Bedankt voor uw keuze voor de kwaliteitsvideoprojector van BenQ! Deze projector levert een ultieme
4920-
9840
voet
kijkervaring in uw eigen thuisbioscoop. Voor de beste resultaten leest u deze handleiding zorgvuldig door.
Het is uw gids door alle besturingsmenu's en alle handelingen.
Belangrijke veiligheidsinstructies
Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor IT-apparatuur. Voor
een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op de verpakking
van het product nauwkeurig op te volgen.
1. Lees deze gebruikershandleiding aandachtig door
voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar deze
handleiding op een veilige plek voor naslag in de
toekomst.
2. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op een stabiel
en niet hellend oppervlak.
- Plaats de projector nooit op een instabiel wagentje,
standaard of tafel omdat hij dan kan vallen en
beschadigen;
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de
projector;
- Maak geen gebruik van de projector als deze
gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden
(naar links of rechts) of in een hoek van meer dan
15 graden (voor naar achter).
4. Plaats de projector niet in de volgende
omgevingen:
- slecht geventileerde of gesloten ruimtes.
Zorg dat de projector ten minste 50 cm
van de muur staat en laat voldoende ruimte
vrij rondom de projector;
- plaatsen waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto met
gesloten ramen;
- erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen
die optische componenten mogelijk
aantasten. Dit verkort de levensduur van de
projector en verdonkert het beeld;
- plaatsen in de buurt van een brandalarm;
- plaatsen met een omgevingstemperatuur
van meer dan 35°C/95°F;
- plaatsen op een hoogte boven 1500 meter /
4920 voet boven zeeniveau.
3. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan
dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies
3
5. Blokkeer nooit de ventilatieopeningen als de
projector is ingeschakeld (zelfs in standbystand):
- Bedek de projector nooit met enig item;
- Plaats deze projector niet op een deken,
beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
9. Kijk tijdens het projecteren niet rechtstreeks in
de lens van de projector. Dit kan uw ogen
beschadigen.
6. Op plekken waar het voltage van het
elektriciteitsnet kan fluctueren met ±10 volt,
wordt aanbevolen de projector via een
stroomstabilisator, spanningspiekbeveiliging of
ononderbroken voeding (UPS) aan te sluiten,
afhankelijk van wat het beste past in uw situatie.
7. Trap niet op de projector of leg er geen
voorwerpen op.
8. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de
projector. Mocht er enige vloeistof in de
projector zijn gemorst, dan is uw garantie
geannuleerd. Mocht de projector nat worden,
trek dan de stekker uit het stopcontact en bel
BenQ om de projector te laten repareren.
10. Gebruik de projectorlamp niet langer dan de
voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch
langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen
breken.
11. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat
de projector ongeveer 45 minuten afkoelen
voordat u de lamp vervangt.
12. Dit product kan beelden omgekeerd weergeven,
zodat plafondmontage mogelijk is. Gebruik alleen
de Plafondmontageset van BenQ voor de
montage.
4
Belangrijke veiligheidsinstructies
13. Probeer de lampcomponenten nooit te
vervangen voordat de projector is afgekoeld en
uit het stopcontact is getrokken.
14. Als u denkt dat de projector moet worden
gerepareerd, breng de projector dan uitsluitend
naar een gekwalificeerde reparateur.
Vochtcondensatie
Gebruik de projector nooit onmiddellijk nadat de
projector van een koude naar een warme plek is
gebracht. Als de projector aan zo'n
temperatuurverandering wordt blootgesteld, kan
vocht op belangrijke interne onderdelen
condenseren. Bij zo'n temperatuurverandering
gebruikt u de projector niet gedurende ten minste
2 uur, om te voorkomen dat de projector
beschadigt.
Vermijd vluchtige vloeistoffen.
Gebruik geen vluchtige vloeistoffen, zoals
insecticide of bepaalde reinigingsmiddelen, in de
buurt van de projector. Plaats geen rubberen of
plastic producten gedurende langere tijd tegen de
projector. Deze kunnen vlekken op de buitenkant
achterlaten. Mocht u de projector met een
chemisch behandelde doek reinigen, volg dan de
veiligheidsinstructies van het schoonmaakmiddel.
15. Open deze projector niet zelf. De onderdelen
van het apparaat staan onder hoge spanning die
levensgevaarlijk is. Het enige onderdeel dat u mag
vervangen, is de lamp met het deksel. Zie pagina
52.
