Benq W1210ST, HT2150ST User Manual [nl]

W1210ST/HT2150ST Digitale projector Home Cinema-reeks
Gebruikershandleiding
V 1.01

Inhoud

Belangrijke veiligheidsinstructies.3
Kenmerken van de projector ................6
Inhoud van de verpakking.......................7
Standaardaccessoires .................................... 7
Optionele accessoires .................................. 7
Buitenkant van de projector.................. 8
Bedieningselementen en functies.......... 9
Besturingspaneel ............................................ 9
Afstandsbediening ........................................ 10
Installatie........................................ 12
Het kiezen van een plek........................12
De gewenste beeldgrootte van de
projectie instellen...................................13
Projectieafmetingen..................................... 13
Aansluitingen ................................ 14
Aansluiten van videoapparatuur..........14
HDMI-apparaten aansluiten....................... 14
Smart-apparaten aansluiten ....................... 14
Een computer aansluiten............................ 15
Bediening ....................................... 16
De projector opstarten ........................16
De projector uitschakelen....................18
De projector beveiligen ........................18
Een veiligheidskabelslot gebruiken........... 18
De wachtwoordbeveiliging gebruiken..... 18
Een ingangssignaal selecteren...............21
De naam van een ingangssignaal
wijzigen........................................................... 22
Het geprojecteerde beeld
aanpassen..................................................22
De projectiehoek aanpassen.....................22
Het beeld automatisch aanpassen............ 22
Het beeldformaat en de helderheid
fijn afstellen.................................................... 23
Keystone corrigeren ................................... 23
Info over de OSD-menu's.................... 24
Met het Basis OSD-menu................... 26
Basis OSD-menu - met ingangssignalen
verbonden ......................................................26
Basis OSD-menu - zonder
ingangssignalen verbonden .........................29
Met het Geavanceerd OSD-menu . 30
BEELD menu...............................................31
Geluidinst. menu .......................................37
Weergave menu ........................................38
SYSTEEMINSTLL: Basis menu ..........40
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd
menu................................................................41
Informatie menu........................................43
Geavanceerd OSD-menustructuur ......44
Onderhoud....................................46
Onderhoud van de projector.............. 46
Informatie over de lamp....................... 47
Het aantal lampuren opzoeken.................47
De levensduur van de lamp verlengen ....47
De timing van de lampvervanging.............48
De lamp vervangen ......................................49
Indicatoren............................................... 51
Problemen oplossen.............................. 53
Specificaties ............................................. 54
Specificaties van de projector....................54
Afmetingen.....................................................55
Plafondmontage ............................................55
Timingdiagram...............................................56
Informatie over garantie en
auteursrechten .............................61
Garantie ................................................... 61
Copyright................................................. 61
Aansprakelijkheid ................................... 61
Menufuncties ................................ 24
2 Inhoud

