Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor ITapparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze
handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1.Lees deze handleiding aandachtig
door voordat u de projector gaat
gebruiken. Bewaar de handleiding
voor toekomstig gebruik.
2.Kijk tijdens het projecteren niet
rechtstreeks in de lens van de
projector. De sterke lichtstraal kan uw
ogen beschadigen.
3.Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden over aan
een bevoegd technicus.
5.In sommige landen is de netspanning
ongelijkmatig. Hoewel deze projector
normaal werkt bij een netspanning
van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan
het apparaat uitvallen wanneer zich
een stroomstoring of een
spanningspiek van ±10 V voordoet.
In gebieden waar dit risico hoog is, is
het raadzaam de projector aan te
sluiten op een spanningsstabilisator,
piekbeveiliging of UPS-systeem
(Uninterruptible Power Supply).
6.Blokkeer de projectielens niet met
voorwerpen. De voorwerpen kunnen
heet worden en daardoor vervormd
raken of vlam vatten. Druk op
ECO BLANK op de projector of
afstandsbediening om de lamp
tijdelijk uit te schakelen.
4.Zorg er altijd voor dat de lenssluiter
(indien aanwezig) is geopend of de
lensdop (indien aanwezig) is
verwijderd wanneer de projectorlamp
brandt.
Belangrijke veiligheidsinstructies3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
7.De lamp wordt erg heet tijdens het
gebruik. Laat de projector ongeveer
45 minuten afkoelen voordat u de
lamp vervangt.
10. Plaats dit product nooit op een
onstabiele ondergrond. Het product
kan dan vallen en ernstig worden
beschadigd.
8.Gebruik de lamp niet langer dan de
voorgeschreven levensduur. Als u de
lamp toch langer gebruikt, kan deze in
zeldzame gevallen breken.
9.Zorg dat de stekker van de projector
uit het stopcontact is verwijderd
voordat u de lamp of elektronische
onderdelen vervangt.
11. Open deze projector niet zelf.
De onderdelen van het apparaat staan
onder hoge spanning die
levensgevaarlijk is. Het enige
onderdeel dat u mag vervangen, is de
lamp met het deksel.
U mag nooit andere onderdelen
losmaken of verwijderen. Laat
reparaties uitsluitend over aan
gekwalificeerde professionele
reparateurs.
12. Wanneer u de projector gebruikt,
neemt u mogelijk warme lucht en een
bepaalde geur waar bij het
ventilatierooster. Dit is een normaal
verschijnsel.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
3.000 m
(10000
voet)
0 m
(0 voet)
Veiligheidsinstructies (vervolg)
13. Plaats de projector niet in de volgende
ruimtes.
- Slecht geventileerde of gesloten ruimtes.
Zorg dat de projector ten minste 50 cm
van de muur staat en laat voldoende
ruimte vrij rondom de projector.
- Plekken waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto met
gesloten ramen.
- Plekken met veel vocht, stof of rook die
optische componenten mogelijk
aantasten. Dit verkort de levensduur van
de projector en verdonkert het beeld.
- Plekken in de buurt van een brandalarm.
- Plekken met een omgevingstemperatuur
hoger dan 40°C/104°F
- Plekken die hoger liggen dan 3000 m
(10000 voet).
14. Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats deze projector niet op een deken,
beddengoed of op een ander zacht
oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek
of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de
buurt van de projector.
Als het ventilatierooster niet vrij wordt
gehouden, kan er door oververhitting
in de projector brand ontstaan.
15. Plaats de projector tijdens gebruik altijd
op een stabiel en niet hellend
oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als
deze gekanteld staat in een hoek van
meer dan 10 graden (links naar rechts)
of in een hoek van meer dan 15 graden
(voor naar achter). Als u de projector
gebruikt wanneer deze niet volledig
horizontaal staat, werkt deze mogelijk
niet optimaal of kan de lamp beschadigd
raken.
16. Plaats de projector niet verticaal.
De projector kan dan vallen en letsel
veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
17. Trap niet op de projector of leg er geen
voorwerpen op. Dit kan niet alleen
schade aan de projector veroorzaken,
maar kan ook leiden tot ongevallen en
mogelijk letsel.
18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van
of op de projector. Als er vloeistof in de
projector wordt gemorst, werkt deze
mogelijk niet meer. Als de projector nat
wordt, trekt u de stekker uit het
stopcontact en belt u BenQ voor
reparaties.
Montage van de projector op het
plafond
Voor een probleemloze werking van de
projector is ook veiligheid van groot
belang. Neem de volgende
veiligheidsvoorschriften in acht om
schade en lichamelijk letsel te
voorkomen.
Als u de projector tegen het plafond
wilt bevestigen, is het raadzaam de
plafondmontageset voor BenQprojectoren te gebruiken voor een
veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander
merk gebruikt, bestaat het gevaar dat de
projector naar beneden valt omdat het
apparaat met de verkeerde schroeven is
bevestigd.
U kunt de plafondmontageset voor
BenQ-projectoren kopen bij de
leverancier van uw projector.
Het verdient ook aanbeveling een
aparte veiligheidskabel aan te schaffen
die compatibel is met het Kensingtonslot. Maak deze kabel vast aan de sleuf
voor het Kensington-slot op de
projector en aan de houder. Wanneer
de projector loskomt van de houder,
blijft het apparaat toch veilig zitten.
19. Dit product kan beelden omgekeerd
weergeven, zodat plafondmontage
mogelijk is.
Gebruik alleen de plafondmontageset
van BenQ en zorg dat de projector
stevig vastzit.
20. Dit apparaat moet worden geaard.
Belangrijke veiligheidsinstructies6
Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in
overeenstemming met de plaatstelijke
wetten voor afvalverwerking.
Zie www.lamprecycle.org.
Inleiding
Kenmerken van de projector
De projector combineert krachtige optische projectiemogelijkheden met een
gebruikersvriendelijk ontwerp dat betrouwbaarheid en gebruiksgemak garandeert.
De projector heeft de volgende kenmerken.
• ECO BLANK - Dankzij de Philips ImageCare®-technologie bespaart de functie Eco
Blank (Eco uit) maximaal 70% van de lampenergie terwijl het beeld wordt verborgen
• Met netwerkinstellingen kan via een webbrowser van een computer de projectorstatus
worden beheerd
• Met de 3D-functie kunt u genieten van films, video’s en sport in 3D, nu nog realistischer
doordat de beelden diepte krijgen
• Heldere kleur/VIDI voor echtere, levendigere kleuren in het beeld
• Ondertitels voor de dialoog, verhaallijn en geluidseffecten van tv-programma’s en
video’s
• Variabel geluidsniveau
• Wandkleurcorrectie waarmee het mogelijk is te projecteren op oppervlakten met
verschillende vooraf gedefinieerde kleuren
• Snel automatisch zoeken versnelt het detecteren van het signaal
• Instelbare wachtwoordbeveiliging
• 3D-kleurbeheer om kleuren aan te passen naar uw voorkeur
• Snelkoelfunctie om de projector snel af te koelen
• Presentatietimer voor meer inzicht in de tijdsduur van presentaties
• Automatisch de beste beeldkwaliteit met één druk op een knop
• Digitale keystone-correctie om vervormde beelden te corrigeren
• Instelbare kleurbalansregeling voor weergave van gegevens/videobeelden
• Weergave van 1,07 miljoen kleuren
• Meertalige schermmenu's (OSD)
• Schakelen tussen de modi normaal en economisch om het stroomverbruik te
verminderen
• Ingebouwde luidsprekers voor gemengd monogeluid bij gebruik van een audio-ingang
• Compatibel met component HDTV (YP
•De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de
instellingen voor contrast en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de
afstand tot het scherm.
•De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en verschilt per fabrikant. Dit is
normaal.
bPr)
Inleiding7
Inhoud van de verpakking
1.Reservelamp
2.Wandmontagekit
3.RS232-kabel
4.Draagtas
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of
meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.
Standaardaccessoires
De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die
in de afbeeldingen.
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde regio’s geleverd. Vraag uw verkoper voor
gedetailleerde informatie.
ProjectorNetsnoerVGA-kabel
Trek het kaartje weg voordat u de afstandsbediening gebruikt.
Optionele accessoires
Inleiding8
SnelgidsCD met
Afstandsbediening met batterij
Garantiekaart*
gebruikershandleiding
Buitenkant van de projector
5
Voorkant/bovenkant
3
4
6
1
8
9
7
2
10
Achter/onderkant
13
15
20
21
24
23
16
11
1922
25
12
14
18
17
1.Lampdeksel
2.Extern besturingspaneel
(Zie "Bedieningselementen en functies"
Licht rood op als de temperatuur van de
projector te hoog wordt.
9.POWER (Power-lampje)
Brandt of knippert als de projector wordt
gebruikt.
10. Auto
Hiermee worden automatisch de beste
beeldtiminginstellingen bepaald voor het
weergegeven beeld.
11. Keystone/pijltoetsen (/ Omhoog,
1.Focusring
Hiermee past u de scherpstelling van het
geprojecteerde beeld aan.
2.Zoomring
Hiermee past u de grootte van het beeld
aan.
3.LAMP (waarschuwingslampje lamp)
Geeft de lampstatus aan. Brandt of
knippert als er een probleem is met de
lamp.
4.MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het schermmenu
(OSD) in. Hiermee gaat u terug naar het
vorige schermmenu (OSD), sluit u het
menu en slaat u de menu-instellingen op.
5.Links/
12. AAN/UIT
13.Rechts/
14. SOURCE
/Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt.
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in.
Verhoogt het volume van de projector.
Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd,
functioneren de toetsen #5, #11 en #13 als
richtingspijlen om de gewenste
menuopties te selecteren en de instellingen
te wijzigen.
Geeft de ingangselectiebalk weer.
Verlaagt het volume van de projector.
6.MODE/ENTER
Selecteer een beschikbare beeldmodus.
Hiermee activeert u het geselecteerde
menu-item in het schermmenu.
7.ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen.
Inleiding10
Afstandsbediening
15
1
8
4
7
3
10
11
12
13
2
5
6
14
8
9
1. AAN/UIT
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in.
2. Stilstaand beeld
Hiermee zet u het geprojecteerde beeld stil.
3.Links
4.ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen.
5.Digital Zoom (+, -)
Hiermee vergroot of verkleint u het
geprojecteerde beeld.
6.Volume +/-
Past het geluidsniveau aan.
7.MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het schermmenu (OSD)
in. Hiermee gaat u terug naar het vorige
schermmenu (OSD), sluit u het menu en
slaat u de menu-instellingen op.
8.Keystone/pijltoetsen (/ Omhoog,
/ Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt.
9.Auto
Hiermee worden automatisch de beste
beeldtiminginstellingen bepaald voor het
weergegeven beeld.
10.Rechts
Als het schermmenu (OSD) is
geactiveerd, functioneren de toetsen #3,
#8 en #10 als richtingspijlen om de
gewenste menuopties te selecteren en de
instellingen te wijzigen.
11. SOURCE
Geeft de ingangselectiebalk weer.
12. MODE/ENTER
Selecteer een beschikbare beeldmodus.
Hiermee activeert u het geselecteerde
menu-item in het schermmenu.
13. Timer On
Hiermee kunt u een timer op het scherm
activeren of weergeven op basis van uw
eigen timerinstelling.
14. Timer Set up
Hiermee wordt de instelling voor
presentatietimer direct ingevoerd.
15. PAGE UP/PAGE DOWN
Hiermee kunt u een softwareprogramma
(op een aangesloten pc) bedienen dat
reageert op opdrachten voor pagina
omhoog/omlaag (bijvoorbeeld Microsoft
PowerPoint) .
Inleiding11
Bereik van de afstandsbediening
• De projector bedienen via de voorkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
1
5
°
• De projector bedienen via de
achterkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
1
5
°
De IR-sensoren (infrarood) van de afstandsbediening bevinden zich op de voor- en
achterkant van de projector. Houd de afstandsbediening onder een hoek van maximaal
30 graden ten opzichte van de IR-sensoren van de afstandsbediening op de projector.
De afstand tussen de afstandsbediening en de sensoren mag niet meer dan 8 meter
(~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de
projector blokkeert.
De batterij van de afstandsbediening vervangen
1.Verwijder de batterijhouder.
Volg de geïllustreerde instructies. Houd de vergrendelarm
ingedrukt terwijl u de batterijhouder verwijdert.
2.Plaats de nieuwe batterij in de houder.
De positieve pool van de batterij moet naar buiten
wijzen.
3.Duw de houder in de afstandsbediening.
•Vermijd hoge temperaturen en vochtigheid.
•De batterij kan beschadigd raken als u deze niet correct
plaatst.
•Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een
soortgelijk type batterijen, zoals door de fabrikant
aanbevolen.
•Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies
van de fabrikant.
•Gooi een batterij nooit in een vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen.
•Verwijder de batterij als deze leeg is of als u de afstandsbediening langere tijd niet
gebruikt. Zo voorkomt u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke
lekkage van de batterij.
Inleiding12
De projector positioneren
Het kiezen van een plek
De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd:
1.Tafel voor
Selecteer deze instelling als u de projector op
de tafel en voor het scherm installeert. Als u
een snelle opstelling en draagbaarheid
wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
2.Plafond voor
Selecteer deze instelling als u de projector
tegen het plafond en voor het scherm
installeert.
