BenQ W1400 User Manual [nl]

W1400 Digital Projector Home Cinema Series
Gebruikershandleiding
Inhoud
Belangrijke
veiligheidsinstructies ......................3
Inhoud van de verpakking.......................6
Standaardaccessoires .................................... 6
Optionele accessoires .................................. 6
De batterijen van de
afstandsbediening vervangen.................. 7
Effectief bereik van de
afstandsbediening...................................... 7
Kenmerken van de projector ................9
Buitenkant van de projector................10
Bedieningselementen en functies........11
Besturingspaneel .......................................... 11
Afstandsbediening ........................................ 12
De projector plaatsen ................ 13
Het kiezen van een plek........................13
De gewenste beeldgrootte van de
projectie instellen...................................14
De positie van de projector bij een
bepaalde schermgrootte bepalen............. 14
De aanbevolen schermgrootte voor
een bepaalde afstand bepalen....................14
Projectieafmetingen..................................... 16
De projectielens verticaal verschuiven... 18
De projector beveiligen........................ 24
Een veiligheidskabelslot gebruiken ...........24
De wachtwoordbeveiliging gebruiken .....25
Het geprojecteerde beeld aanpassen 27
De projectiehoek aanpassen ....................27
Vervorming van het beeld corrigeren .....27
De vooraf ingestelde en door de gebruiker ingestelde modi
gebruiken ................................................. 28
De beeldkwaliteit fijn afstellen............30
Geavanceerde aanpassing van
beeldkwaliteit.......................................... 31
Het geluid aanpassen............................. 34
De beeldverhouding selecteren.......... 35
Het beeld stilzetten ............................... 36
Het testpatroon gebruiken.................. 36
Vergroten en details zoeken ............... 36
Gebruik op grote hoogte..................... 37
Meer dan één ingangssignaal
tegelijkertijd weergeven ....................... 38
3D-materiaal weergeven ...................... 38
Het weergavemenu van de
projector personaliseren...................... 40
Besturingstoetsen blokkeren............... 40
De projector uitschakelen ................... 41
On-Screen Display (OSD)-menu's..... 42
Aansluiten van
videoapparatuur........................... 19
Voorbereidingen .......................................... 19
HDMI-toestellen aansluiten....................... 20
Component videoapparaten aansluiten.. 20
S-Video of videoapparaten aansluiten..... 21
Een computer aansluiten............................ 21
De projector gebruiken............. 22
De projector inschakelen .....................22
Een ingangssignaal selecteren...............23
Het beeldformaat en de
helderheid fijn afstellen .........................23
De menu's gebruiken.............................24
2 Inhoud
Extra informatie ...........................50
Onderhoud van de projector.............. 50
Informatie over de lamp....................... 51
Het aantal lampuren onderzoeken...........51
De levensduur van de lamp verlengen ....51
De timing van de lampvervanging.............52
De lamp vervangen ......................................52
Indicatoren............................................... 55
Probleemoplossing................................. 56
Specificaties ............................................. 57
Informatie over garantie en
auteursrechten .............................64
Bedankt voor uw keuze voor de kwaliteitsvideoprojector van BenQ! Deze projector levert een ultieme
4920-
9840
voet
kijkervaring in uw eigen thuisbioscoop. Voor de beste resultaten leest u deze handleiding zorgvuldig door. Het is uw gids door alle besturingsmenu's en alle handelingen.

