Bedankt voor uw keuze voor deze kwalitatief hoogstaande projector van BenQ! Deze projector levert
een ultieme kijkervaring in uw eigen thuisbioscoop. Voor de beste resultaten leest u deze handleiding
zorgvuldig door. Het is uw gids door alle besturingsmenu's en alle handelingen.
Belangrijke
veiligheidsinstructies
Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor IT-apparatuur. Voor
een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op de verpakking
van het product nauwkeurig op te volgen.
1. Lees deze gebruikershandleiding aandachtig door
voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar deze
handleiding op een veilige plek voor naslag in de
toekomst.
2. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op een stabiel
en niet hellend oppervlak.
- Plaats de projector nooit op een instabiel wagentje,
standaard of tafel omdat hij dan kan vallen en
beschadigen;
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de
projector;
- Maak geen gebruik van de projector als deze
gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden
(naar links of rechts) of in een hoek van meer dan 15
graden (voor naar achter).
3. Plaats de projector niet verticaal. De
projector kan dan vallen en letsel
veroorzaken of beschadigd raken.
Nederlands
Belangrijke veiligheidsinstructies
3
Nederlands
4. Plaats de projector niet in de volgende omgevingen:
- slecht geventileerde of gesloten ruimtes. Zorg dat de
projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat
voldoende ruimte vrij rondom de projector;
- plaatsen waar de temperatuur extreem hoog kan
oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen;
- erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen die
optische componenten mogelijk aantasten. Dit
verkort de levensduur van de projector en
verdonkert het beeld;
- plaatsen in de buurt van een brandalarm;
- plaatsen met een omgevingstemperatuur van meer
dan 35°C/95°F;
- plaatsen op een hoogte boven 1500 meter / 4920
voet boven zeeniveau.
4920-
9840
voet
6. Op plekken waar het voltage van het
elektriciteitsnet kan fluctueren met ±10 volt,
wordt aanbevolen de projector via een
stroomstabilisator, spanningspiekbeveiliging of
ononderbroken voeding (UPS) aan te sluiten,
afhankelijk van wat het beste past in uw situatie.
7. Trap niet op de projector of leg er geen
voorwerpen op.
8. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de
projector. Mocht er enige vloeistof in de
projector zijn gemorst, dan is uw garantie
geannuleerd. Mocht de projector nat worden,
trek dan de stekker uit het stopcontact en bel
BenQ om de projector te laten repareren.
5. Blokkeer nooit de ventilatieopeningen als de projector
is ingeschakeld (zelfs in standbystand):
- Bedek de projector nooit met enig item;
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed
of op een ander zacht oppervlak.
4
Belangrijke veiligheidsinstructies
9. Kijk tijdens het projecteren niet rechtstreeks in
de lens van de projector. Dit kan uw ogen
beschadigen.
12. Dit product kan beelden omgekeerd weergeven,
zodat plafondmontage mogelijk is. Gebruik alleen
de Plafondmontageset van BenQ voor de
montage.
10. Gebruik de projectorlamp niet langer dan de
voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch
langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen
breken.
11. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat
de projector ongeveer 45 minuten afkoelen
voordat u de lamp vervangt.
13. Probeer de lampcomponenten nooit te vervangen
voordat de projector is afgekoeld en uit het
stopcontact is getrokken.
14. Als u denkt dat de projector moet worden
gerepareerd, breng de projector dan uitsluitend
naar een gekwalificeerde reparateur.
Nederlands
Belangrijke veiligheidsinstructies
5
15. Open deze projector niet zelf. De onderdelen
van het apparaat staan onder hoge spanning die
levensgevaarlijk is. Het enige onderdeel dat u mag
vervangen, is de lamp met het deksel. Zie
pagina 56.
U mag nooit andere onderdelen losmaken of
verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan
gekwalificeerde professionele reparateurs.
Let op
Bewaar de originele verpakking voor eventueel
vervoer in de toekomst. Als u de projector na
gebruik moet vervoeren, stel dan de lenspositie in
op een geschikte positie, plaats het lenskussen rond
de lens, en pas het lenskussen in het projectorkussen
om beschadiging tijdens het transport tegen te
gaan.
Vochtcondensatie
Gebruik de projector nooit onmiddellijk nadat de
projector van een koude naar een warme plek is
gebracht. Als de projector aan zo'n
temperatuurverandering wordt blootgesteld, kan
vocht op belangrijke interne onderdelen
condenseren. Bij zo'n temperatuurverandering
gebruikt u de projector niet gedurende ten minste
2 uur, om te voorkomen dat de projector
beschadigt.
Vermijd vluchtige vloeistoffen.
Gebruik geen vluchtige vloeistoffen, zoals
insecticide of bepaalde reinigingsmiddelen, in de
buurt van de projector. Plaats geen rubberen of
plastic producten gedurende langere tijd tegen de
projector. Deze kunnen vlekken op de buitenkant
achterlaten. Mocht u de projector met een
chemisch behandelde doek reinigen, volg dan de
veiligheidsinstructies van het schoonmaakmiddel.
We g we r p en
Dit product bevat de volgende materialen, welke
schadelijk kunnen zijn voor het menselijke lichaam
en het milieu.
Nederlands
• Lood, dit zit in het soldeer.
• Kwik, dit zit in de lamp.
Wilt u het product of gebruikte lampen
wegwerpen, neem dan contact op met uw
gemeente met informatie over de regelgeving.
6
Belangrijke veiligheidsinstructies
Overzicht
Inhoud van de verpakking
Pak alles voorzichtig uit en controleer of alle onderstaande items aanwezig zijn. Bepaalde items zijn
wellicht niet beschikbaar, afhankelijk van de plaats van aankoop. Controleer dit op de plek van aankoop.
Bepaalde accessoires kunnen verschillen per regio.
De garantiekaart wordt alleen in bepaalde regio’s geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde
informatie.
ProjectorAfstandsbedieningBatterijen
Digital Projector
Quick Start Guide
CD met
gebruikershandleiding
Snelgids
Garantiekaart
StroomkabelVGA-kabel
Nederlands
Overzicht
7
Nederlands
Batterijen voor de afstandsbediening
1. Open de batterijklep door de
afstandsbediening eerst om te draaien. Duw
vervolgens tegen de vingergreep op de klep
om deze omlaag te schuiven in de richting van
de pijl zoals in de afbeelding is aangegeven.
Het klepje schuift open.
2. Verwijder de oude batterijen (indien nodig)
en plaats twee nieuwe AAA-batterijen, waarbij u let op de polariteit van de batterijen zoals is
aangegeven in de batterijnis. Plus (+) naar plus en min (-) naar min.
3. Herstel de klep door deze op de afstandsbediening te leggen en terug in positie te schuiven. Het
deksel klikt vast.
Opmerkingen over het omgaan met batterijen
• Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen door elkaar, en gebruik nooit verschillende soorten batterijen.
• Leg de afstandsbediening en de batterijen niet in extreem warme of vochtige omgevingen, zoals in een
keuken, badkamer, sauna, solarium of in een gesloten auto.
• Gooi batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant en volgens de plaatselijke milieuregelgeving in
uw regio.
• Als de afstandsbediening gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder dan de batterijen om
beschadiging van de afstandsbediening door lekkende batterijen te voorkomen.
Gebruik van de afstandsbediening
• Zorg dat tussen de afstandsbediening en de
infrarood (IR)-sensoren op de projector geen
objecten staan die de infraroodstraal van de
afstandsbediening naar de projector kunnen
belemmeren.
• Het effectieve bereik van de afstandsbediening is
maximaal 8 meter, binnen een hoek van 30 graden
van de IR-straal. Richt altijd recht op de projector, al reflecteren de meeste schermen de IR-straal
naar de projector.
Montage van de projector op het plafond
Voor een probleemloze werking van de projector is ook veiligheid van groot belang. Neem de volgende
veiligheidsvoorschriften in acht om schade en lichamelijk letsel te voorkomen.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQprojectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander merk gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar beneden valt
omdat het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd.
U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw projector. Het
verdient ook aanbeveling een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensingtonslot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de houder. Wanneer
de projector loskomt van de houder, blijft het apparaat toch veilig zitten.
maximaal
8 m
8
Overzicht
Kenmerken van de projector
• Volledig compatibel met HD
De projector is compatibel met Standard Definition TV (SDTV) 480i, 480p, 576i, 576p en High
Definition TV (HDTV) 720p, 1080i en 1080p-indelingen, met de 1080p indeling die een echte 1:1
beeldreproductie levert.
• Hoge beeldkwaliteit
De projector levert uitstekende beeldkwaliteit dankzij de hoge resolutie, uitstekende home theater
helderheid, superhoge contrastverhouding, levendige kleuren en rijke weergave van grijstinten.
• Hoge helderheid
De projector levert zeer hoge helderheid voor een uitstekende beeldkwaliteit bij sfeerlicht, en
presteert beter dan andere projectors.
• Levendige kleurreproductie
De projector maakt gebruik van een kleurwiel met 6 segmenten om realistische kleurdiepte en bereik te reproduceren, wat onmogelijk is voor kleurwielen met minder segmenten.
• Rijke grijstinten
Indien weergegeven in een donkere omgeving, levert de automatische gammabesturing uitstekende
grijstinten, zodat details in schaduwen, nachtscènes of donkere scènes zichtbaar zijn.
• Intuïtieve lensverschuiving
Intuïtieve besturing van de lensverschuivingknop voor flexibele instelling van de projector.
• Brede reeks ingangen en video-indelingen
De projector ondersteunt een brede reeks ingangen voor het aansluiten van video- en pc-apparatuur,
waaronder component video, composiet video, HDMI, pc en een uitgangstrigger voor aansluiting op
geautomatiseerde scherm- en belichtingssystemen.
• Professionele ijkbesturing
De hogere prestatiestandaard wordt bereikt doordat de projector gebruik maakt van instellingen
voor Expertmodus in de OSD-menu’s, wat professionele ijking van geautoriseerde -installateurs
vereist.
• Compatibel met Panamorph-lenzen
De projector is compatibel met Panamorph lenzen zodat u de beeldverhouding van 16:9 kunt
converteren naar 2,35:1.
Nederlands
Overzicht
9
Buitenkant van de projector
Voorkant en bovenkant
Nederlands
1
2
3
4
Achterkant
Zie "Aansluiten van videoapparatuur" op
pagina 20 voor details over de aansluitingen.
12
10
11
9
141315161718
1920
1. Bedieningspaneel (zie "Besturingspaneel" op
pagina 12 voor details.)
2. Lampdeksel
3. Ventilatie (warme lucht uit)
4. Projectielens
5
5. Sleuf voor veiligheidsslot
6
6. Ventilatie (koele lucht in)
7
7. IR-sensor voorkant
8. Lensverschuivingsknop
8
9. Aansluiting netsnoer
10. IR-sensor achterkant
11. Audio-ingang
Audio-uitgang
12. RJ45 LAN-ingang
13. HDMI-poort
14. Mini B-type usb-poort
15. RS-232-besturingspoort
Te gebruiken in combinatie met een pc of
geautomatiseerde thuisbioscoop.
16. RGB-signaaluitgang
17. 12VDC-uit-aansluiting
Te gebruiken om externe apparaten aan te
sturen, zoals een elektrisch scherm of
belichtingsbesturing, enz. Neem contact op
met uw verkoper voor informatie over de
aansluiting van deze apparaten.
19. Component Video-ingangen
(BNC)/RGBHV 5 BNC's voor het aansluiten
van RGB- of component (YPbPr), SD- of HDvideosignalen.
20. Video-ingang
10
Overzicht
Onderkant
22
21
21
21. Verstelbare voetjes
22. Gaten voor plafondmontage
22
Overzicht
Nederlands
11
Nederlands
I
I
Bedieningselementen en functies
Besturingspaneel
7. Pijl/Keystone-toetsen (Links / ,
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
1. Focusring
Hiermee past u de scherpstelling van het
geprojecteerde beeld aan.
2. Zoomring
Hiermee past u de grootte van het
geprojecteerde beeld aan.
3. TEMPeratuur waarschuwingslicht
Licht op of knippert als de temperatuur van de
projector te hoog wordt.
4. POWER-indicator
Brandt of knippert als de projector wordt
gebruikt.
5. MODE
Selecteert achtereenvolgens een voorgemaakte
beeldinstelling die beschikbaar is voor elke
ingang.
Omhoog / , Rechts /,
Omlaag / )
Beweegt de menuselectie in het schermmenu
(OSD) in de richting van de pijl die wordt
ingedrukt als het OSD-menu is geactiveerd.
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde
beelden die door de projectiehoek worden
veroorzaakt.
8. MENU/EXIT
Schakelt het schermmenu (OSD) in en uit.
Gaat terug naar eerdere OSD-menu’s, verlaat
het OSD-menu en bewaart alle gemaakte
veranderingen in het OSD-menu.
9. ENTER
Hiermee opent u het geselecteerde menu-item
in het schermmenu.
10.ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen.
11.LAMP-indicator 1, 2
Brandt of knippert als er een probleem is met
de lamp van de projector.
12.ASPECT
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
13. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste
beeldtiminginstellingen bepaald voor het
weergegeven beeld.
14.SOURCE
Hebben dezelfde functie als de
ingangselectietoetsen op de afstandsbediening.
Schakelt door opeenvolgende ingangssignalen.
6. ENERGIE
Heeft dezelfde functie als de ENERGIE op de
afstandsbediening.
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt hem in.
12
Overzicht
Afstandsbediening
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1. Energie ON/OFF
Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt
u deze in.
2. Ingangselectietoetsen
Kies een ingangsignaal voor het beeld.
3. MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het schermmenu (OSD) in.
Hiermee gaat u terug naar het vorige
schermmenu (OSD), sluit u het menu en slaat u
de menu-instellingen op.
Beweegt de menuselectie in het schermmenu
(OSD) in de richting van de pijl die wordt
ingedrukt als het OSD-menu is geactiveerd.
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde
beelden die door de projectiehoek worden
veroorzaakt.
5. MODE/ENTER
Hiermee activeert u het geselecteerde menuitem in het schermmenu.
Afhankelijk van het gebruikte ingangssignaal
wordt er een beschikbare beeldmodus
geselecteerd.
6. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
13
14
15
16
17
18
19
20
7. LASER
Hiermee laat u een zichtbaar
laseraanwijzerlampje branden waarmee
presentaties kunnen worden uitgevoerd.
8. TEST
Geeft het testpatroon weer.