Als u de projector tegen het plafond wilt
bevestigen, kunt u het beste de
plafondmontageset van BenQ bij uw
leverancier kopen.
Stel Plafond voor in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie
in nadat de projector is ingeschakeld.
3.Plafond achter
Selecteer deze instelling als u de projector
tegen het plafond en achter het scherm
installeert.
Voor deze opstelling zijn een speciaal
scherm voor achterwaartse projectie vereist
en de plafondmontageset van BenQ.
Stel Plafond achter in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie
in nadat de projector is ingeschakeld.
4.Tafel achter
Selecteer deze instelling als u de projector op
de tafel en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm
voor achterwaartse projectie vereist.
Stel Tafel achter in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie
in nadat de projector is ingeschakeld.
Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en
uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de
nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
De projector positioneren13
Maximale zoom
Minimale zoom
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
Verticale afstand
A1
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het
videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
Als u een scherm met een beeldverhouding van 4:3 nodig hebt om een beeld van 4:3 te
projecteren, en de gemeten projectieafstand is 3000 mm, zie dan Tabel A1
beste treffer in de kolom "Afstand tot scherm (mm)" is 2933 mm. Als u in deze rij kijkt, ziet
u dat u hiervoor een scherm van 80” (ongeveer 2,0 m) nodig hebt.
Projectieafmetingen
Zie "Afmetingen" op pagina 57 voor de maten van het lensmidden van deze projector
voordat u de geschikte positie berekent.
Tabel A1: De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld
4:3
Scherm-
grootte
Diagonaal
Inchmm
40101661081313331467160030
501270762101616671833200038
601524914121920002200240046
7017781067142223332567280053
8020321219162626672933320061
9022861372182930003300360069
10025401524203233333667400076
12030481829243840004400480091
150381022863048500055006000114
200508030484064666773338000152
2506350381050808333916710000191
300762045726096100001100012000229
Er zit een tolerantie van 3% in deze waarden door variaties in de optische onderdelen.
BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met
de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze
bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
Geprojecteerde
beeldgrootte
H (mm) B (mm)
Afstand tot scherm (mm)
Min lengte
(max.
zoom)
Gemid-
deld
Max lengte
(min. zoom)
op pagina 14. De
Verticale
afstand
(mm)
De projector positioneren14
Aansluitingen
Laptop of desktopcomputer
Luidsprekers
of
AV-apparaat
Beeldscherm
(DVI)
(VGA)
of
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1.Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt.
2.Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3.Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
•Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden
meegeleverd met de projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels
zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
•Onderstaande afbeeldingen met verbindingen dienen slechts ter illustratie.
De aansluitingen op de achterzijde van de projector verschillen per projectormodel.
2
1
3
1.VGA-kabel
2.VGA-naar-DVI-A-kabel
3.USB-kabel
4.HDMI-kabel
5.Componentvideo-naar-VGA
(of D-sub) adapterkabel
9
1
645
9
6.Audio-l/r-kabel
7.S-Video-kabel
8.Videokabel
9.Audiokabel
78
Aansluitingen15
9
•Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een
projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of CRT/LCD kunt u de externe
weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of
de functietoets met een beeldscherm. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen.
Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor meer informatie over mogelijke
toetsencombinaties.
•De d-sub-uitgang werkt alleen als een geschikte d-sub-stekker op de COMPUTER 1aansluiting is aangesloten.
•Als u deze verbindingsmethode wilt gebruiken als de projector op standby staat, zorg dan
dat de Beeldscherm-uit-functie is ingeschakeld in het menu SYSTEEMINSTLL:
Geavanceerd. Zie "Stand-by-instellingen" op pagina 46 voor details.
Videoapparaten aansluiten
U dient de projector slechts op een van de volgende videouitgangen aan te sluiten. Elke
uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de
beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste videoapparaat.
Naam van aansluiting Uiterlijk van aansluitingBeeldkwaliteit
HDMI
Best
Component Video
S-Video
Video
Beter
Goed
Normaal
Audioapparaten aansluiten
De projector heeft twee ingebouwde mono-luidsprekers met enkele basisfuncties voor het
geluid bij zakelijke presentaties. Deze zijn niet ontworpen, noch bedoel voor het leveren van
stereogeluid zoals dit verwacht kan worden in home theater of home cinema toepassingen.
Eventuele stereo-geluidssignalen worden omgezet naar monogeluid voor de luidsprekers van
de projector.
De geïntegreerde luidspreker wordt gedempt als de AUDIO OUT-aansluiting is aangesloten.
•In de onwaarschijnlijke situatie dat u de projector aansluit op een dvd-speler via de HDMIingang van de projector en de kleuren van het beeld niet kloppen, stel dan de kleurruimte
in op YUV. Zie "De Kleurruimte veranderen" op pagina 24 voor details.
•De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als u een stereo-invoerbron
hebt aangesloten. Zie "Audioapparaten aansluiten" op pagina 16 voor details.
•Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt
ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat
is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn
aangesloten.
Aansluitingen16
Bediening
De projector opstarten
1.Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de
stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact
in (indien nodig). Controleer of het POWER
(Power-lampje) op de projector oranje brandt zodra
de stroom is ingeschakeld.
Gebruik uitsluitend de originele accessoires (zoals de
stroomkabel) op het toestel om mogelijke gevaren, zoals
elektrische schok en brand, te voorkomen.
2.Druk op AAN/UIT om de projector te starten. Zodra het lampje gaat branden,
hoort u een "opstartgeluid". De POWER (Power-lampje) knippert groen en blijft
branden als de projector wordt ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de latere fase van het opstarten wordt
het opstartlogo weergegeven.
Draai zo nodig aan de focusring om de helderheid van het beeld aan te passen.
Zie "Uitschakelen van Beltoon aan/uit" op pagina 33 voor details over het uitschakelen
van de geluidsmelding.
Als de projector nog warm is van de vorige sessie, gaat de ventilator ongeveer 90 seconden
draaien voordat de lamp wordt ingeschakeld.
3.Als de projector voor het eerst wordt
geactiveerd, kies dan uw OSD-taal door de
instructies op het scherm te volgen.
4.Als u om een wachtwoord wordt gevraagd,
drukt u op de pijlknoppen om een wachtwoord
van zes cijfers in te voeren. Zie "De
wachtwoordbeveiliging gebruiken" op pagina 21
voor details.
5.Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6.De projector gaat zoeken naar ingangssignalen.
Het momenteel gescande ingangssignaal wordt in de linkerbovenhoek van het scherm
weergegeven. Als de projector geen goed signaal waarneemt, blijft het bericht
"Geen signaal" op het scherm staan totdat er een ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook op de knop SOURCE op de projector of afstandsbediening drukken om
het gewenste invoersignaal te selecteren. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 23 voor details.
Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt,
wordt het bericht 'Buiten bereik'op een leeg scherm. Selecteer een ingangssignaal dat
compatibel is met de resolutie van de projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau
in. Zie "Timing-diagram" op pagina 58 voor details.
Bediening17
Het geprojecteerde beeld aanpassen
Kijk niet in de lens wanneer de
projectorlamp brandt. Het felle
licht kan schade toebrengen
aan uw ogen.
Pas goed op als u op de
verstellerknop drukt want deze
bevindt zich vlak bij de
afzuiging voor de warme lucht.
1.Wijzig de grootte van het
geprojecteerde beeld met behulp van
de zoomring.
2.Stel het beeld scherp door aan de
focusring te draaien.
De projectiehoek aanpassen
De projector heeft vooraan een handige verstellerknop en achteraan een verstelvoetje.
Met deze verstelvoetjes kunt u de hoogte van het beeld en de projectiehoek wijzigen.
De projectorhoogte aanpassen:
1.Druk op de verstellerknop en til de projector
aan de voorkant op. Wanneer het beeld de
gewenste positie heeft, laat u de verstellerknop
los om het verstelvoetje in deze positie te
vergrendelen.
2.Draai aan het achterste verstelvoetje om de
horizontale hoek nauwkeuriger in te stellen.
U schuift het verstelvoetje in door de projector
omhoog te houden terwijl u op de verstellerknop
drukt. Laat de projector vervolgens langzaam zakken.
Draai in omgekeerde richting aan het achterste
verstelvoetje.
Wanneer de projector niet op een horizontaal
oppervlak wordt geplaatst of het scherm en de
projector niet loodrecht op elkaar staan, wordt het
geprojecteerde beeld trapeziumvormig weergegeven.
Om deze situatie te corrigeren, zie "Keystone
corrigeren" op pagina 19 voor details.
Het beeld automatisch aanpassen
In sommige gevallen is het nodig om de beeldkwaliteit bij te stellen. Hiervoor drukt u op
Auto op de projector of de afstandsbediening. Binnen 3 seconden past de ingebouwde
automatische bijstellingsfunctie de waarden van Frequentie en Klok aan, zodat er een
optimale beeldkwaliteit wordt geproduceerd.
De huidige signaalgegevens worden 3 seconden in de hoek van het scherm weergegeven.
Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
2
1
Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen
Bediening18
Keystone corrigeren
Druk op
/.
Druk op
/.
Keystone verwijst naar het effect waarbij het geprojecteerde beeld merkbaar groter is aan
bovenkant of onderkant. Dit doet zich voor als de projector niet loodrecht op het scherm
staat.
Corrigeer dit door het handmatig via EEN van onderstaande stappen te corrigeren.
• Met de afstandsbediening
Druk op / op de projector of de
afstandsbediening om de Keystone-correctiepagina
te openen. Druk op om de keystone bovenin het
beeld te corrigeren. Druk op om de keystone
onderin het beeld te corrigeren.
• Via het OSD-menu
1.Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu WEERGAVE
geselecteerd is.
2.Druk op om Keystone te selecteren en druk op MODE/ENTER. De correctiepagina
voor Keystone wordt geopend.
3.Druk op om de keystone bovenin het beeld te corrigeren. Druk op om de
keystone onderin het beeld te corrigeren.
Bediening19
De menu's gebruiken
Huidig
ingangssignaal
Pictogram
hoofdmenu
Hoofdmenu
Submenu
Selecteren
Druk op
MENU/EXIT
om naar de
vorige pagina
te gaan of af
te sluiten.
Status
WEERGAVE
Wandkleur
Beeldverhouding
Keystone
Positie
Fase
Horizontale afmeting
Digitale zoom
Uit
Auto
0
0
ENTER
MENU Afsluiten
Analog RGB
3D sync
Uit
3D sync omkeren
Uitschakelen
Lessjabloon
WEERGAVE
Wandkleur
Beeldverhouding
Positie
Fase
Horizontale afmeting
Digitale zoom
Keystone
Analog RGB
Uit
Auto
0
0
MENU Afsluiten
3D sync
Uit
3D sync omkeren
Uitschakelen
Lessjabloon
SYSTEEMINSTLL: Basis
Presentatietimer
Nederlands
Taal
Projectorpositie
Gebruiksinstellingen
Achtergrondkleur
My Screen
Opstartscherm
Analog RGB
MENU Afsluiten
Tafel voor
BenQ
BenQ
Menu-instellingen
Paneeltoetsblokkering
Uit
SYSTEEMINSTLL: Basis
Presentatietimer
NederlandsTaal
Projectorpositie
Gebruiksinstellingen
Achtergrondkleur
My Screen
Opstartscherm
Analog RGB
MENU Afsluiten
Tafel voor
BenQ
BenQ
Menu-instellingen
Paneeltoetsblokkering
Uit
De projector beschikt over schermmenu's (OSD) waarin u de instellingen kunt aanpassen.
Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu.
Het volgende voorbeeld beschrijft hoe u de OSD-taal kunt instellen.
1.Druk op MENU/EXIT op de projector of
2.Gebruik / om het menu
Bediening20
afstandsbediening om het OSD-menu te
openen.
SYSTEEMINSTLL: Basis te selecteren.
3.Druk op om Taal te selecteren
en druk op / om een
gewenste taal te kiezen.
4.Druk tweemaal* op MENU/EXIT
op de projector of op de
afstandsbediening om het menu te
sluiten en de instellingen op te
slaan.
*Wanneer u eenmaal drukt, gaat u terug
naar het submenu, wanneer u tweemaal
drukt, wordt het schermmenu gesloten.
De projector beveiligen
NIEUW WACHTWOORD INVOEREN
TerugMENU
Inschakelblokkering en
Beginschermblokkering gebruiken
hetzelfde wachtwoord.
Een veiligheidskabelslot gebruiken
De projector moet op een veilige plek worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen.
Of schaf een slot aan, bijvoorbeeld een Kensington-slot, om de projector te beveiligen.
U ziet aan de achterkant van de projector een sleuf voor een Kensingtonslot. Zie item 25 op
pagina 9 voor details.
Een Kensington veiligheidskabelslot is meestal een combinatie van sleutel(s) en slot.
Zie de documentatie van het slot voor meer informatie over het gebruik.
De wachtwoordbeveiliging gebruiken
Met het oog op beveiliging en het voorkomen van ongeoorloofd gebruik is de projector
voorzien van een optie voor wachtwoordbeveiliging. U kunt het wachtwoord instellen via
het schermmenu (OSD).