Belangrijke veiligheidsinstructies

Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor IT-apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
1. Lees deze gebruikershandleiding aandachtig door voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding op een veilige plek voor naslag in de toekomst.
2. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op een stabiel en niet hellend oppervlak.
- Plaats de projector nooit op een instabiel wagentje,
standaard of tafel omdat hij dan kan vallen en beschadigen;
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de
projector;
- Maak geen gebruik van de projector als deze
gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden (naar links of rechts) of in een hoek van meer dan 15 graden (voor naar achter).
4. Plaats de projector niet in de volgende omgevingen:
- slecht geventileerde of gesloten ruimtes.
Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector;
- plaatsen waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen;
- erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen
die optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld;
- plaatsen in de buurt van een brandalarm;
- plaatsen met een omgevingstemperatuur
van meer dan 35°C/95°F;
- plaatsen op een hoogte boven 1500 meter /
4920 voet boven zeeniveau.
3. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies
3
5. Blokkeer nooit de ventilatieopeningen als de projector is ingeschakeld (zelfs in standbystand):
- Bedek de projector nooit met enig item;
- Plaats deze projector niet op een deken,
beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
9. Kijk tijdens het projecteren niet rechtstreeks in de lens van de projector. Dit kan uw ogen beschadigen.
6. Op plekken waar het voltage van het elektriciteitsnet kan fluctueren met ±10 volt, wordt aanbevolen de projector via een stroomstabilisator, spanningspiekbeveiliging of ononderbroken voeding (UPS) aan te sluiten, afhankelijk van wat het beste past in uw situatie.
7. Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op.
8. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Mocht er enige vloeistof in de projector zijn gemorst, dan is uw garantie geannuleerd. Mocht de projector nat worden, trek dan de stekker uit het stopcontact en bel BenQ om de projector te laten repareren.
10. Gebruik de projectorlamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken.
11. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
12. Dit product kan beelden omgekeerd weergeven, zodat plafondmontage mogelijk is. Gebruik alleen de Plafondmontageset van BenQ voor de montage.
4
Belangrijke veiligheidsinstructies
13. Probeer de lampcomponenten nooit te vervangen voordat de projector is afgekoeld en uit het stopcontact is getrokken.
14. Als u denkt dat de projector moet worden gerepareerd, breng de projector dan uitsluitend naar een gekwalificeerde reparateur.
Vochtcondensatie
Gebruik de projector nooit onmiddellijk nadat de projector van een koude naar een warme plek is gebracht. Als de projector aan zo'n temperatuurverandering wordt blootgesteld, kan vocht op belangrijke interne onderdelen condenseren. Bij zo'n temperatuurverandering gebruikt u de projector niet gedurende ten minste 2 uur, om te voorkomen dat de projector beschadigt.
Vermijd vluchtige vloeistoffen.
Gebruik geen vluchtige vloeistoffen, zoals insecticide of bepaalde reinigingsmiddelen, in de buurt van de projector. Plaats geen rubberen of plastic producten gedurende langere tijd tegen de projector. Deze kunnen vlekken op de buitenkant achterlaten. Mocht u de projector met een chemisch behandelde doek reinigen, volg dan de veiligheidsinstructies van het schoonmaakmiddel.
15. Open deze projector niet zelf. De onderdelen van het apparaat staan onder hoge spanning die levensgevaarlijk is. Het enige onderdeel dat u mag vervangen, is de lamp met het deksel. Zie pagina
52.
U mag nooit andere onderdelen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
Let op
Bewaar de originele verpakking voor eventueel vervoer in de toekomst. Als u de projector na gebruik moet vervoeren, stel dan de lenspositie in op een geschikte positie, plaats het lenskussen rond de lens, en pas het lenskussen in het projectorkussen om beschadiging tijdens het transport tegen te gaan.
Wegwerpen
Dit product bevat de volgende materialen, welke schadelijk kunnen zijn voor het menselijke lichaam en het milieu.
• Lood, dit zit in het soldeer.
• Kwik, dit zit in de lamp.
Wilt u het product of gebruikte lampen wegwerpen, neem dan contact op met uw gemeente met informatie over de regelgeving.
Belangrijke veiligheidsinstructies
5

Overzicht

Projector
Afstandsbediening
Batterijen
Garantiekaart*
CD met
Snelgids
Stroomkabel
VGA- kabel**
Draagtas
1. Reservelamp
2. RS232-kabel
3. Universele plafondmontageset

Inhoud van de verpakking

Pak alles voorzichtig uit en controleer of alle onderstaande items aanwezig zijn. Bepaalde items zijn wellicht niet beschikbaar, afhankelijk van de plaats van aankoop. Controleer dit op de plek van aankoop.

