... 40
Invoegen ............................................ 40
Wissen ............................................... 40
Vermelding zoeken op naam................ 41
Eigen telefoonnummer tonen ............... 42
Toegang blokkeren ............................... 42
Capaciteit controleren........................... 42
Vermelding toevoegen.......................... 43
Vermelding zoeken volgens positie...... 43
Programmeren met DSC.............. 44
Programmering in het Setup-menu .. 45
Volume van het belsignaal ................ 45
Handsfree-volume ............................. 45
Hoornvolume ..................................... 45
Automatisch aannemen van
gesprekken ........................................ 46
Automatische nummerherhaling ....... 46
Functiemodus .................................... 46
Uitgebreid menu ................................ 46
Belsignaal .......................................... 46
Attentiesignaal berichten................... 46
Invoer eigen telefoonnummer ........... 47
Weergave gesprekscontrole ............. 47
AOC-parameter (Advice of Charge) . 47
Weergave tarieven ............................ 47
Akoestische controle ......................... 48
PIN-code............................................ 48
Toegangscode wijzigen..................... 48
Algeheel wissen ................................ 49
Extern alarm ...................................... 49
Handsfree-kanaal .............................. 50
TA tijdens gesprek ............................ 50
Overzicht van de door de fabriek uitge­voerde instellingen in het Setup-menu ... 50
Programmeren in het Call-menu ....... 51
Mailbox oproepen.............................. 52
Ontvangen berichten ......................... 52
Bericht verzenden ............................. 53
Netwerk kiezen .................................. 54
Cell Broadcast ................................... 55
Gesprekkenteller ............................... 55
Omleiden van gesprekken ................ 56
Gesprekken blokkeren ...................... 56
Telefoon blokkeren............................ 57
Vaste telefoonnummers .................... 57
Gebruikersgroepen ........................... 58
Overzicht van de door de fabriek uitge-
voerde instellingen in het Call-menu....... 58
Glossarium ................................... 59
Technische gegevens .................. 60
Page 5
Belangrijke aanwijzingen
Veiligheidsnormen
De mobiele telefoon voldoet aan alle toe­passelijke veiligheidsnormen en aanbeve­lingen voor hoogfrequente apparatuur die zijn vastgelegd door de gezaghebbende re­geringsorganen en organisaties (bv. de VDE-norm DIN 0848).
Algemeen
De telefoonfunctie van uw radiotelefoon is gebaseerd op de GSM-standaard voor draadloze telefonie. Deze standaard is ont­wikkeld voor toepassing in Europa en an­dere staten en is wereldwijd sterk vertegen­woordigd.
U kunt met de radiotelefoon dezelfde tele­foonverbindingen tot stand brengen als u gewend bent met een draagbare telefoon.
Voorwaarde: Het GSM-telefoonnet is be­schikbaar op uw positie en u heeft een ge­bruikersautorisatie d.m.v. een geldige SIM­card. Deze SIM-card moet geplaatst zijn (lees indien nodig de uitleg onder KeyCard en SIM-card).
Invloed van hoogfrequente energie
Uw radiotelefoon is een zend- en ontvang­apparaat. Het werkt met geringe energie in het radiofrequentiegebied. Tijdens het ge­bruik wordt zowel de frequentie als het ver­mogen continu gecontroleerd door het GSM­systeem.
Er is een openbare discussie gaande over mogelijke gezondheidsrisicos van mobiele telefoons. Al jaren houdt het onderzoek zich bezig met de vraag of hoogfrequente ener­gie invloed heeft op de gezondheid. Weten­schappers hebben ook radiotechnieken als GSM onderzocht. Na controle van de on­derzoeksresultaten en wanneer alle overeenkomstige veiligheidsnormen worden aangehouden, kunnen GSM-apparaten zon­der problemen m.b.t. biologische effecten worden gebruikt.
Uw radiotelefoon biedt u wanneer deze op de juiste wijze in de auto is ingebouwd zelfs extra bescherming vergeleken met een los gedragen mobiele telefoon.
Mocht u desondanks bedenkingen hebben m.b.t. de invloed van hoogfrequente ener­gie, dan kun u enkele maatregelen nemen om uzelf zo min mogelijk bloot te stellen aan deze radiogolven. Darbij helpt uiteraard het verminderen van de gespreksduur, maar vooral ook de inachtneming van de volgen­de aanwijzingen bij het gebruik.
Aanwijzingen voor de veiligheid
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid gaat vóór alles. Ge­bruik deze installatie daarom altijd zo dat u steeds alert op de heersende verkeerssitua­tie kunt reageren. Bedenk dat u al bij een snelheid van 50 km/u elke seconde bijna 14 meter aflegt. Het is raadzaam uw autoradio niet te bedienen in kritische verkeerssitua­ties. De waarschuwingssignalen van bv. politie en brandweer moeten in de auto op tijd en duidelijk te horen zijn. Beluister tij­dens het rijden uw programma daarom al­leen met een aangepast geluidsvolume.
Telefoneren tijdens de rit
Houd u aan de wetten en voorschriften m.b.t. het gebruik van mobiele telefoons in de auto.
Concentreer u geheel en al op het au-
torijden.
Parkeer op een veilige plaats, voordat
u telefoneert.
Indien absoluut noodzakelijk: telefone-
er als bestuurder uitsluitend in de handsfree-functie.
De verkeersveiligheid gaat vóór alles.
Radio
Radio
Telefon
ENGLSH
Radio
Telephone
5
Page 6
Gebruik van de telefoon in kritische ge­bieden
De telefoonfunctie moet altijd worden uitge­schakeld wanneer het gebruik verboden is of wanneer u elektromagnetische storingen of gevaarlijke situaties kunt veroorzaken.
Het gebruik van de telefoon kan vooral in de buurt van de antenne leiden tot storin­gen van onvoldoende beveiligde medische apparaten. Neem contact op met een arts of met de fabrikant van het medische appa­raat indien u vragen mocht hebben. Ook andere elektronische apparaten kunnen onderhevig zijn aan elektromagnetische storingen.
Wanneer u zich in een gebied met verhoogd explosiegevaar bevindt, bv. tankstations en chemische fabrieken, of op plaatsen waar werkzaamheden met explosieven worden uitgevoerd, dient u de telefoon uit te scha­kelen.
Telefoonfunctie uitschakelen:
Houd Het display geeft TELEPHONE OFF” aan.
Telefoonfunctie opnieuw activeren:
Druk kort op
ca. twee seconden ingedrukt.
.
Alarmnummers
Zoals elke andere mobiele telefoon werkt de radiotelefoon met mobiele en landnetten, radiosignalen en door de gebruiker gepro­grammeerde functies. Hierom kan niet on­der alle omstandigheden een geslaagde verbinding worden gegarandeerd. Om deze reden mag de gebruiker nooit uitsluitend vertrouwen op de mobiele telefoon of een dergelijk radio-apparaat wanneer het om communicatie van levensbelang gaat (bv. medische noodgevallen).
Het telefoongedeelte van de radiotelefoon kan alleen gesprekken verzenden en ont­vangen wanneer het ingeschakeld is, zich in het verspreidingsgebied van het telefoon­netwerk bevindt en de signaalsterkte vol­doende is.
Alarmnummers zijn mogelijkerwijze niet op alle mobiele-telefoonnetwerken bereikbaar, of alleen wanneer bepaalde diensten van het net en/of bepaalde voorzieningen actief zijn. Dit dient te worden nagevraagd bij de aanbieders van het net.
Bepaalde netwerken verlangen onder be­paalde omstandigheden dat een SIM-kaart correct geplaatst is.
Indien bepaalde functies geactiveerd zijn (gespreksblokkering, nummerblokkering, gesloten gebruikersgroep, AOC, systeem-
blokkering, toetsenblokkering enz.) moeten deze mogelijk worden uitgeschakeld voor­dat u een alarmnummer kunt bellen.
Lees a.u.b. de nadere details in deze ge­bruiksaanwijzing en wend u met vragen tot uw plaatselijke netaanbieder.
Geef bij alarm alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk door. Onthoud dat uw mobiele telefoon het enige communica­tiemiddel kan zijn op de plaats van het on­geluk. Beëindig het gesprek pas wanneer dit van u wordt verlangd.
Lees hiervoor de informatie onder Gebruik van de telefoon - GSM-alarmnummer”.
Inbouw
De radiotelefoon mag alleen door vaklieden in uw auto worden geïnstalleerd en onder­houden. Onjuiste installatie of onderhoud kan gevaarlijk zijn en de garantie ongeldig maken.
Wanneer de auto onvoldoende wordt be­schermd tegen hoogfrequente signalen, kan onjuist functioneren optreden bij elektroni­sche brandstofinspuitsystemen, elektroni­sche ABS-systemen, elektronische snel­heidsregelaars of andere elektronische sy­stemen.
6
Page 7
Het is niet toegestaan het apparaate gebrui­ken zonder een geschikte, extern gemon­teerde GSM- of combi-antenne. De inbouw van het apparaat en de GSM- resp. combi­antenne mag alleen door een door Bosch geautoriseerde werkplaats worden uitgevo­erd.
Voor probleemloos functioneren moet de plus via het contactslot en continue pluspool zijn aangesloten.
Verbind de luidsprekeruitgangen niet met de massa!
Aanwijzing bij de aansluiting van een cd-wisselaar, versterker of een in­frarood-afstandsbediening
Onder ongunstige inbouwomstandigheden kunnen in combinatie met de aansluitbare accessoires cd-wisselaar, versterker en infrarood-afstandsbediening in zeldzame gevallen storing optreden in de werking van de telefoon. Die zijn te herkennen aan storingsruis, vermindering van de gespreks­kwaliteit of verbreken van de verbinding. Controleer in dit geval de aansluiting van de kabels of neem contact op met onze ge­autoriseerde servicewerkplaatsen.
Accessoires
Gebruik alleen door Blaupunkt toegelaten accessoires en reserve-onderdelen.
Met dit apparaat kunt u de volgende Blau­punkt-producten bedienen:
Cd-wisselaar
CDC A 06 of A 072 (direct).
Afstandsbediening
De infrarood-afstandsbediening RCT 07 7 607 570 510 maakt het mogelijk de be­langrijkste functies vanaf het stuurwiel te be­dienen. De bedieningsfuncties zijn beschre­ven in de beknopte gebruiksaanwijzing.
Handset (telefoonhoorn)
De Blaupunkt-handset 7 607 570 512 maakt telefoongesprekken naar keuze met of zon­der handfree-functie mogelijk. Het omschakelen tussen handsfree- en hoornfunctie gebeurt automatisch wanneer de telefoonhoorn wordt opgenomen.
Waarschuwing:
In de hoorn bevindt zich een relatief sterke magneet.
Houd alle voorwerpen uit de buurt die op magnetisme reageren, zoals bv. diskettes, bankpasjes, enz. Er kunnen belangrijke ge­gevens gewist worden.
Versterkers
Alle Blaupunkt-versterkers
Radio
Radio
Telefon
ENGLSH
Radio
7
Telephone
Page 8
KeyCard en SIM-card
KeyCard
Basisprincipes
Bij het geleverde pakket is een KeyCard in­begrepen.
De autoradio kan ook worden bediend met een tweede, geprogrammeerde KeyCard of met een van maximaal dertig programmeer­bare SIM-cards.
Met een KeyCard zijn de volgende functie­soorten mogelijk:
Radio, cassette, cd-wisselaar (optioneel), AUX, telefoon-alarm.
Met een SIM-card kan het apparaat volle­dig worden bediend.
De SIM-card bevat ook de antidiefstal­functies.
Indien gewenst (ook bij verlies of beschadi­ging) kunt u een KeyCard of SIM-card bij de vakhandel verkrijgen.
8
Tweede KeyCard/SIM-card
Wanneer u een tweede KeyCard of een SIM­card gebruikt, worden alle instellingen van de eerste KeyCard overgenomen.
U heeft echter de mogelijkheid om bij de volgende functies een persoonlijke instelling te programmeren op de tweede KeyCard:
Voorkeuzetoetsen, treble (hoge tonen), bass, balans en fader, loudness aan/uit, TA (volume van de verkeersinformatie), VOLU­ME FIX.
oor twee KeyCards en de eerste twee SIM­cards blijft de laatst ingestelde toestand, zoals golfgebied, bass/treble, fader/balans, zenderafstemming, voorkeuzetoetsen en VOLUME FIX bewaard.
Zo vindt u na plaatsing van uw KeyCard of de eerste twee SIM-cards de door u geko­zen basisinstelling weer terug.
Vreemde KeyCard
Wanneer een bij het apparaat onbekende KeyCard wordt geplaatst, verschijnt KEY­CARD ERROR” of “KEYCARD FEHLER” op het display. Bedien het apparaat dan niet.
Na ca. acht seconden wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld.
Wanneer vier maal een vreemde KeyCard wordt geplaatst, volgt een wachttijd van een uur.
Indien u een afwijkend soort kaart plaatst (bv. telefoonkaart of credit-card), is ca. twee seconden CHECK KEYCARDof PRÜFE KEYCARD te zien.
Verwijder de onjuiste kaart en plaats een bij het apparaat bekende KeyCard of SIM-card.
Apparaat in gebruik nemen
Schakel het apparaat in (druk op knop
1).
Attentie!
Schuif de meegeleverde KeyCard uit­sluitend in de sleuf wanneer de card­tong naar buiten wijst. Wanneer gepro­beerd wordt om de KeyCard te plaat­sen terwijl de card-tong niet naar bui­ten wijst, bestaat gevaar voor bescha­diging.
Het apparaat is klaar voor gebruik.
Opnieuw in gebruik nemen na spann­ingsonderbreking
Wanneer de radiotelefoon wordt losgekop­peld van de accu (bv. bij reparatie) en daar­na weer wordt aangesloten, is een gepro­grammerde KeyCard of de master-SIM-card nodig om het apparaat opnieuw in gebruik te nemen en de extra geprogrammeerde SIM-cards opnieuw te activeren.
Page 9
Taal voor het display kiezen
De teksten op het display worden van fa­briekswege in het Engels weergegeven.
U kunt de tekst ook in andere talen laten weergeven:
Druk op DSC/OK.
Druk zovaak op
/ totdat TAAL op
het display verschijnt.
Druk op DSC/OK en kies uw taal met << / >>.
Druk achtereenvolgens op DSC/OK en CL.
KeyCard/SIM-card verwijderen
Trek de kaart nooit uit het apparaat! Gevaar voor beschadiging.
Druk eerst op de kaart in de richting van het apparaat.
De KeyCard/SIM-card komt in de uitneem­positie.
Verwijder de kaart.
Wanneer de kaart voor het eerst wordt ver­wijderd, verschijnt op het display KAART PROGRAMMEREN. Nu kunt u kaarten eenvoudig programmeren (zie SIM-cards programmeren). Nadat het programmeren beëindigd is, scha­kelt het apparaat zichzelf uit wanneer de kaart is verwijderd.