WAARSCHUWING: Het is buitengewoon vervelend als u de wachtwoordbeveiliging inschakelt
en vervolgens het wachtwoord vergeet. Druk de handleiding zo nodig af en noteer er uw
wachtwoord in. Bewaar de handleiding op een veilige plaats, zodat u het wachtwoord altijd
terug kunt vinden.
Een wachtwoord instellen
Als u een wachtwoord hebt ingesteld en de inschakelblokkering is geactiveerd, kunt u de
projector alleen gebruiken als het wachtwoord wordt ingevoerd. Telkens wanneer u de
projector start, moet u het wachtwoord opgeven.
1.Open het OSD-menu en ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd >
Beveiligingsins Tellingen. Druk op MODE/ENTER. De pagina Beveiligingsins
Tellingen wordt geopend.
2.Selecteer Beveiligingsinstellingen wijzigen en druk op MODE/ENTER.
3.Zoals hier rechts afgebeeld, staan de vier
pijltoetsen ( , , , ) voor vier cijfers
(1, 2, 3, 4). Druk, afhankelijk van het gewenste
wachtwoord, op de pijltoetsen op
afstandsbediening om de zes cijfers van het
wachtwoord in te voeren.
4.Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe
wachtwoord opnieuw in te voeren.
Als het wachtwoord is ingesteld keert het OSDmenu terug naar de pagina Beveiligingsins Tellingen.
5.Activeer de functie Inschakelblokkering door op / te drukken om
Inschakelblokkering te markeren, en druk op / om Aan te kiezen.
6.Activeer de functie Beginschermblokkering door op / te drukken om
Beginschermblokkering te markeren, en druk op / om Aan te kiezen.
Als Beginschermblokkering is geactiveerd, is de functie My Screen in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis beveiligd met een wachtwoord.
BELANGRIJK: De ingevoerde cijfers worden als sterretjes op het scherm weergegeven.
Schrijf het door u gekozen wachtwoord van te voren of net nadat u het wachtwoord hebt
ingevoerd in deze handleiding, zodat u het bij de hand hebt als u het mocht vergeten.
Wachtwoord: __ __ __ __ __ __
Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.
7.Sluit het OSD-menu af door op MENU/EXIT te drukken.
Bediening21
Als u het wachtwoord bent vergeten
Wachtwoordfout
Probeer het opnieuw.
Schrijf de oproepcode op,
en neem contact op met de BenQ
Klantenservice.
Code:
0 2 1 2
WACHTWOORD OPROEPEN
AfsluitenMENU
Als de wachtwoordfunctie is geactiveerd, wordt u
gevraagd het wachtwoord van zes cijfers in te voeren als
u de projector inschakelt. Als u het verkeerde
wachtwoord invoert, verschijnt het foutbericht van het
wachtwoord dat hier rechts wordt weergegeven.
Dit blijft drie seconden op het scherm staan. Hierna
volgt het bericht WACHTWOORD INVOEREN.
U kunt een nieuwe poging doen door een ander wachtwoord van zes cijfers in te voeren.
Als u het wachtwoord niet in deze handleiding hebt genoteerd, en u kunt het zich absoluut
niet meer herinneren, kunt u de procedure starten waarmee u het wachtwoord kunt
oproepen. Zie "De procedure voor het oproepen van het wachtwoord starten" op pagina 22
voor details.
Wanneer u 5 keer achter elkaar het verkeerde wachtwoord invoert, wordt de projector na
korte tijd automatisch uitgeschakeld.
De procedure voor het oproepen van het wachtwoord starten
1.Druk op Auto op de projector of op de
afstandsbediening en houd de knop 3
seconden ingedrukt. De projector geeft een
gecodeerd nummer weer op het scherm.
2.Schrijf het nummer op en schakel de
projector uit.
3.Raadpleeg het service center van BenQ in
uw land om het nummer te decoderen.
Mogelijk wordt u gevraagd om een bewijs
van aankoop te overleggen om te
controleren of u bevoegd bent de projector
te gebruiken.
Het wachtwoord wijzigen
1.Open het OSD-menu en ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd>
2.Druk op MODE/ENTER. Het bericht "HUIDIG WACHTWOORD INVOEREN"
3.Voer het oude wachtwoord in.
4.Voer een nieuw wachtwoord in.
BELANGRIJK: De ingevoerde cijfers worden als sterretjes op het scherm weergegeven.
Schrijf het door u gekozen wachtwoord van te voren of net nadat u het wachtwoord hebt
ingevoerd in deze handleiding, zodat u het bij de hand hebt als u het mocht vergeten.
Wachtwoord: __ __ __ __ __ __
Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.
5.Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren.
Bediening22
Beveiligingsins Tellingen > Wachtwoord wijzigen.
verschijnt.
i. Als het wachtwoord juist is, verschijnt het bericht "NIEUW WACHTWOORD
INVOEREN".
ii. Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord
drie seconden op het scherm. Daarna verschijnt het bericht "HUIDIG
WACHTWOORD INVOEREN" en kunt u het opnieuw proberen. U kunt op
MENU/EXIT drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord
proberen.
6.U hebt een nieuw wachtwoord aan de projector toegewezen. Voer het nieuwe
Computer1/YPbPr1
HDMI
Video
S-Video
Computer2/YPbPr2
wachtwoord in als u de projector weer start.
7.Sluit het OSD-menu af door op MENU/EXIT te drukken.
De wachtwoordfunctie uitschakelen
U kunt de wachtwoordbeveiliging ook uitschakelen. Ga terug naar het menu
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Beveiligingsins Tellingen > Beveiligingsinstellingen
wijzigen zodra het OSD-menu is geopend. Druk op MODE/ENTER. Het bericht
"WACHTWOORD INVOEREN" verschijnt. Voer het huidige wachtwoord in.
i. Als het juiste wachtwoord is ingevoerd, keert het OSD-menu terug naar de pagina
Beveiligingsins Tellingen. Druk op om Inschakelblokkering te selecteren en
druk op / om Uit te selecteren. U hoeft de volgende keer dat u de projector
inschakelt geen wachtwoord meer in te voeren. Druk op om
Beginschermblokkering te selecteren en druk op / om Uit te selecteren.
De functie Opstartscherm in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis kan dan worden
gewijzigd.
ii. Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord
drie seconden op het scherm. Daarna verschijnt het bericht "WACHTWOORD
INVOEREN" en kunt u het opnieuw proberen. U kunt op MENU/EXIT drukken
om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen.
Hoewel de wachtwoordfunctie is uitgeschakeld, dient u het oude wachtwoord bij de hand te
houden voor het geval dat u de wachtwoordfunctie ooit weer moet inschakelen door het oude
wachtwoord in te voeren.
Schakelen tussen ingangssignalen
De projector kan tegelijkertijd op verschillende apparaten worden aangesloten. De beelden
van deze apparaten kunnen echter niet tegelijkertijd op volledig scherm worden
weergegeven. Tijdens het opstarten zoekt de projector automatisch beschikbare signalen.
Zorg dat de functie Snel automatisch zoeken in het menu INGANG is ingesteld op Aan als u
wilt dat de projector automatisch signalen zoekt.
De ingang selecteren:
1.Druk op SOURCE op de projector of
afstandsbediening. Er verschijnt een
bronselectiebalk.
2.Druk op / totdat het gewenste signaal is
geselecteerd en druk op MODE/ENTER.
Zodra het signaal is gevonden, wordt de
informatie over de geselecteerde ingang een
aantal seconden in de hoek van het scherm
weergegeven. Als er meerdere apparaten op de
projector zijn aangesloten, herhaal dan stappen
1-2 om een ander signaal te zoeken.
•De helderheid van het geprojecteerde beeld
verandert tijdens het schakelen tussen de
verschillende ingangssignalen. Grafische "pc"presentaties met stilstaande beelden zijn doorgaans
helderder dan "Video"-presentaties met bewegende
beelden (films).
Bediening23
•De eigenresolutie van deze projector heeft een beeldverhouding van 16:10. Voor de beste
beeldresultaten, kiest u een ingangssignaal dat ook gebruik maakt van deze resolutie.
Andere resoluties worden door de projector aangepast, afhankelijk van de instelling
"beeldverhouding", waardoor enige beeldvervorming of verlies van beeldkwaliteit kan
optreden. Zie "De beeldverhouding selecteren" op pagina 25 voor details.
De Kleurruimte veranderen
In de onwaarschijnlijke situatie dat u de projector aansluit op een dvd-speler via de HDMIingang van de projector en de kleuren van het beeld niet kloppen, stel dan de kleurruimte in
op YUV.
Ga als volgt te werk:
1.Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu INGANG geselecteerd
is.
2.Druk op om Kleurruimteconversie te markeren en druk op / om een geschikte
kleur te kiezen.
Deze functie is alleen beschikbaar als de HDMI-ingang wordt gebruikt.
Ver g rot e n e n d et a i l s zo e ken
Als u details in het geprojecteerde beeld zoekt, kunt u het beeld vergroten. Gebruik de
pijltoetsen om het beeld te verschuiven.
• Met de afstandsbediening
1.Druk op Digital Zoom+/- om de Zoombalk te openen. Druk op Digital Zoom+ om
het midden van het beeld te vergroten. Druk herhaaldelijk op de toets totdat de
beeldgrootte aan uw wensen voldoet.
2.Gebruik de richtingstoetsen ( , , , ) op de projector of afstandsbediening
om het beeld te verschuiven.
3.Druk op Auto om de oorspronkelijke grootte van het beeld te herstellen. U kunt ook
op Digital Zoom- drukken. Als u opnieuw op de toets drukt, wordt het beeld verder
verkleind totdat het weer het originele formaat heeft.
• Via het OSD-menu
1.Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu WEERGAVE is
geselecteerd.
2.Druk op
3.Druk herhaaldelijk op om het beeld uit te vergroten tot de gewenste grootte.
4.Navigeer door het beeld door te drukken op MODE/ENTER. U schakelt dan naar de
5.U kunt de grootte van het beeld verkleinen door op MODE/ENTER te drukken om
Het beeld kan alleen worden verschoven nadat het is vergroot. U kunt het beeld verder
vergroten terwijl u details zoekt.
om Digitale zoom te selecteren en druk op MODE/ENTER. De Zoombalk
verschijnt.
panmodus waarin u op de pijltoetsen ( , , , ) op de projector of op de
afstandsbediening kunt drukken om het beeld te verschuiven.
terug te schakelen naar in/uitzoomen, en druk op Auto om de oorspronkelijke grootte
van het beeld te herstellen. U kunt ook herhaaldelijk op drukken totdat de
oorspronkelijke grootte hersteld is.
Bediening24
De beeldverhouding selecteren
De beeldverhouding is de verhouding tussen de breedte en de hoogte van het beeld.
De meeste analoge tv-signalen en enkele computers maken gebruik van een verhouding van
4:3 en digitale tv's en dvd's van 16:9.
Door de opkomst van digitale signaalverwerking kunnen apparaten die digitale beelden
weergeven, zoals deze projector, het beeld dynamisch uitrekken en schalen naar een andere
verhouding dan die van het ingangssignaal.
De beeldverhouding van de projectie veranderen (ongeacht de beeldverhouding van de
bron):
1.Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu WEERGAVE is
geselecteerd.
2.Druk op om Beeldverhouding te selecteren.
3.Druk op / om een beeldverhouding te selecteren die past bij het formaat van het
videosignaal en de vereisten van het scherm.
Bediening25
Info over de beeldverhouding
15:9-beeld
4:3-beeld
4:3-beeld
16:9-beeld
16:9-beeld
16:10-beeld
•In de onderstaande afbeeldingen zijn de zwarte gedeelten inactief en de witte actief.
•OSD-menu’s kunnen in deze ongebruikte zwarte gebieden worden weergegeven.
1.Auto: De verhouding van het beeld wordt
aangepast aan de eigen resolutie van de
projector in de horizontale of verticale
breedte. Deze instelling is geschikt voor een
beeldsignaal dat noch 4:3 noch 16:9 is,
waarbij u een zo groot mogelijk deel van
het scherm wilt gebruiken zonder dat u de
beeldverhouding van het beeldsignaal
verandert.
3.4:3: Past het beeld zodanig aan dat
het in het midden van het scherm
wordt weergegeven in een
beeldverhouding van 4:3. Deze
instelling is vooral geschikt voor
4:3-beeld zoals bepaalde
computermonitors, tv's met een
standaarddefinitie en dvd-films
met een 4:3-beeldverhouding,
omdat in dit geval de
beeldverhouding van het
beeldsignaal behouden blijft.
2.Werkelijk
: Het beeld wordt geprojecteerd in
de oorspronkelijke resolutie, en de grootte
wordt aangepast binnen het
weergavegebied. Bij ingangssignalen met
een lagere resolutie, worden de beelden
kleiner weergegeven dan op een volledig
scherm. Indien nodig past u de
zoominstellingen aan of plaatst u de
projector dichter bij het scherm, zodat het
beeld wordt vergroot. Wellicht dient u
hierna ook de scherpstelling van de
projector aan te passen.
