Benq MX701 User Manual [nl]

MX701 Digital Projector Gebruikershandleiding
Welkom

Inhoud

Belangrijke
veiligheidsinstructies ..........3
Inleiding ..............................7
Inhoud van de verpakking .................... 8
Buitenkant van de projector ................. 9
De projector positioneren 13
Het kiezen van een plek....................... 13
De gewenste beeldgrootte van de
projectie instellen ................................ 14
Aansluitingen....................15
Videoapparaten aansluiten ................. 16
Bediening ..........................17
De projector opstarten ........................ 17
De menu's gebruiken .......................... 20
De projector beveiligen ....................... 21
Schakelen tussen ingangssignalen....... 23
Vergroten en details zoeken................ 24
De beeldverhouding selecteren........... 25
Het beeld optimaliseren ...................... 27
De presentatietimer instellen.............. 30
Door pagina's scrollen vanaf de
afstandsbediening................................ 31
Het beeld stilzetten .............................. 31
Het beeld verbergen ............................ 31
Besturingstoetsen blokkeren............... 32
Gebruik op grote hoogte ..................... 32
Uw eigen startscherm maken.............. 32
Het geluid aanpassen........................... 33
De projector besturen via een lan-
omgeving ..............................................34
De projector uitschakelen....................37
Direct uitschakelen ..............................37
Onderhoud........................48
Onderhoud van de projector...............48
Informatie over de lamp ......................49
Problemen oplossen .........55
Specificaties .......................56
Projectorspecificaties ...........................56
Afmetingen...........................................57
Plafondmontage...................................57
Timing-diagram...................................58
Informatie over garantie
en auteursrechten .............61
Inhoud2

Belangrijke veiligheidsinstructies

Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor IT­apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar de handleiding voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het projecteren niet rechtstreeks in de lens van de projector. De sterke lichtstraal kan uw ogen beschadigen.
3. Laat reparatie- of onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus.
5. In sommige landen is de netspanning ongelijkmatig. Hoewel deze projector normaal werkt bij een netspanning van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan het apparaat uitvallen wanneer zich een stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet. In gebieden waar dit risico hoog is, is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
6. Blokkeer de projectielens niet met voorwerpen. De voorwerpen kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten. Druk op ECO BLANK op de projector of afstandsbediening om de lamp tijdelijk uit te schakelen.
4. Zorg er altijd voor dat de lenssluiter (indien aanwezig) is geopend of de lensdop (indien aanwezig) is verwijderd wanneer de projectorlamp brandt.
Belangrijke veiligheidsinstructies 3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
7. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
10. Plaats dit product nooit op een onstabiele ondergrond. Het product kan dan vallen en ernstig worden beschadigd.
8. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken.
9. Zorg dat de stekker van de projector uit het stopcontact is verwijderd voordat u de lamp of elektronische onderdelen vervangt.
11. Open deze projector niet zelf. De onderdelen van het apparaat staan onder hoge spanning die levensgevaarlijk is. Het enige onderdeel dat u mag vervangen, is de lamp met het deksel.
U mag nooit andere onderdelen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
12. Wanneer u de projector gebruikt, neemt u mogelijk warme lucht en een bepaalde geur waar bij het ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
3.000 m (10000
voet)
0 m
(0 voet)
Veiligheidsinstructies (vervolg)
13. Plaats de projector niet in de volgende ruimtes.
- Slecht geventileerde of gesloten ruimtes.
Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector.
- Plekken waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Plekken met veel vocht, stof of rook die
optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
- Plekken in de buurt van een brandalarm.
- Plekken met een omgevingstemperatuur
hoger dan 40°C/104°F
- Plekken die hoger liggen dan 3000 m
(10000 voet).
14. Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
Als het ventilatierooster niet vrij wordt gehouden, kan er door oververhitting in de projector brand ontstaan.
15. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op een stabiel en niet hellend oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als
deze gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden (links naar rechts) of in een hoek van meer dan 15 graden (voor naar achter). Als u de projector gebruikt wanneer deze niet volledig horizontaal staat, werkt deze mogelijk niet optimaal of kan de lamp beschadigd raken.
16. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies 5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
17. Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar kan ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, trekt u de stekker uit het stopcontact en belt u BenQ voor reparaties.
Montage van de projector op het plafond
Voor een probleemloze werking van de projector is ook veiligheid van groot belang. Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om schade en lichamelijk letsel te voorkomen.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQ­projectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander merk gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar beneden valt omdat het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd.
U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw projector. Het verdient ook aanbeveling een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensington­slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de houder. Wanneer de projector loskomt van de houder, blijft het apparaat toch veilig zitten.
19. Dit product kan beelden omgekeerd weergeven, zodat plafondmontage mogelijk is.
Gebruik alleen de plafondmontageset van BenQ en zorg dat de projector stevig vastzit.
20. Dit apparaat moet worden geaard.
Belangrijke veiligheidsinstructies6
Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in overeenstemming met de plaatstelijke wetten voor afvalverwerking. Zie www.lamprecycle.org.

Inleiding

Kenmerken van de projector

De projector combineert krachtige optische projectiemogelijkheden met een gebruikersvriendelijk ontwerp dat betrouwbaarheid en gebruiksgemak garandeert.
De projector heeft de volgende kenmerken.
• ECO BLANK - Dankzij de Philips ImageCare®-technologie bespaart de functie Eco Blank (Eco uit) maximaal 70% van de lampenergie terwijl het beeld wordt verborgen
• Met netwerkinstellingen kan via een webbrowser van een computer de projectorstatus worden beheerd
• Met de 3D-functie kunt u genieten van films, video’s en sport in 3D, nu nog realistischer doordat de beelden diepte krijgen
• Heldere kleur/VIDI voor echtere, levendigere kleuren in het beeld
• Ondertitels voor de dialoog, verhaallijn en geluidseffecten van tv-programma’s en video’s
• Variabel geluidsniveau
• Wandkleurcorrectie waarmee het mogelijk is te projecteren op oppervlakten met verschillende vooraf gedefinieerde kleuren
• Snel automatisch zoeken versnelt het detecteren van het signaal
• Instelbare wachtwoordbeveiliging
• 3D-kleurbeheer om kleuren aan te passen naar uw voorkeur
• Snelkoelfunctie om de projector snel af te koelen
• Presentatietimer voor meer inzicht in de tijdsduur van presentaties
• Automatisch de beste beeldkwaliteit met één druk op een knop
• Digitale keystone-correctie om vervormde beelden te corrigeren
• Instelbare kleurbalansregeling voor weergave van gegevens/videobeelden
• Weergave van 1,07 miljoen kleuren
• Meertalige schermmenu's (OSD)
• Schakelen tussen de modi normaal en economisch om het stroomverbruik te verminderen
• Ingebouwde luidsprekers voor gemengd monogeluid bij gebruik van een audio-ingang
• Compatibel met component HDTV (YP
De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de instellingen voor contrast en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de afstand tot het scherm.
De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en verschilt per fabrikant. Dit is normaal.
bPr)
Inleiding 7

Inhoud van de verpakking

1. Reservelamp
2. Wandmontagekit
3. RS232-kabel
4. Draagtas
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.

Standaardaccessoires

De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde regio’s geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
Projector Netsnoer VGA-kabel
Trek het kaartje weg voordat u de afstandsbediening gebruikt.

Optionele accessoires

Inleiding8
Snelgids CD met
Afstandsbediening met batterij
Garantiekaart*
gebruikershandleiding

Buitenkant van de projector

5
Voorkant/bovenkant
3
4
6
1
8
9
7
2
10
Achter/onderkant
13
15
20
21
24
23
16
11
19 22
25
12
14
18
17
1. Lampdeksel
2. Extern besturingspaneel (Zie "Bedieningselementen en functies"
op pagina 10 voor meer informatie.)
3. Ventilatie (warme lucht uit)
4. Verstellerknop
5. Focusring en zoomring
6. Ventilatie (koele lucht in)
7. Luidsprekerrooster
8. IR-sensor afstandsbediening voorkant
9. Projectielens
10. Lenskap
11. Stroomaansluiting
12. Achterste verstelvoetje
13. Gaten voor plafondmontage
14. Verstelvoetje aan voorkant
15. RS-232-controlepoort
16. RJ45 lan-ingang
17. Usb-poort
18. IR-sensor afstandsbediening achterkant
19. HDMI-ingang
20. RGB-signaaluitgang
21. RGB (pc)-/componentvideo (YPbPr/ YCbCr)-signaalingang
22. S-Video-ingang Video-ingang
23. Audio (L/R)-ingangen
24. Audio-ingangen Audio-uit gang
25. Sleuf voor Kensington-vergrendeling
Inleiding 9

Bedieningselementen en functies

1
5
10
12
14
6
9
8
3
4
7
11
2
13
11

Projector

8. TEMP (waarschuwingslampje temperatuur)
Licht rood op als de temperatuur van de projector te hoog wordt.
9. POWER (Power-lampje)
Brandt of knippert als de projector wordt gebruikt.
10. Auto
Hiermee worden automatisch de beste beeldtiminginstellingen bepaald voor het weergegeven beeld.
11. Keystone/pijltoetsen ( / Omhoog,
1. Focusring
Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan.
2. Zoomring
Hiermee past u de grootte van het beeld aan.
3. LAMP (waarschuwingslampje lamp)
Geeft de lampstatus aan. Brandt of knippert als er een probleem is met de lamp.
4. MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het schermmenu (OSD) in. Hiermee gaat u terug naar het vorige schermmenu (OSD), sluit u het menu en slaat u de menu-instellingen op.
5. Links/
12. AAN/UIT
13. Rechts/
14. SOURCE
/Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt.
Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in.
Verhoogt het volume van de projector.
Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd, functioneren de toetsen #5, #11 en #13 als richtingspijlen om de gewenste menuopties te selecteren en de instellingen te wijzigen.
Geeft de ingangselectiebalk weer.
Verlaagt het volume van de projector.
6. MODE/ENTER
Selecteer een beschikbare beeldmodus.
Hiermee activeert u het geselecteerde menu-item in het schermmenu.
7. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
Inleiding10

Afstandsbediening

15
1
8
4
7
3
10
11
12
13
2
5
6
14
8
9
1. AAN/UIT
Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in.
2. Stilstaand beeld
Hiermee zet u het geprojecteerde beeld stil.
3. Links
4. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
5. Digital Zoom (+, -)
Hiermee vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld.
6. Volume +/-
Past het geluidsniveau aan.
7. MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het schermmenu (OSD) in. Hiermee gaat u terug naar het vorige schermmenu (OSD), sluit u het menu en slaat u de menu-instellingen op.
8. Keystone/pijltoetsen ( / Omhoog, / Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt.
9. Auto
Hiermee worden automatisch de beste beeldtiminginstellingen bepaald voor het weergegeven beeld.
10. Rechts
Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd, functioneren de toetsen #3, #8 en #10 als richtingspijlen om de gewenste menuopties te selecteren en de instellingen te wijzigen.
11. SOURCE
Geeft de ingangselectiebalk weer.
12. MODE/ENTER
Selecteer een beschikbare beeldmodus.
Hiermee activeert u het geselecteerde menu-item in het schermmenu.
13. Timer On
Hiermee kunt u een timer op het scherm activeren of weergeven op basis van uw eigen timerinstelling.
14. Timer Set up
Hiermee wordt de instelling voor presentatietimer direct ingevoerd.
15. PAGE UP/PAGE DOWN
Hiermee kunt u een softwareprogramma (op een aangesloten pc) bedienen dat reageert op opdrachten voor pagina omhoog/omlaag (bijvoorbeeld Microsoft PowerPoint) .
Inleiding 11
Bereik van de afstandsbediening
• De projector bedienen via de voorkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
1
5
°
• De projector bedienen via de achterkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
1
5
°
De IR-sensoren (infrarood) van de afstandsbediening bevinden zich op de voor- en achterkant van de projector. Houd de afstandsbediening onder een hoek van maximaal 30 graden ten opzichte van de IR-sensoren van de afstandsbediening op de projector. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensoren mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de projector blokkeert.
De batterij van de afstandsbediening vervangen
1. Verwijder de batterijhouder.
Volg de geïllustreerde instructies. Houd de vergrendelarm ingedrukt terwijl u de batterijhouder verwijdert.
2. Plaats de nieuwe batterij in de houder. De positieve pool van de batterij moet naar buiten wijzen.
3. Duw de houder in de afstandsbediening.
Vermijd hoge temperaturen en vochtigheid.
De batterij kan beschadigd raken als u deze niet correct
plaatst.
Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een
soortgelijk type batterijen, zoals door de fabrikant aanbevolen.
Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies
van de fabrikant.
Gooi een batterij nooit in een vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen.
Verwijder de batterij als deze leeg is of als u de afstandsbediening langere tijd niet
gebruikt. Zo voorkomt u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke lekkage van de batterij.
Inleiding12

De projector positioneren

Het kiezen van een plek

De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd:
1. Tafel voor Selecteer deze instelling als u de projector op
de tafel en voor het scherm installeert. Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
2. Plafond voor Selecteer deze instelling als u de projector
tegen het plafond en voor het scherm installeert.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset van BenQ bij uw leverancier kopen.
Stel Plafond voor in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie in nadat de projector is ingeschakeld.
3. Plafond achter Selecteer deze instelling als u de projector
tegen het plafond en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist en de plafondmontageset van BenQ.
Stel Plafond achter in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie in nadat de projector is ingeschakeld.
4. Tafel achter Selecteer deze instelling als u de projector op
de tafel en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist.
Stel Tafel achter in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie in nadat de projector is ingeschakeld.
Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
De projector positioneren 13
Maximale zoom
Minimale zoom
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
Verticale afstand
A1

De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen

De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
Als u een scherm met een beeldverhouding van 4:3 nodig hebt om een beeld van 4:3 te projecteren, en de gemeten projectieafstand is 3000 mm, zie dan Tabel A1 beste treffer in de kolom "Afstand tot scherm (mm)" is 2933 mm. Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 80” (ongeveer 2,0 m) nodig hebt.

