Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsnormen voor ITapparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze
handleiding en op het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1.Lees deze handleiding
aandachtig door voordat u de
projector gebruikt. Bewaar de
handleiding voor toekomstig gebruik.
2.Kijk tijdens het gebruik niet
direct in de lens van de
projector. De sterke lichtstraal kan
uw ogen beschadigen.
3.Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden
over aan een bevoegd technicus.
5.In sommige landen is de lijnspanning
NIET stabiel. In sommige landen is de
netspanning ongelijkmatig. Hoewel
deze projector normaal werkt bij een
netspanning van 100 tot 240 V
(wisselstroom), kan het apparaat
uitvallen wanneer zich een
stroomstoring of een spanningspiek
van ±10 V voordoet. In gebieden
waar de netspanning kan
schommelen of uitvallen, is het
raadzaam de projector aan te
sluiten op een
spanningsstabilisator,
piekbeveiliging of UPS-systeem
(Uninterruptible Power Supply).
6.Plaats geen voorwerpen voor de
projectielens als de projector wordt
gebruikt. Deze voorwerpen kunnen
oververhitten of vervormen of
kunnen zelfs brand veroorzaken.
Druk op Welkom op de projector
of afstandsbediening om de lamp
tijdelijk uit te schakelen.
4.Zorg er altijd voor dat de
lenssluiter is geopend of dat de
lensdop is verwijderd wanneer
de projectorlamp brandt.
Belangrijke veiligheidsinstructies3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
7.De lamp wordt erg heet tijdens het
gebruik. Laat de projector ongeveer
45 minuten afkoelen voordat u de
lamp vervangt.
8.Gebruik de lamp niet langer dan de
voorgeschreven levensduur. Als u
de lamp toch langer gebruikt, kan
deze in zeldzame gevallen breken.
9.Zorg dat de stekker van de
projector uit het stopcontact is
verwijderd voordat u de lamp of
elektronische onderdelen vervangt.
10. Plaats dit product niet op een
onstabiel wagentje, een onstabiele
standaard of een wankele tafel. Het
product kan vallen en ernstig
worden beschadigd.
11. Probeer deze projector niet zelf te
demonteren. De onderdelen in het
apparaat staan onder hoge spanning
die levensgevaarlijk is als u ze
aanraakt. Het enige onderdeel dat u
zelf mag vervangen, is de lamp die
een afneembare afdekking heeft.
U mag nooit andere afdekkingen
losmaken of verwijderen. Laat
reparaties uitsluitend over aan
gekwalificeerde professionele
reparateurs.
12. Wanneer u de projector gebruikt, is
het mogelijk dat u warme lucht en
een bepaalde geur opmerkt bij het
ventilatierooster. Dit is een normaal
verschijnsel en geen defect.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
Veiligheidsinstructies (vervolg)
3.000 m
(10.000 voet)
0 m
(0 voet)
13. Plaats de projector niet in de volgende
omgevingen.
- Slecht geventileerde of ingesloten
ruimtes. Zorg dat de projector minstens
50 cm van de muur staat en zorg voor
voldoende ruimte voor de luchtstroom
rondom de projector.
- Plaatsen waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto met
gesloten ramen.
- Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen
die optische componenten mogelijk
aantasten. Dit verkort de levensduur van
de projector en verdonkert het beeld.
- Plaatsen in de buurt van een brandalarm.
- Plaatsen met een omgevingstemperatuur
van meer dan 40°C / 104°F.
- Plaatsen die hoger liggen dan 3000 m
(10000 voet).
14. Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
- Plaats deze projector niet op een deken,
beddengoed of op een ander zacht
oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek
of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de
buurt van de projector.
Als de ventilatieopeningen ernstig
wordt gehinderd, kan er door
oververhitting in de projector brand
ontstaan.
15. Plaats de projector tijdens gebruik
altijd op een vlak, horizontaal
oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als
deze gekanteld staat in een hoek van
meer dan 10 graden (links naar rechts) of
in een hoek van meer dan 15 graden
(voor naar achter). Als u de projector
gebruikt wanneer deze niet volledig
horizontaal staat, werkt deze mogelijk
niet optimaal of kan de lamp beschadigd
raken.