KeyCard/SIM-cards programme­ren
Bij de eerste maal programmeren kunt u de tweede KeyCard en maximaal dertig SIM­cards zeer eenvoudig programmeren. Hier­voor moet het apparaat ingeschakeld zijn en de meegeleverde KeyCard zijn geplaatst.
Verwijder de eerste KeyCard en plaats de eerste SIM-card.
Op het display verschijnt NAAM?”. Wanneer u wilt, kunt u een naam invoeren
van maximaal acht tekens. Lees hiervoor Hoe wordt een naam/tekst ingevoerd? Wanneer u de functie wilt overslaan of na­dat u de naam heeft ingevoerd:
Druk op OK.
De eerste SIM-card is geprogrammeerd. Op het display verschijnt BEËINDIGEN? DRUK OP OK”.
Nu kunt u volgende kaarten programmeren. Om het programmeren te beëindigen:
Druk op OK.
De als eerste geprogrammeerde SIM-card heeft als master-SIM-card een bijzondere functie. De overige SIM-cards kunnen alleen worden geprogrammeerd met de master­SIM-card en de KeyCard. Om volgende SIM-cards te programmeren bestaan in principe twee mogelijkheden, zoals hieronder beschreven.
a) KeyCard/SIM-card programmeren of
wissen via DSC
DSC - KAART PROGRAMMEREN Er kunnen een KeyCard of maximaal
dertig SIM-cards als extra cards wor­den geprogrammeerd of vervangen.
Schuif de eerste (meegeleverde) KeyCard in de opening en zet het apparaat aan.
Druk op DSC/OK en kies “KAART PROGRAMMEREN met
/ .
Druk kort op DSC/OK.
Op het display verschijnt VERWISSEL KAART”.
Verwijder de eerste KeyCard en plaats een nieuwe kaart (KeyCard of SIM-card).
Alleen wanneer een SIM-card ge­plaatst is: Op het display verschijnt NAAM? Indien u wilt, kunt u een naam met acht tekens invoeren. Lees hiervoor indien gewenst Hoe wordt een naam/tekst ingevoerd?
Druk op DSC/OK.
Voer de PIN-code in en druk
opnieuw op DSC/OK.
Na CODE OK verschijnt op het dis­play bv. SIM-CARD 23 AKZEPTIERT
Radio
Radio
Telefon
ENGLSH
Radio
Telephone
9
Page 10
(d.w.z. de 23ste SIM-card is gepro­grammeerd).
Het apparaat kan nu ook worden be­diend met de nieuwe cards.
Er kunnen maximal twee KeyCards en dertig SIM-cards geprogrammeerd zijn.
Wanneer een derde KeyCard wordt geprogrammeerd, wordt automatisch de autorisatie gewist van de KeyCard die niet gebruikt werd bij het program­meren.
Wanneer dertig SIM-cards geprogram­meerd zijn, moeten oude autorisaties worden gewist voordat een nieuwe SIM-card kan worden geprogram­meerd.
b) Programmeren na verwijdering van
de KeyCard/master-SIM
Wanneer deze functie in de DSC-pro­grammeermodus is geactiveerd, kun­nen telkens nadat de KeyCard/master­SIM is verwijderd nieuwe SIM-cards worden geprogrammeerd. Deze functie is nuttig wanneer verschillende kaarten achtereen worden geprogrammeerd (vlootmanagement).
c) Wissen van SIM-card-autorisaties
In het DSC-menu kunnen de autorisa­ties van SIM-cards worden gewist via de KAARTENLIJST. De master-SIM­card kan alleen worden gewist met een KeyCard.
DSC-programmeermodus
Met deze functie kunt u kiezen of u volgen­de SIM-cards alleen wilt programmeren via het DSC-menu, of ook principieel na iedere keer dat de KeyCard of de master-SIM wordt verwijderd. De bediening vindt u onder Programmeren met DSC - PROGRAMMEERMODUS”.
Radiopas-gegevens tonen
U kunt met de meegeleverde KeyCard de gegevens van de radiopas, zoals apparaat­naam, typenummer (7 6) en apparaat­nummer op het display laten weergeven. De bediening vindt u onder Programmeren met DSC - KEYCARD LEZEN”.
Optische aanduiding als dief­stalbeveiliging
Card-tong knippert
Wanneer de auto is geparkeerd en de Key­Card resp. SIM-card is verwijderd, kan de
card-tong knipperen als beveiliging tegen diefstal. Aan de volgende voorwaarden moet zijn voldaan: Pluspool en continue pluspool moeten juist zijn aangesloten, zoals beschreven in de inbouwhandleiding. In de DSC-mode moet KEYCARD LED AAN zijn ingesteld. Lees hiervoor indien gewenst Programmeren met DSC - KEYCARD LED”.
Knipperen uitschakelen
Het knipperen kan worden uitgeschakeld wanneer u de card-tong vastklikt door erop te drukken. Wanneer u het knipperen alge­heel wilt uitschakelen, stelt u in het DSC­menu KEYCARD LED UIT in.
Onderhoud van KeyCard/SIM­card
Probleemloos functioneren van de cards is gegarandeerd wanneer de contacten vrij zijn van vreemde deeltjes. Vermijd direct aan­raken van de contacten met de handen. Bewaar de cards niet in direct zonlicht. Rei­nig de contacten van de cards zonodig met een in alcohol gedrenkt wattenstaafje.
10
Page 11
Beknopte gebruiksaanwijzing Radio, cassette, cd-wisselaar (optie)
1 Aan/uit
Volume
Druk om in te schakelen op de knop (volumeregelaar). Er moet een bijbe­horende KeyCard of SIM-card ge­plaatst zijn, resp. binnen de volgende vijftien seconden worden geplaatst.
Uit-/inschakelen met de KeyCard
Wanneer het apparaat met knop 1 is ingeschakeld, kan het worden uit- en weer ingeschakeld met met KeyCard of SIM-card. Voorwaarde hiervoor is dat in het DSC-menu onder PROGRAMMEER­MODUS de optie MENU is inge­schakeld.
Let op: Lees hiervoor beslist de informatie on­der Diefstalbeveiligingssysteem Key­Card/SIM-card”.
Uit-/inschakelen via het contactslot
Wanneer het apparaat dienovereen­komstig is aangesloten, kan het via het contactslot uit- en weer ingeschakeld worden. Na uitschakelen van het contactslot wijst een dubbele pieptoon u erop dat de KeyCard of de SIM-card moet wor­den verwijderd voordat u de auto ver­laat. Wanneer het contact wordt uitgescha­keld tijdens een telefoongesprek, blijft het apparaat ingeschakeld tot het ein­de van het gesprek.
Inschakelen van de radio met uitge­schakeld contact
Wanneer het contact is uitgeschakeld kaart geplaatst), kan het apparaat zo verder worden bediend: Druk na de dubbele pieptoon op de knop. Het apparaat wordt ingescha­keld. Na een speeltijd van een uur wordt het apparaat ter beveiliging van de auto-accu automatisch uitgescha­keld.
Gebruik met contact-timer
Wanneer in de DSC-mode de contact­timer geactiveerd is, wordt het appa­raat overeenkomstig veel later uitge­schakeld nadat het contact is uitge­schakeld (lees hiervoor Programme­ren met DSC - CONTACT-TIMER).
Volume wijzigen
Door te draaien aan de knop kunt u het volume wijzigen. De ingestelde waarde wordt aangegeven op het display. Na het inschakelen speelt hat apparaat met het vooraf ingestelde volume (VO­LUME FIX). VOLUME FIX kan worden veranderd (zie Programmeren met DSC - VOLU­ME FIX). Het volume kan ook met de afstands­bediening (optie) V- / V+ worden ver­anderd.
Radio
Radio
Telefon
ENGLSH
Radio
11
Telephone
Page 12
/ AUD
2
Druk eenmaal op AUD: Treble (hoge tonen) en bass kunnen worden ingesteld met de tuimeltoets.
treble + treble – bass – bass +
Druk nogmaals op AUD: Balans (links/rechts) en fader (voor/ achter) kunnen worden ingesteld.
fader voor fader achter balans links balans rechts
Het display geeft de ingestelde waar­den aan. De laatste instelling wordt au­tomatisch bewaard. AUD uitschakelen: Druk voor de derde maal op AUD. Wanneer binnen acht seconden geen wijziging is uitgevoerd, wordt de AUD­instelling automatisch beëindigd.
Loudness in-/uitschakelen Houd AUD ca. een seconde ingedrukt (pieptoon is te horen).
Het display geeft kort de gekozen toe­stand aan (AAN/UIT). Nadere informatie: Programmeren met DSC - LOUDNESS”.
3 SRC
(Source = bron) U kunt wisselen tussen de weergave­soorten radio, cassette en cd-wisse­laar (optie) of een extra geluidsbron. Vanuit het telefoon-menu kunt u terug­schakelen naar de laatst ingestelde geluidsbron. Voorwaarde: Er mag geen telefoonverbinding bestaan of in opbouw zijn.
4 TA (Traffic Announcement = voorrang
voor verkeersinformatie) Wanneer TA te zien is op het display, worden alleen verkeersinformatie-zen­ders weergegeven. Voorrang aan/uit: Druk op TA.
5 TS / BND
Om te wisselen tussen de geheugenni­veaus/golfgebieden FM, TS (Travelsto­re), MG en LG.
Extra functie Travelstore De negen sterkste zenders program­meren met Travelstore:
Druk op BND totdat de pieptoon te ho­ren is, resp. TRAVELSTORE ver­schijnt op het display.
6
Dolby B NR* Met Dolby B NR opgenomen cassettes kunnen optimaal worden afgespeeld wanneer DOLBY wordt weergegeven op de tweede regel.
* Ruisonderdrukkingssysteem gefabriceerd onder
licensie van Dolby Laboratories. Het woord Dol­by en het symbool met de dubbele D zijn gede­poneerde handelsmerken van Dolby Laborato­ries.
7
Verwijderen van de cassette Houd de toets ingedrukt totdat de cas­sette uit het apparaat wordt gescho­ven.
Wisselen van kant Bij cassetteweergave kan worden overgeschakeld op de andere kant. Druk hiervoor kort op de toets.
8 Cassette-opening
Schuif de cassette naar binnen (kant A of 1 boven, opening rechts).
12
Page 13
9 Keuzetoetsen
Radioweergave
Frequentie direct invoeren
U kunt een FM-frequentie direct invoe­ren met de keuzetoetsen: Druk eerst op de “0” en voer dan de gewenste frequentie in, beginnend met de eerste positie. U kunt alleen fre­quenties invoeren tussen 87,5 en 108 MHz. Met de komma wordt bij het in­voeren geen rekening gehouden. De invoer kan worden afgebroken met CL, of worden bevestigd met OK. Wanneer alle cijfers zijn ingevoerd, wordt de in­gevoerde frequentie automatisch bevestigd.
Zenders programmeren
U kunt op de afzonderlijke frequentie­gebieden met de toetsen de volgende aantallen zenders programmeren:
FM 19 TS (FM-Travelstore) 9 MG 9 LG 9
Programmeren – Houd bij radioweer­gave een keuzetoets zolang ingedrukt tot de pieptoon te horen is. Wanneer een zender op een positie met twee
cijfers moet worden bewaard, moet toets “1” kort worden ingedrukt en de tweede toets binnen twee seconden zolang ingedrukt worden gehouden tot­dat de pieptoon te horen is.
Zenders oproepen – Stel het golfge­bied in (kies voor FM FM of TS) en druk op de overeenkomstige toets. De geheugenposities 10 t/m 19 wor­den opgeroepen wanneer op “1” en binnen twee seconden kort op het volgende cijfer gedrukt wordt.
Cassetteweergave Bij S-CPS (Super Cassette Program
Search) of snelspoelen kan het aantal titels dat moet worden overgeslagen, worden ingesteld of gecorrigeerd.
Weergave van cd-wisselaar (optie De cds 1 t/m 10 kunnen direct worden
gekozen (0 = cd 10).
: AF / #
Alternatieve frequentie bij RDS-weer-
gave: Wanneer AF op het display ver­schijnt, zoekt de radio met RDS auto­matisch een beter te ontvangen fre-
quentie van dezelfde zender. AF aan/uit: Druk kort op toets AF.
Regionaalfunctie in-/uitschakelen: Houd toets AF ca. twee seconden in­gedrukt (pieptoon). Op de eerste regel verschijnt even REGIONAL ON of REGIONAL OFF. Wanneer de regionaalfunctie is inge­schakeld, verschijnt rechts op het dis­play REG”.
; + / 0
Druk op de toets om de directe fre­quentie-invoer te starten.
= MIX /
*
Radioweergave Wisselen van gevoeligheid van de
zoekafstemming: Druk kort op de toets. Wanneer lo brandt, is de normale ge­voeligheid gekozen. De zoekafstem­ming stopt alleen bij goed te ontvan­gen zenders. Wanneer lo niet brandt, is de hoge gevoeligheid ingesteld. De zoekaf­stemming stopt ook bij minder goed te ontvangen zenders.
Radio
Radio
Telefon
ENGLSH
Radio
Telephone
13
Page 14
Weergave van cd-wisselaar (optie)
MIX CD
De titels van een cd worden in wille­keurige volgorde weergegeven. Cd-keuze op volgorde van nummer.
MIX OFF
MIX is uitgeschakeld. Druk zovaak op MIX totdat de gewen­ste functie op het display verschijnt.
> Display
Radioweergave
a
d
e
fhg
i
k
j
n
m
l
Cassetteweergave
b
o
p q
Weergave van cd-wisselaar (optie)
c
r
s
t
a) NDR1 NDS - stationsnaam b) Kant 2 - track (kant) 1 van de cas-
sette c) CD 02 - cd-nummer d) FM - golfgebied e) TP - zender met verkeersinfor-
matie (wordt ontvangen) f) TA - voorrang voor zenders
met verkeersinformatie g) lo - gevoeligheid van de
zoekafstemming h) 19/T9 - geeft aan onder welke
toets de zender is gepro-
grammeerd (1- 19) / Tra-
velstore (1 - 9) i) - gespreksomleiding is in-
gesteld j) - geeft aan dat er een
SMS-bericht is opgesla-
gen k) - verschijnt daarbij als er
een gesproken bericht is
binnengekomen l) - verbinding met het GSM-
telefoonnet m) - GSM-veldsterkte-aandui-
ding n) AF - alternatieve frequentie bij
RDS o) DOLBY - Dolby B NR p) MTL - er worden metal- of CrO2-
cassettes afgespeeld
q) RM - Radio Monitor (radio lui-
steren tijdens snelspoe-
len) r) T: 11 - cd - titelnummer s) 02 . 32 - cd - time (verstreken
speeltijd) t) MIX - cd - titelweergave in wil-
lekeurige volgorde
? Card-systeem voor diefstalbeveili-
ging
Om het apparaat te kunnen bedienen, moet de meegeleverde of een gepro­grammeerde KeyCard resp. een ge­programmeerde SIM-card geplaatst zijn.
