Benq MX704, MW705 User Manual [nl]

MX704/MW705 Digitale projector
Gebruikershandleiding

Inhoud

Belangrijke
veiligheidsinstructies ........... 3
Inleiding.................................. 7
Inhoud van de verpakking .......................8
Buitenkant van de projector...................9
Bedieningselementen en functies.........10
De projector
positioneren........................ 14
Het kiezen van een plek ........................14
De gewenste beeldgrootte van de
projectie instellen....................................15
Aansluitingen....................... 18
Videoapparaten aansluiten ....................19
De videostreamdongle - QCast
(optionele accessoire) aansluiten ........20
Bediening .............................22
De projector opstarten .........................22
Het geprojecteerde beeld aanpassen .23
De menu's gebruiken .............................26
De projector beveiligen.........................27
Schakelen tussen ingangssignalen.........29
Vergroten en details zoeken ................30
De beeldverhouding selecteren...........30
Het beeld optimaliseren ........................32
De presentatietimer instellen...............36
Door pagina's scrollen met de
afstandsbediening ....................................37
Het beeld stilzetten ................................37
Het beeld verbergen ..............................37
Besturingstoetsen blokkeren................37
Gebruik op grote hoogte......................38
Het geluid aanpassen ............................. 38
Het testpatroon gebruiken .................. 39
Onderwijssjabloons................................ 40
De projector uitschakelen.................... 41
Direct uitschakelen ................................ 41
Menubewerkingen .................................. 42
Onderhoud ......................... 53
Onderhoud van de projector .............. 53
Informatie over de lamp ....................... 54
Problemen oplossen ......... 60
Specificaties......................... 61
Projectorspecificaties............................. 61
Afmetingen ............................................... 62
Plafondmontage....................................... 62
Timingdiagram ......................................... 63
Informatie over garantie
en auteursrechten ............. 67
Inhoud2

Belangrijke veiligheidsinstructies

De projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor ict­apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar
de handleiding voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het projecteren niet
rechtstreeks in de lens van de projector. De sterke lichtstraal kan
uw ogen beschadigen.
3. Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus.
4. Zorg er altijd voor dat als de projectorlamp brandt, de lenssluiter (indien aanwezig) is geopend of de lensdop (indien aanwezig) is verwijderd.
5. In sommige landen is de netspanning niet stabiel. Hoewel deze projector normaal werkt bij een netspanning van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan het apparaat uitvallen wanneer zich een stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet. In
gebieden waar dit risico hoog is, is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
Belangrijke veiligheidsinstructies 3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
6. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. De voorwerpen kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten. Druk op ECO BLANK op de projector of op de afstandsbediening om de lamp tijdelijk uit te schakelen.
7. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
9. Zorg dat de stekker van de projector uit het stopcontact is verwijderd voordat u de lamp of elektronische onderdelen vervangt.
10. Plaats dit product nooit op een onstabiele ondergrond. Het product kan dan vallen en ernstig worden beschadigd.
8. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
11. Open deze projector niet zelf. De onderdelen van het apparaat staan onder hoge, levensgevaarlijke spanning. Het enige onderdeel dat u mag vervangen, is de lamp met het deksel.
U mag nooit andere onderdelen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
3000 m
(10000
voet)
0 m
(0 voet)
Veiligheidsinstructies (vervolg)
12. Wanneer u de projector gebruikt, neemt u mogelijk warme lucht en een bepaalde geur waar bij het ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel.
13. Plaats de projector niet in de volgende ruimtes.
- Slecht geventileerde of gesloten
ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector.
- Plekken waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Plekken met veel vocht, stof of rook die
optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
- Plekken in de buurt van een brandalarm.
- Plekken met een omgevingstemperatuur
hoger dan 40°C / 104°F.
- Plekken die hoger liggen dan 3000 m
(10000 voet).
14. Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
Als het ventilatierooster niet vrij wordt gehouden, kan er door oververhitting in de projector brand ontstaan.
15. Plaats de projector tijdens het gebruik altijd op een stabiel en niet hellend oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als
deze gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden (naar links of rechts) of in een hoek van meer dan 15 graden (voor naar achter). Als u de projector gebruikt wanneer deze niet volledig horizontaal staat, werkt deze mogelijk niet optimaal of kan de lamp beschadigd raken.
16. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies 5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
17. Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, trekt u de stekker uit het stopcontact en belt u BenQ voor reparaties.
Montage van de projector op het plafond
Voor een probleemloze werking van de BenQ-projector is ook veiligheid van groot belang. Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om schade en lichamelijk letsel te voorkomen.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQ­projectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander merk dan BenQ gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar beneden valt omdat het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd.
U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw BenQ-projector. BenQ raadt u aan een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensington-slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de houder. Wanneer de projector loskomt van de houder, blijft het apparaat toch veilig zitten.
19. Dit product kan beelden omgekeerd weergeven, zodat plafondmontage mogelijk is.
Gebruik alleen de plafondmontageset van BenQ en zorg dat de projector stevig vastzit.
20. Dit apparaat moet worden geaard.
Belangrijke veiligheidsinstructies6
Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in overeenstemming met de plaatstelijke wetten voor afvalverwerking. Zie www.lamprecycle.org.

