Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsnormen voor ITapparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze
handleiding en op het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1.Lees deze handleiding
aandachtig door voordat u de
projector gebruikt. Bewaar de
handleiding voor toekomstig gebruik.
4.Zorg er altijd voor dat de
lenssluiter is geopend of dat de
lensdop is verwijderd wanneer
de projectorlamp brandt.
2.Kijk tijdens het gebruik niet
direct in de lens van de
projector. De sterke lichtstraal kan
uw ogen beschadigen.
3.Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden
over aan een bevoegd technicus.
5.In sommige landen is de lijnspanning
NIET stabiel. In sommige landen is de
netspanning ongelijkmatig. Hoewel
deze projector normaal werkt bij een
netspanning van 100 tot 240 V
(wisselstroom), kan het apparaat
uitvallen wanneer zich een
stroomstoring of een spanningspiek
van 10 V voordoet. In gebieden
waar de netspanning kan
schommelen of uitvallen, is het
raadzaam de projector aan te
sluiten op een
spanningsstabilisator,
piekbeveiliging of UPS-systeem
(Uninterruptible Power Supply).
Belangrijke veiligheidsinstructies3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
6.Plaats geen voorwerpen voor de
projectielens als de projector wordt
gebruikt. Deze voorwerpen kunnen
oververhitten of vervormen of
kunnen zelfs brand veroorzaken.
Druk op BLANK op de projector
of afstandsbediening om de lamp
tijdelijk uit te schakelen.
7.De lamp wordt erg heet tijdens het
gebruik. Laat de projector ongeveer
45 minuten afkoelen voordat u de
lamp vervangt.
8.Gebruik de lamp niet langer dan de
voorgeschreven levensduur. Als u
de lamp toch langer gebruikt, kan
deze in zeldzame gevallen breken.
9.Zorg dat de stekker van de
projector uit het stopcontact is
verwijderd voordat u de lamp of
elektronische onderdelen vervangt.
10. Plaats dit product niet op een
onstabiel wagentje, een onstabiele
standaard of een wankele tafel. Het
product kan vallen en ernstig
worden beschadigd.
11. Probeer deze projector niet zelf te
demonteren. De onderdelen in het
apparaat staan onder hoge spanning
die levensgevaarlijk is als u ze
aanraakt. Het enige onderdeel dat u
zelf mag vervangen, is de lamp die
een afneembare afdekking heeft.
U mag nooit andere afdekkingen
losmaken of verwijderen. Laat
reparaties uitsluitend over aan
gekwalificeerde professionele
reparateurs.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
Veiligheidsinstructies (vervolg)
3.000 m
(10.000
voet)
0 m
(0 voet)
12. Wanneer u de projector gebruikt, is
het mogelijk dat u warme lucht en een
bepaalde geur opmerkt bij het
ventilatierooster. Dit is een normaal
verschijnsel en geen defect.
13. Plaats de projector niet in de volgende
omgevingen.
- Slecht geventileerde of ingesloten
ruimtes. Zorg dat de projector minstens
50 cm van de muur staat en zorg voor
voldoende ruimte voor de luchtstroom
rondom de projector.
- Plaatsen waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto met
gesloten ramen.
- Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen
die optische componenten mogelijk
aantasten. Dit verkort de levensduur van
de projector en verdonkert het beeld.
- Plaatsen in de buurt van een brandalarm
- Plaatsen met een omgevingstemperatuur
van meer dan 40°C / 104°F
- Plaatsen die hoger liggen dan 3000 m
(10000 voet).
14. Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
- Plaats deze projector niet op een deken,
beddengoed of op een ander zacht
oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek
of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de
buurt van de projector.
Als de ventilatieopeningen ernstig
wordt gehinderd, kan er door
oververhitting in de projector brand
ontstaan.
15. Plaats de projector tijdens gebruik
altijd op een vlak, horizontaal
oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als
deze gekanteld staat in een hoek van
meer dan 10 graden (links naar rechts) of
in een hoek van meer dan 15 graden
(voor naar achter). Als u de projector
gebruikt wanneer deze niet volledig
horizontaal staat, werkt deze mogelijk
niet optimaal of kan de lamp beschadigd
raken.
16. Plaats de projector niet verticaal. De
projector kan dan vallen en letsel
veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
17. Ga niet op projector staan of leg er
geen voorwerpen op. Dit kan niet
alleen schade aan de projector
veroorzaken, maar kan ook leiden tot
ongevallen en mogelijk letsel.
18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt
van of op de projector. Als er vloeistof
in de projector wordt gemorst, werkt
deze mogelijk niet meer. Als de
projector nat wordt, moet u de
stekker uit het stopcontact trekken en
de projector laten controleren door
een BenQ-onderhoudstechnicus.
19. Dit product kan beelden omgekeerd
weergeven, zodat plafondmontage
mogelijk is.
Gebruik alleen de plafondmontageset
van BenQ en controleer of de
projector stevig vastzit.
Plafondmontage van de
projector
Wij willen u het gebruik van uw
BenQ-projector zo aangenaam
mogelijk maken. Daarom vestigen wij
uw aandacht op deze
veiligheidskwestie om mogelijk
lichamelijk letsel of materiële schade
te voorkomen.
Als u de projector aan het plafond wilt
bevestigen, is het raadzaam de
plafondmontageset voor BenQprojectors te gebruiken voor een
veilige en stevige montage.
Als u een plafondmontageset van een
ander merk dan BenQ gebruikt,
bestaat er een veiligheidsrisico omdat
de projector van het plafond kan vallen
vanwege een slechte bevestiging door
het gebruik van schroeven met een
verkeerde maat of lengte.
U kunt de plafondmontageset voor
BenQ-projectors aanschaffen bij de
leverancier van uw projector. U kunt
de plafondmontageset voor BenQprojectors aanschaffen bij de
leverancier van uw projector. Het
verdient ook aanbeveling een aparte
veiligheidskabel aan te schaffen die
compatibel is met het Kensington-slot.
Maak deze kabel vast aan de sleuf voor
het Kensington-slot op de projector
en aan de houder. Deze zal een
tweede beveiliging bieden voor het
vasthouden van de projector in het
geval de bevestiging op de
montagebeugel zou loskomen.
Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in
overeenstemming met de lokale
wetten op afvalverwijdering. Zie
www.lamprecycle.org.
Belangrijke veiligheidsinstructies6
Kenmerken van de projector
• Ondersteunt Full HD
De projector ondersteunt de indelingen Standard Definition TV (SDTV) 480i, 576i,
Enhanced Definition television (EDTV) 480p, 576p en High Definition TV (HDTV) 720p,
1080i/p 60Hz, waarbij de indeling 1080p een echte 1:1 beeldreproductie biedt.
• Hoge kwaliteit
De projector levert een uitstekende beeldkwaliteit door zijn hoge resolutie, uitstekende
helderheid voor het thuistheater, hoge contrastverhouding, levendige kleuren en rijke
weergave van de grijswaarden.
• Kleurenreproductie in bioscoopkwaliteit
De projector bevat een nauwkeurig afgestemd RGBRGB-kleurenwiel om een realistische
kleurendiepte en -bereik te produceren, voor de HDTV-standaard, zodat films met
levensechte kleuren worden weergegeven zoals de regisseur deze had bedoeld.
• Rijke grijswaarden
Bij het kijken in een verduisterde omgeving levert de automatische gammacontrole een
uitstekende weergave van grijswaarden die details laat zien in schaduwen en in nachtelijke of
donkere scènes.
• Intuitieve H/V lensverschuiving
De intuitieve bediening van de hendel voor lensverplaatsing biedt flexibiliteit bij het
opzetten van de projector.
• Grote keuze aan ingangen en video-indelingen
De projector ondersteunt een verscheidenheid aaningangen voor aansluiting op uw videoen pc-apparatuur, waaronder component video en composiet video, evenals dubbel HDMI,
pc en een uitgangstrigger voor aansluiting op geautomatiseerde scherm- en
omgevingslichtsystemen.
• ISF-gecertificeerde kalibratiebesturing
Om een hogere prestatiestandaard te behalen, bevat de projector instellingen voor de modi
ISF NIGHT en ISF DAY in de schermmenu's. Hiervoor is een professionele kalibratie door
geautoriseerde ISF-installateurs vereist.
• 3D-functie
Om op een realistischer manier te genieten van 3D-films, video's en sportevenementen
door de diepte van het beeld via HDMI te presenteren.
Kenmerken van de projector7
Inhoud van de verpakking
Batterijen
Garantiekaart
CD met
gebruikershandleiding
Snelgids
Voedingskabel
Afstandsbediening Projector
Reservelampset
Plafondmontageset
3D bril
Draadloze FHD-kit
(WDP01)
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of
meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.
Standaardaccessoires
De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van de
afbeeldingen.
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde specifieke regio’s geleverd. Raadpleeg uw
verkoper voor gedetailleerde informatie.
Andere accessoires
Raadpleeg uw verkoper voor gedetailleerde informatie over de onderstaande accessoires.
Kenmerken van de projector8
Buitenkant van de projector
Voorkant/bovenkant
3
2
1
Achter/onderkant
85 6 79410
131812 1120121914151617
1.Extern bedieningspaneel
(Zie"Projector" op pagina 11 voor
details.)
2.Ventilatiegleuven (invoer koele
lucht)
3.Antistofdop
4.Voedingsknop
5.3D SYNC UIT
6.HDMI -1 ingang
7.Dubbele HDMI 2 / MHLmoduspoort
Kan tevens aangesloten MHLcompatibele smart-apparaten laden
zolang de projector is ingeschakeld.
8.Pc-signaalingangen
9.COMPONENT Y/Pb/Pr ingang
10. USB TYPE-A 1,5 A
Wordt gebruikt voor het opladen
van de ontvangerdoos van de
draadloze FHD-kit (WDP01)
(optioneel accessoire)
11. IR-sensor afstandsbediening
achteraan
12. Instelbare voeten aan voorzijde
13. USB-poort TYPE-B
14. 12 V TRIGGER uitgang
Wordt gebruikt voor het activeren
van een extern apparaat, zoals een
elektrisch scherm of lichtregeling,
enz. Raadpleeg uw dealer voor het
aansluiten van deze apparaten.
15. RS-232-besturingspoort
Wordt gebruikt voor het verbinden
met een besturings-/
automatiseringssysteem voor pc of
thuisbioscoop.
16. VIDEO ingang
17. Indicatielampje (AAN/UIT,
TEMPeratuur, LAMP)
18. Aansluiting netsnoer
19. Netstroomschakelaar
20. Sleuf voor Kensingtonantidiefstalslot
Kenmerken van de projector9
21. Instelbare voeten aan voorzijde
Onderkant
2222
2122212222
22. Gaten voor plafondmontage
Kenmerken van de projector10
Bedieningselementen en functies
1
2
4
11 12
5
6
10
97 8
3
Projector
7.OK
Selecteert een beschikbare
beeldinstellingsmodus. Bevestig het
geselecteerde item van het OSD-menu. Zie
"De menu's gebruiken" op pagina 34 voor
details.
8.► Rechts
Indien het On-Screen Display (OSD) menu
is geactiveerd, worden de toetsen 2, 4, 5
en 8 gebruikt als richtingspijlen om de
1.AUTO
Hiermee worden automatisch de beste
beeldtimings bepaald voor het weergegeven
beeld.
2.Keystone/pijltoetsen (/▲ Omhoog)
Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt. Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 33 voor
details.
3.BACK
Hiermee gaat u terug naar het vorige OSDmenu en slaat u de menu-instellingen op.
4.◄ Links
Indien het On-Screen Display (OSD) menu
is geactiveerd, worden de toetsen 2, 4, 5
en 8 gebruikt als richtingspijlen om de
gewenste menu-items te selecteren en
aanpassen aan te brengen. Zie "De menu's
gebruiken" op pagina 34 voor details.
5.Keystone/pijltoetsen (/▼ Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt. Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 33 voor
details.
6.MENU
Hiermee schakelt u het OSD-menu in.
Hiermee gaat u terug naar het vorige OSDmenu en slaat u de menu-instellingen op.
Zie "De menu's gebruiken" op pagina 34
voor details.
gewenste menu-items te selecteren en
aanpassen aan te brengen. Zie "De menu's
gebruiken" op pagina 34 voor details.
9.SOURCE
Geeft de bronselectiebalk weer. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 38 voor details.
10. LENSVERPLAATSING OMHOOG/
OMLAAG
Draai om de lens omhoog of omlaag te
verplaatsen.
11. Ontgrendelknop lens
Omzetten om de lens te ontgrendelen.
12. LENSVERPLAATSING RECHTS/
LINKS
Draai om de lens naar rechts of links te
verplaatsen.
