Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsnormen voor ITapparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze
handleiding en op het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1.Lees deze handleiding
aandachtig door voordat u de
projector gebruikt. Bewaar de
handleiding voor toekomstig gebruik.
4.Zorg er altijd voor dat de
lenssluiter is geopend of dat de
lensdop is verwijderd wanneer
de projectorlamp brandt.
2.Kijk tijdens het gebruik niet
direct in de lens van de
projector. De sterke lichtstraal kan
uw ogen beschadigen.
3.Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden
over aan een bevoegd technicus.
5.In sommige landen is de lijnspanning
NIET stabiel. In sommige landen is de
netspanning ongelijkmatig. Hoewel
deze projector normaal werkt bij een
netspanning van 100 tot 240 V
(wisselstroom), kan het apparaat
uitvallen wanneer zich een
stroomstoring of een spanningspiek
van 10 V voordoet. In gebieden
waar de netspanning kan
schommelen of uitvallen, is het
raadzaam de projector aan te
sluiten op een
spanningsstabilisator,
piekbeveiliging of UPS-systeem
(Uninterruptible Power Supply).
Belangrijke veiligheidsinstructies3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
6.Plaats geen voorwerpen voor de
projectielens als de projector wordt
gebruikt. Deze voorwerpen kunnen
oververhitten of vervormen of
kunnen zelfs brand veroorzaken.
Druk op BLANK op de projector
of afstandsbediening om de lamp
tijdelijk uit te schakelen.
7.De lamp wordt erg heet tijdens het
gebruik. Laat de projector ongeveer
45 minuten afkoelen voordat u de
lamp vervangt.
8.Gebruik de lamp niet langer dan de
voorgeschreven levensduur. Als u
de lamp toch langer gebruikt, kan
deze in zeldzame gevallen breken.
9.Zorg dat de stekker van de
projector uit het stopcontact is
verwijderd voordat u de lamp of
elektronische onderdelen vervangt.
10. Plaats dit product niet op een
onstabiel wagentje, een onstabiele
standaard of een wankele tafel. Het
product kan vallen en ernstig
worden beschadigd.
11. Probeer deze projector niet zelf te
demonteren. De onderdelen in het
apparaat staan onder hoge spanning
die levensgevaarlijk is als u ze
aanraakt. Het enige onderdeel dat u
zelf mag vervangen, is de lamp die
een afneembare afdekking heeft.
U mag nooit andere afdekkingen
losmaken of verwijderen. Laat
reparaties uitsluitend over aan
gekwalificeerde professionele
reparateurs.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
Veiligheidsinstructies (vervolg)
3.000 m
(10.000
voet)
0 m
(0 voet)
12. Wanneer u de projector gebruikt, is
het mogelijk dat u warme lucht en een
bepaalde geur opmerkt bij het
ventilatierooster. Dit is een normaal
verschijnsel en geen defect.
13. Plaats de projector niet in de volgende
omgevingen.
- Slecht geventileerde of ingesloten
ruimtes. Zorg dat de projector minstens
50 cm van de muur staat en zorg voor
voldoende ruimte voor de luchtstroom
rondom de projector.
- Plaatsen waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto met
gesloten ramen.
- Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen
die optische componenten mogelijk
aantasten. Dit verkort de levensduur van
de projector en verdonkert het beeld.
- Plaatsen in de buurt van een brandalarm
- Plaatsen met een omgevingstemperatuur
van meer dan 40°C / 104°F
- Plaatsen die hoger liggen dan 3000 m
(10000 voet).
14. Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
- Plaats deze projector niet op een deken,
beddengoed of op een ander zacht
oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek
of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de
buurt van de projector.
Als de ventilatieopeningen ernstig
wordt gehinderd, kan er door
oververhitting in de projector brand
ontstaan.
15. Plaats de projector tijdens gebruik
altijd op een vlak, horizontaal
oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als
deze gekanteld staat in een hoek van
meer dan 10 graden (links naar rechts) of
in een hoek van meer dan 15 graden
(voor naar achter). Als u de projector
gebruikt wanneer deze niet volledig
horizontaal staat, werkt deze mogelijk
niet optimaal of kan de lamp beschadigd
raken.
