Flexibele stroomtangadapter voor wisselstroommeting
Inhoud:
1. Opmerkingen voor de gebruiker
2. Veiligheidsvoorschriften
3. Leveringsomvang
4. Beschrijving van het apparaat
5. Algemene kenmerken
6. Gebruiksomstandigheden
7. Elektrische gegevens
8. Meten met de BENNING CFlex 1
9. Onderhoud
10. Milieu
1. Opmerkingen voor de gebruiker
Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor
- elektriciens en
- elektrotechnici.
De BENNING CFlex 1 is bedoeld voor metingen in droge ruimtes en mag niet worden gebruikt
in elektrische circuits met een nominale spanning hoger dan 600 V AC CAT III/ 1000 V AC CAT
II (zie ook pt. 6: ‘Gebruiksomstandigheden’).
In de gebruiksaanwijzing en op de BENNING CFlex 1 worden de volgende symbolen gebruikt:
Plaatsen rond NIET-GEÏSOLEERDE GEVAARLIJKE ACTIEVE geleiders of daarvan
afnemen is niet toegestaan.
Waarschuwing voor gevaarlijke spanning!
Verwijst naar voorschriften die in acht genomen moeten worden om gevaar voor de
omgeving te vermijden.
Let op de gebruiksaanwijzing!
Dit symbool geeft aan dat de aanwijzingen in de handleiding in acht genomen
moeten worden om gevaar te voorkomen.
Dit symbool geeft aan dat de BENNING CFlex 1 dubbel geïsoleerd is
(beschermingsklasse II).
Dit symbool op de BENNING CFlex 1 betekent dat de BENNING CFlex 1 in
overeenstemming met de EU-richtlijnen is.
AC: wisselspanning/-stroom
Aarding (spanning t.o.v. aarde)
07/ 2014
BENNING CFlex 1
36
2. Veiligheidsvoorschriften
Dit apparaat is gebouwd en getest volgens de voorschriften:
DIN VDE 0411 deel 1/ EN 61010-1
DIN VDE 0411 deel 2-032/ EN 61010-2-032
DIN VDE 0411 deel 031/ EN 61010-031
en heeft, vanuit een veiligheidstechnisch oogpunt, de fabriek verlaten in een perfecte staat. Om
deze staat te handhaven en om zeker te zijn van gebruik zonder gevaar, dient de gebruiker goed
te letten op de aanwijzingen en waarschuwingen zoals aangegeven in deze gebruiksaanwijzing.
Een verkeerd gebruik en niet-naleving van de waarschuwingen kan ernstig letsel of de dood
tot gevolg hebben.
Wees extreem voorzichtig tijdens het werken met blanke draden of
hoofdleidingen. Contact met spanningsvoerende leidingen kan elektrocutie
veroorzaken.
De BENNING CFlex 1 mag alleen worden gebruikt in elektrische circuits van
overspanningscategorie III met max. 600 V of overspanningscategorie II met
max. 1000 V ten opzichte van aarde.
Bedenk dat werken aan installaties of onderdelen die onder spanning staan,
in principe altijd gevaar kan opleveren. Zelfs spanningen vanaf 30 V AC en 60
V DC kunnen voor mensen al levensgevaarlijk zijn.
Elke keer, voordat het apparaat in gebruik wordt genomen, moet het worden
gecontroleerd op beschadigingen. Ook de veiligheidsmeetsnoeren dienen
nagezien te worden.
Bij vermoeden dat het apparaat niet meer geheel zonder gevaar kan worden gebruikt, mag het
dan ook niet meer worden ingezet, maar zodanig worden opgeborgen dat het, ook niet bij toeval,
niet kan worden gebruikt.