Belangrijke veiligheidsinstructies

3000 m
(10000
voet)
0 m
(0 voet)
De projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor ict-apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
1. Lees deze gebruikershandleiding aandachtig door voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding op een veilige plek voor naslag in de toekomst.
2. Plaats de projector tijdens het gebruik altijd op een stabiel en niet hellend oppervlak.
- Plaats de projector nooit op een instabiel wagentje,
standaard of tafel omdat deze dan kan vallen en kan worden beschadigd.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de
projector.
- Maak geen gebruik van de projector als deze
gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden (naar links of rechts) of in een hoek van meer dan 15 graden (voor naar achter).
4. Plaats de projector niet in de volgende omgevingen:
- Slecht geventileerde of gesloten ruimtes.
Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector.
- Plekken waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen
die optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
- Plekken in de buurt van een brandalarm.
- Plekken met een omgevingstemperatuur
van meer dan 35°C/95°F.
- Plekken die hoger liggen dan 3000 m
(10000 voet).
3. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan namelijk vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies
3
5. Blokkeer nooit de ventilatieopeningen als de projector is ingeschakeld (zelfs in stand-bystand).
- Bedek de projector nooit met een voorwerp.
- Plaats deze projector niet op een deken,
beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
9. Kijk tijdens het projecteren niet rechtstreeks in de lens van de projector. Dit kan uw ogen beschadigen.
6. Op plekken waar het voltage van het elektriciteitsnet kan fluctueren met ±10 volt, wordt aanbevolen de projector via een stroomstabilisator, spanningspiekbeveiliging of ononderbroken voeding (UPS) aan te sluiten, afhankelijk van wat het beste past in uw situatie.
7. Ga niet op de projector staan en plaats geen voorwerpen op de projector.
8. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Mocht er enige vloeistof in de projector zijn gemorst, dan wordt die niet gedekt door de garantie. Mocht de projector nat worden, trek dan de stekker uit het stopcontact en neem contact op met BenQ om de projector te laten repareren.
10. Gebruik de projectorlamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken.
11. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
12. Probeer de lampcomponenten nooit te vervangen voordat de projector is afgekoeld en de stekker uit het stopcontact is getrokken.
4
Belangrijke veiligheidsinstructies
13. Dit product kan beelden omgekeerd weergeven, zodat plafondmontage mogelijk is. Gebruik alleen de Plafondmontageset van BenQ voor de montage.
15. Als u denkt dat de projector moet worden gerepareerd, laat u reparaties uitsluitend uitvoeren door een gekwalificeerde reparateur.
Montage van de projector op het plafond
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQ­projectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander merk dan BenQ gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar beneden valt omdat het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd.
U kunt de plafondmontageset voor BenQ­projectoren kopen bij de leverancier van uw BenQ­projector. BenQ raadt u aan een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensington-slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de houder. Wanneer de projector loskomt van de houder, blijft het apparaat toch veilig zitten.
14. Open deze projector niet zelf. De onderdelen van het apparaat staan onder hoge, levensgevaarlijke spanning. Het enige onderdeel dat u zelf kunt vervangen, is de lamp. Zie pagina 49.
U mag nooit andere onderdelen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
Voc htc ond ens ati e
Gebruik de projector nooit onmiddellijk nadat de projector van een koude naar een warme plek is gebracht. Als de projector aan zo'n temperatuurverandering wordt blootgesteld, kan vocht op belangrijke interne onderdelen condenseren. Bij zo'n temperatuurverandering gebruikt u de projector niet gedurende ten minste 2 uur, om te voorkomen dat de projector beschadigt.
Vermijd vluchtige vloeistoffen
Gebruik geen vluchtige vloeistoffen, zoals insecticide of bepaalde reinigingsmiddelen, in de buurt van de projector. Plaats geen rubberen of plastic producten gedurende langere tijd tegen de projector. Deze kunnen vlekken op de buitenkant achterlaten. Mocht u de projector met een chemisch behandelde doek reinigen, volg dan de veiligheidsinstructies van het schoonmaakmiddel.
Weg wer pen
Dit product bevat de volgende materialen, welke schadelijk kunnen zijn voor het menselijke lichaam en het milieu.
Bewaar de originele verpakking voor eventueel vervoer in de toekomst. Als u de projector na
gebruik moet vervoeren, stel dan de lenspositie in op een geschikte positie, plaats het lenskussen rond de lens en pas het lenskussen in het projectorkussen om beschadiging tijdens het transport tegen te gaan.
• Lood, dit zit in het soldeer.
• Kwik, dit zit in de lamp.
Wilt u het product of gebruikte lampen wegwerpen, neem dan contact op met uw gemeente met informatie over de regelgeving.
Belangrijke veiligheidsinstructies
5