Kenmerken van de projector11
Afstandsbediening
6
7
11
15
16
22
1
4
5
5
8
13
10
14
17
18
20
21
23
24
5
5
9
2
3
12
19
1. ON / OFF
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in.
2.SOURCE
Geeft de bronselectiebalk weer.
3.3D
Start het menu 3D en schakelt de
omkeerfunctie in of uit.
4.STANDAARD
Herstelt de standaardwaarde van het
geselecteerde item
Indien het On-Screen Display (OSD) menu
is geactiveerd, worden deze toetsen
gebruikt als richtingspijlen om de gewenste
menu-items te selecteren en aanpassen
aan te brengen.
Wanneer het OSD-menu uit is en u onder
de MHL-aansluitmodus bent, zijn deze
pijltoetsen beschikbaar voor het bedienen
van uw smart-apparaat.
6.BACK
Hiermee gaat u terug naar het vorige
OSD-menu en slaat u de menu-instellingen
op.
Wanneer het OSD-menu uit is en u zich in
de MHL-aansluitmodus bevindt, gebruikt u
de toets om terug te keren naar het OSDmenu van uw smart-apparaat of om het af
te sluiten.
7.PICTURE MODE
Indrukken om het menu Beeldmodus te
openen.
8.Achteruitspoelen
Terugspoelen tijdens afspelen van media.
Alleen beschikbaar bij het bedienen van uw
smart-apparaat in de modus MHL en als
CEC op de projector actief is.
9. Pause
Pauzeren tijdens afspelen media.
Alleen beschikbaar bij het bedienen van uw
smart-apparaat in de modus MHL en als
CEC op de projector actief is.
10. Vorige
Gaat naar het vorige bestand tijdens het
afspelen van media.
Alleen beschikbaar bij het bedienen van uw
smart-apparaat in de modus MHL en als
CEC op de projector actief is.
11. APPARAATMENU
Indrukken om het bijbehorende
apparaatschermmenu te openen als CEC
op de projector actief is.
12. BEELDVERHOUDING
Selecteert de beeldverhouding.
Kenmerken van de projector12
13. LIGHT
De LED-verlichting licht op en blijft
ongeveer 30 seconden ingeschakeld bij
het indrukken van een toets op de
afstandsbediening. Door binnen 10
seconden op een andere toets te
drukken, dooft de LED-verlichting.
14. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen.
15. OK
Bevestigt het geselecteerde OSD-menuitem. Wanneer het OSD-menu uit is en u
zich in de MHL-aansluitmodus bevindt,
gebruikt u de toets om de selectie op het
OSD van uw smart-apparaat te
bevestigen.
16. MENU
• Hiermee opent u het OSD-menu in.
• Hiermee gaat u terug naar het vorige
OSD-menu en slaat u de menuinstellingen op.
17. KLEURBEHEER
Indrukken om het menu Kleurbeheer te
openen.
18. CINEMAMASTER
Indrukken om het menu CinemaMaster te
openen.
19., ,
Deze functie is beschikbaar voor
aangesloten HDMI-apparaten als CEC op
de projector actief is.
20. Afspelen
Aspelen tijdens weergave media.
Alleen beschikbaar bij het bedienen van
uw smart-apparaat in de modus MHL en
als CEC op de projector actief is.
21.Snel vooruitspoelen
Snel vooruit tijdens weergave media.
Alleen beschikbaar bij het bedienen van
uw smart-apparaat in de modus MHL en
als CEC op de projector actief is.
22. Volgende
Gaat naar het volgende bestand tijdens
het afspelen van media.
Alleen beschikbaar bij het bedienen van
uw smart-apparaat in de modus MHL en
als CEC op de projector actief is.
23. HDMI-INSTELLINGEN
Indrukken om het menu Hdmiinstellingen weer te geven.
24.Stop
Stoppen tijdens afspelen media.
Alleen beschikbaar bij het bedienen van
uw smart-apparaat in de modus MHL en
als CEC op de projector actief is.
Kenmerken van de projector13
Bereik van de afstandsbediening
O
n
g
e
v
e
e
r
±
3
0
°
O
n
g
e
ve
e
r
±
3
0
°
De Infra-rood (IR) sensor voor de afstandsbediening
bevindt zich aan de voor- en achterkant van de
projector. Houd de afstandsbediening in een hoek van
maximaal 30 graden ten opzichte van de IR-sensor
van de afstandsbediening op de projector voor een
correcte werking. De afstand tussen de
afstandsbediening en de sensor mag niet meer dan
8 meter (~26 voet) bedragen.
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de
afstandsbediening en de IR-sensoren op de projector
blokkeert.
Kenmerken van de projector14
De batterij van de afstandsbediening vervangen
1.Verwijder het deksel van het batterijvak
door het deksel in de richting van de pijl te
schuiven.
2.Plaats de meegeleverde batterijen en let op
de polariteit (+/-) zoals hier is afgebeeld.
3.Plaats het deksel terug.
•Vermijd hoge temperaturen en vochtigheid.
•De batterij kan beschadigd raken als u deze niet correct vervangt.
•Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een soortgelijk type batterijen, zoals door
de fabrikant aanbevolen.
•Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
•Gooi een batterij nooit in vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen.
•Verwijder de batterij als deze leeg is of als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt.
Zo voorkomt u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke lekkage van de
batterij.
Kenmerken van de projector15
De projector positioneren
Een locatie kiezen
Voordat u een installatielocatie kiest voor uw projector, moet u rekening houden met de
volgende factoren:
• Grootte en positie van uw scherm
• Locatie stopcontact
• Locatie en afstand tussen de projector en de rest van uw apparatuur
U kunt uw projector op de volgende wijzen installeren.
1.Tafel voorkant
Selecteer deze instelling als u de projector op de vloer voor het scherm
installeert.
Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest
gebruikte opstelling.
Schakel de projector in en geef de volgende instellingen op:
MENU > SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie >
Voorkant
2.Tafel achterkant
Selecteer deze locatie als u de projector op de vloer en achter het
scherm installeert.
Schakel de projector in en geef de volgende instellingen op:
MENU > SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie >
Achterkant
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor projectie achteraan vereist.
3.Plafond voorkant
Selecteer deze locatie als u de projector aan het plafond en voor het
scherm hangt.
Schakel de projector in en geef de volgende instellingen op:
MENU > SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie > Plafond
voorkant
Als u de projector aan het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de
plafondmontageset van BenQ bij uw leverancier kopen.
4.Plafond achter
Selecteer deze locatie als u de projector aan het plafond en achter het
scherm hangt.
Schakel de projector in en geef de volgende instellingen op:
MENU > SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie > Plafond
achter
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor projectie achteraan en de
plafondmontageset van BenQ vereist.
De projector positioneren16
De optionele lens installeren of verwijderen
• De projector of lensonderdelen niet schudden of er overmatige druk op uitvoeren. De
projector en lensonderdelen bevatten namelijke precisie-onderdelen.
•Voordat u de lens verwijdert of installeert, dient u te verzekeren dat de projector is
uitgeschakeld. Wacht tot de koelingsventilatoren stoppen en schakel de
hoofdstroomschakelaar uit.
•Niet het lensoppervlak aanraken voordat u de lens verwijdert of installeert.
•Voorkom vingerafdrukken, stof of vet op het lensoppervlak. Zorg dat het lensoppervlak geen
krassen oploopt.
•Werk op een vlak oppervlak met een zachte doek eronder om krassen te voorkomen.
•Als u de lens verwijdert en opslaat dient u op de projector de lenskap te plaatsen om stof en
vuil eruit te houden.
De bestaande lens van de projector verwijderen
1.Klap het bovenste deksel omhoog
2.Druk op de knop LENSVRIJGAVE om deze te
ontgrendelen.
3.Pak de lens vast.
4.Draai de lens linksom. De aanwezige lens wordt
losgemaakt.
5.Trek de bestaande lens voorzichtig uit.
De projector positioneren17
De nieuwe lens plaatsen
Flens
Greep horizontale
lensverschuiving
Greep vertikale
lensverschuiving
Schroef voor
vastzetten lensstand
Verwijder de doppen van beide kanten van de lens.
Verwijder de plastic bodydop voordat u voor het eerst een lens plaatst.
1. Lijn de flens uit en plaats
deze in de juiste positie op
11 uur als afgebeeld.
De flens moet in de positie op 11 uur
zijn geplaatst als afgebeeld.
2.Draai de lens rechtsom
totdat u een klik hoort wat aangeeft dat het op
zijn plaats zit.
Geprojecteerde afbeeldingspositie met
lensverschuifing bijstellen
Draai de schroef voor de aanpassing van de lensverschuiving los en draai hem na het aanpassen
aan.
De functie Lens Shift kan worden gebruikt om van de geprojecteerde afbeelding de positie
horizontaal of verticaal, binnen het hieronder in details beschreven bereik bij te stellen.
De projector positioneren18
De verticale beeldpositie aanpassen
Burau-voor projectie
Planfondmontage- voorprojectie
Ver ti c al e
verplaatsing
Hoogte van geprojecteerd beeld
Max 0,2V
Max 0,6V
Max
0,6V
Hoogte van geprojecteerd beeld
Ver ti c al e
verplaatsing
Verticale verplaatsing
Normale projectiepositie
Breedte van geprojecteerd beeld
0,05H0,05H
1V.
1V.
1H
Naar links
verplaatsen
Naar rechts
verplaat sen
De verticale afbeeldingshoogte kan tussen 60% en -20% voor 1080P van de offset-positie
worden aangepast. Raadpleeg het Lens Shift-bereikdiagram hieronder voor meer
informatie.
De horizontale beeldpositie aanpassen
Wanneer de lens in de middelste positie staat, kan de horizontale beeldpositie naar links of
rechts worden aangepast door te verhogen tot een maximum van 5% van de beeldbreedte.
Raadpleeg het Lens Shift-bereikdiagram hieronder voor meer informatie.
Lens Shift-bereik diagram
1080P
De projector positioneren19
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
Verticale afstand
Maximale zoom
Minimale zoom
B
H
De geprojecteerde beeldgrootte wordt bepaald door de afstand vanaf de projectorlens
naar het scherm, de zoominstelling en het videoformaat.
Projectie-afmetingen
Zie "Afmetingen" op pagina 65 voor de lensmiddenafmetingen van deze projector voordat
u de geschikte positie berekent.
De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en het geprojecteerde beeld is 16:9.
Er is een tolerantie van 5% tussen deze waarden door variaties in de optische onderdelen. BenQ
beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand
eerst met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische
eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die
het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
De projector positioneren21
Aansluitingen
Laptop of desktop
computer
A/V-apparaat
Smartphone of
tablet
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1.Schakel alle apparatuur uit voordat u aansluitingen maakt.
2.Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3.Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
•Niet alle kabels die in de onderstaande aansluitingen zijn weergegeven, zijn bij de projector
geleverd (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij
elektronicawinkels.
•De onderstaande afbeeldingen zijn uitsluitend bedoeld als referentie. De aansluitingen
achterop de projector verschillen per model projector.
1.Videokabel
2.Kabel Component video naar
Component
3.HDMI-kabel
*Voor het bijwerken van de firmware.
Aansluitingen22
4.VGA-kabel
5.USB-kabel*
6.HDMI-micro USB-kabel
HDMI-aansluiting
A/V-apparaat
HDMI-kabel
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) ondersteunt niet-gecomprimeerde
videogegevensoverdracht tussen compatibele apparaten zoals dvd-tuners, dvd-spelers, Bluray-spelers en schermen via één kabel. U moet een HDMI-kabel gebruiken als u de
projector met HDMI-apparaten verbindt.
Aansluitingen23
Aansluiting smart-apparaten
HDMI-naar-micro-USB-kabel
Smartphone of
tablet
De projector kan de inhoud direct vanaf een MHL-compatibel smart-apparaat projecteren.
Met een HDMI-naar-micro-USB-kabel of een HDMI-naar-micro-USB-adapter kunt u uw
smart-apparaten verbinden met de projector en dan genieten van uw inhoud op het grote
scherm.
Sommige smart-apparaten zijn mogelijk niet compatibel met de kabel die u gebruikt. Raadpleeg
de fabrikant van uw smart-apparaat voor gedetailleerde informatie.
Met een HDMI-naar-micro-USB-kabel
1.Sluit het ene uiteinde van de HDMI-naar-micro-USB-kabel aan op de HDMI-ingang op
de projector.
2.Sluit het andere uiteinde van de HDMI-naar-micro-USB-kabel aan op de micro-USBuitgang op uw smart-apparaat.
3.Schakel naar de HDMI/MHL-ingangsbron. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 38 voor details over het schakelen van het ingangssignaal.
Aansluitingen24
Met een HDMI-naar-micro-USB-adapter en een HDMI-
HDMI-kabel
Smartphone of
tablet PC
kabel
1.Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-ingang op de projector.