U mag nooit andere onderdelen losmaken of
verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan
gekwalificeerde professionele reparateurs.
Let op
Bewaar de originele verpakking voor eventueel
vervoer in de toekomst. Als u de projector na
gebruik moet vervoeren, stel dan de lenspositie in
op een geschikte positie, plaats het lenskussen rond
de lens, en pas het lenskussen in het projectorkussen
om beschadiging tijdens het transport tegen te
gaan.
Wegwerpen
Dit product bevat de volgende materialen, welke
schadelijk kunnen zijn voor het menselijke lichaam
en het milieu.
• Lood, dit zit in het soldeer.
• Kwik, dit zit in de lamp.
Wilt u het product of gebruikte lampen
wegwerpen, neem dan contact op met uw
gemeente met informatie over de regelgeving.
Belangrijke veiligheidsinstructies
5
Overzicht
Projector
Afstandsbediening
Batterijen
Garantiekaart*
CD met
Snelgids
Stroomkabel
VGA- kabel**
Draagtas
1. Reservelamp
2. RS232-kabel
3. Universele plafondmontageset
Inhoud van de verpakking
Pak alles voorzichtig uit en controleer of alle onderstaande items aanwezig zijn. Bepaalde items zijn
wellicht niet beschikbaar, afhankelijk van de plaats van aankoop. Controleer dit op de plek van aankoop.
Standaardaccessoires
Bepaalde accessoires kunnen verschillen per regio. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
*De garantiekaart wordt alleen in bepaalde regio’s geleverd.
**VGA-kabel in Europa niet meegeleverd
Optionele accessoires
6
Overzicht
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
• De projector bedienen via de voorkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
1
5
º
• De projector bedienen via de bovenkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
1
5
º
1. Open de batterijklep door de afstandsbediening eerst om te draaien. Duw vervolgens tegen de
vingergreep op de klep om deze omlaag te schuiven in de richting van de pijl zoals in de afbeelding is
aangegeven. Het klepje schuift open.
2. Verwijder de oude batterijen (indien nodig) en plaats twee AAA-batterijen, waarbij u let op de
polariteit van de batterijen zoals is aangegeven in de batterijnis. Plus (+) naar plus en min (-) naar min.
3. Plaats de klep terug door deze op de afstandsbediening te leggen en terug in positie te schuiven. Stop
als het deksel vastklikt.
• Leg de afstandsbediening en de batterijen niet in extreem warme of vochtige omgevingen, zoals in een
keuken, badkamer, sauna, solarium of in een gesloten auto.
• Gebruik alleen dezelfde batterijen of batterijen van hetzelfde type dat door de fabrikant van de batterij
wordt aanbevolen.
• Gooi batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant en volgens de plaatselijke milieuregelgeving.
• Werp batterijen nooit in vuur. Dit kan een explosie veroorzaken.
• Als de batterijen leeg zijn of als u de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijdert u
de batterijen om beschadiging van de afstandsbediening door lekkende batterijen te voorkomen.
Effectief bereik van de afstandsbediening
De afstandsbediening moet in een hoek van 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de projector
worden gehouden om correct te functioneren. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor(en)
mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) van de projector geen obstakels liggen die de
infraroodstraal kunnen blokkeren.
Montage van de projector op het plafond
Voor een probleemloze werking van de projector is ook veiligheid van groot belang. Neem de volgende
veiligheidsvoorschriften in acht om schade en lichamelijk letsel te voorkomen.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQprojectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Overzicht
7
Als u een montageset van een ander merk gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar beneden
valt omdat het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd.
U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw projector. Het
verdient ook aanbeveling een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het
Kensington-slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de
houder. Wanneer de projector loskomt van de houder, blijft het apparaat toch veilig zitten.
8
Overzicht
Kenmerken van de projector
• Volledig compatibel met HD
De projector is compatibel met Standard Definition TV (SDTV) 576i, Enhanced Definition TV (EDTV)
480p, 576p en High Definition TV (HDTV) 720p, 1080i en 1080p op 60Hz-indelingen, met de 1080p
indeling die een echte 1:1 beeldreproductie levert.
• Hoge beeldkwaliteit
De projector levert uitstekende beeldkwaliteit dankzij de hoge resolutie, uitstekende home theater
helderheid, hoge contrastverhouding, levendige kleuren en rijke weergave van grijstinten.