Projectieafmetingen

Zie "Afmetingen" op pagina 57 voor de maten van het lensmidden van deze projector voordat u de geschikte positie berekent.
Tabel A1: De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld 4:3
Scherm-
grootte
Diagonaal
Inch mm
40 1016 610 813 1333 1467 1600 30
50 1270 762 1016 1667 1833 2000 38
60 1524 914 1219 2000 2200 2400 46
70 1778 1067 1422 2333 2567 2800 53
80 2032 1219 1626 2667 2933 3200 61
90 2286 1372 1829 3000 3300 3600 69
100 2540 1524 2032 3333 3667 4000 76
120 3048 1829 2438 4000 4400 4800 91
150 3810 2286 3048 5000 5500 6000 114
200 5080 3048 4064 6667 7333 8000 152
250 6350 3810 5080 8333 9167 10000 191
300 7620 4572 6096 10000 11000 12000 229
Er zit een tolerantie van 3% in deze waarden door variaties in de optische onderdelen. BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en ­afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
Geprojecteerde
beeldgrootte
H (mm) B (mm)
Afstand tot scherm (mm)
Min lengte
(max.
zoom)
Gemid-
deld
Max lengte
(min. zoom)
op pagina 14. De
Verticale
afstand
(mm)
De projector positioneren14

Aansluitingen

Laptop of desktopcomputer
Luidsprekers
of
AV-apparaat
Beelds­cherm
(DVI)
(VGA)
of
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden
meegeleverd met de projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
Onderstaande afbeeldingen met verbindingen dienen slechts ter illustratie.
De aansluitingen op de achterzijde van de projector verschillen per projectormodel.
2
1
3
1. VGA-kabel
2. VGA-naar-DVI-A-kabel
3. USB-kabel
4. HDMI-kabel
5. Componentvideo-naar-VGA (of D-sub) adapterkabel
9
1
645
9
6. Audio-l/r-kabel
7. S-Video-kabel
8. Videokabel
9. Audiokabel
7 8
Aansluitingen 15
9
Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of CRT/LCD kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een beeldscherm. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
De d-sub-uitgang werkt alleen als een geschikte d-sub-stekker op de COMPUTER 1­aansluiting is aangesloten.
Als u deze verbindingsmethode wilt gebruiken als de projector op standby staat, zorg dan dat de Beeldscherm-uit-functie is ingeschakeld in het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd. Zie "Stand-by-instellingen" op pagina 46 voor details.

Videoapparaten aansluiten

U dient de projector slechts op een van de volgende videouitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste videoapparaat.
Naam van aansluiting Uiterlijk van aansluiting Beeldkwaliteit
HDMI
Best
Component Video
S-Video
Video
Beter
Goed
Normaal
Audioapparaten aansluiten
De projector heeft twee ingebouwde mono-luidsprekers met enkele basisfuncties voor het geluid bij zakelijke presentaties. Deze zijn niet ontworpen, noch bedoel voor het leveren van stereogeluid zoals dit verwacht kan worden in home theater of home cinema toepassingen. Eventuele stereo-geluidssignalen worden omgezet naar monogeluid voor de luidsprekers van de projector.
De geïntegreerde luidspreker wordt gedempt als de AUDIO OUT-aansluiting is aangesloten.
In de onwaarschijnlijke situatie dat u de projector aansluit op een dvd-speler via de HDMI­ingang van de projector en de kleuren van het beeld niet kloppen, stel dan de kleurruimte in op YUV. Zie "De Kleurruimte veranderen" op pagina 24 voor details.
De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als u een stereo-invoerbron hebt aangesloten. Zie "Audioapparaten aansluiten" op pagina 16 voor details.
Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
Aansluitingen16

Bediening

De projector opstarten

1. Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de
stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact in (indien nodig). Controleer of het POWER (Power-lampje) op de projector oranje brandt zodra de stroom is ingeschakeld.
Gebruik uitsluitend de originele accessoires (zoals de stroomkabel) op het toestel om mogelijke gevaren, zoals elektrische schok en brand, te voorkomen.
2. Druk op AAN/UIT om de projector te starten. Zodra het lampje gaat branden,
hoort u een "opstartgeluid". De POWER (Power-lampje) knippert groen en blijft branden als de projector wordt ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de latere fase van het opstarten wordt het opstartlogo weergegeven.
Draai zo nodig aan de focusring om de helderheid van het beeld aan te passen.
Zie "Uitschakelen van Beltoon aan/uit" op pagina 33 voor details over het uitschakelen van de geluidsmelding.
Als de projector nog warm is van de vorige sessie, gaat de ventilator ongeveer 90 seconden draaien voordat de lamp wordt ingeschakeld.
3. Als de projector voor het eerst wordt
geactiveerd, kies dan uw OSD-taal door de instructies op het scherm te volgen.
4. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd,
drukt u op de pijlknoppen om een wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Zie "De
wachtwoordbeveiliging gebruiken" op pagina 21
voor details.
5. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6. De projector gaat zoeken naar ingangssignalen.
Het momenteel gescande ingangssignaal wordt in de linkerbovenhoek van het scherm weergegeven. Als de projector geen goed signaal waarneemt, blijft het bericht "Geen signaal" op het scherm staan totdat er een ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook op de knop SOURCE op de projector of afstandsbediening drukken om het gewenste invoersignaal te selecteren. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 23 voor details.
Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt, wordt het bericht 'Buiten bereik' op een leeg scherm. Selecteer een ingangssignaal dat compatibel is met de resolutie van de projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau in. Zie "Timing-diagram" op pagina 58 voor details.
Bediening 17

Het geprojecteerde beeld aanpassen

Kijk niet in de lens wanneer de projectorlamp brandt. Het felle licht kan schade toebrengen aan uw ogen.
Pas goed op als u op de verstellerknop drukt want deze bevindt zich vlak bij de afzuiging voor de warme lucht.
1. Wijzig de grootte van het geprojecteerde beeld met behulp van de zoomring.
2. Stel het beeld scherp door aan de focusring te draaien.

De projectiehoek aanpassen

De projector heeft vooraan een handige verstellerknop en achteraan een verstelvoetje. Met deze verstelvoetjes kunt u de hoogte van het beeld en de projectiehoek wijzigen. De projectorhoogte aanpassen:
1. Druk op de verstellerknop en til de projector aan de voorkant op. Wanneer het beeld de gewenste positie heeft, laat u de verstellerknop los om het verstelvoetje in deze positie te vergrendelen.
2. Draai aan het achterste verstelvoetje om de horizontale hoek nauwkeuriger in te stellen.
U schuift het verstelvoetje in door de projector omhoog te houden terwijl u op de verstellerknop drukt. Laat de projector vervolgens langzaam zakken. Draai in omgekeerde richting aan het achterste verstelvoetje.
Wanneer de projector niet op een horizontaal oppervlak wordt geplaatst of het scherm en de projector niet loodrecht op elkaar staan, wordt het geprojecteerde beeld trapeziumvormig weergegeven. Om deze situatie te corrigeren, zie "Keystone
corrigeren" op pagina 19 voor details.

Het beeld automatisch aanpassen

In sommige gevallen is het nodig om de beeldkwaliteit bij te stellen. Hiervoor drukt u op Auto op de projector of de afstandsbediening. Binnen 3 seconden past de ingebouwde automatische bijstellingsfunctie de waarden van Frequentie en Klok aan, zodat er een optimale beeldkwaliteit wordt geproduceerd.
De huidige signaalgegevens worden 3 seconden in de hoek van het scherm weergegeven.
Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
2
1

Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen

Bediening18

Keystone corrigeren

Druk op
/.
Druk op
/.
Keystone verwijst naar het effect waarbij het geprojecteerde beeld merkbaar groter is aan bovenkant of onderkant. Dit doet zich voor als de projector niet loodrecht op het scherm staat.
Corrigeer dit door het handmatig via EEN van onderstaande stappen te corrigeren.
• Met de afstandsbediening
Druk op / op de projector of de afstandsbediening om de Keystone-correctiepagina te openen. Druk op om de keystone bovenin het
beeld te corrigeren. Druk op om de keystone onderin het beeld te corrigeren.
• Via het OSD-menu
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu WEERGAVE geselecteerd is.
2. Druk op om Keystone te selecteren en druk op MODE/ENTER. De correctiepagina voor Keystone wordt geopend.
3. Druk op om de keystone bovenin het beeld te corrigeren. Druk op om de keystone onderin het beeld te corrigeren.
Bediening 19

De menu's gebruiken

Huidig ingangssignaal
Pictogram hoofdmenu
Hoofdmenu
Submenu
Selecteren
Druk op MENU/EXIT om naar de vorige pagina te gaan of af te sluiten.
Status
WEERGAVE
Wandkleur Beeldverhouding
Keystone
Positie
Fase
Horizontale afmeting
Digitale zoom
Uit
Auto
0
0
ENTER
MENU Afsluiten
Analog RGB
3D sync
Uit
3D sync omkeren
Uitschakelen
Lessjabloon
WEERGAVE
Wandkleur Beeldverhouding
Positie Fase Horizontale afmeting Digitale zoom
Keystone
Analog RGB
Uit
Auto
0 0
MENU Afsluiten
3D sync
Uit
3D sync omkeren
Uitschakelen
Lessjabloon
SYSTEEMINSTLL: Basis
Presentatietimer
Nederlands
Taal
Projectorpositie
Gebruiksinstellingen
Achtergrondkleur
My Screen
Opstartscherm
Analog RGB
MENU Afsluiten
Tafel voor
BenQ BenQ
Menu-instellingen
Paneeltoetsblokkering
Uit
SYSTEEMINSTLL: Basis
Presentatietimer
NederlandsTaal
Projectorpositie
Gebruiksinstellingen
Achtergrondkleur
My Screen
Opstartscherm
Analog RGB
MENU Afsluiten
Tafel voor
BenQ BenQ
Menu-instellingen
Paneeltoetsblokkering
Uit
De projector beschikt over schermmenu's (OSD) waarin u de instellingen kunt aanpassen.
Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu.
Het volgende voorbeeld beschrijft hoe u de OSD-taal kunt instellen.
1. Druk op MENU/EXIT op de projector of
2. Gebruik / om het menu
Bediening20
afstandsbediening om het OSD-menu te openen.
SYSTEEMINSTLL: Basis te selecteren.
3. Druk op om Taal te selecteren en druk op / om een
gewenste taal te kiezen.
4. Druk tweemaal* op MENU/EXIT op de projector of op de afstandsbediening om het menu te sluiten en de instellingen op te slaan.
*Wanneer u eenmaal drukt, gaat u terug naar het submenu, wanneer u tweemaal drukt, wordt het schermmenu gesloten.

De projector beveiligen

NIEUW WACHTWOORD INVOEREN
TerugMENU
Inschakelblokkering en Beginschermblokkering gebruiken hetzelfde wachtwoord.

Een veiligheidskabelslot gebruiken

De projector moet op een veilige plek worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen. Of schaf een slot aan, bijvoorbeeld een Kensington-slot, om de projector te beveiligen. U ziet aan de achterkant van de projector een sleuf voor een Kensingtonslot. Zie item 25 op pagina 9 voor details.
Een Kensington veiligheidskabelslot is meestal een combinatie van sleutel(s) en slot. Zie de documentatie van het slot voor meer informatie over het gebruik.