2.Sluit het andere uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-ingang op de adapter.
3.Sluit het andere uiteinde van de adapter aan op de micro-USB-uitgang op uw smartapparaat.
4.Schakel naar de HDMI/MHL-ingangsbron. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 38 voor details over het schakelen van het ingangssignaal.
Aansluitingen25
Component video-aansluiting
A/V-apparaat
2.Kabel Component video naar
Component
Aansluitingen26
Video-aansluiting
1
A/V-apparaat
1.Videokabel
Aansluitingen27
Verbinding pc
Laptop of desktop
computer
4.VGA-kabel5.USB-kabel
Aansluitingen28
Videobronapparaten aansluiten
U hoeft de projector alleen aan te sluiten op een videobronapparaat met een van de
aansluitmethoden. Elk apparaat biedt echter een ander niveau van videokwaliteit. De
methode die u kiest, zal zeer waarschijnlijk afhangen van de beschikbaarheid van geschikte
aansluitingen op de projector en het videobronapparaat zoals hieronder beschreven:
Terminalnaam
HDMI -1
HDMI-2/MHL
COMPONENT
VIDEO
Indien het geselecteerde videobeeld niet wordt getoond nadat de projector is opgestart en
de juiste video-ingang is geselecteerd, controleer dan of het videobronapparaat is
ingeschakeld en correct werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn
aangesloten.
Uiterlijk
terminal
Referentie
• "HDMI-aansluiting" op
pagina 23
• "Aansluiting smart-
apparaten" op pagina 24
"Component videoaansluiting" op pagina 26
"Video-aansluiting" op
pagina 27
Beeldkwalitei
t
Best
Beter
Normaal
Aansluitingen29
Bediening
De projector opstarten
1.Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de
stekker in een stopcontact. Schakel het
stopcontact in (indien nodig). Controleer of het
Voedingsindicator op de projector oranje
oplicht nadat de stroom is ingeschakeld.
Gebruik de originele accessoires (bijv. voedingskabel)
alleen met het apparaat om mogelijke gevaren, zoals
elektrische schok en brand, te voorkomen.
2.Druk op POWER op de projector of afstandsbediening om de projector
te starten. De Voedingsindicator knippert groen en blijft groen als de projector
wordt ingeschakeld.
De ventilators beginnen te werken en een opstartbeeld verschijnt op het scherm
terwijl het apparaat opwarmt. De projector reageert tijdens het opwarmen niet op
verdere opdrachten.
Draai zo nodig aan de scherpstelring om de helderheid van het beeld aan te passen.
Als de projector nog warm is van de vorige sessie, blijft de ventilator ongeveer 90 seconden
draaien voordat de lamp wordt ingeschakeld.
3.Als dit de eerste keer is dat u de projector inschakelt of na “Alle instellingen
resetten” verschijnt de installatie-assistent om u bij het instellen van de projector te
begeleiden. Als u dat al hebt gedaan, kunt u deze stap overslaan en doorgaan naar
stap 5.
• Gebruik de pijltoetsen (▲, ▼, ◄, ►) op de projector of afstandsbediening om
door de menu-items te schuiven.
• Gebruik OK om het geselecteerde menu-item te bevestigen.
De onderstaande schermopnamen van de Setupwizard zijn uitsluitend als referentie bedoeld en
kunnen verschillen van het eigenlijke ontwerp.
i. Geef Projectorpositie.
Meer informatie over de
projectorpositie vindt u op "Een
locatie kiezen" op pagina 16.
Bediening30
ii. Geef OSD Taal op.
iii. Geef Verticale keystone op.
Houd TERUG 2 seconden
ingedrukt om de keystonewaarde
te resetten.
iv. Geef Auto-ingang op.
U hebt nu de eerste instelling voltooid.
4.Als u een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op de pijlknoppen om een
wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Zie "De wachtwoordfunctie gebruiken" op
pagina 35 voor details.
5.Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6.De projector start het zoeken naar ingangssignalen. Het momenteel gescande
ingangssignaal wordt in de linkerbovenhoek van het scherm weergegeven. Als de
projector geen geldig signaal waarneemt, blijft het bericht ‘Geen signaal’ op het
scherm staan tot er een ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook op de knop SOURCE op de projector of afstandsbediening drukken om
het gewenste ingangssignaal te selecteren. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 38 voor details.
Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt, wordt
het bericht 'Buiten bereik'weergegeven op een leeg scherm. Selecteer een ingangssignaal dat
compatibel is met de resolutie van de projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau in.
Zie "Timingtabel" op pagina 66 voor details.
Bediening31
Het geprojecteerde beeld aanpassen
11
De projectiehoek aanpassen
De projector is voorzien van een instelbare voet. Met deze verstelvoetjes kunt u de hoogte
van het beeld en de projectiehoek wijzigen. De projectorhoogte aanpassen:
1.Draai aan het instelvoetje vooraan. Nadat het
beeld is gepositioneerd waar u het wilt
hebben.
2.Draai aan het verstelvoetje om de horizontale
hoek nauwkeuriger in te stellen.
Het voetje intrekken. Schroef de instelbare voet in
tegenovergestelde richting.
Wanneer de projector niet op een horizontaal
oppervlak is geplaatst of het scherm en de projector niet loodrecht op elkaar staan, wordt
het geprojecteerde beeld trapeziumvormig. Raadpleeg "Keystone corrigeren" op pagina 33
voor details om deze situatie te corrigeren.
•Kijk niet in de lens wanneer de lamp is ingeschakeld. Het felle licht kan uw ogen
beschadigen.
•Let op wanneer u op de afstelknop drukt, want deze bevindt zich dicht bij de uitlaat van
warme lucht.
Het beeld automatisch aanpassen
In sommige gevallen is het nodig om de beeldkwaliteit te optimaliseren. Druk hiervoor op
AUTO op de projector. Binnen 3 seconden past de ingebouwde Functie Intelligente
automatische aanpassing de waarden van Frequentie en Klok aan om de beste
beeldkwaliteit te bieden.
De huidige signaalgegevens worden 3 seconden in de linkerbovenhoek van het scherm
weergegeven.
•Tijdens het gebruik van AUTO is het scherm leeg.
•Deze functie is alleen beschikbaar als het pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Bediening32
Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen
Druk op /▼.Druk op /▲ .
1.Wijzig de grootte van het geprojecteerde beeld
met behulp van de zoomring.
2.Stel vervolgens het beeld scherp door aan de
focusring te draaien.
Keystone corrigeren
Keystone verwijst naar de situatie waarbij het geprojecteerde beeld aanzienlijk breder is
aan de bovenkant of onderkant. Dit doet zich voor als de projector niet loodrecht ten
opzichte van het scherm staat.
• Het projectortoetsenblok gebruiken
Druk op / op de projector om de
Keystone-correctiepagina te openen. Druk op
om de keystone bovenin het beeld te
corrigeren. Druk op om de keystone
onderin het beeld te corrigeren.
Bediening33
De menu's gebruiken
Huidig
ingangssignaal
Pictogram
hoofdmenu
Hoofdmenu
Submenu
Druk op BACK
om naar de vorige
pagina te gaan of af
te sluiten.
Status
Het OSD-menu biedt complete menufuncties.
Het bovenstaande overzicht van het OSD-menu is uitsluitend als referentie en kan verschillen
van het werkelijke design en het projectormodel dat u gebruikt.
Om het OSD-menu te openen, drukt u op MENU op de projector of de
afstandsbediening. Dit bestaat uit de volgende hoofdmenu's. Raadpleeg de koppelingen na
de onderstaande menu-items voor meer details.
1.Menu BEELD (zie "Menu BEELD" op pagina 39)
2.Menu Weergave (zie "Menu Weergave" op pagina 45)
3.Menu SYSTEEMINSTLL: Basis (zie "Menu SYSTEEMINSTLL: Basis" op pagina 47)
4.Menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd
(zie "Menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd" op pagina 48)
5.Menu Informatie (zie "Menu Informatie" op pagina 50)
Beschikbare menu-items kunnen verschillen afhankelijk van de aangesloten videobronnen
of opgegeven instellingen. Menu-items die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven.
• Gebruik de pijltoetsen (▲, ▼, ◄, ►) op de projector of afstandsbediening om door
de menu-items te schuiven.
•Gebruik OK om het geselecteerde menu-item te bevestigen.
Bediening34
De projector beveiligen
Met een beveiligingskabelvergrendeling
De projector moet op een veilige plaats worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen.
Koop anders een slot, zoals een Kensington-slot, om de projector te beveiligen. Op de
achterkant van de projector kunt u een sleuf voor het Kensington-slot vinden. Zie "Sleuf
voor Kensington-antidiefstalslot" op pagina 9 voor details.
Een Kensingtonslot met beveiligingskabel is doorgaans een combinatie van sleutel(s) en het
slot. Raadpleeg de documentatie van het slot voor meer informatie over het gebruik.
De wachtwoordfunctie gebruiken
Met het oog op beveiliging en het voorkomen van ongeoorloofd gebruik, is de projector
voorzien van een optie voor het instellen van een wachtwoordbeveiliging. U kunt het
wachtwoord instellen via het OSD-menu. Voor meer informatie over het gebruik van de
OSD, zie "De menu's gebruiken" op pagina 34.
Het is buitengewoon vervelend als u de inschakelingsblokkering inschakelt en vervolgens het
wachtwoord vergeet. Druk de handleiding zo nodig af en noteer er uw wachtwoord in. Bewaar
de handleiding op een veilige plaats, zodat u het wachtwoord altijd terug kunt vinden.
Een wachtwoord instellen
Wanneer u een wachtwoord hebt ingesteld, kan de projector alleen worden gebruikt als het
wachtwoord bij elke start van de projector wordt ingevoerd.
1.Open het OSD-menu en ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd >
Wachtwoord. Druk op OK. De pagina Wachtwoord verschijnt.
2.Markeer Inschakelblokkering en selecteer Aan door op ◄/► te drukken.
3.Zoals hier rechts afgebeeld, staan de vier
pijlknoppen (▲/▼/◄/►) respectievelijk voor
vier cijfers (1, 2, 3, 4). Gebruik de
navigatietoetsen om een wachtwoord van zes
cijfers in te voeren.
4.Bevestig het nieuwe wachtwoord door dit
opnieuw in te voeren.
Als het wachtwoord is ingesteld, keert het
OSD-menu terug naar de pagina
Wachtwoord.
5.Druk om de functie Inschakelblokkering te activeren op ▲/▼ om
Inschakelblokkering te markeren en druk op ◄/► om Aan te selecteren.
De ingevoerde cijfers worden als sterretjes op het scherm weergegeven. Schrijf het door u
gekozen wachtwoord voor of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd in deze handleiding,
zodat u het bij de hand hebt als u het mocht vergeten.
Wachtwoord: __ __ __ __ __ __
Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.
6.Sluit het OSD-menu af door op BACK te drukken.
Bediening35
Als u het wachtwoord bent vergeten
Als de wachtwoordfunctie is geactiveerd, wordt u
gevraagd het wachtwoord van zes cijfers in te voeren
als u de projector inschakelt. Als u het verkeerde
wachtwoord invoert, verschijnt het foutbericht van het
wachtwoord dat hier rechts wordt weergegeven. Dit
blijft drie seconden op het scherm staan. Hierna volgt
het bericht 'WACHTWOORD INVOEREN'. U kunt een nieuwe poging doen door een
ander wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Als u het wachtwoord niet in deze
handleiding hebt genoteerd, en u het echt niet meer kunt herinneren, kunt u de procedure
voor het ophalen van het wachtwoord starten. Zie "De procedure voor het oproepen van
het wachtwoord starten" op pagina 36 voor details.
Wanneer u 5 keer achtereenvolgens een verkeerd wachtwoord invoert, wordt de
projector na korte tijd automatisch uitgeschakeld.
De procedure voor het oproepen van het
wachtwoord starten
1.Druk op AUTO op de projector en houd de knop
3 seconden ingedrukt. De projector geeft een
gecodeerd nummer weer op het scherm.
2.Schrijf het nummer op en schakel de projector uit.
3.Raadpleeg het servicecentrum van BenQ om het
nummer te decoderen. U kunt worden gevraagd
een bewijs van aankoop voor te leggen om te
controleren of u een bevoegde gebruiker van de
projector bent.
Bediening36
Het wachtwoord wijzigen
1.Open het OSD-menu en ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd >
Wachtwoord > Wachtwoord wijzigen .
2.Druk op OK. Het bericht 'HUIDIG WACHTWOORD INVOEREN' verschijnt.
3.Voer het oude wachtwoord in.
• Als het wachtwoord juist is, verschijnt het bericht 'NIEUW
WACHTWOORD INVOEREN'.
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord
drie seconden op het scherm. Daarna verschijnt het bericht 'HUIDIG
WACHTWOORD INVOEREN' en kunt u het opnieuw proberen. U kunt op
BACK drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord
proberen.
