De projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor ict-apparatuur. Voor
een veilig gebruik van dit product dient u de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het
product nauwkeurig op te volgen.
1. Lees deze gebruikershandleiding aandachtig door
voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar deze
handleiding op een veilige plek voor naslag in de
toekomst.
2. Plaats de projector tijdens het gebruik altijd op een
stabiel en niet hellend oppervlak.
- Plaats de projector nooit op een instabiel wagentje,
standaard of tafel omdat deze dan kan vallen en kan
worden beschadigd.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de
projector.
- Maak geen gebruik van de projector als deze
gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden
(naar links of rechts) of in een hoek van meer dan
15 graden (voor naar achter).
4. Plaats de projector niet in de volgende
omgevingen:
- Slecht geventileerde of gesloten ruimtes.
Zorg dat de projector ten minste 50 cm
van de muur staat en laat voldoende ruimte
vrij rondom de projector.
- Plekken waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto met
gesloten ramen.
- Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen
die optische componenten mogelijk
aantasten. Dit verkort de levensduur van de
projector en verdonkert het beeld.
- Plekken in de buurt van een brandalarm.
- Plekken met een omgevingstemperatuur
van meer dan 35°C/95°F.
- Plekken die hoger liggen dan 3000 m
(10000 voet).
3. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan
dan namelijk vallen en letsel veroorzaken of beschadigd
raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies
3
5. Blokkeer nooit de ventilatieopeningen als de
projector is ingeschakeld (zelfs in stand-bystand).
- Bedek de projector nooit met een voorwerp.
- Plaats deze projector niet op een deken,
beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
9. Kijk tijdens het projecteren niet rechtstreeks in
de lens van de projector. Dit kan uw ogen
beschadigen.
6. Op plekken waar het voltage van het
elektriciteitsnet kan fluctueren met ±10 volt,
wordt aanbevolen de projector via een
stroomstabilisator, spanningspiekbeveiliging of
ononderbroken voeding (UPS) aan te sluiten,
afhankelijk van wat het beste past in uw situatie.
7. Ga niet op de projector staan en plaats geen
voorwerpen op de projector.
8. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de
projector. Mocht er enige vloeistof in de
projector zijn gemorst, dan wordt die niet gedekt
door de garantie. Mocht de projector nat
worden, trek dan de stekker uit het stopcontact
en neem contact op met BenQ om de projector
te laten repareren.
10. Gebruik de projectorlamp niet langer dan de
voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch
langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen
breken.
11. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat
de projector ongeveer 45 minuten afkoelen
voordat u de lamp vervangt.
12. Probeer de lampcomponenten nooit te vervangen
voordat de projector is afgekoeld en de stekker
uit het stopcontact is getrokken.
4
Belangrijke veiligheidsinstructies
13. Dit product kan beelden omgekeerd weergeven,
zodat plafondmontage mogelijk is. Gebruik alleen
de Plafondmontageset van BenQ voor de montage.
15. Als u denkt dat de projector moet worden
gerepareerd, laat u reparaties uitsluitend
uitvoeren door een gekwalificeerde reparateur.
Montage van de projector op
het plafond
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen,
is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQprojectoren te gebruiken voor een veilige en stevige
montage.
Als u een montageset van een ander merk dan BenQ
gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar
beneden valt omdat het apparaat met de verkeerde
schroeven is bevestigd.
U kunt de plafondmontageset voor BenQprojectoren kopen bij de leverancier van uw BenQprojector. BenQ raadt u aan een aparte
veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met
het Kensington-slot. Maak deze kabel vast aan de
sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan
de houder. Wanneer de projector loskomt van de
houder, blijft het apparaat toch veilig zitten.
14. Open deze projector niet zelf. De onderdelen van
het apparaat staan onder hoge, levensgevaarlijke
spanning. Het enige onderdeel dat u zelf kunt
vervangen, is de lamp. Zie pagina 49.
U mag nooit andere onderdelen losmaken of
verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan
gekwalificeerde professionele reparateurs.
Voc htc ond ens ati e
Gebruik de projector nooit onmiddellijk nadat de
projector van een koude naar een warme plek is
gebracht. Als de projector aan zo'n
temperatuurverandering wordt blootgesteld, kan
vocht op belangrijke interne onderdelen
condenseren. Bij zo'n temperatuurverandering
gebruikt u de projector niet gedurende ten minste
2 uur, om te voorkomen dat de projector
beschadigt.