16. Plaats de projector niet verticaal. De
projector kan dan vallen en letsel
veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
17. Ga niet op projector staan of leg er
geen voorwerpen op. Dit kan niet
alleen schade aan de projector
veroorzaken, maar kan ook leiden tot
ongevallen en mogelijk letsel.
18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt
van of op de projector. Als er vloeistof
in de projector wordt gemorst, werkt
deze mogelijk niet meer. Als de
projector nat wordt, moet u de
stekker uit het stopcontact trekken en
de projector laten controleren door
een BenQ-onderhoudstechnicus.
19. Dit product kan beelden omgekeerd
weergeven, zodat plafondmontage
mogelijk is.
Gebruik alleen de plafondmontageset
van BenQ en controleer of de
projector stevig vastzit.
Plafondmontage van de
projector
Wij willen u het gebruik van uw
BenQ-projector zo aangenaam
mogelijk maken. Daarom vestigen wij
uw aandacht op deze
veiligheidskwestie om mogelijk
lichamelijk letsel of materiële schade
te voorkomen.
Als u de projector aan het plafond wilt
bevestigen, is het raadzaam de
plafondmontageset voor BenQprojectors te gebruiken voor een
veilige en stevige montage.
Als u een plafondmontageset van een
ander merk dan BenQ gebruikt,
bestaat er een veiligheidsrisico omdat
de projector van het plafond kan vallen
vanwege een slechte bevestiging door
het gebruik van schroeven met een
verkeerde maat of lengte.
U kunt de plafondmontageset voor
BenQ-projectors aanschaffen bij de
leverancier van uw projector. U kunt
de plafondmontageset voor BenQprojectors aanschaffen bij de
leverancier van uw projector. Het
verdient ook aanbeveling een aparte
veiligheidskabel aan te schaffen die
compatibel is met het Kensington-slot.
Maak deze kabel vast aan de sleuf voor
het Kensington-slot op de projector
en aan de houder. Deze zal een
tweede beveiliging bieden voor het
vasthouden van de projector in het
geval de bevestiging op de
montagebeugel zou loskomen.
Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in
overeenstemming met de lokale
wetten op afvalverwijdering. Zie
www.lamprecycle.org.
Belangrijke veiligheidsinstructies6
Kenmerken van de projector
• Ondersteunt Full HD
De projector ondersteunt de indelingen Standard Definition TV (SDTV) 480i, 576i,
Enhanced Definition television (EDTV) 480p, 576p en High Definition TV (HDTV) 720p,
1080i/p 60Hz, waarbij de indeling 1080p een echte 1:1 beeldreproductie biedt.
• Hoge kwaliteit
De projector levert een uitstekende beeldkwaliteit door zijn hoge resolutie, uitstekende
helderheid voor het thuistheater, hoge contrastverhouding, levendige kleuren en rijke
weergave van de grijswaarden.
• Kleurenreproductie in bioscoopkwaliteit
De projector bevat een nauwkeurig afgestemd RGBRGB-kleurenwiel om een realistische
kleurendiepte en -bereik te produceren, voor de HDTV-standaard, zodat films met
levensechte kleuren worden weergegeven zoals de regisseur deze had bedoeld.
• Rijke grijswaarden
Bij het kijken in een verduisterde omgeving levert de automatische gammacontrole een
uitstekende weergave van grijswaarden die details laat zien in schaduwen en in nachtelijke of
donkere scènes.
• Intuitieve H/V lensverschuiving
De intuitieve bediening van de hendel voor lensverplaatsing biedt flexibiliteit bij het
opzetten van de projector.
• Grote keuze aan ingangen en video-indelingen
De projector ondersteunt een verscheidenheid aaningangen voor aansluiting op uw videoen pc-apparatuur, waaronder component video en composiet video, evenals dubbel HDMI,
pc en een uitgangstrigger voor aansluiting op geautomatiseerde scherm- en
omgevingslichtsystemen.