4.Voer een nieuw wachtwoord in.
De ingevoerde cijfers worden als sterretjes op het scherm weergegeven. Schrijf het door u
gekozen wachtwoord voor of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd in deze handleiding,
zodat u het bij de hand hebt als u het mocht vergeten.
Wachtwoord: __ __ __ __ __ __
Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.
5.Bevestig het nieuwe wachtwoord door dit opnieuw in te voeren.
6.U hebt een nieuw wachtwoord aan de projector toegewezen. Voer het nieuwe
wachtwoord in als u de projector weer start.
7.Sluit het OSD-menu af door op BACK. te drukken.
De wachtwoordfunctie uitschakelen
U kunt de wachtwoordbeveiliging ook uitschakelen. Ga terug naar het menu
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Wachtwoord >Inschakelblokkering zodra het
OSD-menu is geopend. Selecteer Uit door op ◄/► te drukken. Het bericht
'WACHTWOORD INVOEREN' verschijnt. Voer het huidige wachtwoord in.
i. Als het wachtwoord juist is, keert het OSD-menu terug naar de pagina
Wachtwoord en staat Uit in de rij van Inschakelblokkering. Wanneer u de
projector de volgende keer inschakelt, hoeft u geen wachtwoord meer in te
voeren.
ii. Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord
drie seconden op het scherm. Daarna verschijnt het bericht
'WACHTWOORD INVOEREN' voor uw nieuwe poging. U kunt op BACK
drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen.
Hoewel de wachtwoordfunctie is uitgeschakeld, dient u het oude wachtwoord bij de hand te
houden voor het geval u de wachtwoordfunctie ooit weer opnieuw moet activeren door het
oude wachtwoord in te voeren.
Bediening37
Schakelen tussen ingangssignalen
De projector kan tegelijkertijd op verschillende apparaten worden aangesloten. De
beelden van deze apparaten kunnen echter niet tegelijkertijd op volledig scherm worden
weergegeven.
Als u wilt dat de projector altijd automatisch signalen zoekt:
• Ga onder het OSD-menu naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis en schakel
Auto-ingang in. (zie "Auto-ingang" op pagina 47)
U kunt ook handmatig door de beschikbare ingangssignalen
gaan.
1.Druk op SOURCE op de projector of druk op de
afstandsbediening op de invoerbron. Er verschijnt een
bronselectiebalk.
2.Druk op ▲/▼ totdat het gewenste signaal is geselecteerd
en druk op OK.
Zodra het signaal is gevonden, wordt de informatie over
de geselecteerde bron enkele seconden weergegeven op
het scherm. Als er meerdere apparaten op de projector
zijn aangesloten, herhaal dan stappen 1-2 om een ander
signaal te zoeken.
•De helderheid van het geprojecteerde beeld verandert overeenkomstig wanneer u schakelt
tussen de verschillende ingangssignalen. "pc"-gegevenspresentaties (grafisch) die meestal
stilstaande beelden gebruiken, zijn doorgaans helderder dan "Video"-presentaties die vooral
bewegende beelden gebruiken (films).
•De eigenresolutie van deze projector heeft een beeldverhouding van 16:9. Voor de beste
beeldresultaten moet u een ingangssignaal dat bij deze resolutie uitvoert, kiezen en
gebruiken. Andere resoluties worden door de projector aangepast, afhankelijk van de
instelling ‘beeldverhouding’. Dit kan enige beeldvervorming of verlies van beeldhelderheid
veroorzaken. Zie "Beeldverhouding" op pagina 45 voor details.
U kunt de bron ook hernoemen:
1.Druk op MENU en vervolgens op ◄/► totdat het menu SYSTEEMINSTLL: Basis gemarkeerd is.
2.Druk op ▼ om Wijzig bronn. te markeren en druk op OK. De pagina Wijzig bronn. verschijnt.
3.Druk op ▲/▼/◄/► totdat het gewenste teken is geselecteerd en druk op OK.
Bediening38
Menu BEELD
SubmenuFuncties en beschrijvingen
Selecteert een vooraf ingestelde beeldmodus die past bij uw gebruiksomgeving en
het type ingangssignaalbeeld.
Hieronder vindt u een overzicht van de vooraf ingestelde beeldmodi:
• Helderheid: Maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld.
Deze modus is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is
vereist, zoals het gebruik van de projector in een goed verlichte kamer.
• Levendig: Met goed verzadigde kleuren, een goed afgestemde scherpte en
een hoger helderheidsniveau, is de modus Levendig perfect om films in een
woonkamer te bekijken waar enig omgevingslicht voorkomt.
• THX: Vult de wereldwijde HDTV-standaard aan met nauwkeurige kleuren en
het grootste contrast bij lagere helderheidsniveaus, de modus THX is geschikt
voor het bekijken van films in een volledig duistere omgeving als in een
Beeldmodus
Gebruikermod.
beheer
bioscoop. Om gemakkelijk te genieten van de bioscoopkleur die is opgehaald
uit de standaard REC. 709, raden we aan om alle mogelijke lichtbronnen af te
schermen behalve de projector (zoals lampen, computerschermen of licht dat
door gordijnen binnenkomt) en een standaardformaat 1080p-beeldbron te
gebruiken zoals een Blu-ray disc voor de beste kijkervaring in deze modus.
• Spel: geschikt voor het spelen van videogames in een helder verlichte kamer.
• 3D: geoptimaliseerd om 3D-effecten weer te geven bij het kijken naar 3Dmateriaal.
Deze modus is alleen beschikbaar wanneer 3D is ingeschakeld.
• Gebruiker 1/Gebruiker 2: Haalt de aangepaste instellingen terug. open het
OSD-menu BEELD en raadpleeg Gebruikermod.beheer voor details.
De functie is toegankelijk via de afstandsbediening.
De functies zijn alleen beschikbaar wanneer de Beeldmodus is ingesteld op
Gebruiker 1 of Gebruiker 2.
• Inst. laden vanaf
Hiermee kunt u een vooraf ingestelde beeldmodus handmatig aanpassen en er een
beschikbare optie van maken in de lijst van de beeldmodus.
1. Ga naar het menu BEELD > Beeldmodus, selecteer Gebruiker 1 of
Gebruiker 2.
2. Druk op ▼ om Gebruikermod.beheer te selecteren.
3. Selecteer in het venster Gebruikermod.beheer de optie Inst. laden vanaf
en druk op OK.
4. Druk op▼ om een beeldmodus te kiezen die uw eisen het dichtst benadert.
5. Druk op OK en BACK wanneer u klaar bent om terug te keren naar het
menu BEELD.
6. Druk op ▼ om andere submenu's die u wilt wijzigen, te selecteren en gebruik
◄/► om de waarden aan te passen. De aanpassingen definiëren de
geselecteerde gebruikersmodus.
• Gebr.mod.naam wz
Selecteert om de aangepaste beeldmodi te hernoemen (Gebruiker 1 of
Gebruiker 2).
1. Ga naar het menu BEELD > Beeldmodus, selecteer Gebruiker 1 of
Gebruiker 2.
2. Druk op ▼ om Gebruikermod.beheer te selecteren.
3. Selecteer in het venster Gebruikermod.beheer de optie Gebr.mod.naam wz en druk op OK.
4. In het venster Gebr.mod.naam wz gebruikt u ▲/▼/◄/► om de gewenste
tekens voor de geselecteerde modus te kiezen.
5. Wanneer u klaar bent, drukt u op OK en BACK om af te sluiten.
Bediening39
SubmenuFuncties en beschrijvingen
0503
70
2174
Past de helderheid van het beeld aan. Stel deze knop zo in, dat de zwarte
gedeelten van het beeld gewoon zwart worden weergegeven en dat er nog details
zichtbaar zijn in de donkere gedeelten.
Helderheid
070503
De functie is toegankelijk via de afstandsbediening.
Stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het beeld in. Na het aanpassen
van de waarde voor Helderheid, past u Contrast aan om het maximale
witniveau in te stellen.
Contrast
De functie is toegankelijk via de afstandsbediening.
Hiermee past u het verzadigingsniveau van de kleuren aan -- de sterkte van elke
Kleur
Tint
Scherpte
kleur in een videobeeld. Lagere instellingen produceren minder verzadigde
kleuren. Als u dit instelt naar de minimumwaarde, wordt het beeld zwart en wit.
Wanneer de instelling te hoog is, worden de kleuren op het beeld te fel, waardoor
het beeld onrealistisch wordt.
Hiermee past u de rode en groene kleurtonen van het beeld aan.
Hoe hoger de waarde, hoe roder het beeld. Hoe lager de waarde, hoe groener
het beeld.
Hiermee kunt u het beeld scherper of zachter maken.
Hoe hoger de waarde, hoe helderder het
beeld en hoe lager de waarde, hoe
donkerder het beeld.
Hoe hoger de waarde, hoe groter het
contrast.
Hoe hoger de waarde, hoe scherper het
beeld. Hoe lager de waarde, hoe zachter
het beeld.
De functie is toegankelijk via de afstandsbediening.
Bediening40
SubmenuFuncties en beschrijvingen
1,6
1,8 2,0 2,2 2,4 2,5 2,6 2,8
Grote helderheid
Laag contrast
Geringe helderheid
hoog contrast
• Gammaselectie
Gamma verwijst naar de relatie tussen invoerbronnen en beeldhelderheid.
• 1,6/1,8/2,0/BenQ: Selecteer deze waarden volgens uw voorkeur.
• 2,1/2,2: Verhoogt de gemiddelde helderheid van het beeld. Het beste
voor een verlichte omgeving, vergaderruimte of huiskamer.
• 2,3/2,4: Het beste om films te bekijken in een verduisterde omgeving.
• 2,5/2,6/2,8: Het beste om films te bekijken die voornamelijk zijn
samengesteld uit donkere scènes.
• Kleurtemperatuur
Hiermee kunt u de vooraf gedefinieerde kleurtemperatuurmodi handmatig
aanpassen:
1. Druk op OK om het venster Kleurtemperatuur weer te geven.
2. Druk op ▲/▼ om het item te markeren dat u wilt veranderen en pas de
waarden aan door op ◄/► te drukken.
• Voorinstelling: De beschikbare opties voor de instelling van de
Geavanceerd...
kleurtemperatuur* verschillen afhankelijk van het verbonden
ingangssignaal.
• Normaal: De witte kleur behoudt de normale schakering.
• Koel: Maakt het beeld blauwachtig wit.
• Standaardtemp.: met de oorspronkelijke kleurtemperatuur van de
lamp en een grotere helderheid. Deze instelling is geschikt voor
omgevingen waar een hoge helderheid is vereist, zoals het gebruik van
de projector in een goed verlichte kamer.
• Warm: Maakt het beeld roodachtig wit.
*Meer informatie over de kleurtemperatuur:
Er bestaan vele kleurschakeringen die om verschillende redenen als “wit”
worden beschouwd. Het begrip “kleurtemperatuur” is een van de meest
gebruikte methoden om de kleur wit uit te drukken. Een witte kleur met
een lage kleurtemperatuur vertoont een rode schijn. Een witte kleur met
een hoge kleurtemperatuur vertoont eerder een blauwe schijn.
• Rood effect/Groen effect/Blauw effect: past de contrastniveaus aan
van rood, groen en blauw.
• Rode hoek/Groene hoek/Blauwe hoek: past de helderheidsniveaus
aan van rood, groen en blauw.
3. Wanneer u klaar bent, drukt u op OK en BACK om af te sluiten.
De functie is toegankelijk via de afstandsbediening.
Bediening41
SubmenuFuncties en beschrijvingen
Rood
Geel
Groen
Cyaan
Magenta
Blauw
• Kleurbeheer
In de meeste installatieomstandigheden is kleurbeheer niet nodig, bijvoorbeeld in
een klaslokaal, vergaderruimte of woonkamer waar het licht aan blijft, of als door
de vensters daglicht naar binnen komt.
Alleen in permanente installaties met kunstmatige lichtniveaus, zoals
directiekamers, congreszalen of thuisbioscopen, moet kleurbeheer worden
overwogen. Met kleurbeheer kunt u de kleuren fijn afstellen zodat u de kleuren
nog waarheidsgetrouwer kunt weergeven.
Correct kleurbeheer kan alleen worden verkregen onder gecontroleerde en
reproduceerbare weergaveomstandigheden. U hebt een colorimeter
(kleurlichtmeter) en een reeks geschikte bronbeelden nodig om de
kleurreproductie te meten. Deze hulpmiddelen worden niet bij de projector
geleverd, maar de verkoper van uw projector of zelfs een ervaren professionele
installateur zou u de nodige hulp moeten kunnen bieden.