Vermijd vluchtige vloeistoffen
Gebruik geen vluchtige vloeistoffen, zoals
insecticide of bepaalde reinigingsmiddelen, in de
buurt van de projector. Plaats geen rubberen of
plastic producten gedurende langere tijd tegen de
projector. Deze kunnen vlekken op de buitenkant
achterlaten. Mocht u de projector met een
chemisch behandelde doek reinigen, volg dan de
veiligheidsinstructies van het schoonmaakmiddel.
Weg wer pen
Dit product bevat de volgende materialen, welke
schadelijk kunnen zijn voor het menselijke lichaam
en het milieu.
Bewaar de originele verpakking voor eventueel
vervoer in de toekomst. Als u de projector na
gebruik moet vervoeren, stel dan de lenspositie
in op een geschikte positie, plaats het lenskussen
rond de lens en pas het lenskussen in het
projectorkussen om beschadiging tijdens het
transport tegen te gaan.
• Lood, dit zit in het soldeer.
• Kwik, dit zit in de lamp.
Wilt u het product of gebruikte lampen
wegwerpen, neem dan contact op met uw
gemeente met informatie over de regelgeving.
Belangrijke veiligheidsinstructies
5
Overzicht
Kenmerken van de projector
• Volledig compatibel met HD
De projector is compatibel met Standard Definition TV (SDTV) 480i, 576i, Enhanced Definition TV
(EDTV) 480p, 576p en High Definition TV (HDTV) 720p, 1080i en 1080p op 60 Hz-indelingen, met
de 1080p indeling die een echte 1:1 beeldreproductie levert.
• Hoge beeldkwaliteit
De projector levert uitstekende beeldkwaliteit dankzij de hoge resolutie, uitstekende home theater
helderheid, hoge contrastverhouding, levendige kleuren en rijke weergave van grijstinten.
• Hoge helderheid
De projector levert zeer hoge helderheid voor een uitstekende beeldkwaliteit bij sfeerlicht, en
presteert beter dan andere projectors.
• Levendige kleurreproductie
De projector maakt gebruik van een kleurwiel met 6 segmenten om realistische diepte en bereik van
kleuren te reproduceren, wat onmogelijk is voor kleurwielen met minder segmenten.
• Rijke grijstinten
Indien weergegeven in een donkere omgeving, levert de automatische gammabesturing uitstekende
grijstinten, zodat details in schaduwen, nachtscènes of donkere scènes zichtbaar zijn.
• Dubbele OSD
Er zijn twee soorten OSD-menu's voor verschillende gebruikscenario's: de Basis OSD is intuïtief en
makkelijk, en de Geavanceerd OSD biedt een compleet scale aan geavanceerde aanpassingen.
• Brede reeks ingangen en video-indelingen
De projector ondersteunt diverse ingangen voor het aansluiten van video- en computerapparatuur:
personal computer (zowel Mac als pc), hdmi-ingang. Daarnaast bevat het een uitgangschakel voor
geautomatiseerde schermen en belichtingssystemen.
• Door ISF gecertificeerde ijking
De hogere prestatiestandaard wordt bereikt doordat de projector gebruik maakt van ISF NIGHT en
ISF DAY modusinstellingen in de OSD-menu's, wat professionele ijking van geautoriseerde
ISF-installateurs vereist.
• 3D-functie
Films, video's en sportprogramma's in 3D zijn nog realistischer als ze via hdmi worden weergegeven.
• Geïntegreerde kamerluidsprekers met audioverbetering
Geïntegreerde luidsprekers voor gemengd monogeluid bij gebruik van een audio-ingang.
• SmartEco
SmartEco™-technologie vermindert het energieverbruik van de lamp met maximaal 70%, afhankelijk
van het helderheidsniveau van de beelden als de modus SmartEco is geselecteerd.
6
Overzicht
Inhoud van de verpakking
Projector
Afstandsbediening
Batterijen
Stroomkabel
Garantiekaart*
Cd met
gebruikershandleiding
Snelgids
Draagtas
Draadloze FHD-kit (WDP02)
Pak alles voorzichtig uit en controleer of alle onderstaande items aanwezig zijn. Afhankelijk van de plaats
van aankoop, zijn bepaalde items wellicht niet beschikbaar. Controleer dit op de plek van aankoop.