• Levendige kleurreproductie
De projector maakt gebruik van een kleurwiel met 6 segmenten om realistische kleurdiepte en bereik te reproduceren, wat onmogelijk is voor kleurwielen met minder segmenten.
• Rijke grijstinten
Indien weergegeven in een donkere omgeving, levert de automatische gammabesturing uitstekende
grijstinten, zodat details in schaduwen, nachtscènes of donkere scènes zichtbaar zijn.
• Brede reeks ingangen en video-indelingen
De projector ondersteunt een brede reeks ingangen voor het aansluiten van video- en pc-apparatuur,
waaronder component video, S-video en composiet video, daarnaast duaal HDMI, pc en een
uitgangstrigger voor aansluiting op geautomatiseerde scherm- en belichtingssystemen.
• Door ISF gecertificeerde ijking
De hogere prestatiestandaard wordt bereikt doordat de projector gebruik maakt van ISF NIGHT en
ISF DAY modusinstellingen in de OSD-menu's, wat professionele ijking van geautoriseerde ISFinstallateurs vereist.
• 3D-functie
Verbeter de beleving van 3D-films, video's en sportevenementen nog meer door de beeldiepte te
presenteren via de HDMI-interface.
• 2D-3D-conversie
Met de functie 2D/3D-conversie kunt u 2D-beeldmateriaal omzetten in 3D-beelden voor een
3D-effect.
• CEC
Als u de projector aansluit op een met HDMI CEC-compatibel apparaat, zoals een dvd-speler,
activeert u de functie CEC om beide apparaten in en uit te schakelen met één afstandsbediening.
Vanwege verschillen in het ontwerp van HDMI CEC op afzonderlijke apparaten, functioneren bepaalde
apparaten wellicht niet naar behoren.
• Frame-interpolatie
Door de beweging te analyseren en compensatietechnologie, wordt de vloeiendheid en duidelijkheid
van het beeld verbeterd.
• Geïntegreerde luidspreker(s)
Geïntegreerde luidspreker(s) voor gemengd monogeluid als een signaal op de audio-ingang is
aangesloten.
• Intuïtieve lensverschuiving
Intuïtieve besturing van de lensverschuivingknop voor flexibele instelling van de projector.
• SmartEco
SmartEco™-technologie vermindert het energieverbruik van de lamp met maximaal 70%, afhankelijk
van het helderheidsniveau van de beelden als de modus SmartEco is geselecteerd.
Overzicht
9
Buitenkant van de projector
Zie "Aansluiten van videoapparatuur" op pagina 19
voor details over de aansluitingen.
Voorkant en bovenkant
1
2
3
4
Achterkant en onderkant
10
19
20
21
22
22
21
11131214
21
21
15 16 17
1. Bedieningspaneel (zie
"Besturingspaneel" op pagina 11 voor
5
6
7
8
details.)
2. Lampdeksel
3. Ventilatie
4. Lensklep
5. Lensverschuivingsklep
6. Focus- en zoomring
7. Ventilatie
8. IR-sensor voorkant
9. Projectielens
9
10.HDMI-poorten
11. Mini-usb-poort (voor onderhoud)
12. RS-232-besturingspoort
Te gebruiken in combinatie met een
pc of geautomatiseerde thuisbioscoop.
18. 12VDC-uit-aansluiting
Te gebruiken om externe apparaten
aan te sturen, zoals een elektrisch
scherm of belichtingsbesturing, enz.
Neem contact op met uw verkoper
22
voor informatie over de aansluiting
van deze apparaten.
19. Aansluiting netsnoer
20.Sleuf voor veiligheidsslot
21.Verstelvoetjes
22.Gaten voor plafondmontage
10
Overzicht
Bedieningselementen en functies
Besturingspaneel
1
2
3
4
5
6
7
8
1. Focusring
Hiermee past u de scherpstelling van het
geprojecteerde beeld aan.
2. Zoomring
Hiermee past u de grootte van het beeld aan.
3. Lensverschuivingsklep
4. IR-sensor bovenkant
5. MENU/EXIT
Activeert het schermmenu (On-Screen Display,
OSD). Hiermee gaat u terug naar het vorige
schermmenu (OSD), sluit u het menu en slaat u
de menu-instellingen op.
6. AAN/UIT
Dit zet de projector op stand-by of aan.