9. FREEZE
Hiermee zet u het geprojecteerde beeld stil.
10.PIP
Toont de picture-in-picture-vensters (PIP).
11.NETWORK SETTING
Opent direct de netwerkinstellingen.
12.Numerieke toetsen
Voor het invoeren van cijfers in de
netwerkinstellingen.
Numerieke toetsen 1, 2, 3, 4 kunnen niet
worden ingedrukt om een wachtwoord in te
voeren.
13.AUTO
Hiermee worden automatisch de beste
beeldtiminginstellingen bepaald voor het
weergegeven beeld.
14.SOURCE
Kies een ingangsignaal voor het beeld.
15.VOLUME+/VOLUME-
Past het geluidsniveau aan.
16.BRIGHTNESS
Past helderheid aan.
17.CONTRAST
Past contrast aan.
18.MUTE
Hiermee schakelt u het geluid in en uit.
19.ASPECT
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
20.LAMP MODE
Selecteert een lampmodus.
Nederlands
Overzicht
13
De LASER aanwijzer gebruiken
De laseraanwijzer is voor
professionele gebruikers een
hulpmiddel tijdens presentaties. Als u
erop drukt, zendt de aanwijzer rood
licht uit en licht het lampje rood op.
De laseraanwijzer is geen speelgoed.
Ouders dienen bedachtzaam om te
gaan met de gevaren van laserenergie en de
afstandsbediening buiten het bereik van kinderen te
houden.
Kijk niet rechtstreeks naar het venster van de
laserstraal en richt de laserstraal niet op
anderen of op uzelf. Zee de waarschuwingen op
de achterzijde van de afstandsbediening voordat
u hem gebruikt.
Nederlands
14
Overzicht
De projector plaatsen
Het kiezen van een plek
De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd.
Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en uw
persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een
stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
1. Vloer voorkant:
Selecteer deze instelling als u de projector op de
vloer en voor het scherm installeert. Als u een
snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de
meest gebruikte opstelling.
2. Plafond voorkant:
Selecteer deze locatie als de projector aan het
plafond voor het scherm wordt gehangen.
Als u de projector tegen het plafond wilt
bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset
van BenQ bij uw leverancier kopen.
*Stel Plafond voorkant in nadat de projector is
ingeschakeld.
3. Vloer achterkant:
Selecteer deze instelling als u de projector op de
vloer en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor
achterwaartse projectie vereist.
*Stel Vloer achterkant in nadat de projector is
ingeschakeld.
4. Plafond achterkant:
Selecteer deze locatie als de projector aan het
plafond achter het scherm wordt gehangen.
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor
achterwaartse projectie vereist en de
plafondmontageset van BenQ.
*Stel Plafond achterkant in nadat de projector is
ingeschakeld.
Nederlands
*De projectorpositie instellen:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu Systeeminstellingen geselecteerd is.
2. Druk op / om Projectorpositie te selecteren en druk op / totdat de juiste positie is geselecteerd.
De projector plaatsen
15
De gewenste beeldgrootte van de projectie
instellen
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het videoformaat zijn
allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
Deze projector is uitgerust met een verstelbare lens. Zie "De projectielens verschuiven" op pagina 19
voor details. Zie de afbeeldingen op pagina’s 17 en 18 voor waardes van de verticale hoek in de
afmetingtabellen, die gemeten zijn bij een volledig naar boven of beneden geschoven lens.
Als u een 120-inch scherm met een beeldverhouding van 4:3 gebruikt, zie "De beeldverhouding van het
scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld 4:3". De gemiddelde projectieafstand is dan 494 cm.
Als u een scherm met een verhouding van 16:9 heeft en de gemeten projectieafstand is 4,5 m (450 cm),
zie dan "De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en het geprojecteerde beeld 16:9". De waarde die dit
het beste benadert in de kolom "Gemiddeld" is 449 cm. Kijk verder in deze rij en u ziet dat een scherm
van 100 inch nodig is.
Uit de waardes van de minimale en maximale projectieafstand in de kolommen van "Projectieafstand <D>
[cm]" op pagina 17 blijkt dat de gemeten projectieafstand van 4,5 m ook geschikt is voor schermen van
90 en 110 inch. De projector kan worden aangepast (met de zoomregeling), zodat het beeld bij deze
projectieafstand op deze verschillende schermen kan worden geprojecteerd. Denk eraan dat de
verschillende schermen een verschillende verticale hoek hebben.
Als u de projector in een andere dan de aanbevolen positie plaatst, dient u deze omhoog of omlaag te
kantelen om het beeld te centreren op het scherm. In deze gevallen kan het beeld enigszins vervormd
raken. U kunt de vervorming corrigeren met de Keystone-functie. Zie "Vervorming van het beeld
corrigeren" op pagina 29 voor details.
Nederlands
16
De projector plaatsen
Projectieafmetingen
Installatie bij een scherm met beeldverhouding 16:9
Vloerinstallatie
<A>
<C>
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
<B>
<E>
<F>
<G>
<D>
Plafondinstallatie
<D>
<G>
<F>
<A>
<C>
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
<B>
<E>
De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en het geprojecteerde beeld 16:9
SchermafmetingenProjectieafstand <D> [cm]
Diagonaal
<A>
[inch (mm)]
30(762)37661081351624,7
40(1016)50891441802156
50(1270)621111802242698
60(1524)751332152693239
70(1778)8715525131437711
80(2032)10017728735943112
90(2286)11219932340448514
100(2540)12522135944953916
110(2794)13724349549459217
120(3048)14926643153964619
130(3302)16228846758370020
140(3556)17431050362875422
150(3810)18733253967380823
160(4064)19935457571886225
170(4318)21237661076391626
180(4572)22439864680896928
190(4826)237421682853102330
200(5080)249443718898107731
250(6350)3115538981122134639
300(7620)37466410771346161647
Bovenstaande nummers zijn benaderingen en kunnen licht afwijken van de daadwerkelijke metingen. Alleen
de aanbevolen schermafmetingen staan in de lijst. Als de grootte van uw scherm niet in bovenstaande tabel
staat, neem dan contact op met de verkoper voor hulp.
Hoogte
<B>
[cm]
Breedte
<C>
[cm]
Min. afstand
(met max.
zoom)
Gemiddeld
Max afstand
(met min.
zoom)
Laagste/hoofste
lenspositie <E>
[cm]
Nederlands
De projector plaatsen
17
Installatie bij een scherm met beeldverhouding 4:3
De onderstaande illustraties en tabel zijn voor de gebruikers die al een beeldscherm met een
beeldverhouding van 4:3 hebben of van plan zijn een dergelijk scherm te kopen om geprojecteerde
beelden met een beeldverhouding van 4:3 weer te geven.
Nederlands
Vloerinstallatie
<E>
<B>
<F>
<G>
<D>
<A>
<C>
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
Plafondinstallatie
<A>
<E>
<C>
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
<B>
<D>
<G>
<F>
De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld 4:3
SchermafmetingenProjectieafstand <D> [cm]
Diagonaal
<A>
[inch
(mm)]
30(762)4661991241484,334,3
40(1016)61811321651985,745,7
50(1270)761021652062477,157,2
60(1524)911221982472978,668,6
70(1778)10714223128834610,080,0
80(2032)12216326433039511,491,4
90(2286)13718329737144512,9102,9
100 (2540)15220333041249414,3114,3
110 (2794)16822436345354415,7125,7
120 (3048)18324439549459317,1137,2
130 (3302)19826442853664318,6148,6
140 (3556)21328446157769220,0160,0
150 (3810)22930549461874221,4171,5
160 (4064)24432552765979122,9182,9
170 (4318)25934556070084024,3194,3
180 (4572)27436659374289025,7205,7
190 (4826)29038662678393927,1217,2
200 (5080)30540665982498928,6228,6
250 (6350)3815088241030123635,7285,8
300 (7620)4576109891236148342,9342,9
Bovenstaande nummers zijn benaderingen en kunnen licht afwijken van de daadwerkelijke metingen. Alleen
de aanbevolen schermafmetingen staan in de lijst. Als de grootte van uw scherm niet in bovenstaande tabel
staat, neem dan contact op met de verkoper voor hulp.
Hoogte
<B>
[cm]
Breedte
<C>
[cm]
Min.
afstand
(met
max.
zoom)
Gemiddeld
Max
afstand
(met min.
zoom)
Laagste/
hoofste
lenspositie
<E>
[cm]
Beeldhoogte
<H>
[cm]
18
De projector plaatsen
De projectielens verschuiven
De lensverschuiving zorgt voor flexibiliteit bij de montage van de projector. Hiermee de projector
afwijkend gepositioneerd worden ten opzichte van de middenas.
De lensverschuiving wordt uitgedrukt als een percentage van de geprojecteerde beeldhoogte of –
breedte. Het wordt gemeten als een verschuiving vanaf het verticale of horizontale midden van het beeld.
U kunt de knop gebruiken om de projectielens in een richting binnen het toegestane bereik te schuiven,
afhankelijk van de gewenste beeldpositie.
De lensverschuivingsknop gebruiken:
1. Maak de knop los door deze linksom te draaien.
2. Beweeg de knop om de positie van het geprojecteerde beeld aan te passen.
3. Maak de knop vast door deze rechtsom te draaien.
• Als de positie van het scherm vast staat
Projector
Plaatsingsbereik
Scherm
Midden van de lens
• Als de positie van de projector vast staat
125%
125%
41,3%
• Draai de knop niet te vast.
• Het aanpassen van de lensverschuiving heeft geen invloed op de beeldkwaliteit. In het onwaarschijnlijke
geval dat het beeld vervormd wordt geprojecteerd, zie "Het geprojecteerde beeld aanpassen" op
pagina 28 voor details.
41,3%
Nederlands
De projector plaatsen
19
Aansluiten van videoapparatuur
U kunt de projector op elk type videoapparatuur aansluiten, zoals een videorecorder, dvd-speler, digitale
tuner, kabel- of satellietdecoder, gameconsole of digitale camera. U kunt ook een desktop pc, laptop of
Apple Macintosh systeem aansluiten. U kunt de projector ook op een van de volgende uitgangen
aansluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de
beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste videoapparaat.
Nederlands
Naam van
aansluiting
HDMI
Component
video
Video
Computer
(D-SUB)
Uiterlijk van
aansluiting
ZieBeeldkwaliteit
"HDMI-toestellen aansluiten" op
pagina 20
"Component videoapparaten aansluiten"
op pagina 21
"Videoapparatuur aansluiten" op
pagina 21
"Een computer aansluiten" op pagina 22
Best
Beter
Normaal
Beter
Voo rberei din ge n
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt.
2. Gebruik alleen geschikte kabels met de goede stekkers voor elke ingang.
3. Controleer of alle kabelstekkers stevig in de aansluitingen zitten.
Let op dat de kabels in de volgende afbeeldingen wellicht niet allemaal bij de projector worden geleverd (zie
"Inhoud van de verpakking" op pagina 7 voor details). De meeste kabels zijn verkrijgbaar bij
elektronicawinkels.
HDMI-toestellen aansluiten
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) ondersteunt ongecomprimeerde videogegevensoverdracht
tussen compatibele toestellen, zoals DTV-tuners, dvd-spelers en beedschermen, via één enkele kabel. Het
levert een puur digitale kijk- en luisterervaring. Gebruik een HDMI-kabel als u verbindingen aanbrengt
tussen de projector en HDMI-toestellen.
20
HDMI-apparaat: Dvd-speler, digitale tuner, enz.
HDMI-kabel
Aansluiten van videoapparatuur
Als u zeker wilt zijn dat het correcte
ingangsignaaltype voor het HDMI-signaal is
gekozen, zie dan "Hdmi-formaat" op pagina 52
voor details.
Component videoapparaten aansluiten
Let goed op dat de kleuren op kabels en aansluitingen overeen komen. De component videoaansluitingen
van het type BNC dienen voor het aansluiten van video-uitapparaten. De audioaansluitingen dienen
slechts ter informatie. U kunt ook een aparte geluidskabel aansluiten voor een versterker.
AV-apparatuur: Dvd-speler,
digitale tuner, enz.
Audiokabel
Luidsprekers
Componentkabel
RGBHV-kabel
Audiokabel
Videoapparatuur aansluiten
De audioaansluitingen dienen slechts ter informatie. U kunt ook een aparte geluidskabel aansluiten voor
een versterker.
AV-apparatuur
Videokabel
Audiokabel
Luidsprekers
Audiokabel
• Als u al een component videoverbinding tussen projector en videoapparaat heeft gemaakt, hoeft u dit
apparaat niet nogmaals via een composiet videoverbinding aan te sluiten. Deze onnodige extra
verbinding komt de beeldkwaliteit niet ten goede.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de
juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt.
Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
Nederlands
Aansluiten van videoapparatuur
21
Een computer aansluiten
Sluit de projector aan op een computer via een vga-kabel.
Laptop of
desktopcomputer
5 x BNC-kabel
VGA-kabel
Audiokabel
Luidsprekers
Audiokabel
Bij laptops worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten.
Met een toetsencombinatie, zoals Fn + F3 of CRT/LCD kunt u de externe weergave meestal in- of
uitschakelen. Zoek op de laptop de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een beeldscherm. Druk op
Fn en tegelijk op de betreffende functietoets. Zie de documentatie van de laptop
toetscombinaties van de laptop.
' voor informatie over de
Een beeldscherm aansluiten
Als u de presentatie van dichtbij wilt zien op zowel een beeldscherm als op het scherm en de
MONITOR OUT-aansluiting is vrij op de projector, sluit dan de MONITOR OUT-signaaluitgang op
de projector aan.
Nederlands
of
VGA-kabel
VGA-naar-DVI-kabel
• De MONITOR OUT-uitgang werkt alleen als er een geschikt D-Sub-signaal op de PC-aansluiting is
aangesloten.
• Als u deze verbindingsmethode wilt gebruiken als de projector op standby staat, zorg dan dat de Standby monitor-uit-functie is ingeschakeld in het menu Geavanceerde instellingen. Zie "Stand-by monitor-uit"
op pagina 52 voor details.
22
Aansluiten van videoapparatuur
De projector gebruiken
I
I
Voorbereidingen
1. Sluit alle apparatuur aan en schakel alles in.
2. Als dit nog niet gedaan is, steekt u de bijgeleverde stroomkabel
in de stroomaansluiting op de achterkant van de projector.
3. Steek de stroomkabel in een stopcontact en zet eventueel de
stroomschakelaar van het stopcontact aan.