KeyCard
Lees beslist de aanwijzingen onder Card-systeem voor diefstalbeveili­ging”.
Knipperende card-tong
Wanneer de radio is uitgeschakeld en de KeyCard resp. de SIM-card is ver­wijderd, knippert de card-tong als opti­sche diefstalbeveiliging, mits de juiste instelling hiervoor is uitgevoerd.
14
Page 15
Nadere informatie: Programmeren met DSC”. Het knipperen kan worden uitgescha­keld met de card-tong wanneer u deze vastklikt door erop te drukken.
Cassetteweergave
Weergave van cd-wisselaar (optie)
Radio
@ Tuimeltoets
Radioweergave
/ zoekafstemming
opwaarts neerwaarts
<< / >> trapsgewijs op-/neerwaarts (op FM
alleen indien AF uit)
alleen op FM:
<< / >> bladeren in de zenderketens indien
AF in bv. NDR 1, 2, 3, 4, N-JOY.
snel vooruitspoelen
snel terugspoelen
/ titels kiezen (S-CPS)
voorwaarts achterwaarts
Stop de functie met of met de te­genovergestelde toets.
Cd kiezen
opwaarts neerwaarts
Titels kiezen
opwaarts: kort indrukken CUE - snel vooruit verplaatsen (hoorbaar): ingedrukt houden
neerwaarts: tweemaal of meerma-
len achtereen kort indrukken titel opnieuw starten: kort indruk­ken
REVIEW - snel terug verplaatsen (hoorbaar): ingedrukt houden
Extra functies van de tuimeltoets:
Overige instelmogelijkheden met
AUD 2 DSC-mode C
Voorwaarde is dat de betreffende functie geactiveerd is.
Radio
Telefon
ENGLSH
Radio
Telephone
15
Page 16
Soort functie kiezen
A ME
Apparaat: Alleen telefoonfuncties.
Afstandsbediening:
Bij radioweergave: oproepen van de geprogrammeerde zenders in oplopen­de volgorde. Bij weergave van cd-wis­selaar: oproepen van de cds in oplo­pende volgorde.
B CL (CLEAR - wissen)
Om de op dat moment gebruikte menu-optie in het DSC-menu te verla­ten. De veranderde waarden worden niet bewaard. Wanneer nogmaals op CL gedrukt wordt, wordt de DSC-mode verlaten.
Om de directe frequentie-invoer te on­derbreken.
C DSC / OK
DSC (Direct Software Control)
Met DSC kunnen programmeerbare basisinstellingen worden aangepast.
OK
Om een veranderde instelling te bewa­ren.
DSC oproepen: Druk kort op de toets. Functie kiezen: Druk op Ingestelde waarde weergeven: Druk op DSC/OK. Waarde veranderen: Druk op << / >>. Bewaren: Druk op OK. DSC beëindigen: Druk op CL. Wanneer u DSC beëindigt met CL zonder eerst op OK te hebben gedrukt, worden de veranderde waarden niet bewaard. Nadere informatie: Programmeren met DSC”.
/ .
Audioweergave
(Radio, cassette, cd-wisselaar (optie), ex­tra ingang AUX)
Tijdens de audioweergave kunt u met SRC wisselen tussen radio, cassette en cd-wis­selaar (optie) of een extra ingang.
Met SRC schakelt u vanuit de telefoon­functie over naar de audioweergave in de laatst ingestelde weergavesoort.
De telefoonfunctie heeft voorrang. Daarom kunt u alleen overschakelen op audioweer­gave wanneer er geen telefoonverbinding bestaat of tot stand wordt gebracht.
Druk zovaak op SRC totdat de functies van de gewenste soort op het display worden weergegeven.
Cassette-/wisselaarweergave kan alleen worden gekozen indien er een cassette/een magazijn met cds is geplaatst.
Wanneer een magazijn zonder cds is ge­plaatst, verschijnt op het display GEEN CD”.
Een extra ingang kan alleen worden geko­zen wanneer geen Blaupunkt-cd-wisselaar is aangesloten. In het DSC-menu moet dan EXTRA INGANG AUX AAN worden inge­steld.
16
Page 17
Radioweergave met RDS (Radio Data System)
Het Radio Data System biedt u meer com­fort bij het luisteren naar de radio op FM.
Steeds meer radiozenders zenden bij hun programmas ook RDS-informatie uit. Zodra een radioprogramma kan worden herkend, verschijnt ook de afkorting van de zender op het display, evt. met regionale identifica­tie, bv. NDR1 NDS(Neder-Saksen). Met RDS worden de voorkeuzetoetsen gebruikt als programmatoetsen. Zo weet u precies op welk programma u bent afgestemd en kunt u ook gericht het gewenste program­ma kiezen.
RDS biedt u nog meer voordelen:
AF - Alternatieve frequentie
De AF-functie (Alternatieve frequentie) zorgt ervoor dat automatisch op de best te ont­vangen frequentie van het gekozen pro­gramma wordt afgestemd. Deze functie is ingeschakeld wanneer AFop het display verschijnt.
AF in-/uitschakelen:
Druk kort op AF/#. Tijdens het zoeken naar de sterkste frequen-
tie kan de radioweergave even onderbro­ken worden.
Wanneer bij het aanzetten van het apparaat of bij het kiezen van een geprogrammeerde frequentie ZOEKENop het display ver­schijnt, zoekt het apparaat automatisch naar een alternatieve frequentie. ZOEKEN verdwijnt wanneer een alterna­tieve frequentie gevonden is of na het door­lopen van de frequentieband. Wanneer dit programma niet meer naar wens te ontvangen is:
Kies een ander programma.
REG - Regionaal
Bepaalde programmas van radiozenders worden op bepaalde tijden in regionale uit­zendingen verdeeld. Zo verzorgt bv. het eerste net van de NDR gebieden in de noor­delijke Duitse deelstaten Sleeswijk-Holstein, Hamburg en Neder-Saksen en zendt het op bepaalde tijden programmas van verschil­lende inhoud uit. Wanneer u een regionaal programma ont­vangt en dit wilt blijven beluisteren, scha­kelt u over op REGIONAL ON:
Houd AF/# ca. een seconde ingedrukt, totdat op de eerste regel REGIONAL ON verschijnt.
Wanneer de regionaalfunctie is ingescha­keld, wordt AFop het display vervangen door REG”. Wanneer u het ontvangstgebied van de re­gionale zender verlaat of de volledige RDS­service verlangt, schakelt u over op REGIO­NAL OFF”.
Houd AF/# ca. een seconde ingedrukt, totdat REGIONAL OFF verschijnt.
Golfgebied kiezen
U kunt kiezen tussen de frequentiegebieden FM 87,5 - 108 MHz,
MG 531 - 1602 kHz en LG 153 - 279 kHz.
Kies het golfgebied met BND: druk evt. zo vaak kort op de toets als nodig is.
Zenderafstemming
Zoekafstemming /
Druk op / , de autoradio zoekt auto­matisch de volgende zender.
Wanneer / (ook bij de afstandsbedie­ning) boven of onder ingedrukt gehouden wordt, loopt de zoekafstemming snel op­waarts of neerwaarts verder.
Radio
Radio
Telefon
ENGLSH
Radio
17
Telephone
Page 18
Zoekafstemming
opwaarts neerwaarts
<< / >> trapsgewijs neer-/opwaarts
(op FM alleen indien AF uit)
Handmatig afstemmen met << / >>
U kunt handmatig op zenders afstemmen. Voorwaarde:
AF is uitgeschakeld (de symbolen AFresp. REG zijn niet op het display te zien).
Indien gewenst schakelt u deze functies zo uit:
Druk op AF/#.
Handmatige afstemming uitvoeren:
Druk op << / >>. De frequentie wordt trapsgewijs neerwaarts/opwaarts ge­wijzigd.
Wanneer de tuimeltoets << / >> rechts of links ingedrukt gehouden wordt, vindt de fre­quentiedoorloop snel plaats.
Directe frequentie-invoer
U kunt op het FM- en FMT-niveau frequen­ties direct invoeren. U start de directe invoer als volgt:
Druk op 0.
Voer de frequentie in, beginnend met
de eerste positie. Er hoeft geen kom­ma te worden ingevoerd.
Met CL wist u de ingevoerde waarde en met
OK bevestigt u deze.
Bladeren in de zenderketens (alleen op FM)
Met << / >> kunt u zenders uit het ontvangst­gebied oproepen. Wanneer meer zenders van zenderketens te ontvangen zijn, kunt u met >> (vooruit) of << (achteruit) bladeren in de zenderketens, bv. NDR 1, 2, 3, 4, N-JOY. Voorwaarden hiervoor zijn dat deze zenders minstens eenmaal ontvangen zijn en dat AF geactiveerd is (weergegeven op het display). Start hiervoor bv. Travelstore:
Houd BND twee seconden ingedrukt; er volgt een frequentiedoorloop.
Wanneer AF niet te zien is:
Druk op AF/#.
Aan de voorwaarden voor de zenderkeuze met << / >> is voldaan.
Zenders programmeren
U kunt op de afzonderlijke frequentiegebie­den met de keuzetoetsen de volgende aan­tallen zenders programmeren:
UKW (FM) 19 TS (FM-Travelstore) 9 MG 9 LG 9
Kies het geheugenniveau met BND.
Stem af op een zender met de tuimel-
toets (automatisch << / >>).
Houd de gewenste keuzetoets ca. een seconde ingedrukt, totdat de pieptoon te horen is.
Wanneer een zender op een positie met twee cijfers moet worden bewaard:
Druk kort op toets 1 en houd de tweede toets binnen twee seconden zolang ingedrukt totdat de pieptoon te horen is.
De zender is nu geprogrammeerd. Het display geeft aan welke toets ingedrukt is.
/ of handmatig
18
Page 19
Let op:
Wanneer u afstemt op een reeds gepro­grammeerde zender terwijl u zich op het­zelfde geheugenniveau bevindt, worden het cijfer van de betreffende keuzetoets en het geheugenniveau kort knipperend weergege­ven.
Sterkste zenders automatisch programmeren met Travelstore
U kunt de negen sterkste FM-zenders op volgorde van veldsterkte, elk uit hun eigen ontvangstgebied, automatisch programme­ren. Deze functie is vooral handig op reis.
Houd BND/TS twee seconden inge- drukt.
Op het display verschijnt knipperend TRA­VELSTORE”.
De negen sterkste FM-zenders worden au­tomatisch opgeslagen op geheugenniveau FMT (FM-Travelstore). Na voltooiing wordt afgestemd op de sterkste zender onder keu­zetoets 1.
Indien gewenst kunnen op het Travelstore­niveau ook handmatig zenders worden in­gesteld (zie Zenders programmeren).
Geprogrammeerde zenders oproepen
U kunt geprogrammeerde zenders oproe­pen met een druk op de toets.
Druk zo vaak op BND/TS totdat het gewenste geheugenniveau wordt aan­gegeven.
Druk kort op de betreffende keuze­toets.
Wanneer een zender op een positie met twee cijfers moet worden opgeroepen (bv. geheugenpositie 19), drukt u eerst op de 1 en vervolgens binnen twee seconden op de 9.
Gevoeligheid van de zoek­afstemming wijzigen
U kunt de gevoeligheid van de automatische zoekafstemming wijzigen. Wanneer lowordt aangegeven, worden alleen goed te ontvangen zenders gezocht. Wanneer lowordt uitgeschakeld, worden ook minder goed te ontvangen zenders ge­zocht. Gevoeligheid van de zoekafstemming wis­selen:
Druk op
.
*
U kunt de gevoeligheid in elke graad va­riëren (lees hiervoor Programmeren met DSC - DX-/LO-NIVEAU).
Stereo-mono wisselen (alleen FM)
Wanneer u het apparaat aanzet, vindt auto­matisch stereoweergave plaats. Bij slechte ontvangst schakelt het apparaat variabel over op monoweergave.
Radio
Radio
Telefon
ENGLSH
Radio
19
Telephone
Page 20
Ontvangst van verkeersinformatie met RDS-EON
Onder EON verstaat men het uitwisselen van programma-informatie binnen een zen­derketen. Veel FM-zenders zenden regelmatig actue­le verkeersinformatie uit voor hun regio. Zenders met verkeersinformatie zenden ter identificatie een signaal uit, waaraan uw autoradio ze herkent. Wanneer een derge­lijk signaal herkend wordt, verschijnt op het display TP (Traffic Program - Uitzending met verkeersinformatie). Daarnaast zijn er zenders die zelf geen ver­keersinformatie uitzenden, maar met RDS­EON de mogelijkheid bieden de verkeers­informatie van een andere zender van de­zelfde omroep te ontvangen. Wanneer bij ontvangst van een dergelijke zender (bv. NDR3) de voorrang voor ver­keersinformatie geactiveerd moet zijn, dan moet TA op het display verlicht zijn. Bij verkeersinformatie wordt automatisch overgeschakeld op de zender met de ver­keersinformatie (in dit geval NDR2). Dan volgt de verkeersinformatie, waarna auto­matisch naar het ervoor beluisterde pro­gramma (NDR3) wordt teruggeschakeld.
Voorrang voor verkeersinforma­tie in-/uitschakelen
Op het display is TAverlicht wanneer de voorrang voor verkeersinformatie ingescha­keld is.
Voorrang in-/uitschakelen:
Druk op TA.
Wanneer u tijdens een verkeersmededeling op TA drukt, wordt de voorrang alleen voor deze mededeling onderbroken. Het apparaat schakelt terug naar de oor­spronkelijke toestand. Voor volgende mel­dingen blijft de voorrang behouden. Diverse toetsen hebben geen functie tijdens de verkeersinformatie.
Volume van verkeersinformatie en attentiesignaal instellen
Dit volume is van fabriekswege ingesteld. U kunt echter een wijziging uitvoeren met DSC (zie Programmeren met DSC - TA­VOLUME).
Attentiesignaal
Wanneer een verkeersinformatie-zender geactiveerd is en u het ontvangstgebied van de ingestelde verkeersinformatie-zender verlaat (TAop het display), hoort u na ca. 30 seconden een attentiesignaal.
Wanneer u op een voorkeuzetoets drukt waaronder een zender zonder TP-signaal is geprogrammeerd, hoort u eveneens een attentiesignaal.
Attentiesignaal uitschakelen
a) Stem af op een andere zender met
verkeersinformatie:
Druk hiervoor op de tuimeltoets of
druk op een voorkeuzetoets waar-
onder een zender met verkeersin-
formatie geprogrammeerd is. of b) Zet de voorrang voor verkeersinforma-
tie uit:
Druk op TA.
De aanduiding TA op het display
verdwijnt.
Automatische start van de zoekafstemming
(cassette- en cd-weergave)
Wanneer u een cassette of cd beluistert en het ontvangstgebied van de ingestelde ver­keersinformatie-zender verlaat, zoekt de autoradio automatisch een andere zender met verkeersinformatie.