16. Plaats de projector niet verticaal. De
projector kan dan vallen en letsel
veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
17. Ga niet op projector staan of leg er
geen voorwerpen op. Dit kan niet
alleen schade aan de projector
veroorzaken, maar kan ook leiden tot
ongevallen en mogelijk letsel.
18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt
van of op de projector. Als er vloeistof
in de projector wordt gemorst, werkt
deze mogelijk niet meer. Als de
projector nat wordt, moet u de
stekker uit het stopcontact trekken en
de projector laten controleren door
een BenQ-onderhoudstechnicus.
19. Dit product kan beelden omgekeerd
weergeven, zodat plafondmontage
mogelijk is.
Gebruik alleen de plafondmontageset
van BenQ en controleer of de
projector stevig vastzit.
Montage van de projector
op het plafond
Wij willen u het gebruik van uw
BenQ-projector zo aangenaam
mogelijk maken. Daarom vestigen wij
uw aandacht op deze
veiligheidskwestie om mogelijk
lichamelijk letsel of materiële schade
te voorkomen.
Als u de projector tegen het plafond
wilt bevestigen, is het raadzaam de
plafondmontageset voor BenQprojectoren te gebruiken voor een
veilige en stevige montage.
Als u een kit voor plafondmontage
gebruikt van een ander merk dan
BenQ, bestaat een veiligheidsrisico
omdat de projector van het plafond
kan vallen door een onjuiste montage
als gevolg van het gebruik van de
verkeerde maat of lengte schroeven.
U kunt de plafondmontageset voor
BenQ-projectoren kopen bij de
leverancier van uw projector. U kunt
de plafondmontageset voor BenQprojectoren kopen bij de leverancier
van uw projector. Het verdient ook
aanbeveling een aparte veiligheidskabel
aan te schaffen die compatibel is met
het Kensington-slot. Maak deze kabel
vast aan de sleuf voor het Kensingtonslot op de projector en aan de houder.
Deze zal een tweede beveiliging
bieden voor het vasthouden van de
projector in het geval de bevestiging
op de montagebeugel zou loskomen.
Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in
overeenstemming met de lokale
wetten op afvalverwijdering. Zie
www.lamprecycle.org.
Belangrijke veiligheidsinstructies6
Kenmerken van de projector
• Ondersteunt Full HD
De projector ondersteunt de indelingen Standard Definition TV (SDTV) 480i, 576i,
Enhanced Definition television (EDTV) 480p, 576p en High Definition TV (HDTV)
720p, 1080i/p 60Hz, waarbij de indeling 1080p een echte 1:1 beeldreproductie biedt.
• Hoge kwaliteit
De projector levert een uitstekende beeldkwaliteit door zijn hoge resolutie,
uitstekende helderheid voor het thuistheater, hoge contrastverhouding, levendige
kleuren en rijke weergave van de grijswaarden.
• Grote helderheid
De projector levert een superhoge helderheid voor een uitstekende beeldkwaliteit bij
het aanwezige omgevingslicht, waarbij hij beter presteert dan gewone projectoren.
• Levendige kleurenreproductie
De projector is voorzien van een kleurenwiell met 6 segmenten voor de reproductie
van een realistische kleurendiepte en bereik dat onhaalbaar is met beperkter
kleurenwielen.
• Rijke grijswaarden
Bij het kijken in een verduisterde omgeving levert de automatische gammacontrole een
uitstekende weergave van grijswaarden die details laat zien in schaduwen en in
nachtelijke of donkere scènes.
• Grote keuze aan ingangen en video-indelingen
De projector ondersteunt een verscheidenheid aaningangen voor aansluiting op uw
video- en pc-apparatuur, waaronder component video, S-Video, en composiet video,
evenals dubbel HDMI, pc en een uitgangstrigger voor aansluiting op geautomatiseerde
scherm- en omgevingslichtsystemen.