Standaardaccessoires
Bepaalde accessoires kunnen verschillen per regio.
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde regio’s geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde
informatie.
Optionele accessoires
Overzicht
7
Buitenkant van de projector
1
2
9
10
8
67
5
3
4
Zie Aansluiten van videoapparatuur voor details
over de aansluitingen.
Voorkant en bovenkant
Achterkant en onderkant
20
21
12
11
131917
14 15 16
22
252425
25
1. Bedieningspaneel (zie Besturingspaneel
voor details.)
2. Lampdeksel
3. Ventilatie (warme lucht uit)
4. Verstellerknop
5. Lensklep
6. Lensnisklep
7. Focus- en zoomringen
8. Ventilatie (koele lucht in)
9. IR-sensor voorkant
10.Projectielens
11.Hdmi-ingang
12.MHL/hdmi-combinatiepoort
Aansluiting voor met MHL of hdmi compatibele
apparatuur en laadt het aangesloten met MHL
compatibele apparaat op zolang de projector is
aangesloten op het stroomnet.
13.12 VDC-uit-aansluiting
18
20
Activeert externe apparatuur, zoals een elektrisch
scherm of lichtbesturing, enz.
14.Usb-type-A-poort
Laadt de ontvanger van de draadloze FHD-kit (optie)
op.
15.Usb-mini-B-poort
Voor onderhoud.
23
16.RGB (pc)-/componentvideo (YPbPr/
21
YCbCr)-signaalingang
17.RS-232-besturingspoort
In combinatie met een pc of geautomatiseerde
thuisbioscoop.
18.Audio-ingang
19.Audio-uitgang
20.Luidsprekerroosters
21.Achterste verstelvoetjes
22.Aansluiting netsnoer
23.Sleuf voor Kensington-slot
24.Montageopening van draadloze FHD-kit
(WDP02)
25.Gaten voor plafondmontage
8
Overzicht
Bedieningselementen en functies
Besturingspaneel
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
12
10
13
14
1. Focusring
Hiermee past u de scherpstelling van het
geprojecteerde beeld aan.
2. Zoomring
Hiermee past u de grootte van het beeld aan.
3. TEMP (waarschuwingslampje
temperatuur)
Brandt rood als de temperatuur van de
projector te hoog wordt.
4. OK
Hiermee bevestigt u het geselecteerde menuitem in het On-Screen Display (OSD)-menu.
5. POWER-indicator
Brandt of knippert als de projector wordt
gebruikt.
6.ENERGIE
Dit zet de projector aan of op stand-by.
7. Links/
• Zet het geluidsvolume van de projector lager.
• Als het venster Keyston e wordt
weergegeven, corrigeert dit handmatig een
beeld dat vervormd is als gevolg van de
projectiehoek.
• Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd,
gebruikt u de toetsen #7, #10 en #12 als
pijltoetsen om de gewenste menu-items te
selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
8. BACK
Keert terug naar het vorige OSD-menu, sluit
en bewaart de menu-instellingen.
9. LAMP-indicator
Geeft de status van de lamp aan. Brandt of
knippert als er een probleem is met de lamp.
10.Keystone/pijltoetsen ( / , / )
Hiermee corrigeert u handmatig het
vervormde beeld, veroorzaakt door de
projectiehoek.
Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd,
gebruikt u de toetsen #7, #10 en #12 als
pijltoetsen om de gewenste menu-items te
selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
11.IR-sensor bovenkant
12. Rechts/
• Zet het geluidsvolume van de projector
hoger.
• Als het venster Keystone wordt
weergegeven, corrigeert dit handmatig een
beeld dat vervormd is als gevolg van de
projectiehoek.
• Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd,
gebruikt u de toetsen #7, #10 en #12 als
pijltoetsen om de gewenste menu-items te
selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
13.SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
14.MENU
• Opent het On-Screen Display (OSD)-menu.
• Sluit en bewaart de menu-instellingen.
Overzicht
9
Afstandsbediening
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1.ON, OFF
Dit zet de projector aan of uit.
2. 3D, INVERT
Opent het menu 3D en schakelt de
omkeerfunctie in of uit.