4.16:9: Past het beeld zodanig aan
dat het in het midden van het
scherm wordt weergegeven in een
beeldverhouding van 16:9. Dit is
vooral geschikt voor beelden met
een beeldverhouding van 16:9,
zoals HDTV, omdat dit beeld met
dezelfde beeldverhouding wordt
weergegeven.
5.16:10: Past het beeld zodanig aan
dat het in het midden van het
scherm wordt weergegeven in een
beeldverhouding van 16:10. Dit
met name geschikt voor beelden
die al een verhouding van 16:10
hebben, deze worden weergegeven
zonder beeldvervorming.
Bediening26
Het beeld optimaliseren
Wandkleur gebruiken
Mocht u willen projecteren op een gekleurd oppervlak, zoals een geverfde muur die niet wit
is, dan kan de functie Wandkleur helpen de kleur van het geprojecteerde beeld te corrigeren
zodat eventueel kleurverschil tussen het oorspronkelijke en het geprojecteerde beeld zoveel
mogelijk wordt beperkt.
Gebruik deze functie door naar het menu WEERGAVE > Wandkleur te gaan en druk op
/ om de kleur te kiezen die het dichtst de kleur van het projectieoppervlak benadert.
U kunt uit diverse vooraf ingestelde kleuren kiezen: Lichtgeel, Roze, Lichtgroen, Blauw en
Schoolbord.
Een beeldmodus selecteren
De projector beschikt over verschillende beeldmodi waaruit u de modus kunt kiezen die het
beste past bij uw gebruiksomgeving en het beeldtype van het ingangssignaal.
Volg één van de volgende stappen om een geschikte gebruiksmodus te kiezen:
• Druk herhaaldelijk op MODE/ENTER op de afstandsbediening of projector totdat de
gewenste modus is geselecteerd.
• Ga naar het menu BEELD > Beeldmodus en druk op / om een gewenste modus te
selecteren.
1.Dynamisch modus: Maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld.
Deze optie is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist,
bijv. in een goed verlichte kamer.
2.Presentatie modus: Is ontworpen voor presentaties. De helderheid primeert in deze
modus opdat de kleuren overeenkomen met die van de pc of notebook.
3.sRGB modus: In deze modus worden de RGB-kleuren zo zuiver mogelijk weergegeven,
waardoor de beelden levensecht worden, ongeacht de helderheidinstellingen.
De modus is geschikt voor het bekijken van foto's die zijn gemaakt met een sRGBcompatibele en correct gekalibreerde camera, en voor het bekijken van grafische
toepassingen en tekenprogramma's zoals AutoCAD.
4.Bioscoop modus: Is geschikt voor het afspelen van kleurrijke films, videoclips van
digitale camera's of DV's via de pc-ingang wanneer de projector in een donkere
omgeving wordt gebruikt.
5.Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus: Roept de aangepaste instellingen op,
gebaseerd op de momenteel beschikbare beeldmodi. Zie "De Gebruikersmodus 1/
Gebruikersmodus 2 modus instellen" op pagina 27 voor details.
De Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus instellen
Er zijn twee door de gebruiker te definiëren modi als de momenteel beschikbare
beeldkwaliteitstanden niet aan uw wensen voldoen. U kunt een van de beeldmodi als
beginpunt gebruiken (behalve Gebruikersmodus 1/2) en de instellingen aanpassen.
1.Druk op MENU/EXIT om het schermmenu (OSD) te openen.
2.Ga naar het menu BEELD > Beeldmodus.
3.Druk op / om Gebruikersmodus 1 of Gebruikersmodus 2 te selecteren.
4.Druk op om Referentiemodus te selecteren.
Deze functie is alleen beschikbaar als de modus Gebruikersmodus 1 of Gebruikersmodus 2 is
geselecteerd in het Beeldmodus submenu-item.
5.Druk op / om een beeldmodus te kiezen die uw eisen het dichtst benadert.
Bediening27
6.Druk op om een submenu-item te selecteren dat kan worden veranderd en pas de
waarde aan met /. Zie "De beeldkwaliteit verfijnen in de gebruikersmodi"
hieronder voor details.
7.Als alle instellingen zijn verricht, selecteer dan Instellingen opslaan en druk op
MODE/ENTER om de instellingen op te slaan.
Afhankelijk van het waargenomen signaaltype zijn er enkele door de gebruiker te definiëren
functies beschikbaar als u Gebruikersmodus 1 of Gebruikersmodus 2 selecteert. Afhankelijk
van uw voorkeur, kunt u deze functies aanpassen door ze te markeren en vervolgens op
/ op de projector of afstandsbediening te drukken.
Aanpassen van Helderheid
Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding.
En hoe lager de instelling, hoe donkerder het beeld.
Stel deze knop zo in dat de zwarte gedeelten van het
beeld echt zwart worden weergegeven en er nog details
+30
zichtbaar zijn in de donkere gedeelten.
Aanpassen van Contrast
Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast. Gebruik
deze optie om het maximale witniveau in te stellen
nadat u eerder de helderheid hebt ingesteld
overeenkomstig de geselecteerde ingang en de
-30
omgeving.
Aanpassen van Kleur
Lagere instelling levert minder verzadigde kleuren op. Wanneer de instelling te hoog staat,
worden de kleuren op het beeld te fel, waardoor het beeld onrealistisch wordt.
Aanpassen van Tint
Hoe hoger de waarde, hoe roder het beeld. Hoe lager de waarde, hoe groener het beeld.
Aanpassen van Scherpte
Hoe hoger de waarde, hoe scherper het beeld. Hoe lager de waarde, hoe zachter het beeld.
Aanpassen van Brilliant Color
Deze functie maakt gebruik van een nieuw kleurverwerkingsalgoritme en
systeemniveauverbeteringen voor een hogere helderheid terwijl de kleuren getrouwer en
pakkender in beeld komen. Het verhoogt de helderheid van de middentonen met meer dan
50%. Middentonen komen veel voor in video's en natuurlijke scènes, zodat de projector de
beelden realistisch en werkelijk weergeeft. Als u beelden van deze kwaliteit wilt, kies dan
Aan. Als u dat niet wilt, kies dan Uit.
Als Uit is geselecteerd, is de functie Kleurtemperatuur niet beschikbaar.
Een kleurtemperatuur selecteren
De beschikbare opties voor de instelling van kleurtemperatuur* verschillen per signaaltype.
1.Koel: Maakt het beeld blauwachtig wit.
2.Normaal: De witte kleur behoudt de normale schakering
3.Warm: Maakt het beeld roodachtig wit.
+50
0
+70
+30
Bediening28
ROOD
BLAUW
GROEN
Geel
Cyaan
Magenta
*Meer informatie over de kleurtemperatuur:
Er bestaan vele kleurschakeringen die om verschillende redenen als "wit" worden
beschouwd. Het begrip "kleurtemperatuur" is een van de meest gebruikte methoden om de
kleur wit uit te drukken. Een witte kleur met een lage kleurtemperatuur vertoont een rode
schijn. Een witte kleur met een hoge kleurtemperatuur vertoont eerder een blauwe schijn.
3D-kleurbeheer
In de meeste omstandigheden is kleurbeheer niet nodig, bijvoorbeeld in een klaslokaal,
vergaderruimte of woonkamer waar het licht aan blijft, of als door de vensters daglicht naar
binnen komt.
Alleen in permanente opstellingen met kunstmatig licht, zoals directiekamers, congreszalen
of thuisbioscopen kan kleurbeheer een optie zijn. Met kleurbeheer kunt u de kleuren fijn
afstellen zodat u, als u dat wenst, de kleuren nog waarheidsgetrouwer kunt weergeven.
Correct kleurbeheer kan alleen worden verkregen onder gecontroleerde en reproduceerbare
condities. U heeft een colorimeter (kleurlichtmeter) en een reeks geschikte testbeelden nodig
om de kleurreproductie te meten. Deze hulpmiddelen worden niet bij de projector geleverd.
Wellicht dat de verkoper van de projector u kan helpen deze hulpmiddelen, en eventueel
zelfs een ervaren professionele installateur, te verkrijgen
Kleurbeheer heeft zes reeksen (RGBCMY) kleuren die kunnen worden aangepast. Als u elke
kleur selecteert kunt u onafhankelijk het bereik en verzadiging naar wens aanpassen.
Als u een testdisk heeft met diverse kleurtestpatronen, kunt u deze gebruiken om de
kleurpresentatie op monitoren, tv's, projectors, enz. te controleren. U kunt een beeld van de
disk op het scherm projecteren en vervolgens het menu 3D-kleurbeheer gebruiken om
wijzigingen aan te brengen.
De instellingen aanpassen:
1.Ga naar het menu BEELD en selecteer 3D-kleurbeheer.
2.Druk op MODE/ENTER op de projector of afstandsbediening en de pagina
3D-kleurbeheer wordt weergegeven.
3.Selecteer Primaire kleur en druk op / om een kleur te kiezen uit Rood, Geel,
Groen, Cyaan, Blauw of Magenta.
4.Druk op om Tint te markeren en druk op / om het bereik te selecteren.
Het verhogen van het bereik betekent dat meer delen van de twee omliggende kleuren
erbij horen.
Zie de afbeelding rechts om te zien hoe de
kleuren samenhangen.
Als u bijvoorbeeld Rood kies en het bereik
instelt op 0, wordt alleen puur rood in het
geprojecteerde beeld geselecteerd. Het
verhogen van het bereik neemt ook rood op
dat dicht bij geel en dicht bij magenta ligt.
5.Druk op om Verzadiging te selecteren en
pas de waardes naar wens aan door te
drukken op /. Het effect van elke
aanpassing is direct terug te zien in het beeld.
Als u bijvoorbeeld Rood kies en het bereik
instelt op 0, wordt alleen de verzadiging van
puur rood beïnvloed.
Bediening29
Verzadiging is de hoeveelheid van die kleur in een videobeeld. Lagere instellingen produceren
minder verzadigde kleuren; een instelling van "0" verwijdert e betreffende kleur volledig uit
het beeld. Als de verzadiging t hoog is wordt de betreffende kleur te sterk en onrealistisch.
6.Druk op om Versterking te markeren en pas de waardes naar wens aan door te
drukken op /. Het contrastniveau van de geselecteerde primaire kleur wordt dan
beïnvloedt. Het effect van elke aanpassing is direct terug te zien in het beeld.
7.Herhaal stappen 3 tot en met 6 voor andere kleuraanpassingen.
8.Zorg dat u alle gewenste aanpassingen maakt.
9.Druk op MENU/EXIT om de instellingen op te slaan en het menu te sluiten.
De presentatietimer instellen
Presentatietimer kan de presentatietijd op het scherm weergeven zodat u uw presentatie
beter kunt indelen. Volg onderstaande stappen om deze functie te gebruiken:
1.Ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Presentatietimer en druk op MODE/
ENTER om de pagina Presentatietimer te openen.
2.Selecteer Timerinterval en bepaald de tijdsperiode door op / te drukken.
De tijdsduur kan worden ingesteld van 1 tot 5 minuten in stappen van 1 minuut, en
van 5 tot 240 minuten in stappen van 5 minuten.
Als de timer is ingeschakeld, start hij opnieuw met aftellen zodra het Timerinterval opnieuw is
ingesteld.
3.Druk op om Timerweergave te selecteren en kies of de timer op het scherm wordt
getoond door te drukken op
SelectieBeschrijving
Altijd
1 min/2 min/3 min
Nooit
/ .
Hiermee wordt de timer gedurende de gehele presentatietijd
op het scherm weergegeven.
Geeft de timer op het scherm weer in de laatste 1/2/3
minute(n).
Hiermee wordt de timer gedurende de gehele presentatietijd
verborgen.
4.Druk op om Timerpositie te selecteren en stel de timerpositie in door te drukken
op /
.
LinksbovenLinksonderRechtsbovenRechtsonder
5.Druk op om Aftelrichting te markeren en selecteer de gewenste telrichting door te
drukken op /.
SelectieBeschrijving
OptellenTelt op vanaf 0 naar de ingestelde tijd.
AftellenTelt af vanaf de ingestelde tijd naar 0.
6.Druk op om Herinnering voor geluid te selecteren en kies of u de geluidsmelding
wilt inschakelen door te drukken op / . Als u Aan kiest, hoort u een dubbele
pieptoon zodra de laatste 30 seconden van het af/optellen ingaan, en drie pieptonen als
de timer is afgelopen.
7.Activeer de presentatietimer door te drukken op en druk op / om Aan te
selecteren en druk op MODE/ENTER.
Bediening30
8.Er wordt een bevestiging weergegeven. Kies Ja en druk op MODE/ENTER op de
projector of afstandsbediening ter bevestiging. U ziet het bericht "Timer is
ingeschakeld" op het scherm. De timer start met aftellen als de timer aan staat.
Volg onderstaande stappen om de timer te stoppen:
1.Ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Presentatietimer en selecteer Uit.
Druk op MODE/ENTER. Er wordt een bevestiging weergegeven.
2.Selecteer Ja en druk op MODE/ENTER ter bevestiging. U ziet het bericht "Timer is
uitgeschakeld" op het scherm.
Door pagina's scrollen vanaf de afstandsbediening
Sluit de projector met een USB-kabel op uw pc of notebook aan voordat u door pagina's
gaat bladeren. Zie "Aansluitingen" op pagina 15 voor details.