Standaardaccessoires

Bepaalde accessoires kunnen verschillen per regio. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
*De garantiekaart wordt alleen in bepaalde regio’s geleverd. **VGA-kabel in Europa niet meegeleverd

Optionele accessoires

6
Overzicht

De batterijen van de afstandsbediening vervangen

• De projector bedienen via de voorkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
1
5
º
• De projector bedienen via de bovenkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
1
5
º
1. Open de batterijklep door de afstandsbediening eerst om te draaien. Duw vervolgens tegen de vingergreep op de klep om deze omlaag te schuiven in de richting van de pijl zoals in de afbeelding is aangegeven. Het klepje schuift open.
2. Verwijder de oude batterijen (indien nodig) en plaats twee AAA-batterijen, waarbij u let op de polariteit van de batterijen zoals is aangegeven in de batterijnis. Plus (+) naar plus en min (-) naar min.
3. Plaats de klep terug door deze op de afstandsbediening te leggen en terug in positie te schuiven. Stop als het deksel vastklikt.
• Leg de afstandsbediening en de batterijen niet in extreem warme of vochtige omgevingen, zoals in een keuken, badkamer, sauna, solarium of in een gesloten auto.
• Gebruik alleen dezelfde batterijen of batterijen van hetzelfde type dat door de fabrikant van de batterij wordt aanbevolen.
• Gooi batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant en volgens de plaatselijke milieuregelgeving.
• Werp batterijen nooit in vuur. Dit kan een explosie veroorzaken.
• Als de batterijen leeg zijn of als u de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de batterijen om beschadiging van de afstandsbediening door lekkende batterijen te voorkomen.

Effectief bereik van de afstandsbediening

De afstandsbediening moet in een hoek van 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de projector worden gehouden om correct te functioneren. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor(en) mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) van de projector geen obstakels liggen die de infraroodstraal kunnen blokkeren.
Montage van de projector op het plafond
Voor een probleemloze werking van de projector is ook veiligheid van groot belang. Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om schade en lichamelijk letsel te voorkomen.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQ­projectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Overzicht
7
Als u een montageset van een ander merk gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar beneden valt omdat het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd.
U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw projector. Het verdient ook aanbeveling een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensington-slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de houder. Wanneer de projector loskomt van de houder, blijft het apparaat toch veilig zitten.
8
Overzicht

Kenmerken van de projector

• Volledig compatibel met HD
De projector is compatibel met Standard Definition TV (SDTV) 576i, Enhanced Definition TV (EDTV) 480p, 576p en High Definition TV (HDTV) 720p, 1080i en 1080p op 60Hz-indelingen, met de 1080p indeling die een echte 1:1 beeldreproductie levert.
• Hoge beeldkwaliteit
De projector levert uitstekende beeldkwaliteit dankzij de hoge resolutie, uitstekende home theater helderheid, hoge contrastverhouding, levendige kleuren en rijke weergave van grijstinten.
• Levendige kleurreproductie
De projector maakt gebruik van een kleurwiel met 6 segmenten om realistische kleurdiepte en ­bereik te reproduceren, wat onmogelijk is voor kleurwielen met minder segmenten.
• Rijke grijstinten
Indien weergegeven in een donkere omgeving, levert de automatische gammabesturing uitstekende grijstinten, zodat details in schaduwen, nachtscènes of donkere scènes zichtbaar zijn.
• Brede reeks ingangen en video-indelingen
De projector ondersteunt een brede reeks ingangen voor het aansluiten van video- en pc-apparatuur, waaronder component video, S-video en composiet video, daarnaast duaal HDMI, pc en een uitgangstrigger voor aansluiting op geautomatiseerde scherm- en belichtingssystemen.
• Door ISF gecertificeerde ijking
De hogere prestatiestandaard wordt bereikt doordat de projector gebruik maakt van ISF NIGHT en ISF DAY modusinstellingen in de OSD-menu's, wat professionele ijking van geautoriseerde ISF­installateurs vereist.
• 3D-functie
Verbeter de beleving van 3D-films, video's en sportevenementen nog meer door de beeldiepte te presenteren via de HDMI-interface.
• 2D-3D-conversie
Met de functie 2D/3D-conversie kunt u 2D-beeldmateriaal omzetten in 3D-beelden voor een 3D-effect.
• CEC
Als u de projector aansluit op een met HDMI CEC-compatibel apparaat, zoals een dvd-speler, activeert u de functie CEC om beide apparaten in en uit te schakelen met één afstandsbediening.
Vanwege verschillen in het ontwerp van HDMI CEC op afzonderlijke apparaten, functioneren bepaalde
apparaten wellicht niet naar behoren.
• Frame-interpolatie
Door de beweging te analyseren en compensatietechnologie, wordt de vloeiendheid en duidelijkheid van het beeld verbeterd.
• Geïntegreerde luidspreker(s)
Geïntegreerde luidspreker(s) voor gemengd monogeluid als een signaal op de audio-ingang is aangesloten.
• Intuïtieve lensverschuiving
Intuïtieve besturing van de lensverschuivingknop voor flexibele instelling van de projector.
SmartEco
SmartEco™-technologie vermindert het energieverbruik van de lamp met maximaal 70%, afhankelijk van het helderheidsniveau van de beelden als de modus SmartEco is geselecteerd.
Overzicht
9

