Behringer VMX300 User Manual [nl]

Korte handleiding
Versie 1.0 September 2001
NEDERLANDS
PRO MIXER VMX300
www.behringer.com
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
CAUTION: Om de kans op elektrische schokken te verminderen
wordt het afgeraden om zelf het omhulsel (of achterkant) te verwijderen. Er bevinden zich daar binnen geen bruikbare onderdelen: voor onderhoud wendt u zich tot het daarvoor bevoegde personeel.
WARNING: Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vochtigheid
om de kans op brand of elektrische schokken te voorkomen.
Dit symbool, dient ter waarschuwing voor de aan-wezigheid van onafgedekte hoge Voltage dat voldoende kan zijn om een kans op schokken te vormen.
Dit symbool, dient ter waarschuwing voor belangrijke bedienings- en ondenhoudsinstructies in de bijbehorende literatuur. Lees de handleiding.
GEDETAILLEERDE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES:
Voor het bedienen van het apparaat, dienen alle veiligheids en bedieningsinstructies te worden gelezen.
Instructies Voor Het Bewaren:
Alle veiligheids en bedieningsinstructies moeten zorgvuldig worden bewaard voor latere raadplegingen.
Waarschuwing Voor Oplettendheid:
Alle waarschuwingen op het apparaat dienen in acht te worden genomen.
Op te Volgen Instructies:
Alle bedienings en gebruikersinstructies moeten worden opgevolgd.
Water en Vochtigheid:
Het apparaat mag niet gebruikt worden in de buurt van water (dwz. In de buurt van een bad, wasbak, keuken aanrecht, wasmachine, in een vochtige kelder of in de buurt van een zwembad.).
Ventilatie:
Het apparaat moet u zo plaatsen, dat de plaats of positie niet storend is voor een juiste ventilatie. Bijvoorbeeld: het apparaat mag niet geplaatst worden op een bed, een bank of dergelijke oppervlakten, die de ventilatie­openingen zouden kunnen afsluiten. Het mag ook niet worden geplaatst in inbouw-installaties, zoals een boekenkast of een afgesloten kast waardoor de luchttoevoer in de ventilatie-openingen wordt belemmert.
Hitte:
Het apparaat moet ver weg geplaatst worden van warmtebronnen zoals radiatoren, thermometers, kachels en andere apparaten (zoals versterkers), die warmte produceren.
Energiebron:
Het apparaat mag alleen worden aangesloten op de stroomvoorziening van het type dat wordt beschreven in de bedieningsinstructies of zoals aangegeven op het apparaat zelf.
Randaarding en Polarisatie:
Er dienen voorzorgsmaatregelen te worden genomen, zodat de middelen voor randaarding of polarisatie van een apparaat niet gebrekkig zijn.
Bescherming van de Electriciteitsdraden:
De electriciteitsdraden dienen te worden vastgelegd, om te voorkomen dat er niet op wordt getrapt of dat ze worden gebroken door voorwerpen die erop of tegenaan zijn geplaatst. Speciale attentie dient er worden gegeven aan kabels en stekkers, meervoudige stekkerdozen en het punt van waar ze uit het apparaat komen.
Schoonmaken:
Het apparaat mag alleen volgens aanwijzingen van de fabrikant worden schoongemaakt.
Periodes van niet in gebruik zijn:
De electriciteitsdraad van het apparaat moet uit het stopcontact worden getrokken, indien het apparaat voor langere tijd ongebruikt blijft.
Infiltratie van voorwerpen en vloeistoffen:
Men dient ervoor te zorgen dat er geen voorwerpen vallen of vloeistoffen worden gemorst via de openingen. Dit kan de binnenkant van het apparaat ernstig beschadigen.
Schade die Service Vereist:
Het apparaat moet uitsluitend door professionele servicemensen behandeld worden, wanneer:
- de elektriciteitsdraad of de stekker zijn beschadigd; of
- voorwerpen in het apparaat zijn gevallen, of vloeistoffen erin zijn gemorst; of
- het apparaat in aanraking is gekomen met regen; of
-
het apparaat niet werkt zoals het hoort, of het vertoont een aanmerkelijke verandering in de verrichtingen; of
- het apparaat is gevallen, of het omhulsel is beschadigd.