• ISF-gecertificeerde kalibratiebesturing
Om een hogere prestatiestandaard te behalen, bevat de projector instellingen voor de modi
ISF NIGHT en ISF DAY in de schermmenu's. Hiervoor is een professionele kalibratie door
geautoriseerde ISF-installateurs vereist.
• 3D-functie
Om op een realistischer manier te genieten van 3D-films, video's en sportevenementen
door de diepte van het beeld via HDMI te presenteren.
Kenmerken van de projector7
Inhoud van de verpakking
Batterijen
Garantiekaart
CD met
gebruikershandleiding
Snelgids
Voedingskabel
Afstandsbediening Projector
Reservelampset
Plafondmontageset
3D bril
Draadloze FHD-kit
(WDP01)
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of
meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.
Standaardaccessoires
De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van de
afbeeldingen.
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde specifieke regio’s geleverd. Raadpleeg uw
verkoper voor gedetailleerde informatie.
Andere accessoires
Raadpleeg uw verkoper voor gedetailleerde informatie over de onderstaande accessoires.
Kenmerken van de projector8
Buitenkant van de projector
Voorkant/bovenkant
3
2
1
Achter/onderkant
85 6 79410
131812 1120121914151617
1.Extern bedieningspaneel
(Zie"Projector" op pagina 11 voor
details.)
2.Ventilatiegleuven (invoer koele
lucht)
3.Antistofdop
4.Voedingsknop
5.3D SYNC UIT
6.HDMI -1 ingang
7.Dubbele HDMI 2 / MHLmoduspoort
Kan tevens aangesloten MHLcompatibele smart-apparaten laden
zolang de projector is ingeschakeld.
8.Pc-signaalingangen
9.COMPONENT Y/Pb/Pr ingang
10. USB TYPE-A 1,5 A
Wordt gebruikt voor het opladen
van de ontvangerdoos van de
draadloze FHD-kit (WDP01)
(optioneel accessoire)
11. IR-sensor afstandsbediening
achteraan
12. Instelbare voeten aan voorzijde
13. USB-poort TYPE-B
14. 12 V TRIGGER uitgang
Wordt gebruikt voor het activeren
van een extern apparaat, zoals een
elektrisch scherm of lichtregeling,
enz. Raadpleeg uw dealer voor het
aansluiten van deze apparaten.
15. RS-232-besturingspoort
Wordt gebruikt voor het verbinden
met een besturings-/
automatiseringssysteem voor pc of
thuisbioscoop.
16. VIDEO ingang
17. Indicatielampje (AAN/UIT,
TEMPeratuur, LAMP)
18. Aansluiting netsnoer
19. Netstroomschakelaar
20. Sleuf voor Kensingtonantidiefstalslot
Kenmerken van de projector9
21. Instelbare voeten aan voorzijde
Onderkant
2222
2122212222
22. Gaten voor plafondmontage
Kenmerken van de projector10
Bedieningselementen en functies
1
2
4
11 12
5
6
10
97 8
3
Projector
7.OK
Selecteert een beschikbare
beeldinstellingsmodus. Bevestig het
geselecteerde item van het OSD-menu. Zie
"De menu's gebruiken" op pagina 34 voor
details.
8.► Rechts
Indien het On-Screen Display (OSD) menu
is geactiveerd, worden de toetsen 2, 4, 5
en 8 gebruikt als richtingspijlen om de
1.AUTO
Hiermee worden automatisch de beste
beeldtimings bepaald voor het weergegeven
beeld.
2.Keystone/pijltoetsen (/▲ Omhoog)
Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt. Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 33 voor
details.
3.BACK
Hiermee gaat u terug naar het vorige OSDmenu en slaat u de menu-instellingen op.
4.◄ Links
Indien het On-Screen Display (OSD) menu
is geactiveerd, worden de toetsen 2, 4, 5
en 8 gebruikt als richtingspijlen om de
gewenste menu-items te selecteren en
aanpassen aan te brengen. Zie "De menu's
gebruiken" op pagina 34 voor details.
5.Keystone/pijltoetsen (/▼ Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt. Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 33 voor
details.
6.MENU
Hiermee schakelt u het OSD-menu in.