Gebruik uitsluitend de originele accessoires (zoals de stroomkabel) op
het toestel om mogelijke gevaren, zoals elektrische schok en brand, te
voorkomen.
De projector inschakelen
Volg onderstaande stappen
1. Zorg dat het Powerlampje oranje brandt zodra de stroom is
ingeschakeld.
2. Druk op ENERGIE op de projector of op ON op de
afstandsbediening om de projector te starten. Zodra het lampje gaat
branden, is een "Inschakeltoon" hoorbaar.
Zie "Uitschakelen van Beltoon Aan/Uit" op pagina 39 voor details
over het uitschakelen van de beltoon.
3. De ventilatoren gaan draaien, en tijdens het opwarmen verschijnt op
het scherm gedurende enkele seconden een opstartbeeld.
De projector reageert tijdens het opwarmen niet op verdere opdrachten.
4. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op de pijlknoppen om een wachtwoord van zes
cijfers in te voeren. Zie "De wachtwoordbeveiliging gebruiken" op pagina 26 voor details.
5. Druk op één van de Source-toetsen op de afstandsbediening, of druk herhaaldelijk op SOURCE
totdat het gewenste signaal is geselecteerd. Zie "Een ingangssignaal selecteren" op pagina 24 voor
details.
6. Als de horizontale frequentie van het ingangssignaal het bereik van de projector overschrijdt,
verschijnt de melding “Geen signaal” op het scherm. Dit bericht blijft op het scherm totdat u het
ingangssignaal op een geschikt signaal schakelt.
Als u de projector kort na uitschakelen weer probeert in te schakelen, kunnen de ventilatoren enkele
minuten blijven draaien om de projector af te koelen. Druk nogmaals op Energie om de projector te
starten nadat de ventilatoren zijn gestopt en het Power-lampje oranje brandt.
Nederlands
De projector gebruiken
23
Een ingangssignaal selecteren
De projector kan tegelijkertijd op verschillende apparaten worden
aangesloten. Als de projector wordt ingeschakeld, probeert deze
opnieuw verbinding te maken met het ingangssignaal dat voor het
uitschakelen werd gebruikt.
De video-ingang selecteren:
• Via afstandsbediening of projector
Druk op één van de Source-toetsen op de afstandsbediening, of druk
herhaaldelijk op SOURCE op de projector totdat het gewenste signaal is
geselecteerd.
• Via het OSD-menu
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu
Systeeminstellingen geselecteerd is.
2. Druk op om Invoerbron te selecteren en druk op ENTER.
De ingangselectiebalk verschijnt.
3. Druk herhaaldelijk op / totdat het gewenste signaal is
geselecteerd en druk op ENTER.
Zodra het signaal is gevonden, wordt de informatie over de
geselecteerde ingang een aantal seconden in beeld gebracht. Als
er meerdere apparaten op de projector zijn aangesloten, kunt u
terugkeren naar de ingangselectiebalk om andere signalen te
zoeken.
• Als u wilt dat de projector automatisch signalen zoekt, kies dan
Aan in het Systeeminstellingen > Snel automatisch
zoeken menu.
• Als u de PIP-functie wilt gebruiken, zie dan "Meer dan één ingangssignaal tegelijkertijd weergeven" op
pagina 44 voor details.
OPMERKING:
Tijdens het zoeken
naar een geldig
ingangssignaal, gaat
de projector de
beschikbare signalen
af in de volgorde op
de ingangselectiebalk,
van boven naar
beneden.
Nederlands
De Kleurruimte veranderen
In de onwaarschijnlijke situatie dat u de projector aansluit op een dvd-speler via de HDMI-ingang van de
projector en de kleuren van het beeld niet kloppen, stel dan de kleurruimte in op YUV.
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu We er gave geselecteerd is.
2. Druk op om Kleurruimteconversie te markeren en druk op / om een geschikte kleur te
kiezen.
Deze functie is alleen beschikbaar als de HDMI-ingang wordt gebruikt.
24
De projector gebruiken
De menu's gebruiken
De projector beschikt over meertalige schermmenu's (OSD) waarin u de instellingen kunt aanpassen.
Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu.
Pictogram hoofdmenu
Hoofdmenu
Selecteren
Submenu
Beeld -- Basis
Beeldmodus
Instellingen laden vanaf
Helderheid
Contrast
Kleur
Tint
Scherpte
Beeldinstellingen herstellen
Andere gebruikersm odusnaam
+ 50
+ 50
+ 50
Bioscoop
Status
0
+ 3
Druk op EXIT om terug
naar de vorige pagina te
Huidig ingangssignaal
Video
EXIT Terug
gaan of af te sluiten.
Stel eerst het OSD-menu in op een bekende taal om de OSD-menu’s te kunnen gebruiken.
1. Druk op MENU/EXIT om het OSD-menu in te
schakelen.
Beeld -- Basis
Beeldmodus
Instellingen laden vanaf
Helderheid
Contrast
Kleur
Tint
Scherpte
Beeldinstellingen herstellen
Andere gebruikersmodusnaam
Video
+ 50
+ 50
+ 50
Bioscoop
0
+ 3
EXIT Terug
2. Gebruik / om het menu
Systeeminstellingen te selecteren.
Systeeminstellingen
Taal
Opstartscherm
Projectorpositie
Achtergrondkl eur
Menu-instellingen
Bedrijfsinstellingen
Invoerbron
Snel automatisch zoeken
Ondertitels
Stand-by monitor-uit
Video
Dutch
BenQ
Vloer voorkant
Blauw
Uit
Uit
EXIT Terug
3. Druk op om Taal te selecteren en
druk op / om een gewenste taal te
kiezen.
Systeeminstellingen
Taal
Opstartscherm
Projectorpositie
Achtergrondkleur
Menu-instellingen
Bedrijfsinstellingen
Invoerbron
Snel automatisch zoeken
Ondertitels
Stand-by monito r-uit
Video
Dutch
BenQ
Vloer voorkant
Blauw
EXIT Terug
4. Druk tweemaal* op MENU/EXIT om de
instellingen te sluiten en op te slaan.
*Wanneer u eenmaal drukt, gaat u terug naar
het submenu, wanneer u tweemaal drukt,
wordt het schermmenu gesloten.
Uit
Uit
Nederlands
De projector beveiligen
Een veiligheidskabelslot gebruiken
De projector moet op een veilige plek worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen. Of schaf een slot
aan, bijvoorbeeld een Kensington-slot, om de projector te beveiligen. De projector bevat een
aansluitpunt voor een Kensington-slot. Zie item 5 op pagina 11 voor details.
Een Kensington veiligheidskabelslot is meestal een combinatie van sleutel(s) en slot. Zie de documentatie
van het slot voor meer informatie over het gebruik.
De projector gebruiken
25
De wachtwoordbeveiliging gebruiken
Met het oog op beveiliging en het voorkomen van ongeoorloofd gebruik is de projector voorzien van een
optie voor wachtwoordbeveiliging. U kunt het wachtwoord instellen via het schermmenu (OSD). Zodra
u een wachtwoord hebt ingesteld en de functie hebt geselecteerd, is de projector beveiligd met een
wachtwoord. Gebruikers die het juiste wachtwoord niet kennen, kunnen de projector niet inschakelen.
Het is buitengewoon vervelend als u de wachtwoordbeveiliging inschakelt en vervolgens het wachtwoord
vergeet. Druk de handleiding zo nodig af en noteer er uw wachtwoord in. Bewaar de handleiding op een
veilige plaats, zodat u het wachtwoord altijd terug kunt vinden.
Een wachtwoord instellen
Als u een wachtwoord hebt ingesteld en geactiveerd, kunt u de projector alleen gebruiken als het
wachtwoord wordt ingevoerd. Telkens wanneer u de projector start, moet u het wachtwoord opgeven.
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu
Geavanceerde instellingen geselecteerd is.
2. Druk op om Wachtwoord te selecteren en druk op ENTER.
De pagina Wachtwoord wordt geopend.
3. Selecteer Wachtwoord en druk op / om Aan te selecteren.
De pagina Wachtwoord invoeren wordt geopend.
4. Zoals in de afbeelding is aangegeven vertegenwoordigen de vier
pijltoetsen ( , , , ) de 4 tekens 1, 2, 3 en 4. Druk, afhankelijk
van het gewenste wachtwoord, op de pijltoetsen op afstandsbediening of projector om de zes cijfers
van het wachtwoord in te voeren.
Als de functie voor het eerst wordt gebruikt, voert u het standaardwachtwoord van de projector
(1, 1, 1, 1, 1, 1) in door zesmaal op de pijltoets te drukken.
Als het wachtwoord is ingesteld keert het OSD-menu terug naar de pagina Wachtwoord.
BELANGRIJK: De ingevoerde cijfers worden als sterretjes op het scherm weergegeven. Schrijf het door u
gekozen wachtwoord van te voren of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd in deze handleiding,
zodat u het bij de hand hebt als u het mocht vergeten.
Wachtwoord: __ __ __ __ __ __
Wachtwoord invoeren
EXIT Wissen
Nederlands
5. Sluit het OSD-menu door op MENU/EXIT te drukken.
Als u het wachtwoord bent vergeten
Als de wachtwoordfunctie is geactiveerd, wordt u gevraagd het wachtwoord van zes cijfers in te voeren
als u de projector inschakelt. Als u het verkeerde wachtwoord invoert, verschijnt het foutbericht van het
wachtwoord. Dit blijft drie seconden op het scherm staan. Hierna volgt de pagina Wachtwoord invoeren. U kunt een nieuwe poging doen door een ander wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Als
u het wachtwoord niet in deze handleiding hebt genoteerd, en u kunt het zich absoluut niet meer
herinneren, kunt u de procedure starten waarmee u het wachtwoord kunt oproepen. Zie "De procedure
voor het oproepen van het wachtwoord starten" op pagina 27 voor details.
Wanneer u 5 keer achter elkaar het verkeerde wachtwoord invoert, wordt de projector na korte tijd
automatisch uitgeschakeld.
26
De projector gebruiken
De procedure voor het oproepen van het wachtwoord starten
1. Zorg dat de pagina Wachtwoord invoeren in beeld is. Druk op
MODE. De projector geeft een gecodeerd nummer weer op het
scherm.
2. Schrijf het nummer op en schakel de projector uit.
3. Raadpleeg het service center van BenQ in uw land om het nummer
te decoderen. Mogelijk wordt u gevraagd om een bewijs van aankoop
te overleggen om te controleren of u bevoegd bent de projector te
gebruiken.
Wachtwoord oproepen
Noteer de code en neem contact op
met de BenQ-klantedienst.
Code:
0 2 1 2
EXIT Teru g
Het wachtwoord wijzigen
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu Geavanceerde instellingen
geselecteerd is.
2. Druk op / om Wachtwoord te selecteren en druk op ENTER. De pagina Wachtwoord
wordt geopend.
3. Selecteer Wachtwoord wijzigen en druk op ENTER. De pagina Huidig wachtwoord invoeren
wordt geopend.
4. Voer het oude wachtwoord in.
• Als het wachtwoord correct is, verschijnt het bericht "Nieuw wachtwoord invoeren".
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord. Dit blijft drie
seconden in beeld staan. Daarna verschijnt het bericht "Huidig wachtwoord invoeren" en
kunt u het opnieuw proberen. U kunt op MENU/EXIT drukken om de wijziging te annuleren
of een ander wachtwoord proberen.
5. Voer een nieuw wachtwoord in.
BELANGRIJK: De ingevoerde cijfers worden als sterretjes op het scherm weergegeven. Schrijf het door u
gekozen wachtwoord van te voren of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd in deze handleiding,
zodat u het bij de hand hebt als u het mocht vergeten.
Wachtwoord: __ __ __ __ __ __
Bewaar deze handleiding op een veilige plek.
6. Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren.
7. U hebt een nieuw wachtwoord aan de projector toegewezen. Voer het nieuwe wachtwoord in als u
de projector weer start.
8. Sluit het OSD-menu door op MENU/EXIT te drukken.
De wachtwoordfunctie uitschakelen
U kunt de wachtwoordbeveiliging ook uitschakelen. Ga terug naar het Geavanceerde instellingen >
Wachtwoord > Wachtwoord menu. Selecteer Wachtwoord en kies Uit door op / te drukken.
Het bericht "Wachtwoord invoeren" verschijnt. Voer het huidige wachtwoord in.
• Als het wachtwoord juist is, verschijnt de pagina Wachtwoord met de tekst "Uit" in de rij van
Wachtwoord. U hoeft de volgende keer dat u de projector inschakelt geen wachtwoord meer
in te voeren.
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord. Dit blijft drie
seconden in beeld staan. Daarna verschijnt het bericht "Wachtwoord invoeren" en kunt u het
opnieuw proberen. U kunt op MENU/EXIT drukken om de wijziging te annuleren of een ander
wachtwoord proberen.
Hoewel de wachtwoordfunctie is uitgeschakeld, dient u het oude wachtwoord bij de hand te houden voor het
geval dat u de wachtwoordfunctie ooit weer moet inschakelen door het oude wachtwoord in te voeren.
De projector gebruiken
27
Nederlands
Het geprojecteerde beeld aanpassen
De projectiehoek aanpassen
Aan de onderkant van de projector zitten vier verstelbare voeten. Indien
nodig kunnen deze worden gebruikt om de projectiehoek te veranderen.
Schroef de voet zover in of uit als nodig is om de projectiehoek te richten
en recht te krijgen.
Als het scherm en projector niet loodrecht tegenover elkaar staan, krijgt het
geprojecteerde beeld de vorm van een verticale trapezoïde. Zie
"Vervorming van het beeld corrigeren" op pagina 29 voor details om dit
probleem te corrigeren.
Het beeld automatisch aanpassen
In sommige gevallen is het nodig om de beeldkwaliteit bij te stellen. Doe
dit door op AUTO te drukken. Binnen 3 seconden past de ingebouwde
automatische bijstellingsfunctie de waarden van Frequentie en Klok aan,
zodat er een optimale beeldkwaliteit wordt geproduceerd.
De huidige signaalgegevens worden 3 seconden in de hoek van het scherm
weergegeven.
Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) is
geselecteerd.
Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen
Nederlands
1. Wijzig de grootte van het geprojecteerde
beeld met behulp van de zoomring.
2. Stel het beeld scherp door aan de focusring
te draaien.