De wachtwoordbeveiliging gebruiken

Met het oog op beveiliging en het voorkomen van ongeoorloofd gebruik is de projector voorzien van een optie voor wachtwoordbeveiliging. U kunt het wachtwoord instellen via het schermmenu (OSD).
WAARSCHUWING: Het is buitengewoon vervelend als u de wachtwoordbeveiliging inschakelt en vervolgens het wachtwoord vergeet. Druk de handleiding zo nodig af en noteer er uw wachtwoord in. Bewaar de handleiding op een veilige plaats, zodat u het wachtwoord altijd terug kunt vinden.
Een wachtwoord instellen
Als u een wachtwoord hebt ingesteld en de inschakelblokkering is geactiveerd, kunt u de projector alleen gebruiken als het wachtwoord wordt ingevoerd. Telkens wanneer u de projector start, moet u het wachtwoord opgeven.
1. Open het OSD-menu en ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Beveiligingsins Tellingen. Druk op MODE/ENTER. De pagina Beveiligingsins Tellingen wordt geopend.
2. Selecteer Beveiligingsinstellingen wijzigen en druk op MODE/ENTER.
3. Zoals hier rechts afgebeeld, staan de vier pijltoetsen ( , , , ) voor vier cijfers
(1, 2, 3, 4). Druk, afhankelijk van het gewenste wachtwoord, op de pijltoetsen op afstandsbediening om de zes cijfers van het wachtwoord in te voeren.
4. Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren.
Als het wachtwoord is ingesteld keert het OSD­menu terug naar de pagina Beveiligingsins Tellingen.
5. Activeer de functie Inschakelblokkering door op / te drukken om Inschakelblokkering te markeren, en druk op / om Aan te kiezen.
6. Activeer de functie Beginschermblokkering door op / te drukken om Beginschermblokkering te markeren, en druk op / om Aan te kiezen. Als Beginschermblokkering is geactiveerd, is de functie My Screen in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis beveiligd met een wachtwoord.
BELANGRIJK: De ingevoerde cijfers worden als sterretjes op het scherm weergegeven. Schrijf het door u gekozen wachtwoord van te voren of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd in deze handleiding, zodat u het bij de hand hebt als u het mocht vergeten.
Wachtwoord: __ __ __ __ __ __
Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.
7. Sluit het OSD-menu af door op MENU/EXIT te drukken.
Bediening 21
Als u het wachtwoord bent vergeten
Wachtwoordfout
Probeer het opnieuw.
Schrijf de oproepcode op, en neem contact op met de BenQ Klantenservice.
Code:
0 2 1 2
WACHTWOORD OPROEPEN
AfsluitenMENU
Als de wachtwoordfunctie is geactiveerd, wordt u gevraagd het wachtwoord van zes cijfers in te voeren als u de projector inschakelt. Als u het verkeerde wachtwoord invoert, verschijnt het foutbericht van het wachtwoord dat hier rechts wordt weergegeven. Dit blijft drie seconden op het scherm staan. Hierna volgt het bericht WACHTWOORD INVOEREN. U kunt een nieuwe poging doen door een ander wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Als u het wachtwoord niet in deze handleiding hebt genoteerd, en u kunt het zich absoluut niet meer herinneren, kunt u de procedure starten waarmee u het wachtwoord kunt oproepen. Zie "De procedure voor het oproepen van het wachtwoord starten" op pagina 22 voor details.
Wanneer u 5 keer achter elkaar het verkeerde wachtwoord invoert, wordt de projector na korte tijd automatisch uitgeschakeld.
De procedure voor het oproepen van het wachtwoord starten
1. Druk op Auto op de projector of op de afstandsbediening en houd de knop 3 seconden ingedrukt. De projector geeft een gecodeerd nummer weer op het scherm.
2. Schrijf het nummer op en schakel de projector uit.
3. Raadpleeg het service center van BenQ in uw land om het nummer te decoderen. Mogelijk wordt u gevraagd om een bewijs van aankoop te overleggen om te controleren of u bevoegd bent de projector te gebruiken.
Het wachtwoord wijzigen
1. Open het OSD-menu en ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd>
2. Druk op MODE/ENTER. Het bericht "HUIDIG WACHTWOORD INVOEREN"
3. Voer het oude wachtwoord in.
4. Voer een nieuw wachtwoord in.
BELANGRIJK: De ingevoerde cijfers worden als sterretjes op het scherm weergegeven. Schrijf het door u gekozen wachtwoord van te voren of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd in deze handleiding, zodat u het bij de hand hebt als u het mocht vergeten.
Wachtwoord: __ __ __ __ __ __
Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.
5. Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren.
Bediening22
Beveiligingsins Tellingen > Wachtwoord wijzigen.
verschijnt.
i. Als het wachtwoord juist is, verschijnt het bericht "NIEUW WACHTWOORD
INVOEREN".
ii. Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord
drie seconden op het scherm. Daarna verschijnt het bericht "HUIDIG WACHTWOORD INVOEREN" en kunt u het opnieuw proberen. U kunt op MENU/EXIT drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen.
6. U hebt een nieuw wachtwoord aan de projector toegewezen. Voer het nieuwe
Computer1/YPbPr1
HDMI
Video
S-Video
Computer2/YPbPr2
wachtwoord in als u de projector weer start.
7. Sluit het OSD-menu af door op MENU/EXIT te drukken.
De wachtwoordfunctie uitschakelen
U kunt de wachtwoordbeveiliging ook uitschakelen. Ga terug naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Beveiligingsins Tellingen > Beveiligingsinstellingen wijzigen zodra het OSD-menu is geopend. Druk op MODE/ENTER. Het bericht "WACHTWOORD INVOEREN" verschijnt. Voer het huidige wachtwoord in.
i. Als het juiste wachtwoord is ingevoerd, keert het OSD-menu terug naar de pagina
Beveiligingsins Tellingen. Druk op om Inschakelblokkering te selecteren en druk op / om Uit te selecteren. U hoeft de volgende keer dat u de projector inschakelt geen wachtwoord meer in te voeren. Druk op om Beginschermblokkering te selecteren en druk op / om Uit te selecteren.
De functie Opstartscherm in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis kan dan worden gewijzigd.
ii. Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord
drie seconden op het scherm. Daarna verschijnt het bericht "WACHTWOORD INVOEREN" en kunt u het opnieuw proberen. U kunt op MENU/EXIT drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen.
Hoewel de wachtwoordfunctie is uitgeschakeld, dient u het oude wachtwoord bij de hand te houden voor het geval dat u de wachtwoordfunctie ooit weer moet inschakelen door het oude wachtwoord in te voeren.

Schakelen tussen ingangssignalen

De projector kan tegelijkertijd op verschillende apparaten worden aangesloten. De beelden van deze apparaten kunnen echter niet tegelijkertijd op volledig scherm worden weergegeven. Tijdens het opstarten zoekt de projector automatisch beschikbare signalen.
Zorg dat de functie Snel automatisch zoeken in het menu INGANG is ingesteld op Aan als u wilt dat de projector automatisch signalen zoekt.
De ingang selecteren:
1. Druk op SOURCE op de projector of afstandsbediening. Er verschijnt een bronselectiebalk.
2. Druk op / totdat het gewenste signaal is geselecteerd en druk op MODE/ENTER.
Zodra het signaal is gevonden, wordt de informatie over de geselecteerde ingang een aantal seconden in de hoek van het scherm weergegeven. Als er meerdere apparaten op de projector zijn aangesloten, herhaal dan stappen 1-2 om een ander signaal te zoeken.
De helderheid van het geprojecteerde beeld
verandert tijdens het schakelen tussen de verschillende ingangssignalen. Grafische "pc"­presentaties met stilstaande beelden zijn doorgaans helderder dan "Video"-presentaties met bewegende beelden (films).
Bediening 23
De eigenresolutie van deze projector heeft een beeldverhouding van 16:10. Voor de beste
beeldresultaten, kiest u een ingangssignaal dat ook gebruik maakt van deze resolutie. Andere resoluties worden door de projector aangepast, afhankelijk van de instelling "beeldverhouding", waardoor enige beeldvervorming of verlies van beeldkwaliteit kan optreden. Zie "De beeldverhouding selecteren" op pagina 25 voor details.
De Kleurruimte veranderen
In de onwaarschijnlijke situatie dat u de projector aansluit op een dvd-speler via de HDMI­ingang van de projector en de kleuren van het beeld niet kloppen, stel dan de kleurruimte in op YUV.
Ga als volgt te werk:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu INGANG geselecteerd is.
2. Druk op om Kleurruimteconversie te markeren en druk op / om een geschikte kleur te kiezen.
Deze functie is alleen beschikbaar als de HDMI-ingang wordt gebruikt.

Ver g rot e n e n d et a i l s zo e ken

Als u details in het geprojecteerde beeld zoekt, kunt u het beeld vergroten. Gebruik de pijltoetsen om het beeld te verschuiven.
• Met de afstandsbediening
1. Druk op Digital Zoom+/- om de Zoombalk te openen. Druk op Digital Zoom+ om het midden van het beeld te vergroten. Druk herhaaldelijk op de toets totdat de beeldgrootte aan uw wensen voldoet.
2. Gebruik de richtingstoetsen ( , , , ) op de projector of afstandsbediening om het beeld te verschuiven.
3. Druk op Auto om de oorspronkelijke grootte van het beeld te herstellen. U kunt ook op Digital Zoom- drukken. Als u opnieuw op de toets drukt, wordt het beeld verder verkleind totdat het weer het originele formaat heeft.
• Via het OSD-menu
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu WEERGAVE is geselecteerd.
2. Druk op
3. Druk herhaaldelijk op om het beeld uit te vergroten tot de gewenste grootte.
4. Navigeer door het beeld door te drukken op MODE/ENTER. U schakelt dan naar de
5. U kunt de grootte van het beeld verkleinen door op MODE/ENTER te drukken om
Het beeld kan alleen worden verschoven nadat het is vergroot. U kunt het beeld verder vergroten terwijl u details zoekt.
om Digitale zoom te selecteren en druk op MODE/ENTER. De Zoombalk
verschijnt.
panmodus waarin u op de pijltoetsen ( , , , ) op de projector of op de afstandsbediening kunt drukken om het beeld te verschuiven.
terug te schakelen naar in/uitzoomen, en druk op Auto om de oorspronkelijke grootte van het beeld te herstellen. U kunt ook herhaaldelijk op drukken totdat de oorspronkelijke grootte hersteld is.
Bediening24

De beeldverhouding selecteren

De beeldverhouding is de verhouding tussen de breedte en de hoogte van het beeld. De meeste analoge tv-signalen en enkele computers maken gebruik van een verhouding van 4:3 en digitale tv's en dvd's van 16:9.
Door de opkomst van digitale signaalverwerking kunnen apparaten die digitale beelden weergeven, zoals deze projector, het beeld dynamisch uitrekken en schalen naar een andere verhouding dan die van het ingangssignaal.
De beeldverhouding van de projectie veranderen (ongeacht de beeldverhouding van de bron):
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu WEERGAVE is geselecteerd.
2. Druk op om Beeldverhouding te selecteren.
3. Druk op / om een beeldverhouding te selecteren die past bij het formaat van het videosignaal en de vereisten van het scherm.
Bediening 25
Info over de beeldverhouding
15:9-beeld
4:3-beeld
4:3-beeld
16:9-beeld
16:9-beeld
16:10-beeld
In de onderstaande afbeeldingen zijn de zwarte gedeelten inactief en de witte actief.
OSD-menu’s kunnen in deze ongebruikte zwarte gebieden worden weergegeven.
1. Auto: De verhouding van het beeld wordt
aangepast aan de eigen resolutie van de projector in de horizontale of verticale breedte. Deze instelling is geschikt voor een beeldsignaal dat noch 4:3 noch 16:9 is, waarbij u een zo groot mogelijk deel van het scherm wilt gebruiken zonder dat u de beeldverhouding van het beeldsignaal verandert.
3. 4:3: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 4:3. Deze instelling is vooral geschikt voor 4:3-beeld zoals bepaalde computermonitors, tv's met een standaarddefinitie en dvd-films met een 4:3-beeldverhouding, omdat in dit geval de beeldverhouding van het beeldsignaal behouden blijft.
2. Werkelijk
: Het beeld wordt geprojecteerd in
de oorspronkelijke resolutie, en de grootte wordt aangepast binnen het weergavegebied. Bij ingangssignalen met een lagere resolutie, worden de beelden kleiner weergegeven dan op een volledig scherm. Indien nodig past u de zoominstellingen aan of plaatst u de projector dichter bij het scherm, zodat het beeld wordt vergroot. Wellicht dient u hierna ook de scherpstelling van de projector aan te passen.
4. 16:9: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 16:9. Dit is vooral geschikt voor beelden met een beeldverhouding van 16:9, zoals HDTV, omdat dit beeld met dezelfde beeldverhouding wordt weergegeven.
5. 16:10: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 16:10. Dit met name geschikt voor beelden die al een verhouding van 16:10 hebben, deze worden weergegeven zonder beeldvervorming.
Bediening26

Het beeld optimaliseren

Wandkleur gebruiken

Mocht u willen projecteren op een gekleurd oppervlak, zoals een geverfde muur die niet wit is, dan kan de functie Wandkleur helpen de kleur van het geprojecteerde beeld te corrigeren zodat eventueel kleurverschil tussen het oorspronkelijke en het geprojecteerde beeld zoveel mogelijk wordt beperkt.
Gebruik deze functie door naar het menu WEERGAVE > Wandkleur te gaan en druk op
/ om de kleur te kiezen die het dichtst de kleur van het projectieoppervlak benadert. U kunt uit diverse vooraf ingestelde kleuren kiezen: Lichtgeel, Roze, Lichtgroen, Blauw en Schoolbord.

Een beeldmodus selecteren

De projector beschikt over verschillende beeldmodi waaruit u de modus kunt kiezen die het beste past bij uw gebruiksomgeving en het beeldtype van het ingangssignaal.
Volg één van de volgende stappen om een geschikte gebruiksmodus te kiezen:
• Druk herhaaldelijk op MODE/ENTER op de afstandsbediening of projector totdat de
gewenste modus is geselecteerd.
• Ga naar het menu BEELD > Beeldmodus en druk op / om een gewenste modus te
selecteren.
1. Dynamisch modus: Maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld.
Deze optie is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, bijv. in een goed verlichte kamer.
2. Presentatie modus: Is ontworpen voor presentaties. De helderheid primeert in deze
modus opdat de kleuren overeenkomen met die van de pc of notebook.
3. sRGB modus: In deze modus worden de RGB-kleuren zo zuiver mogelijk weergegeven,
waardoor de beelden levensecht worden, ongeacht de helderheidinstellingen. De modus is geschikt voor het bekijken van foto's die zijn gemaakt met een sRGB­compatibele en correct gekalibreerde camera, en voor het bekijken van grafische toepassingen en tekenprogramma's zoals AutoCAD.
4. Bioscoop modus: Is geschikt voor het afspelen van kleurrijke films, videoclips van
digitale camera's of DV's via de pc-ingang wanneer de projector in een donkere omgeving wordt gebruikt.
5. Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus: Roept de aangepaste instellingen op,
gebaseerd op de momenteel beschikbare beeldmodi. Zie "De Gebruikersmodus 1/
Gebruikersmodus 2 modus instellen" op pagina 27 voor details.
De Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus instellen
Er zijn twee door de gebruiker te definiëren modi als de momenteel beschikbare beeldkwaliteitstanden niet aan uw wensen voldoen. U kunt een van de beeldmodi als beginpunt gebruiken (behalve Gebruikersmodus 1/2) en de instellingen aanpassen.
1. Druk op MENU/EXIT om het schermmenu (OSD) te openen.
2. Ga naar het menu BEELD > Beeldmodus.
3. Druk op / om Gebruikersmodus 1 of Gebruikersmodus 2 te selecteren.
4. Druk op om Referentiemodus te selecteren.
Deze functie is alleen beschikbaar als de modus Gebruikersmodus 1 of Gebruikersmodus 2 is geselecteerd in het Beeldmodus submenu-item.
5. Druk op / om een beeldmodus te kiezen die uw eisen het dichtst benadert.
Bediening 27
6. Druk op om een submenu-item te selecteren dat kan worden veranderd en pas de waarde aan met / . Zie "De beeldkwaliteit verfijnen in de gebruikersmodi"
hieronder voor details.
7. Als alle instellingen zijn verricht, selecteer dan Instellingen opslaan en druk op MODE/ENTER om de instellingen op te slaan.
8. Het bevestigingsbericht "Instelling opgeslagen" verschijnt.