Buitenkant van de projector

Zie "Aansluiten van videoapparatuur" op pagina 19 voor details over de aansluitingen.
Voorkant en bovenkant
1
2
3
4
Achterkant en onderkant
10
19
20 21
22
22
21
11 1312 14
21
21
15 16 17
1. Bedieningspaneel (zie
"Besturingspaneel" op pagina 11 voor
5
6
7
8
details.)
2. Lampdeksel
3. Ventilatie
4. Lensklep
5. Lensverschuivingsklep
6. Focus- en zoomring
7. Ventilatie
8. IR-sensor voorkant
9. Projectielens
9
10.HDMI-poorten
11. Mini-usb-poort (voor onderhoud)
12. RS-232-besturingspoort Te gebruiken in combinatie met een pc of geautomatiseerde thuisbioscoop.
13. RGB (pc)-/componentvideo (YPbPr/ YCbCr)-signaalingang
14. Component Video-ingangen (RCA) ondersteunt Y/P
B/PR of Y/CB/CR-
videosignaal
15.S-Videoingang (mini 4-pin DIN) Composiet Video-ingang (RCA)
16. Audio-ingangen (L/R)
18
17. Audio-ingang Audio-uitgang
18. 12VDC-uit-aansluiting Te gebruiken om externe apparaten aan te sturen, zoals een elektrisch scherm of belichtingsbesturing, enz. Neem contact op met uw verkoper
22
voor informatie over de aansluiting van deze apparaten.
19. Aansluiting netsnoer
20.Sleuf voor veiligheidsslot
21.Verstelvoetjes
22.Gaten voor plafondmontage
10
Overzicht

Bedieningselementen en functies

Besturingspaneel

1 2 3 4
5
6
7
8
1. Focusring
Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan.
2. Zoomring
Hiermee past u de grootte van het beeld aan.
3. Lensverschuivingsklep
4. IR-sensor bovenkant
5. MENU/EXIT
Activeert het schermmenu (On-Screen Display, OSD). Hiermee gaat u terug naar het vorige schermmenu (OSD), sluit u het menu en slaat u de menu-instellingen op.
6. AAN/UIT
Dit zet de projector op stand-by of aan.
7. Links/
Zet het volume van de projector lager. Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd,
functioneren de knoppen #7, #12 en #15 als richtingspijlen om de gewenste menuopties te selecteren en de instellingen te wijzigen.
8. ECO BLANK
Maakt het beeld leeg.
9. POWER-indicator
Brandt of knippert als de projector wordt gebruikt.
10.TEMP (waarschuwingslampje temperatuur)
Brandt rood als de temperatuur van de projector te hoog wordt.
11. LAMP-indicator
Geeft de status van de lamp aan. Brandt of knippert als er een probleem is met de lamp.
9
10 11
12 13 14 15
16
12
12.Keystone/pijltoetsen ( / Omhoog, / Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig het vervormde beeld, veroorzaakt door de projectiehoek.
Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd, functioneren de knoppen #7, #12 en #15 als richtingspijlen om de gewenste menuopties te selecteren en de instellingen te wijzigen.
13. AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het beeld.
14.MODE/ENTER
Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus. Hiermee activeert u het geselecteerde menu-
item in het schermmenu.
15. Rechts/
Zet het volume van de projector hoger. Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd,
functioneren de knoppen #7, #12 en #15 als richtingspijlen om de gewenste menuopties te selecteren en de instellingen te wijzigen.
16.SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
Overzicht
11