Controlebeurt:
De gebruiker moet niet meer aan het onderhoud doen, dan is voorgeschreven in de bedieningsinstructies. Al het andere onderhoud moet worden overgelaten aan professionele servicemensen.
Deze handleiding is auteursrechterlijk beschermd. Elke vermenigvuldiging, resp. nadruk, ook gedeeltelijk, en elke weergave van afbeeldingen, ook in gewijzigde vorm, is alleen toegestaan met schriftelijke toestemming van de firma BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH. BEHRINGER is een geregistreerd handelsmerk.
BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH, Hanns-Martin-Schleyer-Str. 36-38, 47877 Willich-Münchheide II, Duitsland. Tel. +49 (0) 21 54 / 92 06-0, Fax +49 (0) 21 54 / 92 06-30
© 2001 BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH.
PRO MIXER VMX300
1. INLEIDING
Met de BEHRINGER PRO MIXER VMX300 bezit je een DJ-mengpaneel waarmee je helemaal op de huidige trend kunt inspelen. De talrijke features, zoals beat counter en insert, zorgen voor een compleet nieuwe en ongelofelijk creatieve manier van werken. De VMX300 is een mixapparaat voor professioneel gebruik dat tegelijk heel eenvoudig te bedienen is, zodat je je creativiteit de vrije loop kunt laten.
Het gaat hard tegenwoordig. Wie niet out wil zijn, moet snel reageren. Daarom hebben we een eerste klas DJ­mengpaneel met de nieuwste features en technologieën ontwikkeld. Het is ideaal in dance-clubs en met DJ­installaties te gebruiken en zorgt voor puur plezier.
Zeg nu eens eerlijk: wie leest er nu graag bedieningshandleidingen? Natuurlijk weten we dat je snel wilt kunnen beginnen. Maar pas wanneer je deze handleiding goed gelezen hebt, zul je alle features van de VMX300 begrijpen en in staat zijn deze zinvol te gebruiken. Neem dus rustig de tijd!
+ De volgende handleiding heeft op de eerste plaats als doel, je met de gebruikte vaktermen
vertrouwd te maken, zodat je het apparaat met al zijn functies leert kennen. Berg de handleiding na grondige lezing alsjeblieft zo op, dat je ze steeds bij de hand hebt als je iets op wilt zoeken.
1.1 Voordat je begint
De VMX300 is in de fabriek zorgvuldig ingepakt, zodat het apparaat veilig vervoerd kan worden. Mocht de doos desondanks beschadigingen vertonen, kijk dan direct of de buitenkant van het apparaat zelf beschadigd is geraakt.
+ Stuur het apparaat bij eventuele beschadigingen alsjeblieft NIET terug naar ons, maar neem
zo snel mogelijk eerst contact op met de dealer en het transportbedrijf, aangezien elke aanspraak op vergoeding anders teniet kan worden gedaan.
Zorg voor voldoende toevoer van frisse lucht en zet de PRO MIXER niet op een eindtrap of in de buurt van verwarmingen, om oververhitting van het apparaat te voorkomen.
.
LET OP!
+ We moeten je erop wijzen, dat grote geluidsvolumes het gehoor en/of je koptelefoon kunnen
beschadigen. Draai de LEVEL-regelaar in het main-gedeelte even helemaal naar links voordat je het apparaat inschakelt. Let altijd op een passende geluidssterkte.
1. INLEIDING
3
2. VOORKANT
PRO MIXER VMX300
Afb. 2.1: Bedieningselementen van de PRO MIXER VMX300
4
2. VOORKANT
PRO MIXER VMX300
2.1 Ingangskanalen
1
Met de MIC/PHONO-LINE-schakelaar kun je in kanaal 1 tussen microfoonsignaal en Line- of Phonosignaal kiezen. Of in de rechter schakelaarstand de LINE- of de Phono-ingang geselecteerd is, is afhankelijk van de stand van de PHONO/LINE-schakelaar aan de achterkant (zie ).
In kanaal 2 en 3 bepaal je de ingangsgevoeligheid met behulp van de PHONO/LINE-schakelaar. Phono
2
dient om een platenspeler op aan te sluiten. Line moet voor alle andere signaalbronnen (bijv. CD- of MD-speler) worden geselecteerd. Bovendien kun je de ingangsgevoeligheid van de Phono­ingang op Line-niveau omschakelen, zodat de phono-aansluiting flexibel inzetbaar is (zie ).