28
De projector gebruiken
Vervorming van het beeld corrigeren
Keystonevervorming treedt op als de projector niet loodrecht tegenover het scherm staat, waarbij het
geprojecteerde beeld zichtbaar is als een trapezoïde vorm zoals in volgende voorbeelden:
• Twee parallelle kanten (links en rechts, of boven en onder), maar één kant is duidelijk aan beide
kanten breder.
• Geen parallelle kanten.
Voer de volgende stappen uit om de vorm van het beeld te corrigeren.
1. Pas de projectiehoek aan. Verplaats de projector tot vlak voor het midden van het scherm, met het
midden van de lens op de hoogte van het scherm.
2. Als het beeld nog steeds is vervormd, of wanneer de projector niet in de positie kan worden gezet
die hierboven wordt beschreven, dient u het beeld handmatig te corrigeren.
• Via afstandsbediening of projector
i. Druk op een pijl/Keystone-toets (Links / , Omhoog / ,
Rechts / , Omlaag / ) om de pagina Keystone te
openen.
ii. Zie stap iv hieronder voor het verdere verloop.
• Via het OSD-menu
i. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het
menu Weergave geselecteerd is.
ii. Druk op om Keysto ne te selecteren en druk op ENTER.
De pagina Keyston e wordt geopend.
iii. Selecteer 2D-trapezium en druk op ENTER. De keystonecorrectiepagina wordt
weergegeven.
iv. Druk op de knop waarvan het keystone-pictogram de tegengestelde vorm heeft als het
geprojecteerde beeld. Blijf op deze knop of op de andere knoppen drukken totdat u tevreden
bent met de vorm van het beeld.
De waarden op het onderste deel van de pagina veranderen tijdens het indrukken. Als door
herhaaldelijk op de knoppen te drukken de maximale of minimale waarde wordt bereikt,
verandert de vorm van het beeld niet verder. U kunt het beeld niet verder in die richting
veranderen.
Twee parellelle zijden
Druk op
/
Geen parallelle zijden
Druk op
/
Druk op
/
Druk op
/
De projector gebruiken
Nederlands
29
De vooraf ingestelde en door de gebruiker
ingestelde modi gebruiken
Een vooraf ingestelde modus selecteren
De projector beschikt over verschillende ingestelde beeldmodi waaruit u eentje kunt kiezen die past bij
uw besturingssysteem en het beeldtype van het ingangssignaal.
Een toepasselijke beeldmodus kiezen:
• Druk op MODE totdat de gewenste modus is geselecteerd.
• Via het OSD-menu
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu
Beeld -- Basis geselecteerd is.
2. Druk op om Beeldmodus te selecteren.
3. Druk op / totdat de gewenste modus is geselecteerd.
Deze standen bestaan uit vooringestelde waardes die geschikt zijn voor diverse
projectieomstandigheden die hieronder worden beschreven:
• Bioscoop: Is geschikt voor het afspelen van kleurrijke films, videoclips van digitale camera's of DV's
via de pc-ingang wanneer de projector in een donkere omgeving wordt gebruikt.
• Dynamisch: Maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld. Deze optie is geschikt voor
omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, bijv. in een goed verlichte kamer.
• Presentatie: Is ontworpen voor presentaties. De helderheid primeert in deze modus opdat de
kleuren overeenkomen met die van de pc of notebook.
• sRGB: In deze modus worden de RGB-kleuren zo zuiver mogelijk weergegeven, waardoor de
beelden levensecht worden, ongeacht de helderheidinstellingen. De modus is geschikt voor het
bekijken van foto's die zijn gemaakt met een sRGB-compatibele en correct gekalibreerde camera, en
voor het bekijken van grafische toepassingen en tekenprogramma's zoals AutoCAD.
De vooraf ingestelde beeldmodus kan worden aangepast via de beschikbare items in de menu’s Beeld -Basis en Beeld -- Geavanceerd.
De beeldmodus verfijnen:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu Beeld -- Basis of Beeld -Geavanceerd geselecteerd is.
2. Druk op om het item dat u wilt aanpassen te selecteren en druk op / om de gewenste waarde
in te stellen. De selectie wordt automatisch op de projector opgeslagen en geassocieerd met dat
ingangssignaal.
Zie "De beeldkwaliteit fijn afstellen" op pagina 32 en "Geavanceerde aanpassing van beeldkwaliteit" op
pagina 33 voor details.
Telkens wanneer u de beeldmodus verandert, past de projector tevens de instelling aan op een instelling die
het laatste voor de betreffende beeldmodus is ingesteld op die betreffende ingang. Als u het ingangssignaal
verandert, wordt de laatst gebruikte beeldmodus en instelling hersteld voor die ingang en resolutie.
30
De projector gebruiken
De Gebruiker 1/Gebruiker 2 modus instellen
Er zijn twee door de gebruiker te definiëren modi als de momenteel beschikbare beeldkwaliteitstanden
niet aan uw wensen voldoen. U kunt een van de beeldmodi als beginpunt gebruiken (behalve
Gebruikersmodus) en de instellingen aanpassen.
1. Kies het menu Beeld -- Basis, selecteer Beeldmodus en druk op / om de modus
Gebruiker 1 of Gebruiker 2 te selecteren.
2. Druk op om Instellingen laden vanaf te selecteren.
Deze functie is alleen beschikbaar als de modus Gebruiker 1 of Gebruiker 2 is geselecteerd in het
Beeldmodus submenu-item.
3. Druk op ENTER om de pagina Instellingen laden vanaf te openen.
4. Druk op om een beeldmodus te selecteren die het dichts uw wensen benadert en druk op
ENTER.
5. Druk op om een submenu-item te selecteren dat kan worden veranderd en pas de waarde aan met
/ . Zie "De beeldkwaliteit fijn afstellen" op pagina 32 en "Geavanceerde aanpassing van
beeldkwaliteit" op pagina 33 voor details.
6. Als de instellingen zijn verricht, drukt u op MENU/EXIT om de instellingen op te slaan en te sluiten.
De naam van gebruikersmodi veranderen
U kunt Gebruiker 1 en Gebruiker 2 veranderen in namen die makkelijker herkenbaar zijn door de
gebruikers van de projector. De nieuwe naam kan maximaal 12 tekens bevatten, waaronder letters (A-Z,
a-z), cijfers (0-9), en spatie (_).
De naam van gebruikersmodi veranderen:
1. Selecteer in het menu Beeld -- Basis de optie Andere gebruikersmodusnaam en druk op
ENTER om de pagina Andere gebruikersmodusnaam te openen.
2. Druk op / om het item te markeren waarvan u de naam wilt veranderen en druk op ENTER. De
eerste letter is gemarkeerd door een wit vak.
3. Druk op / om het eerste teken te selecteren.
4. Druk op om op te schuiven totdat de nieuwe naam is ingesteld en druk op ENTER ter
bevestiging.
5. Herhaal de stappen 2-4 als u nog andere namen wilt aanpassen.
De beeldmodus herstellen
Alle aangebrachte wijzigingen in de menu’s Beeld -- Basis en Beeld -- Geavanceerd kunnen met één
druk op de knop worden hersteld naar de standaard fabriekswaardes als Reset is geselecteerd.
De beeldmodus instellen op de standaard fabriekswaardes:
1. Selecteer in het menu Beeld -- Basis de optie Beeldmodus en druk op / om de beeldmodus
te selecteren (waaronder Gebruiker 1 of Gebruiker 2) die u wilt herstellen.
2. Druk op om Beeldinstellingen herstellen te selecteren en druk op ENTER. Er wordt een
bevestiging weergegeven.
3. Druk op / om Reset te selecteren en druk op ENTER. De standaard fabriekswaardes van de
beeldmodus worden hersteld.
4. Herhaal de stappen 1-3 als u nog andere beeldmodi wilt herstellen.
• De volgende instellingen blijven behouden: Kleurtemperatuur, Kleurtemperatuur gebruiker _
afstemmen, Gammaselectie, Film Mode, 3D Comb Filter.
• Verwar Beeldinstellingen herstellen nie tmet de functie Instll. herstellen in het Geavanceerde instellingen
menu. De functie Instll. herstellen hersteld de meeste functies van het complete systeem naar de
standaard fabriekswaardes. Zie "Instll. herstellen" op pagina 53 voor details.
De projector gebruiken
31
Nederlands
De beeldkwaliteit fijn afstellen
Ongeacht de geselecteerde beeldmodus, u kunt de betreffende instellingen altijd aanpassen aan elk
presenteerdoel. Zodra u het OSD-menu afsluit, worden deze aanpassingen opgeslagen in de actuele
vooraf ingestelde modus.
Aanpassen van Helderheid
Selecteer Helderheid in het menu Beeld -- Basis en pas
de waardes aan door op / te drukken op projector of
afstandsbediening.
Hoe hoger de waarde, hoe helderder het beeld. En hoe
lager de instelling, hoe donkerder het beeld. Stel deze knop
zo in dat de zwarte gedeelten van het beeld echt zwart worden weergegeven en er nog details zichtbaar
zijn in de donkere gedeelten.
Aanpassen van Contrast
Selecteer Contrast in het menu Beeld -- Basis en pas de
waardes aan door op / te drukken op projector of
afstandsbediening.
Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast. Gebruik
deze optie om het maximale witniveau in te stellen nadat u
eerder de Helderheid hebt ingesteld overeenkomstig de geselecteerde ingang en de omgeving.
Aanpassen van Kleur
Selecteer Kleur in het menu Beeld -- Basis en pas de waardes aan door op / te drukken op
projector of afstandsbediening.
305070
3050
70
Nederlands
Een lagere instelling produceert minder verzadigde kleuren. Wanneer u de minimumwaarde instelt,
wordt het beeld zwart-wit. Wanneer de instelling te hoog staat, worden de kleuren op het beeld te fel,
waardoor het beeld onrealistisch wordt.
Aanpassen van Tint
Selecteer Tint en pas de waardes aan door op / op projector of afstandsbediening te drukken.
Hoe hoger de waarde, hoe roder het beeld. Hoe lager de waarde, hoe groener het beeld.
Aanpassen van Scherpte
Selecteer Scherpte en pas de waardes aan door op /
op projector of afstandsbediening te drukken.
Hoe hoger de waarde, hoe scherper het beeld. Hoe lager
de waarde, hoe zachter het beeld
De functies Helderheid, Contrast zijn ook toegankelijk door te drukken op
BRIGHTNESS, CONTRAST op de afstandsbediening om de
aanpassingsbalk op te roepen en druk vervolgens op / om de waardes te
veranderen.
.
357
32
De projector gebruiken
Geavanceerde aanpassing van
beeldkwaliteit
In het menu Beeld -- Geavanceerd staan meer geavanceerde functies die u naar wens kunt aanpassen.
Druk op MENU/EXIT om de instellingen op te slaan en het OSD-menu af te sluiten.
Instellen van Zwartniveau
Selecteer Zwartniveau en druk op / op de projector of afstandsbediening om 0 IRE of 7,5 IRE te
selecteren.
De grijstinten van een videosignaal worden gemeten in IRE-eenheden. In bepaalde gebieden waar de
NTSC tv-standaard wordt gebruikt, worden de grijstinten gemeten van 7,5 IRE (zwart) tot 100 IRE (wit);
in andere gebieden waar PAL-apparatuur of de Japanse NTSC-standaard wordt gebruikt, worden
grijstinten gemeten van 0 IRE (zwart) tot 100 IRE (wit). U kunt het beste eerst controleren of uw
ingangssignaal bij 0 IRE of 7,5 IRE begint en dit vervolgens te selecteren.
Beeldhelderheid beheren
Wellicht vertoont het geprojecteerde beeld strepen of ruis.
Zo verbetert u de beeldhelderheid:
1. Selecteer Helderheidsregeling en druk op ENTER op de projector of afstandsbediening om de
pagina Helderheidsregeling te openen.
2. Druk op / om het item dat u wilt aanpassen te selecteren en druk op / om de gewenste
waarde in te stellen.
• Ruisonderdrukking: Vermindert elektrische ruis in het beeld die veroorzaakt wordt door
verschillende mediaspelers. Hoe hoger de instelling, hoe minder de ruis.
• Verbetering van details: Verscherpt het beeld. Hoe hoger de waarde, hoe meer details in het
beeld.
• Lumatransmissie (Verbetering van luminantietransmissie): Verbetert de beeldhelderheid. Hoe
hoger de instelling, hoe duidelijker het effect wordt.
• Chromatransmissie (Verbetering van chromatransmissie): Vermindert de kleurvermenging.
Hoe hoger de instelling, hoe duidelijker het effect wordt.
Een kleurtemperatuur selecteren*
Selecteer Kleurtemperatuur en selecteer een gewenste instelling door op / op projector of
afstandsbediening te drukken.
Er zijn diverse instellingen voor kleurtemperatuur beschikbaar.
1. Standaardtemp.: Met de oorspronkelijke kleurtemperatuur van de lamp en hogere helderheid.
Deze optie is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, bijv. in een goed
verlichte kamer.
2. Warm: Maakt het beeld roodachtig wit.
3. Normaal: De witte kleur behoudt de normale schakering.
4. Koel: Maakt het beeld blauwachtig wit.
5. Gebruiker 1/Gebruiker 2/Gebruiker 3: Roept de instellingen op die zijn aangepast in het menu Kleurtemperatuur gebruiker _ afstemmen. Zie "Een voorkeurskleurtemperatuur instellen" op
pagina 34 voor details.
*Meer informatie over de kleurtemperatuur:
Er bestaan vele kleurschakeringen die om verschillende redenen als “wit” worden beschouwd. Het begrip
"kleurtemperatuur" is een van de meest gebruikte methoden om de kleur wit uit te drukken. Een witte kleur met een lage
kleurtemperatuur vertoont een rode schijn. Een witte kleur met een hoge kleurtemperatuur vertoont eerder een blauwe
schijn.
De projector gebruiken
33
Nederlands
Nederlands
Een voorkeurskleurtemperatuur instellen
Een gewenste kleurtemperatuur instellen:
1. Selecteer Kleurtemperatuur en kies Gebruiker 1, Gebruiker 2 of Gebruiker 3 door op /
op de projector of afstandsbediening te drukken.
2. Druk op om Kleurtemperatuur gebruiker _ afstemmen te selecteren en druk op ENTER.
De pagina Kleurtemperatuur gebruiker _ afstemmen wordt geopend.
De menunaam " Gebruiker_" correspondeert met de instelling die geselecteerd is in
Kleurtemperatuur.
3. Druk op / om het item dat u wilt veranderen te selecteren en pas de waardes aan door op /
te drukken.