Overzicht

Kenmerken van de projector

• Volledig compatibel met HD
De projector is compatibel met Standard Definition TV (SDTV) 480i, 576i, Enhanced Definition TV (EDTV) 480p, 576p en High Definition TV (HDTV) 720p, 1080i en 1080p op 60 Hz-indelingen, met de 1080p indeling die een echte 1:1 beeldreproductie levert.
• Hoge beeldkwaliteit
De projector levert uitstekende beeldkwaliteit dankzij de hoge resolutie, uitstekende home theater helderheid, hoge contrastverhouding, levendige kleuren en rijke weergave van grijstinten.
• Hoge helderheid
De projector levert zeer hoge helderheid voor een uitstekende beeldkwaliteit bij sfeerlicht, en presteert beter dan andere projectors.
• Levendige kleurreproductie
De projector maakt gebruik van een kleurwiel met 6 segmenten om realistische diepte en bereik van kleuren te reproduceren, wat onmogelijk is voor kleurwielen met minder segmenten.
• Rijke grijstinten
Indien weergegeven in een donkere omgeving, levert de automatische gammabesturing uitstekende grijstinten, zodat details in schaduwen, nachtscènes of donkere scènes zichtbaar zijn.
• Dubbele OSD
Er zijn twee soorten OSD-menu's voor verschillende gebruikscenario's: de Basis OSD is intuïtief en makkelijk, en de Geavanceerd OSD biedt een compleet scale aan geavanceerde aanpassingen.
• Brede reeks ingangen en video-indelingen
De projector ondersteunt diverse ingangen voor het aansluiten van video- en computerapparatuur: personal computer (zowel Mac als pc), hdmi-ingang. Daarnaast bevat het een uitgangschakel voor geautomatiseerde schermen en belichtingssystemen.
• Door ISF gecertificeerde ijking
De hogere prestatiestandaard wordt bereikt doordat de projector gebruik maakt van ISF NIGHT en ISF DAY modusinstellingen in de OSD-menu's, wat professionele ijking van geautoriseerde ISF-installateurs vereist.
• 3D-functie
Films, video's en sportprogramma's in 3D zijn nog realistischer als ze via hdmi worden weergegeven.
• Geïntegreerde kamerluidsprekers met audioverbetering
Geïntegreerde luidsprekers voor gemengd monogeluid bij gebruik van een audio-ingang.
• SmartEco
SmartEco™-technologie vermindert het energieverbruik van de lamp met maximaal 70%, afhankelijk van het helderheidsniveau van de beelden als de modus SmartEco is geselecteerd.
6
Overzicht

Inhoud van de verpakking

Projector
Afstandsbediening
Batterijen
Stroomkabel
Garantiekaart*
Cd met
gebruikershandleiding
Snelgids
Draagtas
Draadloze FHD-kit (WDP02)
Pak alles voorzichtig uit en controleer of alle onderstaande items aanwezig zijn. Afhankelijk van de plaats van aankoop, zijn bepaalde items wellicht niet beschikbaar. Controleer dit op de plek van aankoop.

Standaardaccessoires

Bepaalde accessoires kunnen verschillen per regio.
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde regio’s geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde informatie.

Optionele accessoires

Overzicht
7

Buitenkant van de projector

1
2
9
10
8
6 7
5
3
4
Zie Aansluiten van videoapparatuur voor details over de aansluitingen.
Voorkant en bovenkant
Achterkant en onderkant
20
21
12
11
13 1917
14 15 16
22
2524 25
25
1. Bedieningspaneel (zie Besturingspaneel voor details.)
2. Lampdeksel
3. Ventilatie (warme lucht uit)
4. Verstellerknop
5. Lensklep
6. Lensnisklep
7. Focus- en zoomringen
8. Ventilatie (koele lucht in)
9. IR-sensor voorkant
10.Projectielens
11.Hdmi-ingang
12.MHL/hdmi-combinatiepoort
Aansluiting voor met MHL of hdmi compatibele apparatuur en laadt het aangesloten met MHL compatibele apparaat op zolang de projector is aangesloten op het stroomnet.
13.12 VDC-uit-aansluiting
18
20
Activeert externe apparatuur, zoals een elektrisch scherm of lichtbesturing, enz.
14.Usb-type-A-poort
Laadt de ontvanger van de draadloze FHD-kit (optie) op.
15.Usb-mini-B-poort
Voor onderhoud.
23
16.RGB (pc)-/componentvideo (YPbPr/
21
YCbCr)-signaalingang
17.RS-232-besturingspoort
In combinatie met een pc of geautomatiseerde thuisbioscoop.
18.Audio-ingang
19.Audio-uitgang
20.Luidsprekerroosters
21.Achterste verstelvoetjes
22.Aansluiting netsnoer
23.Sleuf voor Kensington-slot
24.Montageopening van draadloze FHD-kit (WDP02)
25.Gaten voor plafondmontage
8
Overzicht