Hiermee gaat u terug naar het vorige OSDmenu en slaat u de menu-instellingen op.
Zie "De menu's gebruiken" op pagina 34
voor details.
gewenste menu-items te selecteren en
aanpassen aan te brengen. Zie "De menu's
gebruiken" op pagina 34 voor details.
9.SOURCE
Geeft de bronselectiebalk weer. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 38 voor details.
10. LENSVERPLAATSING OMHOOG/
OMLAAG
Draai om de lens omhoog of omlaag te
verplaatsen.
11. Ontgrendelknop lens
Omzetten om de lens te ontgrendelen.
12. LENSVERPLAATSING RECHTS/
LINKS
Draai om de lens naar rechts of links te
verplaatsen.
Kenmerken van de projector11
Afstandsbediening
6
7
11
15
16
22
1
4
5
5
8
13
10
14
17
18
20
21
23
24
5
5
9
2
3
12
19
1. ON / OFF
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in.
2.SOURCE
Geeft de bronselectiebalk weer.
3.3D
Start het menu 3D en schakelt de
omkeerfunctie in of uit.
4.STANDAARD
Herstelt de standaardwaarde van het
geselecteerde item
Indien het On-Screen Display (OSD) menu
is geactiveerd, worden deze toetsen
gebruikt als richtingspijlen om de gewenste
menu-items te selecteren en aanpassen
aan te brengen.
Wanneer het OSD-menu uit is en u onder
de MHL-aansluitmodus bent, zijn deze
pijltoetsen beschikbaar voor het bedienen
van uw smart-apparaat.
6.BACK
Hiermee gaat u terug naar het vorige
OSD-menu en slaat u de menu-instellingen
op.
Wanneer het OSD-menu uit is en u zich in
de MHL-aansluitmodus bevindt, gebruikt u
de toets om terug te keren naar het OSDmenu van uw smart-apparaat of om het af
te sluiten.
7.PICTURE MODE
Indrukken om het menu Beeldmodus te
openen.
8.Achteruitspoelen
Terugspoelen tijdens afspelen van media.
Alleen beschikbaar bij het bedienen van uw
smart-apparaat in de modus MHL en als
CEC op de projector actief is.
9. Pause
Pauzeren tijdens afspelen media.
Alleen beschikbaar bij het bedienen van uw
smart-apparaat in de modus MHL en als
CEC op de projector actief is.
10. Vorige
Gaat naar het vorige bestand tijdens het
afspelen van media.
Alleen beschikbaar bij het bedienen van uw
smart-apparaat in de modus MHL en als
CEC op de projector actief is.
11. APPARAATMENU
Indrukken om het bijbehorende
apparaatschermmenu te openen als CEC
op de projector actief is.
12. BEELDVERHOUDING
Selecteert de beeldverhouding.
Kenmerken van de projector12
13. LIGHT
De LED-verlichting licht op en blijft
ongeveer 30 seconden ingeschakeld bij
het indrukken van een toets op de
afstandsbediening. Door binnen 10
seconden op een andere toets te
drukken, dooft de LED-verlichting.
14. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen.
15. OK
Bevestigt het geselecteerde OSD-menuitem. Wanneer het OSD-menu uit is en u
zich in de MHL-aansluitmodus bevindt,
gebruikt u de toets om de selectie op het
OSD van uw smart-apparaat te
bevestigen.
16. MENU
• Hiermee opent u het OSD-menu in.
• Hiermee gaat u terug naar het vorige
OSD-menu en slaat u de menuinstellingen op.
17. KLEURBEHEER
Indrukken om het menu Kleurbeheer te
openen.
18. CINEMAMASTER
Indrukken om het menu CinemaMaster te
openen.
19., ,
Deze functie is beschikbaar voor
aangesloten HDMI-apparaten als CEC op
de projector actief is.
20. Afspelen
Aspelen tijdens weergave media.
Alleen beschikbaar bij het bedienen van
uw smart-apparaat in de modus MHL en
als CEC op de projector actief is.
21.Snel vooruitspoelen
Snel vooruit tijdens weergave media.