• Rood effect/Groen effect/Blauw effect: Past de contrastniveaus van Rood, Groen en Blauw
aan.
• Rode hoek/Groene hoek/Blauwe hoek: Past de helderheidniveaus van Rood, Groen en
Blauw aan.
4. Druk op MENU/EXIT om de instellingen op te slaan en te sluiten.
Een gamma-instelling selecteren
Selecteer Gammaselectie en selecteer een gewenste instelling door op / op projector of
afstandsbediening te drukken.
Gamma verwijst naar de verhouding tussen de helderheid van ingangssignaal en beeld.
• Gamma 1/2/3
Kies deze waardes naar wens.
• Gamma 4
Verhoogt de gemiddelde helderheid van het beeld. Met name geschikt voor verlichte omgevingen,
vergaderkamers of huiskamers.
• Gamma 5/6
Met name geschikt voor films in een donkere omgeving.
• Gamma 7/8
Beste voor het weergeven van films met veel donkere scènes.
Hoge helderheid
Laag contrast
Lage helderheid
Hoog contrast
2 3 4 5 6 7 8
1
Aanpassen van Brilliant Color
Deze functie maakt gebruik van een nieuw kleurverwerkingsalgoritme en systeemniveauverbeteringen
voor een hogere helderheid terwijl de kleuren getrouwer en pakkender in beeld komen. Indien ingesteld
op "Uit", is Brilliant Color uitgeschakeld.
34
De projector gebruiken
Kleurbeheer
In de meeste omstandigheden is kleurbeheer niet nodig, bijvoorbeeld in een klaslokaal, vergaderruimte of
woonkamer waar het licht aan blijft, of als door de vensters daglicht naar binnen komt.
Alleen in permanente opstellingen met kunstmatig licht, zoals directiekamers, congreszalen of
thuisbioscopen kan kleurbeheer een optie zijn. Met kleurbeheer kunt u de kleuren fijn afstellen zodat u,
als u dat wenst, de kleuren nog waarheidsgetrouwer kunt weergeven.
Correct kleurbeheer kan alleen worden verkregen onder gecontroleerde en reproduceerbare condities.
U heeft een colorimeter (kleurlichtmeter) en een reeks geschikte testbeelden nodig om de
kleurreproductie te meten. Deze hulpmiddelen worden niet bij de projector geleverd. Wellicht dat de
verkoper van de projector u kan helpen deze hulpmiddelen, en eventueel zelfs een ervaren professionele
installateur, te verkrijgen.
3D-kleurbeheer bevat zes kleurreeksen (RGBCMY) waarmee u favoriete kleuren kunt instellen. Als u
elke kleur selecteert kunt u onafhankelijk het kleurbereik en verzadiging naar wens aanpassen.
De instellingen aanpassen en opslaan:
1. Selecteer in het menu Beeld -- Geavanceerd de optie 3D-
kleurbeheer en druk op ENTER. De pagina 3D-kleurbeheer
Magenta
Geel
Blauw
Groen
Cyaan
wordt geopend.
Rood
2. Selecteer Primaire kleur en druk op / om een kleur te kiezen
uit Rood, Geel, Groen, Cyaan, Blauw en Magenta.
3. Druk op om Bereik te selecteren en druk op / om het
gewenste kleurbereik te kiezen voor het maken van aanpassingen.
Hoe groter het bereik, hoe meer delen van de twee aangrenzende
kleuren de betreffende kleur bevat.
Zie de afbeelding rechts om te zien hoe de kleuren samenhangen. Als
u bijvoorbeeld Rood kies en het bereik instelt op 0, wordt alleen puur rode kleur geselecteerd. Het
verhogen van het bereik neemt ook rood op dat dicht bij geel en dicht bij magenta ligt.
Druk op om Verzadiging te selecteren en pas de kleurverzadiging aan door op / te drukken.
Als u Rood kiest en het bereik instelt op 0, wordt alleen de verzadiging van puur rood beïnvloed.
Verzadiging is de hoeveelheid van die kleur in een videobeeld. Lagere instellingen produceren
minder verzadigde kleuren; een instelling van "0" verwijdert de betreffende kleur volledig uit het beeld.
Als de verzadiging t hoog is wordt de betreffende kleur te sterk en onrealistisch.
4. Druk op MENU/EXIT om de instellingen op te slaan en te sluiten.
Instellen van Film Mode
Deze functie helpt bij het verbeteren van beeldkwaliteit als videobeelden van een film-dvd worden
geprojecteerd.
Instellen van 3D Comb Filter
Deze functie splitst het composiet signaal in een Y-signaal (helderheid) en C-signaal (kleur), en helpt bij
het maken van duidelijker en scherper beeld met correcte kleuren.
Deze functie is alleen beschikbaar als een videosignaal is gekozen
De projector gebruiken
Nederlands
35
De beeldverhouding selecteren
De beeldverhouding is de verhouding tussen de breedte en de hoogte van het beeld. Digitale tv maakt
meestal gebruik van de verhouding 16:9, de standaardwaarde van de projector, en de meeste tv-signalen
en dvd’s maken gebruik van de verhouding 4:3.
Door de opkomst van digitale signaalverwerking kunnen apparaten die digitale beelden weergeven, zoals
deze projector, het beeld dynamisch uitrekken en schalen naar een andere verhouding dan die van de
invoerbron. Beelden kunnen op lineaire wijze worden uitgerekt, zodat het volledige beeld gelijkmatig is
uitgerekt, of non-lineair waardoor het beeld vervormd wordt.
De beeldverhouding van de projectie veranderen (ongeacht
de beeldverhouding van de bron):
• Via de besturingsknop
1. Druk op ASPECT om de actuele instelling te zien.
2. Druk herhaaldelijk op ASPECT om een beeldverhouding te
selecteren die past bij het formaat van het videosignaal en de
vereisten van het scherm.
• Via het OSD-menu
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu We er gave geselecteerd is.
2. Druk op om Beeldverhouding te selecteren.
3. Druk op / om een beeldverhouding te selecteren die past bij het formaat van het videosignaal en
de vereisten van het scherm.
Nederlands
Info over de beeldverhouding
1. Anamorfisch (ANA): Past het beeld zodanig aan dat het in het
midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding
van 16:9. Dit rekt en vergroot het beeld lineair, behalve dat het de
verticale en horizontale afmetingen onafhankelijk behandelt. Het rekt
de hoogte van de bronafbeelding zover uit totdat de volledig
geprojecteerde hoogte wordt bereikt, en rekt vervolgens de breedte
van het bronbeeld uit totdat de volledig geprojecteerde breedte wordt
bereikt. Hierdoor kan de geprojecteerde beeldverhouding veranderen,
afhankelijk van de originele beeldverhouding van het bronsignaal.
Anamorfisch is vooral geschikt voor beelden met een beeldverhouding
van 16:9, zoals HDTV, omdat dit beeld met dezelfde beeldverhouding
wordt weergegeven.
2. 4:3: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm
wordt weergegeven in een beeldverhouding van 4:3. Deze instelling is
vooral geschikt voor 4:3-beeld zoals computermonitors, tv's met een
standaarddefinitie en dvd-films met een 4:3-beeldverhouding, omdat in
dit geval de beeldverhouding van het beeldsignaal behouden blijft.
16:9-beeld
4:3-beeld
36
De projector gebruiken
3. Letterbox (LB): Past de grootte van het beeld aan zodat de
eigenresolutie van de projector in de horizontale breedte past en past
de beeldhoogte aan op 3/4 van de projectiebreedte. Dit kan een beeld
produceren waarvan de hoogte groter is dan kan worden
16:9-beeld
weergegeven, zodat een deel van het beeld verloren gaat (wordt niet
weergegeven) aan de boven- en onderrand van de projectie. Dit is
geschikt voor de weergave van films die in de letterboxformaat zijn
gepresenteerd (met zwarte balken aan boven- en onderkant).
Beeldformaat
Letterbox
4. Breed: Dit rekt het beeld horizontaal uit, op non-lineaire wijze. Dit
betekent dat de gedeeltes aan de rand van het beeld meer worden
uitgerekt dan het middengedeelte van het beeld om vervorming van het
middendeel tegen te gaan. Dit is geschikt in situaties waarin u de
4:3-beeld
breedte van een 4:3-beeld wilt uitrekken naar een breedte van een
16:9-beeld. De hoogte wordt niet aangepast. Sommige breedbeeldfilms
zijn zodanig geproduceerd dat de breedte is samengeperst tot de
breedte van 4:3, en deze kunnen het beste worden weergegeven door
ze terug te rekken naar de originele breedte met deze instelling.
5. Reëel: Deze instelling geeft het beeld weer in een één op één
verhouding in het midden van het beeld zonder dat de grootte of
verhoudingen van het beeld zijn gewijzigd. Dit is met name geschikt als
een pc-signaal wordt gebruikt.
• De zwarte gedeelten zijn inactieve gebieden en de witte actief.
• OSD-menu’s kunnen in deze ongebruikte zwarte gebieden worden weergegeven.
4:3-beeld
Panamorph lenzen gebruiken (optie)
Met Panamorph-lenzen kunt u de beeldverhouding van 16:9 projectoren omzetten in de volledige 2,35:1
beeldverhouding waarin de meeste films zijn opgenomen, zodat u het beste beeld hebt zonder zwarte
balken bovenin en onderin het beeld. De resolutie van het beeld wordt tevens vergroot met 33% en de
helderheid met 20%.
Op LB op de
afstandsbediening
drukken
2,35:1 beeldverhouding2,35:1 beeldverhouding
gebruikt de volledige resolutie
van de 16:9 weergave
U heeft wellicht een scherm van 2,35:1 nodig om beelden op 2,35:1 weer te geven. Voor meer informatie
gaat u naar www.panamorph.com of u neemt contact op met de winkel waar u de projector heeft gekocht.
Panamorph-lens
gebruiken
2,35:1 beeldverhouding in
een 2,35:1 weergavegebied
Nederlands
De projector gebruiken
37
Het beeld verbergen
Als u wilt dat de aandacht van het publiek volledig op de presentator is
gevestigd, kiest u ECO BLANK om het beeld op het scherm te
verbergen. Als deze functie wordt geactiveerd terwijl er verbinding is
gemaakt met een audio-ingang, kunt u het achtergrondgeluid nog steeds
horen.
Nederlands
U kunt de inactief-timer instellen in het
menuzodat de projector het beeld automatisch na een bepaalde tijd
herstelt als bij inactief beeld geen actie is ondernomen. De tijdsduur kan
worden ingesteld van 5 t/m 30 minuten in stappen van 5 minuten.
Als de huidige tijdsduur niet overeenkomt met uw persoonlijke
voorkeur, selecteert u Uitschakelen.
Ongeacht of
projector of afstandsbediening drukken om het beeld te herstellen.
Zodra op ECO BLANK is gedrukt, activeert de projectorlamp automatisch de modus Dubbel-betrouwbaar.
Inactief-timer is geactiveerd of uitgeschakeld, kunt u op een willekeurige toets op de
Weer gave > Inactief-timer
Het beeld stilzetten
Druk op FREEZE op de afstandsbediening om de het beeld stil te zetten.
Het woord "FREEZE" wordt linksboven in de hoek weergegeven. Druk op
een willekeurige toets op de projector of afstandsbediening om verder te
gaan met afspelen.
Hoewel het beeld op het scherm wordt gepauzeerd, blijven de beelden op
de video of een ander apparaat doorlopen. Als de aangesloten apparaten
geluid weergeven, blijft u het geluid horen hoewel het beeld niet meer
beweegt.
Het geluid aanpassen
De geluidsaanpassingen, zoals hieronder beschreven, hebben invloed op de luidspreker(s) van de
projector. Zorg dat u de aansluitingen op de audio-ingang van de projector kloppen. Zie "Aansluiten van
videoapparatuur" op pagina 20 voor informatie over het aansluiten van de audio-ingang.
Het geluid dempen
Schakel het geluid tijdelijk uit:
1. Druk op MENU/EXIT om het OSD-menu te openen en druk op / om / het menu
Geavanceerde instellingen te selecteren.
2. Druk op om Geluidsinstellingen te kiezen en druk op ENTER. De pagina
Geluidsinstellingen wordt geopend.
3. Selecteer Geluid uit en druk op / om Aan te selecteren.
Indien beschikbaar drukt u op MUTE op de afstandsbediening om het geluid van de projector in of uit te
schakelen.
Het geluidsniveau aanpassen
Pas het geluidsniveau aan door te drukken op VOLUME+/VOLUME- op de
afstandsbediening, of:
1. Herhaal bovenstaande stappen 1-2.
2. Druk op om Vo lu me te kiezen en druk op / om het gewenste geluidsniveau te kiezen.
38
De projector gebruiken
Uitschakelen van Beltoon Aan/Uit
Beltoon uitschakelen:
1. Herhaal bovenstaande stappen 1-2.
2. Druk op om Beltoon Aan/Uit te markeren en druk op / om Uit te selecteren.
De enige manier om Beltoon Aan/Uit aan te passen, is door hier Aan of Uit te kiezen. Het dempen van het
geluid of het aanpassen van het geluidsniveau heeft geen invloed op de Beltoon Aan/Uit.
De lampmodus instellen
Deze projector kan projecteren met twee lampen en biedt diverse lampmodi voor verschillende doelen:
LampmodusVoordeelGeschikte omgeving
Dubbel-helderst
(Twee lampen worden gebruikt in
normale modus)
Dubbel-betrouwbaar
(Twee lampen worden gebruikt in de
economische modus)
Enkel-alternatief
(De lamp met de minste gebruiksuren
wordt automatisch geselecteerd en in
de normale modus gebruikt )
Eén-Eco
(De lamp met de minste gebruikstijd
wordt automatisch geselecteerd en
gebruikt in economische modus)
Voer de volgende stappen uit om een geschikte lampmodus te gebruiken.
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu Geavanceerde instellingen
geselecteerd is.
2. Druk op om Lampinstellingen te selecteren en druk op ENTER.
3. Druk op om Lampmodus te selecteren en druk op ENTER.
4. Druk op om de gewenste lampmodus te kiezen en druk op ENTER.
5. Er wordt een bevestiging weergegeven. Kies Ja en druk op ENTER.
• Als één lamp defect gaat, activeert de projector automatisch de modus Enkel-alternatief. De instellingen
Dubbel-helderst, Dubbel-betrouwbaar en
• Zodra van de modus Dubbel-helderst/Dubbel-betrouwbaar naar de modus Enkel-alternatief/Eén-Eco of
omgekeerd is geschakeld, wacht u 90 seconden voordat u de lampmodus weer kunt aanpassen.