U kunt software voor beeldweergave (op een aangesloten pc) die reageert op pagina
omhoog/omlaag-opdrachten (zoals Microsoft PowerPoint) besturen door te drukken op
PAGE UP/PAGE DOWN op de afstandsbediening.
Als door pagina's scrollen via de afstandsbediening niet werkt, controleer dan of de usbaansluiting correct is aangebracht en of het stuurprogramma van de muis tot de laatste
versie is bijgewerkt.
Deze besturing op afstand functioneert niet in het besturingssysteem Microsft® Windows® 98.
Windows® XP of nieuwere besturingssystemen zijn aanbevolen.
Het beeld stilzetten
Druk op Stilstaand beeld op de afstandsbediening om de het beeld stil te zetten. Het
woord "FREEZE" wordt linksboven in de hoek weergegeven. Druk op een willekeurige toets
op de projector of afstandsbediening om verder te gaan met afspelen.
Als de afstandsbediening de volgende knoppen heeft, kunt u deze knoppen niet gebruiken om
deze functies uit te voeren: LASER, #1, #4, PAGE UP/PAGE DOWN.
Hoewel het beeld op het scherm wordt gepauzeerd, blijven de beelden op de video of een
ander apparaat doorlopen. Als de aangesloten apparaten geluid weergeven, blijft u het geluid
horen hoewel het beeld niet meer beweegt.
Het beeld verbergen
Als u wilt dat de aandacht van het publiek volledig op de presentator is gevestigd, kiest u
ECO BLANK op de projector of de afstandbediening om het beeld op het scherm te
verbergen. Het woord "BLANK" verschijnt in de hoek van het scherm als het beeld is
verborgen. Wanneer deze functie wordt geactiveerd terwijl er verbinding is gemaakt met een
audio-ingang, kunt u het achtergrondgeluid nog steeds horen.
U kunt de inactief-timer instellen in het menu
Gebruiksinstellingen > Inactief-timer
bepaalde tijd herstelt als bij inactief beeld geen actie is ondernomen. De tijdsduur kan
worden ingesteld van 5 t/m 30 minuten in stappen van 5 minuten.
Wanneer de huidige tijdsduur niet overeenkomt met uw persoonlijke wensen, selecteert u
Uitschakelen.
Ongeacht of
de projector of afstandsbediening drukken om het beeld te herstellen.
Inactief-timer is geactiveerd of uitgeschakeld, kunt u op de meeste toetsen op
SYSTEEMINSTLL: Basis >
zodat de projector het beeld automatisch na een
Bediening31
Besturingstoetsen blokkeren
Als de besturingstoetsen op de projector geblokkeerd zijn, kunnen de instellingen van de
projector niet per ongeluk worden veranderd (bijvoorbeeld door kinderen). Als de
Paneeltoetsblokkering is ingeschakeld, functioneert geen enkele toets op de projector,
behalve AAN/UIT.
1.Ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Paneeltoetsblokkering en kies Aan door
op / op de projector of afstandsbediening te drukken. Er wordt een bevestiging
weergegeven.
2.Selecteer Ja en druk op MODE/ENTER ter bevestiging.
Hef de paneeltoetsblokkering op door met de afstandsbediening het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Paneeltoetsblokkering te openen en druk op / om Uit te
kiezen.
•Toetsen op de afstandsbediening blijven beschikbaar als de paneeltoetsblokkering is
ingeschakeld.
•Als u op AAN/UIT drukt om de projector uit te schakelen zonder de
paneeltoetsblokkering op te heffen, zijn de paneeltoetsen van de projector nog steeds
geblokkeerd als de projector weer wordt ingeschakeld.
Gebruik op grote hoogte
Als u de projector gebruikt op een hoogte van 1500-3000m boven zeeniveau, en de
temperatuur tussen 0°C-35°C ligt, wordt aanbevolen de Hoogtemodus te gebruiken.
Gebruik Hoogtemodus niet als uw hoogte tussen 0 en 1500m ligt en de temperatuur tussen
0°C en 35°C. Als u onder zulke omstandigheden de modus inschakelt, wordt de projector te
ver afgekoeld.
Activeer zo de Hoogtemodus:
1.Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL:
Geavanceerd geselecteerd is.
2.Druk op om Hoogtemodus te markeren en druk op / om Aan te selecteren.
Er wordt een bevestiging weergegeven.
3.Selecteer Ja en druk op MODE/ENTER.
Tijdens het gebruik van de "Hoogtemodus" wordt er wellicht meer geluid geproduceerd
omdat de ventilatoren sneller moeten draaien voor een betere koeling en optimale prestaties.
Als u de projector in andere dan deze extreme omstandigheden gebruikt, wordt het apparaat
mogelijk automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de projector oververhit geraakt.
Selecteer de hoogtemodus om te voorkomen dat de projector automatisch wordt
uitgeschakeld. Dit betekent echter niet dat de projector in alle ruwe of extreme
omstandigheden kan worden gebruikt.
Uw eigen startscherm maken
U kunt een vooraf ingesteld startscherm voor de projector kiezen, bijvoorbeeld het logo van
BenQ of een blanco of blauw scherm. U kunt echter ook een eigen startscherm maken met
een beeld dat vanaf uw computer of videoapparaat wordt geprojecteerd.
U kunt een eigen opstartscherm maken door het beeld dat u als opstartscherm wilt
gebruiken te projecteren vanaf een computer of videoingang. De verdere stappen verlopen
als volgt.
1.Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL:
Basis geselecteerd is.
Bediening32
2.Druk op om My Screen te selecteren en druk op MODE/ENTER.
3.Er wordt een bevestiging weergegeven. Druk nogmaals op CAPTURE of
MODE/ENTER.
4.Het bericht 'Beeld wordt vastgelegd...' verschijnt terwijl de projector het beeld
verwerkt. Een ogenblik geduld.
5.Wanneer het beeld is opgeslagen, verschijnt het bericht 'De opname is gelukt' op het
scherm. Het vastgelegde beeld wordt opgeslagen als My Screen.
6.U kunt het vastgelegde beeld als opstartscherm gebruiken door My Screen in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Opstartscherm in te stellen en de projector opnieuw op te
starten.
In de onwaarschijnlijke situatie dat het vastleggen mislukt, verandert u de doelafbeelding.
Bij grote beeldformaten kan de ondertiteling wegvallen. In dat geval kiest u een kleiner
beeldformaat en probeert u het opnieuw.
Het geluid aanpassen
De geluidsaanpassingen, zoals hieronder beschreven, hebben invloed op de luidsprekers van
de projector. Zorg dat u de aansluitingen op de audio-ingang van de projector kloppen.
Zie "Aansluitingen" op pagina 15 voor informatie over het aansluiten van de audio-ingang.
Het geluid dempen
Schakel het geluid tijdelijk uit:
1.Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL:
Geavanceerd is geselecteerd.
2.Druk op om Geluidsinstellingen te kiezen en druk op MODE/ENTER. De pagina
Geluidsinstellingen wordt geopend.
3.Selecteer Geluid uit en druk op / om Aan te selecteren.
Het geluid aanpassen
Pas het geluidsniveau aan door op VOLUME-/VOLUME+ of / te drukken, of:
1.Herhaal bovenstaande stappen 1-2.
2.Druk op om Volume te kiezen en druk op / om het gewenste geluidsniveau te
kiezen.
Uitschakelen van Beltoon aan/uit
Beltoon uitschakelen:
1.Herhaal bovenstaande stappen 1-2.
2.Druk op om Beltoon aan/uit te markeren en druk op / om Uit te selecteren.
De enige manier om Beltoon aan/uit aan te passen, is door hier Aan of Uit te kiezen.
Het dempen van het geluid of het aanpassen van het geluidsniveau heeft geen invloed op de
Beltoon aan/uit.
Bediening33
De projector besturen via een lan-omgeving
U kunt de projector via een externe computer beheren en besturen, als deze computer
correct is aangesloten op hetzelfde lokale netwerk.
Kabelaansluitingen
Als u in een dhcp-omgeving bent:
1.Pak een RJ45-kabel en sluit deze aan op de RJ45-laningang van de projector en de
RJ45-poort van het ethernet of de router.
2.Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL:
Geavanceerd geselecteerd is. Druk op om Netwerkinstellingen te selecteren en druk
op MODE/ENTER. De pagina Netwerkinstellingen wordt geopend.
3.Selecteer Kabel-lan en druk op MODE/ENTER.
4.Zorg dat de status Status op Verbinden staat.
5.Druk op om DHCP te markeren en druk op / om Aan te selecteren.
6.Druk op om Toepassen te selecteren en druk op MODE/ENTER.
7.Ga opnieuw naar de pagina Netwerkinstellingen. De instellingen van IP-adres,
Subnetmasker, Standaardgateway, DNS en MAC-adres worden weergegeven. Schrijf
het ip-adres op dat in de rij IP-adres te zien is.
Als het IP-adres niet te zien is, vraag dit dan aan uw systeembeheerder.
Als u niet in een dhcp-omgeving bent:
1.Herhaal bovenstaande stappen 1-4.
2.Druk op om DHCP te markeren en druk op / om Uit te selecteren.
3.Vraag uw systeembeheerder naar informatie over de instellingen IP-adres,
Subnetmasker, Standaardgateway en DNS.
4.Druk op om het item te kiezen dat u wilt wijzigen en druk op MODE/ENTER.
5.Druk op / om de cursor te verplaatsen en druk op / om de waarde in te
voeren.
6.Druk op MODE/ENTER om de instellingen op te slaan. Als u de instelling niet wilt
opslaan, drukt u op MENU/EXIT.
7.Druk op om Toepassen te selecteren en druk op MODE/ENTER.
Bediening34
De projector op afstand bedienen via een webbrowser
i
i
i
ii
Zodra u het juiste ip-adres van de projector hebt en de projector op stand-by staat, kunt u
op elke computer in hetzelfde lokale netwerk de projector bedienen.
•Als u gebruik maakt van Microsoft Internet Explorer, zorg dan dat de versie 7.0 of hoger is.
•De schermafbeeldingen in deze handleiding dienen slechts ter informatie, en kunnen
afwijken van het daadwerkelijke ontwerp.
1.Voer in de adresbalk van de browser het adres in van de projector en druk op Enter.
2.De pagina voor besturing op afstand wordt geopend. Op deze pagina kunt u de
projector bedienen alsof u de afstandsbediening of paneeltoetsen op de projector
gebruikt.
i. Deze toetsen functioneren hetzelfde als de toetsen in de osd-menu's of op de
afstandsbediening. Zie "1. WEERGAVE menu" op pagina 41 en
"Afstandsbediening" op pagina 11 voor details.
ii. Schakel naar een ander ingangssignaal door op het gewenste signaal te klikken.
• De Menutoets kan ook worden gebruikt om terug te gaan naar het vorige osd-menu, het
menu af te sluiten en de menu-instellingen op te slaan.
• De software is beschikbaar in diverse talen: Engels, Frans, Duits, Italiaans, Spaans,
Traditioneel Chinees, Vereenvoudigd Chinees en Japans. Als verbinding met de projector
is gemaakt, wordt de taal van het besturingssysteem (OS) gebruikt. Als de taal van het OS
niet beschikbaar is, wordt de Engelse versie gebruikt.
Bediening35
Op de pagina hulpmiddelen kunt u de projector beheren, de netwerkinstellingen aanpassen
i
iv
iii
ii
v
Druk op Exit
(Afsluiten) om
terug te gaan
naar de pagina
extern
netwerkgebruik.
en toegang via externe netwerkverbinding op deze projector beveiligen.
i. U kunt de projector een naam geven, bijhouden op welke plek hij staat en wie de
projector beheert.
ii. U kunt de Netwerkinstellingen aanpassen.
iii. Eenmaal ingesteld, is de toegang tot de projector via extern netwerkgebruik
beveiligd met een wachtwoord.
iv. Eenmaal ingesteld, is toegang tot de pagina met hulpmiddelen beveiligd met een
wachtwoord.
Zodra aanpassingen zijn aangebracht, drukt u op de knop Verzenden en worden de gegevens
opgeslagen op de projector.
v. Dru k op Afsluiten om terug te gaan naar de pagina extern netwerkgebruik.
Op de infopagina staat de informatie en status van deze projector.
6.Ga naar http://www.crestron.com voor meer informatie. Als u een systeembeheerder
bent en diverse apparaten via één interface wilt beheren, kunt u Crestron Roomview
downloaden op www.crestron.com/getroomview.
Bediening36
De projector uitschakelen
1.Druk op AAN/UIT en er verschijnt een melding die u om een bevestiging vraagt.
Wanneer u niet binnen enkele seconden reageert, verdwijnt het bericht.
2.Druk nogmaals op AAN/UIT. De POWER (Power-lampje) knippert oranje en de
lamp wordt uitgeschakeld. De ventilatoren blijven nog ongeveer 90 seconden draaien
zodat de projector kan afkoelen.
Ter bescherming van de lamp reageert de projector niet op opdrachten tijdens het afkoelen.
U kunt de afkoeltijd verkorten door de Snelkoelfunctie te activeren. Zie "Deze functie is alleen
beschikbaar als Snelle afkoeling uit staat." op pagina 44 voor details.