Alleen beschikbaar bij het bedienen van
uw smart-apparaat in de modus MHL en
als CEC op de projector actief is.
22. Volgende
Gaat naar het volgende bestand tijdens
het afspelen van media.
Alleen beschikbaar bij het bedienen van
uw smart-apparaat in de modus MHL en
als CEC op de projector actief is.
23. HDMI-INSTELLINGEN
Indrukken om het menu Hdmiinstellingen weer te geven.
24.Stop
Stoppen tijdens afspelen media.
Alleen beschikbaar bij het bedienen van
uw smart-apparaat in de modus MHL en
als CEC op de projector actief is.
Kenmerken van de projector13
Bereik van de afstandsbediening
O
n
g
e
v
e
e
r
±
3
0
°
O
n
g
e
ve
e
r
±
3
0
°
De Infra-rood (IR) sensor voor de afstandsbediening
bevindt zich aan de voor- en achterkant van de
projector. Houd de afstandsbediening in een hoek van
maximaal 30 graden ten opzichte van de IR-sensor
van de afstandsbediening op de projector voor een
correcte werking. De afstand tussen de
afstandsbediening en de sensor mag niet meer dan
8 meter (~26 voet) bedragen.
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de
afstandsbediening en de IR-sensoren op de projector
blokkeert.
Kenmerken van de projector14
De batterij van de afstandsbediening vervangen
1.Verwijder het deksel van het batterijvak
door het deksel in de richting van de pijl te
schuiven.
2.Plaats de meegeleverde batterijen en let op
de polariteit (+/-) zoals hier is afgebeeld.
3.Plaats het deksel terug.
•Vermijd hoge temperaturen en vochtigheid.
•De batterij kan beschadigd raken als u deze niet correct vervangt.
•Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een soortgelijk type batterijen, zoals door
de fabrikant aanbevolen.
•Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
•Gooi een batterij nooit in vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen.
•Verwijder de batterij als deze leeg is of als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt.
Zo voorkomt u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke lekkage van de
batterij.
Kenmerken van de projector15
De projector positioneren
Een locatie kiezen
Voordat u een installatielocatie kiest voor uw projector, moet u rekening houden met de
volgende factoren:
• Grootte en positie van uw scherm
• Locatie stopcontact
• Locatie en afstand tussen de projector en de rest van uw apparatuur
U kunt uw projector op de volgende wijzen installeren.
1.Tafel voorkant
Selecteer deze instelling als u de projector op de vloer voor het scherm
installeert.
Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest
gebruikte opstelling.
Schakel de projector in en geef de volgende instellingen op:
MENU > SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie >
Voorkant
2.Tafel achterkant
Selecteer deze locatie als u de projector op de vloer en achter het
scherm installeert.
Schakel de projector in en geef de volgende instellingen op:
MENU > SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie >
Achterkant
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor projectie achteraan vereist.
3.Plafond voorkant
Selecteer deze locatie als u de projector aan het plafond en voor het
scherm hangt.
Schakel de projector in en geef de volgende instellingen op:
MENU > SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie > Plafond
voorkant
Als u de projector aan het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de
plafondmontageset van BenQ bij uw leverancier kopen.
4.Plafond achter
Selecteer deze locatie als u de projector aan het plafond en achter het
scherm hangt.
Schakel de projector in en geef de volgende instellingen op:
MENU > SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie > Plafond
achter
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor projectie achteraan en de
plafondmontageset van BenQ vereist.
De projector positioneren16
De optionele lens installeren of verwijderen
• De projector of lensonderdelen niet schudden of er overmatige druk op uitvoeren. De
projector en lensonderdelen bevatten namelijke precisie-onderdelen.
•Voordat u de lens verwijdert of installeert, dient u te verzekeren dat de projector is
uitgeschakeld. Wacht tot de koelingsventilatoren stoppen en schakel de
hoofdstroomschakelaar uit.
•Niet het lensoppervlak aanraken voordat u de lens verwijdert of installeert.
•Voorkom vingerafdrukken, stof of vet op het lensoppervlak. Zorg dat het lensoppervlak geen
krassen oploopt.