De beeldkwaliteit verfijnen in de gebruikersmodi

Afhankelijk van het waargenomen signaaltype zijn er enkele door de gebruiker te definiëren functies beschikbaar als u Gebruikersmodus 1 of Gebruikersmodus 2 selecteert. Afhankelijk van uw voorkeur, kunt u deze functies aanpassen door ze te markeren en vervolgens op
/ op de projector of afstandsbediening te drukken.
Aanpassen van Helderheid
Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding. En hoe lager de instelling, hoe donkerder het beeld. Stel deze knop zo in dat de zwarte gedeelten van het beeld echt zwart worden weergegeven en er nog details
+30
zichtbaar zijn in de donkere gedeelten.
Aanpassen van Contrast
Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast. Gebruik deze optie om het maximale witniveau in te stellen nadat u eerder de helderheid hebt ingesteld overeenkomstig de geselecteerde ingang en de
-30
omgeving.
Aanpassen van Kleur
Lagere instelling levert minder verzadigde kleuren op. Wanneer de instelling te hoog staat, worden de kleuren op het beeld te fel, waardoor het beeld onrealistisch wordt.
Aanpassen van Tint
Hoe hoger de waarde, hoe roder het beeld. Hoe lager de waarde, hoe groener het beeld.
Aanpassen van Scherpte
Hoe hoger de waarde, hoe scherper het beeld. Hoe lager de waarde, hoe zachter het beeld.
Aanpassen van Brilliant Color
Deze functie maakt gebruik van een nieuw kleurverwerkingsalgoritme en systeemniveauverbeteringen voor een hogere helderheid terwijl de kleuren getrouwer en pakkender in beeld komen. Het verhoogt de helderheid van de middentonen met meer dan 50%. Middentonen komen veel voor in video's en natuurlijke scènes, zodat de projector de beelden realistisch en werkelijk weergeeft. Als u beelden van deze kwaliteit wilt, kies dan Aan. Als u dat niet wilt, kies dan Uit.
Als Uit is geselecteerd, is de functie Kleurtemperatuur niet beschikbaar.
Een kleurtemperatuur selecteren
De beschikbare opties voor de instelling van kleurtemperatuur* verschillen per signaaltype.
1. Koel: Maakt het beeld blauwachtig wit.
2. Normaal: De witte kleur behoudt de normale schakering
3. Warm: Maakt het beeld roodachtig wit.
+50
0
+70
+30
Bediening28
ROOD
BLAUW
GROEN
Geel
Cyaan
Magenta
*Meer informatie over de kleurtemperatuur: Er bestaan vele kleurschakeringen die om verschillende redenen als "wit" worden
beschouwd. Het begrip "kleurtemperatuur" is een van de meest gebruikte methoden om de kleur wit uit te drukken. Een witte kleur met een lage kleurtemperatuur vertoont een rode schijn. Een witte kleur met een hoge kleurtemperatuur vertoont eerder een blauwe schijn.
3D-kleurbeheer
In de meeste omstandigheden is kleurbeheer niet nodig, bijvoorbeeld in een klaslokaal, vergaderruimte of woonkamer waar het licht aan blijft, of als door de vensters daglicht naar binnen komt.
Alleen in permanente opstellingen met kunstmatig licht, zoals directiekamers, congreszalen of thuisbioscopen kan kleurbeheer een optie zijn. Met kleurbeheer kunt u de kleuren fijn afstellen zodat u, als u dat wenst, de kleuren nog waarheidsgetrouwer kunt weergeven.
Correct kleurbeheer kan alleen worden verkregen onder gecontroleerde en reproduceerbare condities. U heeft een colorimeter (kleurlichtmeter) en een reeks geschikte testbeelden nodig om de kleurreproductie te meten. Deze hulpmiddelen worden niet bij de projector geleverd. Wellicht dat de verkoper van de projector u kan helpen deze hulpmiddelen, en eventueel zelfs een ervaren professionele installateur, te verkrijgen
Kleurbeheer heeft zes reeksen (RGBCMY) kleuren die kunnen worden aangepast. Als u elke kleur selecteert kunt u onafhankelijk het bereik en verzadiging naar wens aanpassen.
Als u een testdisk heeft met diverse kleurtestpatronen, kunt u deze gebruiken om de kleurpresentatie op monitoren, tv's, projectors, enz. te controleren. U kunt een beeld van de disk op het scherm projecteren en vervolgens het menu 3D-kleurbeheer gebruiken om wijzigingen aan te brengen.
De instellingen aanpassen:
1. Ga naar het menu BEELD en selecteer 3D-kleurbeheer.
2. Druk op MODE/ENTER op de projector of afstandsbediening en de pagina 3D-kleurbeheer wordt weergegeven.
3. Selecteer Primaire kleur en druk op / om een kleur te kiezen uit Rood, Geel, Groen, Cyaan, Blauw of Magenta.
4. Druk op om Tint te markeren en druk op / om het bereik te selecteren. Het verhogen van het bereik betekent dat meer delen van de twee omliggende kleuren erbij horen.
Zie de afbeelding rechts om te zien hoe de kleuren samenhangen.
Als u bijvoorbeeld Rood kies en het bereik instelt op 0, wordt alleen puur rood in het geprojecteerde beeld geselecteerd. Het verhogen van het bereik neemt ook rood op dat dicht bij geel en dicht bij magenta ligt.
5. Druk op om Verzadiging te selecteren en pas de waardes naar wens aan door te
drukken op / . Het effect van elke aanpassing is direct terug te zien in het beeld.
Als u bijvoorbeeld Rood kies en het bereik instelt op 0, wordt alleen de verzadiging van puur rood beïnvloed.
Bediening 29
Verzadiging is de hoeveelheid van die kleur in een videobeeld. Lagere instellingen produceren minder verzadigde kleuren; een instelling van "0" verwijdert e betreffende kleur volledig uit het beeld. Als de verzadiging t hoog is wordt de betreffende kleur te sterk en onrealistisch.
6. Druk op om Versterking te markeren en pas de waardes naar wens aan door te drukken op / . Het contrastniveau van de geselecteerde primaire kleur wordt dan
beïnvloedt. Het effect van elke aanpassing is direct terug te zien in het beeld.
7. Herhaal stappen 3 tot en met 6 voor andere kleuraanpassingen.
8. Zorg dat u alle gewenste aanpassingen maakt.
9. Druk op MENU/EXIT om de instellingen op te slaan en het menu te sluiten.

De presentatietimer instellen

Presentatietimer kan de presentatietijd op het scherm weergeven zodat u uw presentatie beter kunt indelen. Volg onderstaande stappen om deze functie te gebruiken:
1. Ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Presentatietimer en druk op MODE/ ENTER om de pagina Presentatietimer te openen.
2. Selecteer Timerinterval en bepaald de tijdsperiode door op / te drukken. De tijdsduur kan worden ingesteld van 1 tot 5 minuten in stappen van 1 minuut, en van 5 tot 240 minuten in stappen van 5 minuten.
Als de timer is ingeschakeld, start hij opnieuw met aftellen zodra het Timerinterval opnieuw is ingesteld.
3. Druk op om Timerweergave te selecteren en kies of de timer op het scherm wordt getoond door te drukken op
Selectie Beschrijving
Altijd
1 min/2 min/3 min
Nooit
/ .
Hiermee wordt de timer gedurende de gehele presentatietijd op het scherm weergegeven. Geeft de timer op het scherm weer in de laatste 1/2/3 minute(n). Hiermee wordt de timer gedurende de gehele presentatietijd verborgen.
4. Druk op om Timerpositie te selecteren en stel de timerpositie in door te drukken op /
.
Linksboven Linksonder Rechtsboven Rechtsonder
5. Druk op om Aftelrichting te markeren en selecteer de gewenste telrichting door te drukken op / .
Selectie Beschrijving
Optellen Telt op vanaf 0 naar de ingestelde tijd. Aftellen Telt af vanaf de ingestelde tijd naar 0.
6. Druk op om Herinnering voor geluid te selecteren en kies of u de geluidsmelding wilt inschakelen door te drukken op / . Als u Aan kiest, hoort u een dubbele
pieptoon zodra de laatste 30 seconden van het af/optellen ingaan, en drie pieptonen als de timer is afgelopen.
7. Activeer de presentatietimer door te drukken op en druk op / om Aan te selecteren en druk op MODE/ENTER.
Bediening30
8. Er wordt een bevestiging weergegeven. Kies Ja en druk op MODE/ENTER op de projector of afstandsbediening ter bevestiging. U ziet het bericht "Timer is ingeschakeld" op het scherm. De timer start met aftellen als de timer aan staat.
Volg onderstaande stappen om de timer te stoppen:
1. Ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Presentatietimer en selecteer Uit. Druk op MODE/ENTER. Er wordt een bevestiging weergegeven.
2. Selecteer Ja en druk op MODE/ENTER ter bevestiging. U ziet het bericht "Timer is uitgeschakeld" op het scherm.

Door pagina's scrollen vanaf de afstandsbediening

Sluit de projector met een USB-kabel op uw pc of notebook aan voordat u door pagina's gaat bladeren. Zie "Aansluitingen" op pagina 15 voor details.
U kunt software voor beeldweergave (op een aangesloten pc) die reageert op pagina omhoog/omlaag-opdrachten (zoals Microsoft PowerPoint) besturen door te drukken op PAGE UP/PAGE DOWN op de afstandsbediening.
Als door pagina's scrollen via de afstandsbediening niet werkt, controleer dan of de usb­aansluiting correct is aangebracht en of het stuurprogramma van de muis tot de laatste versie is bijgewerkt.
Deze besturing op afstand functioneert niet in het besturingssysteem Microsft® Windows® 98. Windows® XP of nieuwere besturingssystemen zijn aanbevolen.

Het beeld stilzetten

Druk op Stilstaand beeld op de afstandsbediening om de het beeld stil te zetten. Het woord "FREEZE" wordt linksboven in de hoek weergegeven. Druk op een willekeurige toets op de projector of afstandsbediening om verder te gaan met afspelen.
Als de afstandsbediening de volgende knoppen heeft, kunt u deze knoppen niet gebruiken om deze functies uit te voeren: LASER, #1, #4, PAGE UP/PAGE DOWN.
Hoewel het beeld op het scherm wordt gepauzeerd, blijven de beelden op de video of een ander apparaat doorlopen. Als de aangesloten apparaten geluid weergeven, blijft u het geluid horen hoewel het beeld niet meer beweegt.

Het beeld verbergen

Als u wilt dat de aandacht van het publiek volledig op de presentator is gevestigd, kiest u ECO BLANK op de projector of de afstandbediening om het beeld op het scherm te verbergen. Het woord "BLANK" verschijnt in de hoek van het scherm als het beeld is verborgen. Wanneer deze functie wordt geactiveerd terwijl er verbinding is gemaakt met een audio-ingang, kunt u het achtergrondgeluid nog steeds horen.
U kunt de inactief-timer instellen in het menu
Gebruiksinstellingen > Inactief-timer
bepaalde tijd herstelt als bij inactief beeld geen actie is ondernomen. De tijdsduur kan worden ingesteld van 5 t/m 30 minuten in stappen van 5 minuten.
Wanneer de huidige tijdsduur niet overeenkomt met uw persoonlijke wensen, selecteert u Uitschakelen.
Ongeacht of de projector of afstandsbediening drukken om het beeld te herstellen.
Inactief-timer is geactiveerd of uitgeschakeld, kunt u op de meeste toetsen op
SYSTEEMINSTLL: Basis >
zodat de projector het beeld automatisch na een
Bediening 31

Besturingstoetsen blokkeren

Als de besturingstoetsen op de projector geblokkeerd zijn, kunnen de instellingen van de projector niet per ongeluk worden veranderd (bijvoorbeeld door kinderen). Als de Paneeltoetsblokkering is ingeschakeld, functioneert geen enkele toets op de projector,
behalve AAN/UIT.
1. Ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Paneeltoetsblokkering en kies Aan door op / op de projector of afstandsbediening te drukken. Er wordt een bevestiging
weergegeven.
2. Selecteer Ja en druk op MODE/ENTER ter bevestiging.
Hef de paneeltoetsblokkering op door met de afstandsbediening het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Paneeltoetsblokkering te openen en druk op / om Uit te
kiezen.
Toetsen op de afstandsbediening blijven beschikbaar als de paneeltoetsblokkering is
ingeschakeld.
Als u op AAN/UIT drukt om de projector uit te schakelen zonder de
paneeltoetsblokkering op te heffen, zijn de paneeltoetsen van de projector nog steeds geblokkeerd als de projector weer wordt ingeschakeld.