Ga ervan uit dat gebruik van het apparaat zonder gevaar niet meer mogelijk is:
- wanneer het apparaat of de meetkabel zichtbare schade vertoont,
- als het apparaat niet meer (goed) werkt,
- na langdurige opslag onder ongunstige omstandigheden,
- na zware belasting of mogelijke schade ten gevolge van transport of onoordeelkundig
gebruik,
- het apparaat of de meetkabel vochtig zijn,
3. Leveringsomvang
Bij de levering van de BENNING CFlex 1 behoren:
3.1 Één stuk BENNING CFlex 1 met vast aangesloten veiligheidsmeetkabel met 4 mm
veiligheidsstekker in een hoek van 90°,
3.2 Eén compactbeschermingsetui
3.3 Twee batterijen 1.5 V (micro/ LR03/ AAA)
3.4 Eén gebruiksaanwijzing
4. Beschrijving van het apparaat
De flexibele stroomtangadapter BENNING CFlex 1 is een meetadapter voor analoge en digitale
multimeters en wordt gebruikt om wisselstroom tot 3000 A te meten.
Zie fig. 1: voorzijde van het apparaat
Hieronder volgt een beschrijving van de in fig. 1 aangegeven informatie- en bedieningselementen.
Flexibele meetlus om de eenaderige geleider te omvatten waardoor wisselstroom loopt
Sluitmechanisme van de meetlus
Draaischakelaar, om het meetbereik te selecteren
Uitgang met 4 mm veiligheidsstekker, rood, zwart, hoek van 90°
Groene LED (inschakel-LED), brandt in ingeschakelde toestand
6
Rode LED (batterij-indicator), brandt als de batterij leeg is
7
Batterijvakdeksel
5. Algemene kenmerken
5.1 Algemene informatie over de stroomtangadapter
5.1.1 De draaischakelaar dient om de meetbereiken van 30 A, 300 A en 3000 A AC te
selecteren.
5.1.2 De BENNING CFlex 1 wordt gevoed door twee 1,5 V microbatterijen (IEC LR03/ AAA).
07/ 2014
BENNING CFlex 1
37
5.1.3 Als de batterijspanning onder de voorziene werkspanning van de BENNING CFlex 1
daalt, brandt de rode LED (batterij-indicator) 6.
5.1.4 De levensduur van de batterijen bedraagt ongeveer 120 uur (alkalinebatterij).
5.1.5 Temperatuurcoëfficiënt van de meetwaarde:
0,1 x (aangegeven meetnauwkeurigheid)/ °C < 18 °C of > 28 °C, op basis van de
waarde op referentietemperatuur van 23 °C,
5.1.6 Lengte van de meetlus: ca. 46 cm
5.1.7 Kabeldiameter van de meetlus: ca. 8,5 mm
5.1.8 Kabellengte meetlus - behuizing: ca. 1,8 m
5.1.9 Kabellengte (behuizing - 4 mm veiligheidsstekker): ca. 0,5 m
5.1.10 Afmetingen behuizing: (L x B x H) 120 x 70 x 26 mm
5.1.11 Toestelgewicht: 325 g
6. Gebruiksomstandigheden
- De BENNING CFlex 1 is bedoeld om gebruikt te worden voor metingen in droge ruimtes.
- Barometrische hoogte bij metingen: 2000 m. maximaal
-
Categorie van overbelasting: IEC 60664/ IEC 61010 → 600 V categorie III, 1000 V categorie II
- Beschermingsgraad stofindringing: 2 (EN 61010-1)
- Beschermingsgraad: IP 30 (DIN VDE 0470-1 IEC/ EN 60529)
Betekenis IP 30: Het eerste cijfer (3); Bescherming tegen binnendringen van stof en vuil >
2,5 mm in doorsnede, (eerste cijfer is bescherming tegen stof/ vuil). Het tweede cijfer (0);
Niet beschermd tegen water, (tweede cijfer is waterdichtheid).
- Werktemperatuur en relatieve vochtigheid:
Bij bedrijfstemperatuur van 0 °C tot 50 °C: relatieve luchtvochtigheid kleiner dan 80 %, nietcondenserend.
- Bewaartemperatuur: De BENNING CFlex 1 kan zonder batterijen worden bewaard bij temperaturen van - 10 °C tot + 60 °C, relatieve luchtvochtigheid kleiner dan 70 %.
7. Elektrische gegevens
Opmerking: De meetnauwkeurigheid wordt aangegeven als
- een relatief aandeel van de meetbereikeindwaarde
Deze nauwkeurigheid geldt bij temperaturen van 23 °C ± 5 °C bij een relatieve vochtigheid van
de lucht < 80 %.