• Tijdens de korte tijd dat tussen verschillende lampmodi wordt geschakeld, kan een lichte verandering in
de beeldhelderheid en de kleuren zichtbaar zijn.
• Levert zeer heldere en scherpe beelden
• Geschikt in goed belichte omgevingen
• Continu en non-stop gebruik bij kritieke
omstandigheden
• De levensduur van de lamp verlengen
• Continu en non-stop gebruik bij kritieke
omstandigheden
• De totale gebruiksduur verlengen
• De lamp zo min mogelijk vervangen
• De levensduur van de lamp verlengen
• De totale gebruiksduur verlengen
• De lamp zo min mogelijk vervangen
Eén-Eco zijn niet beschikbaar.
Grote, goed belichte ruimtes
of zalen
Middelgrote
vergaderruimtes
Ruimtes van gemiddelde
grootte
Kleine tot normale ruimtes
Nederlands
De projector gebruiken
39
Nederlands
De projector besturen via een LANomgeving
LAN-besturingsinstellingen Met kunt u de projector besturen vanuit een webbrowser op een
computer als de computer en de projector correct verbonden zijn met hetzelfde lokale netwerk.
Instellen van de LAN-besturingsinstellingen
Als u in een dhcp-omgeving bent:
1. Pak een RJ45-kabel en sluit deze aan op de RJ45-laningang van de projector en de RJ45-poort.
2. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu Geavanceerde instellingen
geselecteerd is.
3. Druk op om LAN-besturingsinstellingen te selecteren en druk op ENTER. De pagina LAN-besturingsinstellingen wordt geopend.
4. Druk op om Besturen via te selecteren en druk op / om RJ45 te selecteren.
5. Druk op om DHCP te markeren en druk op / om Aan te selecteren.
6. Druk op om AMX-apparaat detecteren te selecteren en druk op / om Aan of Uit te
selecteren. Als AMX-apparaat detecteren op Aan staat, kan de projector door de AMXcontroller worden gedetecteerd.
7. Druk op om To e p a s s e n te selecteren en druk op ENTER.
8. Wacht ongeveer 15 - 20 seconden en open de pagina LAN-besturingsinstellingen opnieuw.
9. De instellingen voor Ip-adres van projector, Subnetmasker, Standaardgateway en Dns-
server worden weergegeven. Schrijf het ip-adres op dat in de rij Ip-adres van projector te zien is.
Als het Ip-adres van projector niet te zien is, vraag dit dan aan uw systeembeheerder.
Als u niet in een dhcp-omgeving bent:
1. Herhaal bovenstaande stappen 1-4.
2. Druk op om DHCP te markeren en druk op / om Uit te selecteren.
3. Vraag uw systeembeheerder naar informatie over de instellingen Ip-adres van projector, Subnetmasker, Standaardgateway en Dns-server.
4. Druk op om het item te kiezen dat u wilt wijzigen en druk op ENTER.
5. Druk op / om de cursor te verplaatsen en druk vervolgens op / om de waarde in te voeren.
6. Druk op ENTER om de instelling op te slaan. Als u de instelling niet wilt opslaan, drukt u op
MENU/EXIT.
7. Druk op om AMX-apparaat detecteren te selecteren en druk op / om Aan of Uit te
selecteren.
8. Druk op om To e p a s s e n te selecteren en druk op ENTER.
40
De projector gebruiken
De projector op afstand bedienen via een webbrowser
Zodra u het juiste ip-adres van de projector hebt en de projector op stand-by staat, kunt u op elke
computer in hetzelfde lokale netwerk de projector bedienen.
1. Voer in de adresbalk van de browser het adres in van de projector en klik op Go (Gaan).
2. De bedieningspagina voor het extern netwerk wordt geopend. Via deze pagina kunt u de projector
bedienen alsof u de afstandsbediening of het bedieningspaneel van de projector gebruikt.
ii
• Menu (Afsluiten)• Onderdrukken
i
• Auto• Bron
• ()• ()
Zie "Afstandsbediening" op pagina 13 voor
details.
• ( )• ( )
• Enter
Schakel naar een ander ingangssignaal door op het gewenste signaal te klikken.
ii
De inganglijst verschilt afhankelijk van de beschikbare aansluitingen op de projector. ''Video 1''
staat voor het videosignaal.
Hiermee activeert u het geselecteerde menuitem in het schermmenu.
i
Nederlands
De projector gebruiken
41
Op de pagina hulpmiddelen kunt u de projector beheren, de instellingen voor LAN-bediening instellen en
toegang via extern netwerkbeheer op deze projector beveiligen.
Nederlands
i
ii
v
iii
iv
i. U kunt de projector een naam geven, bijhouden op welke plek hij staat en wie de projector
beheert.
ii. U kunt de LAN-besturingsinstellingen aanpassen.
iii. Eenmaal ingesteld, is de toegang tot de projector via extern netwerkgebruik beveiligd met een
wachtwoord.
iv. Eenmaal ingesteld, is toegang tot de pagina met hulpmiddelen beveiligd met een wachtwoord.
Zodra aanpassingen zijn aangebracht, drukt u op de knop Verzenden en worden de gegevens opgeslagen op
de projector.
v. Dru k op Exit (Afsluiten) om terug te gaan naar de pagina extern netwerkgebruik.
Let op de lengtebeperkingen (inclusief spaties en leestekens) in onderstaande lijst:
Categorie-itemInvoerlengteMaximum aantal tekens
IP-adres16
Crestron Control
Projector
Netwerkconfiguratie
Gebruikerswachtwoord
Beheerderswachtwoord
IP-id4
Poort5
Projectornaam32
Locatie32
Toegekend aan32
DHCP (ingeschakeld)(Niet beschikbaar)
IP-adres16
Subnetmasker16
Standaardgateway16
DNS-server16
Ingeschakeld(Niet beschikbaar)
Nieuw wachtwoord26
Bevestigen26
Ingeschakeld(Niet beschikbaar)
Nieuw wachtwoord26
Bevestigen26
42
De projector gebruiken
Op de infopagina staat de informatie en status van deze projector.
Druk op Exit
(Afsluiten) om
terug te gaan naar
de pagina extern
netwerkgebruik.
Ga naar http://www.crestron.com & www.crestron.com/getroomview voor meer informatie.
Gebruik op grote hoogte
Aanbevolen wordt dat u Hoogtemodus activeert als uw locatie hoger dan 1500 meter (ongeveer 4920
voet) boven zeeniveau ligt, of als de projector gedurende langere tijd (>10 uur) onafgebroken wordt
gebruikt.
Hoogtemodus activeren:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu Geavanceerde instellingen
geselecteerd is.
2. Druk op om Hoogtemodus te selecteren.
3. Druk op / om Aan te selecteren. Er wordt een bevestiging weergegeven.
4. Selecteer Ja en druk op ENTER.
Tijdens het gebruik van de Hoogtemodus wordt er wellicht meer geluid geproduceerd omdat de
ventilatoren sneller moeten draaien voor een betere koeling en optimale prestaties.
Als u de projector in andere dan deze extreme omstandigheden gebruikt, wordt het apparaat mogelijk
automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de projector oververhit geraakt. Selecteer de
Hoogtemodus om deze symptomen op te lossen. Dit betekent echter niet dat de projector in alle ruwe of
extreme omstandigheden kan worden gebruikt.
Nederlands
De projector gebruiken
43
Nederlands
Meer dan één ingangssignaal tegelijkertijd
weergeven
De projector kan gelijktijdig beelden weergeven van twee invoerbronnen. Dit is een interessante manier
om uw presentaties te verbeteren. Zorg dat de signalen die u wilt weergeven correct op de projector zijn
aangesloten.
Het PIP-venster weergeven:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu
Weergave geselecteerd is.
2. Druk op om PIP te selecteren en druk op ENTER. De pagina
PIP wordt geopend.
3. Selecteer PIP en druk op / om Aan te selecteren.
De projector selecteert twee momenteel actieve signalen voor weergave
en het laatst weergegeven beeld wordt op het hoofdscherm als het
hoofdsignaal weergegeven.
De pip-functie is effectief op onderstaande ingangcombinaties.
Ingang 2
Ingang 1CVBS
HDMI 1/2V
Component 1/2V
Computer 1/2V
4. U kunt de Hoofdbron of tweede bron wijzigen door op te drukken en selecteer Hoofdbron of tweede bron en druk op ENTER. De ingangselectiebalk verschijnt.
5. Gebruik / om de ingang te selecteren die u op het hoofdvenster (groot) of tweede (klein) venster
wilt weergeven en druk op ENTER om de instelling op te slaan en terug te keren naar de pagina
PIP.
6. U kunt de OSD-instellingen van één van de twee bronnen (hoofd of tweede) veranderen door Actief
venster te selecteren en op / te drukken om de bron te kiezen die u wilt veranderen.
De instellingen die in het OSD-menu worden gemaakt zijn alleen van toepassing op het actieve
venster. De volgende OSD-menufunctie kunnen niet worden gebruikt in de actieve vensters van PIP: Snel
automatisch zoeken.
7. U kunt de positie van het kleinere beeld veranderen door Pos itie te selecteren en druk herhaaldelijk
op / totdat een geschikte positie is geselecteerd.
8. U kunt de grootte van het kleine beeld aanpassen door Grootte te selecteren en druk op / om
de PIP-grootte in te stellen op Klein of Groot.
9. Druk op MENU/EXIT om de instellingen op te slaan en het OSD-menu te sluiten.
44
De projector gebruiken
De projector uitschakelen
I
I
I
I
I
I
I
I
Schakel de projector uit door op ENERGIE ( ) op de projector
of op OFF op de afstandsbediening te drukken. Vervolgens
verschijnt een waarschuwing. Druk nogmaals op ENERGIE/OFF
().
• De Powerindicator knippert oranje en de ventilatoren blijven
ongeveer twee minuten draaien om de lamp af te koelen. De
projector reageert niet op opdrachten zolang het koelen niet is
voltooid.
• De Powerindicator brandt oranje nadat de lamp is afgekoeld en
de ventilatoren zijn gestopt.
• Als de projector gedurende langere tijd niet wordt gebruikt,
trek dan de stroomkabel uit het stopcontact.
• Ter bescherming van de lamp reageert de projector niet op
opdrachten tijdens het afkoelen.
• De daadwerklijke levensduur van de lamp kan variëren, afhankelijk
van de omgevingsomstandigheden en het gebruik.
• Als u de projector kort na uitschakelen weer probeert in te
schakelen, kunnen de ventilatoren enkele minuten blijven draaien
om de projector af te koelen. Druk nogmaals op Energie/ON
om de projector te starten nadat de ventilatoren zijn gestopt en
het Power-lampje oranje brandt.
Nederlands
De projector gebruiken
45
Nederlands
On-Screen Display (OSD)-menu’s
Menustructuur van de On Screen Display (OSD)
De schermmenu's verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype.
De menuopties zijn beschikbaar wanneer de projector minstens één goed signaal ontvangt. Wanneer er
geen apparatuur op de projector is aangesloten of er geen signaal wordt waargenomen, zijn er beperkte
menuopties beschikbaar.
Met de vooraf ingestelde beeldmodi kunt u de instellingen van het
projectorbeeld aanpassen aan het type programma. Zie "Een vooraf
ingestelde modus selecteren" op pagina 30 voor details.
Hiermee selecteert u een voorkeursmodus die voldoet aan uw
beeldkwaliteitwensen en kunt u het beeld verder verfijnen op basis van
onderstaande selecties. Zie "De Gebruiker 1/Gebruiker 2 modus instellen"
op pagina 31 voor details.
Hiermee past u de helderheid van het beeld aan. Zie "Aanpassen van
Helderheid" op pagina 32 voor details.
Stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het beeld in. Zie
"Aanpassen van Contrast" op pagina 32 voor details.
Hiermee past u het verzadigingsniveau van de kleuren aan -- de sterkte van
elke kleur in een videobeeld. Zie "Aanpassen van Kleur" op pagina 32 voor
details.
Hiermee past u de rode en groene kleurtonen van het beeld aan. Zie
"Aanpassen van Tint" op pagina 32 voor details.
Maakt het beeld scherper of zachter. Zie "Aanpassen van Scherpte" op
pagina 32 voor details.
Herstelt alle instellingen in de menu’s Beeld -- Basis en Beeld -- Geavanceerd in de standaard fabriekswaardes. Zie "De beeldmodus
herstellen" op pagina 31 voor details.
Wijzigt de naam van Gebruiker 1, Gebruiker 2 of sRGB. Zie "De naam
van gebruikersmodi veranderen" op pagina 31 voor details.
Beeld -- Geavanceerd menu
FunctieBeschrijving
Zwartniveau
Helderheidsregeling
Kleurtemperatuur
Kleurtemperatuur
gebruiker _ afstemmen
Gammaselectie
Brilliant Color
3D-kleurbeheer
Film Mode
3D Comb Filter
Stelt de grijstinten van het beeld in op 0 IRE of 7,5 IRE. Zie "Instellen van
Zwartniveau" op pagina 33 voor details.
Past de duidelijkheid van het beeld aan. Zie "Beeldhelderheid beheren" op
pagina 33 voor details.
Er zijn diverse instellingen voor kleurtemperatuur beschikbaar. Zie "Een
kleurtemperatuur selecteren*" op pagina 33 voor details.
Zie "Een voorkeurskleurtemperatuur instellen" op pagina 34 voor details.
Zie "Een gamma-instelling selecteren" op pagina 34 voor details.
Zie "Aanpassen van Brilliant Color" op pagina 34 voor details.
Zie "Kleurbeheer" op pagina 35 voor details.
Zie "Instellen van Film Mode" op pagina 35 voor details.
Zie "Instellen van 3D Comb Filter" op pagina 35 voor details.
Nederlands
De projector gebruiken
49
Nederlands
Wee rgave me nu
FunctieBeschrijving
Beeldverhouding
Keystone
Positie
Overscanaanpassing
Kleurruimteconversie
PIP
Pc & YPbPrcomponent
afstemmen
Inactief-timer
Testpatroon
Er zijn diverse opties voor instelling van de beeldverhouding, afhankelijk van het
ingangssignaal. Zie "De beeldverhouding selecteren" op pagina 36 voor details.
Corrigeert eventuele keystone-fouten in het beeld. Zie "Vervorming van het
beeld corrigeren" op pagina 29 voor details.