7. Links/
Zet het volume van de projector lager.
Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd,
functioneren de knoppen #7, #12 en #15 als
richtingspijlen om de gewenste menuopties te
selecteren en de instellingen te wijzigen.
8. ECO BLANK
Maakt het beeld leeg.
9. POWER-indicator
Brandt of knippert als de projector wordt
gebruikt.
10.TEMP (waarschuwingslampje
temperatuur)
Brandt rood als de temperatuur van de
projector te hoog wordt.
11. LAMP-indicator
Geeft de status van de lamp aan. Brandt of
knippert als er een probleem is met de lamp.
9
10
11
12
13
14
15
16
12
12.Keystone/pijltoetsen (/ Omhoog,
/ Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig het
vervormde beeld, veroorzaakt door de
projectiehoek.
Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd,
functioneren de knoppen #7, #12 en #15 als
richtingspijlen om de gewenste menuopties te
selecteren en de instellingen te wijzigen.
13. AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het
beeld.
14.MODE/ENTER
Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus.
Hiermee activeert u het geselecteerde menu-
item in het schermmenu.
15. Rechts/
Zet het volume van de projector hoger.
Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd,
functioneren de knoppen #7, #12 en #15 als
richtingspijlen om de gewenste menuopties te
selecteren en de instellingen te wijzigen.
16.SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
Overzicht
11
Afstandsbediening
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
1. Energie ON/OFF
Dit zet de projector aan of uit.
2. Ingangselectietoetsen
Kies een ingangsignaal voor het beeld.
(WIRELESS niet beschikbaar)
3. MENU/EXIT
Activeert het schermmenu (On-Screen Display,
OSD). Hiermee gaat u terug naar het vorige
schermmenu (OSD), sluit u het menu en slaat u
de menu-instellingen op.
4. Links
Zet het volume van de projector lager.
Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd,
functioneren de knoppen #4, #15 en #17 als
richtingspijlen om de gewenste menuopties te
selecteren en de instellingen te wijzigen.
5. MODE/ENTER
Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus.
Hiermee activeert u het geselecteerde menu-
item in het schermmenu.
6. ECO BLANK
Maakt het beeld leeg.
7. PIP
Opent het menu
PIP (Picture-in-picture).
8. ASPECT
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
9. Aanpassingstoetsen voor beeldkwaliteit
Deze functietoetsen voeren dezelfde taken uit
als is aangegeven in het OSD-menu. Zie "De
beeldkwaliteit fijn afstellen" op pagina 30 voor
details.
14
15
16
17
18
15
19
20
10.FINE TUNE
Geeft het "Kleurtemperatuur afstemmen"menu weer. Zie "Een
voorkeurskleurtemperatuur instellen" op
pagina 32 voor details.
11.3D/INVERT
Opent het menu "3D" direct en schakelt de
omkeerfunctie in of uit.
12.MUTE
Schakelt het projectorgeluid in of uit.
13.FREEZE
Zet het geprojecteerde beeld stil.
14.LIGHT
De ledverlichting blijft ongeveer 10 seconden
branden als op een toets op de
afstandsbediening wordt gedrukt. Druk binnen
10 seconden op een andere toetsen om de
ledverlichting uit te schakelen.
15.Keystone/pijltoetsen (/ omhoog,
/ omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig het vervormde
beeld, veroorzaakt door de projectiehoek.
Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd,
functioneren de knoppen #4, #15 en #17 als
richtingspijlen om de gewenste menuopties te
selecteren en de instellingen te wijzigen.
16.AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het
beeld.
17. Rechts
Zet het volume van de projector hoger.
Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd,
functioneren de knoppen #4, #15 en #17 als
richtingspijlen om de gewenste menuopties te
selecteren en de instellingen te wijzigen.
18.SOURCE
Opent de ingangselectiebalk. (WIRELESS niet
beschikbaar)
19.SRS
Hiermee kunt u de SRS-functie in- of
uitschakelen.
20.TEST
Geeft het testpatroon weer.
12
Overzicht
De projector plaatsen
Het kiezen van een plek
De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd.
Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en uw
persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een
stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
1. Voorkant:
Selecteer deze instelling als u de projector op de
vloer en voor het scherm installeert. Als u een
snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de
meest gebruikte opstelling.
2. Plafond voorkant:
Selecteer deze locatie als de projector aan het
plafond voor het scherm wordt gehangen.