Inleiding

Kenmerken van de projector

De projector heeft de volgende kenmerken
SmartEco™ start dynamische energiebesparing De SmartEco™-technologie biedt een nieuwe manier om het lampsysteem van de projector te bedienen en energie te sparen, afhankelijk van de helderheid van het beeldmateriaal.
Langste levensduur van de lamp met SmartEco™-technologie De SmartEco™-technologie vermindert het energieverbruik en verhoogt de levensduur van de lamp.
ECO LEEG bespaart het stroomverbruik van de lamp Als u op de knop ECO BLANK drukt, verbergt u het beeld en wordt het lampvermogen beperkt.
Minder dan 0,5 W in stand-by Minder dan 0,5 W stroomverbruik in stand-by.
Filterloos Een filterloos ontwerp voor minimaal onderhoud en gebruikskosten.
Automatisch aanpassen met één toets Druk op AUTO op het toetsenblok of afstandsbediening om meteen de beste beeldkwaliteit in te stellen.
Geïntegreerde luidspreker(s) Geïntegreerde luidspreker(s) voor gemengd monogeluid bij gebruik van een audio­ingang.
Snelle afkoeling, Automatisch uitschakelen, Inschakelen bij signaal, Direct
inschakelen Snelle afkoeling functie versnelt het afkoelen als de projector wordt uitgeschakeld. Automatisch uitschakelen functie zorgt ervoor dat de projector automatisch kan
worden uitgeschakeld als er na een ingestelde periode geen ingangssignaal wordt gedetecteerd. Inschakelen bij signaal functie schakelt de projector automatisch in zodra een signaal op een ingang wordt gedetecteerd en Direct inschakelen start de projector automatisch op als de stroom wordt aangesloten.
Direct herstarten Kies Direct herstarten om de projector onmiddellijk opnieuw te starten binnen 90 seconden nadat het apparaat is uitgeschakeld.
Ondersteuning voor 3D Diverse 3D-formaten maken de 3D-functie nog veelzijdiger. Met 3-dimensionale beelden en een 3D-bril van BenQ geniet u van 3D-films, video's en sportevenementen alsof u erbij bent.
De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de instellingen voor contrast en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de afstand tot het scherm.
De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en verschilt per fabrikant. Dit is normaal.
Inleiding 7

Inhoud van de verpakking

1. Reservelamp
2. Plafondmontageset
3. 3D-bril
4. Videostreamdongle - QCast-dongle
5. RS232-kabel
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items aanwezig zijn. Wanneer een of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.