3. Pijltoetsen (links, rechts,
omhoog, omlaag)
Als het On-Screen Display (OSD)-menu is
geactiveerd, gebruikt u deze toetsen als
pijltoetsen om de gewenste menu-items te
selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
4. OK
Bevestigd het item dat in het OSD-menu is
geselecteerd.
5. BACK
Keert terug naar het vorige OSD-menu, sluit
en bewaart de menu-instellingen.
6. MENU
• Opent het On-Screen Display (OSD)-menu.
• Sluit en bewaart de menu-instellingen.
10
11
12
16
13
17
14
15
7. Volumetoetsen
• : Schakelt het projectorgeluid in of uit.
• : Zet het geluidsvolume van de projector
lager.
• : Zet het geluidsvolume van de projector
hoger.
8. KEYSTONE
Opent het venster Keystone. Gebruik of
om handmatig beelden te corrigeren die vervormd
zijn als gevolg van de projectiehoek.
9. MODE
Kies een beschikbare beeldmodus.
10.LIGHT
De ledverlichting blijft ongeveer 10 seconden
branden als op een toets op de afstandsbediening
wordt gedrukt. Druk binnen 10 seconden op een
andere toets om de ledverlichting uit te schakelen.
11.AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het
beeld.
12.ECO BLANK
Maakt het beeld leeg.
13.SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
14. Aanpassingstoetsen voor beeldkwaliteit
Deze functietoetsen voeren dezelfde taken uit als
is aangegeven in het OSD-menu.
15.FINE TUNE
Geeft het Kleurtemperatuur fijn afstellenvenster weer. Zie Kleurtemperatuur fijn afstellen
voor details.
16. Toetsen die niet beschikbaar zijn
Deze toetsen zijn niet beschikbaar: PIP en
Gaat naar het vorige bestand/afspelen/gaat naar
het volgende bestand/terugspoelen/stoppen/
vooruitspoelen door media. Alleen beschikbaar
om HDMI CEC-compatibele apparaten te
besturen.
De toets pauzeert de video niet.
10
Overzicht
De batterijen van de afstandsbediening plaatsen/vervangen
• De projector bedienen via de voorkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
• De projector bedienen via de bovenkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
1. Druk en schuif de batterijklep open zoals in de afbeelding is weergegeven.
2. Verwijder de oude batterijen (indien van toepassing) en plaats twee AAA-batterijen. Zorg dat de
positieve en negatieve zijdes correct zijn gepositioneerd zoals in de afbeelding is weergegeven.
3. Schuif de batterijklep terug zodat deze op z'n plek klikt.
• Leg de afstandsbediening en de batterijen niet in extreem warme of vochtige omgevingen, zoals in een
keuken, badkamer, sauna, solarium of in een gesloten auto.
• Gebruik alleen dezelfde batterijen of batterijen van hetzelfde type dat door de fabrikant van de batterij
wordt aanbevolen.
• Gooi batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant en volgens de plaatselijke milieuregelgeving.
• Werp batterijen nooit in vuur. Dit kan een explosie veroorzaken.
• Als de batterijen leeg zijn of als u de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijdert u
de batterijen om beschadiging van de afstandsbediening door lekkende batterijen te voorkomen.
Effectief bereik van de afstandsbediening
De afstandsbediening moet in een hoek van 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de projector
worden gehouden om correct te functioneren. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor(en)
mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat geen obstakels tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) op de projector zijn geplaatst.
Overzicht
11
Installatie
Het kiezen van een plek
Voordat u een plek voor de projector kiest, houdt u rekening met de volgende zaken:
• Formaat en positie van het scherm
• Plek van het stopcontact
• Locatie en afstand tussen de projctor en de rest van de apparatuur
U kunt de projector op de volgende manieren installeren.
1. Voorkant:
Selecteer deze plek als u de
projector op de vloer en voor
het scherm plaatst.
Als u een snelle opstelling en
draagbaarheid wenst, is dit de
meest gebruikte opstelling.
Schakel de projector in en maak
de volgende instellingen:
MENU > Instell. of
SYSTEEMINSTLL: Basis >
Projectorpositie > Voorkant
2. Achterkant:
Selecteer deze plek als u de
projector op de vloer en achter
het scherm plaatst.
Schakel de projector in en maak
de volgende instellingen:
MENU > Instell. of
SYSTEEMINSTLL: Basis >
Projectorpositie >
Achterkant
3. Plafond voor:
Selecteer deze locatie als de
projector aan het plafond voor
het scherm wordt gehangen.