3.Zodra het afkoelen is voltooid, hoort u een
"uitschakelgeluid". De POWER (Power-lampje) blijft
oranje branden en de ventilatoren stoppen. Trek de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
•Zie "Uitschakelen van Beltoon aan/uit" op pagina 33
voor details over het uitschakelen van de aan/uitbeltoon.
•Ter bescherming van de lamp gaan, als de projector niet
op de juiste manier is afgesloten, de ventilatoren enkele
minuten draaien als u de projector weer wilt starten.
Druk nogmaals op AAN/UIT om de projector te
starten nadat de ventilatoren zijn gestopt en POWER
(Power-lampje) oranje brandt.
•De daadwerkelijk levensduur van de lamp is afhankelijk
van de omgevingsomstandigheden en het gebruik.
Direct uitschakelen
De stroomkabel kan direct nadat de projector is uitgeschakeld worden losgekoppeld.
Bescherm de lamp door ongeveer 10 minuten te wachten voordat u de projector weer
inschakelt. (Als u de projector weer probeert in te schakelen, kunnen de ventilatoren enkele
minuten blijven draaien om de projector af te koelen. Mocht dit gebeuren, druk dan
nogmaals op AAN/UIT om de projector te starten nadat de ventilatoren zijn gestopt en
POWER (Power-lampje) oranje brandt.
Bediening37
Menubewerkingen
Menusysteem
De schermmenu's verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype en het
projectormodel.
Hoofdmenu SubmenuOpties
Uit/Lichtgeel/Roze/
1.
WEERGAVE
2.
BEELD
3. INGANG
Wandkleur
BeeldverhoudingAuto/Werkelijk/4:3/16:9/16:10
Keystone
Positie
Fase
Horizontale afmeting
Digitale zoom
De menuopties zijn beschikbaar wanneer de projector minstens één goed signaal ontvangt.
Wanneer er geen apparatuur op de projector is aangesloten of er geen signaal wordt
waargenomen, zijn er beperkte menuopties beschikbaar.
Ondertitels aan Aan/Uit
Ondertitelversie OT1/OT2/OT3/OT4
NetwerkAan/Uit
Beeldscherm-
uit
Audio pass-
through
Kabel-lan
AMX-apparaat
detecteren
MAC-adres
Inschakelblokkering
Beginschermblokkering
2400/4800/9600/14400/
19200/38400/57600/115200
Aan/Uit
Uit/Computer 1/Computer
2/Video,S-Video/HDMI
Status
DHCP
IP-adres
Subnetmasker
Standaardgateway
Dns-server
Toepassen
Aan/Uit
• Ingang
• Beeldmodus
• Resolutie
• Kleursysteem
• Equivalent lampuren
• Firmware-versie
Bediening40
1. WEERGAVE menu
Beschrijving van elk menu
FunctieBeschrijving
Corrigeer de kleur van het geprojecteerde beeld als het
Wandkleur
Beeldverhouding
Keystone
Positie
Fase
Horizontale afmeting
Digitale zoom
3D sync
3D sync omkeren
Lessjabloon
projectieoppervlak niet wit is. Zie "Wandkleur gebruiken" op
pagina 27 voor details.
Er zijn diverse opties voor instelling van de beeldverhouding,
afhankelijk van het apparaat waarvan het signaal afkomstig is.
Zie "De beeldverhouding selecteren" op pagina 25 voor details.
Corrigeert eventuele keystone-fouten in het beeld. Zie "Keystone
corrigeren" op pagina 19 voor details.
De pagina wordt weergegeven waarop u de positie kunt aanpassen.
U verplaatst het geprojecteerde beeld met de richtingspijlen.
De waarden die onder aan de pagina worden weergegeven,
veranderen elke keer als u op een knop drukt, totdat ze het
maximum of minimum bereiken.
Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog
RGB) is geselecteerd.
Hiermee past u de klokfase aan om
vervorming van het beeld te verminderen.
Deze functie is alleen beschikbaar als
pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Stelt de horizontale breedte van het beeld in.
Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog
RGB) is geselecteerd.
Hiermee vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld.
Zie "Vergroten en details zoeken" op pagina 24 voor details.
De projector bevat een 3D-functie, zodat u kunt genieten van films,
video’s en sport in 3D, nu nog realistischer doordat de beelden
diepte krijgen Draag een 3D-bril om beelden in 3D te kunnen zien.
Videotiming: 480i
PC-timing: maximaal 1280x800@120Hz voor Frame Sequential
PC-timing: maximaal 1280x800@60Hz voor Frame Sequential
PC-timing: maximaal SXGA+@60Hz voor Top-Bottom
Als de functie 3D sync Aan staat:
• De helderheid van het geprojecteerde beeld wordt minder.
• De Beeldmodus kan niet worden aangepast.
• De Keystone kan alleen worden aangepast binnen een
beperkt aantal graden.
Als u merkt dat de beelddiepte is omgedraaid, schakel dan deze
functie in op het probleem te verhelpen.
Levert diverse patronen voor diverse onderwijsdoeleinden.
Kies eerst Schoolbord of Wit bord door op / te drukken en
druk op / om het gewenste patroon te kiezen. Druk op
MODE/ENTER om het patroon te activeren.
Bediening41
FunctieBeschrijving
2. BEELD menu
3. INGANG menu
Met de vooraf ingestelde beeldmodi kunt u de instellingen van het
Beeldmodus
Referentiemodus
Helderheid
Contrast
Kleur
Tint
Scherpte
Brilliant Color
Kleurtemperatuur
3D-kleurbeheer
Instellingen opslaan
Snel automatisch
zoeken
projectorbeeld aanpassen aan het type programma. Zie "Een
beeldmodus selecteren" op pagina 27 voor details.
Hiermee selecteert u een beeldmodus die voldoet aan uw
beeldkwaliteitwensen en kunt u het beeld verder verfijnen op basis
van de selecties onder aan dezelfde pagina. Zie "De
Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus instellen" op
pagina 27 voor details.
Past de helderheid van het beeld aan. Zie "Aanpassen van
Helderheid" op pagina 28 voor details.
Stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het beeld in.
Zie "Aanpassen van Contrast" op pagina 28 voor details.
Hiermee past u het verzadigingsniveau van de kleuren aan -- de
sterkte van elke kleur in een videobeeld. Zie "Aanpassen van
Kleur" op pagina 28 voor details.
Deze functie is alleen beschikbaar als een video-, S-videoof Component videosignaal is geselecteerd.
Hiermee past u de rode en groene kleurtonen van het beeld aan.
Zie "Aanpassen van Tint" op pagina 28 voor details.
Deze functie is alleen beschikbaar als een video- of
S-videosignaal is geselecteerd en de systeemindeling
NTSC is.
Maakt het beeld scherper of onscherper. Zie "Aanpassen van
Scherpte" op pagina 28 voor details.
Deze functie is alleen beschikbaar als een video-, S-videoof Component videosignaal is geselecteerd.
Zie "Aanpassen van Brilliant Color" op pagina 28 voor details.
Zie "Een kleurtemperatuur selecteren" op pagina 28 voor details.
Zie "3D-kleurbeheer" op pagina 29 voor details.
Slaat de instellingen voor de modus Gebruikersmodus 1 of
Gebruikersmodus 2 op.
Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 23 voor details.
Kleurruimteconversie
Bediening42
Zie "De Kleurruimte veranderen" op pagina 24 voor details.
FunctieBeschrijving
4. SYSTEEMINSTLL: Basis menu
Herinnert de spreker de presentatie binnen een bepaalde tijd af te
Presentatietimer
Taal
Projectorpositie
Menu-instellingen
ronden. Zie "De presentatietimer instellen" op pagina 30 voor
details.
Hiermee stelt u de taal voor de schermmenu's in. Zie "De menu's
gebruiken" op pagina 20 voor details.
U kunt de projector tegen het plafond of achter een scherm
installeren, of met een of meerdere spiegels. Zie "Het kiezen van
een plek" op pagina 13 voor details.
Weergaveduur menu
Bepaalt hoe lang het menu op het scherm wordt weergegeven
nadat u op de knop hebt gedrukt. U kunt een waarde tussen 5 en
30 seconden kiezen, in stappen van 5 seconden.
Menupositie
Hiermee stelt u de positie van het schermmenu in.
Herinnering
Zet de herinneringen aan of uit.
Bediening43
4. SYSTEEMINSTLL: Basis menu
FunctieBeschrijving
Direct inschakelen
Hiermee kan de projector automatisch inschakelen zodra er
stroom staat op de stroomkabel.
Inschakelen bij signaal
Stelt in of de projector direct wordt ingeschakeld als de projector
op stand-by staat en als een signaal op de vga-kabel wordt
gedetecteerd, zonder op de AAN/UIT-toets van de projector
te drukken.
Automatisch uitschakelen
Hiermee kan de projector automatisch worden uitgeschakeld als
er na een ingestelde periode geen ingangssignaal is gedetecteerd.
Zie "Instellen Automatisch uitschakelen" op pagina 49 voor
details.
Direct herstarten
Als u Aan kiest, kunt u de projector onmiddellijk opnieuw starten
Gebruiksinstellingen
binnen 90 seconden nadat de projector is uitgeschakeld.
Deze functie is alleen beschikbaar als Snelle afkoeling uit
staat.
Snelle afkoeling
Hiermee schakelt u de functie voor het snel afkoelen in en uit.
Selecteer Aan om de functie in te schakelen. De projector koelt
minder lang af: 30 seconden in plaats van de normale 90
seconden.
Deze functie is alleen beschikbaar als Direct herstarten uit
staat.
Inactief-timer
Bepaalt hoe lang een schermafbeelding wordt verborgen wanneer
de functie Onderdrukken is geactiveerd. Als de ingestelde tijd is
verstreken, wordt het beeld hersteld. Zie "Het beeld verbergen" op
pagina 31 voor details.
Slaaptimer
Stelt de timer voor automatisch uitschakelen in. De timer kan
worden ingesteld op een waarde tussen 30 minuten en 12 uur.
Bediening44
FunctieBeschrijving
4. SYSTEEMINSTLL: Basis menu
5. SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd menu
Paneeltoetsblokkering
Achtergrondkleur
Opstartscherm
My Screen
Schakelt alle paneeltoetsen op de projector in of uit, behalve
AAN/UIT en alle knoppen op de afstandsbediening.
Zie "Besturingstoetsen blokkeren" op pagina 32 voor details.
Stelt de achtergrondkleur van de projector in.
Hiermee selecteert u het logoscherm dat wordt weergegeven bij het
opstarten van de projector. De volgende opties zijn beschikbaar:
BenQ-logo, Mijn Scherm, Zwart scherm, Blauw scherm.
Hiermee slaat u het geprojecteerde beeld op als Mijn scherm.
Zie "Uw eigen startscherm maken" op pagina 32 voor details.
In de onwaarschijnlijke situatie dat het vastleggen mislukt,
verandert u de doelafbeelding.
Hoogtemodus
Geluidsinstellingen
Lampinstellingen
Beveiligingsins
Tellingen
Baud-ratio
Een modus voor gebruik op grote hoogte. Zie "Gebruik op grote
hoogte" op pagina 32 voor details.
Geluid uit
Volume
Beltoon aan/uit
Zie "Het geluid aanpassen" op pagina 33 voor details.
Lampmodus
Zie "Instellingen Lampmodus als Economisch" op pagina 49 voor
details.
Lamptimer herstellen
Zie "Stelt de lamptimer in op nul" op pagina 53 voor details.
Equivalent lampuren
Zie "Het aantal lampuren onderzoeken" op pagina 49 voor meer
informatie over berekening van de totale gebruiksduur van de
lamp.
Wachtwoord wijzigen
U wordt gevraagd het huidige wachtwoord in te voeren voordat u
het vervangt door een nieuw. Zie "De wachtwoordbeveiliging
gebruiken" op pagina 21 voor details.
Beveiligingsinstellingen wijzigen
Inschakelblokkering
Beginschermblokkering
Zie "De wachtwoordbeveiliging gebruiken" op pagina 21 voor
details.
Kies een baud rate die identiek is aan die van de computer zodat u
de projector kunt aansluiten via een geschikte RS-232-kabel en de
firmware van de projector kunt updaten of downloaden.
Deze functie is bedoeld voor gekwalificeerde reparateurs.
Bediening45
5. SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd menu
FunctieBeschrijving
Kies Aan om de functie in te schakelen en de projector een
Testpatroon
Ondertitels
Stand-byinstellingen
rastertestpatroon te laten weergeven. Het helpt u met het
aanpassen van de beeldgrootte en de focus zodat het
geprojecteerde beeld niet vervormd is.
Ondertitels aan
Activeert de functie door Aan te kiezen als het geselecteerde
ingangssignaal ondertitels bevat.
• Ondertitels: Een weergave van de dialoog, vertelling en
geluidseffecten van tv-programma’s en video’s die worden
meegezonden met het beeld (in programmagidsen vaak
aangeduid met "CC").
Ondertitelversie
Selecteert een gewenste ondertitelmodus. Bekijk ondertitels door
OT1, OT2, OT3 OF OT4 te selecteren (OT1 geeft ondertitels weer
in de primaire taal van uw regio).