Bedieningselementen en functies

Besturingspaneel

1 2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
12
10 13
14
1. Focusring
Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan.
2. Zoomring
Hiermee past u de grootte van het beeld aan.
3. TEMP (waarschuwingslampje temperatuur)
Brandt rood als de temperatuur van de projector te hoog wordt.
4. OK
Hiermee bevestigt u het geselecteerde menu­item in het On-Screen Display (OSD)-menu.
5. POWER-indicator
Brandt of knippert als de projector wordt gebruikt.
6. ENERGIE Dit zet de projector aan of op stand-by.
7. Links/
• Zet het geluidsvolume van de projector lager.
• Als het venster Keyston e wordt weergegeven, corrigeert dit handmatig een beeld dat vervormd is als gevolg van de projectiehoek.
• Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd, gebruikt u de toetsen #7, #10 en #12 als pijltoetsen om de gewenste menu-items te selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
8. BACK
Keert terug naar het vorige OSD-menu, sluit en bewaart de menu-instellingen.
9. LAMP-indicator
Geeft de status van de lamp aan. Brandt of knippert als er een probleem is met de lamp.
10.Keystone/pijltoetsen ( / , / )
Hiermee corrigeert u handmatig het vervormde beeld, veroorzaakt door de projectiehoek. Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd, gebruikt u de toetsen #7, #10 en #12 als pijltoetsen om de gewenste menu-items te selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
11.IR-sensor bovenkant
12. Rechts/
• Zet het geluidsvolume van de projector hoger.
• Als het venster Keystone wordt weergegeven, corrigeert dit handmatig een beeld dat vervormd is als gevolg van de projectiehoek.
• Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd, gebruikt u de toetsen #7, #10 en #12 als pijltoetsen om de gewenste menu-items te selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
13.SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
14.MENU
• Opent het On-Screen Display (OSD)-menu.
• Sluit en bewaart de menu-instellingen.
Overzicht
9