Kleurbeheer biedt zes reeksen (RGBCMY) kleuren die kunnen worden aangepast.
Als u elke kleur selecteert kunt u onafhankelijk het bereik en verzadiging naar
wens aanpassen.
1. Druk op OK en de pagina Kleurbeheer verschijnt.
2. Markeer Primaire kleur en druk op ◄/►
om een kleur te kiezen uit Rood, Groen,
Geavanceerd...
Blauw, Cyaan, Magenta en Geel.
3. Druk op ▼ om Tint te markeren en druk op
◄/► om het bereik te selecteren. Een
grotere bereik zal kleuren bevatten met meer
proporties van de twee aangrenzende
kleuren. Raadpleeg de afbeelding rechts voor
de onderlinge relatie tussen de kleuren.
Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik
instelt op 0, wordt alleen puur rood in het
geprojecteerde beeld geselecteerd. Het verhogen van het bereik neemt ook
rood op dat dicht bij geel en dicht bij magenta ligt.
4. Druk op ▼ om Verzadiging te markeren en pas de waarden naar wens aan
door te drukken op ◄/►. Het effect van elke aanpassing is onmiddellijk
zichtbaar in het beeld.
Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik instelt op 0, wordt alleen de
verzadiging van puur rood beïnvloed.
5. Druk op ▼ om Effect te markeren en pas de waarden naar wens aan door te
drukken op ◄/►. Het contrastniveau van de geselecteerde primaire kleur
wordt beïnvloedt. Het effect van elke aanpassing is onmiddellijk zichtbaar in
het beeld.
6. Herhaal stappen 2 tot 5 voor andere kleuraanpassingen.
7. Zorg dat u alle gewenste aanpassingen maakt.
8. Druk op OK en BACK om af te sluiten en de instellingen op te slaan.
Bediening42
SubmenuFuncties en beschrijvingen
•CinemaMaster
• Color Enhancer: Verbetert de kleurverzadiging voor een levendiger
beeldkwaliteit.
Hoe hoger de instelling, des te levendiger het beeld is.
Hoe lager de instelling, des te zachter het beeld is.
• Huidkleur: Dit onderdeel is instelbaar zodat de levendigheid van de film
aanzienlijk toeneemt.
• Pixel Enhancer: Detecteert de kleurverandering tussen een object en
de achtergrond om een scherper beeld met duidelijker randen en
verbeterde oppervlakteteksturen te leveren.
Hoe hoger de instelling, des te scherper het beeld is.
Hoe lager de instelling, des te zachter het beeld is.
• DCTI: Digital Color Transient Improvement voor minder kleurenvegen in
beeld.
• DLTI: Digital Level Transient Improvement voor betere details in het
beeld.
• Motion Enhancer: Schat de veranderingen in bewegingen van beeld tot
Geavanceerd...
Brilliant Color
Zwartniveau
beeld en voegt geïnterpoleerde beelden in voor een vloeiender
kijkervaring bij films.
• Ruisonderdrukking
vermindert elektrische beeldruis welke door verschillende mediaspelers wordt
veroorzaakt. Hoe hoger de waarde, hoe lager de ruis.
• Dynamische iris
Om het zwartniveau van het geprojecteerde beeld te wijzigen om het effect van
de contrastverhouding te verbeteren.
1. Deze functie werkt niet in de 3D-stand.
2. Het lampvermogen wordt niet be?vloed als Dynamische iris is ingeschakeld.
3. Als de SmartEco-modus is geselecteerd, wordt Dynamische iris automatisch
uitgeschakeld; het onderdeel wordt tevens grijs in het schermmenu. In dit
geval verschijnt een bericht.
4. Dynamische Iris werkt alleen wanneer Beeldmodus = Heldere modus & Bron
= VGA/HDMI. In de andere modus is Dynamische iris uitgeschakeld.
• Filmmodus
Verbetert de beeldkwaliteit bij het projecteren van composiet-beelden van een
dvd of Blu-ray-disc. Als u Uit instelt, wordt de functie uitgeschakeld.
Deze functie maakt gebruik van een nieuw kleurverwerkingsalgoritme en
systeemniveauverbeteringen voor een hogere helderheid terwijl de kleuren
natuurgetrouwer en levendiger in beeld komen. Het verhoogt de helderheid van
de middentonen met meer dan 50%. Middentonen komen veel voor in video's en
natuuropnamen, zodat de projector de beelden realistisch en in ware kleuren
weergeeft. Als u beelden van deze kwaliteit wilt, kies dan Aan. Als u dat niet wilt,
kies dan Uit.
Stelt de grijsschaal van het beeld in op 0 IRE of 7.5 IRE.
Het grijswaarden-videosignaal wordt gemeten in IRE-eenheden. In sommige
gebieden waar de tv-standaard NTSC wordt toegepast, worden de grijswaarden
gemeten vanaf 7.5 IRE (zwart) tot 100 IRE (wit); maar in andere gebieden, waar
PAL of Japanse NTSC-standaarden worden gebruikt, worden de grijswaarden
gemeten van 0 IRE (zwart) tot 100 IRE (wit). We raden aan om de invoerbron te
controleren om te zien of deze met 0 IRE of 7.5 IRE is en aan de hand daarvan een
keuze te maken.
Bediening43
SubmenuFuncties en beschrijvingen
Selecteert het projectorlampvermogen uit de volgende modi.
• Normaal: Biedt de volledige lamphelderheid.
• Economisch: vermindert het systeemgeluid en het energieverbruik met 30%.
Lampvermogen
Actuele beeldmod.
resetten
• SmartEco: vermindert het systeemgeluid en het door de lamp opgenomen
vermogen met maximaal 70%.
Als de modus Economisch of SmartEco is geselecteerd, wordt de lichtuitvoer
verminderd en worden de geprojecteerde beelden donkerder.
Zie "Lampvermogen instellen" op pagina 56 voor details.
Alle aanpassingen die u hebt uitgevoerd voor de geselecteerde Beeldmodus
(inclusief vooraf ingestelde modi, Gebruiker 1 en Gebruiker 2), opnieuw
instellen naar de vooraf ingestelde fabriekswaarden.
1. Druk op OK. Het bevestigingsbericht 'wordt weergegeven.
2. Gebruik ◄/► om Reset te selecteren en druk op OK. De beeldmodus keert
terug naar de vooraf ingestelde fabrieksinstellingen.
3. Herhaal de stappen 1 tot 2 als u andere beeldmodi wilt resetten.
Bediening44
Menu Weergave
15:9-beeld
16:9-beeld
4:3-beeld
SubmenuFuncties en beschrijvingen
De eigenresolutie van deze projector heeft een beeldverhouding van 16:9. U kunt
deze functie echter gebruiken om het geprojecteerde beeld van een andere
beeldverhouding weer te geven.
In de volgende afbeeldingen zijn de zwarte gedeelten inactieve gebieden
en de witte actieve gebieden.
•Auto
•4:3
Schaalt een beeld verhoudingsgewijs volgens de
oorspronkelijke resolutie van de projector in
horizontale of verticale breedte. Hiermee wordt
optimaal gebruik gemaakt van het scherm en blijft
de verhouding van een beeld behouden.
Schaalt het beeld zo, dat het in het midden van
het scherm wordt weergegeven in een
beeldverhouding van 4:3.
Beeldverhouding
Beeldpositie
Overscanaanpassing
•16:9
Schaalt een beeld zo, dat het in het midden van
het scherm wordt weergegeven in een
beeldverhouding van 16:9.
• Breedbeeld
Rekt een beeld in horizontale richting om het aan
te passen aan de schermbreedte. De hoogte van
een beeld wordt niet veranderd.
• Anamo. 2,35:1: het beeld verticaal rekken om te passen bij een
anamorfische lens. Houdt de standaardresolutie op de horizontale breedte en
verandert de verticale hoogte van de resolutie tot 1,321875 maal het
oorspronkelijke beeld.
• Anamo. 16:9: het beeld horizontaal rekken om te passen bij een
anamorfische lens. Houdt de standaardresolutie op de verticale hoogte en
verandert de horizontale breedte van de resolutie tot 0,7565 maal het
oorspronkelijke beeld.
Toont het venster Beeldpositie. U kunt de richtingspijlen op de projector of de
afstandsbediening gebruiken om de positie van het geprojecteerde beeld aan te
passen.
De waarden die onderaan in het venster worden weergegeven veranderen met
elke toets die indrukt.
Deze functie is alleen beschikbaar als Pc-signaal is geselecteerd.
Verbergt de slechte beeldkwaliteit in de vier randen.
Hoe groter de waarde is, des te groter deel van het beeld verborgenwordt terwijl
het scherm gevuld blijft en geometrisch accuraat is. Instelling 0 betekent dat het
beeld voor 100 % wordt weergegeven.
Bediening45
SubmenuFuncties en beschrijvingen
• Horizontale afmeting
Stelt de horizontale breedte van het beeld in.
Deze functie is alleen beschikbaar indien een pc-signaal (analoog RGB) is
geselecteerd.
Pc & YPbPrcomponent
afstemmen
3D
•Fase
Past de klokfase aan om vervorming van het beeld te verminderen.
Deze functie is alleen beschikbaar indien een pc-signaal (analoog RGB) is
geselecteerd.
• Auto (alleen voor RGBHD PC Timing)
Past automatisch de fase en de frequentie aan.
Deze functie is alleen beschikbaar als Pc-signaal is geselecteerd.
Deze projector ondersteunt het afspelen van driedimensionale inhoud (3D) die
wordt overgedragen via uw 3D-compatibele video-apparaten en inhoud, zoals
PlayStation-consoles (met 3D-gameschijven), 3D Blu-ray 3D-spelers (met 3D
Blu-ray-discs), 3D TV (met 3D-kanaal) enz. Nadat u de 3D-videoapparaten hebt
aangesloten op de projector, moet u de BenQ 3D-bril opzetten en deze
inschakelen om 3D-inhoud te kunnen zien.
Wanneer u 3D-inhoud bekijkt
•Het beeld lijkt onjuist geplaatst, maar dit is geen storing in het product.
•Pauzeer regelmatig bij het kijken naar 3D-inhoud.
•Stop met kijken als u zich vermoeid of onprettig voelt.
•Blijf op een afstand van het scherm van ongeveer driemaal de effectieve
hoogte van het scherm bij het kijken naar 3D-inhoud.
•Kinderen en mensen die overgevoelig zijn voor licht, hartproblemen
hebben of een andere bestaande medische afwijking hebben, moeten
niet naar 3D-inhoud kijken.
De volgende functies helpen u bij het verbeteren van uw 3D-kijkervaring.
• 3D synchr. modus
Selecteer DLP-Link of 3D VESA voor een DLP-Link- of 3D VESA-bril.
•3D-modus
De standaardinstelling is Auto en de projector kiest automatisch een geschikte
3D-indeling zodra 3D-inhoud gedetecteerd wordt. Als de projector de 3Dindeling niet herkent, kiest u handmatig een 3D-modus volgens uw voorkeur.
Wanneer deze functie is ingeschakeld:
•het helderheidsniveau van het geprojecteerde beeld vermindert.
•De Beeldmodus kan niet worden aangepast.
• 3D-diepte instellen
Past het diepteniveau aan van 3D-beelden op het scherm zodat u natuurlijker en
comfortabeler effecten van 3D-inhoud ziet.
•3D-sync keren
Als het 3D-beeld vervormd is, schakelt u deze functie in door te wisselen tussen
het beeld voor het linkeroog en het rechteroog voor een comfortabeler 3Dkijkervaring.
De functie is toegankelijk via de afstandsbediening.
Bediening46
Menu SYSTEEMINSTLL: Basis
SubmenuFuncties en beschrijvingen
TaalStelt de taal in voor de schermmenu's (OSD).
AchtergrondkleurStelt de achtergrondkleur in wanneer er geen signaal is naar de projector.
Hiermee selecteert u het logoscherm dat wordt weergegeven bij het opstarten
Opstartscherm
Projectorpositie
Automatisch uit
Direct inschakelen
Menu-instellingen
Wijzig bronn.
Auto-ingang
van de projector. U kunt het scherm met het BenQ-logo, het blauwe scherm of
het zwarte scherm.
U kunt de projector aan het plafond of achter een scherm installeren, of met een
of meerdere spiegels. Zie "Een locatie kiezen" op pagina 16 voor details.
Voorkomt onnodige projectie wanneer lange tijd geen signaal wordt gedetecteerd.
Zie "Instelling Automatisch uitschakelen" op pagina 56 voor details.
Wanneer de functie is ingesteld op Aan, wordt de projector automatisch
ingeschakeld zodra de stroom door de voedingskabel wordt gevoerd. Wanneer de
functie is ingesteld op Uit, moet u de projector inschakelen door op te
drukken op de projector of op op de afstandsbediening.