Netwerk
Kies Aan om de functie in te schakelen. De netwerkfunctie van de
projector is beschikbaar als de projector op stand-by staat.
Beeldscherm-uit
Kies Aan om de functie in te schakelen. De projector kan in de
stand-bystand een vga-signaal leveren als op de aansluiting
COMPUTER 1 randapparatuur is aangesloten. Zie "Aansluitingen"
op pagina 15 voor meer informatie over aansluitingen.
Audio pass-through
De projector kan in stand-by geluid afspelen als de betreffende
aansluitingen correct op de randapparatuur zijn aangesloten. Druk
op / om de gewenste ingang te kiezen. Als u Computer 1 of
Computer 2 kiest, kan het audiosignaal uitsluitend worden
aangesloten op AUDIO -IN 1 of AUD IO- IN 2. Als u Video,S-Video
kiest, kan het audiosignaal uitsluitend worden aangesloten op de
aansluiting AUDIO-IN L /R. U hoeft geen audiokabel aan te sluiten
als HDMI is gekozen, omdat in de HDMI-kabel het audiosignaal al
is opgenomen.
Zie "Aansluitingen" op pagina 15 voor meer informatie over
aansluitingen.
Als deze functie is ingeschakeld wordt het standbystroomverbruik licht verhoogt.
Bediening46
FunctieBeschrijving
5. SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd menu
6. INFORMATIE menu
Kabel-lan
Zie "De projector besturen via een lan-omgeving" op pagina 34
voor details.
Netwerkinstellingen
Instll. herstellen
Huidige
systeemstatus
AMX-apparaat detecteren
Kies Aan om de functie in te schakelen. Als AMX-apparaat
detecteren op Aan aan staat, kan de projector worden gedetecteerd
door een AMX-controller.
MAC-adres
Geeft het mac-adres van de projector weer.
Zet alle instellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
De volgende instellingen blijven behouden: Fase,
Horizontale afmeting, Gebruikersmodus 1,
Gebruikersmodus 2, Kleurruimteconversie,
Projectorpositie, Hoogtemodus, Beveiligingsins Tellingen,
Netwerkinstellingen en Baud-ratio.
Ingang
Geeft de huidige signaalbron weer.
Beeldmodus
Geeft de geselecteerde modus in het menu BEELD weer.
Resolutie
Geeft de native resolutie van het ingangssignaal weer.
Kleursysteem
Geeft de systeemindeling van de ingang aan: NTSC, PAL, SECAM,
YUV of RGB.
Equivalent lampuren
Geeft het aantal uur weer dat de lamp is gebruikt.
Firmware-versie
Toont de firmware-versie van de projector.
Bediening47
Onderhoud
Onderhoud van de projector
De projector heeft maar weinig onderhoud nodig. Het enige dat u regelmatig dient te doen,
is de lens en behuizing schoonhouden.
Verwijder nooit onderdelen van de projector, met uitzondering van de lamp. Neem contact
op met uw leverancier als er andere onderdelen vervangen dienen te worden.
De lens reinigen
Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak ziet.
• Verwijder stof met een fles met gecomprimeerde lucht.
• Bij vuil of vlekken gebruikt u papier voor het reinigen van cameralenzen of bevochtigt u
een zachte doek met reinigingsvloeistof voor cameralenzen en veegt u het oppervlak van
de lens voorzichtig schoon.
• Gebruik nooit een schuursponsje, reinigingsmiddel met alkaline/zuur, schuurmiddel of
vluchtig oplosmiddel, zoals alcohol, wasbenzine, thinner of insecticide. Het gebruik van
zulke stoffen of langdurig contact met materiaal van rubber of vinyl, kan resulteren in
beschadiging van het oppervlak en behuizing van de projector.
De projectorbehuizing reinigen
Schakel de projector op de correcte manier uit (zie "De projector uitschakelen" op pagina
37) en trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u de behuizing gaat
reinigen.
• Verwijder vuil of stof met een zachte, pluisvrije doek.
• Voor het verwijderen van hardnekkige vlekken gebruikt u een zachte doek die u hebt
bevochtigd met water en een neutraal schoonmaakmiddel. Veeg hiermee de behuizing
schoon.
Gebruik nooit was, alcohol, benzine, verdunner of andere chemische schoonmaakmiddelen.
Hierdoor kan de behuizing beschadigd raken.
De projector opbergen
Volg de aanwijzingen hieronder als u de projector langere tijd wilt opbergen.
• Zorg dat de temperatuur en de luchtvochtigheid van de opslagruimte binnen het
aanbevolen bereik voor de projector vallen. Zie "Specificaties" op pagina 56 of neem
contact op met uw leverancier voor het bereik.
• Schuif de verstelvoetjes in.
• Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
• Verpak de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking.
De projector vervoeren
Het verdient aanbeveling de projector in de oorspronkelijke of een gelijkwaardige
verpakking te vervoeren. Als u de projector zelf draagt, dient u de originele verpakking of de
meegeleverde zachte draagtas te gebruiken.
Onderhoud48
Informatie over de lamp
Het aantal lampuren onderzoeken
De gebruiksduur van de lamp (lampuren) wordt automatisch berekend door de ingebouwde
timer als de projector wordt gebruikt.
Zie "Instellingen Lampmodus als Economisch" hieronder voor meer informatie over de modus
Economisch.
Informatie over het aantal lampuur verkrijgen:
1.Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / om het menu SYSTEEMINSTLL:
Geavanceerd te selecteren.
2.Druk op om Lampinstellingen te selecteren en druk op MODE/ENTER. De pagina
Lampinstellingen wordt geopend.
3.U ziet informatie over Equivalent lampuren in het menu.
4.Sluit het menu af door op MENU/EXIT te drukken.
U kunt lampinformatie ook zien in het menu INFORMATIE.
De levensduur van de lamp verlengen
De projectielamp is een verbruiksitem dat ongeveer 3000-4000 uur meegaat bij normaal
gebruik. Door de volgende instellingen in het OSD-menu te veranderen kunt u de
levensduur van de lamp maximaliseren.
• Instellingen Lampmodus als Economisch
Als u de modus Economisch gebruikt wordt het systeemgeluid en stroomverbruik
verminderd met 20%. Als de modus Economisch is geselecteerd wordt het licht verminderd
en worden de geprojecteerde beelden donkerder.
Als u de projector in de modus Economisch schakelt, komt tevens de levensduur van de
lamp ten goede. Stel de modus Economisch in door naar het menu SYSTEEMINSTLL:
Geavanceerd > Lampinstellingen > Lampmodus te gaan en op / te drukken.
• Instellen Automatisch uitschakelen
Via deze functie wordt de projector automatisch uitgeschakeld als er gedurende een
ingestelde periode geen ingangssignaal wordt gedetecteerd, zodat de levensduur van de lamp
niet onnodig wordt verbruikt.
Stel Automatisch uitschakelen in door naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis >
Gebruiksinstellingen > Automatisch uitschakelen te gaan en druk op / . De tijdsduur
kan worden ingesteld van 5 t/m 30 minuten, in stappen van 5 minuten. Als de ingestelde
tijdsduur niet overeenkomt met uw persoonlijke wensen, kies dan Uitschakelen.
De projector wordt niet automatisch binnen een bepaalde periode uitgeschakeld.
De timing van de lampvervanging
Wanneer het LAMP (waarschuwingslampje) van de lamp rood oplicht of wanneer er een
bericht in het scherm wordt weergegeven dat aangeeft dat u de lamp dient te vervangen,
dient u een nieuwe lamp te installeren of met het apparaat naar uw leverancier te gaan.
Een oude lamp kan storing in de projector veroorzaken. In sommige gevallen kan de lamp
ontploffen.
Ga naar http://lamp.benq.com voor een vervangende lamp.
Onderhoud49
De LAMP (waarschuwingslampje lamp) en TEMP (waarschuwingslampje temperatuur) gaan
OK
Vervangende lamp bestellen
Lamp>XXXX uur
Bestel nieuwe lampen op lamp.benq.c om
Melding
OK
Lamp snel vervangen
Lamp>XXXX uur
Bestel nieuwe lampen op lamp.benq.com
Melding
OK
Lamp nu vervangen
Lamp>XXXX uur
Gebruiksduur lamp overschreden
Bestel nieuwe lampen op lamp.benq.com
Melding
OK
Gebruiksduur lamp verstreken
Vervang lamp (zie handleiding)
Stel lamptimer dan opnieuw in
Bestel nieuwe lampen op lamp.benq.c om
WAARSCHUWING
branden als de lamp te heet wordt. Zet de stroom uit en laat de projector 45 minuten afkoelen.
Wanneer deze waarschuwingslampjes nog steeds branden nadat de stroom weer is
ingeschakeld, dient u contact op te nemen met uw leverancier. Zie "Indicatoren" op pagina 54
voor details.
De volgende lampwaarschuwingen worden weergegeven om u eraan te herinneren dat u de
lamp dient te vervangen.
StatusBericht
Installeer een nieuwe lamp voor optimale
prestaties. Als de projector meestal op de modus
Economisch is ingesteld (zie "Het aantal lampuren
onderzoeken" op pagina 49), kunt u de projector
nog blijven gebruiken totdat de volgende
lampuurwaarschuwing verschijnt.
Druk op MODE/ENTER om het bericht te
negeren.
Het wordt ten zeerste aanbevolen dat u de lamp
vervangt. De lamp is een verbruiksartikel.
De helderheid van de lamp vermindert na verloop
van tijd. Dit is normaal. U kunt de lamp vervangen
als de helderheid aanzienlijk is afgenomen.
Druk op MODE/ENTER om het bericht te
negeren.
De lamp MOET worden vervangen voordat de
projector opnieuw normaal functioneert.
Druk op MODE/ENTER om het bericht te
negeren.
"XXXX" in de bovenstaande berichten zijn getallen die per model kunnen afwijken.
Onderhoud50
De lamp vervangen
•Om het risico van een elektrische schok te vermijden, dient u altijd de projector uit te
schakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te verwijderen alvorens u de
lamp gaat vervangen.
•Om de kans op brandwonden te verkleinen, dient u de projector gedurende ten minste
45 minuten te laten afkoelen alvorens u de lamp vervangt.
•Om de kans op verwondingen aan vingers of schade aan onderdelen binnen in de
projector te verkleinen, dient u voorzichtig te werk te gaan wanneer u lampglas verwijdert
dat in scherpe stukjes uit elkaar is gespat.
•Om de kans op verwondingen aan vingers en/of een slechtere beeldkwaliteit door
aanraking van de lens te verkleinen, mag u uw hand niet in de lege kast steken nadat de
lamp is verwijderd.
•Deze lamp bevat kwik. Gooi deze lamp bij het klein chemisch afval overeenkomstig de
toepasselijke lokale regelgeving.
•Aanbevolen wordt een geschikte projectorlamp aan te schaffen als vervanging om de
optimale prestaties van de projector te verzekeren.
•Als de lamp wordt vervangen terwijl de projector ondersteboven aan het plafond hangt, let
dan goed op dat niemand onder de lampklep staat om mogelijk letsel of schade aan de
ogen door glasscherven te voorkomen.
1.Schakel het apparaat uit en trek de stekker van de projector uit het stopcontact.
Als de lamp heet is, laat u de lamp eerst ongeveer 45 minuten afkoelen om
brandwonden te voorkomen.
2.Draai de schroef los die de lampklep aan
zijkant van de projector bevestigt totdat
de lampklep los komt.
3.Verwijder het deksel.
•Schakel de stroom nooit in wanneer het
deksel van de lamp is verwijderd.
•Steek uw vingers niet tussen lamp en de
projector. De scherpen randen in de
projector kunnen letsel veroorzaken.
4.Koppel de lampconnector los van de
projector.
5.Draai de schroeven van de lamp los.
6.Trek aan de handgreep zodat deze rechtop
staat.
1
3
2
Onderhoud51
7.Trek met de handgreep de lamp langzaam uit
de projector.
•Als u te snel trekt, kan de lamp breken waardoor
glasscherven in de projector terecht kunnen
komen.
•Plaats de lamp niet binnen het bereik van
kinderen of in de buurt van vloeistoffen en
ontvlambare materialen.
•Steek uw handen niet in de projector nadat de
lamp is verwijderd. Als u de optische onderdelen
in de projector aanraakt, kan dat ongelijke
kleurweergave en een vervormde projectie
veroorzaken.
8.Laat de nieuwe lamp zakken zoals is
aangegeven in de afbeelding.
9.Sluit de lampconnector weer aan op de
projector.
10. Draai de schroeven van de lamp weer vast.
11. Zorg dat de handgreep volledig vlak ligt en
stevig op zijn plaats zit.
•Een losse schroef kan tot een slechte verbinding
leiden, met storingen tot gevolg.
•Draai de schroef niet te vast.
2
3
1
12. Plaats het lampdeksel terug.
13. Draai de schroeven van het deksel weer vast.
•Een losse schroef kan tot een slechte verbinding
leiden, met storingen tot gevolg.
•Draai de schroef niet te vast.
Onderhoud52
14. Sluit de stroom weer aan en start de projector opnieuw op.
Schakel de stroom nooit in wanneer het deksel van de lamp is verwijderd.