De pagina wordt weergegeven waarop u de positie kunt aanpassen. U
verplaatst het geprojecteerde beeld met de richtingspijlen. De waarden die
onder aan de pagina worden weergegeven, veranderen elke keer als u op een
knop drukt, totdat ze het maximum of minimum bereiken. De
standaardwaardes worden herstel als de projector opnieuw wordt gestart.
Deze functie is alleen beschikbaar als het Component 1-,
Component 2- of PC-signaal is gekozen.
Verbergt de slechts beeldkwaliteit in de vier randen. U kunt ook zelf op /
drukken om te bepalen hoeveel wordt verborgen. Instelling 0 betekent dat
100% van het beeld wordt weergegeven. Hoe hoger de waarde hoe meer van
het beeld wordt verborgen terwijl het scherm gevuld en geometrisch kloppend
blijft.
Zie "De Kleurruimte veranderen" op pagina 24 voor details.
Schakelt het PIP-venster in of uit en maakt gerelateerde aanpassingen. Zie
"Meer dan één ingangssignaal tegelijkertijd weergeven" op pagina 44 voor
details.
Horizontale afmeting
Stelt de horizontale breedte van het beeld in.
Fase
Hiermee past u de klokfase aan om vervorming van het
beeld te verminderen.
Auto
Past de fase en frequentie automatisch aan
Deze functies zijn alleen beschikbaar als het Component 1-,
Component 2- of PC-signaal is gekozen.
Bepaalt hoe lang een schermafbeelding wordt verborgen wanneer de functie
Onderdrukken is geactiveerd. Als de ingestelde tijd is verstreken, wordt het
beeld hersteld. Zie "Het beeld verbergen" op pagina 38 voor details.
Druk op ENTER om het rastertestpatroon weer te geven. Het helpt u met
het aanpassen van de beeldgrootte en de focus zodat het geprojecteerde beeld
niet vervormd is.
De functie is alleen beschikbaar als de projector geen ingangssignaal
detecteert.
50
De projector gebruiken
Systeeminstellingen menu
I
I
I
I
I
I
I
I
FunctieBeschrijving
Taal
Opstartscherm
Projectorpositie
Achtergrondkleur
Menu-instellingen
Bedrijfsinstellingen
Invoerbron
Snel automatisch
zoeken
Hiermee stelt u de taal voor de schermmenu's in. Zie "De menu's gebruiken"
op pagina 25 voor details.
Hiermee kunt u het logoscherm kiezen dat wordt weergegeven bij het
opstarten van de projector. U kunt kiezen uit het logo van BenQ, een Blauw
scherm of Zwart scherm.
U kunt de projector tegen het plafond of achter een scherm installeren, of met
een of meerdere spiegels. Zie "Het kiezen van een plek" op pagina 15 voor
details.
Hiermee kunt u de kleur van het achtergrondscherm kiezen dat wordt
weergegeven als er geen ingangssignaal wordt gedetecteerd.
Weergaveduur menu
Bepaalt hoe lang het menu op het scherm wordt weergegeven nadat u op de
knop hebt gedrukt. U kunt een waarde tussen 5 en 30 seconden kiezen, in
stappen van 5 seconden.
Menupositie
Hiermee stelt u de positie van het schermmenu in.
Herinnering
Stelt in of de OSD-meldingen over de status van het detecteren van signalen
worden weergegeven.
Direct inschakelen
Stelt in of de projector direct wordt ingeschakeld zonder de toets
ENERGIE op de projector of afstandsbediening in te drukken als de
projector op ON het stroomnet is aangesloten.
Inschakelen bij signaal
Bepaalt of de projector direct wordt ingeschakeld zonder op ENERGIE op
de projector of ON op de afstandsbediening te drukken als de projector op
stand-by staat en een signaal op de vga-kabel wordt gedetecteerd.
Autom. uitschakelen
Voorkomt onnodige projectie als gedurende langere tijd geen signaal wordt
gedetecteerd. Zie "Instellen van Autom. uitschakelen" op pagina 55 voor
details.
Slaaptimer
Stelt de timer voor automatisch uitschakelen in. De timer kan worden ingesteld
op een waarde tussen 30 minuten en 3 uur.
Selecteert een ingangssignaal om te projecteren. Zie "Een ingangssignaal
selecteren" op pagina 24 voor details.
Stelt in of de projector automatisch naar ingangssignalen zoekt. Als de optie is
ingesteld op Aan, zoekt de projector naar ingangssignalen totdat een signaal is
gevonden. Als de functie niet is geactiveerd, selecteert de projector het laatst
gebruikte ingangssignaal.
Nederlands
De projector gebruiken
51
Nederlands
Ondertitels aan
Activeer de functie door Aan te kiezen als het geselecteerde ingangssignaal
ondertitels bevat.
• Ondertitels: Tekst op het scherm met de dialoog, verhaal en geluidseffecten
van tv-programma’s en video’s met ondertiteling (meestal gemarkeerd met
Ondertitels
Stand-by monitor-uit
“CC” of “OT” in de tv-gids).
Ondertitelversie
Selecteert een gewenste ondertitelmodus. Bekijk ondertitels door OT1, OT2,
OT3 OF OT4 te selecteren (OT1 geeft ondertitels weer in de primaire taal van
uw regio).
Deze functies zijn alleen beschikbaar als het Video-signaal is gekozen.
Kies Aan om de functie in te schakelen. De projector kan in de stand-bystand
een vga-signaal leveren als op de aansluiting PC randapparatuur is aangesloten.
Zie "Een beeldscherm aansluiten" op pagina 22 voor meer informatie over
aansluitingen.
Als deze functie is ingeschakeld wordt het stand-bystroomverbruik licht
verhoogt.
Geavanceerde instellingen menu
FunctieBeschrijving
Lampmodus
Stelt de sterkte van de projectorlamp in op de modus Dubbel-helderst,
Dubbel-betrouwbaar en Enkel-alternatief. Zie "De lampmodus instellen" op
pagina 39 voor details.
Lampinstellingen
Hdmi-formaat
Baud-ratio
Hoogtemodus
Geluidsinstellingen
Timer lamp #1 resetten/Timer lamp #2 resetten
Als de lamp is vervangen, selecteert u Reset om de lamptimer weer in te
stellen op "0". Zie "Stelt de lamptimer in op nul" op pagina 58 voor details.
Equivalent aantal uren lamp #1 /Equivalent aantal uren lamp #2
Toont informatie over lampuren. Zie "Het aantal lampuren onderzoeken" op
pagina 55 voor details.
Selecteert een ingangstype voor het HDMI-signaal. Auto is standaard en de
aanbevolen instelling. U kunt het ingangstype ook handmatig instellen. De
verschillende ingangstypes gebruiken verschillende normen voor het
helderheidsniveau.
Deze functie is alleen beschikbaar als het HDMI-signaal is gekozen.
Kies een baud rate die identiek is aan die van de computer zodat u de projector
kunt aansluiten via een geschikte RS-232-kabel en de firmware van de projector
kunt updaten of downloaden. Deze functie is bedoeld voor gekwalificeerde
reparateurs.
Selecteer deze modus wanneer u de projector op grote hoogte of bij hoge
temperaturen gebruikt. Zie "De projector besturen via een LAN-omgeving" op
pagina 40 voor details.
Zie "Het geluid aanpassen" op pagina 38 voor details.
52
De projector gebruiken
Wachtwoord
LANbesturingsinstellingen
Instll. herstellen
Expertmodus
Wachtwoord
Hiermee beperkt u het gebruik van de projector tot degenen die het juiste
wachtwoord kennen. Zie "De wachtwoordbeveiliging gebruiken" op pagina 26
voor details.
Wachtwoord wijzigen
U wordt gevraagd het huidige wachtwoord in te voeren voordat u het vervangt
door een nieuw. Zie "De wachtwoordbeveiliging gebruiken" op pagina 26 voor
details.
Zie "De projector besturen via een LAN-omgeving" op pagina 40 voor details.
Zet alle instellingen terug op de fabrieksinstellingen.
De volgende instellingen blijven behouden: namen van gebruikermodi,
Keystone, Taal, Projectorpositie, Hoogtemodus, Wachtwoord en
Expertmodus.
Het menu Expertmodus is beveiligd met een wachtwoord en is alleen
toegankelijk voor geautoriseerde ijkers. De ISF (Imaging Science Foundation)
heeft zorgvuldig gemaakte, door de industrie erkende standaarden ontworpen
voor optimale videoprestaites en heeft een trainingsprogramma opgezet voor
technici en installateurs om deze standaarden te gebruiken zodat BenQ
apparaten voor videoweergave de optimale beeldkwaliteit behalen. Vandaar dat
wordt aanbevolen de instelling en ijking door een door ISF gecertificeerde
installateur te laten uitvoeren.
Voor meer informatie gaat u naar www.imagingscience.com of u
neemt contact op met de winkel waar u de projector heeft gekocht.
Informatie menu
Dit menu geeft de huidige status van de projector aan.
Sommige beeldaanpassingen zijn alleen mogelijk wanneer bepaalde ingangen in gebruik zijn. Aanpassingen
die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven op het scherm.
FunctieBeschrijving
Bron
Beeldmodus
Resolutie
Lampmodus
Equivalent aantal
uren lamp #1
Equivalent aantal
uren lamp #2
Firmware-versie
Geeft de huidige signaalbron weer.
Toont de geselecteerde in het menu Beeld -- Basis > Beeldmodus weer.
Geeft de native resolutie van het ingangssignaal weer.
Geeft de geselecteerde lampmodus weer in het menu Geavanceerde
instellingen >
Toont de totale gebruiksduur van de lamp.
Geeft de huidige firmwareversie weer
Lampmodus.
Nederlands
De projector gebruiken
53
Extra informatie
Onderhoud van de projector
De projector heeft maar weinig onderhoud nodig. Het enige dat u regelmatig moet doen, is de lens
schoonhouden. Verwijder nooit onderdelen van de projector, met uitzondering van de lamp. Neem
contact op met uw verkoper of plaatselijke klantenservice als de projector niet normaal functioneert.
De lens reinigen
Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak ziet. Voordat u de lens schoonmaakt, schakelt u de
projector uit, trekt u de stroomkabel uit het stopcontact en laat u hem een aantal minuten staan om
volledig af te koelen.
1. Verwijder stof met een fles met gecomprimeerde lucht. (Beschikbaar bij bouwmarkten of
fotografiezaken.)
2. Als er hardnekkige stof- of smeervlekken zijn, gebruik dan een geschikte lensborstel of vochtige
schone lensdoek met lenscleaner om zachtjes over het oppervlak van de lens te vegen.
3. Gebruik nooit een schuursponsje, reinigingsmiddel met alkaline/zuur, schuurmiddel of vluchtig
oplosmiddel, zoals alcohol, wasbenzine, thinner of insecticide. Het gebruik van zulke stoffen of
langdurig contact met materiaal van rubber of vinyl, kan resulteren in beschadiging van het oppervlak
en behuizing van de projector.
Raak nooit met uw vinger de lens aan en wrijf nooit met schuurmiddelen over de lens. Zelfs papieren doekjes
kunnen de lenscoating beschadigen. Gebruik uitsluitend fotografische lensborstels, doekjes en
schoonmaakmiddelen. Maak de lens nooit schoon als de projector is ingeschakeld of als deze nog warm is van
het gebruik. Schakel de projector uit en laat de projector volledig afkoelen voordat u de lens reinigt.
Nederlands
De projectorbehuizing reinigen
Voordat u de behuizing schoonmaakt, schakelt u de projector uit, trekt u de stroomkabel uit het
stopcontact en laat u hem een aantal minuten staan om volledig af te koelen.
1. Verwijder vuil of stof met een zachte, droge en pluisvrije reinigingsdoek.
2. Voor het verwijderen van hardnekkige vlekken gebruikt u een zachte doek die u hebt bevochtigd met
water en een neutraal schoonmaakmiddel. Veeg hiermee de behuizing schoon.
Gebruik nooit was, alcohol, benzine, verdunner of andere chemische schoonmaakmiddelen. Hierdoor kan de
behuizing beschadigd raken.
De projector opbergen
Als u de projector gedurende lange tijd niet gebruikt:
1. Zorg dat de temperatuur en de luchtvochtigheid van de opslagruimte binnen het aanbevolen bereik
voor de projector vallen. Raadpleeg de pagina met specificaties in deze handleiding of neem contact
op met uw dealer over het bereik.
2. Schuif de verstelvoetjes in.
3. Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
4. Verpak de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking.
De projector vervoeren
Het verdient aanbeveling de projector in de oorspronkelijke of een gelijkwaardige verpakking te
vervoeren.
54
Extra informatie
Informatie over de lamp
Het aantal lampuren onderzoeken
De gebruiksduur van de lamp (lampuren) wordt automatisch berekend door de ingebouwde timer als de
projector wordt gebruikt.
Informatie over het aantal lampuur verkrijgen:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu Geavanceerde instellingen
geselecteerd is.
2. Druk op om Lampinstellingen te selecteren en druk op ENTER. De pagina Lampinstellingen
wordt geopend.
3. Informatie over de gebruiksduur van de lamp staat in de rij van Equivalent aantal uren lamp #1 /
Equivalent aantal uren lamp #2.
4. Sluit het menu af door op MENU/EXIT te drukken.
De levensduur van de lamp verlengen
De projectielamp is een verbruiksartikel. Door de volgende instellingen in het OSD-menu te veranderen
kunt u de levensduur van de lamp maximaliseren.
• Instellen van Lampmodus als Dubbel-betrouwbaar
Als u de Dubbel-betrouwbaar gebruikt, wordt het geluid en het energieverbruik van het systeem
verminderd. Als de modus Dubbel-betrouwbaar is geselecteerd wordt het licht verminderd en
worden de geprojecteerde beelden donkerder.
De modus Dubbel-betrouwbaar verlengt ook de levensduur van de projectorlamp. Stel de modus
Dubbel-betrouwbaar in, door naar het menu Geavanceerde instellingen > Lampinstellingen >
Lampmodus te gaan en druk op ENTER. Druk op om Dubbel-betrouwbaar te kiezen en druk op
ENTER.
• Instellen van Autom. uitschakelen
Via deze functie wordt de projector automatisch uitgeschakeld als er na een ingestelde periode geen
ingangssignaal is gedetecteerd.