20
Page 21
Cassetteweergave
De installatie moet ingeschakeld zijn. Zodra u een cassette plaatst, wordt auto-
matisch overgeschakeld op cassetteweer­gave.
De cassetteweergave vindt niet plaats: a) zolang er een telefoonverbinding be-
staat of tot stand wordt gebracht, of
b) zolang er met voorrang verkeersinfor-
matie wordt weergegeven.
Cassette plaatsen
Zet het apparaat aan.
Schuif de cassette in de opening.
De cassette wordt automatisch naar binnen getransporteerd en kant A of 1 wordt weer­gegeven.
Het display geeft de cassettefuncties weer.
Schuif de cassette in de opening met kant A of 1 naar boven en de opening naar rechts.
Cassette verwijderen
Houd ca. twee seconden inge- drukt. De cassette wordt uit de opening geschoven.
Snel vooruit-/terugspoelen
Afstandsbediening
snel vooruitspoelen
snel terugspoelen
Met de afstandsbediening start u de snelspoel­functie door langer dan een seconde op / te drukken.
/ titels kiezen (S-CPS),
ook mogelijk met afstandsbediening
voorwaarts achterwaarts
Beëindig de functie met .
Titels kiezen met S-CPS
(Super Cassette Program Search)
Om cassettetitels te herhalen en over te slaan met ts). Er kunnen maximaal 99 titels worden over­geslagen.
Druk hiervoor overeenkomstig vaak op de tuimeltoets.
Het display geeft het aantal titels weer dat moet worden overgeslagen.
Correctie met de tegenovergestelde toets. Bij snelspoelen kunnen maximaal negen ti-
tels die moeten worden overgeslagen, met de keuzetoetsen worden ingesteld of gecor­rigeerd.
Direct stoppen met Voorwaarde voor S-CPS: Tussen de titels
moet zich een pauze van minimaal drie se­conden bevinden.
(voorwaarts) / (achterwaar-
.
Radio
Radio
Telefon
ENGLSH
Radio
21
Telephone
Page 22
Wisselen van kant (Autoreverse)
Wisselen van looprichting tijdens de weer­gave:
Druk op . Aan het eind van de band schakelt het ap-
paraat automatisch over op de andere kant. Op het display verschijnt KANT 1” resp. KANT 2.
Let op:
Bij zwaar lopende cassettes kan automa­tisch op de andere kant worden overgescha­keld. Controleer in dit geval of de band goed op de spoel gewonden is. Vaak helpt heen en weer spoelen van de cassette.
Wisselen van bandsoort
De identificatie van de bandsoorten ferro, chroomdioxide en metal en het wisselen daartussen gebeuren automatisch. Bij weergave van metal- of CrO verschijnt MTL op het display.
-cassettes
2
Dolby B NR*
Met dit apparaat kunnen cassettes worden afgespeeld die met Dolby B NR of zonder ruisonderdrukking zijn opgenomen. Cassettes die met Dolby NR* zijn opgeno­men, kenmerken zich door een wezenlijk geringere bandruis en een grotere dyna­miek. Wanneer Dolby B NR is ingeschakeld, is DOLBY te zien op het display.
In-/uitschakelen:
Druk op
* Ruisonderdrukkingssysteem gefabriceerd onder li-
censie van Dolby Laboratories. Het woord Dolby en het symbool met de dubbele D zijn gedeponeerde handelsmerken van Dolby Laboratories.
.
Radio luisteren tijdens snel­spoelen met RM (Radio Monitor)
U kunt tijdens het snelspoelen in plaats van de gebruikelijke geluidsonderdrukking naar de radioweergave luisteren (ook bij S-CPS). In de DSC-mode moet RADIOMONITOR AAN zijn ingesteld. Lees hiervoor indien gewenst “Programme- ren met DSC - RADIOMONITOR”.
Tips voor het onderhoud
Gebruik in de auto alleen C60/C90-casset­tes. Bescherm uw cassettes tegen vuil, stof en temperaturen boven 50° Celsius. Laat koude cassettes voor het afspelen opwar­men om onregelmatigheden in de bandloop te vermijden. Na ca. honderd gebruiksuren kunnen door afzetting van stof op de aan­drukrol en de weergavekop storingen opt­reden in de bandloop en de weergavekwa­liteit. Bij normale verontreiniging kunt u uw cas­settespeler reinigen met een reinigingscas­sette, bij sterkere verontreiniging met een in spiritus gedrenkt wattenstaafje. Gebruik nooit hard gereedschap.
22
Page 23
Weergave van cd-wisselaar (optie)
Met dit apparaat kunt u de cd-weergave via een Blaupunkt cd-wisselaar CDC A 06 of A 072 (direct) en CDC A 05/-F 05 / A 071 (via adapter) comfortabel bedienen. Deze cd-wisselaars worden niet meegele­verd en verkrijgbaar bij de vakhandel.
Let op:
Gebruik uitsluitend normale in de handel verkrijgbare cds met een diameter van twaalf centimeter. Cds met een diameter van acht cm of cd‘s die contouren hebben, bv. van een vlinder of een bierpul, zijn niet geschikt voor weer­gave. Er bestaat acuut gevaar voor beschadiging van de cd en de speler. Wij kunnen geen aansprakelijkheid aan­vaarden voor beschadigingen door onge­schikte cds.
Wisselaarweergave inschakelen
Er moet een magazijn met minimaal één cd geplaatst zijn.
Wissel van geluidsbron met SRC:
Druk zo vaak op SRC totdat de cd- functies verschijnen op het display.
Cd en titels kiezen
Afstandsbediening
Cd kiezen
opwaarts
neerwaarts
Cds kunnen direct worden gekozen met het twaalftallige toetsenbord. Met de af­standsbediening kunt u opwaarts cds kie­zen door op de ME-toets te drukken.
Titels kiezen
ook mogelijk met de afstandsbediening
opwaarts: kort indrukken CUE - snel vooruit (hoorbaar): inge-
drukt houden neerwaarts: tweemaal of meermaals
achtereen kort indrukken Opnieuw starten van de titel: kort in­drukken REVIEW - snel terug (hoorbaar): in­gedrukt houden.
Met de afstandsbediening kunt u de titels opwaarts/neerwaarts kiezen met / .
MIX
Cd-titels kunnen in willekeurige volgorde worden weergegeven. Wanneer MIX brandt op het display, wor­den alle titels van de cd in willekeurige volgorde weergegeven. Vervolgens wordt de volgende cd willekeu­rig gekozen en afgespeeld enz.
MIX in-/uitschakelen:
Druk kort op MIX/
.
*
Radio
Radio
Telefon
ENGLSH
Radio
Telephone
23
Page 24
Programmeren met DSC Radio, cassette, cd-wisselaar (optie)
De autoradio biedt de mogelijkheid om met DSC (Direct Software Control) enkele instel- lingen en functies aan uw wensen aan te passen en deze aanpassingen te bewaren.
De apparaten zijn door de fabriek ingesteld. Een overzicht van de door de fabriek inge-
stelde basisinstellingen vindt u hieronder, zodat u deze basisinstelling altijd kunt raad­plegen.
Wanneer u een geprogrammeerde waarde wilt veranderen:
Druk op DSC/OK.
Kiezen:
Met de tuimeltoets gen menu-optie en deze wordt bevestigd met OK.
Wijzigen:
Met << / >> wijzigt u de aangegeven instel­ling.
Afbreken:
Druk op CL, de nieuwe instelling wordt niet bewaard.
Bewaren:
Druk op DSC/OK.
DSC beëindigen:
Druk op CL.
/ kiest u de te wijzi-
Start DSC
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
DSC beëindigen (vanuit iedere menu-optie): Druk op CL
^
Uit
^
^
Aan
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
24
Page 25
Bij belangrijke DSC-menu-opties kunt u de programmering alleen veranderen wanneer u eerst uw toegangscode invoert (lees hier­voor de DSC-menu-optie TOEGANGSCO­DE WIJZIGEN).
/ functie kiezen
<< / >> waarde instellen
LOUDNESS
Loudness-aanpassing van de zachte lage tonen aan het mense­lijk gehoor.
LOUD 1 - geringe versterking LOUD 6 - maximale versterking
ALGEHEEL TERUG OP 0
Deze menu-optie wordt alleen aangegeven wanneer een Key­Card geplaatst is.
Attentie!
Met deze functie worden alle functies die in het DSC-menu, inclusief het telefoon-menu, ver­anderd zijn, teruggezet op de in­stellingen van de fabriek. Alle geprogrammeerde KeyCards en SIM-cards, m.u.v. de keyCard die zich in het apparaat bevindt, worden gewist. Wanneer deze menu-optie wordt gekozen, wordt na OK om de toe­gangscode gevraagd. Voer de code in en druk op OK. Op het display verschijnt ALLE WAARDEN TERUG OP 0?Met CL kunt u deze optie opheffen, met OK worden alle waarden te­ruggezet op de instellingen van de fabriek.
TOEGANGSCODE WIJZIGEN
Met de toegangscode wordt de toegang bij belangrijke DSC­menu-opties (ook tijdens het ge­bruik van de telefoon) beveiligd. Deze code is door de fabriek in­gesteld op 0000”. Indien u de code wilt wijzigen, dient u de nieuwe code beslist
te noteren!
Voer de oude code in (hier 0000) en druk op OK. Voer de nieuwe code in en druk op OK. Voer de nieuwe code opnieuw in en druk nogmaals op
OK.
CONTACT-TIMER
Hiermee kunt u bereiken dat het apparaat maximaal 90 minuten verderspeelt nadat het contact is uitgeschakeld. 0 = contact-timer uitgeschakeld.
Radio
Radio
Telefon
ENGLSH
Radio
25
Telephone
Page 26
EXTRA INGANG (AUX)
Deze menu-optie verschijnt niet wanneer een cd-wisselaar (A 05 of F 05) is aangesloten. Van fabriekswege ingesteld op EXTRA INGANG AUX UIT. Wanneer via EXTRA INGANG een extern apparaat is aangeslo­ten, moet worden omgeschakeld op EXTRA INGANG AUX AAN”.
VARIOCOLOUR
Om de kleur van het display trapsgewijs aan te passen aan de dashboardverlichting.
groen .................................... rood
TOETSSIGNAAL (KEYTONE)
Nadat een toets kort is ingedrukt, kan een bevestigingssignaal wor­den gegeven. Het volume is instelbaar van 0 tot 9 (0 = uit).
PIEPTOON
Bevestigingssignaal voor functies waarvoor een toets langer dan een seconde ingedrukt moet wor­den gehouden.
''
Het volume is instelbaar van 0 tot 9 (0 = uit).
MUZIEK/SPRAAK
In de toekomst gaan diverse RDS-zenders onderscheid maken tussen muziekuitzendingen en uit­zendingen met gesproken woord. De klankkleur voor programma‘s met gesproken woord kan worden ingesteld van NIVEAU 0 … 4”.
NIVEAU 0: Muziek/spraak uitgeschakeld.
NIVEAU 1: Lineair (geen bass-, treble-, loud­ness-versterking/demping).
NIVEAU 2-4: Verschillende instelling van volu­me, bass, treble wanneer loud­ness is uitgeschakeld. Probeer uit welke instelling u het beste bevalt.
RADIOMONITOR
(Radio Monitor) Maakt radio luisteren mogelijk tij­dens snelspoelen bij cassette­weergave. Radio Monitor in-/uitschakelen: Druk op << / >>. Op het display is bij cassetteweer­gave RM te zien, indien geacti­veerd. Tijdens het snelspoelen vindt radioweergave plaats.
KEYCARD LED
U kunt kiezen tussen LED AAN en LED UIT. Bij LED-ON (aan) knippert de KeyCard-tong als ex­tra beveiliging wanneer het appa­raat is uitgeschakeld en de Key­Card is verwijderd.
TAAL U kunt de teksten op het display
in diverse talen laten weergeven. Wanneer AUTOMATIC wordt gekozen, is de taal van het dis­play Engels zolang de KeyCard is geplaatst. Bij SIM-cards wordt de taal van het display bepaald door de SIM­card.
26
Page 27
PROGRAMMEERMODUS
Met deze functie kunt u kiezen of u volgende kaarten alleen via het DSC-menu wilt programmeren, of ook principieel na iedere keer dat de KeyCard of de master-SIM zijn verwijderd.
MENU – Programmeren van kaarten alleen mogelijk via DSC.
MENU PLUS – Extra: eenvoudige mogelijkheid om kaarten te programmeren. Verwijder de KeyCard of de ma­ster-SIM en plaats binnen vijftien seconden de te programmeren kaart. Het programmeren kan worden voortgezet met andere kaarten.
UITGEBREID MENU
Met deze functie is het mogelijk de volgende menu-opties uit te schakelen via << / >>, aangezien deze zelden worden veranderd. Het menu wordt hierdoor over­zichtelijker.
UIT – Menu-opties uitschakelen.
AAN – Alle menu-opties zijn oproepbaar.
KAARTENLIJST
Er kan een lijst worden getoond van alle geautoriseerde SIM­cards. Indien gewenst kunt u af­zonderlijke vermeldingen wissen. De master-SIM kan alleen met de KeyCard worden gewist.
ATTENTIE! Wanneer een vermelding wordt gewist, kan het apparaat niet meer met deze kaart worden be­diend.
Na OK moet de toegangscode worden ingevoerd en worden be­vestigd met OK. De vermeldingen worden opgeroepen met Na OK verschijnt op het display WISSEN?. Met << / >> kunt u kiezen tussen WISSEN? en NAAM? (wijzigen). Het wissen wordt afgebroken met CL en bevestigd met OK. Indien er namen moeten worden ingevoerd/gewijzigd, lees dan Nummerlijst-menu - Vermelding toevoegen. De kaart die zich in het apparaat bevindt, kan niet worden gewist.
/ .
De master-SIM kan alleen worden gewist met een KeyCard.
KEYCARD LEZEN
Deze menu-optie wordt alleen ge­toond wanneer een KeyCard is geplaatst. De gegevens van een KeyCard kunnen hiermee worden uitgele­zen. Met de meegeleverde KeyCard worden de apparaatgegevens zo­als naam, typenummer (7 6) en apparaatnummer weergegeven. Wanneer u tijdens het lezen de KeyCard verwijdert, verschijnt op het display VERWISSEL KAART. Er kunnen naar believen andere KeyCards, ook van ande­re apparaten, worden gelezen. Het apparaat kan alleen nog wor­den uitgeschakeld en verder niet worden bediend. Zodra een bij het apparaat bekende KeyCard is ge­plaatst, kan met OK worden te­ruggeschakeld naar de radio­functie.
Radio
Radio
Telefon
ENGLSH
Radio
Telephone
27
Page 28
KAART PROGRAMMEREN
U kunt een tweede KeyCard of maximaal dertig SIM-cards pro­grammeren. Lees hiervoor de aanwijzingen onder KeyCard en SIM-card ­KeyCard/SIM-cards programme­ren”.