• ISF-gecertificeerde kalibratiebesturing
Om een hogere prestatiestandaard te behalen, bevat de projector instellingen voor de
modi ISF NIGHT en ISF DAY in de schermmenu's. Hiervoor is een professionele
kalibratie door geautoriseerde ISF-installateurs vereist.
• 3D-functie
Om op een realistischer manier te genieten van 3D-films, video's en sportevenementen
door de diepte van het beeld via HDMI te presenteren.
• Ingebouwde luidspreker(s)
Ingebouwde luidspreker(s) die ook gemixte mono-audio levert wanneer een audioingang is aangesloten.
• Intuitieve lensverplaatsing
De intuitieve bediening van de hendel voor lensverplaatsing biedt flexibiliteit bij het
opzetten van de projector.
• SmartEco
De SmartEco™-technologie bespaart tot 70 % op het energiegebruik van de lamp,
afhankelijk van het helderheidsniveau van de inhoud als de SmartEco-mode is
geselecteerd.
• SmartEco™ start uw dynamische energiebesparing
De SmartEco™-technologie biedt een neiuwe manier van bedienen van het
projectielampsysteem en bespaart lampenergie afhankelijk van het helderheidsniveau
van de inhoud.
• De langste levensduur van de lamp met de SmartEco™-technologie
De SmartEco™-technologie vermindert het energiegebruikt en verlengt de levensduur
van de lamp.
• ECO BLANK spaart het lampvermogen.
Door op de knop ECO BLANK te drukken, verbergt u het beeld en verlaagt u
tegelijkertijd het door de lamp opgenomen vermogen.
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of
meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.
Standaardaccessoires
De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van de
afbeeldingen.
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde specifieke regio’s geleverd. Raadpleeg uw
verkoper voor gedetailleerde informatie.
Europa sku heeft standaard geen VGA-kabel als accessoire.
Optionele accessoires
1.Reservelampset
2.Plafondmontageset
Kenmerken van de projector8
3.3D bril
4.Draagtas
Buitenkant van de projector
1
2
8
9
3
Voorkant/bovenkant
4
5
6
1
7
10
11
COMP UTE R / PC
HDMI-1 HDMI-2
VIDEO
RS-232
COMP ONE NT
L RIN OUT
USB
-
MINI B
12
V TRIGGER
AUDIO
AUDIO
Achter/onderkant
13 14 15 16 17
19 18212223242527
12
2026
1.Lampdeksel
2.Projectielens
3.Snelontgrendelingsknop
4.Extern besturingspaneel
(Zie"Projector" op pagina 11 voor
details.)
5.IR-sensor afstandsbediening
bovenkant
6.Lensverschuiving
7.Focusring en zoomring
8.Luidspreker
9.Ventilatiegleuven (invoer koele
lucht)
10. IR-sensor afstandsbediening
voorkant
11. Lenskap en snoer
12. HDMI 1 ingang
13. HDMI 2 ingang
14. USB Mini B ingang
15. COMPUTER Pc-signaalingangen
16. RS-232-besturingspoort
17. COMPONENT ingangen
18. Sleuf voor Kensingtonantidiefstalslot
19. Achterste verstelvoetje
20. VIDEO ingang
21. AUDIO ingang (R)
22. AUDIO ingang (L)
23. AUDIO ingang
24. AUDIO uitgang
25. Snelverstellerknop
26. 12 V TRIGGER uitgang
27. Aansluiting netsnoer
Kenmerken van de projector9
28. Gaten voor plafondmontage
Onderkant
29
30
2828
2830
29. Instelbare voet aan voorzijde
30. Achterste verstelvoetje
Kenmerken van de projector10
Bedieningselementen en functies
1
3
5
8
6
7
9
10
11
12
13
14
15
4
2
Projector
8.TEMPeratuurindicatorlichtje
Licht rood op als de temperatuur van de
projector te hoog wordt. Zie "Indicators"
op pagina 64 voor details.
9.Keystone/pijltoetsen (/
Omhoog)
Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt.
Zie "Keystone corrigeren" op pagina 30
voor details.