Schakel de projector in en
maak de volgende instellingen:
MENU > Instell. of
SYSTEEMINSTLL: Basis >
Projectorpositie > Plafond
voor
Als u de projector tegen het plafond wilt
bevestigen, kunt u het beste de
plafondmontageset van BenQ bij uw
leverancier kopen.
4. Plafond achter:
Selecteer deze locatie als de
projector aan het plafond
achter het scherm wordt
gehangen.
Schakel de projector in en
maak de volgende instellingen:
MENU > Instell. of
SYSTEEMINSTLL: Basis >
Projectorpositie > Plafond
achter
12
Hiervoor is een speciaal scherm voor
achterwaartse projectie vereist.
Installatie
Hiervoor zijn een scherm voor achterwaartse
projectie en de plafondmontageset van BenQ
vereist.
De gewenste beeldgrootte van de projectie
H
B
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
Lensverschuivingspositie
16:9 schermdiagonaal
• De beeldverhouding van het
scherm is 16:9 en van het
geprojecteerde beeld 16:9
instellen
De grootte van het geprojecteerde beeld wordt bepaald door de afstand van de projectorlens tot het
scherm, de zoominstelling en het videoformaat.
Projectieafmetingen
Zie onderstaande illustratie en tabel voor hulp bij het bepalen van de projectieafstand.
SchermgrootteProjectieafstand (mm)
Diagonaal
Inchmm(max. zoom)(min. zoom)
60152474713289171009110219
701778872155010691178128622
802032996177112221346147025
9022861121199213751514165428
10025401245221415281682183731
11027941370243516801851202134
12030481494265718332019220537
14035561743309921392355257244
16040641992354224442692294050
18045722241398527503028330756
Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten. Als u de projector in een
permanente opstelling installeert, wordt aanbevolen dat u de projectiegrootte, afstand en optische
karakteristieken met de projector zelf uitprobeert voordat u de projector daadwerkelijk installeert. Op deze
manier kunt u de exacte montagepositie bepalen die het beste past in uw opstelling.
H (mm)B (mm)
Min. afstand
Gemiddeld
Max. afstand
Lensverschui-
vingspositie
(mm)
Installatie
13
Aansluitingen
HDMI-kabel
HDMI-apparaat: Dvd-speler, digitale tuner, enz.
Als u zeker wilt zijn dat het correcte
ingangsignaaltype voor het HDMI-signaal is gekozen,
zie dan Hdmi-instellingen voor details.
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat deze aansluit.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
• Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de
projector (zie Inhoud van de verpakking). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
Aansluiten van videoapparatuur
U hoeft de projector uitsluitend met één van de volgende verbindingsmethodes aan te sluiten op een
videoapparaat. Elke videoapparaat levert een andere beeldkwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht
afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste
videoapparaat.
Naam van
aansluiting
HDMI1
HDMI2/MHL
PC (D-SUB)
Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de
projector (zie Inhoud van de verpakking). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
Uiterlijk van
aansluiting
ZieBeeldkwaliteit
• HDMI-apparaten aansluiten
• Smart-apparaten aansluiten
Een computer aansluiten
Beste
Beter
HDMI-apparaten aansluiten
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) ondersteunt ongecomprimeerde videogegevensoverdracht
tussen compatibele apparaten, zoals DTV-tuners, dvd-spelers, Blu-rayspelers en beeldschermen, via één
enkele kabel. Gebruik een HDMI-kabel als u verbindingen aanbrengt tussen de projector en HDMIapparaten.
Smart-apparaten aansluiten
De projector kan content direct weergeven vanaf een met MHL-compatibel smart-apparaat. Met behulp
van een HDMI-naar-Micro-usb-kabel of een HDMI-naar-Micro-usb-adapter kunt u smart-apparaten
aansluiten op de projector en content op een groot scherm weergeven.
14
Aansluitingen
Bepaalde smart-apparaten zijn wellicht niet compatibel met de gebruikte kabel. Raadpleeg de fabrikant van
Hdmi-kabel
HDMI-naar-Micro-usb-kabel
Energie
HDMI-naar-Micro-usb-adapter
VGA-kabel
Laptop of desktopcomputer
Luidsprekers
Audiokabel
het smart-apparaat voor meer informatie.