• Menupositie
Hiermee stelt u de positie van het OSD-menu in.
• Weergaveduur menu
Bepaalt hoe lang het OSD-menu op het scherm blijft nadat u de laatste knop hebt
ingedrukt.
• Herinnering
Stelt in of het herinneringsbericht wordt weergegeven door de projector terwijl
het beeld verborgen is.
Hernoem de huidige ingangsbron naar uw gewenste naam.
In het venster Wijzig bronn. gebruikt u ▲/▼/◄/► om de gewenste tekens
voor het verbonden bronitem in te stellen.
Zodra dit is ingesteld drukt u op OK om de wijzigingen op te slaan.
Stelt in of projector automatisch ingangen zoekt.
Selecteer Aan om de projector te laten scannen op ingangsbronnen tot een
signaal wordt verkregen. Als de functie is ingesteld op Uit, selecteert de projector
de laatst gebruikte invoerbron.
Bediening47
Menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd
SubmenuFuncties en beschrijvingen
• Lamptimer herst.
Activeert deze functie alleen nadat een nieuwe lamp is geïnstalleerd. Wanneer u
Reset selecteert, verschijnt het bericht "Opnieuw instellen gelukt" om u te
Lampinstellingen
Hdmi-instellingen
Baud-ratio
Testpatroon
Ondertitels
Snelle afkoeling
melden dat de lamptijd is gereset naar "0".
•Lamptimer
De functie Lamptimer geeft het tijdsdeel weer die door elke bedrijfsmodus
gebruikt is. Modus Normaal, Eco, SmartEco, en de Equivalent lampuren-meter.
•HDMI-bereik
Kiest een ingangstype voor het HDMI-signaal. U kunt het brontype ook met de
hand selecteren. De verschillende brontypen gebruiken verschillende normen
voor het helderheidsniveau.
Het HDMI-bereik is alleen beschikbaar als het HDMI-signaal is
geselecteerd.
•CEC
Hiermee schakelt u de functie CEC in en uit. Als u een CEC-compatibel HDMIapparaat op de projector aansluit met een HDMI-kabel, wordt door het
inschakelen van het CEC-compatibele HDMI-apparaat automatisch de projector
ingeschakeld, terwijl het uitschakelen van de projector automatisch het CECcompatibele HDMI-apparaat uitschakelt.
• Inschakelkoppeling
Als een apparaat met de projector is verbonden, kan het inschakelen van het
apparaat of de projector ook de ander inschakelen.
• Uitschakelkoppeling
Als een afspeelapparaat op de projector is aangesloten, wordt dit uitgeschakeld als
de projector wordt uitgeschakeld.
Kies een baud rate die identiek is aan die van de computer zodat u de projector
kunt aansluiten via een geschikte RS-232-kabel en de firmware van de projector
kunt updaten of downloaden. Deze functie is bedoeld voor bevoegde
onderhoudstechnici.
Hiermee kan deze functie het rastertestpatroon weergeven. Dit helpt u met het
aanpassen van de beeldgrootte en de focus zodat het geprojecteerde beeld niet
vervormd is.
• Ondertitels aan
Activeer de functie door Aan te kiezen als het geselecteerde ingangssignaal
ondertitels bevat.*
*Over ondertitels
als weergave op het scherm van de gesproken tekst, verhaal en geluidseffecten van
tv-programma’s en video’s met ondertiteling (meestal gemarkeerd met of "OT" in
de tv-gids).
• Ondertitelversie
Selecteert de 7ondertitelmodus van uw voorkeur. Selecteer OT1, OT2, OT3 OF
OT4 (OT1 geeft ondertitels weer in de primaire taal van uw regio) om ondertitels
te bekijken.
Selecteert Aan om de tijd voor het afkoelen van de projector te verkorten van
een normale duur van 90 seconden naar ongeveer 3 seconden.
Bediening48
SubmenuFuncties en beschrijvingen
Dit is een modus voor gebruik in gebieden zoals op grote hoogte of bij hoge
temperatuur. Activeer de functie wanneer uw omgeving tussen 1500 meter tot
3000 meter boven zeeniveau ligt, met een omgevingstemperatuur tussen 0 en
30°C.
Gebruik de Hoogtemodus niet als de hoogte tussen 0 m en 1500 m is en de
temperatuur tussen 0°C en 30°C ligt. Als u in deze omstandigheden de
modus inschakelt, wordt de projector te veel afgekoeld.
Hoogtemodus
Wachtwoord
Toetsenvergrendeling
12V-trigger12V-triggersignaaluitvoer in- of uitschakelen.
Led-indicator
Instll. herstellen
ISF
Het gebruik onder Hoogtemodus kan een hoger bedrijfsgeluid van meer
decibels veroorzaken vanwege de hogere ventilatorsnelheid die nodig is om de
algemene koeling en prestaties van het systeem te verbeteren.
Als u deze projector in andere extreme omstandigheden dan de bovenstaande
gebruikt, wordt het apparaat mogelijk automatisch uitgeschakeld om te
voorkomen dat de projector oververhit geraakt. Selecteer in dergelijke gevallen
de hoogtemodus om deze symptomen te verhelpen. Dit betekent echter niet dat
de projector in alle ruwe of extreme omstandigheden kan worden gebruikt.
Voor beveiligingsdoeleinden en om onbevoegd gebruik te voorkomen, kunt u de
wachtwoordbeveiliging voor de projector instellen. Zie "De wachtwoordfunctie
gebruiken" op pagina 35 voor details.
• Wachtwoord wijzigen
U wordt gevraagd het huidige wachtwoord in te voeren voordat u het vervangt
door een nieuw.
• Inschakelblokkering
Beperkt het gebruik van de projector tot hen die het juiste wachtwoord kennen.
Als de besturingstoetsen op de projector geblokkeerd zijn, kunnen de instellingen
van de projector niet per ongeluk worden veranderd (bijvoorbeeld door
kinderen).
Als u Aan selecteert om deze functie in te schakelen, werken de
besturingstoetsen op de projector niet behalve POWER.
Hef de vergrendeling op door ► op de projector 3 seconden lang ingedrukt te
houden.
Wanneer u Aan selecteert, werken alle Led-indicators op de projector normaal.
Zie "Indicators" op pagina 62 voor meer details.
Als u Uit selecteert, zijn de LED-indicators uit nadat u de projector inschakelt en
het splashscherm verschijnt. Als de projector echter niet goed werkt, lichten de
LED-indicators op of knipperen ze om u eraan te herinneren dat er een probleem
kan optreden. Zie ook "Indicators" op pagina 62 voor meer details.
Herstelt alle standaardinstellingen.
De volgende instellingen blijven behouden: ISF, Lamptimer herstellen,
Inschakelblokkering, Hoogtemodus, Wachtwoord.
Het menu ISF-kalibratie is met een wachtwoord beveiligd en alleen toegankelijk
voor geautoriseerde ISF-kalibreerders. De ISF (Imaging Science Foundation) heeft
zorgvuldig vormgegeven en door de branche erkende normen ontwikkeld voor
optimale videoprestaties en heeft een trainingsprogramma ingevoerd voor technici
en installateurs die deze normen kunnen gebruiken voor het verkrijgen van een
optimale beeldkwaliteit van videoschermen van BenQ. Daarom raden we aan om
de instelling en kalibratie te laten uitvoeren door een ISF-gecertificeerde
installatietechnicus.
Ga voor meer informatie naar www.imagingscience.com of neem contact
op met de verkoper van de projector.
Bediening49
Menu Informatie
SubmenuFuncties en beschrijvingen
BronToont de huidige signaalbron.
BeeldmodusToont de huidige beeldmodus onder het menu BEELD.
ResolutieToont de oorspronkelijke resolutie van de ingangsbron.
KleursysteemToont het formaat van het ingangssysteem.
Gebruikstijd lampToont het aantal uur dat de lamp is gebruikt.
3D-formaat
FirmwareversieToont de firmware-versie van de projector.
Sommige informatie wordt alleen gegevens als bepaalde ingangsbronnen in gebruik zijn.
Toont de actuele 3D-modus. Alleen beschikbaar wanneer 3D-modus is
ingeschakeld.
Bediening50
De projector uitschakelen
1.Om de projector uit te schakelen, drukt u op
op de afstandsbediening om de projector
direct uit te schakelen. U kunt ook op
POWER op de projector drukken, waarna
een waarschuwing verschijnt.
Druknogmaals op POWER .
2.Zodra het afkoelen is voltooid, licht
Voedingsindicator stabiel oranje op en stoppen de ventilators.
3.Trek de stroomkabel uit het stopcontact als de projector gedurende langere tijd niet
gebruikt wordt.
•Om de lamp te beschermen, zal de projector niet op opdrachten reageren tijdens het
afkoelen.
•U kunt de afkoeltijd verkorten door de functie Snelle afkoeling te activeren. Zie "Snelle
afkoeling" op pagina 48 voor details.
•Ter bescherming van de lamp gaan, als de projector niet op de juiste manier is afgesloten, de
ventilatoren enkele minuten draaien als u de projector weer wilt starten. Druk nogmaals op
POWER om de projector te starten nadat de ventilators zijn gestopt en Voedingsindicator
oranje wordt.
•De levensduur van de lamp is afhankelijk van milieuomstandigheden en het gebruik.
Bediening51
Structuur OSD-menu
De OSD-menu's kunnen verschillen, afhankelijk van het geselecteerde signaaltype.
Hoofdmenu SubmenuOpties
ISF uitgeschakeld:
Helder/Levendig/THX/Game/
Gebruiker 1/Gebruiker 2
ISF ingeschakeld:
Helder/Levendig/THX/Game/
Gebruiker 1/Gebruiker 2/
ISF Night/ISF Day
3D ngeschakeld: 3D
De projector heeft weinig onderhoud nodig. Het enige dat u regelmatig dient te doen, is de
lens schoonhouden.
Verwijder nooit onderdelen van de projector, met uitzondering van de lamp. Neem contact
op met uw leverancier als er andere onderdelen moeten worden vervangen.
De lens reinigen
Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak opmerkt.
Voordat u een onderdeel van de projector reinigt, moet u het apparaat uitschakelen met
de juiste uitschakelprocedure (zie "De projector uitschakelen" op pagina 51), de
voedingskabel loskoppelen en de projector volledig laten afkoelen.
• Verwijder stof met een fles met perslucht.
• Bij vuil of vlekken gebruikt u papier voor het reinigen van cameralenzen of bevochtigt u
een zachte doek met reinigingsvloeistof voor cameralenzen en veegt u het oppervlak
van de lens voorzichtig schoon.
• Gebruik nooit schurende doekjes, alkaline-/zuurhoudende reinigingsproducten,
schuurpoeder of vluchtige oplosmiddelen, zoals alcohol, benzeen, thinner of
insecticiden. Wanneer u dergelijke materialen gebruikt of als het product langdurig in
contact is met rubber of vinyl materialen, kan dit schade veroorzaken aan het
projectoroppervlak en het materiaal van de behuizing.
Raak de lens nooit aan met uw vinger of wrijf nooit op de lens met schurende materialen. Zelfs
papieren zakdoekjes kunnen de lenscoating beschadigen. Gebruik uitsluitend een goede
fotolensborstel, doek en een reinigingsoplossing. Probeer de lens niet schoon te maken terwijl
de projector is ingeschakeld of terwijl deze nog warm is van een vorig gebruik.
De projectorbehuizing reinigen
Schakel de projector op de correcte manier uit zoals beschreven in "De projector
uitschakelen" op pagina 51 en trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en laat
de projector volledig afkoelen, voordat u de behuizing reinigt.
• Verwijder vuil of stof met een zachte, vezelvrije doek.
• Voor het verwijderen van hardnekkige vlekken gebruikt u een zachte doek, bevochtigd
met water en een neutraal schoonmaakmiddel. Veeg vervolgens de behuizing schoon.
Gebruik nooit was, alcohol, benzeen, thinner of andere chemische schoonmaakmiddelen.
Hierdoor kan de behuizing beschadigd raken.
De projector opbergen
De projector gedurende langere tijd opslaan.
• Controleer of de temperatuur en de luchtvochtigheid van de opslagruimte binnen het
aanbevolen bereik voor de projector vallen. Zie "Specificaties" op pagina 64 of neem
contact op met uw leverancier voor het bereik.
• Schuif de verstelvoetjes in.
• Haal de batterij uit de afstandsbediening.
• Verpak de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking.
Onderhoud55
De projector vervoeren
Het is aanbevolen de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking te
verzenden.
Informatie over de lamp
Het aantal lampuren kennen
De gebruiksduur van de lamp (lampuren) wordt automatisch berekend door de
ingebouwde timer wanneer de projector wordt gebruikt.
Informatie over het aantal lampuren verkrijgen:
1.Druk op MENU en gebruik dan de pijltoetsen (▲/▼/◄/►) om naar Informatie of
Instell. > Informatie te gaan.