10. LAMP-indicatorlichtje
1.FOCUS/ZOOM ring
Hiermee wordt het uiterlijk van het
geprojecteerde beeld aangepast. Zie "Het
beeldformaat en de helderheid fijn afstellen"
op pagina 30 voor details.
2.LENS SHIFT aanpassing
Wordt gebruikt om de projector hoger of
lager in te stellen. Zie "De projectielens
verplaatsen" op pagina 21 voor details.
3.POWER (Power-lampje)
Licht op of knippert als de projector wordt
gebruikt. Zie "Indicators" op pagina 64 voor
details.
4.MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het OSD-menu in.
Hiermee gaat u terug naar het vorige OSDmenu en slaat u de menu-instellingen op.
Zie "De menu's gebruiken" op pagina 31
voor details.
5.Links/Volumeniveau verlagen
Verlaagt het volume. Zie "Het volume
regelen" op pagina 42 voor details.
6.POWER
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in.
Zie "De projector opstarten" op pagina 28
en "De projector uitschakelen" op pagina
47 voor details.
7.ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen.
Geeft de status van de lamp aan. Licht op
of knippert wanneer er een probleem is
met de lamp. Zie "Indicators" op pagina 64
voor details.
11. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste
beeldtimings bepaald voor het
weergegeven beeld. Zie "Het beeld
automatisch aanpassen" op pagina 29 voor
details.
12.Rechts/Volumeniveau
verhogen
Verhoogt het volume. Zie "Het volume
regelen" op pagina 42 voor details.
Als het On-Screen Display (OSD) menu is
geactiveerd, worden de toetsen 5, 9, 12
en 15 gebruikt als richtingspijlen om de
gewenste menu-items te selecteren en
aanpassen aan te brengen. Zie "De menu's
gebruiken" op pagina 31 voor details.
13. MODE/ENTER
Selecteert een beschikbare
beeldinstellingsmodus. Hiermee opent u
het geselecteerde menu-item in het
schermmenu (OSD). Zie "De menu's
gebruiken" op pagina 31 voor details.
14. SOURCE
Geeft de bronselectiebalk weer. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 35 voor details.
15. Keystone/pijltoetsen (/
Omhoog)
Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt. Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 30 voor
details.
Kenmerken van de projector11
Afstandsbediening
7
8
14
21
22
24
26
31
18
2
4
5
6
1
19
13
30
20
11
12
25
27
17
16
34
33
3
10
23
28
29
15
32
9
6.Pijltje omhoog/Keystone (/)
: Navigeert en verandert instellingen
in de OSD. Zie "De menu's gebruiken"
op pagina 31 voor details.
: Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt. Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 30 voor
details.
7.MENU/ EXIT
MENU: Hiermee schakelt u het OSDmenu in.
EXIT: Hiermee gaat u terug naar het
vorige OSD-menu en slaat u de menuinstellingen op.
Zie "De menu's gebruiken" op pagina 31
voor details.
8.Pijltje naar links/Volumeniveau
verlagen (/)
: Navigeert en verandert instellingen
in de OSD. Zie "De menu's gebruiken"
op pagina 31 voor details.
: Verlaagt het volume.
1.IR-zender
Stuurt een signaal naar de projector.
2.POWER OFF
Schakel de projector uit. Zie "De
projector uitschakelen" op pagina 47 voor
details.
3.POWER AAN
Schakelt de projector in. Zie "De
projector opstarten" op pagina 28 voor
details.
4.HDMI 1
Toont de bronkeuze voor HDMI 1. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 35 voor details.
5.HDMI 2
Toont de bronkeuze voor HDMI 2. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 35 voor details.
9.ECO BLANK
Verbergt het beeld op het scherm.
10. Pijltje omlaag/Keystone (/)
: Navigeert en verandert instellingen
in de OSD. Zie "De menu's gebruiken"
op pagina 31 voor details.
: Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt. Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 30 voor
details.
11. ASPECT
Selecteer de weergaveverhoudingen. Zie
"De beeldverhouding selecteren" op
pagina 43 voor details.
12. USER 1/ User 2/ User 3
Selecteer de User-geheugeninstellingen.