Afstandsbediening

1
2
3
4 5
6 7 8
9
10 11
12 13
1. Energie ON/OFF
Dit zet de projector aan of uit.
2. Ingangselectietoetsen
Kies een ingangsignaal voor het beeld. (WIRELESS niet beschikbaar)
3. MENU/EXIT
Activeert het schermmenu (On-Screen Display, OSD). Hiermee gaat u terug naar het vorige schermmenu (OSD), sluit u het menu en slaat u de menu-instellingen op.
4. Links
Zet het volume van de projector lager. Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd,
functioneren de knoppen #4, #15 en #17 als richtingspijlen om de gewenste menuopties te selecteren en de instellingen te wijzigen.
5. MODE/ENTER
Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus. Hiermee activeert u het geselecteerde menu-
item in het schermmenu.
6. ECO BLANK
Maakt het beeld leeg.
7. PIP
Opent het menu
PIP (Picture-in-picture).
8. ASPECT
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
9. Aanpassingstoetsen voor beeldkwaliteit
Deze functietoetsen voeren dezelfde taken uit als is aangegeven in het OSD-menu. Zie "De
beeldkwaliteit fijn afstellen" op pagina 30 voor
details.
14
15 16
17 18
15 19
20
10.FINE TUNE
Geeft het "Kleurtemperatuur afstemmen"­menu weer. Zie "Een
voorkeurskleurtemperatuur instellen" op pagina 32 voor details.
11.3D/INVERT
Opent het menu "3D" direct en schakelt de omkeerfunctie in of uit.
12.MUTE
Schakelt het projectorgeluid in of uit.
13.FREEZE
Zet het geprojecteerde beeld stil.
14.LIGHT
De ledverlichting blijft ongeveer 10 seconden branden als op een toets op de afstandsbediening wordt gedrukt. Druk binnen 10 seconden op een andere toetsen om de ledverlichting uit te schakelen.
15.Keystone/pijltoetsen ( / omhoog, / omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig het vervormde beeld, veroorzaakt door de projectiehoek.
Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd, functioneren de knoppen #4, #15 en #17 als richtingspijlen om de gewenste menuopties te selecteren en de instellingen te wijzigen.
16.AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het beeld.
17. Rechts
Zet het volume van de projector hoger. Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd,
functioneren de knoppen #4, #15 en #17 als richtingspijlen om de gewenste menuopties te selecteren en de instellingen te wijzigen.
18.SOURCE
Opent de ingangselectiebalk. (WIRELESS niet beschikbaar)
19.SRS
Hiermee kunt u de SRS-functie in- of uitschakelen.
20.TEST
Geeft het testpatroon weer.
12
Overzicht

De projector plaatsen

Het kiezen van een plek

De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd.
Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
1. Voorkant:
Selecteer deze instelling als u de projector op de vloer en voor het scherm installeert. Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
2. Plafond voorkant:
Selecteer deze locatie als de projector aan het plafond voor het scherm wordt gehangen.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset van BenQ bij uw leverancier kopen.
*Stel Plafond voorkant in nadat de projector is ingeschakeld.
3. Achterkant:
Selecteer deze instelling als u de projector op de vloer en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist.
*Stel Achterkant in nadat de projector is ingeschakeld.
4. Plafond achter:
Selecteer deze locatie als de projector aan het plafond achter het scherm wordt gehangen.
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist en de plafondmontageset van BenQ.
*Stel Plafond achter in nadat de projector is ingeschakeld.
*De projectorpositie instellen:
1. Druk op MENU/EXIT op de projector of afstandsbediening en druk vervolgens op / totdat het menu Systeeminstellingen is geselecteerd.
2. Druk op / om Projectorpositie te selecteren en druk op / totdat de juiste positie is geselecteerd.
De projector plaatsen
13