FUNCTIE-MODE
De volgende functies kunnen wor­den gekozen:
ALLEEN RADIO ALLEEN TELEF(OON)
STANDAARD (Alle functies kunnen worden ge­kozen). Een verandering wordt pas actief wanneer het menu wordt verlaten.
GEVOELIGHEID LO-NIVEAU
Gevoeligheid van de zoekafstem­ming voor lokale ontvangst instel­len.
LO-NIVEAU 1 – zeer gevoelig
LO-NIVEAU 3 – normaal gevoelig
GEVOELIGHEID DX-NIVEAU
Gevoeligheid van de zoekafstem­ming voor interlokale ontvangst instellen.
DX-NIVEAU 1 – zeer gevoelig
DX-NIVEAU 3 – normaal gevoelig
VOLUME FIX
Hiermee kan het volume bij in­schakelen worden ingesteld. Stel het gewenste volume bij inscha­kelen in met << / >>. Wanneer NIVEAU +00 wordt in­gesteld, vindt de weergave bij in­schakelen plaats met het laatst ingestelde volume.
TA-VOLUME
Het volume van verkeersinforma­tie en attentiesignaal is instelbaar. U hoort de verkeersinformatie met dit volume wanneer het ingestelde mute-volume geringer is. Wan­neer het ingestelde mute-volume groter is dan TA VOLUME, wordt de verkeersinformatie iets sterker doorgegeven.
DSC-programmering beëindigen/instel­ling bewaren:
Druk op DSC/OK.
Overzicht van de door de fabriek uitgevoerde basisinstellingen met DSC
LOUDNESS NIVEAU 3 TOEGANGSCODE WIJZIGEN 0000 CONTACT-TIMER 00 MIN EXTRA INGANG INGANG UIT VARIOCOLOUR groen TOETSSIGNAAL VOLUME 0 PIEPTOON 4 MUZIEK/SPRAAK NIVEAU 0 RADIOMONITOR UIT KEYCARD LED LED AAN TAAL AUTOMATIC PROGRAMMEERMODUS MENU PLUS* UITGEBREID MENU AAN KAARTENLIJST ­KEYCARD LEZEN ­KAART PROGRAMMEREN ­FUNCTIEMODE STANDAARD GEVOELIGHEID LO-NIVEAU 1
VOLUME FIX NIVEAU +20 TA-VOLUME NIVEAU +30
* MENU PLUS = basisinstelling
Nadat de eerste SIM-Card is geprogrammeerd, wordt de instelling veranderd in MENU.
DX-NIVEAU 1
28
Page 29
Telefoonfunctie
DEUTSCH
Telefoon
Telefon
ENGLSH
29
Radio
Telephone
Page 30
Telefoonfunctie
Algemeen
Met de radiotelefoon kunt u dezelfde tele­foonverbindingen tot stand brengen als u gewend bent van een mobiele telefoon.
Voorwaarde: U hebt vanuit uw positie ver­binding met het GSM-netwerk en een auto­risatie voor een geldige SIM-card. Deze SIM-card moet geplaatst zijn (lees indien ge­wenst “KeyCard en SIM-card”).
Alarmnummers
Het alarmnummer op het GSM-net is wereldwijd 112.
Via dit nummer kunt u ook zonder SIM- of KeyCard een alarmdienst bereiken.
Lees hiervoor de informatie onder “Telefoon­functie - GSM-alarmnummer”.
PIN-code
(persoonlijk identificatienummer)
In normale gevallen wordt de SIM-card pas geautoriseerd voor het telefoneren wanneer een persoonlijk identificatienummer (PIN­code) wordt ingevoerd. Deze PIN-code wordt u medegedeeld wanneer u de SIM­card in bezit krijgt.
U kunt de PIN-code wijzigen of uitschake­len. Lees hiervoor “Programmeren met DSC
- PIN CODE”.
SIM-card plaatsen / PIN-code in­voeren
Zet het apparaat aan. Wanneer de kaarttong naar buiten wijst, schuift u een geprogrammeerde SIM-card met het contactoppervlak naar boven in de sleuf.
Op het display verschijnt “VOER PIN IN”.
Voer de PIN-code in met het twaalftal­lige toetsenbord, beginnend met de eerste positie.
Druk op OK of #.
Wanneer de code juist is ingevoerd, ver­schijnt op het display “CODE OK” en aans­luitend het laatst gekozen display.
Wanneer een onjuiste code wordt ingevo­erd, geeft het display “ONJUISTE PINCO­DE” aan en vervolgens “VOER PIN IN”.
Nadat driemaal een onjuiste code is inge­voerd, kan pas opnieuw een PIN-code wor­den ingevoerd wanneer het apparaat is ge­deblokkeerd met de PUK-code.
SIM-card deblokkeren
Met de deblokkeringscode (PUK) kunt u de SIM-card weer bedrijfsklaar maken.
Op het display verschijt “VOER PUK IN”.
Bevestig de ingevoerde code met OK.
Voer nu een nieuwe PIN-code in.
Attentie!
Noteer de nieuwe code beslist!
Bevestig met OK en voer de code opnieuw in.
30
Page 31
Eerste eenvoudige telefoon­gesprek
Voor het telefoneren moet het antennesym­bool worden weergegeven (mag niet knip­peren).
Er moet een geprogrammeerde SIM-card geplaatst zijn. Wanneer het apparaat nog niet in de telefoonfunctie staat:
Druk kort op
Kies het nummer met het twaalftallige toetsenbord.
Nadat het juiste nummer is ingevoerd:
Druk kort op
De verbinding wordt automatisch tot stand gebracht.
Gesprek beëindigen:
Druk kort op .
.
.
GSM-alarmnummer
Het alarmnummer op het GSM-net is wereldwijd 112.
Met 112 kunt u een alarmdienst bereiken, ongeacht of er een SIM-card of KeyCard is geplaatst.
Eventuele blokkeercodes zijn niet actief voor
112. Wanneer het antennesymbool knippert en de veldsterkte toereikend is, is het alar­mnummer bereikbaar.
Gesprek tot stand brengen:
Zet het apparaat aan en plaats de Key­Card of SIM-card. Wanneer geen kaart geplaatst wordt, moeten de volgende badieningshandelingen binnen vier se­conden worden uitgevoerd:
Druk op
Kies 112 en druk op
Op het display verschijnt “ALARM” en de verbinding wordt tot stand gebracht.
.
.
Attentie!
Bel het alarmnummer alleen in echte nood­gevallen.
Geef bij een alarm alle noodzakelijke infor­matie zo nauwkeurig mogelijk door. Onthoud dat uw mobiele telefoon het enige commu­nicatiemiddel kan zijn op de plaats van het ongeluk.
Beëindig het gesprek pas wanneer dit van u wordt verlangd.
DEUTSCH
Telefoon
Telefon
ENGLSH
Radio
31
Telephone
Page 32
Beknopte gebruiksaanwijzing telefoon
1 Aan/uit
Voor het telefoneren moet het appa­raat ingeschakeld zijn.
Volume
Om het volume bij “handsfree” in te stellen. Om het TA-volume tijdens een “handsfree”-gesprek in te stellen. In­stellen van het belvolume op het be­treffende moment.
Afstandsbediening
De onder “Volume” besproken functies worden ingesteld met V- / V+.
/ AUD
2
In de telefoonfunctie wordt met deze toets de microfoon uitgeschakeld. Zo kunt u in de auto een gesprek voeren zonder dat de andere gespreksdeelne­mer kan meeluisteren.
3 SRC
(Source = bron) Druk kort op SRC: Telefoonfuncties beëindigen en tegelijkertijd omschake­len naar de vorige weergavesoort (ra­dio, cassette of als optie cd-wisselaar).
De telefoonfunctie heeft voorrang. Hie­rom kunt u alleen omschakelen naar de audiofuncties wanneer er geen tele­foonverbinding bestaat of tot stand wordt gebracht.
Druk kort op SRC tijdens de kiestoon: De beller krijgt de mededeling dat er geen radioverbinding bestaat. SRC ca. een seconde ingedrukt hou­den: Bezet.
4 TA (Traffic Announcement = voorrang
voor verkeersinformatie) Voorrang voor verkeersinformatie uit­schakelen voor de duur van het tele­foongesprek: Druk tijdens het gesprek op TA.
5 TS / BND
Wisselen tussen hoornfunctie en handsfree (microfoon-/luidspreker­functie): Druk op BND en leg de hoorn neer.
9 Keuzetoetsen
Telefoonnummer invoeren: Druk kort op de toetsen.
Snel kiezen van de eerste negen tele­foonnummers op de geheugenlijst van het apparaat: Houd de toets ca. twee seconden ingedrukt.
Snel kiezen van de eerste negen tele­foonnummers op de geheugenlijst van de SIM-card: Druk op nummertoets ca. twee seconden inge­drukt.
Namen invoeren.
Gesprek aannemen: Druk op een van de toetsen op de rechterzijde van het apparaat.
: AF / #
Om bijzondere tekens in te voeren.
en houd de
*
32
Page 33
; + / 0
Telefoonnummers invoeren. Houd 0 langer dan een seconde inge­drukt om automatisch de actuele code voor het buitenland in te stellen.
<
Omschakelen naar telefoonfunctie, ge­sprek aannemen/beëindigen, nummer kiezen starten: Druk kort op
.
Telefoonfunctie uitschakelen, bv. in omgeving met explosiegevaar: Houd
ca. twee seconden ingedrukt.
Telefoonfunctie opnieuw activeren: Druk kort op
= MIX/
*
Om bijzondere tekens in te voeren, zo-
.
als het pauzeteken; om de korte-ge­heugenposities op de SIM-card direct te kiezen.
> Display
Radiomenu
PIN-code invoeren
c
GSM-net wordt opgezocht
Telefoon-basismenu
Deelnemer wordt opgebeld
de f
Nummerlijst-menu
g
Setup-menu / Call-menu
a) - verbinding met het net in ei-
b) - veldsterkte-aanduiding, geeft
c)
*
d) - geeft aan dat er een SMS-
e) - verschijnt daarbij wanneer
f) - geeft aan de er een telefoon-
g) - doorgeeffunctie is ingescha-
gen land
- geeft aan dat de radiotele­foon verbinding heeft met een net in het buitenland.
Wanneer het antennesym­bool knippert, bestaat alleen verbinding met een net waar­voor geen autorisatie nodig is. U kunt alleen alarmnum­mers bellen.
aan hoe goed de verbinding met het net is.
- verschijnt bij het invoeren van codes; een ster voor elke po­sitie.
boodschap is opgeslagen.
een gesproken mededeling is binnengekomen.
verbinding bestaat of tot stand wordt gebracht.
keld.
DEUTSCH
Telefoon
Telefon
ENGLSH
Radio
b
a
Telephone
33
Page 34
? Card-systeem voor diefstalbeveili-
ging
Voor de telefoonfunctie moet een ge­programmeerde SIM-card geplaatst zijn. Met een KeyCard kunnen in de telefoonfunctie alleen alarmnummers worden gebeld. Met een geprogrammeerde SIM-card zijn behalve de telefoonfunctie ook alle andere functies beschikbaar. De SIM­card bevat ook alle antidiefstalfuncties.
@ Tuimeltoets
/ Rollen (scroll) door de geheugenposi­ties voor verkorte nummerkeuze in de nummerlijst. Keuze van de SMS-vermeldingen. Keuze van de menu-opties Nummer­lijst en DSC. Cursor naar de nadere regel verplaat­sen bij gegevensinvoer.
Afstandsbediening
Keuze uit een nummer van de geheu­genlijst. Druk eerst op ME.
<< / >> Bewerken van de menu-opties Num­merlijst en DSC. SMS-bericht bekijken. Om niet volledig weergegeven vermel­dingen te bekijken. Verplaatsen van de cursor bij gege­vensinvoer.
A ME
Nummerlijst-menu oproepen: Druk kort op ME.
Afstandsbediening
Nummerlijst-menu weergeven in alfa­betische volgorde. Druk kort op ME. Nummerlijst-menu weergeven op volgorde van de geheugenposities:
Houd ME ca. twee seconden ingedukt. Beëindigen met CL op het apparaat.
B CL (CLEAR - wissen)
Invoermodus Om het laatst ingevoerde cijfer te wis-
sen: Druk kort op CL. Wanneer de aangegeven ingevoerde waarde moet worden gewist: Houd CL ca. een seconde ingedrukt.
Menubediening Terug naar hoger niveau: Druk kort op
CL. Menu verlaten: Houd CL langer dan een seconde ingedukt.
C OK
Setup-menu , Call-menu oproe­pen: Druk kort op
Menu-optie activeren: Druk kort op OK.
Instelling bewaren: Druk kort op OK.
Parameter-wijzing bewaren: Druk kort op OK.
/ .
34
Page 35
Telefoneren
Met een geprogrammeerde SIM-card kan het apparaat volledig worden bediend.
•Wanneer de kaarttong naar buiten wijst, schuift u een geprogrammeerde SIM-card met het contactoppervlak naar boven in de sleuf.
Zet het apparaat aan.
Wanneer nog geen SIM-card geprogram­meerd is, lees dan “KeyCard / SIM-card pro­grammeren of vervangen”.
Verbinding met het GSM-net
Om te kunnen telefoneren moet een verbin­ding met het GSM-net actief zijn. Wanneer een verbinding tot stand is gebracht, ver­schijnt na korte tijd de veldsterkte-aandui­ding symbool. Wanneer het signaal zeer zwak is, kan de verbinding worden afgebroken. Wanneer het antennesymbool knippert, kunt u alleen het alarmnummer bereiken. Wan­neer het antennesymbool invers wordt weer­gegeven, bevindt u zich in een buitenlands of vreemd net (hoger tarief mogelijk).
en een niet-bewegend antenne-
Omschakelen naar telefoon­functie
Vanuit elke weergavesoort kunt u direct omschakelen naar de telefoonfunctie:
Druk hiervoor op .
Het display geeft het net en de exploitant aan, voor zover een net wordt ontvangen. Het antennesymbool wordt niet-bewegend weergegeven.
Telefoonnummer kiezen
De telefoonfunctie is ingeschakeld. Voer het telefoonnummer altijd in met het
netnummer, ook als het een lokaal gesprek betreft.
Met de hand
Voer het nummer in met de cijfertoet­sen.
Het display geeft het ingevoerde nummer aan.
Correctiemogelijkheid
Cijfers wissen:
Kies het te wijzigen cijfer met de tui­meltoets << / >> (knippert).
Druk kort op CL.
Telefoonnummer wissen:
Houd CL ca. een seconde ingedrukt.
Kiezen starten / gesprek beëindigen:
Druk op .
Uit geheugen . . .
U kunt opgeslagen telefoonnummers oproe­pen met de naam of het positienummer.