• Een HDMI-naar-Micro-usb-kabel gebruiken
1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-naar-Micro-usb-kabel aan op de HDMI-ingang van de projector.
2. Sluit het andere uiteinde van de HDMI-naar-Micro-usb-kabel aan op de Micro-usb-uitgang van het
smart-apparaat.
• Een HDMI-naar-Micro-usb-adapter en een HDMI-kabel gebruiken
1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-ingang van de projector.
2. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-ingang van de adapter.
3. Steek de adapter in de Micro-usb-uitgang van het smart-apparaat.
Nadat de verbindingen zijn gemaakt, schakelt u naar het ingangssignaal HDMI2/MHL. Zie Een
ingangssignaal selecteren voor details over het schakelen tussen ingangssignalen.
Een computer aansluiten
Sluit de projector aan op een computer via een vga-kabel.
Bij laptops worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector wordt
aangesloten. Met een toetsencombinatie, zoals Fn + F3 of CRT/LCD kunt u de externe weergave meestal inof uitschakelen. Zoek op de laptop de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een beeldscherm. Druk
op Fn en tegelijkertijd op de betreffende functietoets. Zie de documentatie van de laptop voor informatie
over de toetscombinaties van de laptop.
Aansluitingen
15
Bediening
De projector opstarten
1. Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de stekker in een
stopcontact. Schakel het stopcontact in (indien nodig). POWER-indicator op de projector brandt oranje zodra de stroom is
ingeschakeld.
Gebruik het bijgesloten netsnoer om mogelijk gevaar, zoals een
elektrische schok of brand, te voorkomen.
2. Druk op op de projector of opop de afstandsbediening
om de projector te starten. Zodra het lampje gaat branden, is een
Inschakeltoon hoorbaar. POWER-indicator knippert groen
en blijft groen als de projector is ingeschakeld.
Tijdens het opwarmen gaan de ventilatoren draaien en een opstartbeeld verschijnt in beeld. De
projector reageert tijdens het opwarmen niet op verdere opdrachten.
Zie Beltoon aan/uit voor details over het uitschakelen van deze toon.
3. Als dit de eerste keer is dat u de projector inschakelt, helpt de setupwizard u met het instellen van de
projector. Als dit al is uitgevoerd, slaat u deze stap over en gaat u naar stap 5.
• Navigeer door de menu-items met de pijltoetsen (///) op de projector of
afstandsbediening.
• Bevestig het geselecteerde menu-item met OK.
Onderstaande Setupwizard-afbeeldingen dienen slechts ter referentie en kunnen afwijken van de
daadwerkelijke OSD.
Stap 1:
Geef de Projectorpositie aan.
Zie Het kiezen van een plek voor
meer informatie over het positioneren
van de projector.
Stap 2:
Geef de OSD-Ta a l aan.
16
Bediening
Stap 3:
Geef de Keystone aan.
Zie Keyston e corrigeren voor meer
informatie over keystone.
Stap 4:
Geef de Auto-ingang aan.
Selecteer Aan en de projector zoekt
altijd automatisch naar beschikbare
signalen als de projector wordt
ingeschakeld.
Stap 5:
Geef de Menutype aan.
Zie Info over de OSD-menu's voor
meer informatie over menutypes.
De eerste instellingen zijn nu voltooid.
4. Als een wachtwoord wordt verlangd, voert u een wachtwoord van zes tekens in met behulp van de
pijltoetsen op de projector of afstandsbediening. Zie De wachtwoordbeveiliging gebruiken voor
details.
5. Zet de aangesloten apparatuur aan.
6. De projector zoekt beschikbare ingangssignalen. Het actueel gevonden ingangssignaal wordt op het
scherm weergegeven. Als de projector geen geldig signaal detecteert, verschijnt de melding "Geen signaal". U kunt op de knop SOURCE op de projector of afstandsbediening drukken om het
gewenste invoersignaal te selecteren.
7. Als de horizontale frequentie van het ingangssignaal het ondersteunde bereik van de projector
overschrijdt, verschijnt de melding "Geen signaal" op het scherm. Dit bericht blijft op het scherm
totdat u de horizontale frequentie van het ingangssignaal op een geschikt signaal schakelt.