+ Sluit in geen geval apparaten met Line-niveau op de bijzonder gevoelige fono-ingangen aan!
3
De GAIN-regelaar dient om het ingangssignaal af te regelen en om het kanaalvolume aan te passen.
+ Het totale niveau wordt ook door de EQ-instelling bepaald. Voordat je de niveaus met de
Gain-regelaar instelt, kun je daarom het beste eerst de equalizer instellen.
4
Alle ingangskanalen hebben steeds een 3-BAND-EQUALIZER met Kill-karakteristiek (-32 dB).
5
De LED-balk geeft het signaalniveau van het betreffende kanaal weer (pre-fader/post-EQ).
6
De PFL-schakelaar zet het betreffende signaal over naar de koptelefoon.
7
Met de CHANNEL-fader stel je het kanaalvolume in. De fader is VCA-gestuurd (VCA = Voltage Controlled Amplifier) en heeft daarom een merkbaar langere levensduur dan een gewone.
8
Met de CURVE-schakelaar naast de CHANNEL-fader kun je het regelkarakter van de fader in drie stappen (Soft, Mid, Sharp) bepalen en zo de volumeverdeling per schuif veranderen. Het is onvermijdelijk, dat er bij het omschakelen volumeverschillen ontstaan. Gebruik deze schakelaar daarom niet als er muziek draait!
2.2 Main Out-gedeelte
9
Met de OUT A- en OUT B-regelaar bepaal je steeds het uitgangsvolume bij de AMP-uitgang (zie ) en bij de BOOTH-uitgang (zie ).
10
De LEVEL METER geeft het volumeniveau van OUT A weer.
11
Om het stereobeeld te kunnen bewerken, is er voor de OUT A-uitgang een BALANCE-regelaar voorzien (BAL A).
12
De VMX300 beschikt over een Talk-Over-functie. Hiermee kan het volume van de muziek bij gebruik van de microfoon, automatisch lager worden gezet.
2.3 PFL-gedeelte
13
De PFL LEVEL-regelaar bepaalt het volume van het koptelefoonsignaal.
Met behulp van de PFL MIX-regelaar kun je de volumeverhouding tussen de kanalen en de
14
Main Out sturen. Dat werkt echter alleen dan, wanneer de schakelaar eronder, ( ), op Stereo staat.
Met de MODE-schakelaar in de stand Split worden de twee signalen strikt gescheiden: het
15
voorluistersignaal ligt in het stereobeeld links, terwijl het MAIN OUT-signaal aan de rechterkant zit. De PFL-MIX-regelaar heeft in dit geval geen functie.
2.4 3D Surround effect
De Surround-functie kan met behulp van de ON-schakelaar aan- en uitgeschakeld worden. Dit is een ingebouwd effect, dat je muziek helemaal af maakt en elke Gig tot een ware belevenis laat worden. Door de verbreding van de stereobasis lijkt het geluid levendiger en transparanter. Met de SURROUND-regelaar bepaal je de intensiteit van het effect.
2. VOORKANT
5
PRO MIXER VMX300
2.5 Beat Counter
De Beat Counter van de PRO MIXER VMX300 is een uiterst nuttige functie, waarmee gladde overgangen tussen twee tracks worden bereikt. Je sessie wordt zo een absoluut succes. Je kunt er de verschillende tempos van de binnenkomende tracks in BPM (Beats Per Minute) mee bepalen. De PRO MIXER heeft twee identieke Beat Counter-gedeelten voor kanaal 2 en 3, niet voor kanaal 1.
Het tempo van de tracks wordt in DISPLAY van het desbetreffende kanaal weergegeven. Wanneer er in één track meerdere tempowisselingen voorkomen, zou dit ertoe leiden dat er voortdurend verschillende BPM­waarden worden weergegeven, hetgeen onnodig voor verwarring zorgt. Voor dit geval hebben de Beat Counter­gedeelten elk een SYNC LOCK-toets , waarmee je tijdens een nummer het bereik van mogelijke tempowaarden kunt begrenzen. Dit heeft zin wanneer de Counter al een realistische waarde bepaald heeft. Hetzelfde kun je manueel door middel van de BEAT ASSIST-toetsen bereiken. Wanneer je ze minimaal drie keer in de maat van het nummer indrukt, verschijnt in het DISPLAY het berekende tempo. DE BEAT ASSIST- en SYNC LOCK-toetsen zijn allemaal van een LED voorzien.