Gebruik op grote hoogte

Als u de projector gebruikt op een hoogte van 1500-3000m boven zeeniveau, en de temperatuur tussen 0°C-35°C ligt, wordt aanbevolen de Hoogtemodus te gebruiken.
Gebruik Hoogtemodus niet als uw hoogte tussen 0 en 1500m ligt en de temperatuur tussen 0°C en 35°C. Als u onder zulke omstandigheden de modus inschakelt, wordt de projector te ver afgekoeld.
Activeer zo de Hoogtemodus:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd geselecteerd is.
2. Druk op om Hoogtemodus te markeren en druk op / om Aan te selecteren. Er wordt een bevestiging weergegeven.
3. Selecteer Ja en druk op MODE/ENTER.
Tijdens het gebruik van de "Hoogtemodus" wordt er wellicht meer geluid geproduceerd omdat de ventilatoren sneller moeten draaien voor een betere koeling en optimale prestaties.
Als u de projector in andere dan deze extreme omstandigheden gebruikt, wordt het apparaat mogelijk automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de projector oververhit geraakt. Selecteer de hoogtemodus om te voorkomen dat de projector automatisch wordt uitgeschakeld. Dit betekent echter niet dat de projector in alle ruwe of extreme omstandigheden kan worden gebruikt.

Uw eigen startscherm maken

U kunt een vooraf ingesteld startscherm voor de projector kiezen, bijvoorbeeld het logo van BenQ of een blanco of blauw scherm. U kunt echter ook een eigen startscherm maken met een beeld dat vanaf uw computer of videoapparaat wordt geprojecteerd.
U kunt een eigen opstartscherm maken door het beeld dat u als opstartscherm wilt gebruiken te projecteren vanaf een computer of videoingang. De verdere stappen verlopen als volgt.
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL: Basis geselecteerd is.
Bediening32
2. Druk op om My Screen te selecteren en druk op MODE/ENTER.
3. Er wordt een bevestiging weergegeven. Druk nogmaals op CAPTURE of MODE/ENTER.
4. Het bericht 'Beeld wordt vastgelegd...' verschijnt terwijl de projector het beeld verwerkt. Een ogenblik geduld.
5. Wanneer het beeld is opgeslagen, verschijnt het bericht 'De opname is gelukt' op het scherm. Het vastgelegde beeld wordt opgeslagen als My Screen.
6. U kunt het vastgelegde beeld als opstartscherm gebruiken door My Screen in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Opstartscherm in te stellen en de projector opnieuw op te starten.
In de onwaarschijnlijke situatie dat het vastleggen mislukt, verandert u de doelafbeelding. Bij grote beeldformaten kan de ondertiteling wegvallen. In dat geval kiest u een kleiner beeldformaat en probeert u het opnieuw.

Het geluid aanpassen

De geluidsaanpassingen, zoals hieronder beschreven, hebben invloed op de luidsprekers van de projector. Zorg dat u de aansluitingen op de audio-ingang van de projector kloppen. Zie "Aansluitingen" op pagina 15 voor informatie over het aansluiten van de audio-ingang.
Het geluid dempen
Schakel het geluid tijdelijk uit:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd is geselecteerd.
2. Druk op om Geluidsinstellingen te kiezen en druk op MODE/ENTER. De pagina Geluidsinstellingen wordt geopend.
3. Selecteer Geluid uit en druk op / om Aan te selecteren.
Het geluid aanpassen
Pas het geluidsniveau aan door op VOLUME-/VOLUME+ of / te drukken, of:
1. Herhaal bovenstaande stappen 1-2.
2. Druk op om Volume te kiezen en druk op / om het gewenste geluidsniveau te kiezen.
Uitschakelen van Beltoon aan/uit
Beltoon uitschakelen:
1. Herhaal bovenstaande stappen 1-2.
2. Druk op om Beltoon aan/uit te markeren en druk op / om Uit te selecteren.
De enige manier om Beltoon aan/uit aan te passen, is door hier Aan of Uit te kiezen. Het dempen van het geluid of het aanpassen van het geluidsniveau heeft geen invloed op de Beltoon aan/uit.
Bediening 33

De projector besturen via een lan-omgeving

U kunt de projector via een externe computer beheren en besturen, als deze computer correct is aangesloten op hetzelfde lokale netwerk.

Kabelaansluitingen

Als u in een dhcp-omgeving bent:
1. Pak een RJ45-kabel en sluit deze aan op de RJ45-laningang van de projector en de RJ45-poort van het ethernet of de router.
2. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd geselecteerd is. Druk op om Netwerkinstellingen te selecteren en druk
op MODE/ENTER. De pagina Netwerkinstellingen wordt geopend.
3. Selecteer Kabel-lan en druk op MODE/ENTER.
4. Zorg dat de status Status op Verbinden staat.
5. Druk op om DHCP te markeren en druk op / om Aan te selecteren.
6. Druk op om Toepassen te selecteren en druk op MODE/ENTER.
7. Ga opnieuw naar de pagina Netwerkinstellingen. De instellingen van IP-adres, Subnetmasker, Standaardgateway, DNS en MAC-adres worden weergegeven. Schrijf het ip-adres op dat in de rij IP-adres te zien is.
Als het IP-adres niet te zien is, vraag dit dan aan uw systeembeheerder.
Als u niet in een dhcp-omgeving bent:
1. Herhaal bovenstaande stappen 1-4.
2. Druk op om DHCP te markeren en druk op / om Uit te selecteren.
3. Vraag uw systeembeheerder naar informatie over de instellingen IP-adres, Subnetmasker, Standaardgateway en DNS.
4. Druk op om het item te kiezen dat u wilt wijzigen en druk op MODE/ENTER.
5. Druk op / om de cursor te verplaatsen en druk op / om de waarde in te voeren.
6. Druk op MODE/ENTER om de instellingen op te slaan. Als u de instelling niet wilt opslaan, drukt u op MENU/EXIT.
7. Druk op om Toepassen te selecteren en druk op MODE/ENTER.
Bediening34

De projector op afstand bedienen via een webbrowser

i
i
i
ii
Zodra u het juiste ip-adres van de projector hebt en de projector op stand-by staat, kunt u op elke computer in hetzelfde lokale netwerk de projector bedienen.
Als u gebruik maakt van Microsoft Internet Explorer, zorg dan dat de versie 7.0 of hoger is.
De schermafbeeldingen in deze handleiding dienen slechts ter informatie, en kunnen
afwijken van het daadwerkelijke ontwerp.
1. Voer in de adresbalk van de browser het adres in van de projector en druk op Enter.
2. De pagina voor besturing op afstand wordt geopend. Op deze pagina kunt u de projector bedienen alsof u de afstandsbediening of paneeltoetsen op de projector gebruikt.
i. Deze toetsen functioneren hetzelfde als de toetsen in de osd-menu's of op de
afstandsbediening. Zie "1. WEERGAVE menu" op pagina 41 en
"Afstandsbediening" op pagina 11 voor details.
ii. Schakel naar een ander ingangssignaal door op het gewenste signaal te klikken.
• De Menutoets kan ook worden gebruikt om terug te gaan naar het vorige osd-menu, het
menu af te sluiten en de menu-instellingen op te slaan.
• De software is beschikbaar in diverse talen: Engels, Frans, Duits, Italiaans, Spaans,
Traditioneel Chinees, Vereenvoudigd Chinees en Japans. Als verbinding met de projector is gemaakt, wordt de taal van het besturingssysteem (OS) gebruikt. Als de taal van het OS niet beschikbaar is, wordt de Engelse versie gebruikt.
Bediening 35
Op de pagina hulpmiddelen kunt u de projector beheren, de netwerkinstellingen aanpassen
i
iv
iii
ii
v
Druk op Exit (Afsluiten) om
terug te gaan naar de pagina extern netwerkgebruik.
en toegang via externe netwerkverbinding op deze projector beveiligen.
i. U kunt de projector een naam geven, bijhouden op welke plek hij staat en wie de
projector beheert. ii. U kunt de Netwerkinstellingen aanpassen. iii. Eenmaal ingesteld, is de toegang tot de projector via extern netwerkgebruik
beveiligd met een wachtwoord. iv. Eenmaal ingesteld, is toegang tot de pagina met hulpmiddelen beveiligd met een
wachtwoord.
Zodra aanpassingen zijn aangebracht, drukt u op de knop Verzenden en worden de gegevens opgeslagen op de projector.
v. Dru k op Afsluiten om terug te gaan naar de pagina extern netwerkgebruik.
Op de infopagina staat de informatie en status van deze projector.
6. Ga naar http://www.crestron.com voor meer informatie. Als u een systeembeheerder bent en diverse apparaten via één interface wilt beheren, kunt u Crestron Roomview downloaden op www.crestron.com/getroomview.
Bediening36

De projector uitschakelen

1. Druk op AAN/UIT en er verschijnt een melding die u om een bevestiging vraagt.
Wanneer u niet binnen enkele seconden reageert, verdwijnt het bericht.
2. Druk nogmaals op AAN/UIT. De POWER (Power-lampje) knippert oranje en de lamp wordt uitgeschakeld. De ventilatoren blijven nog ongeveer 90 seconden draaien zodat de projector kan afkoelen.
Ter bescherming van de lamp reageert de projector niet op opdrachten tijdens het afkoelen.
U kunt de afkoeltijd verkorten door de Snelkoelfunctie te activeren. Zie "Deze functie is alleen
beschikbaar als Snelle afkoeling uit staat." op pagina 44 voor details.
3. Zodra het afkoelen is voltooid, hoort u een "uitschakelgeluid". De POWER (Power-lampje) blijft oranje branden en de ventilatoren stoppen. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
•Zie "Uitschakelen van Beltoon aan/uit" op pagina 33
voor details over het uitschakelen van de aan/uit­beltoon.
Ter bescherming van de lamp gaan, als de projector niet
op de juiste manier is afgesloten, de ventilatoren enkele minuten draaien als u de projector weer wilt starten.
Druk nogmaals op AAN/UIT om de projector te starten nadat de ventilatoren zijn gestopt en POWER (Power-lampje) oranje brandt.
De daadwerkelijk levensduur van de lamp is afhankelijk
van de omgevingsomstandigheden en het gebruik.

Direct uitschakelen

De stroomkabel kan direct nadat de projector is uitgeschakeld worden losgekoppeld. Bescherm de lamp door ongeveer 10 minuten te wachten voordat u de projector weer inschakelt. (Als u de projector weer probeert in te schakelen, kunnen de ventilatoren enkele minuten blijven draaien om de projector af te koelen. Mocht dit gebeuren, druk dan
nogmaals op AAN/UIT om de projector te starten nadat de ventilatoren zijn gestopt en POWER (Power-lampje) oranje brandt.
Bediening 37

Menubewerkingen

Menusysteem

De schermmenu's verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype en het projectormodel.
Hoofdmenu Submenu Opties
Uit/Lichtgeel/Roze/
1. WEERGAVE
2. BEELD
3. INGANG
Wandkleur
Beeldverhouding Auto/Werkelijk/4:3/16:9/16:10 Keystone Positie Fase Horizontale afmeting Digitale zoom
3D sync
3D sync omkeren Uitschakelen/Omkeren
Schoolbord
Lessjabloon
Wit bord
Beeldmodus
Referentiemodus Dynamisch/Presentatie/sRGB/Bioscoop Helderheid Contrast Kleur Tint Scherpte Brilliant Color Aan/Uit Kleurtemperatuur Koel/Normaal/Warm
3D-kleurbeheer
Instellingen opslaan Snel automatisch zoeken Aan/Uit Kleurruimteconversie Auto/RGB/YUV
Dynamisch/Presentatie/sRGB/Bioscoop/ Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2
Primaire kleur R/G/B/C/M/Y Tint Verzadiging Versterking
Lichtgroen/Blauw/ Schoolbord
Uit/Frame Sequential/ Top-Bottom
Uit/Lettervorming/Werkblad/ Coördinatenkaart Uit/Lettervorming/Werkblad/ Coördinatenkaart
Bediening38
Hoofdmenu Submenu Opties
Timerinterval 1~240 minuten
Presentatietimer
Taal
Timerweer­gave
Timerpositie
Aftelrichting Aftellen/Optellen Herinnering voor geluid Aan/Uit
Altijd/1 min/2 min/3 min/Nooit
Linksboven/Linksonder/ Rechtsboven/Rechtsonder
Aan/Uit
4. SYSTEEMIN­STLL: Basis
Projectorpositie
Weergaved-
uur menu Menu-instell­ingen
Gebruiksinstell­ingen
Paneeltoetsblokkering Aan/Uit Achtergrondkleur Zwart/Blauw/Paars/BenQ Opstartscherm Zwart/Blauw/BenQ/My Screen My Screen
Menupositie
Herinnering Aan/Uit
Direct
inschakelen
Inschakelen
bij signaal
Automatisch
uitschakelen
Direct her-
starten
Snelle afkoel-
ing
Inactief-timer
Slaaptimer
Tafel voor/Tafel achter/ Plafond achter/Plafond voor 5 sec./10 sec./15 sec./20 sec./ 25 sec./30 sec. Midden/Links bovenaan/ Rechts bovenaan/Rechts onderaan/Links onderaan
Aan/Uit
Aan/Uit
Uitschakelen/5 min./10 min./ 15 min./20 min./25 min./30 min.
Aan/Uit
Aan/Uit
Uitschakelen/5 min./10 min./ 15 min./20 min./25 min./30 min. Uitschakelen/30 min./1 uur/ 2 uur/3 uur/4 uur/8 uur/12 uur
Bediening 39
Hoofdmenu Submenu Opties
Hoogtemodus Aan/Uit
Geluid uit Aan/Uit
Geluidsinstellingen
Lampinstellingen
Beveiligingsins Tellingen
Baud-ratio
5. SYSTEEMIN-
Testpatroon Aan/Uit
Ondertitels
STLL: Geav­anceerd
Stand-by­instellingen
Netwerkinstellingen
Instellingen herstellen
6. INFOR-
Huidige systeemstatus
MATIE
De menuopties zijn beschikbaar wanneer de projector minstens één goed signaal ontvangt. Wanneer er geen apparatuur op de projector is aangesloten of er geen signaal wordt waargenomen, zijn er beperkte menuopties beschikbaar.
Volume Beltoon aan/uit Aan/Uit Lampmodus Normaal/Economisch Lamptimer herstellen Equivalent lampuren Wachtwoord
wijzigen Beveiligingsins
tellingen wijzigen
Ondertitels aan Aan/Uit Ondertitelversie OT1/OT2/OT3/OT4 Netwerk Aan/Uit Beeldscherm-
uit Audio pass-
through
Kabel-lan
AMX-apparaat detecteren MAC-adres
Inschakelblokkering
Beginschermblokkering
2400/4800/9600/14400/ 19200/38400/57600/115200
Aan/Uit
Uit/Computer 1/Computer 2/Video,S-Video/HDMI
Status DHCP IP-adres Subnetmasker Standaardgateway Dns-server Toepassen
Aan/Uit
• Ingang
• Beeldmodus
• Resolutie
• Kleursysteem
• Equivalent lampuren
• Firmware-versie
Bediening40
1. WEERGAVE menu