Standaardaccessoires

De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde regio's geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
Projector Netsnoer VGA-kabel
Digital Projector
Quick Start Guide
Snelgids Cd met
gebruikershandleiding
Garantiekaart*

Optionele accessoires

Inleiding8
Afstandsbediening met batterijen

Buitenkant van de projector

1
3
4
5
6
7
8
9
11
10
2
Voorkant/bovenkant
22
23 23
25
24
24
13 1412 15 16 18 1917 20 21
Achter/onderkant
1. Extern besturingspaneel
2. Luidsprekerrooster
3. Lampdeksel
4. Ventilatie (warme lucht uit)
5. Verstellerknop
6. Lensklep
7. Focusring en zoomring
8. Deksel voor draadloze verbindingen
9. Ventilatie (koele lucht in)
10. Projectielens
11. IR-sensor voor afstandsbediening
12. Mini-usb-poort
13. RS232-controlepoort
14. HDMI-ingang
15. Usb-type-A-poort
16. RGB-signaaluitgang
17. RGB (pc)-/componentvideo (YPbPr/
18. Audio-uitgang
19. Audio-ingang
20. S-Video-ingang
21. Audio-ingangen (L/R)
22. Stroomaansluiting
23. Verstelvoetje
24. Gaten voor plafondmontage
25. Sleuf voor Kensington-vergrendeling
(Zie "Bedieningselementen en functies"
op pagina 10 voor details.)
Levert 1,5 A stroom. Voor het opladen van de QCast-dongle (optionele accessoire).
YCbCr)-signaalingangen
Video-ingang
Inleiding 9

Bedieningselementen en functies

Projector

1 2
4
5
6 7
3
8 9
1. Focusring
Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan.
2. Zoomring
Hiermee past u de grootte van het beeld aan.
3. IR-sensor voor afstandsbediening
4. ENERGIE
Dit zet de projector aan of op stand-by.
5. POWER (Power-lampje)
Brandt of knippert als de projector wordt gebruikt.
6. TEMP (waarschuwingslampje temperatuur)
Brandt rood als de temperatuur van de projector te hoog wordt.
7. LAMP (waarschuwingslampje lamp)
Geeft de status van de lamp aan. Brandt of knippert als er een probleem is met de lamp.
8. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
9. OK
Hiermee bevestigt u het geselecteerde menu-item in het On-Screen Display (OSD)-menu.
10
11 12
13 14 15
10. Pijltoetsen ( omhoog, omlaag, links, rechts)
Als het On-Screen Display (OSD)-menu is geactiveerd, gebruikt u deze toetsen als pijltoetsen om de gewenste menu-items te selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
11. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
12. QCast
Schakelt de projector op de ingang HDMI-2/MHL.
Gaat branden als de QCast-dongle of een MHL-apparaat correct op de HDMI-2/MHL-poort wordt aangesloten.
13. BACK
Keert terug naar het vorige OSD-menu, sluit en bewaart de menu-instellingen.
14. MENU
Activeert het schermmenu (OSD).
15. AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het beeld.
Inleiding10