Als je het tempo van de binnenkomende tracks nu met behulp van de SYNC LOCK- of BEAT ASSIST-toetsen in beide kanalen hebt begrenst, wordt het verschil van de tempi van kanaal 2 en 3 door middel van een uit negen lampjes bestaande TEMPO DIFFERENCE-LED-indicatiebalk visueel weergegeven. De balk laat de mate van tempoverschil zien, en wel door overeenkomstig naar rechts of links uit te slaan. Uitslag naar rechts betekent dat het signaal van kanaal 2 langzamer is, bij een uitslag naar links is het signaal van kanaal 3 langzamer. Licht de middelste LED op, dan zijn de tempi gelijk. Aan de daaronder gelegen TIME OFFSET­LED-balk kun je de synchronisatie van kanaal 2 en 3 aflezen. Wanneer de middelste LED oplicht, lopen de tracks synchroon. Beweegt de indicatie echter naar links of rechts, dan loopt dienovereenkomstig kanaal 2 of kanaal 3 niet synchroon. De TEMPO DIFFERENCE- en TIME OFFSET indicaties zijn alleen dan actief, wanneer de tempi van de twee kanalen op een van de hierboven beschreven manieren gefixeerd zijn.
Om de SYNC LOCK- of BEAT ASSIST-modus weer te verlaten, druk je eenvoudig in beide kanalen nog een keer op de SYNC LOCK-toets.
2.6 Crossfader-gedeelte
22
De CROSSFADER zorgt voor de geleidelijke overgang tussen kanaal 2 en 3. Net als de CHANNEL­faders is ook de CROSSFADER een professionele Voltage Controlled 45 mm-Fader.
23
Met de REVERSE-schakelaar kun je de richting van de CROSSFADER (drukkend naar beneden/ schakelend naar boven) omkeren: D.w.z. je kunt vliegensvlug tussen kanaal 2 en 3 wisselen, omdat ze eenvoudigweg van kant verwisselen.
24
Met de CROSSFADER CURVE-regelaar in het Crossfader-gedeelte kun je de volumeverdeling per schuif instellen.
25
De KILL SWITCHES voor kanaal 2 (links) en 3 (rechts) geven de mogelijkheid, drie frequentiebereiken (LOW, MID, HIGH) met -32 dB (drukkend naar beneden/schakelend naar boven) te verlagen. Bovendien kun je nog de EQ van de ingangskanalen gebruiken.
26
Der MIC IN-Eingang ist der symmetrische Klinkenanschluss für Dein Mikrofon.
27
De PHONES OUT-aansluiting is voor je koptelefoon bedoeld, zodat je muziekstukken van tevoren kunt beluisteren (PFL-signaal). De impedantie van je koptelefoon moet tenminste 32 Ohm bedragen.
3. ACHTERKANT
28
De PHONO-ingangen van de drie ingangskanalen zijn bedoeld om platenspelers op aan te sluiten.
29
Dit zijn de LINE-ingangen om een tape deck, CD- of MD-speler etc. op aan te sluiten.
30
De GND-aansluiting dient om de platenspeler te aarden.
31
Met de PHONO/LINE-schakelaar bij de ingang van kanaal 1 kun je de LINE- of de PHONO-ingang selecteren. Hiervoor moet de MIC/PHONO-LINE-schakelaar aan de voorkant echter wel op PHONO­LINE staan (zie ).
6
3. ACHTERKANT
PRO MIXER VMX300
32
Met de PHONO/LINE-schakelaar kun je de ingangsgevoeligheid van de PHONO-ingangen op Line­niveau omschakelen. Zodoende kun je zelfs een tape deck of een CD-speler op de PHONO-ingangen van kanaal 2 en 3 aansluiten.
33
De VMX300 beschikt over een geïntegreerde insert voor een extern apparaat. Aan de SEND-uitgang wordt het signaal van het PFL-gedeelte afgetakt en bijv. naar een galmapparaat geleid.
34
Via de RETURN-retourweg wordt het opgewekte effectsignaal bij het MAIN OUT-signaal (uitgangssignaal) gevoegd. Het volume van het effectsignaal moet je dan met de Output-regelaar van het effectapparaat zelf instellen. Mocht je geen effect gebruiken, kun je de RETURN ook als LINE-ingang gebruiken.