7.1 Meetbereik voor wisselstroom
Uitgangsspanning: 100 mVAC/ AAC in het meetbereik 30 A
MeetbereikMeetwaardeUitgang
30 A0 . . . 30 A0 . . . 3000 mV
300 A30 . . . 300 A300 . . . 3000 mV
3000 A 300 A . . . 3000 A 300 . . . 3000 mV
* De meetnauwkeurigheid is gespecificeerd voor een sinusgolfvorm. De opgegeven nauw-
keurigheid is gespecificeerd voor geleiders die in het midden worden vastgenomen met de
meetlus
moet rekening worden gehouden met een bijkomende fout.
Belastingsimpedantie: min. 10 kΩ (ingangsweerstand van multimeter)
Ruis: 0,03 A/ 0,075 A/ 0,5 A
Bandbreedte (- 3 dB): 10 Hz tot 10 kHz
Fasefout: < ± 1°
10 mVAC/ AAC in het meetbereik 300 A
1 mVAC/ AAC in het meetbereik 3000 A
Nauwkeurigheid v/d meting*
bij 45 Hz - 65 Hz
± (3,0 % van de eindwaarde van het
meetbereik)
± (3,0 % van de eindwaarde van het
meetbereik)
± (3,0 % van de eindwaarde van het
meetbereik)
(zie afbeelding 3). Voor geleiders die niet in het midden worden vastgenomen,
Afstand van het middenPositionering foutmarge
25 mm± (1,0 % van de eindwaarde van het meetbereik)
50 mm± (2,0 % van de eindwaarde van het meetbereik)
75 mm± (3,0 % van de eindwaarde van het meetbereik)
07/ 2014
BENNING CFlex 1
38
8. Meten met de BENNING CFlex 1
8.1 Voorbereiding van de meting
Gebruik en bewaar de BENNING CFlex 1 alleen bij de vermelde bewaar- en werktemperaturen,
vermijd constante zonnestraling.
- De meegeleverde veiligheidsmeetkabel komt qua nominale spanning en nominale stroom
overeen met de BENNING CFlex 1. De veiligheidsmeetkabel is vast verbonden met de
BENNING CFlex 1 en kan niet worden afgenomen.
- Isolatie van de veiligheidsmeetkabel controleren. Als de isolatie beschadigd is, moet de
BENNING CFlex 1 onmiddellijk buiten gebruik worden genomen.
- Omvat met de meetlus geen doorstroomde geleider voor u de BENNING CFlex 1 met een
multimeter heeft verbonden.
- Sterke storingsbronnen in de buurt van de BENNING CFlex 1 kunnen tot een onstabiele
indicatie en meetfouten leiden.
- Plaats geen spanning op de uitgangscontacten van de BENNING CFlex 1.
Houd rekening met de maximale spanning t.o.v. aardpotentiaal!
Elektrisch gevaar!
De hoogste spanning die op de BENNING CFlex 1 t.o.v. aardpotentiaal mag staan, bedraagt
600 V CAT III/ 1000 V CAT II.
8.2 Wisselstroommeting
- Selecteer met de draaischakelaar het meetbereik 30 A, 300 A of 3000 A.
- Zet de multimeter op de functie wisselspanningsmeting (V AC) en selecteer een meetbereik
dat spanningen tot 3000 mV kan weergeven.
- Contacteer de zwarte 4 mm veiligheidsstekker van de veiligheidsmeetkabel met de COMbus van de multimeter.
- Contacteer de rode 4 mm veiligheidsstekker van de veiligheidsmeetkabel met de bus voor
de spanningsingang (V) van de multimeter.
- Omvat de eenaderige, doorstroomde kabel in het midden met de flexibele meetlus .
- Lees de spanningswaarde af op de multimeter en reken om naar de stroomwaarde, rekening houdend met de omrekenfactor.
Voorbeeld 1: Meetbereik: 30 A (100 mV/ A)
Aangegeven spanningswaarde op de multimeter: 2,500 V AC = 2500 mV AC, komt overeen met
een gemeten stroomwaarde van 25 A AC.
Voorbeeld 2: Meetbereik: 300 A (10 mV/ A)
Aangegeven spanningswaarde op de multimeter: 2,500 V AC = 2500 mV AC, komt overeen met
een gemeten stroomwaarde van 250 A AC.