Beschrijving van elk menu

Functie Beschrijving
Corrigeer de kleur van het geprojecteerde beeld als het
Wandkleur
Beeldverhouding
Keystone
Positie
Fase
Horizontale afmet­ing
Digitale zoom
3D sync
3D sync omkeren
Lessjabloon
projectieoppervlak niet wit is. Zie "Wandkleur gebruiken" op
pagina 27 voor details.
Er zijn diverse opties voor instelling van de beeldverhouding, afhankelijk van het apparaat waarvan het signaal afkomstig is. Zie "De beeldverhouding selecteren" op pagina 25 voor details.
Corrigeert eventuele keystone-fouten in het beeld. Zie "Keystone
corrigeren" op pagina 19 voor details.
De pagina wordt weergegeven waarop u de positie kunt aanpassen. U verplaatst het geprojecteerde beeld met de richtingspijlen. De waarden die onder aan de pagina worden weergegeven, veranderen elke keer als u op een knop drukt, totdat ze het maximum of minimum bereiken.
Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Hiermee past u de klokfase aan om vervorming van het beeld te verminderen.
Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Stelt de horizontale breedte van het beeld in.
Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Hiermee vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld. Zie "Vergroten en details zoeken" op pagina 24 voor details.
De projector bevat een 3D-functie, zodat u kunt genieten van films, video’s en sport in 3D, nu nog realistischer doordat de beelden diepte krijgen Draag een 3D-bril om beelden in 3D te kunnen zien.
Videotiming: 480i
PC-timing: maximaal 1280x800@120Hz voor Frame Sequential
PC-timing: maximaal 1280x800@60Hz voor Frame Sequential
PC-timing: maximaal SXGA+@60Hz voor Top-Bottom
Als de functie 3D sync Aan staat:
• De helderheid van het geprojecteerde beeld wordt minder.
• De Beeldmodus kan niet worden aangepast.
• De Keystone kan alleen worden aangepast binnen een beperkt aantal graden.
Als u merkt dat de beelddiepte is omgedraaid, schakel dan deze functie in op het probleem te verhelpen.
Levert diverse patronen voor diverse onderwijsdoeleinden.
Kies eerst Schoolbord of Wit bord door op / te drukken en druk op / om het gewenste patroon te kiezen. Druk op MODE/ENTER om het patroon te activeren.
Bediening 41
Functie Beschrijving
2. BEELD menu
3. INGANG menu
Met de vooraf ingestelde beeldmodi kunt u de instellingen van het
Beeldmodus
Referentiemodus
Helderheid
Contrast
Kleur
Tint
Scherpte
Brilliant Color
Kleurtemperatuur
3D-kleurbeheer
Instellingen ops­laan
Snel automatisch zoeken
projectorbeeld aanpassen aan het type programma. Zie "Een
beeldmodus selecteren" op pagina 27 voor details.
Hiermee selecteert u een beeldmodus die voldoet aan uw beeldkwaliteitwensen en kunt u het beeld verder verfijnen op basis van de selecties onder aan dezelfde pagina. Zie "De
Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus instellen" op pagina 27 voor details.
Past de helderheid van het beeld aan. Zie "Aanpassen van
Helderheid" op pagina 28 voor details.
Stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het beeld in. Zie "Aanpassen van Contrast" op pagina 28 voor details.
Hiermee past u het verzadigingsniveau van de kleuren aan -- de sterkte van elke kleur in een videobeeld. Zie "Aanpassen van
Kleur" op pagina 28 voor details.
Deze functie is alleen beschikbaar als een video-, S-video­of Component videosignaal is geselecteerd.
Hiermee past u de rode en groene kleurtonen van het beeld aan. Zie "Aanpassen van Tint" op pagina 28 voor details.
Deze functie is alleen beschikbaar als een video- of S-videosignaal is geselecteerd en de systeemindeling NTSC is.
Maakt het beeld scherper of onscherper. Zie "Aanpassen van
Scherpte" op pagina 28 voor details.
Deze functie is alleen beschikbaar als een video-, S-video­of Component videosignaal is geselecteerd.
Zie "Aanpassen van Brilliant Color" op pagina 28 voor details.
Zie "Een kleurtemperatuur selecteren" op pagina 28 voor details.
Zie "3D-kleurbeheer" op pagina 29 voor details.
Slaat de instellingen voor de modus Gebruikersmodus 1 of Gebruikersmodus 2 op.
Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 23 voor details.
Kleurruimtecon­versie
Bediening42
Zie "De Kleurruimte veranderen" op pagina 24 voor details.
Functie Beschrijving
4. SYSTEEMINSTLL: Basis menu
Herinnert de spreker de presentatie binnen een bepaalde tijd af te
Presentatietimer
Taal
Projectorpositie
Menu-instellingen
ronden. Zie "De presentatietimer instellen" op pagina 30 voor details.
Hiermee stelt u de taal voor de schermmenu's in. Zie "De menu's
gebruiken" op pagina 20 voor details.
U kunt de projector tegen het plafond of achter een scherm installeren, of met een of meerdere spiegels. Zie "Het kiezen van
een plek" op pagina 13 voor details.
Weergaveduur menu Bepaalt hoe lang het menu op het scherm wordt weergegeven
nadat u op de knop hebt gedrukt. U kunt een waarde tussen 5 en 30 seconden kiezen, in stappen van 5 seconden.
Menupositie Hiermee stelt u de positie van het schermmenu in.
Herinnering Zet de herinneringen aan of uit.
Bediening 43
4. SYSTEEMINSTLL: Basis menu
Functie Beschrijving
Direct inschakelen Hiermee kan de projector automatisch inschakelen zodra er
stroom staat op de stroomkabel.
Inschakelen bij signaal Stelt in of de projector direct wordt ingeschakeld als de projector
op stand-by staat en als een signaal op de vga-kabel wordt
gedetecteerd, zonder op de AAN/UIT-toets van de projector te drukken.
Automatisch uitschakelen Hiermee kan de projector automatisch worden uitgeschakeld als
er na een ingestelde periode geen ingangssignaal is gedetecteerd. Zie "Instellen Automatisch uitschakelen" op pagina 49 voor details.
Direct herstarten Als u Aan kiest, kunt u de projector onmiddellijk opnieuw starten
Gebruiksinstell­ingen
binnen 90 seconden nadat de projector is uitgeschakeld.
Deze functie is alleen beschikbaar als Snelle afkoeling uit staat.
Snelle afkoeling Hiermee schakelt u de functie voor het snel afkoelen in en uit.
Selecteer Aan om de functie in te schakelen. De projector koelt minder lang af: 30 seconden in plaats van de normale 90 seconden.
Deze functie is alleen beschikbaar als Direct herstarten uit staat.
Inactief-timer Bepaalt hoe lang een schermafbeelding wordt verborgen wanneer
de functie Onderdrukken is geactiveerd. Als de ingestelde tijd is verstreken, wordt het beeld hersteld. Zie "Het beeld verbergen" op
pagina 31 voor details.
Slaaptimer Stelt de timer voor automatisch uitschakelen in. De timer kan
worden ingesteld op een waarde tussen 30 minuten en 12 uur.
Bediening44
Functie Beschrijving
4. SYSTEEMINSTLL: Basis menu
5. SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd menu
Paneeltoetsblok­kering
Achtergrondkleur
Opstartscherm
My Screen
Schakelt alle paneeltoetsen op de projector in of uit, behalve
AAN/UIT en alle knoppen op de afstandsbediening.
Zie "Besturingstoetsen blokkeren" op pagina 32 voor details.
Stelt de achtergrondkleur van de projector in.
Hiermee selecteert u het logoscherm dat wordt weergegeven bij het opstarten van de projector. De volgende opties zijn beschikbaar: BenQ-logo, Mijn Scherm, Zwart scherm, Blauw scherm.
Hiermee slaat u het geprojecteerde beeld op als Mijn scherm. Zie "Uw eigen startscherm maken" op pagina 32 voor details.
In de onwaarschijnlijke situatie dat het vastleggen mislukt, verandert u de doelafbeelding.
Hoogtemodus
Geluidsinstell­ingen
Lampinstellingen
Beveiligingsins Tellingen
Baud-ratio
Een modus voor gebruik op grote hoogte. Zie "Gebruik op grote
hoogte" op pagina 32 voor details.
Geluid uit Volume Beltoon aan/uit
Zie "Het geluid aanpassen" op pagina 33 voor details.
Lampmodus Zie "Instellingen Lampmodus als Economisch" op pagina 49 voor
details.
Lamptimer herstellen Zie "Stelt de lamptimer in op nul" op pagina 53 voor details.
Equivalent lampuren Zie "Het aantal lampuren onderzoeken" op pagina 49 voor meer
informatie over berekening van de totale gebruiksduur van de lamp.
Wachtwoord wijzigen U wordt gevraagd het huidige wachtwoord in te voeren voordat u
het vervangt door een nieuw. Zie "De wachtwoordbeveiliging
gebruiken" op pagina 21 voor details.
Beveiligingsinstellingen wijzigen Inschakelblokkering Beginschermblokkering Zie "De wachtwoordbeveiliging gebruiken" op pagina 21 voor
details.
Kies een baud rate die identiek is aan die van de computer zodat u de projector kunt aansluiten via een geschikte RS-232-kabel en de firmware van de projector kunt updaten of downloaden. Deze functie is bedoeld voor gekwalificeerde reparateurs.
Bediening 45
5. SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd menu
Functie Beschrijving
Kies Aan om de functie in te schakelen en de projector een
Testpatroon
Ondertitels
Stand-by­instellingen
rastertestpatroon te laten weergeven. Het helpt u met het aanpassen van de beeldgrootte en de focus zodat het geprojecteerde beeld niet vervormd is.
Ondertitels aan Activeert de functie door Aan te kiezen als het geselecteerde
ingangssignaal ondertitels bevat.
• Ondertitels: Een weergave van de dialoog, vertelling en geluidseffecten van tv-programma’s en video’s die worden meegezonden met het beeld (in programmagidsen vaak aangeduid met "CC").
Ondertitelversie Selecteert een gewenste ondertitelmodus. Bekijk ondertitels door
OT1, OT2, OT3 OF OT4 te selecteren (OT1 geeft ondertitels weer in de primaire taal van uw regio).
Netwerk Kies Aan om de functie in te schakelen. De netwerkfunctie van de
projector is beschikbaar als de projector op stand-by staat. Beeldscherm-uit Kies Aan om de functie in te schakelen. De projector kan in de
stand-bystand een vga-signaal leveren als op de aansluiting COMPUTER 1 randapparatuur is aangesloten. Zie "Aansluitingen"
op pagina 15 voor meer informatie over aansluitingen.
Audio pass-through De projector kan in stand-by geluid afspelen als de betreffende
aansluitingen correct op de randapparatuur zijn aangesloten. Druk op / om de gewenste ingang te kiezen. Als u Computer 1 of Computer 2 kiest, kan het audiosignaal uitsluitend worden aangesloten op AUDIO -IN 1 of AUD IO- IN 2. Als u Video,S-Video kiest, kan het audiosignaal uitsluitend worden aangesloten op de aansluiting AUDIO-IN L /R. U hoeft geen audiokabel aan te sluiten als HDMI is gekozen, omdat in de HDMI-kabel het audiosignaal al is opgenomen.
Zie "Aansluitingen" op pagina 15 voor meer informatie over aansluitingen.
Als deze functie is ingeschakeld wordt het stand­bystroomverbruik licht verhoogt.
Bediening46
Functie Beschrijving
5. SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd menu
6. INFORMATIE menu
Kabel-lan
Zie "De projector besturen via een lan-omgeving" op pagina 34 voor details.
Netwerkinstell­ingen
Instll. herstellen
Huidige systeemstatus
AMX-apparaat detecteren Kies Aan om de functie in te schakelen. Als AMX-apparaat
detecteren op Aan aan staat, kan de projector worden gedetecteerd door een AMX-controller.
MAC-adres Geeft het mac-adres van de projector weer.
Zet alle instellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
De volgende instellingen blijven behouden: Fase, Horizontale afmeting, Gebruikersmodus 1, Gebruikersmodus 2, Kleurruimteconversie, Projectorpositie, Hoogtemodus, Beveiligingsins Tellingen, Netwerkinstellingen en Baud-ratio.
Ingang Geeft de huidige signaalbron weer.
Beeldmodus Geeft de geselecteerde modus in het menu BEELD weer.
Resolutie Geeft de native resolutie van het ingangssignaal weer.
Kleursysteem Geeft de systeemindeling van de ingang aan: NTSC, PAL, SECAM,
YUV of RGB.
Equivalent lampuren Geeft het aantal uur weer dat de lamp is gebruikt.
Firmware-versie Toont de firmware-versie van de projector.
Bediening 47

Onderhoud

Onderhoud van de projector

De projector heeft maar weinig onderhoud nodig. Het enige dat u regelmatig dient te doen, is de lens en behuizing schoonhouden.
Verwijder nooit onderdelen van de projector, met uitzondering van de lamp. Neem contact op met uw leverancier als er andere onderdelen vervangen dienen te worden.