•Werk op een vlak oppervlak met een zachte doek eronder om krassen te voorkomen.
•Als u de lens verwijdert en opslaat dient u op de projector de lenskap te plaatsen om stof en
vuil eruit te houden.
De bestaande lens van de projector verwijderen
1.Klap het bovenste deksel omhoog
2.Druk op de knop LENSVRIJGAVE om deze te
ontgrendelen.
3.Pak de lens vast.
4.Draai de lens linksom. De aanwezige lens wordt
losgemaakt.
5.Trek de bestaande lens voorzichtig uit.
De projector positioneren17
De nieuwe lens plaatsen
Flens
Greep horizontale
lensverschuiving
Greep vertikale
lensverschuiving
Schroef voor
vastzetten lensstand
Verwijder de doppen van beide kanten van de lens.
Verwijder de plastic bodydop voordat u voor het eerst een lens plaatst.
1. Lijn de flens uit en plaats
deze in de juiste positie op
11 uur als afgebeeld.
De flens moet in de positie op 11 uur
zijn geplaatst als afgebeeld.
2.Draai de lens rechtsom
totdat u een klik hoort wat aangeeft dat het op
zijn plaats zit.
Geprojecteerde afbeeldingspositie met
lensverschuifing bijstellen
Draai de schroef voor de aanpassing van de lensverschuiving los en draai hem na het aanpassen
aan.
De functie Lens Shift kan worden gebruikt om van de geprojecteerde afbeelding de positie
horizontaal of verticaal, binnen het hieronder in details beschreven bereik bij te stellen.
De projector positioneren18
De verticale beeldpositie aanpassen
Burau-voor projectie
Planfondmontage- voorprojectie
Ver ti c al e
verplaatsing
Hoogte van geprojecteerd beeld
Max 0,2V
Max 0,6V
Max
0,6V
Hoogte van geprojecteerd beeld
Ver ti c al e
verplaatsing
Verticale verplaatsing
Normale projectiepositie
Breedte van geprojecteerd beeld
0,05H0,05H
1V.
1V.
1H
Naar links
verplaatsen
Naar rechts
verplaat sen
De verticale afbeeldingshoogte kan tussen 60% en -20% voor 1080P van de offset-positie
worden aangepast. Raadpleeg het Lens Shift-bereikdiagram hieronder voor meer
informatie.
De horizontale beeldpositie aanpassen
Wanneer de lens in de middelste positie staat, kan de horizontale beeldpositie naar links of
rechts worden aangepast door te verhogen tot een maximum van 5% van de beeldbreedte.
Raadpleeg het Lens Shift-bereikdiagram hieronder voor meer informatie.
Lens Shift-bereik diagram
1080P
De projector positioneren19
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
Verticale afstand
Maximale zoom
Minimale zoom
B
H
De geprojecteerde beeldgrootte wordt bepaald door de afstand vanaf de projectorlens
naar het scherm, de zoominstelling en het videoformaat.
Projectie-afmetingen
Zie "Afmetingen" op pagina 65 voor de lensmiddenafmetingen van deze projector voordat
u de geschikte positie berekent.
De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en het geprojecteerde beeld is 16:9.
Er is een tolerantie van 5% tussen deze waarden door variaties in de optische onderdelen. BenQ
beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand
eerst met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische
eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die
het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
De projector positioneren21
Aansluitingen
Laptop of desktop
computer
A/V-apparaat
Smartphone of
tablet
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1.Schakel alle apparatuur uit voordat u aansluitingen maakt.
2.Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3.Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
•Niet alle kabels die in de onderstaande aansluitingen zijn weergegeven, zijn bij de projector
geleverd (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij
elektronicawinkels.
•De onderstaande afbeeldingen zijn uitsluitend bedoeld als referentie. De aansluitingen
achterop de projector verschillen per model projector.
1.Videokabel
2.Kabel Component video naar
Component
3.HDMI-kabel
*Voor het bijwerken van de firmware.
Aansluitingen22
4.VGA-kabel
5.USB-kabel*
6.HDMI-micro USB-kabel
Loading...
+ 50 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.