De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen

De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
Plaats de projector altijd op een stabiel, niet hellend oppervlak (bijvoorbeeld op een tafel) en in een loodrechte positie (90°) ten opzichte van het scherm. Zo voorkomt u beeldvervorming die wordt veroorzaakt door de projectiehoek (of wanneer u op oppervlakken met hoeken projecteert). Als de projector aan een plafond is gemonteerd, moet dit ondersteboven gebeuren.
Als de projector verder van het scherm staat, wordt het geprojecteerde beeld groter. Ook de verticale hoek wordt groter.
Wanneer u de positie van het scherm en de projector bepaalt, dient u rekening te houden met de grootte van het geprojecteerde beeld én met de verticale hoek. Deze zijn beide afhankelijk van de afstand tot het scherm.
Deze projector is uitgerust met een verstelbare lens. Zie "De projectielens verticaal verschuiven" op
pagina 18 voor details. Zie de afbeeldingen op pagina's 16 en 17 voor waardes van de verticale hoek in de
afmetingtabellen, die gemeten zijn bij een volledig naar boven of beneden geschoven lens.

De positie van de projector bij een bepaalde schermgrootte bepalen

1. Bepaal de beeldverhouding van het scherm: 16:9 of 4:3?
2. Zie de tabel en zoek de de schermgrootte die het dichtst de grootte van uw scherm benadert in de linkerkolommen met de naam "Schermafmetingen". In de tweede kolom vindt u in dezelfde rij de overeenkomstige gemiddelde afstand tot het scherm onder "Gemiddeld". Dit is de projectieafstand.
3. Bepaald de exacte positie van de projector afhankelijk van de positie van het scherm en het bereik van de aanpasbare lensverschuiving.
<Voorbeeld> Als u bijvoorbeeld een 120-inch scherm met een beeldverhouding van 4:3 gebruikt, zie "De
beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld 16:9". De gemiddelde
projectieafstand is dan 3409 mm.

De aanbevolen schermgrootte voor een bepaalde afstand bepalen

Wanneer u een projector hebt aangeschaft, kunt u met deze methode bepalen welk scherm het meest geschikt is voor de ruimte waar u het apparaat gaat gebruiken.
De maximale schermgrootte wordt natuurlijk ook bepaald door de afmetingen van die ruimte.
1. Bepaal de beeldverhouding van het scherm: 16:9 of 4:3?
2. Meet de afstand tussen de projector en de plek waar u het scherm wilt installeren. Dit is de projectieafstand.
3. Zoek in de kolom "Gemiddeld" van de tabel de gemeten afstand tot het scherm. Controleer of de gemeten afstand tussen de minimale en maximale afstand ligt die wordt weergegeven in de kolommen naast de gemiddelde afstand.
4. Zoek in dezelfde rij in de linkerkolom naar de overeenkomstige schermdiagonaal. Dit is de grootte van het geprojecteerde beeld op deze projectieafstand.
<Voorbeeld> Als u bijvoorbeeld een scherm met een verhouding van 16:9 heeft en de gemeten projectieafstand is 4000 mm, zie dan "De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en het geprojecteerde beeld 16:9". De waarde die dit het beste benadert in de kolom "Gemiddeld" is 4024 mm. Kijk verder in deze rij en u ziet dat een scherm van 130 inch nodig is.
14
De projector plaatsen
Uit de waardes van de minimale en maximale projectieafstand in de kolommen van "Projectieafstand <D>
[mm]" op pagina 16 blijkt dat de gemeten projectieafstand van 4000 mm ook geschikt is voor schermen
van 120 en 140 inch. De projector kan worden aangepast (met de zoomregeling), zodat het beeld bij deze projectieafstand op deze verschillende schermen kan worden geprojecteerd. Denk eraan dat de verschillende schermen een verschillende verticale hoek hebben.
Als u de projector in een andere dan de aanbevolen positie plaatst, dient u deze omhoog of omlaag te kantelen om het beeld te centreren op het scherm. In deze gevallen kan het beeld enigszins vervormd raken. U kunt de vervorming corrigeren met de Keystone-functie. Zie "Vervorming van het beeld
corrigeren" op pagina 27 voor details.
De projector plaatsen
15