Afstandsbediening

2
1
3
6
9
4
7
8
11
10
14
15
16
17 18
20
12 13
5
2
1
3
6
4
7
8
11
10
14
15
16
17 18 19
20
12 13
5
19
(voor Japan)
1. ENERGIE Dit zet de projector aan of op stand-by.
2. Ingangselectieknoppen (COMPUTER 1, VIDEO, S-VIDEO, HDMI, QCast
)
Kies een ingangsignaal voor het beeld. (NETWORK) Geen functie.
3. Pijltoetsen ( omhoog, omlaag,
links, rechts)
Als het On-Screen Display (OSD)-menu is geactiveerd, gebruikt u deze toetsen als pijltoetsen om de gewenste menu-items te selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
4. OK
Hiermee activeert u het geselecteerde menu-item in het schermmenu (OSD).
5. MENU
6. BACK
Activeert het schermmenu (OSD).
Keert terug naar het vorige OSD-menu, sluit en bewaart de menu-instellingen.
7. , ,
: schakelt het projectorgeluid in of uit.
: zet het geluidsvolume van de projector lager.
: zet het geluidsvolume van de
projector hoger.
8. MHL-besturingsknoppen (Vorige, Afspelen/pauzeren,
Volgende, Terugspoelen, Stoppen, Vooruitspoelen)
Gaat naar het vorige bestand/afspelen/
pauzeren/gaat naar het volgende bestand/terugspoelen/stoppen/ vooruitspoelen door media.
Alleen beschikbaar als het smart-
apparaat bestuurd wordt in de MHL-modus.
9. LASER
Hiermee laat u een zichtbaar laseraanwijzerlampje branden waarmee presentaties kunnen worden uitgevoerd.
10. KEYSTONE
Opent het venster om keystone aan te passen.
Inleiding 11
11. PAGE +/PAGE -
• De projector bedienen via de voorkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
• De projector bedienen via de bovenkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
Hiermee kunt u een softwareprogramma (op een aangesloten pc) bedienen dat reageert op opdrachten voor pagina omhoog/omlaag (bijvoorbeeld Microsoft PowerPoint).
12. ASPECT
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
13. NETWORK SETTING
Geen functie.
14. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
15. QCast
Schakelt de projector op de ingang
HDMI-2/MHL.
16. AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het beeld.
17. FREEZE
Zet het geprojecteerde beeld stil.
18. SMART ECO
Opent de lampmodus selectiebalk.
19. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
20. QUICK INSTALL
Selecteert snel diverse functies om het geprojecteerde beeld aan te passen en toont het testpatroon.
De LASER aanwijzer gebruiken
De laseraanwijzer is voor professionele gebruikers een hulpmiddel tijdens presentaties. Als u erop drukt, zendt de aanwijzer rood licht uit.
De laserstraal is zichtbaar. Houd LASER ingedrukt voor een continu lasersignaal.
WAARSCHUWING: Kijk niet rechtstreeks naar het venster van de
laserstraal en richt de laserstraal niet op anderen of op uzelf. Zie de waarschuwingen op de achterzijde van de afstandsbediening voordat u deze gebruikt.
De laseraanwijzer is geen speelgoed. Ouders dienen bedachtzaam om te gaan met de gevaren van laserenergie en de afstandsbediening buiten het bereik van kinderen te houden.
Effectief bereik van de afstandsbediening
De afstandsbediening moet in een hoek van 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de projector worden gehouden om correct te functioneren. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor(en) mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) van de projector geen obstakels liggen die de infraroodstraal kunnen blokkeren.
Inleiding12
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
1. Open de batterijklep door de afstandsbediening eerst om te draaien. Duw vervolgens tegen de vingergreep op de klep om deze omlaag te schuiven in de richting van de pijl zoals in de afbeelding is aangegeven. Het klepje schuift open.
2. Verwijder de oude batterijen (indien nodig) en plaats twee AAA-batterijen, waarbij u let op de polariteit van de batterijen zoals is aangegeven in de batterijnis. Plus (+) naar plus en min (-) naar min.
3. Plaats de klep terug door deze op de afstandsbediening te leggen en terug in positie te schuiven. Stop als het deksel vastklikt.
WAARSCHUWING:
• Laat de afstandsbediening en batterijen niet liggen op plaatsen die extreem warm of vochtig zijn, zoals de
keuken, badkamer, sauna, solarium of in een gesloten auto.
• Gebruik alleen dezelfde batterijen of batterijen van hetzelfde type dat door de fabrikant van de batterij
wordt aanbevolen.
• Gooi batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant en volgens de plaatselijke milieuregelgeving.
• Werp batterijen nooit in vuur. Dit kan een explosie veroorzaken.
• Als de batterijen leeg zijn of als u de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijdert u
de batterijen om beschadiging van de afstandsbediening door lekkende batterijen te voorkomen.
Inleiding 13