Als u de projector tegen het plafond wilt
bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset
van BenQ bij uw leverancier kopen.
*Stel Plafond voorkant in nadat de projector is
ingeschakeld.
3. Achterkant:
Selecteer deze instelling als u de projector op de
vloer en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor
achterwaartse projectie vereist.
*Stel Achterkant in nadat de projector is
ingeschakeld.
4. Plafond achter:
Selecteer deze locatie als de projector aan het
plafond achter het scherm wordt gehangen.
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor
achterwaartse projectie vereist en de
plafondmontageset van BenQ.
*Stel Plafond achter in nadat de projector is
ingeschakeld.
*De projectorpositie instellen:
1. Druk op MENU/EXIT op de projector of afstandsbediening en druk vervolgens op / totdat het menu
Systeeminstellingen is geselecteerd.
2. Druk op / om Projectorpositie te selecteren en druk op / totdat de juiste positie is geselecteerd.
De projector plaatsen
13
De gewenste beeldgrootte van de projectie
instellen
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het videoformaat zijn
allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
Plaats de projector altijd op een stabiel, niet hellend oppervlak (bijvoorbeeld op een tafel) en in een
loodrechte positie (90°) ten opzichte van het scherm. Zo voorkomt u beeldvervorming die wordt
veroorzaakt door de projectiehoek (of wanneer u op oppervlakken met hoeken projecteert). Als de
projector aan een plafond is gemonteerd, moet dit ondersteboven gebeuren.
Als de projector verder van het scherm staat, wordt het geprojecteerde beeld groter. Ook de verticale
hoek wordt groter.
Wanneer u de positie van het scherm en de projector bepaalt, dient u rekening te houden met de grootte
van het geprojecteerde beeld én met de verticale hoek. Deze zijn beide afhankelijk van de afstand tot het
scherm.
Deze projector is uitgerust met een verstelbare lens. Zie "De projectielens verticaal verschuiven" op
pagina 18 voor details. Zie de afbeeldingen op pagina's 16 en 17 voor waardes van de verticale hoek in de
afmetingtabellen, die gemeten zijn bij een volledig naar boven of beneden geschoven lens.
De positie van de projector bij een bepaalde schermgrootte bepalen
1. Bepaal de beeldverhouding van het scherm: 16:9 of 4:3?
2. Zie de tabel en zoek de de schermgrootte die het dichtst de grootte van uw scherm benadert in de
linkerkolommen met de naam "Schermafmetingen". In de tweede kolom vindt u in dezelfde rij de
overeenkomstige gemiddelde afstand tot het scherm onder "Gemiddeld". Dit is de projectieafstand.
3. Bepaald de exacte positie van de projector afhankelijk van de positie van het scherm en het bereik van
de aanpasbare lensverschuiving.
<Voorbeeld>
Als u bijvoorbeeld een 120-inch scherm met een beeldverhouding van 4:3 gebruikt, zie "De
beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld 16:9". De gemiddelde
projectieafstand is dan 3409 mm.
De aanbevolen schermgrootte voor een bepaalde afstand bepalen
Wanneer u een projector hebt aangeschaft, kunt u met deze methode bepalen welk scherm het meest
geschikt is voor de ruimte waar u het apparaat gaat gebruiken.
De maximale schermgrootte wordt natuurlijk ook bepaald door de afmetingen van die ruimte.
1. Bepaal de beeldverhouding van het scherm: 16:9 of 4:3?
2. Meet de afstand tussen de projector en de plek waar u het scherm wilt installeren. Dit is de
projectieafstand.
3. Zoek in de kolom "Gemiddeld" van de tabel de gemeten afstand tot het scherm. Controleer of de
gemeten afstand tussen de minimale en maximale afstand ligt die wordt weergegeven in de kolommen
naast de gemiddelde afstand.
4. Zoek in dezelfde rij in de linkerkolom naar de overeenkomstige schermdiagonaal. Dit is de grootte
van het geprojecteerde beeld op deze projectieafstand.
<Voorbeeld>
Als u bijvoorbeeld een scherm met een verhouding van 16:9 heeft en de gemeten projectieafstand is
4000 mm, zie dan "De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en het geprojecteerde beeld 16:9". De
waarde die dit het beste benadert in de kolom "Gemiddeld" is 4024 mm. Kijk verder in deze rij en u ziet
dat een scherm van 130 inch nodig is.