Opmerking: Gebruikersmodus 3 wordt
niet ondersteund voor dit model.
Kenmerken van de projector12
13. CONTRAST
Toont de instellingbalk CONTRAST. Zie
"Aanpassen van het Contrast" op pagina
38 voor details.
14. COLOR
Toont de instellingbalk KLEUR. Zie
"Aanpassen van de Kleur" op pagina 38
voor details.
15. COLOR TEMP
Toont de instellingbalk Kleurtemperatuur.
Zie "Een Kleurtemperatuur selecteren."
op pagina 39 voor details.
16. FINE TUNE
Toont de instellingbalk Kleurtemperatuur
fijn afstemmen. Zie "Een
kleurtemperatuur naar wens instellen" op
pagina 40 voor details.
17. MUTE
dempt de ingebouwde luidspreker.
18. LIGHT
Schakelt de verlichting van de
afstandsbediening gedurende ongeveer 10
seconden in of uit. Door op een andere
toets te drukken terwijl de verlichting is
ingeschakeld, blijft deze nogmaals 10
seconden aan.
19. PC
Toont de bronkeuze voor PC. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 35 voor details.
20. COMP
Toont de bronkeuze voor COMPONENT.
Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 35 voor details.
21. VIDEO
Toont de bronkeuze voor VIDEO. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 35 voor details.
22. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste
beeldtimings bepaald voor het
weergegeven beeld.
23. MODE/ ENTER
MODE: selecteer een geschikte
ingestelde modus voor de
gebruiksomgeving.
ENTER: enter-toets voor het OSD-menu.
24. Pijltje naar rechts/Volumeniveau
verhogen
(/ )
: Navigeert en verandert instellingen
in de OSD. Zie "De menu's gebruiken"
op pagina 31 voor details.
: Verhoogt het volume.
25. SOURCE
Geeft de bronselectiebalk weer.
26. PIP
Schakelt de functie PIP in. Gebruik de
toetsen // / om de positie van
het PIP-venster aan te passen
27. SRS
Schakelt de SRS (Sound Retrieval
System) surround sound effecten in of
uit.
28. BRIGHT
Toont de instellingbalk Helderheid. Zie
"Aanpassen van de Helderheid" op pagina
38 voor details.
29. SHARP
Toont de instellingbalk Scherpte. Zie
"Aanpassen van de Scherpte" op pagina
38 voor details.
30. TINT
Toont de instellingbalk Tint. Zie
"Aanpassen van de Tint" op pagina 38
voor details.
31. INVERT
Stel 3D Sync omkeren in op Uitschakelen
of Omkeren.
32. 3D
Toont de instellingbalk 3D.
33. TEST
Geeft het testpatroon weer.
34. FREEZE
Bevriest/ontdooit het beeld op het
scherm. Zie "Het beeld stilzetten" op
pagina 47 voor details.
Kenmerken van de projector13
Bereik van de afstandsbediening
O
n
g
e
ve
e
r
O
n
g
e
ve
e
r
De Infra-rood (IR) sensor voor de afstandsbediening
bevindt zich aan de boven- en achterkant van de
projector. Houd de afstandsbediening in een hoek van
maximaal 60 graden ten opzichte van de IR-sensor van
de afstandsbediening op de projector voor een
correcte werking. De afstand tussen de
afstandsbediening en de sensor mag niet meer dan 8
meter (~26 voet) bedragen.
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de
afstandsbediening en de IR-sensoren op de projector
blokkeert.
Kenmerken van de projector14
De batterij van de afstandsbediening vervangen
1.Verwijder het deksel van het batterijvak
door het deksel in de richting van de pijl te
schuiven.
2.Plaats de meegeleverde batterijen en let op
de polariteit (+/-) zoals hier is afgebeeld.
3.Plaats het deksel terug.
•Vermijd hoge temperaturen en vochtigheid.
•De batterij kan beschadigd raken als u deze niet correct vervangt.
•Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een soortgelijk type batterijen, zoals door
de fabrikant aanbevolen.
•Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
•Gooi een batterij nooit in vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen.
•Verwijder de batterij als deze leeg is of als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt.