De projector positioneren

Het kiezen van een plek

Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
De projector kan op de volgende plekken worden geïnstalleerd. Betreffende instelling kan worden uitgevoerd in het OSD-menu.
1. Tafel voor
Selecteer deze instelling als u de projector op de tafel en voor het scherm installeert. Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
2. Plafond voor
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en voor het scherm installeert.
Als u de projector aan het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset van BenQ bij uw leverancier kopen.
3. Plafond achter
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor achterwaartse projectie en de plafondmontageset van BenQ vereist.
4. Tafel achter
Selecteer deze instelling als u de projector op de tafel en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist.
Als de projector is ingeschakeld, kunt u de projectorpositie als volgt instellen.
• Druk op MENU en vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL: Basis
is geselecteerd. Druk op om Projectorinstallatie te selecteren en druk op / om een instelling te kiezen.
• Druk op QUICK INSTALL op de afstandsbediening en vervolgens op / totdat
Projectorinstallatie is geselecteerd. Druk op OK en druk op / om een instelling te selecteren.
De projector positioneren14
De gewenste beeldgrootte van de projectie
H
B
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
Verticale afstand
4:3 schermdiagonaal
instellen
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.

Projectieafmetingen

MX704
De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en van het geprojecteerde beeld 4:3
Schermgrootte Afstand tot scherm (cm)
Diagonaal
Inch mm (max. zoom) (min. zoom)
60 1524 91 122 238 250 262 9,1
70 1778 107 142 278 292 306 10,7
80 2032 122 163 318 334 350 12,2
90 2286 137 183 358 376 393 13,7
100 2540 152 203 397 417 437 15,2
110 2794 168 224 437 459 481 16,8
120 3048 183 244 477 501 525 18,3
130 3302 198 264 517 543 568 19,8
140 3556 213 284 556 584 612 21,3
150 3810 229 305 596 626 656 22,9
160 4064 244 325 636 668 699 24,4
170 4318 259 345 676 709 743 25,9
180 4572 274 366 715 751 787 27,4
190 4826 290 386 755 793 831 29,0
200 5080 305 406 795 835 874 30,5
250 6350 381 508 994 1043 1093 38,1
300 7620 457 610 1192 1252 1312 45,7
H
(cm)B (cm)
Als u bijvoorbeeld een 120-inch scherm gebruikt, is de aanbevolen projectieafstand 501 cm en bedraagt de verticale afstand 18,3 cm.
Min lengte
Gemiddeld
Max lengte
Ver ti ca le
afstand
(cm)
De projector positioneren 15
Voor een projectieafstand van 620 cm is 626 cm de dichtstbijzijnde waarde in de kolom
H
B
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
16:10 schermdiagonaal
"Afstand tot scherm (cm)". Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 150''
(ongeveer 3,8 m) nodig hebt.
MW705
De beeldverhouding van het scherm is 16:10 en die van het geprojecteerde beeld is 16:10.
Schermgrootte Afstand tot scherm (cm)
Diagonaal
Inch mm (max. zoom) (min. zoom)
H
(cm)B (cm)
Min lengte
Gemiddeld
Max lengte
Ver ti ca le
afstand
(cm)
60 1524 81 129 200 210 220 0,0
70 1778 94 151 233 245 257 0,0
80 2032 108 172 267 280 293 0,0
90 2286 121 194 300 315 330 0,0
100 2540 135 215 333 350 367 0,0
110 2794 148 237 367 385 403 0,0
120 3048 162 258 400 420 440 0,0
130 3302 175 280 433 455 477 0,0
140 3556 188 302 467 490 513 0,0
150 3810 202 323 500 525 550 0,0
160 4064 215 345 533 560 587 0,0
170 4318 229 366 567 595 623 0,0
180 4572 242 388 600 630 660 0,0
190 4826 256 409 633 665 697 0,0
200 5080 269 431 667 700 733 0,0
250 6350 337 538 833 875 917 0,0
300 7620 404 646 1000 1050 1100 0,0
Als u bijvoorbeeld een scherm van 120 inch gebruikt, is de aanbevolen projectieafstand 420 cm.
Voor een projectieafstand van 520 cm is 525 cm de dichtstbijzijnde waarde in de kolom
"Afstand tot scherm (cm)". Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 150''
(ongeveer 3,8 m) nodig hebt.
De projector positioneren16
Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten. BenQ beveelt aan, dat bij een permanente plaatsing van de projector de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het beste past in uw specifieke locatie.
De projector positioneren 17