Afstandsbediening

1
2
3 4
5
6 7
8 9
1. ON, OFF Dit zet de projector aan of uit.
2. 3D, INVERT
Opent het menu 3D en schakelt de omkeerfunctie in of uit.
3. Pijltoetsen ( links, rechts,
omhoog, omlaag)
Als het On-Screen Display (OSD)-menu is geactiveerd, gebruikt u deze toetsen als pijltoetsen om de gewenste menu-items te selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
4. OK
Bevestigd het item dat in het OSD-menu is geselecteerd.
5. BACK
Keert terug naar het vorige OSD-menu, sluit en bewaart de menu-instellingen.
6. MENU
• Opent het On-Screen Display (OSD)-menu.
• Sluit en bewaart de menu-instellingen.
10
11
12 16
13
17
14
15
7. Volumetoetsen
: Schakelt het projectorgeluid in of uit.
: Zet het geluidsvolume van de projector lager.
: Zet het geluidsvolume van de projector hoger.
8. KEYSTONE
Opent het venster Keystone. Gebruik of om handmatig beelden te corrigeren die vervormd zijn als gevolg van de projectiehoek.
9. MODE
Kies een beschikbare beeldmodus.
10.LIGHT
De ledverlichting blijft ongeveer 10 seconden branden als op een toets op de afstandsbediening wordt gedrukt. Druk binnen 10 seconden op een andere toets om de ledverlichting uit te schakelen.
11.AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het beeld.
12.ECO BLANK
Maakt het beeld leeg.
13.SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
14. Aanpassingstoetsen voor beeldkwaliteit
Deze functietoetsen voeren dezelfde taken uit als is aangegeven in het OSD-menu.
15.FINE TUNE
Geeft het Kleurtemperatuur fijn afstellen­venster weer. Zie Kleurtemperatuur fijn afstellen voor details.
16. Toetsen die niet beschikbaar zijn Deze toetsen zijn niet beschikbaar: PIP en
SWAP.
17.HDMI CEC-compatibele apparaatbesturingstoetsen ( Terug, Afspelen, Vooruit,
Terugspoelen, Stoppen,
Vooruitspoelen)
Gaat naar het vorige bestand/afspelen/gaat naar het volgende bestand/terugspoelen/stoppen/ vooruitspoelen door media. Alleen beschikbaar om HDMI CEC-compatibele apparaten te besturen.
De toets pauzeert de video niet.
10
Overzicht
De batterijen van de afstandsbediening plaatsen/vervangen
• De projector bedienen via de voorkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
• De projector bedienen via de bovenkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
1. Druk en schuif de batterijklep open zoals in de afbeelding is weergegeven.
2. Verwijder de oude batterijen (indien van toepassing) en plaats twee AAA-batterijen. Zorg dat de positieve en negatieve zijdes correct zijn gepositioneerd zoals in de afbeelding is weergegeven.
3. Schuif de batterijklep terug zodat deze op z'n plek klikt.
• Leg de afstandsbediening en de batterijen niet in extreem warme of vochtige omgevingen, zoals in een keuken, badkamer, sauna, solarium of in een gesloten auto.
• Gebruik alleen dezelfde batterijen of batterijen van hetzelfde type dat door de fabrikant van de batterij wordt aanbevolen.
• Gooi batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant en volgens de plaatselijke milieuregelgeving.
• Werp batterijen nooit in vuur. Dit kan een explosie veroorzaken.
• Als de batterijen leeg zijn of als u de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de batterijen om beschadiging van de afstandsbediening door lekkende batterijen te voorkomen.
Effectief bereik van de afstandsbediening
De afstandsbediening moet in een hoek van 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de projector worden gehouden om correct te functioneren. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor(en) mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat geen obstakels tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) op de projector zijn geplaatst.
Overzicht
11

Installatie

Het kiezen van een plek

Voordat u een plek voor de projector kiest, houdt u rekening met de volgende zaken:
• Formaat en positie van het scherm
• Plek van het stopcontact
• Locatie en afstand tussen de projctor en de rest van de apparatuur
U kunt de projector op de volgende manieren installeren.
1. Voorkant:
Selecteer deze plek als u de projector op de vloer en voor het scherm plaatst.
Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
Schakel de projector in en maak de volgende instellingen:
MENU > Instell. of SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie > Voorkant
2. Achterkant:
Selecteer deze plek als u de projector op de vloer en achter het scherm plaatst.
Schakel de projector in en maak de volgende instellingen:
MENU > Instell. of SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie > Achterkant
3. Plafond voor:
Selecteer deze locatie als de projector aan het plafond voor het scherm wordt gehangen.
Schakel de projector in en maak de volgende instellingen:
MENU > Instell. of SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie > Plafond voor
Als u de projector tegen het plafond wilt
bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset van BenQ bij uw leverancier kopen.
4. Plafond achter:
Selecteer deze locatie als de projector aan het plafond achter het scherm wordt gehangen.
Schakel de projector in en maak de volgende instellingen:
MENU > Instell. of SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie > Plafond achter
12
Hiervoor is een speciaal scherm voor
achterwaartse projectie vereist.
Installatie
Hiervoor zijn een scherm voor achterwaartse
projectie en de plafondmontageset van BenQ vereist.
De gewenste beeldgrootte van de projectie
H
B
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
Lensverschuivingspositie
16:9 schermdiagonaal
• De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en van het geprojecteerde beeld 16:9
instellen
De grootte van het geprojecteerde beeld wordt bepaald door de afstand van de projectorlens tot het scherm, de zoominstelling en het videoformaat.