Stel Autom. uitschakelen in door naar het menu Systeeminstellingen > Autom. uitschakelen te
gaan en druk op / om een tijdsperiode te kiezen. De tijdsduur kan worden ingesteld van 5 t/m 30
minuten, in stappen van 5 minuten. Als de ingestelde tijdsduur niet overeenkomt met uw persoonlijke
wensen, kies dan Uitschakelen. De projector wordt niet automatisch binnen een bepaalde periode
uitgeschakeld.
• Eén-Eco
Eén-Eco helpt de levensduur van de lamp en de bedrijfstijd te verlengen zodat u minder vaak de lamp
hoeft te vervangen.
Schakel de modus Eén-Eco in via het menu Geavanceerde instellingen > Lampinstellingen >
Lampmodus en druk op ENTER. Druk op om Eén-Eco te kiezen en druk op ENTER.
Nederlands
Extra informatie
55
De timing van de lampvervanging
Wanneer het LAMP (waarschuwingslampje) van de lamp rood oplicht of wanneer er een bericht in het
scherm wordt weergegeven dat aangeeft dat u de lamp dient te vervangen, dient u een nieuwe lamp te
installeren of met het apparaat naar uw leverancier te gaan. Een oude lamp kan storing in de projector
veroorzaken. In sommige gevallen kan de lamp ontploffen. Ga naar http://lamp.BenQ.com voor een
vervangende lamp.
De waarschuwingslampjes van de lamp en de temperatuur gaan branden als de lamp te heet wordt. Zet
de stroom uit en laat de projector 45 minuten afkoelen. Wanneer deze waarschuwingslampjes nog steeds
branden nadat de stroom weer is ingeschakeld, dient u contact op te nemen met uw leverancier. Zie
"Indicatoren" op pagina 59 voor details.
De volgende lampwaarschuwingen worden weergegeven om u eraan te herinneren dat u de lamp dient te
vervangen.
StatusBericht
Installeer een nieuwe lamp voor optimale prestaties. Als de
projector meestal op de modus Dubbel-betrouwbaar is ingesteld
(zie "Het aantal lampuren onderzoeken" op pagina 55), kunt u de
projector nog blijven gebruiken totdat de volgende
lampuurwaarschuwing verschijnt.
Druk op ENTER om het bericht te negeren.
WAARSCHUWING
LET OP: Lamp waarschuwing
Lamp > XXXX uur
Bestel nieuwe lampen op
lamp.benq.com
OK
Nederlands
Het wordt ten zeerste aanbevolen dat u de lamp vervangt. De lamp
is een verbruiksartikel. De helderheid van de lamp vermindert na
verloop van tijd. Dit is normaal. U kunt de lamp vervangen als de
helderheid aanzienlijk is afgenomen.
Druk op ENTER om het bericht te negeren.
De lamp MOET worden vervangen voordat de projector opnieuw
normaal functioneert.
Druk op ENTER om het bericht te negeren.
WAARSCHUWING
LET OP: Vervang de lamp
Lamp > XXXX uur
Bestel nieuwe lampen op
lamp.benq.com
WAARSCHUWING
LET OP: Vervang de lamp nu
Lamp > XXXX uur
Levensduur lamp overschreden
Vervang de lamp en reset
vervolgens de lamptimer.
Bestel nieuwe lampen op
lamp.benq.com
OK
OK
"XXXX" in bovenstaande melding zijn getallen die per model kunnen verschillen.
De lamp vervangen
• Om het risico van een elektrische schok te vermijden, dient u altijd de projector uit te schakelen en de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact te verwijderen alvorens u de lamp gaat vervangen.
• Om de kans op brandwonden te verkleinen, dient u de projector gedurende ten minste 45 minuten te
laten afkoelen alvorens u de lamp vervangt.
• Om de kans op verwondingen aan vingers of schade aan onderdelen binnen in de projector te verkleinen,
dient u voorzichtig te werk te gaan wanneer u lampglas verwijdert dat in scherpe stukjes uit elkaar is
gespat.
• Om de kans op verwondingen aan vingers en/of een slechtere beeldkwaliteit door aanraking van de lens
te verkleinen, mag u uw hand niet in de lege kast steken nadat de lamp is verwijderd.
• Deze lamp bevat kwik. Gooi deze lamp bij het klein chemisch afval overeenkomstig de toepasselijke
lokale regelgeving.
56
Extra informatie
1. Schakel het apparaat uit en trek de stekker van
de projector uit het stopcontact. Zet alle
aangesloten apparatuur uit en trek alle andere
kabels los. Zie "De projector uitschakelen" op
pagina 45 voor details.
2. Draai de schroef van de lampklep los.
3. Verwijder de lampklep.
5. Draai de schroef los die de lamp van de
projector bevestigen. Trek de lampstekker van
de projector los.
6. Til de hendel op zodat deze loodrecht op de
lamp staat. Trek de lamp langzaam aan de
hendel uit de projector.
4. Bepaal welke lamp u wilt vervangen door naar
de bovenkant van de lamp te kijken.
2
1
Opmerkingen
• Als u te snel trekt, kan de lamp breken waardoor
glasscherven in de projector terecht kunnen
komen. Om de kans op verwondingen aan
vingers of schade aan onderdelen binnen in de
projector te verkleinen, dient u voorzichtig te
werk te gaan als u lampglas verwijdert dat is
gebroken.
• Plaats de lamp niet in de buurt van water, binnen
bereik van kinderen, in de buurt of boven
warmtebronnen of bij ontvlambare materialen.
• Steek uw handen niet in de projector nadat de
lamp is verwijderd. Als u de interne optische
componenten aanraakt, kan dit resulteren in
wazige beelden op het scherm.
Extra informatie
57
Nederlands
7. Plaats de vervangende lamp. Let op dat u deze
helemaal en stevig op z'n plek duwt.
8. Draai de schroef vast die de lampbox
bevestigt. Sluit de lampstekker weer aan.
9. Zorg dat de hendel goed vast op z’n plek zit.
10. Plaats de lampklep terug.
11. Draai de schroeven van de lampklep weer
vast.
12. Steek de stekker weer in het stopcontact en
zet de projector aan.
Nederlands
Opmerkingen
• Pas op dat u de schroeven niet te stevig
vastschroeft.
• Een losse schroef kan tot een slechte verbinding
leiden, met storingen tot gevolg.
Stelt de lamptimer in op nul
Stel de gebruiksduur van de lamp niet op nul in als de lamp niet is vervangen. Wanneer u dat wel doet, kan
dat tot schade leiden.
1. Druk na het opstartlogo op MENU/EXIT en druk vervolgens op / totdat het menu
Geavanceerde instellingen is geselecteerd.
2. Druk op om Lampinstellingen te selecteren en druk op ENTER. De pagina Lampinstellingen
wordt geopend.
3. Selecteer Timer lamp #1 resetten/Timer lamp #2 resetten en druk op ENTER. Er verschijnt
een waarschuwing waarin u wordt gevraagd de lamptimer opnieuw in te stellen. Selecteer Reset en
druk op ENTER. De lamptijd wordt op "0" gezet.
58
Extra informatie
Indicatoren
LampjeStatus
POWERTEMPLAMP1LAMP2
Situaties gerelateerd aan de stroomtoevoer
OranjeUitUitUit
Groen
Knippert
GroenUitUitUit
Oranje
Knippert
Situaties gerelateerd aan de lamp
UitUitRoodUit
UitUitUitRood
UitUitRoodRood
OranjeUitRoodUit
Situaties gerelateerd aan de temperatuur
UitRoodUitUit
UitRoodRoodUit
UitRoodGroenUit
UitRoodOranjeUit
OranjeRoodRoodUit
OranjeRoodGroenUit
UitOranjeRoodUit
UitUitUit
UitUitUit
Stand-bymodus
Opstarten.
Normale werking.
Afkoelen bij normaal uitschakelen.
Storing bij lamp 1 bij normaal gebruik
Storing bij lamp 2 bij normaal gebruik
Storing bij beide lampen
Lamp brandt niet
Storing bij ventilator 1 (snelheid van de T Blower-ventilator
25% af van de gewenste snelheid)
wijkt +
Storing bij ventilator 2 (snelheid van de voedingsventilator
wijkt +
25% af van de gewenste snelheid)
Storing bij ventilator 3 (snelheid van de rechter
lampventilator wijkt +
25% af van de gewenste snelheid)
Storing bij ventilator 4 (snelheid van de linker
lampventilator wijkt +
25% af van de gewenste snelheid)
Storing bij temperatuur 1 (temperatuurlimiet wordt
overschreden)
Storing bij temperatuur 2 (temperatuurlimiet wordt
overschreden)
Ventilatoren draaien niet tijdens het inschakelen
Extra informatie
Nederlands
59
Nederlands
Probleemoplossing
ProbleemOorzaakOplossing
Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de
netsnoeraansluiting aan de achterkant van de
projector en het andere uiteinde in het
stopcontact. Zorg dat het stopcontact is
ingeschakeld (indien van toepassing). (Zie
pagina 23.)
Wacht tot de projector volledig is afgekoeld.
Bevestig de lampklep op de juiste wijze. (Zie
pagina 56.)
Schakel de videobron in en controleer of de
signaalkabel correct is aangesloten. (Zie
pagina 20.)
Controleer de aansluiting. (Zie pagina 20.)
Selecteer het juiste ingangssignaal met de
Source-toetsen op de afstandsbediening of
SOURCE op de projector. (Zie pagina 24.)
Sluit de kabels correct aan op de juiste
aansluitingen. (Zie pagina 20.)
Pas de scherpstelling van de lens aan met de
focusring. (Zie pagina 28.)
Pas indien nodig de projectiehoek, -richting
en -hoogte van de projector aan. (Zie pagina
28.)
Vervang beide batterijen met nieuwe. (Zie
pagina 8.)
Verwijder het voorwerp. (Zie pagina 8.)
Ga niet verder dan 8 meter (26,2 voet) van
de projector staan. (Zie pagina 8.)
U kunt de projector
niet inschakelen
Geen beeld.
Beel is instabiel.
Beeld is wazig.
De afstandsbediening
functioneert niet
correct.
Het netsnoer levert geen stroom.
De projector werd aangezet tijdens
het afkoelen.
De lampklep is niet correct
aangesloten.
De videobron is niet ingeschakeld of
niet correct aangesloten.
De projector is niet correct
aangesloten op de invoerbron.
Het ingangssignaal is verkeerd
geselecteerd.
De verbindingskabels zijn niet stevig
aangesloten op de projector of
apparatuur.
De projectielens is niet correct
scherpgesteld.
De projector en het scherm staan
scheef.
De batterijen zijn leeg.
Er bevindt zich een voorwerp tussen
de afstandsbediening en de projector.
U bevindt zich te ver van de
projector.
60
Extra informatie
Specificaties
Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Ondersteunde timing voor EDTV en HDTV (via Component-ingangen)
FormaatResolutie
480i720 x 48059,9415,73413,5
480p720 x 48059,9431,46927
576i720 x 5765015,62513,5
576p720 x 5765031,2527
720/50p1280 x 7205037,574,25
720/60p1280 x 720604574,25
1080/50i1920 x 10805028,12574,25
1080/60i1920 x 10806033,7574,25
1080/24P1920 x 1080242774,25
1080/25P1920 x 10802528,12574,25
1080/30P1920 x 10803033,7574,25
1080/50P1920 x 10805056,25148,5
1080/60P1920 x 10806067,5148,5
Vernieuwingsfre-
quentie (Hz)
Horizontale
frequentie (KHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
(MHz)
Ondersteunde timing voor video-ingang
FormaatResolutie
NTSC M/J-6015,7343,58
NTSC 4,43-6015,7344,43
PAL-B/D/G/H/I/N-5015,6254,43
PAL M-6015,7343,58
PAL Nc-5015,6253,58
PAL60-6015,7344,43
SECAM-5015,6254,25/4,41
64
Extra informatie
Vernieuwings-
frequentie (Hz)
Horizontale
frequentie (KHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Nederlands
Extra informatie
65
Informatie over garantie en
auteursrechten
Garantie
De garantie van BenQ voor dit product heeft betrekking op productie- en materiaalfouten die zich bij
normaal gebruik van het apparaat manifesteren.
Wanneer u een beroep wilt doen op de garantie, dient u een geldig aankoopbewijs te kunnen overleggen.
Wanneer dit product tijdens de garantieperiode defect raakt, is BenQ alleen verplicht de defecte
onderdelen te vervangen (inclusief arbeidsloon). Om in geval van een defect reparatie- of
servicewerkzaamheden te laten uitvoeren die onder de garantie vallen, dient u zich zo snel mogelijk te
wenden tot de leverancier bij wie u het product hebt gekocht.
Belangrijk: De bovenstaande garantie vervalt als de klant heeft verzuimd het product in overeenstemming
met de schriftelijke instructies van BenQ te gebruiken; met name de luchtvochtigheid moet tussen 10%
en 90% liggen, de temperatuur tussen 0°C en 35°C en de projector mag niet worden gebruikt op stoffige
plekken of op plekken hoger dan 3000m. Deze garantie verleent de koper van het apparaat bepaalde
rechten, evenals het zogenaamde consumentenrecht, dat echter per land kan verschillen.
Alle handelsmerken en geregistreerde handelsmerken zijn het eigendom van de respectieve eigenaren.
Aansprakelijkheid
BenQ Corporation is niet aansprakelijk en geeft geen garanties, uitdrukkelijk noch stilzwijgend, ten
aanzien van de inhoud van deze publicatie en wijst alle garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid
voor een bepaald doel af. BenQ Corporation behoudt zich het recht voor deze publicatie te herzien en
de inhoud ervan van tijd tot tijd te wijzigen zonder dat BenQ Corporation enige verplichting heeft enige
persoon mededeling van die herzieningen of wijzigingen te doen.
*DLP, Digital Micromirror Device en DMD zijn handelsmerken van Texas Instruments. Andere merk- en
productnamen zijn eigendom van de respectieve bedrijven of organisaties.
Patenten
Op deze BenQ-projector rusten de volgende patenten:
In de V.S. de patenten 6,837,608; 7,275,834; 7,181,318. In Taiwan de patenten 202690; 205470; I228635;
I259932.
In China de patenten ( 中国发明专利 ) ZL01143168.7; ZL03119907.0; ZL200510051609.2
is een handelsmerk van SRS Labs, Inc. WOW HD-technologie wordt ingezet onder licentie van
SRS Labs, Inc.
WOW HD™ levert een aanzienlijke verbetering van de geluidskwaliteit en levert een dynamische
3D-entertainmentbeleving met diepe, rijke bassen en kraakheldere hoge tonen.
Informatie over garantie en auteursrechten
65
Nederlands
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.