Projectieafmetingen

Vloerinstallatie
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
Plafondinstallatie
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
Installatie bij een scherm met beeldverhouding 16:9
<A>
<C>
<B>
<E>
<F>
<D>
<G>
<A>
<C>
<B>
<E>
<D>
<G>
<F>
De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en het geprojecteerde beeld 16:9
Schermafmetingen Projectieafstand <D> [mm]
Diagonaal <A> [inch (mm)]
42 (1067) 523 930 1000 1300 1600 26
50 (1270) 623 1107 1190 1548 1905 31
60 (1524) 747 1328 1429 1857 2286 37
70 (1778) 872 1550 1667 2167 2667 44
80 (2032) 996 1771 1905 2476 3048 50
84 (2134) 1046 1860 2000 2600 3200 52
90 (2286) 1121 1992 2143 2786 3429 56
100 (2540) 1245 2214 2381 3095 3810 62
110 (2794) 1370 2435 2619 3405 4190 68
120 (3048) 1494 2657 2857 3714 4571 75
130 (3302) 1619 2878 3095 4024 4952 81
140 (3556) 1743 3099 3333 4333 5333 87
150 (3810) 1868 3321 3571 4643 5714 93
160 (4064) 1992 3542 3810 4952 6095 100
170 (4318) 2117 3763 4048 5262 6476 106
180 (4572) 2241 3985 4286 5571 6857 112
190 (4826) 2366 4206 4524 5881 7238 118
200 (5080) 2491 4428 4762 6190 7619 125
250 (6350) 3113 5535 5952 7738 9524 156
Bovenstaande nummers zijn benaderingen en kunnen licht afwijken van de daadwerkelijke metingen. Alleen de aanbevolen schermafmetingen staan in de lijst. Als de grootte van uw scherm niet in bovenstaande tabel staat, neem dan contact op met de verkoper voor hulp.
Hoogte <B> [mm]
Breedte <C> [mm]
Min. afstand (met max. zoom)
Gemiddeld
Max afstand (met min. zoom)
Laagste/hoogste
lenspositie <E>
[mm]
16
De projector plaatsen
Installatie bij een scherm met beeldverhouding 4:3
Vloerinstallatie
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
Plafondinstallatie
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
De onderstaande illustraties en tabel zijn voor de gebruikers die al een beeldscherm met een beeldverhouding van 4:3 hebben of van plan zijn een dergelijk scherm te kopen om geprojecteerde beelden met een beeldverhouding van 16:9 weer te geven.
<A>
<C>
<H>
<E>
<B>
<F>
<G>
<D>
<A>
<C>
<H>
<E>
<D>
<G>
<F>
<B>
De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld 16:9
Schermafmetingen Projectieafstand <D> [mm]
Diagonaal <A> [inch (mm)]
50 (1270) 762 1016 1093 1421 1748 29 572
60 (1524) 914 1219 1311 1705 2098
70 (1778) 1067 1422 1530 1989 2448
80 (2032) 1219 1626 1748 2273 2797
90 (2286) 1372 1829 1967 2557 3147
100 (2540) 1524 2032 2185 2841 3497
110 (2794) 1676 2235 2404 3125 3846
120 (3048) 1829 2438 2623 3409 4196
130 (3302) 1981 2642 2841 3693 4546
140 (3556) 2134 2845 3060 3977 4895
150 (3810) 2286 3048 3278 4262 5245
160 (4064) 2438 3251 3497 4546 5595
170 (4318) 2591 3454 3715 4830 5944
180 (4572) 2743 3658 3934 5114 6294
190 (4826) 2896 3861 4152 5398 6644
200 (5080) 3048 4064 4371 5682 6993
230 (5842) 3505 4674 5026 6534 8042
Bovenstaande nummers zijn benaderingen en kunnen licht afwijken van de daadwerkelijke metingen. Alleen de aanbevolen schermafmetingen staan in de lijst. Als de grootte van uw scherm niet in bovenstaande tabel staat, neem dan contact op met de verkoper voor hulp.
Hoogte <B> [mm]
Breedte <C> [mm]
Min. afstand (met max. zoom)
Gemiddeld
Max afstand (met min. zoom)
Laagste/
hoogste
lenspositie
<E>
[mm]
34 686
40 800
46 914
51 1029
57 1143
63 1257
69 1372
74 1486
80 1600
86 1715
91 1829
97 1943
103 2057
109 2172
114 2286
131 2629
Beeldhoogte
<H>
[mm]
De projector plaatsen
17