Stelt de lamptimer in op nul
15. Open nadat het startlogo is verschenen, het schermmenu. Ga naar het menu
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Lampinstellingen. Druk op MODE/ENTER.
De pagina Lampinstellingen wordt weergegeven. Selecteer Lamptimer herstellen.
Er verschijnt een waarschuwingsbericht waarin u wordt gevraagd de lamptimer te
herstellen. Selecteer Reset en druk op MODE/ENTER. De lamptijd wordt op "0" gezet.
Stel de gebruiksduur van de lamp niet op nul in wanneer de lamp niet is vervangen. Wanneer u
dat wel doet, kan dat tot schade leiden.
Onderhoud53
Indicatoren
LampjeStatus & beschrijving
Situaties gerelateerd aan de stroomtoevoer
UitUitOranje
UitUit
UitUitGroen
UitUit
RoodUit
RoodUitUit
UitRoodUit
RoodRoodUit
GroenRoodUit
OranjeRoodUit
RoodRoodOranje
GroenRoodOranje
RoodRoodRood
GroenRoodRood
RoodRoodGroen
GroenRoodGroen
RoodGroenUit
OranjeGroenUit
RoodOranjeUit
Groen
Knippert
Oranje
Knippert
Situaties gerelateerd aan de lamp
Oranje
Knippert
Situaties gerelateerd aan de temperatuur
Stand-bymodus.
Opstarten.
Normale werking.
• De projector dient 90 seconden af te koelen omdat deze
niet op de normale manier is afgesloten, zonder het
normale afkoelproces.
• De projector dient 90 seconden af te koelen nadat de
stroom is uitgeschakeld.
• De projector is automatisch afgesloten. Als u de projector
opnieuw probeert te starten, wordt deze opnieuw
afgesloten. Neem contact op met uw leverancier voor hulp.
De projector is automatisch afgesloten. Als u de projector
opnieuw probeert te starten, wordt deze opnieuw
uitgeschakeld. Neem contact op met uw leverancier voor hulp.
1.De projector dient 90 seconden af te koelen. Of
2.Neem contact op met uw leverancier voor hulp.
De projector is automatisch uitgeschakeld. Als u de projector
opnieuw probeert te starten, wordt deze opnieuw afgesloten.
Neem contact op met uw leverancier voor hulp.
Onderhoud54
Problemen oplossen
U kunt de projector niet inschakelen.
OorzaakOplossing
Het netsnoer levert geen stroom.
De projector werd aangezet tijdens
het afkoelen.
Geen beeld
OorzaakOplossing
De videobron is niet ingeschakeld of
niet correct aangesloten.
De projector is niet correct
aangesloten op de invoerbron.
Het ingangssignaal is verkeerd
geselecteerd.
De lensklep is nog gesloten.Open de lensklep.
Onscherp beeld
OorzaakOplossing
De projectielens is niet correct
scherpgesteld.
De projector en het scherm staan
scheef.
De lensklep is nog gesloten.Open de lensklep.
De afstandsbediening werkt niet
OorzaakOplossing
De batterijen zijn leeg.Vervang de batterijen.
Er bevindt zich een voorwerp tussen
de afstandsbediening en de projector.
U bevindt zich te ver van de projector.
Het wachtwoord is onjuist
OorzaakOplossing
U bent het wachtwoord vergeten.
Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de
netsnoeraansluiting op de projector en het
andere uiteinde in het stopcontact. Zorg dat
het stopcontact is ingeschakeld (indien van
toepassing).
Wacht tot de projector volledig is afgekoeld.
Schakel de videobron in en controleer of de
signaalkabel correct is aangesloten.
Controleer de aansluiting.
Kies het juiste ingangssignaal met de knop
SOURCE op de projector of
afstandsbediening.
Pas de scherpstelling van de lens aan met de
focusring.
Pas indien nodig de projectiehoek, -richting en
-hoogte van de projector aan.
Verwijder het voorwerp.
Ga niet verder dan 8 meter (26 voet) van de
projector staan.
Zie "De procedure voor het oproepen van het
wachtwoord starten" op pagina 22 voor
details.
Problemen oplossen55
Specificaties
Projectorspecificaties
Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Optische specificaties
Resolutie
1024 x 768 XGA
Weergavesysteem
1-CHIP DMD
Lens F/waarde
F = 2,54-2,73
Lamp
Lamp van 190 W
Elektrische specificaties
Stroomtoevoer
AC100–240V, 3,0 A, 50-60 Hz (automatisch)
Energieverbruik
315 W (max); < 1 W (stand-by)
Mechanische specificaties
Gewicht
2,5 Kg (5,5 lbs)
Uitgangen
RGB-uitgang
D-Sub 15-pins (contrastekker) x 1
Luidspreker
(Stereo) 10 watt x 1
Audiosignaaluitgang
PC-audiojack x 1
Bediening
Seriële bediening via RS-232
9 pins x 1
IR-ontvanger x 2
Usb-poort (Mini-B x 1)
Ingangen
Computeringang
RGB-ingang
D-Sub 15-pins (contrastekker) x 2
Videosignaalingang
S-VIDEO
Mini DIN 4-pin poort x 1
VIDEO
RCA jack x 1
SD/HDTV-signaalingang
Analoog - Component RCA jack x 3
(via RGB-ingang)
Digitaal - HDMI V1.3 x 1
Audiosignaalingang
Audio-ingang
PC-audiojack x 2
RCA-audiojack (L/R) x 2
Omgevingsfactoren
Bedrijfstemperatuur
0°C–40°C op zeeniveau
Relatieve vochtigheid in bedrijf
10%–90% (zonder condens)
Bedrijfshoogte
0–1499 m bij 0°C–35 °C
1500–3000 m bij 0°C–30°C
(met Hoogtemodus aan)
Specificaties56
Afmetingen
287,3
232,6
114,4
62
62
445.95
397.90
364.40
83.38
141.88
232.6
123.0
78
287.3
207.6
77
76.5
34.5
199.6
Schroef voor
plafondmontage:
M4 x 8
(max. L = 8 mm)
Eenheid: mm
287,3 mm (B) x 114,4 mm (H) x 232,6 mm (D)
Plafondmontage
Specificaties57
Timing-diagram
Ondersteunde timing voor PC-signaal
ResolutieModus
VGA_6059,940 31,469 25,175
640 x 480
720 x 400720 x 400_7070,08731,46928,3221
800 x 600
1024 x 768
1152 x 8641152 x 864_757567,5108
1280 x 7681280 x 768_6059,8747,77679,5
1024 x 576
1024 x 600
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960
1440 x 900WXGA+_60***59,88755,935106,500
1400 x 1050SXGA+_60***59,97865,317121,750
1600 x 1200UXGA60,00075,000 162,000
1680 x 10501680 x 1050_6059,95465,29146,25
640 x 480@67HzMAC1366,66735,00030,240
832 x 624@75HzMAC1674,54649,72257,280
1024 x 768@75HzMAC1975,02060,24180,000
1152 x 870@75HzMAC2175,0668,68100,00
*Ondersteunde timing voor non-3D- en 3D-signaal met Frame Sequential- en Top-Bottomformaat.
**Ondersteunde timing voor non-3D- en 3D-signaal met Frame Sequential-formaat.
***Ondersteunde timing voor non-3D- en 3D-signaal met Top-Bottom-formaat.
1152 x 8641152 x 864_757567,5108
1280 x 7681280 x 768_6059,8747,77679,5
1024 x 576@60Hz
1024 x 600@65Hz
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 768
1440 x 900WXGA+_60***59,88755,935106,500
1400 x 1050SXGA+_60***59,97865,317121,750
1600 x 1200UXGA60,00075,000 162,000
1680 x 10501680 x 1050_6059,95465,290146,250
640 x 480@67HzMAC1366,66735,00030,240
832 x 624@75HzMAC1674,54649,72257,280
1024 x 768@75HzMAC1975,02060,24180,000
1152 x 870@75HzMAC2175,0668,68100,00
*Ondersteunde timing voor non-3D- en 3D-signaal met Frame Sequential- en Top-Bottomformaat.
**Ondersteunde timing voor non-3D- en 3D-signaal met Frame Sequential-formaat.
***Ondersteunde timing voor non-3D- en 3D-signaal met Top-Bottom-formaat.
576p720 x 5765031,2527HDMI/DVI
720/50p1280 x 7205037,574,25HDMI/DVI
720/60p1280 x 7206045,0074,25HDMI/DVI
1080/50i1920 x 10805028,1374,25HDMI/DVI
1080/60i1920 x 10806033,7574,25HDMI/DVI
1080/24P1920 x 1080242774,25HDMI/DVI
1080/25P1920 x 10802528,1374,25HDMI/DVI
1080/30P1920 x 10803033,7574,25HDMI/DVI
1080/50P1920 x 10805056,25148,5HDMI/DVI
1080/60P1920 x 1080 6067,5148,5HDMI/DVI
Een signaal van 1080i(1125i)@60Hz of 1080i(1125i)@50Hz kan resulteren in een licht trillend
beeld.
**Ondersteunde timing voor non-3D- en 3D-signaal met Frame Sequential-formaat.
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Opmerking
alleen voor
HDMI
alleen voor
HDMI
Ondersteunde timing voor Component-YPbPr signaal
TimingResolutie
480i**720 x 48059,9415,7313,5
480p720 x 48059,9431,4727
576i720 x 5765015,6313,5
576p720 x 5765031,2527
720/50p1280 x 7205037,574,25
720/60p1280 x 7206045,0074,25
1080/50i1920 x 10805028,1374,25
1080/60i1920 x 10806033,7574,25
1080/24P1920 x 1080242774,25
1080/25P1920 x 10802528,1374,25
1080/30P1920 x 10803033,7574,25
1080/50P1920 x 10805056,25148,5
1080/60P1920 x 1080 6067,5148,5
Een signaal van 1080i(1125i)@60Hz of 1080i(1125i)@50Hz kan resulteren in een licht trillend
beeld.
**Ondersteunde timing voor non-3D- en 3D-signaal met Frame Sequential-formaat.
Verticale
frequentie (Hz)
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Ondersteunde timing voor video- en S-Video-ingang
Videomodus
NTSC**15,73603,58
PAL15,63504,43
SECAM15,63504,25 of 4,41
PAL-M15,73603,58
PAL-N15,63503,58
PAL-6015,73604,43
NTSC4.4315,73604,43
**Ondersteunde timing voor non-3D- en 3D-signaal met Frame Sequential-formaat.
Horizontale
frequentie (kHz)
Verticale
frequentie (Hz)
Frequentie
kleursubdrager (MHz)
Specificaties60
Informatie over garantie en auteursrechten
Beperkte garantie
De garantie van BenQ voor dit product heeft betrekking op productie- en materiaalfouten
die zich bij normaal gebruik van het apparaat manifesteren.
Wanneer u een beroep wilt doen op de garantie, dient u een geldig aankoopbewijs te kunnen
overleggen. Wanneer dit product tijdens de garantieperiode defect raakt, is BenQ alleen
verplicht de defecte onderdelen te vervangen (inclusief arbeidsloon). Om in geval van een
defect reparatie- of servicewerkzaamheden te laten uitvoeren die onder de garantie vallen,
dient u zich zo snel mogelijk te wenden tot de leverancier bij wie u het product hebt gekocht.
Belangrijk: De bovenstaande garantie vervalt indien de klant heeft nagelaten het product te
gebruiken overeenkomstig de schriftelijke instructies van BenQ, in het bijzonder de
instructies inzake de gebruiksomstandigheden. De vochtigheidsgraad moet tussen 10% en
90% liggen, de temperatuur tussen 0°C en 35°C en de projector mag niet worden gebruikt
op stoffige plaatsen of op plaatsen hoger dan 1500m. Deze garantie verleent de koper van het
apparaat bepaalde rechten, evenals het zogenaamde consumentenrecht, dat echter per land
kan verschillen.
Ga voor meer informatie naar www.BenQ.com.
Copyright
Copyright 2011 BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag
worden gereproduceerd, verzonden, opgeslagen in een zoeksysteem of vertaald in een andere
taal of computertaal, onder geen enkele vorm en op geen enkele wijze, hetzij elektronisch,
mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of op andere wijze, zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van BenQ Corporation.
Aansprakelijkheid
BenQ Corporation is niet aansprakelijk en geeft geen garanties, uitdrukkelijk noch
stilzwijgend, ten aanzien van de inhoud van deze publicatie en wijst alle garanties van
verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel af. BenQ Corporation behoudt zich
het recht voor deze publicatie te herzien en de inhoud ervan van tijd tot tijd te wijzigen
zonder verplicht te zijn aan enige persoon mededeling van die herzieningen of wijzigingen te
doen.
*DLP, Digital Micromirror Device en DMD zijn handelsmerken van Texas Instruments.
Andere merk- en productnamen zijn eigendom van de respectieve bedrijven of organisaties.
Patenten
Op deze BenQ-projector rusten de volgende patenten:
In de V.S. de patenten 6,837,608; 7,275,834; 7,181,318. In Taiwan de patenten 202690;
205470; I228635; I259932.
In China de patenten ( 中国发明专利 ) ZL01143168.7; ZL03119907.0; ZL200510051609.2
Informatie over garantie en auteursrechten61
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.