Zo voorkomt u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke lekkage van de
batterij.
Kenmerken van de projector15
De projector positioneren
Een locatie kiezen
De projector kan op de volgende vier molgelijke locaties worden geïnstalleerd:
De geschikte locatie wordt bepaald door de indeling van de ruimte en uw persoonlijke
voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van
een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
1.Voorzijde
Selecteer deze instelling met de projector
op een tafel voor het scherm geplaatst.
Als u een snelle opstelling en
draagbaarheid wenst, is dit de meest
gebruikte opstelling.
3.Plafond voorkant
Selecteer deze instelling als u de
projector ondersteboven aan het plafond
en voor het scherm installeert.
Als u de projector aan het plafond wilt
bevestigen, kunt u het beste de
plafondmontageset van BenQ bij uw
leverancier kopen.
*Stel Plafond voorkant in nadat u de
projector hebt ingeschakeld.
2.Achterkant
Selecteer deze instelling met de projector
op een tafel achter het scherm geplaatst.
Voor deze opstelling is een speciaal
scherm voor projectie achteraan vereist.
*Stel Achterkant in nadat u de
projector hebt ingeschakeld.
4.Plafond achter
Selecteer deze locatie als u de projector
ondersteboven aan het plafond en achter
het scherm installeert.
Voor deze opstelling zijn een speciaal
scherm voor projectie achter en de
plafondmontageset van BenQ vereist.
*Stel Plafond achter in nadat u de
projector hebt ingeschakeld.
* Zo stelt u de positie van de projector in:
1.Druk op MENU/EXIT op de projector of de afstandsbediening en vervolgens op
/ tot het menu SYSTEEMINSTLL: Basis wordt gemarkeerd.
2.Druk op / om Projectorpositie te markeren en druk op / tot de juiste
positie is geselecteerd.
De projector positioneren16
De gewenste beeldgrootte van de projectie
instellen
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstelling (indien
beschikbaar) en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het
geprojecteerde beeld bepalen.
Plaats de projector altijd op een stabiel, niet hellend oppervlak (bijvoorbeeld op een tafel)
en in een loodrechte positie (90°) ten opzichte van het midden van het scherm. Zo
voorkomt u beeldvervorming die wordt veroorzaakt door de projectiehoek (of wanneer u
op oppervlakken met hoeken projecteert).
De projector moet ondersteboven tegen het plafond worden geïnstalleerd, zodat het beeld
in een hoek licht omlaag wordt geprojecteerd.
Als de projector verder van het scherm staat, wordt het geprojecteerde beeld groter. Ook
de verticale verschuiving verhoogt verhoudingsgewijs.
Wanneer u de positie van het scherm en de projector bepaalt, dient u rekening te houden
met de grootte van het geprojecteerde beeld én met de verticale hoek. Deze zijn beide
afhankelijk van de afstand tot het scherm.
De positie van de projector bij een bepaalde
schermgrootte bepalen
1.Kijk in de tabellen en zoek de schermgrootte die de uwe het dichtst benadert in de
linkerkolommen genaamd "Schermafmetingen" op pagina 19. In de tweede kolom
vindt u in dezelfde rij de overeenkomstige gemiddelde afstand tot het scherm onder
"Gem" op pagina 19. Dit is de projectieafstand.
2.Bepaal de juiste positie van uw projector volgens de positie van het scherm en het
instelbare lensverplaatsingsbereik.
De aanbevolen schermgrootte voor een bepaalde
afstand bepalen
Wanneer u een projector hebt aangeschaft, kunt u met deze methode bepalen welk
scherm het meest geschikt is voor de ruimte waar u het apparaat gaat gebruiken.
De maximale schermgrootte wordt natuurlijk ook bepaald door de afmetingen van die
ruimte.
1.Meet de afstand tussen de projector en de plek waar u het scherm wilt installeren.
Dit is de projectieafstand.
2.Zie de tabel en zoek de best overeenkomende afmetingen op in de kolom voor de
gemiddelde afstand van het scherm met het label "Gem" op pagina 19. Controleer of
de gemeten afstand tussen de minimale en maximale afstand valt die aan beide zijden
van de gemiddelde afstandswaarde worden aangegeven.