De nummers in het geheugen van apparaat zij oproepbaar met de nummers 1 - 25 en die van de SIM-card met de nummers 101 -
225.
DEUTSCH
Telefoon
Telefon
ENGLSH
Radio
Telephone
35
Page 36
Die ersten neun Telefon-Nummern können Sie im Telefon-Grundmenü direkt über die Ziffern-Tasten abrufen.
. . . direct oproepen uit geheugen van het apparaat
Houd de overeenkomstige toets (1 t/m
9) ca. twee seconden ingedrukt, totdat een dubbele pieptoon te horen is.
De verbinding wordt automatisch tot stand gebracht.
. . . direct oproepen uit geheugen van de SIM-card
Houd (1 t/m 9) ca. twee seconden ingedrukt, totdat de dubbele pieptoon te horen is.
De verbinding wordt automatisch tot stand gebracht.
. . . uit de nummerlijst
Druk op ME.
Kies met “Zoek nummer via naam” of “Zoek nummer via positie”.
Bevestig met OK.
en de overeenkomstige toets
*
/
Wanneer het display “Voer naam in” aan­geeft:
Voer met de keuzetoetsen maximaal drie eerste letters in.
Wanneer het display “Voer positie in” aan­geeft:
Voer met de keuzetoetsen het positie­nummer in.
Bevestig met OK.
Wanneer de geheugenpositie bekend is, kan direct na ME het nummer van de geheugen- positie worden ingevoerd en met OK wor- den bevestigd.
Het display geeft de gewenste vermelding weer.
Wanneer u een andere deelnemer wilt uit­kiezen dan de getoonde, kunt u met scrollen in de nummerlijst.
Kiezen starten / gesprek beëindigen:
Druk op
.
/
Nummerherhaling
Automatisch
Het nummer wordt automatisch herhaald wanneer in het Setup-menu de optie “Auto­matisch herhalen” op “Aan” is ingesteld.
Lees hiervoor “Programmeren met DSC ­Setup-menu - Automatisch herhalen”.
Het herhalen kan worden afgebroken wan­neer de telefoontoets wordt ingedrukt.
Met de hand
Druk op . Het laatst ingevoerde telefoonnummer wordt
weergegeven. Kiezen starten:
Druk op
Wanneer u een gesprek begint of wordt op­gebeld, wisselt de kleur van de verlichting van het apparaat als extra signalisering.
.
Gesprek beantwoorden / beëindigen
Wanneer u wordt opgebeld, klinkt het belsi­gnaal en verschijnt “Opnemen?” op het dis­play. Wanneer de nummeridentificatie ac­tief is, verschijnt het nummer van de beller wanneer u wordt opgebeld.
36
Page 37
Wanneer het weergegeven nummer over­eenstemt met een nummer dat in het num­mergeheugen is opgeslagen, wordt de naam weergegeven.
Gesprek aannemen:
Druk op een van de toetsen op de rechterzijde van het apparaat.
Gesprek beëindigen:
Druk op
of CL.
Wachtfunctie (tweede gesprek)
Tijdens een gesprek kan u worden mede­gedeeld dat u wordt opgebeld door een an­dere deelnemer.
Wanneer u de wachtfunctie wilt gebruiken, moet u deze service evt. bij uw aanbieder aanvragen en activeren.
Werking
De verbinding met de eerste deelnemer is actief, u hoort het signaal van de wacht­functie.
Weigeren:
Druk op CL.
Gesprek aannemen:
Druk op OK.
De eerste deelnemer komt in de wachtposi­tie (geen gespreksverbinding).
Lees hiervoor “Wisselen / vasthouden” of “Vergaderschakeling”.
Wisselen / vasthouden
Tijdens een telefoongesprek kan een ver­binding met een tweede deelnemer tot stand worden gebracht. Hiervóór moet het actie­ve gesprek in de vasthoudfunctie worden gezet.
In de wisselfunctie bestaat alleen directe gespreksverbinding met één deelnemer, het gesprek met de andere deelnemer wordt vastgehouden (wachtpositie).
Vasthouden activeren
De verbinding met de eerste deelnemer is actief.
Druk op ME. De eerste deelnemer wordt in de wachtpo-
sitie gezet.
Kies het telefoonnummer van de tweede deelnemer en start het kiezen met
Zodra de tweede deelnemer het gesprek aanneemt, is de verbinding tot stand ge­bracht.
.
Wisselen
Omschakelen tussen deelnemers één en twee:
Druk op ME. Tijdens het gesprek kan nog een telefoon-
gesprek worden beantwoord. U hoort het signaal van de wachtfunctie.
Weigeren:
Druk op CL.
Gesprek van de derde deelnemer beant­woorden:
Druk op OK. Het gesprek met de actieve deelnemer wordt tegelijk beëindigd.
Actieve gesprek beëindigen:
Druk op CL of
.
Beide gesprekken tegelijk beëindigen:
Houd CL langer dan een seconde in­gedrukt.
DEUTSCH
Telefoon
Telefon
ENGLSH
Radio
Telephone
37
Page 38
Vergaderschakeling
Bij de vergaderschakeling bestaat directe gespreksverbinding met twee deelnemers.
Tijdens een gesprek met de eerste deelne­mer kan een verbinding met de tweede de­elnemer tot stand worden gebracht.
Vergaderschakeling tot stand brengen
De verbinding met de eerste deelnemer is actief. Een tweede gesprek wordt aange­houden.
Druk op OK. De vergaderschakeling is tot stand ge­bracht. Er bestaat directe gespreksver­binding tussen de deelnemers.
Tijdens de vergaderschakeling kan nog een telefoongesprek worden beantwoord. U hoort het signaal van de wachtfunctie.
Weigeren:
Druk op CL.
Gesprek van de wachtende deelnemer be­antwoorden:
Druk op OK. De deelnemers van het vergaderge­sprek worden in de wachtpositie gepla­atst.
Met ME kunt u wisselen tussen de verga­dering en de bijkomende deelnemer.
Actieve gesprek beëindigen:
Druk op CL of
Alle gesprekken tegelijk beëindigen:
Houd CL langer dan een seconde in­gedrukt.
.
Telefoneren met de handset (accessoire)
Bij het normale gebruik telefoneert u m.b.v. de microfoon en de luidspreker (handsfree). Met de handset kunt u ook m.b.v. een hoorn telefoneren.
U kunt een gesprek aannemen / beëindigen door de hoorn op te nemen / neer te leg­gen.
Vanuit hoornfunctie wisselen naar hands­free:
Druk op BND en leg de hoorn neer.
38
Page 39
Nummerlijst-menu
Het Nummerlijst-menu dient om telefoon­nummers te bewaren, te wijzigen, te wis­sen en comfortabel op te roepen.
De vermeldingen zijn opgeslagen in het ge­heugen van de telefoon of de SIM-card en kunnen worden opgeroepen om snel num­mers te kiezen.
Het apparaat kan maximaal 25 vermeldin­gen opslaan.
Het aantal vermeldingen op de SIM-card is afhankelijk van het type kaart.
U kunt het Nummerlijst-menu zo oproepen:
Druk op ME op het apparaat. Op het display verschijnt “Nummerlijst”.
/ kunt u de hieronder beschreven
Met menu-opties kiezen.
Kies de functie en druk op OK. Met CL kunt u vanuit elke menu-optie te-
rugkeren naar het Nummerlijst-menu. Wanneer u opnieuw op CL drukt, verschijnt
het telefoon-basismenu. Wanneer u kort op ME van de afstandsbe-
diening drukt, komt u direct in de alfabetisch geordende geheugenlijst.
Wanneer ME van de afstandsbediening lang ingedrukt gehouden wordt, wordt de op ge­heugenpositie gerangschikte lijst opgeroe­pen.
Nummerlijst-menu
Start
SRC
ME
CL
DEUTSCH
^
^
Telefoon
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
Telefon
ENGLSH
^
Terug naar de nummerlijst (vanuit elke menu-optie): Druk op CL
Radio
Telephone
39
Page 40
Hoe wordt een naam/tekst inge­voerd met het twaalftallige toet­senbord?
Met het twaalftallige toetsenbord kunt u in verschillende menu‘s namen of tekst invoe­ren.
U kunt alleen namen/tekst invoeren wanneer een verzoek daartoe verschijnt op het dis­play.
Namen kunnen maximaal zestien en teksten maximaal 160 tekens hebben.
Invoer starten
Wanneer het display “Voer naam in” aan­geeft:
Druk zo vaak als nodig is op de toets voor de eerste letter.
Voor een nieuwe naam moeten alle letters worden ingevoerd.
Letters/tekens invoeren
Voorbeeld: “O” = toets zes driemaal indruk­ken.
De toetsen zijn doorlooptoetsen, zodat de letter, nadat de toets meermaals is inge­drukt, opnieuw verschijnt op het display.
40
Met deze toetsen kunt u de volgende let­ters / tekens invoeren:
(spatie) ., !?:’"()%&1
1 _ 2 ABCÄà2 3 DEFÉ3 4 GHIì4 5 JKL5 6 MNOÑöò 6 7 PQRSß7 8 TUVüù8 9 WX Y Z 9 0 +- x* / = <>#0
Hoofd- en kleine letters
U kunt kiezen tussen hoofdletters en kleine letters:
Wisselen:
Houd de toets voor de gekozen letter ca. een seconde ingedrukt.
Alle volgende letters worden weergegeven in de gekozen schrijfwijze. Schakel indien gewenst opnieuw om.
Invoerveld bewegen
Wanneer letters met verschillende toetsen achter elkaar worden ingevoerd, beweegt het invoerveld automatisch verder (knip­pert).
Wanneer letters met dezelfde toets worden ingevoerd, moet het invoerveld met >> ver- der worden bewogen.
Ter correctie kan het invoerveld met << / >> worden verplaatst.
Invoegen
U kunt tekens toevoegen:
Kies hiervoor de invoerpositie met << / >>. Het teken wordt ingevoegd vóór
het knipperende invoerveld.
Druk op de toets met het in te voegen
teken.
Wissen
U kunt afzonderlijke tekens of de hele ver­melding wissen.
Teken wissen:
Kies het te wissen teken met << / >>
(knippert).
Druk kort op CL.
Vermelding wissen:
Houd CL ca. een seconde ingedrukt.
Page 41
Vermelding zoeken op naam
Vermelding kiezen:
Kies “Zoek nummer via naam” met / en druk op OK.
Voer de eerste drie letters van de
naam in en druk op OK.
Er wordt een naam getoond met deze be­ginletters, of de naam die alfabetisch het eerst volgt, met het bijbehorende telefoon­nummer.
Voorwaarde: Er moet minimaal één geheu­genpositie bezet zijn.
Zoek met ts door de namenlijst totdat u de naam met het telefoonnummer gevonden hebt. Met << / >> kunnen de gegevens van een ver­melding worden ingezien.
Telefoonnummer automatisch kiezen:
Druk op .
/ evt. voorwaarts / achterwaar-
Vermelding kiezen met de afstandsbedie­ning:
Met de afstandsbediening kunt u direct de alfabetisch of numeriek gerangschikte num­merlijst oproepen.
Alfabetisch gerangschikt:
Druk kort op ME. Numeriek gerangschikt:
Houd ME lang ingedrukt. Bladeren in de lijsten:
Druk op
/ .
Telefoonnummer automatisch kiezen:
Druk op
.
Vermelding wijzigen, verwijderen, verpla­atsen of kopiëren
Zoek de naam / vermelding zoals hier­voor beschreven.
Druk op OK, op het display verschijnt “Wijzigen?”.
Kies de gewenste bewerking met
/
en druk op OK.
Wijzigen:
U kunt achtereenvolgens naam en telefoon­nummer wijzigen.
Verwijderen:
Bevestigen met OK, opheffen met CL.
Verplaatsen:
Vermeldingen kunnen worden verplaatst naar een andere positie.
De pijl geeft de oorspronkelijke positie aan.
Kies de nieuwe positie met
/ en
druk op OK.
Kopiëren:
Vermeldingen kunnen bv. van de SIM-card worden gekopieerd naar het geheugen van het apparaat.
De pijl geeft de oorspronkelijke positie aan, bv. 210.
Kies de nieuwe positie met
/ (bv.
023) en druk op OK.
DEUTSCH
Telefoon
Telefon
ENGLSH
Radio
Telephone
41
Page 42
Eigen telefoonnummer tonen
U kunt het eigen telefoonnummer laten weergeven indien dit in het geheugen is bewaard.
Kies “Eigen nummer tonen” met en druk op OK.
Wanneer verschillende nummers aanwezig zijn, kan hieruit worden gekozen met / .
/
Toegang blokkeren
U kunt het geheugen van de telefoon be­veiligen tegen ongeautoriseerd gebruik. In­dien gewenst:
Kies “Toegang blokkeren” met druk op OK.
Maak een keuze uit de verschillende mogelijkheden met
/ :
/ en
“Geen beperkingen”
– alle blokkeringen zijn uitgescha-
keld.
“Geen toegang SIM-kaart”
– de op de SIM-card bewaarde tele-
foonnummers kunnen niet worden opgeroepen.
“Geen toegang apparaat”
– de in het geheugen van het appa-
raat bewaarde telefoonnummers kunnen niet worden opgeroepen
“Geen toegang mogelijk”
– de telefoonnummers van de SIM-
card / het apparaat kunnen niet worden opgeroepen. Er kunnen geen nieuwe nummers worden be­ward.
Bevestig de keuze met OK.
Voer de toegangscode in en druk op OK.
Kies “Aan” of “Uit” met << / >> en druk op OK.
Capaciteit controleren
Met deze functie kunt u nagaan hoeveel vrije geheugenposities er zijn op de SIM-card en in het apparaat.
Kies “Capaciteit controleren” met en druk op OK.
Kies “SIM-capac. controleren ” of “Ca­paciteit apparaat” met / en druk op OK.
Onder “Vrije posities” geeft het display het aantal resterende vrije posities weer. Indien alle posities bezet zijn, geeft het dis­play “Geheugen vol” aan.
/
42
Page 43
Vermelding toevoegen
U kunt in het apparaat maximaal 25 namen en telefoonummers invoeren.
Het aantal vermeldingen op de SIM-card hangt af van het type kaart.
Wanneer u een vermelding wilt toevoegen of wijzigen (overschrijven), drukt u achte­reenvolgens op de volgende toetsen:
Kies “Vermelding toevoegen” met en druk op OK.
Kies de invoerpositie met
/ , bv.: “SIM-kaart 101-225” of “Apparaat 1-25” en druk op OK.
Voer het nieuwe telefoonnummer in en druk op OK.
Voer de naam in met het alfanumerie­ke toetsenboerd en druk op OK.
Geef de geheugenpositie aan en druk op OK.
/
Wanneer geen geheugenpositie wordt aan­gegeven, wordt de vermelding bewaard op de eerstvolgende vrije positie.
Wanneer de geheugenpositie al bezet is, verschijnt op het display “Overschrijven?”.