2.De informatie Equivalent lampuren wordt weergegeven.
3.Druk op BACK om af te sluiten.
De levensduur van de lamp verlengen
De projectielamp is een verbruiksartikel. Door de volgende instellingen in het OSD-menu
Lampvermogen te veranderen, kunt u de levensduur van de lamp maximaliseren.
Lampvermogen instellen
Als u de projector in de modus Economisch of SmartEco instelt, wordt de levensduur
van de lamp verlengd.
LampmodusBeschrijving
Normaal100% lamphelderheid
EconomischSpaart 30% lampenergieverbruik
SmartEcoBespaart tot 70 % energiegebruik door de lamp, afhankelijk van het
helderheidsniveau van de inhoud
Als u de modus Economisch gebruikt wordt het systeemgeluid en stroomverbruik
verminderd met 30%. De modus SmartEco vermindert het systeemgeluid en het het
door de lamp opgenomen vermogen met maximaal 70%. Als de modus Economisch of
SmartEco is geselecteerd, wordt de lichtuitvoer verminderd en worden de
geprojecteerde beelden donkerder.
1.Ga naar BEELD > Lampvermogen.
2.Druk op OK om het venster Lampvermogen weer te geven
3.Druk op ◄/► om naar de gewenste modus te gaan en druk dan op OK.
4.Druk op BACK wanneer u klaar bent om uw wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Instelling Automatisch uitschakelen
Met deze functie kan de projector automatisch worden uitgeschakeld als er na een
ingestelde periode geen ingangsbron is gedetecteerd.
1.Ga naar SYSTEEMINSTLL: Basis > Auto uit.
2.Druk op ◄/► om een periode te selecteren. Als de vooraf ingestelde tijdsduur niet
geschikt is voor uw presentatie, selecteert u Uit. De projector wordt niet
automatisch binnen een bepaalde periode uitgeschakeld.
3.Druk op BACK wanneer u klaar bent om uw wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Onderhoud56
De timing van de lampvervanging
Als het LAMP-waarschuwingslampje rood oplicht of wanneer er een bericht wordt
weergegeven dat aangeeft dat u de lamp dient te vervangen, moet u een nieuwe lamp te
installeren of uw leverancier raadplegen. Een oude lamp kan storing in de projector
veroorzaken. In sommige gevallen kan de lamp ontploffen.
Ga naar http://www.benq.com voor het aanschaffen van een vervangende lamp.
Het LAMP-indicatorlichtje en het TEMP-waarschuwingslampje gaan branden als de lamp te
heet wordt. Zie "Indicators" op pagina 62 voor details.
De volgende lampwaarschuwingen worden weergegeven om u eraan te herinneren dat u
de lamp dient te vervangen.
De onderstaande waarschuwingsberichten zijn uitsluitend informatief bedoeld. Volg de
eigenlijke instructies op het scherm om de lamp voor te bereiden en te vervangen.
StatusBericht
Installeer een nieuwe lamp voor optimale
prestaties. Als de projector meestal de modus
Economisch gebruikt (zie "Het aantal
lampuren kennen" op pagina 56), kunt u de
projector nog blijven gebruiken totdat de
volgende lampwaarschuwing verschijnt.
Druk op OK om het bericht te negeren.
Het wordt ten zeerste aanbevolen dat u de
lamp vervangt. De lamp is een verbruiksartikel.
De helderheid van de lamp vermindert na
verloop van tijd. Dit is normaal. U kunt de lamp
vervangen als de helderheid aanzienlijk is
afgenomen.
Druk op OK om het bericht te negeren.
De lamp MOET worden vervangen voordat de
projector opnieuw normaal kan functioneren.
Druk op OK om het bericht te negeren.
"XXXX" in de bovenstaande berichten zijn nummers die verschillen afhankelijk van de
verschillende modellen.
Onderhoud57
De lamp vervangen
•Als de lamp wordt vervangen terwijl de projector ondersteboven aan het plafond hangt, let
dan goed op dat niemand onder de lampklep staat om mogelijk letsel of schade aan de ogen
door glasscherven te voorkomen.
•Om het risico van een elektrische schok te vermijden, dient u altijd de projector uit te
schakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te verwijderen voordat u de
lamp vervangt.
•Om de kans op brandwonden te verkleinen, dient u de projector gedurende ten minste 45
minuten te laten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
•Om de kans op verwondingen aan vingers of schade aan onderdelen binnen in de projector
te verkleinen, dient u voorzichtig te werk te gaan wanneer u lampglas verwijdert dat in
scherpe stukjes uit elkaar is gespat.
•Om de kans op verwondingen aan vingers en/of een slechtere beeldkwaliteit door aanraking
van de lens te verkleinen, mag u uw hand niet in de lege kast steken nadat de lamp is
verwijderd.
•Deze lamp bevat kwik. Gooi deze lamp bij het klein chemisch afval overeenkomstig de
toepasselijke lokale regelgeving.
•Wij raden u aan een BenQ-projectorlamp aan te schaffen als vervanging om de optimale
prestaties van de projector te verzekeren.
•Zorg voor een goede ventilatie bij het verwerken van beschadigde lampen. We raden het
gebruik aan van een beademingssysteem, een veiligheidsbril of een gezichtsscherm en om
beschermende kleding te dragen zoals handschoenen.
1.Schakel het apparaat uit en trek de stekker van de projector uit het stopcontact. Als
de lamp heet is, laat u de lamp eerst ongeveer 45 minuten afkoelen om brandwonden
te voorkomen.
2.Draai de borgschroef aan de linkerkant
los.
3.Verwijder het deksel van het
lampcompartiment als afgebeeld.
4.Maak de 2 schroeven los die de lamp
vasthouden.
•Schakel de stroom nooit in wanneer het
deksel van de lamp is verwijderd.
•Steek uw vingers niet tussen lamp en de
projector. De scherpe randen in de projector
kunnen letsels veroorzaken.
Onderhoud58
5.Trek de luchtfilter uit de projector.
•Als u te snel trekt, kan de lamp breken
waardoor glasscherven in de projector
terecht kunnen komen.
•Plaats de lamp niet binnen het bereik van
kinderen of in de buurt van vloeistoffen en
ontvlambare materialen.
•Steek uw handen niet in de projector nadat
de lamp is verwijderd. Als u de optische
onderdelen in de projector aanraakt, kan dat
ongelijke kleurweergave en een vervormde
projectie veroorzaken.
6.Plaats de nieuwe lamp in het
lampcompartiment en controleer of deze
in de projector past.
•Controleer of de aansluitingen zijn uitgelijnd.
•Als u weerstand voelt, tilt u de lamp op en
begint u opnieuw.
7.Maak de schroeven waarmee de lamp is
bevestigd, vast.
•Een losse schroef kan tot een slechte
verbinding leiden, met storingen tot gevolg.
•Draai de schroef niet te vast.
8.Plaats het deksel van het
lampcompartiment terug op de projector
en draai de schroef aan.
9.Start de projector opnieuw op.
Schakel de stroom nooit in wanneer het deksel van de lamp is verwijderd.
Onderhoud59
De lamptimer opnieuw instellen op nul
10. Nadat het opstartlogo verschijnt, wordt de lamptimer gereset via het OSD-menu.
•Ga onder het OSD-menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Lamptimer
herst. en selecteer Reset.
Stel de gebruiksduur van de lamp niet in op nul wanneer de lamp niet is vervangen. Wanneer u
dat wel doet, kan dit schade veroorzaken.
Een bericht "Opnieuw instellen gelukt" verschijnt om u te melden dat de lamptijd
is gereset naar "0".
Het filter reinigen
Het luchtfilter voorkomt dat stof zich ophoopt op het oppervlak van de optische
elementen binnen de projector. Als het filter vuil of verstopt is, kan de projector
oververhit raken of loopt de beeldkwaliteit terug.
1.Schakel de projector uit en trek de stekker uit
het stopcontact.
2.Maak het filter schoon met een stofzuiger.
Vermijd stoffige of rokerige omgevingen bij het gebruik
van de projector, deze zorgen voor een slechte
beeldkwaliteit. Als het filter sterk verstopt is en niet
gereinigd kan worden, moet u een nieuw filter plaatsen.
Voor het bereiken van het filter wordt een ladder
aanbevolen. Verwijder de projector niet van de
muurbeugel.
Het filter vervangen
1.Schakel de projector uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
Verwijder het stof uit de projector en
rond de ventilatie-openingen.
Trek de filterkap naar buiten en
verwijder deze van de projector.
2.Haal het filter van de filterkap.
Onderhoud60
3.Plaats een nieuwe filtermodule of
vervang het filter in de kap.
4.Plaats de filterkap terug op de
projector door voorzichtig in de
aangegeven richting te drukken.
•Was het filter niet met water of een andere vloeistof.
•Bij vervangen van de lamp moet ook het filter worden vervangen, niet gereinigd.
1. De projector dient 90 seconden af te koelen. Of
2. Neem contact op met uw leverancier voor hulp.
De ventilatoren
werken niet.
De projector is automatisch uitgeschakeld. Als u de
projector opnieuw probeert op te starten, wordt deze
opnieuw uitgeschakeld. Neem contact op met uw
leverancier voor hulp.
Download.
De projector is automatisch
uitgeschakeld. Als u de projector
opnieuw probeert op te starten,
wordt deze opnieuw uitgeschakeld.
Neem contact op met uw
leverancier voor hulp.
Onderhoud62
Problemen oplossen
ProbleemOorzaakOplossing
Stop het ene uiteinde van het netsnoer
in de wisselstroomingang op de
projector en het andere uiteinde in het
stopcontact. Controleer of het
stopcontact is ingeschakeld (indien van
toepassing).
Wacht tot de projector volledig is
afgekoeld.
Schakel de videobron in en controleer of
de signaalkabel correct is aangesloten.
Controleer de aansluiting.
Kies het juiste ingangssignaal met de
knop SOURCE op de projector of
afstandsbediening.
Sluit de kabels op de juiste manier aan
op de juiste aansluitingen.
Pas de scherpstelling van de lens aan met
de focusring.
Pas de projectiehoek, -richting en hoogte van de projector aan indien
nodig.
Verwijder het voorwerp.
Ga niet verder dan 7 meter (23 voet)
van de projector staan.
Geef de juiste instellingen op in het
menu 3D.
Gebruik een 3D Blu-ray-disc en probeer
het opnieuw.
Kies de juiste bron met de SOURCE
toets op de projector of
afstandsbediening.
U kunt de projector
niet inschakelen.
Geen beeld.
Beeld is ontstabiel.
Het beeld is wazig.
Afstandbediening
werkt niet.
3D-inhoud wordt
niet goed
weergegeven.
Het netsnoer levert geen stroom.
Poging om projector opnieuw in te
schakelen tijdens het afkoelen.
De lampafdekking is niet goed bevestigd. Maak de lampafdekking goed vast.
De videobron is niet ingeschakeld of niet
correct aangesloten.
De projector is niet correct aangesloten
op het apparaat van het ingangssignaal.
Het ingangssignaal is verkeerd
geselecteerd.
De aansluitkabels zijn niet goed
aangesloten op de projector of de
signaalbron.
De projectielens is niet correct
scherpgesteld.
De projector en het scherm zijn niet
correct uitgelijnd.
De lensklep is nog gesloten.Verwijder de lenskap.
De batterij is leeg.Vervang de batterij door een nieuwe.
Er bevindt zich een voorwerp tussen de
afstandsbediening en de projector.
U bevindt zich te ver van de projector.
De batterij van de 3D-bril is leeg.Laad de 3D-bril op.
De instellingen in het 3D-menu zijn niet
correct opgegeven.
Uw Blu-ray-disc is niet in 3D-formaat.
De ingangsbron is verkeerd
geselecteerd.