3.Zoek in dezelfde rij in de linkerkolom naar de overeenkomstige schermdiagonaal. Dit
is de grootte van het geprojecteerde beeld op deze projectieafstand.
De projector positioneren17
Bijvoorbeeld,
Als het scherm een verhouding van 16:9 heeft en uw gemeten projectie-afstand
bijvoorbeeld 5 m (5000 mm) is, is 5008 in de kolom "Gem" op pagina 19 de waarde
die het dichtst aanleunt bij uw afstand. Als in in deze rij kijkt, ziet u dat een 130"
scherm vereist is.
Door de minimum projectieafstand te controleren in de kolommen van "Projectie-
afstand <D> [mm]" op pagina 19 blijkt dat de gemeten projectieafstand van 5000 mm
ook past op de schermen van 110 en 160 inch. De projector kan worden ingesteld
(met de zoom-bediening) om op de projectie-afstand weer te geven op deze
verschillende schermmaten. Houd er rekening mee dat deze verschillende schermen
ook verschillende verticale offset-waarden hebben.
Als u de projector in een andere dan de aanbevolen positie plaatst, dient u deze
omhoog of omlaag te kantelen om het beeld te centreren op het scherm. In deze
gevallen kan het beeld enigszins vervormd raken. U kunt de vervorming corrigeren
met de Keystone-functie. Zie "Keystone corrigeren" op pagina 30 voor details.
De projector positioneren18
Projectie-afmetingen
<A>
<B>
<C>
<E>
<D>
<F>
<G>
Vloerinstallatie
<F>: scherm <G>: Lensmidden
<B>
<A>
<C>
<F>
<G>
<D>
<E>
Plafondinstallatie
<F>: scherm <G>: Lensmidden
Zie "Afmetingen" op pagina 67 voor de lensmiddenafmetingen van deze projector voordat
u de geschikte positie berekent.
Er zit een tolerantie van 5% in deze waarden door variaties in de optische onderdelen. BenQ
beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand
eerst met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische
eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die
het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
De projector positioneren20
De projectielens verplaatsen
DOWN
UP
LENS SHIFT
Midden van
de lens
100%
20%
28%
Screen
Projector
120%
148%
130%
DOWN
UP
LENS SHIFT
Midden van
de lens
De bediening voor de lensverplaatsing zorgt voor flexibiliteit bij de installatie van de
projector. Hierdoor kan de projector naast het midden van het scherm worden geplaatst.
De lensverschuiving (offset) wordt weergegeven als percentage van de halve hoogte van
het geprojecteerde beeld. Deze wordt gemeten als offset van het verticale midden van het
geprojecteerde beeld. U kunt de projectielens verplaatsen binnen het toegestane bereik,
afhankelijk van de gewenste beeldpositie.
• Als de schermpositie vast is
• Als de positie van de projector vast is
Verschuiven van de lens verslechtert het beeld niet. Mocht het beeld vervormen, raadpleeg dan
"Keystone corrigeren" op pagina 30 voor details.
De projector positioneren21
Aansluitingen
Laptop of
desktopcomputer
A/V-apparaat
Luidspreker
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1.Schakel alle apparatuur uit voordat u aansluitingen maakt.
2.Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3.Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
•Niet alle kabels die in de onderstaande aansluitingen zijn weergegeven, zijn bij de projector
geleverd (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij
elektronicawinkels.
•De onderstaande afbeeldingen zijn uitsluitend bedoeld als referentie. De aansluitingen
achterop de projector verschillen per model projector.
HDMI-aansluiting
3.HDMI-kabel7.Audiokabel
Aansluitingen22
3
7
Component video aansluiting
6874
Laptop of
desktopcomputer
A/V-apparaat
Luidspreker
4.Component Video naar VGA (Dsub) adapterkabel
6.Audio L/R-kabel
7.Audiokabel
8.Kabel Component video naar
Component
Aansluitingen23
Loading...
+ 51 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.