Met OK wordt de oude vermelding over­schreven (gewist).
Volgende vermelding toevoegen:
Druk op OK.
Vermelding zoeken volgens positie
U kunt een vermelding op de nummerlijst volgens het opgeslagen positienummer vin­den, wijzigen, wissen verplaatsen of ko­piëren.
Vermelding kiezen:
Kies “Zoek nummer via positie” met / en druk op OK.
Op het display verschijnt “Voer positie in”.
Voer het positienummer in met het al-
fanumerieke toetsenbord en druk op OK.
Op het display verschijnt het positienummer, de ingevoerde naam en het telefoonnum­mer.
Nummer automatisch kiezen:
Druk op .
Vermelding wijzigen, wissen, verplaatsen of kopiëren:
Indien gewenst voert u de instelling uit zo­als beschreven onder “Vermelding zoeken op naam”.
DEUTSCH
Telefoon
Telefon
ENGLSH
Radio
43
Telephone
Page 44
Programmeren met DSC Telefoon
De radiotelefoon biedt de mogelijkheid om met DSC (Direct Software Control) enkele instellingen en functies aan uw wensen aan te passen en deze aanpassingen te bewa­ren.
De apparaten zijn door de fabriek ingesteld. Een overzicht van de door de fabriek inge-
stelde basisinstellingen vindt u hieronder, zodat u deze basisinstelling altijd kunt raad­plegen.
Wanneer u een geprogrammeerde waarde wilt veranderen:
Kies eerst de bijbehorende functiemo­dus, bv. de telefoonfunctie wanneer u het handsfree-volume wilt wijzigen.
Open het DSC-menu.
Druk hiervoor kort op DSC/OK.
Met de tuimeltoets voert u de keuze, wijzi­ging, bevestiging en het opslaan van de hie­ronder beschreven functies uit. Op het dis­play wordt de ingestelde waarde aangege­ven met een pijl.
/ functie kiezen
<< / >> waarde wijzigen
Programmering in het Setup-menu
Kies het Setup-menu met .
Setup-menu
Start
DSC
Aan
SRC
CL
^
Uit
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
*
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
44
Terug naar het Setup-/Call-menu (vanuit iedere menu-optie): Druk op CL
* Alternatief:
Page 45
Volume van het belsignaal
Automatisch aannemen van gesprek­ken
Functiemodus
DEUTSCH
Het volume van het belsignaal is instelbaar van 0 tot 10 met << / >>. 0 = Uit.
Bij automatisch aannemen kan de waarde “0” niet worden ingesteld.
Handsfree-volume
Het volume van het binnenkomende ge­sprek via de luidsprekers is instelbaar van 0 tot 63 met << / >>.
Hoornvolume
Deze menu-optie verschijnt alleen indien de Blaupunkt-handset is aangesloten.
Het volume van de telefoonhoorn is instel­baar in drie stappen (hoog, midden, laag) met << / >>. Hiervoor moet de hoorn wor­den opgenomen.
Het aannemen van gesprekken gebeurt au­tomatisch wanneer de menu-optie met << / >> is ingesteld op “Aan”.
Het gesprek wordt automatisch ingesteld op handsfree.
Het volume van de kiestoon mag hiervoor niet worden ingesteld op “0”.
Automatische nummerherhaling
Wanneer de ingesprektoon te horen is, wordt het nummer automatisch opnieuw gekozen zolang de menu-optie met << / >> is ingesteld op “Aan”.
Het herhalen wordt afgebroken wanneer op de telefoontoets wordt gedrukt.
Uit – nummerherhaling uitgeschakeld Aan – nummerherhaling ingeschakeld. Het aantal pogingen van de herhaalfunctie
is afhankelijk van het net.
Wanneer deze menu-optie wordt gekozen, wordt na OK naar de toegangscode gev­raagd.
Daarna kan de functiemodus worden geko­zen met <</>>.
Standaard – alle functies Alleen radio – geen telefoon, verder
alle functies (soorten weergave)
Alleen telefoon – alleen de telefoon-
functie
Uitgebreid menu
Met deze functie is het mogelijk om de volgende menu-opties uit te schakelen met << / >>, aangezien deze zelden worden ve­randerd.
Het Setup-menu wordt hierdoor overzichte­lijker.
Uit – menu-opties uitschakelen Aan – menu-opties zijn oproepbaar
Telefoon
Telefon
ENGLSH
Radio
Telephone
45
Page 46
Belsignaal
Invoer eigen telefoonnummer
AOC-parameter (Advice of Charge)
Het belsignaal kan met << / >> worden ge­kozen uit “Standaard”, “Smooth”, “Rising” (belsignaal wordt bij elk signaal sterker) en “Uit”.
“Uit” komt overeen met “Volume belsignaal 0”.
Attentiesignaal berichten
Wanneer via SMS of voice-mail een bericht is ontvangen, kan als aanwijzing een piep­toon te horen zijn met het ingestelde volu­me.
Aan – pieptoon te horen na binnen-
komst van een bericht
Uit – pieptoon uitgeschakeld
Hier kunnen maximaal drie eigen telefoon­nummers en het nummer van de mailbox worden ingevoerd als geheugensteun.
Het mailbox-nummer is noodzakelijk voor het direct bellen via het Call-menu.
Na OK geeft het display “Nummer 1”. Kies met / op welke positie het nummer
moet worden ingevoerd. Voer na OK het nummer in en druk op OK.
Op het display verschijnt “Nummer be­waard”.
Kies de volgende positie met
Weergave gesprekscontrole
U kunt kiezen of tijdens het gesprek de ko­sten- of de tijdaanduiding wordt getoond.
/ enz.
Deze functie is afhankelijk van de uitvoering van de SIM-card.
Wanneer AOC niet door de kaart wordt on­dersteund, verschijnt als vervanging de menu-optie “Weergave tarieven”.
De tariefpuls wordt bepaald door de aan­bieder van het net.
Met deze optie kan een tarief en een tego­ed worden ingesteld. Zodra dit vastgelegde tegoed verbruikt is, kan pas weer worden getelefoneerd wanneer het tegoed door een geautoriseerde persoon wordt aangevuld.
Wanneer de netaanbieder de functie AOC niet ondersteunt, is de pulsfrequentie inge­steld op één minuut. Ter berekening wordt de ingestelde waarde gebruikt. De tegoed­functie is gedeactiveerd.
Wanneer deze menu-optie wordt gekozen, wordt na OK om de PIN2-code of om de toegangscode gevraagd.
Daarna kan een tarief per eenheid en een tegoed worden ingevoerd.
46
Page 47
Indien al een tarief of tegoed is ingesteld, verschijnt de laatste positie van de waarde knipperend op het display.
Met het twaalftallige toetsenbord kunnen het bedrag en de valuta worden veranderd.
Met CL verlaat u de menu-optie. Een wijziging vindt op de SIM-card plaats.
Let op:
Wanneer het tegoed op “0” wordt ingesteld, is de tegoedfunctie gedeactiveerd.
Weergave tarieven
Wanneer AOC niet kan worden gebruikt, heeft u de mogelijkheid om een interne ko­stenteller te gebruiken. U kunt de kosten per minuut vastleggen.
Druk op OK.
Voer de toegangscode in.
Druk op OK.
Kies “Binnenlands” of “Buitenlands” (netwerk) met
/ en druk op OK.
Voer het tarief en de valuta in met het twaalftallige toetsenbord.
Bevestig met OK.
Opmerking bij AOC / Weergave tarieven
Aangezien de tarieven ook per tijdimpuls variabel zijn opgebouwd, kan de invoer van het tarief alleen dienen ter indicatie.
Akoestische controle
Tijdens telefoongesprekken kan een atten­tiesignaal met instelbare tijdafstand worden gegeven.
Schakel in/uit met << / >>. De waarde kan worden veranderd met het
twaalftallige toetsenbord. De instelbare aft­sand ligt tussen 15 en 300 seconden. De cursor knippert op de laatste positie van de ingestelde waarde.
Na OK geeft het display “Akoestische con­trole” aan. De volgende functie kan worden gekozen.
PIN-code
Om de PIN-code in- en uit te schakelen en te wijzigen.
Met << / >> wisselt u tussen “Aan”, “Wijzi­gen” en “Uit”. Er staat een pijl voor de laatst ingestelde waarde.
Wanneer de instelling moet worden veran­derd, drukt u op OK. De PIN-code moet worden ingevoerd en worden bevestigd met OK.
Aan – telkens nadat de SIM-card is
geplaatst, wordt om de PIN­code gevraagd.
ATTENTIE! Wanneer de PIN-code driemaal onjuist wordt ingevoerd, is de SIM-card geblok­keerd. Het apparaat kan alleen weer wor­den vrijgegeven door invoer van de PUK­code (master-PIN). De informatie hiervoor is verkrijgbaar bij de aanbieder van de tele­foondienst.
Wijzigen – apparaat vraagt om de oor-
spronkelijke PIN-code en de nieuwe PIN-code (tweemaal)
Uit – het apparaat kan worden vrij-
gegeven zonder dat de PIN­code hoeft te worden ingevo­erd.
De menu-optie “Uit” kan alleen worden ge­kozen wanneer de SIM-card dit mogelijk maakt.
DEUTSCH
Telefoon
Telefon
ENGLSH
Radio
Telephone
47
Page 48
Toegangscode wijzigen
Bij belangrijke veranderingen in het menu moet de toegangscode worden ingevoerd.
Indien een nieuwe toegangscode moet wor­den gebruikt, drukt u op OK. De oorspron­kelijke toegangscode moet worden ingevo­erd en met OK worden bevestigd. Nu moet de nieuwe toegangscode worden ingevoerd. Druk op OK en herhaal het invoeren.
Algeheel wissen
Met deze menu-optie kunnen telefooninstel­lingen van het apparaat worden gewist.
Er kunnen ook instellingen van de SIM-card worden gewist.
Gebruik deze functie met gepaste voorzich­tigheid!
De volgende instellingen worden gewist:
a) Apparaat:
Posities van het nummergeheugen, geheugen van de nummerherhaling, tarieveninstelling, gesprekkenteller, KeyCard- / SIM-card­autorisaties terug in de oorspronkelijke toestand.
b) SIM-card:
Posities van het nummergeheugen, geheugen van de nummerherhaling, eigen nummers, mailbox-nummers, SMS-berichten, AOC, vaste telefoonnummers, geprefereerde netten, geprefereerde taal.
Wanneer deze menu-optie wordt gekozen, wordt na OK om de de toegangscode gev­raagd. Voer de toegangscode in en druk op OK.
Kies daarna “SIM-capac. controleren” of “Capaciteit apparaat” met << / >>.
Op het display verschijnt “App.gegevens wissen?” resp. “Kaart wissen?”
Druk op CL als u het wissen wilt afbreken. Alleen wanneer u “Algeheel wissen” wilt,
drukt u op OK. Op het display verschijnt “Gewist”. Het wissen is beëindigd, op het display verschijnt “Algeheel wissen”.
Extern alarm
Er kan een extern signaalapparaat, bv. een signaalhoorn of een knipperlicht, worden ingeschakeld wanneer een gesprek binnen­komt.
Het externe alarm is alleen actief wanneer het contact is uitgeschakeld en voor vijf ach­tereenvolgende signalen. Hiervoor moet “Extern alarm” op “Aan” zijn ingesteld met
<< / >>.
Attentie!
Het akoestische externe alarm mag bv. in Duitsland niet worden geactiveerd. Infor­meer over de in uw land geldende regels.
48
Page 49
Handsfree-kanaal
TA tijdens gesprek
DEUTSCH
Het geluid van de handsfree-functie wordt in principe via alle vier de kanalen doorge­geven.
Wanneer verkeersinformatie wordt doorge­geven (TA aan), kan worden gekozen via welk kanaal (links, rechts) het handsfree­geluid moet worden doorgegeven.
Na OK wordt de ingestelde toestand weer­gegeven.
Wissel met << / >> en OK, beëindigen met CL.
Verkeersinformatie (TA - Traffic Announce- ment) kan naar keuze worden doorgescha­keld tijdens een telefoongesprek.
Na OK wordt de ingestelde toestand aan­gegeven.
Uit TA is uitgeschakeld tijdens het
gesprek.
Aan – TA is ingeschakeld. Wissel met << / >>,
bevestigen met OK.
Menu verlaten
Met CL gaat u telkens terug naar het vorige menu. Indien gewenst:
Druk zo vaak als nodig is op CL.
Telefoon
Telefon
ENGLSH
Radio
Telephone
49
Page 50
Programmeren in het Call-menu
Kies het Call-menu met .
Mailbox oproepen
Call-menu
Start
DSC
SRC
CL
^
^
^
^
^
^
^
^
^
Terug naat Setup-/Call-menu (vanuit iedere menu-optie): Druk op CL
Een mailbox is een elektronische brieven­bus voor gesproken berichten. De mailbox
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
is vergelijkbaar met een antwoordapparaat. Om met de mailbox te kunnen werken, moe-
ten de gesprekken worden doorgegeven naar de mailbox. Wanneer nog geen num­mer is bewaard, wordt u bij het activeren van de mailbox gevraagd om een nummer in te voeren.
^
^
^
U kunt de inhoud van de mailbox oproepen:
Kies “Mailbox oproepen” en druk op OK.
50
Page 51
Ontvangen berichten
Via de korte-berichtenservice (SMS) kunt u individuele tekstboodschappen met maxi­maal 160 tekens ontvangen die andere de­elnemers verzenden naar uw telefoonnum­mer.
In het menu “Ontvangen berichten” kunt u de ontvangen berichten lezen en administ­reren.
Wanneer een bericht wordt ontvangen, pro­beert de telefoon dit op te slaan op de SIM­card. Zodra de geheugencapaciteit van de SIM-card onvoldoende blijkt, knippert het symbool
. Er moeten een of meer berich­ten worden gewist voordat er weer berich­ten kunnen worden ontvangen.
Bericht kiezen
Kies “Ontvangen berichten” en druk op OK.
Het display geeft het aantal nieuwe en oude berichten aan.
“Oud” betekent dat het bericht is gelezen en opgeslagen.
Druk op OK.
U kunt de berichten kiezen met
/ . Een N op de eerste positie van de eerste regel staat voor een nieuw bericht.
Wanneer deze positie leeg is, bevindt zich erachter een reeds gelezen en bewaard bericht.
De afzonderlijke berichten zijn gerangschikt volgens datum en tijd. Op de tweede regel verschijnt het telefoonnummer of de naam van de afzender.
Bericht wissen
Om een bericht te wissen:
Druk op CL. Op het display verschijnt “Bericht wissen?”.
Met OK wist u het bericht, met CL breekt u het wissen af.
Telefoonverbinding met de afzender of een andere telefoon
Wanneer u met de afzender van het korte bericht wilt telefoneren:
Druk op
terwijl het bericht wordt
getoond.