35
Met de AMP-uitgang kun je een versterker aansluiten, die je dan met de OUT A-regelaar van het MAIN OUT-gedeelte regelt.
36
De BOOTH-uitgang is een extra mogelijkheid, een versterker aan te sluiten. Deze wordt dan met de OUT B-regelaar van het MAIN OUT-gedeelte geregeld.
+ Schakel de eindtrappen altijd als laatste in, om het optreden van inschakelpieken te vermijden,
die je luidspreker namelijk gemakkelijk kunnen beschadigen. Controleer vóór het inschakelen van de eindtrappen, of er geen actief signaal op de VMX100 is aangesloten, om plotselinge en voor de oren pijnlijke verrassingen te voorkomen. Het beste is om vantevoren alle faders naar beneden te halen en de draairegelaars op nul te zetten.
37
Via de TAPE-uitgang kan er een opname-apparaat worden aangesloten (tape deck, MD-speler e.d. ).
38
Met de POWER ON-schakelaar zet je de PRO MIXER aan.
39
ZEKERINGHOUDER / NETSPANNINGSELECTIE. Controleer, voordat je het apparaat met het stroomnet verbindt, alsjeblieft, of het aangegeven voltage met de netspanning ter plaatse overeenkomt. Als er een zekering vervangen wordt, moet je absoluut hetzelfde type gebruiken. Bij sommige apparaten kan de zekeringhouder in twee verschillende posities worden ingezet, om zo tussen 230 V en 115 V om te kunnen schakelen. Let op: bij gebruik van het apparaat bij 115 V buiten Europa, dienen zekeringen met hogere waarden geplaatst te worden.
40
Dit is de aansluiting voor de netkabel.
41
SERIENUMMER van de VMX300. Neem alsjeblieft even de tijd om ons de garantiekaart binnen 14 dagen na de aankoopdatum volledig ingevuld terug te sturen, aangezien je anders je uitgebreide garantie verliest. Of laat je eenvoudig online registreren bij www.behringer.com.
Afb. 3.1: Achterkant van de VMX300
3. ACHTERKANT
7
PRO MIXER VMX300
4. TECHNISCHE GEGEVENS
AUDIOINGANGEN
Mic-ingang 46 dB Gain, elektr. gesymmetreerde ingang Phono-ingang 1, 2 en 3 40 dB Gain @ 1 kHz, geasymmetreerde ingang Line-ingang 1, 2 en 3 0 dB Gain, asymmetrische ingangen Return 0 dB Gain, asymmetrische ingang
AUDIOUITGANGEN
Main out max. +21 dBu @ +5 dBU (Line in) Booth out max. +13 dBu Tape out typ. 0 dBu Send typ. 0 dBu Koptelefoonaansluiting typ. 125mW @ 1 % THD
EQUALIZER (+/-8 dB)
Stereo low +12 dB / -32 dB @ 50 Hz Stereo mid +12 dB / -32 dB @ 1,2 kHz Stereo high +12 dB / -32 dB @ 10 kHz Kill low -54 dB @ 50 Hz Kill mid -44 dB @ 1 kHz Kill high -26 dB @ 10 kHz
ALGEMEEN
Ruisafstand (S/N) > 85 dB (Line) Overspraak > 77 dB (Line) Vervorming (THD) < 0,05 % Frequentiegang 20 Hz - 20 kHz Gain-regelbereik -20 dB - +9 dB
STROOMVERZORGING
Netspanning USA/Canada 120 V ~ , 60 Hz, zekering T 500 mA H
U.K./Australia 240 V ~ , 50 Hz, zekering T 315 mA H Europe 230 V ~ , 50 Hz, zekering T 315 mA H
AFMETINGEN/GEWICHT
Afmetingen (H * B * D) ca. 3 1/2" (88 mm) * 9 1/2" (241 mm) * 13 1/10" (332 mm) Gewicht ca. 3,5 kg
De Fa. BEHRINGER streeft altijd naar de hoogste kwaliteitsstandaard en voert eventuele verbeteringen zonder voorafgaande aankondiging door. De technische gegevens en uiterlijke kenmerken kunnen daarom van de genoemde specificaties of van de afbeeldingen van het apparaat afwijken.
8
4. TECHNISCHE GEGEVENS
Loading...