14
De projector plaatsen
Uit de waardes van de minimale en maximale projectieafstand in de kolommen van "Projectieafstand <D>
[mm]" op pagina 16 blijkt dat de gemeten projectieafstand van 4000 mm ook geschikt is voor schermen
van 120 en 140 inch. De projector kan worden aangepast (met de zoomregeling), zodat het beeld bij deze
projectieafstand op deze verschillende schermen kan worden geprojecteerd. Denk eraan dat de
verschillende schermen een verschillende verticale hoek hebben.
Als u de projector in een andere dan de aanbevolen positie plaatst, dient u deze omhoog of omlaag te
kantelen om het beeld te centreren op het scherm. In deze gevallen kan het beeld enigszins vervormd
raken. U kunt de vervorming corrigeren met de Keystone-functie. Zie "Vervorming van het beeld
corrigeren" op pagina 27 voor details.
De projector plaatsen
15
Projectieafmetingen
Vloerinstallatie
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
Plafondinstallatie
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
Installatie bij een scherm met beeldverhouding 16:9
<A>
<C>
<B>
<E>
<F>
<D>
<G>
<A>
<C>
<B>
<E>
<D>
<G>
<F>
De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en het geprojecteerde beeld 16:9
SchermafmetingenProjectieafstand <D> [mm]
Diagonaal
<A>
[inch (mm)]
42 (1067)52393010001300160026
50 (1270)623110711901548190531
60 (1524)747132814291857228637
70 (1778)872155016672167266744
80 (2032)996177119052476304850
84 (2134)1046186020002600320052
90 (2286)1121199221432786342956
100 (2540)1245221423813095381062
110 (2794)1370243526193405419068
120 (3048)1494265728573714457175
130 (3302)1619287830954024495281
140 (3556)1743309933334333533387
150 (3810)1868332135714643571493
160 (4064)19923542381049526095100
170 (4318)21173763404852626476106
180 (4572)22413985428655716857112
190 (4826)23664206452458817238118
200 (5080)24914428476261907619125
250 (6350)31135535595277389524156
Bovenstaande nummers zijn benaderingen en kunnen licht afwijken van de daadwerkelijke metingen. Alleen
de aanbevolen schermafmetingen staan in de lijst. Als de grootte van uw scherm niet in bovenstaande tabel
staat, neem dan contact op met de verkoper voor hulp.
Hoogte
<B>
[mm]
Breedte
<C>
[mm]
Min. afstand
(met max.
zoom)
Gemiddeld
Max afstand
(met min.
zoom)
Laagste/hoogste
lenspositie <E>
[mm]
16
De projector plaatsen
Installatie bij een scherm met beeldverhouding 4:3
Vloerinstallatie
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
Plafondinstallatie
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
De onderstaande illustraties en tabel zijn voor de gebruikers die al een beeldscherm met een
beeldverhouding van 4:3 hebben of van plan zijn een dergelijk scherm te kopen om geprojecteerde
beelden met een beeldverhouding van 16:9 weer te geven.
<A>
<C>
<H>
<E>
<B>
<F>
<G>
<D>
<A>
<C>
<H>
<E>
<D>
<G>
<F>
<B>
De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld 16:9
SchermafmetingenProjectieafstand <D> [mm]
Diagonaal
<A>
[inch (mm)]
50 (1270)762101610931421174829 572
60 (1524)9141219131117052098
70 (1778)10671422153019892448
80 (2032)12191626174822732797
90 (2286)13721829196725573147
100 (2540)15242032218528413497
110 (2794)16762235240431253846
120 (3048)18292438262334094196
130 (3302)19812642284136934546
140 (3556)21342845306039774895
150 (3810)22863048327842625245
160 (4064)24383251349745465595
170 (4318)25913454371548305944
180 (4572)27433658393451146294
190 (4826)28963861415253986644
200 (5080)30484064437156826993
230 (5842)35054674502665348042
Bovenstaande nummers zijn benaderingen en kunnen licht afwijken van de daadwerkelijke metingen. Alleen
de aanbevolen schermafmetingen staan in de lijst. Als de grootte van uw scherm niet in bovenstaande tabel
staat, neem dan contact op met de verkoper voor hulp.