Projectieafmetingen

Zie onderstaande illustratie en tabel voor hulp bij het bepalen van de projectieafstand.
Schermgrootte Projectieafstand (mm)
Diagonaal
Inch mm (max. zoom) (min. zoom)
60 1524 747 1328 917 1009 1102 19
70 1778 872 1550 1069 1178 1286 22
80 2032 996 1771 1222 1346 1470 25
90 2286 1121 1992 1375 1514 1654 28
100 2540 1245 2214 1528 1682 1837 31
110 2794 1370 2435 1680 1851 2021 34
120 3048 1494 2657 1833 2019 2205 37
140 3556 1743 3099 2139 2355 2572 44
160 4064 1992 3542 2444 2692 2940 50
180 4572 2241 3985 2750 3028 3307 56
Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten. Als u de projector in een permanente opstelling installeert, wordt aanbevolen dat u de projectiegrootte, afstand en optische karakteristieken met de projector zelf uitprobeert voordat u de projector daadwerkelijk installeert. Op deze manier kunt u de exacte montagepositie bepalen die het beste past in uw opstelling.
H (mm) B (mm)
Min. afstand
Gemiddeld
Max. afstand
Lensverschui-
vingspositie
(mm)
Installatie
13

Aansluitingen

HDMI-kabel
HDMI-apparaat: Dvd-speler, digitale tuner, enz.
Als u zeker wilt zijn dat het correcte ingangsignaaltype voor het HDMI-signaal is gekozen, zie dan Hdmi-instellingen voor details.
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat deze aansluit.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
• Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de projector (zie Inhoud van de verpakking). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.

Aansluiten van videoapparatuur

U hoeft de projector uitsluitend met één van de volgende verbindingsmethodes aan te sluiten op een videoapparaat. Elke videoapparaat levert een andere beeldkwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste videoapparaat.
Naam van
aansluiting
HDMI1
HDMI2/MHL
PC (D-SUB)
Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de projector (zie Inhoud van de verpakking). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
Uiterlijk van
aansluiting
Zie Beeldkwaliteit
HDMI-apparaten aansluiten
Smart-apparaten aansluiten
Een computer aansluiten
Beste
Beter

HDMI-apparaten aansluiten

HDMI (High-Definition Multimedia Interface) ondersteunt ongecomprimeerde videogegevensoverdracht tussen compatibele apparaten, zoals DTV-tuners, dvd-spelers, Blu-rayspelers en beeldschermen, via één enkele kabel. Gebruik een HDMI-kabel als u verbindingen aanbrengt tussen de projector en HDMI­apparaten.

Smart-apparaten aansluiten

De projector kan content direct weergeven vanaf een met MHL-compatibel smart-apparaat. Met behulp van een HDMI-naar-Micro-usb-kabel of een HDMI-naar-Micro-usb-adapter kunt u smart-apparaten aansluiten op de projector en content op een groot scherm weergeven.
14
Aansluitingen
Bepaalde smart-apparaten zijn wellicht niet compatibel met de gebruikte kabel. Raadpleeg de fabrikant van
Hdmi-kabel
HDMI-naar-Micro-usb-kabel
Energie
HDMI-naar-Micro-usb-adapter
VGA-kabel
Laptop of desktopcomputer
Luidsprekers
Audiokabel
het smart-apparaat voor meer informatie.
• Een HDMI-naar-Micro-usb-kabel gebruiken
1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-naar-Micro-usb-kabel aan op de HDMI-ingang van de projector.
2. Sluit het andere uiteinde van de HDMI-naar-Micro-usb-kabel aan op de Micro-usb-uitgang van het smart-apparaat.
• Een HDMI-naar-Micro-usb-adapter en een HDMI-kabel gebruiken
1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-ingang van de projector.
2. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-ingang van de adapter.
3. Steek de adapter in de Micro-usb-uitgang van het smart-apparaat.
Nadat de verbindingen zijn gemaakt, schakelt u naar het ingangssignaal HDMI2/MHL. Zie Een
ingangssignaal selecteren voor details over het schakelen tussen ingangssignalen.