De projectielens verticaal verschuiven

1
2
Scherm
Projector
110%
130%
120%
1
2
De verticale lensverschuiving zorgt voor flexibiliteit bij de montage van de projector. Hiermee kan de projector iets boven of onder de bovenrand van het geprojecteerde beeld worden geplaatst.
De lensverschuiving (offset) wordt uitgedrukt als een percentage van de geprojecteerde beeldhoogte. Het wordt gemeten als een verschuiving vanaf het verticale midden van het beeld. U kunt de knop gebruiken om de projectielens omhoog of omlaag binnen het toegestane bereik te schuiven, afhankelijk van de gewenste beeldpositie.
De lensverschuivingsknop gebruiken:
1. Maak de knop los door deze linksom te draaien.
2. Beweeg de knop om de positie van het geprojecteerde beeld aan te passen.
3. Maak de knop vast door deze rechtsom te draaien.
• Als de positie van het scherm vast staat
100%
30%
10%
• Als de positie van de projector vast staat
• Draai de knop niet te vast.
• Het aanpassen van de lensverschuiving heeft geen invloed op de beeldkwaliteit. In het onwaarschijnlijke geval dat het beeld vervormd wordt geprojecteerd, zie "Het geprojecteerde beeld aanpassen" op
pagina 27 voor details.
18
De projector plaatsen

Aansluiten van videoapparatuur

U kunt de projector op elk type videoapparatuur aansluiten, zoals een videorecorder, dvd-speler, Blu­rayspeler, digitale tuner, kabel- of satellietdecoder, gameconsole of digitale camera. U kunt ook een desktop pc, laptop of Apple Macintosh systeem aansluiten. U dient de projector slechts op een van de volgende uitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste videoapparaat.
Naam van
aansluiting
HDMI
Component
video
S-Video
Video
PC (D-SUB)
Uiterlijk van
aansluiting
Zie Beeldkwaliteit
"HDMI-toestellen aansluiten" op pagina 20
"Component videoapparaten aansluiten" op pagina 20
"S-Video of videoapparaten aansluiten" op pagina 21
"S-Video of videoapparaten aansluiten" op pagina 21
"Een computer aansluiten" op pagina 21
Best
Beter
Goed
Normaal
Beter

Voorbereidingen

Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt.
2. Gebruik alleen geschikte kabels met de goede stekkers voor elke ingang.
3. Controleer of alle kabelstekkers stevig in de aansluitingen zitten.
Let op dat de kabels in de volgende afbeeldingen wellicht niet allemaal bij de projector worden geleverd (zie
"Inhoud van de verpakking" op pagina 6 voor details). De meeste kabels zijn verkrijgbaar bij
elektronicawinkels.
Aansluiten van videoapparatuur
19

HDMI-toestellen aansluiten

HDMI-kabel
HDMI-apparaat: Dvd-speler, digitale tuner, enz.
Als u zeker wilt zijn dat het correcte ingangsignaaltype voor het HDMI-signaal is gekozen, zie dan "Hdmi-instellingen" op
pagina 48 voor details.
AV-apparatuur: Dvd-speler,
digitale tuner, enz.
Vanaf audio-uit Naar audio-in
Component videokabel
• HDMI-toestellen aansluiten op de projector met HDMI-kabels HDMI (High-Definition Multimedia Interface) ondersteunt ongecomprimeerde
videogegevensoverdracht tussen compatibele toestellen, zoals DTV-tuners, dvd-spelers, Blu-rayspelers en beeldschermen, via één enkele kabel. Het levert een puur digitale kijk- en luisterervaring. Gebruik een HDMI-kabel als u verbindingen aanbrengt tussen de projector en HDMI-toestellen.

Component videoapparaten aansluiten

Let goed op dat de kleuren op kabels en aansluitingen overeen komen. De component videoaansluitingen van het type RCA dienen voor het aansluiten van video-uitapparaten. U kunt ook een aparte geluidskabel aansluiten voor een versterker.
20
Aansluiten van videoapparatuur
Loading...
+ 44 hidden pages