Hoogte
<B>
[mm]
Breedte
<C>
[mm]
Min.
afstand
(met max.
zoom)
Gemiddeld
Max
afstand
(met min.
zoom)
Laagste/
hoogste
lenspositie
<E>
[mm]
34 686
40 800
46 914
51 1029
57 1143
63 1257
69 1372
74 1486
80 1600
86 1715
91 1829
97 1943
103 2057
109 2172
114 2286
131 2629
Beeldhoogte
<H>
[mm]
De projector plaatsen
17
De projectielens verticaal verschuiven
1
2
Scherm
Projector
110%
130%
120%
1
2
De verticale lensverschuiving zorgt voor flexibiliteit bij de montage van de projector. Hiermee kan de
projector iets boven of onder de bovenrand van het geprojecteerde beeld worden geplaatst.
De lensverschuiving (offset) wordt uitgedrukt als een percentage van de geprojecteerde beeldhoogte.
Het wordt gemeten als een verschuiving vanaf het verticale midden van het beeld. U kunt de knop
gebruiken om de projectielens omhoog of omlaag binnen het toegestane bereik te schuiven, afhankelijk
van de gewenste beeldpositie.
De lensverschuivingsknop gebruiken:
1. Maak de knop los door deze linksom te draaien.
2. Beweeg de knop om de positie van het geprojecteerde beeld aan te passen.
3. Maak de knop vast door deze rechtsom te draaien.
• Als de positie van het scherm vast staat
100%
30%
10%
• Als de positie van de projector vast staat
• Draai de knop niet te vast.
• Het aanpassen van de lensverschuiving heeft geen invloed op de beeldkwaliteit. In het onwaarschijnlijke
geval dat het beeld vervormd wordt geprojecteerd, zie "Het geprojecteerde beeld aanpassen" op
pagina 27 voor details.
18
De projector plaatsen
Aansluiten van videoapparatuur
U kunt de projector op elk type videoapparatuur aansluiten, zoals een videorecorder, dvd-speler, Blurayspeler, digitale tuner, kabel- of satellietdecoder, gameconsole of digitale camera. U kunt ook een
desktop pc, laptop of Apple Macintosh systeem aansluiten. U dient de projector slechts op een van de
volgende uitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is
wellicht afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste
videoapparaat.
Naam van
aansluiting
HDMI
Component
video
S-Video
Video
PC (D-SUB)
Uiterlijk van
aansluiting
ZieBeeldkwaliteit
"HDMI-toestellen aansluiten" op
pagina 20
"Component videoapparaten
aansluiten" op pagina 20
"S-Video of videoapparaten aansluiten"
op pagina 21
"S-Video of videoapparaten aansluiten"
op pagina 21
"Een computer aansluiten" op
pagina 21
Best
Beter
Goed
Normaal
Beter
Voorbereidingen
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt.
2. Gebruik alleen geschikte kabels met de goede stekkers voor elke ingang.
3. Controleer of alle kabelstekkers stevig in de aansluitingen zitten.
Let op dat de kabels in de volgende afbeeldingen wellicht niet allemaal bij de projector worden geleverd (zie
"Inhoud van de verpakking" op pagina 6 voor details). De meeste kabels zijn verkrijgbaar bij
elektronicawinkels.
Aansluiten van videoapparatuur
19
HDMI-toestellen aansluiten
HDMI-kabel
HDMI-apparaat: Dvd-speler, digitale tuner, enz.
Als u zeker wilt zijn dat het correcte
ingangsignaaltype voor het HDMI-signaal is
gekozen, zie dan "Hdmi-instellingen" op
pagina 48 voor details.
AV-apparatuur: Dvd-speler,
digitale tuner, enz.
Vanaf audio-uitNaar audio-in
Component videokabel
• HDMI-toestellen aansluiten op de projector met HDMI-kabels
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) ondersteunt ongecomprimeerde
videogegevensoverdracht tussen compatibele toestellen, zoals DTV-tuners, dvd-spelers,
Blu-rayspelers en beeldschermen, via één enkele kabel. Het levert een puur digitale kijk- en
luisterervaring. Gebruik een HDMI-kabel als u verbindingen aanbrengt tussen de projector en
HDMI-toestellen.
Component videoapparaten aansluiten
Let goed op dat de kleuren op kabels en aansluitingen overeen komen. De component videoaansluitingen
van het type RCA dienen voor het aansluiten van video-uitapparaten. U kunt ook een aparte geluidskabel
aansluiten voor een versterker.
20
Aansluiten van videoapparatuur
Loading...
+ 44 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.