De lens reinigen

Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak ziet.
• Verwijder stof met een fles met gecomprimeerde lucht.
• Bij vuil of vlekken gebruikt u papier voor het reinigen van cameralenzen of bevochtigt u een zachte doek met reinigingsvloeistof voor cameralenzen en veegt u het oppervlak van de lens voorzichtig schoon.
• Gebruik nooit een schuursponsje, reinigingsmiddel met alkaline/zuur, schuurmiddel of vluchtig oplosmiddel, zoals alcohol, wasbenzine, thinner of insecticide. Het gebruik van zulke stoffen of langdurig contact met materiaal van rubber of vinyl, kan resulteren in beschadiging van het oppervlak en behuizing van de projector.

De projectorbehuizing reinigen

Schakel de projector op de correcte manier uit (zie "De projector uitschakelen" op pagina
37) en trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u de behuizing gaat
reinigen.
• Verwijder vuil of stof met een zachte, pluisvrije doek.
• Voor het verwijderen van hardnekkige vlekken gebruikt u een zachte doek die u hebt bevochtigd met water en een neutraal schoonmaakmiddel. Veeg hiermee de behuizing schoon.
Gebruik nooit was, alcohol, benzine, verdunner of andere chemische schoonmaakmiddelen. Hierdoor kan de behuizing beschadigd raken.

De projector opbergen

Volg de aanwijzingen hieronder als u de projector langere tijd wilt opbergen.
• Zorg dat de temperatuur en de luchtvochtigheid van de opslagruimte binnen het aanbevolen bereik voor de projector vallen. Zie "Specificaties" op pagina 56 of neem contact op met uw leverancier voor het bereik.
• Schuif de verstelvoetjes in.
• Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
• Verpak de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking.

De projector vervoeren

Het verdient aanbeveling de projector in de oorspronkelijke of een gelijkwaardige verpakking te vervoeren. Als u de projector zelf draagt, dient u de originele verpakking of de meegeleverde zachte draagtas te gebruiken.
Onderhoud48

Informatie over de lamp

Het aantal lampuren onderzoeken

De gebruiksduur van de lamp (lampuren) wordt automatisch berekend door de ingebouwde timer als de projector wordt gebruikt.
Zie "Instellingen Lampmodus als Economisch" hieronder voor meer informatie over de modus Economisch.
Informatie over het aantal lampuur verkrijgen:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / om het menu SYSTEEMINSTLL:
Geavanceerd te selecteren.
2. Druk op om Lampinstellingen te selecteren en druk op MODE/ENTER. De pagina
Lampinstellingen wordt geopend.
3. U ziet informatie over Equivalent lampuren in het menu.
4. Sluit het menu af door op MENU/EXIT te drukken.
U kunt lampinformatie ook zien in het menu INFORMATIE.

De levensduur van de lamp verlengen

De projectielamp is een verbruiksitem dat ongeveer 3000-4000 uur meegaat bij normaal gebruik. Door de volgende instellingen in het OSD-menu te veranderen kunt u de levensduur van de lamp maximaliseren.
• Instellingen Lampmodus als Economisch
Als u de modus Economisch gebruikt wordt het systeemgeluid en stroomverbruik verminderd met 20%. Als de modus Economisch is geselecteerd wordt het licht verminderd en worden de geprojecteerde beelden donkerder.
Als u de projector in de modus Economisch schakelt, komt tevens de levensduur van de lamp ten goede. Stel de modus Economisch in door naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Lampinstellingen > Lampmodus te gaan en op / te drukken.
• Instellen Automatisch uitschakelen
Via deze functie wordt de projector automatisch uitgeschakeld als er gedurende een ingestelde periode geen ingangssignaal wordt gedetecteerd, zodat de levensduur van de lamp niet onnodig wordt verbruikt.
Stel Automatisch uitschakelen in door naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Gebruiksinstellingen > Automatisch uitschakelen te gaan en druk op / . De tijdsduur kan worden ingesteld van 5 t/m 30 minuten, in stappen van 5 minuten. Als de ingestelde tijdsduur niet overeenkomt met uw persoonlijke wensen, kies dan Uitschakelen. De projector wordt niet automatisch binnen een bepaalde periode uitgeschakeld.

De timing van de lampvervanging

Wanneer het LAMP (waarschuwingslampje) van de lamp rood oplicht of wanneer er een bericht in het scherm wordt weergegeven dat aangeeft dat u de lamp dient te vervangen, dient u een nieuwe lamp te installeren of met het apparaat naar uw leverancier te gaan. Een oude lamp kan storing in de projector veroorzaken. In sommige gevallen kan de lamp ontploffen.
Ga naar http://lamp.benq.com voor een vervangende lamp.
Onderhoud 49
De LAMP (waarschuwingslampje lamp) en TEMP (waarschuwingslampje temperatuur) gaan
OK
Vervangende lamp bestellen
Lamp>XXXX uur
Bestel nieuwe lampen op lamp.benq.c om
Melding
OK
Lamp snel vervangen
Lamp>XXXX uur
Bestel nieuwe lampen op lamp.benq.com
Melding
OK
Lamp nu vervangen
Lamp>XXXX uur Gebruiksduur lamp overschreden
Bestel nieuwe lampen op lamp.benq.com
Melding
OK
Gebruiksduur lamp verstreken
Vervang lamp (zie handleiding) Stel lamptimer dan opnieuw in
Bestel nieuwe lampen op lamp.benq.c om
WAARSCHUWING
branden als de lamp te heet wordt. Zet de stroom uit en laat de projector 45 minuten afkoelen. Wanneer deze waarschuwingslampjes nog steeds branden nadat de stroom weer is ingeschakeld, dient u contact op te nemen met uw leverancier. Zie "Indicatoren" op pagina 54 voor details.
De volgende lampwaarschuwingen worden weergegeven om u eraan te herinneren dat u de lamp dient te vervangen.
Status Bericht
Installeer een nieuwe lamp voor optimale prestaties. Als de projector meestal op de modus Economisch is ingesteld (zie "Het aantal lampuren
onderzoeken" op pagina 49), kunt u de projector
nog blijven gebruiken totdat de volgende lampuurwaarschuwing verschijnt.
Druk op MODE/ENTER om het bericht te negeren.
Het wordt ten zeerste aanbevolen dat u de lamp vervangt. De lamp is een verbruiksartikel. De helderheid van de lamp vermindert na verloop van tijd. Dit is normaal. U kunt de lamp vervangen als de helderheid aanzienlijk is afgenomen.
Druk op MODE/ENTER om het bericht te negeren.
De lamp MOET worden vervangen voordat de projector opnieuw normaal functioneert.
Druk op MODE/ENTER om het bericht te negeren.
"XXXX" in de bovenstaande berichten zijn getallen die per model kunnen afwijken.
Onderhoud50

De lamp vervangen

Om het risico van een elektrische schok te vermijden, dient u altijd de projector uit te schakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te verwijderen alvorens u de lamp gaat vervangen.
Om de kans op brandwonden te verkleinen, dient u de projector gedurende ten minste 45 minuten te laten afkoelen alvorens u de lamp vervangt.
Om de kans op verwondingen aan vingers of schade aan onderdelen binnen in de projector te verkleinen, dient u voorzichtig te werk te gaan wanneer u lampglas verwijdert dat in scherpe stukjes uit elkaar is gespat.
Om de kans op verwondingen aan vingers en/of een slechtere beeldkwaliteit door aanraking van de lens te verkleinen, mag u uw hand niet in de lege kast steken nadat de lamp is verwijderd.
Deze lamp bevat kwik. Gooi deze lamp bij het klein chemisch afval overeenkomstig de toepasselijke lokale regelgeving.
Aanbevolen wordt een geschikte projectorlamp aan te schaffen als vervanging om de optimale prestaties van de projector te verzekeren.
Als de lamp wordt vervangen terwijl de projector ondersteboven aan het plafond hangt, let dan goed op dat niemand onder de lampklep staat om mogelijk letsel of schade aan de ogen door glasscherven te voorkomen.
1. Schakel het apparaat uit en trek de stekker van de projector uit het stopcontact. Als de lamp heet is, laat u de lamp eerst ongeveer 45 minuten afkoelen om brandwonden te voorkomen.
2. Draai de schroef los die de lampklep aan zijkant van de projector bevestigt totdat de lampklep los komt.
3. Verwijder het deksel.
Schakel de stroom nooit in wanneer het
deksel van de lamp is verwijderd.
Steek uw vingers niet tussen lamp en de
projector. De scherpen randen in de projector kunnen letsel veroorzaken.
4. Koppel de lampconnector los van de projector.
5. Draai de schroeven van de lamp los.
6. Trek aan de handgreep zodat deze rechtop staat.
1
3
2
Onderhoud 51
7. Trek met de handgreep de lamp langzaam uit de projector.
Als u te snel trekt, kan de lamp breken waardoor
glasscherven in de projector terecht kunnen komen.
Plaats de lamp niet binnen het bereik van
kinderen of in de buurt van vloeistoffen en ontvlambare materialen.
Steek uw handen niet in de projector nadat de
lamp is verwijderd. Als u de optische onderdelen in de projector aanraakt, kan dat ongelijke kleurweergave en een vervormde projectie veroorzaken.
8. Laat de nieuwe lamp zakken zoals is aangegeven in de afbeelding.
9. Sluit de lampconnector weer aan op de projector.
10. Draai de schroeven van de lamp weer vast.
11. Zorg dat de handgreep volledig vlak ligt en stevig op zijn plaats zit.
Een losse schroef kan tot een slechte verbinding
leiden, met storingen tot gevolg.
Draai de schroef niet te vast.
2
3
1
12. Plaats het lampdeksel terug.
13. Draai de schroeven van het deksel weer vast.
Een losse schroef kan tot een slechte verbinding
leiden, met storingen tot gevolg.
Draai de schroef niet te vast.
Onderhoud52
14. Sluit de stroom weer aan en start de projector opnieuw op.
Schakel de stroom nooit in wanneer het deksel van de lamp is verwijderd.
Stelt de lamptimer in op nul
15. Open nadat het startlogo is verschenen, het schermmenu. Ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Lampinstellingen. Druk op MODE/ENTER. De pagina Lampinstellingen wordt weergegeven. Selecteer Lamptimer herstellen. Er verschijnt een waarschuwingsbericht waarin u wordt gevraagd de lamptimer te herstellen. Selecteer Reset en druk op MODE/ENTER. De lamptijd wordt op "0" gezet.
Stel de gebruiksduur van de lamp niet op nul in wanneer de lamp niet is vervangen. Wanneer u dat wel doet, kan dat tot schade leiden.
Onderhoud 53

Indicatoren

Lampje Status & beschrijving
Situaties gerelateerd aan de stroomtoevoer
Uit Uit Oranje
Uit Uit
Uit Uit Groen
Uit Uit
Rood Uit
Rood Uit Uit
Uit Rood Uit
Rood Rood Uit
Groen Rood Uit
Oranje Rood Uit
Rood Rood Oranje
Groen Rood Oranje
Rood Rood Rood
Groen Rood Rood
Rood Rood Groen
Groen Rood Groen
Rood Groen Uit
Oranje Groen Uit
Rood Oranje Uit
Groen
Knippert
Oranje
Knippert
Situaties gerelateerd aan de lamp
Oranje
Knippert
Situaties gerelateerd aan de temperatuur
Stand-bymodus.
Opstarten.
Normale werking.
• De projector dient 90 seconden af te koelen omdat deze niet op de normale manier is afgesloten, zonder het normale afkoelproces.
• De projector dient 90 seconden af te koelen nadat de stroom is uitgeschakeld.
• De projector is automatisch afgesloten. Als u de projector opnieuw probeert te starten, wordt deze opnieuw afgesloten. Neem contact op met uw leverancier voor hulp.
De projector is automatisch afgesloten. Als u de projector opnieuw probeert te starten, wordt deze opnieuw uitgeschakeld. Neem contact op met uw leverancier voor hulp.
1. De projector dient 90 seconden af te koelen. Of
2. Neem contact op met uw leverancier voor hulp.
De projector is automatisch uitgeschakeld. Als u de projector opnieuw probeert te starten, wordt deze opnieuw afgesloten. Neem contact op met uw leverancier voor hulp.
Onderhoud54