Een computer aansluiten

Sluit de projector aan op een computer via een vga-kabel.
Bij laptops worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector wordt aangesloten. Met een toetsencombinatie, zoals Fn + F3 of CRT/LCD kunt u de externe weergave meestal in­of uitschakelen. Zoek op de laptop de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een beeldscherm. Druk op Fn en tegelijkertijd op de betreffende functietoets. Zie de documentatie van de laptop voor informatie over de toetscombinaties van de laptop.
Aansluitingen
15

Bediening

De projector opstarten

1. Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact in (indien nodig). POWER- indicator op de projector brandt oranje zodra de stroom is ingeschakeld.
Gebruik het bijgesloten netsnoer om mogelijk gevaar, zoals een elektrische schok of brand, te voorkomen.
2. Druk op op de projector of op op de afstandsbediening om de projector te starten. Zodra het lampje gaat branden, is een
Inschakeltoon hoorbaar. POWER-indicator knippert groen en blijft groen als de projector is ingeschakeld. Tijdens het opwarmen gaan de ventilatoren draaien en een opstartbeeld verschijnt in beeld. De projector reageert tijdens het opwarmen niet op verdere opdrachten.
Zie Beltoon aan/uit voor details over het uitschakelen van deze toon.
3. Als dit de eerste keer is dat u de projector inschakelt, helpt de setupwizard u met het instellen van de projector. Als dit al is uitgevoerd, slaat u deze stap over en gaat u naar stap 5.
• Navigeer door de menu-items met de pijltoetsen ( ///) op de projector of afstandsbediening.
• Bevestig het geselecteerde menu-item met OK.
Onderstaande Setupwizard-afbeeldingen dienen slechts ter referentie en kunnen afwijken van de daadwerkelijke OSD.
Stap 1:
Geef de Projectorpositie aan.
Zie Het kiezen van een plek voor meer informatie over het positioneren
van de projector.
Stap 2:
Geef de OSD-Ta a l aan.
16
Bediening
Stap 3:
Geef de Keystone aan.
Zie Keyston e corrigeren voor meer informatie over keystone.
Stap 4:
Geef de Auto-ingang aan.
Selecteer Aan en de projector zoekt altijd automatisch naar beschikbare
signalen als de projector wordt ingeschakeld.
Stap 5:
Geef de Menutype aan.
Zie Info over de OSD-menu's voor meer informatie over menutypes.
De eerste instellingen zijn nu voltooid.
4. Als een wachtwoord wordt verlangd, voert u een wachtwoord van zes tekens in met behulp van de pijltoetsen op de projector of afstandsbediening. Zie De wachtwoordbeveiliging gebruiken voor details.
5. Zet de aangesloten apparatuur aan.
6. De projector zoekt beschikbare ingangssignalen. Het actueel gevonden ingangssignaal wordt op het scherm weergegeven. Als de projector geen geldig signaal detecteert, verschijnt de melding "Geen signaal". U kunt op de knop SOURCE op de projector of afstandsbediening drukken om het gewenste invoersignaal te selecteren.
7. Als de horizontale frequentie van het ingangssignaal het ondersteunde bereik van de projector overschrijdt, verschijnt de melding "Geen signaal" op het scherm. Dit bericht blijft op het scherm totdat u de horizontale frequentie van het ingangssignaal op een geschikt signaal schakelt.
Bediening
17