Bediening
17
De projector uitschakelen
1. Druk op op de projector of opop de afstandsbediening. Als de projector wordt
uitgeschakeld, verschijnt een bevestiging.
2. Druk nogmaals op of.
oranje en de ventilatoren blijven ongeveer twee minuten draaien
om de lamp af te koelen. Tijdens het afkoelen reageert de
projector niet op opdrachten.
3. Als het afkoelen is voltooid, is de "Uitschakeltoon" te horen en
brandt de POWER-indicator oranje.
Zie Beltoon aan/uit voor details over het uitschakelen van deze toon.
Als de projector gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, trek
dan het netsnoer uit het stopcontact.
Probeer de projector niet onmiddellijk weer in te schakelen als deze net is uitgeschakeld, aangezien grote
hitte nadelig is voor de levensduur van de lamp. De daadwerkelijke levensduur van de lamp kan variëren,
afhankelijk van de omgevingsomstandigheden en het gebruik.
De POWER-indicator knippert
De projector beveiligen
Een veiligheidskabelslot gebruiken
De projector moet op een veilige plek worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen. Of schaf een slot
aan, bijvoorbeeld een Kensington-slot, om de projector te beveiligen. De projector bevat een
aansluitpunt voor een Kensington-slot. Zie item 23 op pagina 8 voor details.
Een Kensington veiligheidskabelslot is meestal een combinatie van sleutel(s) en slot. Zie de documentatie
van het slot voor meer informatie over het gebruik.
De wachtwoordbeveiliging gebruiken
U kunt uit veiligheidsoogpunt en om ongeoorloofd gebruik te voorkomen een wachtwoord instellen via
het On-Screen Display (OSD)-menu. Zodra u een wachtwoord hebt ingesteld en de functie hebt
ingeschakeld, is de projector beveiligd met een wachtwoord. Gebruikers die het juiste wachtwoord niet
kennen, kunnen de projector niet inschakelen.
Het is buitengewoon vervelend als u de wachtwoordbeveiliging inschakelt en het wachtwoord vergeet. Schrijf
het wachtwoord ergens op en bewaar dit op een veilige plek.
18
Bediening
Een wachtwoord instellen
NIEUW WACHTWOORD INVOEREN
Terug
Wachtwoordfout
Probeer het opnieuw.
Wachtwoordfout
Probeer het opnieuw.
Als u een wachtwoord hebt ingesteld en de inschakelblokkering is ingeschakeld, kunt u de projector alleen
gebruiken als het wachtwoord wordt ingevoerd. Telkens wanneer u de projector start, moet u het
wachtwoord opgeven.
U kunt dit instellen via het Geavanceerd OSD-menu (zie 25 voor details).
1. Ga naar SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Wachtwoord
om het venster Wachtwoord te
openen.
2. Selecteer Wachtwoord wijzigen en druk op OK om het venster NIEUW WACHTWOORD INVOEREN te openen.
3. Zoals in de afbeelding is aangegeven, vertegenwoordigen de vier pijltoetsen ( / / / ) de vier
cijfers (1, 2, 3 en 4). Stel een wachtwoord van zes tekens in met behulp van de pijltoetsen op de
projector of afstandsbediening. Als u deze tekens invoert, ziet u dit als ******.
4. Voer hetzelfde wachtwoord ter controle nogmaals in en ga terug naar het venster Wachtwoord.
5. Selecteer Inschakelblokkering en druk op / om Aan te selecteren.
6. Voer het actuele wachtwoord in om de functie in te schakelen.
7. Druk op BACK om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Als u het wachtwoord bent vergeten
Als u de wachtwoordbeveiliging inschakelt, moet u telkens als u de projector inschakelt het wachtwoord
invoeren. Mocht u een onjuist wachtwoord invoeren, verschijnt een foutmelding en vervolgens het
venster WACHTWOORD INVOEREN.
• In het Geavanceerd OSD-menu• In het Basis OSD-menu
U kunt nogmaals een wachtwoord van zes tekens invoeren, maar als u het wachtwoord echt niet meer
weet, volgt u de procedure om het wachtwoord te herstellen. Zie De procedure voor het herstellen van
het wachtwoord starten voor details.
Wanneer u vijf keer achter elkaar het verkeerde wachtwoord invoert, wordt de projector na korte tijd
automatisch uitgeschakeld.
Bediening
19
Loading...
+ 42 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.