Problemen oplossen

U kunt de projector niet inschakelen.
Oorzaak Oplossing
Het netsnoer levert geen stroom.
De projector werd aangezet tijdens het afkoelen.
Geen beeld
Oorzaak Oplossing
De videobron is niet ingeschakeld of niet correct aangesloten. De projector is niet correct aangesloten op de invoerbron.
Het ingangssignaal is verkeerd geselecteerd.
De lensklep is nog gesloten. Open de lensklep.
Onscherp beeld
Oorzaak Oplossing
De projectielens is niet correct scherpgesteld. De projector en het scherm staan scheef. De lensklep is nog gesloten. Open de lensklep.
De afstandsbediening werkt niet
Oorzaak Oplossing
De batterijen zijn leeg. Vervang de batterijen. Er bevindt zich een voorwerp tussen de afstandsbediening en de projector.
U bevindt zich te ver van de projector.
Het wachtwoord is onjuist
Oorzaak Oplossing
U bent het wachtwoord vergeten.
Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de netsnoeraansluiting op de projector en het andere uiteinde in het stopcontact. Zorg dat het stopcontact is ingeschakeld (indien van toepassing).
Wacht tot de projector volledig is afgekoeld.
Schakel de videobron in en controleer of de signaalkabel correct is aangesloten.
Controleer de aansluiting.
Kies het juiste ingangssignaal met de knop SOURCE op de projector of afstandsbediening.
Pas de scherpstelling van de lens aan met de focusring. Pas indien nodig de projectiehoek, -richting en
-hoogte van de projector aan.
Verwijder het voorwerp.
Ga niet verder dan 8 meter (26 voet) van de projector staan.
Zie "De procedure voor het oproepen van het
wachtwoord starten" op pagina 22 voor
details.
Problemen oplossen 55

Specificaties

Projectorspecificaties

Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Optische specificaties
Resolutie
1024 x 768 XGA
Weergavesysteem
1-CHIP DMD
Lens F/waarde
F = 2,54-2,73
Lamp
Lamp van 190 W
Elektrische specificaties
Stroomtoevoer
AC100–240V, 3,0 A, 50-60 Hz (automatisch)
Energieverbruik
315 W (max); < 1 W (stand-by)
Mechanische specificaties
Gewicht
2,5 Kg (5,5 lbs)
Uitgangen
RGB-uitgang
D-Sub 15-pins (contrastekker) x 1
Luidspreker
(Stereo) 10 watt x 1
Audiosignaaluitgang
PC-audiojack x 1
Bediening
Seriële bediening via RS-232
9 pins x 1
IR-ontvanger x 2
Usb-poort (Mini-B x 1)
Ingangen
Computeringang
RGB-ingang
D-Sub 15-pins (contrastekker) x 2
Videosignaalingang
S-VIDEO
Mini DIN 4-pin poort x 1
VIDEO
RCA jack x 1
SD/HDTV-signaalingang
Analoog - Component RCA jack x 3
(via RGB-ingang)
Digitaal - HDMI V1.3 x 1
Audiosignaalingang
Audio-ingang
PC-audiojack x 2 RCA-audiojack (L/R) x 2
Omgevingsfactoren
Bedrijfstemperatuur
0°C–40°C op zeeniveau
Relatieve vochtigheid in bedrijf
10%–90% (zonder condens)
Bedrijfshoogte
0–1499 m bij 0°C–35 °C 1500–3000 m bij 0°C–30°C (met Hoogtemodus aan)
Specificaties56

Afmetingen

287,3
232,6
114,4
62
62
445.95
397.90
364.40
83.38
141.88
232.6
123.0
78
287.3
207.6
77
76.5
34.5
199.6
Schroef voor plafondmontage: M4 x 8 (max. L = 8 mm)
Eenheid: mm
287,3 mm (B) x 114,4 mm (H) x 232,6 mm (D)

Plafondmontage

Specificaties 57

Timing-diagram

Ondersteunde timing voor PC-signaal
Resolutie Modus
VGA_60 59,940 31,469 25,175
640 x 480
720 x 400 720 x 400_70 70,087 31,469 28,3221
800 x 600
1024 x 768
1152 x 864 1152 x 864_75 75 67,5 108 1280 x 768 1280 x 768_60 59,87 47,776 79,5
1024 x 576
1024 x 600
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960
1440 x 900 WXGA+_60*** 59,887 55,935 106,500 1400 x 1050 SXGA+_60*** 59,978 65,317 121,750 1600 x 1200 UXGA 60,000 75,000 162,000 1680 x 1050 1680 x 1050_60 59,954 65,29 146,25
640 x 480@67Hz MAC13 66,667 35,000 30,240
832 x 624@75Hz MAC16 74,546 49,722 57,280 1024 x 768@75Hz MAC19 75,020 60,241 80,000 1152 x 870@75Hz MAC21 75,06 68,68 100,00
*Ondersteunde timing voor non-3D- en 3D-signaal met Frame Sequential- en Top-Bottom­formaat.
**Ondersteunde timing voor non-3D- en 3D-signaal met Frame Sequential-formaat.
***Ondersteunde timing voor non-3D- en 3D-signaal met Top-Bottom-formaat.
VGA_72 72,809 37,861 31,500 VGA_75 75,000 37,500 31,500 VGA_85 85,008 43,269 36,000
SVGA_56 56,25 35,156 36
SVGA_60* 60,317 37,879 40,000
SVGA_72 72,188 48,077 50,000 SVGA_75 75,000 46,875 49,500 SVGA_85 85,061 53,674 56,250
SVGA_120**
(Reduce Blanking) XGA_60* 60,004 48,363 65,000
XGA_70 70,069 56,476 75,000
XGA_75 75,029 60,023 78,750
XGA_85 84,997 68,667 94,500
XGA_120**
(Reduce Blanking)
BenQ Notebook
Timing
BenQ Notebook
Timing
WXGA_60* 59,810 49,702 83,500
WXGA_75 74,934 62,795 106,500 WXGA_85 84,880 71,554 122,500
WXGA_120**
(Reduce Blanking)
SXGA_60*** 60,020 63,981 108,000
SXGA_75 75,025 79,976 135,000 SXGA_85 85,024 91,146 157,500
1280 x 960
_60***
1280 x 960_85 85,002 85,938 148,500
Verticale
frequentie (Hz)
119,854 77,425 83,000
119,989 97,551 115,5
60,0 35,820 46,966
64,995 41,467 51,419
119,909 101,563 146,25
60,000 60,000 108
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Specificaties58
Ondersteunde timing voor HDMI (HDCP)-ingang
Resolutie Modus
VGA_60 59,940 31,469 25,175
640 x 480
720 x 400 720 x 400_70 70,087 31,469 28,3221
800 x 600
1024 x 768
1152 x 864 1152 x 864_75 75 67,5 108 1280 x 768 1280 x 768_60 59,87 47,776 79,5
1024 x 576@60Hz
1024 x 600@65Hz
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 768
1440 x 900 WXGA+_60*** 59,887 55,935 106,500 1400 x 1050 SXGA+_60*** 59,978 65,317 121,750 1600 x 1200 UXGA 60,000 75,000 162,000 1680 x 1050 1680 x 1050_60 59,954 65,290 146,250
640 x 480@67Hz MAC13 66,667 35,000 30,240 832 x 624@75Hz MAC16 74,546 49,722 57,280
1024 x 768@75Hz MAC19 75,020 60,241 80,000
1152 x 870@75Hz MAC21 75,06 68,68 100,00
*Ondersteunde timing voor non-3D- en 3D-signaal met Frame Sequential- en Top-Bottom­formaat.
**Ondersteunde timing voor non-3D- en 3D-signaal met Frame Sequential-formaat.
***Ondersteunde timing voor non-3D- en 3D-signaal met Top-Bottom-formaat.
VGA_72 72,809 37,861 31,500 VGA_75 75,000 37,500 31,500 VGA_85 85,008 43,269 36,000
SVGA_60* 60,317 37,879 40,000
SVGA_72 72,188 48,077 50,000 SVGA_75 75,000 46,875 49,500 SVGA_85 85,061 53,674 56,250
SVGA_120**
(Reduce Blanking) XGA_60* 60,004 48,363 65,000
XGA_70 70,069 56,476 75,000
XGA_75 75,029 60,023 78,750
XGA_85 84,997 68,667 94,500
XGA_120**
(Reduce Blanking)
BenQ Notebook
Timi ng
BenQ Notebook
Timi ng
WXGA_60* 59,810 49,702 83,500
WXGA_75 74,934 62,795 106,500 WXGA_85 84,880 71,554 122,500
WXGA_120**
(Reduce Blanking)
SXGA_60*** 60,020 63,981 108,000
SXGA_75 75,025 79,976 135,000 SXGA_85 85,024 91,146 157,500
1280 x 960
_60***
1280 x 960_85 85,002 85,938 148,500
1360 x 768
_60***
Verticale
frequentie (Hz)
119,854 77,425 83,000
119,989 97,551 115,5
60,00 35,820 46,996
64,995 41,467 51,419
119,909 101,563 146,25
60,000 60,000 108
60,015 47,712 85,500
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Specificaties 59
Verticale
Timing Resolutie
frequentie
(Hz)
480i** 720 x 480 59,94 15,73 27
480p 720 x 480 59,94 31,47 27
576i 720 x 576 50 15,63 27 HDMI/DVI
576p 720 x 576 50 31,25 27 HDMI/DVI 720/50p 1280 x 720 50 37,5 74,25 HDMI/DVI 720/60p 1280 x 720 60 45,00 74,25 HDMI/DVI 1080/50i 1920 x 1080 50 28,13 74,25 HDMI/DVI 1080/60i 1920 x 1080 60 33,75 74,25 HDMI/DVI
1080/24P 1920 x 1080 24 27 74,25 HDMI/DVI 1080/25P 1920 x 1080 25 28,13 74,25 HDMI/DVI 1080/30P 1920 x 1080 30 33,75 74,25 HDMI/DVI 1080/50P 1920 x 1080 50 56,25 148,5 HDMI/DVI 1080/60P 1920 x 1080 60 67,5 148,5 HDMI/DVI
Een signaal van 1080i(1125i)@60Hz of 1080i(1125i)@50Hz kan resulteren in een licht trillend beeld.
**Ondersteunde timing voor non-3D- en 3D-signaal met Frame Sequential-formaat.
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Opmerking
alleen voor
HDMI
alleen voor
HDMI
Ondersteunde timing voor Component-YPbPr signaal
Timing Resolutie
480i** 720 x 480 59,94 15,73 13,5
480p 720 x 480 59,94 31,47 27
576i 720 x 576 50 15,63 13,5
576p 720 x 576 50 31,25 27 720/50p 1280 x 720 50 37,5 74,25 720/60p 1280 x 720 60 45,00 74,25
1080/50i 1920 x 1080 50 28,13 74,25
1080/60i 1920 x 1080 60 33,75 74,25 1080/24P 1920 x 1080 24 27 74,25 1080/25P 1920 x 1080 25 28,13 74,25 1080/30P 1920 x 1080 30 33,75 74,25 1080/50P 1920 x 1080 50 56,25 148,5 1080/60P 1920 x 1080 60 67,5 148,5
Een signaal van 1080i(1125i)@60Hz of 1080i(1125i)@50Hz kan resulteren in een licht trillend beeld.
**Ondersteunde timing voor non-3D- en 3D-signaal met Frame Sequential-formaat.
Verticale
frequentie (Hz)
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Ondersteunde timing voor video- en S-Video-ingang
Videomodus
NTSC** 15,73 60 3,58
PAL 15,63 50 4,43
SECAM 15,63 50 4,25 of 4,41
PAL-M 15,73 60 3,58 PAL-N 15,63 50 3,58
PAL-60 15,73 60 4,43
NTSC4.43 15,73 60 4,43
**Ondersteunde timing voor non-3D- en 3D-signaal met Frame Sequential-formaat.
Horizontale
frequentie (kHz)
Verticale
frequentie (Hz)
Frequentie
kleursubdrager (MHz)
Specificaties60

Informatie over garantie en auteursrechten

Beperkte garantie
De garantie van BenQ voor dit product heeft betrekking op productie- en materiaalfouten die zich bij normaal gebruik van het apparaat manifesteren.
Wanneer u een beroep wilt doen op de garantie, dient u een geldig aankoopbewijs te kunnen overleggen. Wanneer dit product tijdens de garantieperiode defect raakt, is BenQ alleen verplicht de defecte onderdelen te vervangen (inclusief arbeidsloon). Om in geval van een defect reparatie- of servicewerkzaamheden te laten uitvoeren die onder de garantie vallen, dient u zich zo snel mogelijk te wenden tot de leverancier bij wie u het product hebt gekocht.
Belangrijk: De bovenstaande garantie vervalt indien de klant heeft nagelaten het product te gebruiken overeenkomstig de schriftelijke instructies van BenQ, in het bijzonder de instructies inzake de gebruiksomstandigheden. De vochtigheidsgraad moet tussen 10% en 90% liggen, de temperatuur tussen 0°C en 35°C en de projector mag niet worden gebruikt op stoffige plaatsen of op plaatsen hoger dan 1500m. Deze garantie verleent de koper van het apparaat bepaalde rechten, evenals het zogenaamde consumentenrecht, dat echter per land kan verschillen.
Ga voor meer informatie naar www.BenQ.com.
Copyright
Copyright 2011 BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd, verzonden, opgeslagen in een zoeksysteem of vertaald in een andere taal of computertaal, onder geen enkele vorm en op geen enkele wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of op andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BenQ Corporation.
Aansprakelijkheid
BenQ Corporation is niet aansprakelijk en geeft geen garanties, uitdrukkelijk noch stilzwijgend, ten aanzien van de inhoud van deze publicatie en wijst alle garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel af. BenQ Corporation behoudt zich het recht voor deze publicatie te herzien en de inhoud ervan van tijd tot tijd te wijzigen zonder verplicht te zijn aan enige persoon mededeling van die herzieningen of wijzigingen te doen.
*DLP, Digital Micromirror Device en DMD zijn handelsmerken van Texas Instruments. Andere merk- en productnamen zijn eigendom van de respectieve bedrijven of organisaties.
Patenten
Op deze BenQ-projector rusten de volgende patenten:
In de V.S. de patenten 6,837,608; 7,275,834; 7,181,318. In Taiwan de patenten 202690; 205470; I228635; I259932.
In China de patenten ( 中国发明专利 ) ZL01143168.7; ZL03119907.0; ZL200510051609.2
Informatie over garantie en auteursrechten 61
Loading...