De projector uitschakelen

1. Druk op op de projector of op op de afstandsbediening. Als de projector wordt uitgeschakeld, verschijnt een bevestiging.
2. Druk nogmaals op of . oranje en de ventilatoren blijven ongeveer twee minuten draaien om de lamp af te koelen. Tijdens het afkoelen reageert de projector niet op opdrachten.
3. Als het afkoelen is voltooid, is de "Uitschakeltoon" te horen en brandt de POWER-indicator oranje.
Zie Beltoon aan/uit voor details over het uitschakelen van deze toon.
Als de projector gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, trek dan het netsnoer uit het stopcontact.
Probeer de projector niet onmiddellijk weer in te schakelen als deze net is uitgeschakeld, aangezien grote hitte nadelig is voor de levensduur van de lamp. De daadwerkelijke levensduur van de lamp kan variëren, afhankelijk van de omgevingsomstandigheden en het gebruik.
De POWER-indicator knippert

De projector beveiligen

Een veiligheidskabelslot gebruiken

De projector moet op een veilige plek worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen. Of schaf een slot aan, bijvoorbeeld een Kensington-slot, om de projector te beveiligen. De projector bevat een aansluitpunt voor een Kensington-slot. Zie item 23 op pagina 8 voor details.
Een Kensington veiligheidskabelslot is meestal een combinatie van sleutel(s) en slot. Zie de documentatie van het slot voor meer informatie over het gebruik.

De wachtwoordbeveiliging gebruiken

U kunt uit veiligheidsoogpunt en om ongeoorloofd gebruik te voorkomen een wachtwoord instellen via het On-Screen Display (OSD)-menu. Zodra u een wachtwoord hebt ingesteld en de functie hebt ingeschakeld, is de projector beveiligd met een wachtwoord. Gebruikers die het juiste wachtwoord niet kennen, kunnen de projector niet inschakelen.
Het is buitengewoon vervelend als u de wachtwoordbeveiliging inschakelt en het wachtwoord vergeet. Schrijf het wachtwoord ergens op en bewaar dit op een veilige plek.
18
Bediening
Een wachtwoord instellen
NIEUW WACHTWOORD INVOEREN
Terug
Wachtwoordfout Probeer het opnieuw.
Wachtwoordfout
Probeer het opnieuw.
Als u een wachtwoord hebt ingesteld en de inschakelblokkering is ingeschakeld, kunt u de projector alleen gebruiken als het wachtwoord wordt ingevoerd. Telkens wanneer u de projector start, moet u het wachtwoord opgeven.
U kunt dit instellen via het Geavanceerd OSD-menu (zie 25 voor details).
1. Ga naar SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Wachtwoord
om het venster Wachtwoord te
openen.
2. Selecteer Wachtwoord wijzigen en druk op OK om het venster NIEUW WACHTWOORD INVOEREN te openen.
3. Zoals in de afbeelding is aangegeven, vertegenwoordigen de vier pijltoetsen ( / / / ) de vier cijfers (1, 2, 3 en 4). Stel een wachtwoord van zes tekens in met behulp van de pijltoetsen op de projector of afstandsbediening. Als u deze tekens invoert, ziet u dit als ******.
4. Voer hetzelfde wachtwoord ter controle nogmaals in en ga terug naar het venster Wachtwoord.
5. Selecteer Inschakelblokkering en druk op / om Aan te selecteren.
6. Voer het actuele wachtwoord in om de functie in te schakelen.
7. Druk op BACK om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Als u het wachtwoord bent vergeten
Als u de wachtwoordbeveiliging inschakelt, moet u telkens als u de projector inschakelt het wachtwoord invoeren. Mocht u een onjuist wachtwoord invoeren, verschijnt een foutmelding en vervolgens het venster WACHTWOORD INVOEREN.
• In het Geavanceerd OSD-menu • In het Basis OSD-menu
U kunt nogmaals een wachtwoord van zes tekens invoeren, maar als u het wachtwoord echt niet meer weet, volgt u de procedure om het wachtwoord te herstellen. Zie De procedure voor het herstellen van
het wachtwoord starten voor details.
Wanneer u vijf keer achter elkaar het verkeerde wachtwoord invoert, wordt de projector na korte tijd automatisch uitgeschakeld.
Bediening
19
Loading...
+ 42 hidden pages