Het gesprek wordt automatisch tot stand gebracht. Wanneer in een bericht een tele­foonnumer met aanhalingstekens is aange­geven, wordt met dit nummer een verbin­ding tot stand gebracht. Wanneer verschil­lende nummers zo gemarkeerd zijn, wordt het eerste nummer gebeld.
DEUTSCH
Telefoon
Telefon
ENGLSH
Bericht lezen
Druk op OK.
Het bericht kan worden weergegeven met << / >>.
Radio
Telephone
51
Page 52
Bericht verzenden
Met deze menu-optie kunt u berichten ver­sturen naar andere deelnemers en de bij­behorende parameters instellen.
Kies “Bericht verzenden” met druk op OK.
Kies de gewenste functie met druk op OK.
“SMS-parameter”
Kies de gewenste functie met druk op OK.
“Geldig:” Hiermee kunt u vastleggen hoelang de aanbieder van het net moet proberen een bericht te verzenden. De stan­daardwaarde is één dag. Met het twaalftallige toetsenbord kan de geld­igheid worden gekozen tussen nul en zeven. Na instellen:
Druk op OK.
/ en
/ en
/ en
“Service-nr.:” Het bericht wordt verstuurd naar het servicenummer van de netaanbieder en van daar uit doorgegeven naar de ontvanger. Vraag bij uw aanbieder naar het servicenummer en voer dit hier in.
“Nieuw bericht” verzenden
Druk op OK, op het display verschijnt “Vr. tekst in”.
U kunt nu een tekst met maximaal 160 tekens invoeren. Lees indien gewenst “Hoe wordt een naam/tekst ingevoerd met het twaalftallige toetsenbord?”.
Druk op OK nadat de tekst is inge-
voerd.
Op het display verschijnt “Nummer”.
Voer het nummer van de ontvanger
in en druk op OK.
Op het display verschijnt “Bewaren?”.
Kies “Verzenden”, “Wissen” of “Be-
waren” met
/ en druk op OK.
“Bewaard bericht” verzenden
Kies de gewenste functie met druk op OK.
“Eigen berichten” Op de eerste regel van het display wordt het begin van de tekst van een bericht getoond, op de tweede regel het telefoonnummer van de ontvanger.
“Ontvangen berichten” Op het display worden datum. tijd en afzender getoond.
Bericht kiezen, wijzigen, verzenden: U kunt een bericht kiezen met
OK wordt het bericht getoond op twee regels.
Met << / >> kunt u het achter elkaar lezen en eventueel veranderen.
Druk op OK. Op het display verschijnt “Bewaren?”.
Kies “Verzenden?”, “Wissen?” of
“Bewaren?” met OK.
/ en druk op
/ en
/ . Na
52
Page 53
Netwerk kiezen
In gebieden met verschillende mobiele-te­lefoonnetten (bv. in het buitenland) heeft u de mogelijkheid een netwerk te kiezen.
Kies “Netwerk kiezen” met druk op OK.
Maak een keuze uit de mogelijkheden en druk op OK.
“Beschikbare netwerken” – Het display geeft na korte tijd de beschik-
bare netwerken weer.
Op de regel zijn het positienummer, en de code van de netaanbieder te zien. De tweede regel geeft de naam van de aanbieder weer.
betekent dat op dit netwerk kan wor-
*
den getelefoneerd met de SIM-card. U kunt andere netwerken uitkiezen met
/ en bevestigen met OK. Op het display verschijnt “Nu registreren?”. Opheffen met CL, bevestigen met OK.
/ en
*
“Zoekmethode” – Er kan automatisch of handmatig wor-
den gezocht voor de keuze van het netwerk.
Automatisch zoeken: Het nationale net heeft altijd voorrang. Wanneer u zich in een gebied bevindt waar uw nationale net niet beschikbaar is, wordt u automatisch aangemeld op het volgende beschikbare net. De keu­ze van het net gebeurt volgens de door u vastgelegde prioriteit op de net­werklijst.
Handmatig zoeken: Wanneer u met de hand zoekt, bepaalt u zelf het netwerk. De huidige toestand wordt aangegeven met een pijl. Wissel met << / >>, bevestigen met OK.
Het antennesymbool geeft aan met welk net het apparaat is verbonden.
– verbinding met het nationale
netwerk
– verbinding met een buitenlands
netwerk.
Wanneer het antennesymbool knip­pert, bestaat alleen verbinding met een net waarvoor geen autorisatie bestaat. U kunt alleen alarmnummers bellen.
“Netwerklijst bewerken” – Met deze menu-optie kunt u de priori-
teitenlijst van geprefereerde netaan­bieders wijzigen.
Kies tussen de mogelijkheden met / en druk op OK:
“Netwerk toevoegen”: – bekende netwerken
Kies het gewenste net uit de lijst met netaanbieders en voer de ge­wenste prioriteit in.
– nieuw netwerk
U kunt een nieuwe netaanbieder invoeren op de prioriteitenlijst (net-
code van de exploitant is vereist). “Netwerklijst tonen”: U kunt de lijst met netwerken laten
weergeven met Beëindigen met OK.
/ .
DEUTSCH
Telefoon
Telefon
ENGLSH
Radio
Telephone
53
Page 54
“Netwerk verwijderen”, “Netwerk verplaatsen”:
Bewerken van de vermeldingen op de lijst met netwerken.
Bevestig de keuze met OK.
Voer de toegangscode in en druk op OK.
Cell Broadcast
Cell Broadcast is een korte-berichtendienst die wordt verzonden via genummerde “ka­nalen”.
De kanalen verzenden diverse speciale be­richten.
Vraag uw netaanbieder om informatie en een lijst met beschikbare kanalen.
Wanneer Broadcast ”Aan” is gekozen, moet na OK het nummer van het kanaal worden ingevoerd waarvan u informatie kunt ver­wachten.
Gesprekkenteller
De radiotelefoon beschikt over een interne teller die het mogelijk maakt om kosten- of tijdaanduiding voor afzonderlijke gesprek­ken en het totale aantal gesprekken weer te geven.
Van fabriekswege is aanduiding van de ge­spreksduur ingesteld.
Kies “Gesprekkenteller” met druk op OK.
Kies tussen de mogelijkheden met
druk op OK:
“Toon laatste gesprek” – duur of kosten van het laatste gesprek
“Toon totaal gesprekken” – totale gespreksduur of totale kosten
“Gesprekken buitenland” – duur of kosten van alle gesprekken op
het buitenlandse netwerk
“Gesprekken binnenland” – duur of kosten van alle gesprekken op
het binnenlandse netwerk
/ en
/
“Meter terug op 0” – de teller voor duur of kosten wordt te-
ruggezet op nul.
“Meter tonen bij gesprek” – duur- of kostenaanduiding voor het lo-
pende gesprek in-/uitschakelen
Let op:
Wanneer de SIM-card AOC ondersteunt, zijn de menu-opties “Gesprekken buiten­land” en “Gesprekken binnenland” niet be­schikbaar.
Omleiden van gesprekken
U kunt onder verschillende omstandigheden binnenkomende gesprekken omleiden naar een ander telefoonnummer. In het menu stelt u het soort omleiding in.
Kies “Gespreksomleiding” met / en druk op OK.
Kies tussen de mogelijkheden met
/ en druk op OK.
“Elk gesprek omleiden” – alle gesprekken worden omgeleid.
54
Page 55
“Omleiden indien bezet” – het gesprek wordt omgeleid wanneer
al een gesprek wordt gevoerd.
“Omleiden bij geen gehoor” – het gesprek wordt omgeleid wanneer u
het gesprek niet beantwoordt.
“Omleiden bij onbereikbaar” – het gesprek wordt omgeleid wanneer
de radiotelefoon is uitgeschakeld of u zich niet in het servicegebied van het GSM-net bevindt.
“Omleiden wissen” – de gespreksomleiding wordt geheel
gewist.
Gesprekken blokkeren
U kunt onder verschillende omstandighe­den binnenkomende / uitgaande gesprek­ken blokkeren of omleiden naar een ander telefoonnummer. In het menu stelt u het soort omleiding in.
Kies “Gespreksblokkering” met
/ en
druk op OK.
Kies met
/ tussen de mogelijkhe­den “Blokkeer uitgaand”, “Blokkeer in­komend” en “Wijzig wachtwoord” en druk op OK.
Blokkeer uitgaand:
Kies tussen de mogelijkheden met / en druk op OK:
”Internationaal" – er zijn alleen binnenlandse ge-
sprekken toegestaan.
“Int. behalve eigen land” – er zijn alleen binnenlandse ge-
sprekken mogelijk. Wanneer u zich in het buitenland bevindt, zijn gesprekken naar uw eigen land wel toegestaan.
“Alle gesprekken” –u kunt niet zelf opbellen. Alarm-
nummers zijn nog wel bereikbaar.
“Geen blokkering” – alle blokkeringen voor uitgaande
gesprekken zijn opgeheven.
Blokkeer inkomend:
Kies tussen de mogelijkheden met / en druk op OK:
”Bij roaming" – wanneer u zich in het buitenland
bevindt, kunt u niet worden opge­beld.
“Alle blokkeren” –u kunt niet worden opgebeld.
“Geen blokkering” – alle blokkeringen voor binnenko-
mende gesprekken zijn opgeheven.
Wijzig wachtwoord: –U kunt het wachtwoord voor de instel-
ling van de blokkeringen wijzigen.
DEUTSCH
Telefoon
Telefon
ENGLSH
Radio
55
Telephone
Page 56
Telefoon blokkeren
Kies “Aan” of “Uit” met << / >> en druk op OK.
Vaste telefoonnummers
Gebruikersgroepen
U kunt de radiotelefoon beveiligen tegen ongeautoriseerd gebruik. Indien gewenst:
Kies “Blokkering telefoon” met / en druk op OK.
Kies tussen de mogelijkheden met
/ :
“Geen beperkingen” – alle blokkeringen zijn uitgeschakeld.
“Kiezen niet mogelijk” – er kunnen alleen alarmnummers wor-
den bereikt.
“Alleen snel kiezen” – alleen de nummers op de geheugen-
posities 1 - 9 van het apparaat en de SIM-card kunnen worden gekozen.
“Alleen snel/lijst” – alle nummers uit het geheugen (appa-
raat en SIM-card) kunnen worden ge­kozen.
Bevestig uw keuze met OK.
Voer de toegangscode in en druk
op OK.
Deze menu-optie verschijnt alleen indien de SIM-card deze functie ondersteunt.
U kunt het gebruik van de telefoonfunctie beperken tot bepaalde (vaste) telefoonnum­mers. U kunt deze vastleggen op de SIM­card.
Kies “Vaste nummers” met druk op OK.
Kies tussen de mogelijkheden met
/ :
“Lijst vaste nummers” – de lijst van de ingevoerde nummers
wordt getoond.
“Nieuwe vaste nummers” –u kunt een nieuw vast telefoonnummer
toevoegen.
“Geactiveerd” – functie in-/uitschakelen
/ en
Dit is een bijzondere functie die u door uw netaanbieder kunt laten installeren.
Hiermee kan de telefoonfunctie worden be­perkt tot een bepaalde groep deelnemers.
Attentie!
Verander geen instellingen wanneer de functie niet is gactiveerd door de netaan­bieder. Er kunnen storingen optreden.
56
Page 57
Glossarium
Toegangscode
Na invoer van de toegangscode kunnen geblokkeerde functies worden bediend.
AOC-parameter - Advice of Charge Lijst van tarieven waarin een tarief per een-
heid en een tegoed kunnen worden inge­steld.
Cell Broadcast
Cell Broadcast is een korte-berichtendienst die wordt verzonden via genummerde “ka­nalen”. De kanalen verzenden diverse spe­ciale berichten. Vraag uw netaanbieder om informatie en een lijst met beschikbare kanalen.
GSM-net - Global System for Mobile Communikation
Wereldwijd verspreide Europese digitale telefoonstandaard.
IMEI - International Mobile Equipment Identity
Internatonale identiteit voor mobiele appa­raten. De door de fabriek ingevoerde IMEI­code omvat serienummer, fabrikant en land­code. Deze code vindt u in de autoradio­pas.
Mailbox
Een mailbox is een elektronische brieven­bus voor gesproken berichten. De mailbox is vergelijkbaar met een antwoordapparaat.
Wisselen
Een ander gesprek beginnen zonder de eer­ste verbinding te verbreken. U kunt wisse­len tussen de gesprekken. Ook kan tijdens een telefoongesprek een ander gesprek worden aangenomen.
MUTE
Geluidsonderdrukking
PIN-code - Personal Identification Number (geheim persoonlijk identificatienummer)
Beveiligt de SIM-card tegen ongeautorise­erd gebruik. Het apparaat vraagt telkens wanneer de kaart wordt geplaatst om de PIN-code.
PUK - Personal Unblock Code Achtcijferige deblokkeringscode waarmee
de SIM-card kan worden vrijgegeven. Dit is nodig wanneer de SIM-card is geblokkeerd als driemaal een onjuiste PIN-code is inge­voerd.
Roaming
Telefoneren in het buitenland met de eigen telefoon of SIM-card via een ander netwerk.
Scrollen
Door een register (lijst) rollen.
SIM-Card - Subscriber Identification Module
Identificatiemodule voor de abonnee op credit-card-formaat. De SIM-card (kaart) bevat alle gegevens ter identificatie van de abonnee, voor de toewij­zing van het telefoonnummer en voor de persoonlijke nummerlijst. Met de SIM-card kunt u ook bellen met een draagbare telefoon.
SMS - Short Message Service Met deze functie kan de gebruiker korte
berichten ontvangen van maximaal 160 te­kens, ook wanneer deze de telefoon niet heeft ingeschakeld of niet bereikbaar is. De tekst wordt zolang bewaard op het net totdat de ontvanger de boodschap oproept.
DEUTSCH
Telefoon
Telefon
ENGLSH
Radio
Telephone
57
Page 58
Technische gegevens
Versterker
Uitgangsvermogen: 4 x 23 Watt sinus
volgens DIN 45 324 bij 14,4 V 4 x 35 Watt max. po­wer
Tuner
Golfgebieden: FM 87,5 – 108 MHz
MG 531 – 1602 kHz LG 153 – 279 kHz
FM - gevoeligheid: 0,9 µV bij 26 dB
signaal-ruisverhou­ding
FM - frequentiebereik:
30 - 16 000 Hz
Cassette
Frequentiebereik: 30 - 18 000 Hz
Telefoon
Standaard: GSM
Frequentieband: Zenden 890 – 915 MHz
Ontvangen 935 – 960 MHz
Zendvermogen: klasse 4 / 2 Watt
Gevoeligheid: -108 dBm
Impedantie: Antenne-aansluiting 50 Ohm
Handsfree-microfoon 660 Ohm
58
Wijzigingen voorbehouden!
Page 59
Blaupunkt-Werke GmbH
Bosch Gruppe
04/97 Pf K7/VKD 8 622 401 246 (NL)
0188
Loading...