Voorbeeld 3: Meetbereik: 3000 A (1 mV/ A)
Aangegeven spanningswaarde op de multimeter: 2,500 V AC = 2500 mV AC, komt overeen met
een gemeten stroomwaarde van 2500 A AC.
Zie fig. 2 a: meten van wisselstroom
Zie fig. 2 b: meten van wisselstroom
9. Onderhoud
De BENNING CFlex 1 mag nooit onder spanning staan als het apparaat
geopend wordt. Gevaarlijke spanning!
Werken aan een onder spanning staande BENNING CFlex 1 mag uitsluitend gebeuren door
elektrotechnische specialisten, die daarbij de nodige voorzorgsmaatregelen dienen te
treffen om ongevallen te voorkomen.
Maak de BENNING CFlex 1 dan ook spanningsvrij alvorens het apparaat te openen.
- Verwijder eerst de BENNING CFlex 1 van het meetobject.
- Verwijder vervolgens beide veiligheidsmeetkabels van de multimeter.
De stroomtangadapter BENNING CFlex 1 heeft geen zekering.
9.1 Veiligheidsborging van het apparaat
Onder bepaalde omstandigheden kan de veiligheid tijdens het werken met de BENNING CFlex 1
niet meer worden gegarandeerd, bijvoorbeeld in geval van:
- Zichtbare schade aan de behuizing,
- Meetfouten,
- Waarneembare gevolgen van langdurige opslag onder verkeerde omstandigheden en
- Transportschade.
07/ 2014
BENNING CFlex 1
39
In dit geval moet de BENNING CFlex 1 onmiddellijk van het meetpunt worden verwijderd en
worden beveiligd tegen hergebruik.
9.2 Reiniging
Reinig de behuizing aan de buitenzijde met een schone, droge doek (speciale reinigingsdoeken
uitgezonderd). Gebruik geen oplos- en/ of schuurmiddelen om de BENNING CFlex 1 schoon te
maken. Let er in het bijzonder op dat het batterijvak en de batterijcontacten niet vervuilen door
uitlopende batterijen.
Indien toch verontreiniging ontstaat door elektrolyt of zich zout afzet bij de batterijen en/of in het
huis, dit eveneens verwijderen met een droge, schone doek.
9.3 Het wisselen van de batterijen
Vóór het openen van de BENNING CFlex 1 moet het apparaat spanningsvrij
zijn. Gevaarlijke spanning!
De BENNING CFlex 1 wordt gevoed met twee 1,5 V microbatterijen (IEC LR03/ AAA). De batterijen moeten worden vervangen (zie afbeelding 4) als de rode LED (batterij-indicator) 6 brandt.
Batterijen vervangt u als volgt:
- Verwijder de BENNING CFlex 1 van het meetobject.
- Verwijder de veiligheidsmeetkabels van de multimeter.
- Zet de draaischakelaar in de stand “OFF”.
- Leg de BENNING CFlex 1 op de voorzijde en draai de schroef van het batterijdeksel
- Wip het batterijdeksel (aan de uitsparingen in de behuizing) van het ondergedeelte.
- Vervang de lege batterijen door twee nieuwe batterijen van het type Micro (LR03 / AAA). Let
op de juiste polarisatie van de nieuwe batterijen!
- Klik het deksel weer op de achterwand en draai de schroef er weer in.
Zie fig. 4: vervanging van de batterij.
Gooi batterijen niet weg met het gewone huisvuil, maar lever ze in op de
bekende inzamelpunten. Zo levert u opnieuw een bijdrage aan een schoner
milieu.
9.4 IJking
Op de nauwkeurigheid van de metingen te waarborgen, is het aan te bevelen het apparaat
jaarlijks door onze servicedienst te laten kalibreren:
Benning Elektrotechnik & Elektronik GmbH & Co. KG
Service Center
Robert-Bosch-Str. 20
D - 46397 Bocholt
10. Milieu
Wij raden u aan het apparaat aan het einde van zijn nuttige levensduur, niet bij het
gewone huisafval te deponeren, maar op de daarvoor bestemde adressen.