Problemen oplossen63
Specificaties
Projectorspecificaties
Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Optische specificaties
Resolutie
1080p
Weergavesysteem
Enkelchips DLP™-systeem
Lens F/waarde
STANDARD LS2SD
F=2,46 tot 2,56, f=22,8 tot 28,5 mm
WIDE FIX LS2ST3
F=2,55, f=11,5 mm
WIDE ZOOM LS2ST1
F=2,5 tot 3,1, f=28,5 tot 42,75 mm
SEMI LONG LS2LT1
F=2,05 tot 2,27, f=16,64 tot 19,5
mm
LONG ZOOM1 LS2LT2
F=2,2 tot 2,5, f=44,5 tot 74,19 mm
Lamp
280W lamp
Elektrische specificaties
Stroomtoevoer
Wisselstroom 100-240V
50-60 Hz (automatisch)
3,7 A
Stroomverbruik
370 W (max); < 0,5 W (stand-by)
Mechanische specificaties
Gewicht
17,9 lbs (8,1 Kg)
Besturing
USB
Ty p e - B x1
Seriële besturing via RS-232
9-pins x 1
IR-ontvanger x 2
12 V TRIGGER
12 VDC (max. 0,2 A) x 1
Ingangen
Computeringang
RGB-ingang
D-Sub 15-pins (vrouwelijk) x 1
Videosignaalingang
VIDEO
RCA-stekker x 1
SD/HDTV-signaalingang
Analoge - Component RCAaansluiting x 3
Digitaal-HDMI-1 x 1
HDMI-2/MHL x 1
Omgevingsvereisten
Bedrijfstemperatuur
0°C-40°C op zeeniveau
Relatieve vochtigheid in bedrijf
10%-90% (zonder condensatie)
Bedrijfshoogte
0-1499 m bij 0°C-35°C
1500-3000 m bij 0°C-30°C (met
Hoogtemodus ingeschakeld)
Uitgangen
USB
Type A (5V/1,5A)
3D SYNC UIT x 1
Specificaties64
Afmetingen
431,0
334,5
316,9
431,0
320,5
83,0
64,0
156,0
167,0
174,5
73,5
26,5
165,0
20,0
130,0
240,0
260,0
431,0
216,0
334,5
614,8
547,8
530,8
Plafondinstallatie
* Bouten voor plafondsteun:
M4 (Max. L=12, Min. L=10)
Eenheid: mm
431,0 mm (W) x 167,0 mm (H) x 320,5 mm (D)
Specificaties65
Timingtabel
Ondersteunde timing voor pc-ingang
ResolutieIndeling
720 x 400720 x 400_7070,08731,46928,3221
VGA_6059,94031,46925,175
640 x 480
800 x 600
1024 x 768
1152 x 8641152 x 864_7575,0067,500108,000
1024 x 576
1024 x 600
1280 x 7201280 x 720_606045,00074,250
1280 x 7681280 x 768_6059,87047,77679,5
1280 x 800
VGA_7272,80937,86131,500
VGA_7575,00037,50031,500
VGA_8585,00843,26936,000
SVGA_6060,31737,87940,000
SVGA_7272,18848,07750,000
SVGA_7575,00046,87549,500
SVGA_8585,06153,67456,250
SVGA_120
(Vermindert
knipperen)
XGA_6060,00448,36365,000
XGA_7070,06956,47675,000
XGA_7575,02960,02378,750
XGA_8584,99768,66794,500
XGA_120
(Vermindert
knipperen)
BenQ timing voor
notebook
BenQ timing voor
notebook
WXGA_6059,81049,70283,500
WXGA_7574,93462,795106,500
WXGA_8584,88071,554122,500
WXGA_120
(Vermindert
knipperen)
Verversings-
frequentie
(Hz)
119,85477,42583,000
119,98997,551115,500
60,0035,8246,966
64,99541,46751,419
119,909101,563146,25
H.
frequentie
(KHz)
Klok (MHz)
3D Frame
opeenv.
◎◎◎
◎◎◎
◎
◎◎◎
◎
◎◎◎
◎◎◎
◎◎◎
◎
3D
Boven-
onder
3D naast
elkaar
Specificaties66
ResolutieIndeling
Verversings-
frequentie
(Hz)
H.
frequentie
(KHz)
Klok (MHz)
3D Frame
opeenv.
SXGA_6060,02063,981108,000
1280 x 1024
SXGA_7575,02579,976135,000
SXGA_8585,02491,146157,500
1280 x 960
1280 x 960_6060,00060,000108
1280 x 960_8585,00285,938148,500
1360 x 7681360 x 768_6060,01547,71285,500
1440 x 900WXGA+_6059,88755,935106,500
1400 x 1050SXGA+_6059,97865,317121,750
1600 x 1200UXGA60,00075,000162,000
640 x
480@67Hz
832 x
624@75Hz
1024 x
768@75Hz
1152 x
870@75Hz
De 3D-functionaliteit is afhankelijk van het EDID bestand en de grafische VGA-kaart. Het is
mogelijk dat de gebruiker de bovenstaande 3D-timings niet kan selecteren op de grafische VGAkaart.
MAC1366,66735,00030,240
MAC1674,54649,72257,280
MAC1974,9360,24180,000
MAC2175,0668,68100,000
3D
3D naast
Boven-
onder
elkaar
◎◎
◎◎
◎◎
◎◎
◎◎
◎◎
Specificaties67
Ondersteunt timing voor Component-YPbPr ingang
IndelingResolutie
480i720 x 48015,7359,9413,5
480p720 x 48031,4759,9427
576i720 x 57615,635013,5
576p720 x 57631,255027
720/50p1280 x 72037,55074,25
720/60p1280 x 72045,006074,25
1080/50i1920 x 108028,135074,25
1080/60i1920 x 108033,756074,25
1080/24p1920 x 1080272474,25
1080/25p1920 x 108028,132574,25
1080/30p1920 x 108033,753074,25
1080/50p1920 x 108056,2550148,5
1080/60p1920 x 108067,560148,5
Horizontale
frequentie (kHz)
Ve rt ic ale
frequentie (Hz)
Dotklokfrequentie
(MHz)
Ondersteunde timing voor Video-ingang
Videomodus
NTSC15,73603,58
PAL15,63504,43
SECAM15,63504,25 of 4,41
PAL-M15,73603,58
PAL-N15,63503,58
PAL-6015,73604,43
NTSC4.4315,73604,43
Horizontale
frequentie (kHz)
Verticale frequentie
(Hz)
Subcarrier frequentie
(MHz)
3D Frame
opeenv.
◎
◎
◎
3D Frame
opeenv.
◎
Specificaties68
Ondersteunt timing voor HDMI (HDCP)-invoer
ResolutieIndeling
VGA_6059,94031,46925,175
640 x 480
720 x 400720 x 400_7070,08731,46928,3221
800 x 600
1024 x 768
1152 x 8641152 x 864_7575,0067,500108,000
1024 x 576
1024 x 600
1280 x 7201280 x 720_606045,00074,250
1280 x 7681280 x 768_6059,87047,77679,5
1280 x 800
1280 x 1024
VGA_7272,80937,86131,500
VGA_7575,00037,50031,500
VGA_8585,00843,26936,000
SVGA_6060,31737,87940,000
SVGA_7272,18848,07750,000
SVGA_7575,00046,87549,500
SVGA_8585,06153,67456,250
SVGA_120
(Vermindert
knipperen)
XGA_6060,00448,36365,000
XGA_7070,06956,47675,000
XGA_7575,02960,02378,750
XGA_8584,99768,66794,500
XGA_120
(Vermindert
knipperen)
BenQ timing voor
notebook
BenQ timing voor
notebook
WXGA_6059,81049,70283,500
WXGA_7574,93462,795106,500
WXGA_8584,88071,554122,500
WXGA_120
(Vermindert
knipperen)
SXGA_6060,02063,981108,000
SXGA_7575,02579,976135,000
SXGA_8585,02491,146157,500
Verversings-
frequentie
(Hz)
119,85477,42583,000
119,98997,551115,500
60,0035,82046,996
64,99541,46751,419
119,909101,563146,25
H. frequentie
(KHz)
Klok (MHz)
3D
3D Frame
opeenv.
◎◎◎
◎
◎◎◎
◎
◎◎◎
◎◎◎
◎◎◎
◎
3D naast
Boven-
elkaar
onder
◎◎
◎◎
Specificaties69
ResolutieIndeling
1280 x 960
1280 x 960_6060,00060,000108
1280 x 960_8585,00285,938148,500
Verversings-
frequentie
(Hz)
H. frequentie
(KHz)
Klok (MHz)
3D Frame
opeenv.
1360 x 7681360 x 768_6060,01547,71285,500
1440 x 900WXGA+_6059,88755,935106,500
1400 x 1050SXGA+_6059,97865,317121,750
1600 x 1200UXGA60,00075,000162,000
1680 x 1050 1680 x 1050_6059,95465,290146,250
1920 x
1080@60Hz
1920 x
1200@60Hz
640 x
480@67Hz
832 x
624@75Hz
1024 x
768@75Hz
1152 x
870@75Hz
1920 x1080_60
(Vermindert
60,00067,500148,500
knipperen)
1920 x1200_60
(Vermindert
59,95074,038154,000
knipperen)
MAC1366,66735,00030,240
MAC1674,54649,72257,280
MAC1975,02060,24180,000
MAC2175,0668,68100,00
De getoonde timing is afhankelijk van het EDID bestand en de grafische VGA-kaart. Het is
mogelijk dat de gebruiker de bovenstaande timings niet kan selecteren op de grafische VGAkaart.
3D
3D naast
Boven-
onder
elkaar
◎◎
◎◎
◎◎
◎◎
◎
◎◎
Specificaties70
Ondersteunt timing voor HDMI-videosignaal
Ve rt ic ale
IndelingResolutie
720 (1440) x
480i
480p720 x 48031,4759,9427
576i
576p720 x 57631,255027
720/50p1280 x 72037,55074,25
720/60p1280 x 720456074,25
1080/24p 1920 x 1080272474,25
1080/25p 1920 x 108028,132574,25
1080/30p 1920 x 108033,753074,25
1080/50i 1920 x 108028,135074,25
1080/60i 1920 x 108033,756074,25
1080/50p 1920 x 108056,2550148,5
1080/60p 1920 x 108067,560148,5
480
720 (1440) x
576
frequentie
(Hz)
15,7359,9427
15,635027
Horizontale
frequentie
(kHz)
Dotklok-
frequentie
(MHz)
3D Frame
opeenv.
3D frame
packing
◎
◎
◎◎◎
◎◎◎◎
◎◎◎
Ondersteunde timing voor videosignaal
Horizontale
IndelingResolutie
480i720 (1440) x 48015,7359,9427
480p720 x 48031,4759,9427
576i720 (1440) x 57615,635027
576p720 x 57631,255027
720/50p1280 x 72037,55074,25
720/60p1280 x 72045,006074,25
1080/24p1920 x 1080272474,25
1080/25p1920 x 108028,132574,25
1080/30p1920 x 108033,753074,25
1080/50i1920 x 108028,135074,25
1080/60i1920 x 108033,756074,25
frequentie
(kHz)
Ve rt ic ale
frequentie
(Hz)
Dotklokfrequentie
3D
3D naast
Boven-
elkaar
onder
◎
◎
◎◎
◎◎
(MHz)
Specificaties71
Informatie over garantie en
auteursrechten
Beperkte garantie
BenQ garandeert dat dit product vrij is van defecten in vakmanschap en materialen, bij
normaal gebruik en opslag.
Wanneer u aanspraak wilt maken op de garantie, zal een aankoopbewijs worden gevraagd.
Wanneer dit product binnen de garantieperiode defect raakt, is de enige verplichting van
BenQ en uw enig verhaal de vervanging van defecte onderdelen (inclusief werkuren). Om
garantieservice te verkrijgen, moet u de leverancier bij wie u het product hebt gekocht,
onmiddellijk op de hoogte brengen van eventuele defecten.
Belangrijk: de bovenstaande garantie vervalt wanneer de klant heeft nagelaten het product
te gebruiken overeenkomstig de schriftelijke instructies van BenQ, in het bijzonder de
instructies inzake de gebruiksomstandigheden. De vochtigheid moet tussen 10% en 85%
liggen, de temperatuur tussen 5°C en 28°C en de projector mag niet worden gebruikt op
stoffige plaatsen of op plaatsen hoger dan 4920 voet. Deze garantie verleent u specifieke
wettelijke rechten en u kunt andere rechten hebben die verschillen afhankelijk van het land.
Ga voor meer informatie naar www.BenQ.com.
Copyright
Copyright 2011 BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van deze
publicatie mag worden gereproduceerd, verzonden, overgezet, opgeslagen in een
retrievalsysteem of vertaald in enige taal of computertaal, en in geen enkele vorm of op
geen enkele wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch,
handmatig of anderszins, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BenQ
Corporation.
Afstandsverklaring
BenQ Corporation is niet aansprakelijk en geeft geen garanties, uitdrukkelijk noch
stilzwijgend, met betrekking tot de inhoud van deze publicatie en wijst specifiek alle
garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel af. Verder behoudt
BenQ Corporation zich het recht voor deze publicatie te herzien en de inhoud ervan af en
toe te wijzigen zonder de verplichting enige persoon op de hoogte te brengen van
dergelijke herzieningen of wijzigingen.
*DLP, Digital Micromirror Device en DMD zijn handelsmerken van Texas Instruments.
Andere merk- en productnamen zijn eigendom van de respectieve bedrijven of
organisaties.
Patenten
Ga naar http://patmarking.benq.com/ voor een overzicht van de patenten voor de BenQ
projector.
Informatie over garantie en auteursrechten72
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.