Aansluitingen

Laptop of desktopcomputer
Luidsprekers
AV-apparaat
Beeldscherm
(DVI)
(VGA)
of
of
Volg deze instructies om apparatuur op de projector aan te sluiten:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat deze aansluit.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
Onderstaande afbeeldingen met verbindingen dienen slechts ter illustratie. De aansluitingen op de achterzijde van de projector verschillen per projectormodel.
1 2 13
1. VGA-kabel
2. VGA-naar-DVI-A-kabel
3. Usb-kabel
4. Componentvideo-naar-VGA (of D-sub) adapterkabel
4
7 7 7
58 76
b
9
a
5. S-Video-kabel
6. Videokabel
7. Audiokabel
8. HDMI-kabel
9. QCast-dongle
Aansluitingen18
Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een beeldscherm. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding van het notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
De d-sub-uitgang werkt alleen als een geschikte d-sub-stekker op de PC-aansluiting is aangesloten.
Als u deze verbindingsmethode wilt gebruiken als de projector op stand-by staat, zorg dan dat de Beeldscherm-uit-functie is ingeschakeld in het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd. Zie "Stand-by-
instellingen" op pagina 51 voor details.

Videoapparaten aansluiten

U dient de projector slechts op een van de volgende videouitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste videoapparaat.
Naam van aansluiting Uiterlijk van aansluiting Beeldkwaliteit
HDMI/MHL
Beste
Component video
S-Video
Video
Beter
Goed
Normaal
Audioapparaten aansluiten
De projector heeft ingebouwde mono-luidspreker(s) met enkele basisfuncties voor het geluid bij zakelijke presentaties. Eventuele stereo-geluidssignalen worden omgezet naar monogeluid voor de luidsprekers van de projector.
De geïntegreerde luidsprekers worden gedempt als de AUDIO OUT-aansluiting is aangesloten.
Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
Aansluitingen 19
De videostreamdongle - QCast (optionele
1
2
accessoire) aansluiten
Met deze dohngle kunt u draadloos projecteren vanaf een smart-apparaat of computer. Neem contact op met uw plaatselijke verkoper om de QCast-dongle aan te schaffen.

Installatie

1. Draai de schroef los die het deksel van de draadloze verbindingen bevestigt en open het deksel van de draadloze verbindingen.
2
2. Schuif de schakelaar op de dongle op MHL en sluit de dongle aan op de HDMI-2/MHL-poort.
3. Vervang het deksel van de draadloze verbindingen en draai de schroef van het deksel vast.

Draadloos projecteren starten

1. Schakel de projector in.
2. Als de QCast-dongle correct is aangesloten op de HDMI-2/MHL-poort, brandt het ledlampje oranje.
Als een andere MHL-dongle of een MHL-kabel met een MHL­apparaat is verbonden met de HDMI-2/MHL-poort, brandt het ledlampje ook oranje.
3. Schakel de draadloze functie met de QCast-dongle in via een van de volgende stappen.
MHL
2
1
USB
Aansluitingen20
•Druk op QCast op de projector of afstandsbediening.
De QCast wifi-dongle is nu uitgeschakeld. (MHL is nu uitgeschakeld) Klik nogmaals op de QCast-knop om de QCast w ifi-dongle opnieuw op te starten.
MELDING
•Druk op SOURCE en kies HDMI-2/MHL op de ingangselectiebalk.
4. U kunt nu beginnen met draadloos projecteren.
Als de draadloze projectie plotseling stopt, drukt u op QCast om de QCast-dongle uit te schakelen. Druk op QCast op de projector of afstandsbediening om de dongle opnieuw op te starten.
De ingang HDMI-2/MHL kan niet worden gevonden als de projector automatisch beschikbare signalen zoekt.
Compatibiliteit met MHL-dongles van andere merken wordt niet gegarandeerd.
Aansluitingen 21
Loading...
+ 46 hidden pages