Behringer VMX1000 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
Version 1.0 August 2003
NEDERLANDS
PRO MIXER VMX1000
PRO MIXER VMX1000
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOOR­SCHRIFTEN
LET OP: Verwijder in geen geval de bovenste afdekking (van
het achterste gedeelte) anders bestaat er gevaar voor een elektrische schok. Het apparaat bevat geen te onderhouden onderdelen; reparaties dienen door bevoegde personen uitgevoerd te worden.
WAARSCHUWING:
Om gevaar voor brand of elektrische schok te vermijden, dient u dit apparaat niet aan regen en vocht bloot te stellen.
Dit symbool wijst u er altijd op dat er niet-geïsoleerde gevaarlijke spanning binnen de behuizing aanwezig is  deze spanning is voldoende om gevaar voor elektrische schok op te leveren.
DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OP EEN RIJ:
1) Lees deze voorschriften.
2) Bewaar deze voorschriften.
3) Neem alle waarschuwingen in acht.
4) Volg alle voorschriften op.
5) Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6) Reinig het uitsluitend met een droge doek.
7) Let erop geen van de ventilatie-openingen te bedekken. Plaats en installeer het volgens de voor­schriften van de fabrikant.
8) Het apparaat mag niet worden geplaatst in de buurt van radiatoren, warmte-uitlaten, kachels of andere zaken (ook versterkers) die warmte afgeven.
9) Maak de veiligheid waarin door de polarisatie- of aardingsstekker wordt voorzien, niet ongedaan. Een polarisatiestekker heeft twee bladen, waarvan er een breder is dan het andere. Een aardingsstekker heeft twee bladen en een derde uitsteeksel voor de aarding. Het bredere blad of het derde uitsteeksel zijn er voor uw veiligheid. Mocht de geleverde stekker niet in uw stopcontact passen, laat het contact dan door een elektricien vervangen.
Dit symbool wijst u altijd op belangrijke bedienings­en onderhoudsvoorschriften in de bijbehorende documenten. Wij vragen u dringend de handleiding te lezen.
Deze handleiding is auteursrechterlijk beschermd. Elke
vermenigvuldiging, resp. nadruk, ook gedeeltelijk, en elke weergave van
afbeeldingen, ook in gewijzigde vorm, is alleen toegestaan met schriftelijke toestemming van de firma BEHRINGER Spezielle
Studiotechnik GmbH. BEHRINGER is een geregistreerd handelsmerk.
© 2003 BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH.
BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH,
Hanns-Martin-Schleyer-Str. 36-38,
47877 Willich-Münchheide II, Duitsland
Tel. +49 2154 9206 0, Fax +49 2154 9206 4903
10) Zorg ervoor dat er niet over de hoofdstroomleiding gelopen kan worden en dat het niet wordt samen­geknepen, vooral bij stekkers, verlengkabels en het punt waar ze het apparaat verlaten.
11) Gebruik uitsluitend door de producent gespeci­ficeerd toebehoren c.q. onderdelen.
12) Gebruik het apparaat uitsluitend in combinatie met de wagen, het statief, de driepoot, de beugel of tafel die door de producent is aangegeven, of die in combinatie met het apparaat wordt verkocht. Bij gebruik van een wagen dient men voorzichtig te zijn bij het verrijden van de combinatie wagen/apparaat en letsel door vallen te voorkomen.
13) Bij onweer en als u het apparaat langere tijd niet gebruikt, haalt u de stekker uit het stopcontact.
14) Laat alle voorkomende reparaties door vakkundig en bevoegd personeel uitvoeren. Reparatiewerkzaamheden zijn nodig als het toestel op enige wijze beschadigd is geraakt, bijvoorbeeld als de hoofdstroomkabel of ­stekker is beschadigd, als er vloeistof of voorwerpen in terecht zijn gekomen, als het aan regen of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal functioneert of wanneer het is gevallen.
2
PRO MIXER VMX1000
1. INLEIDING
Met de BEHRINGER PRO MIXER VMX1000 bezit u een DJ­mengpaneel dat door de talrijke functies, zoals Beat Counter, Insertroute of de extra Subwoofer-uitgang een geheel nieuwe en bijzonder creatieve manier van werken mogelijk maakt. De VMX1000 is een professioneel toepasbaar DJ-mengpaneel, dat echt heel eenvoudig te bedienen is en dat uw creativiteit ondersteunt. De PRO MIXER is door de zeer actuele functies en technologieën optimaal geschikt voor het gebruik met Dance Club­of professionele DJ-installaties.
+ De volgende handleiding laat u als eerste met de
bedieningselementen van het apparaat kennis ma­ken, zodat u alle functies leert kennen. Bewaart u de handleiding na lezing alstublieft zorgvuldig, zodat u deze altijd bij de hand heeft, wanneer u nog eens iets wilt overlezen.
1.1 Voordat u begint
1.1.1 Levering
Teneinde een veilig transport te waarborgen, is de PRO MIXER in de fabriek zorgvuldig ingepakt. Mocht de doos desondanks beschadigingen vertonen, kijkt u dan direct of de buitenkant van het apparaat zelf beschadigd is geraakt.
+ Stuurt u het apparaat bij eventuele beschadigingen
NIET aan ons terug, maar neemt u dringend eerst contact op met uw dealer en het transportbedrijf, aangezien elke aanspraak op vergoeding anders teniet kan worden gedaan.
1.1.3 Garantie
Neemt u alstublieft even de tijd om de volledig ingevulde garantiekaart binnen 14 dagen na aankoop aan ons terug te sturen, aangezien u anders de uitgebreide garantie verliest. U kunt zich desgewenst ook online via onze internet-site (www.behringer.com) bij ons laten registreren.
1.2 Het handboek
Aan de hand van de meegeleverde, genummerde illustraties zijn alle bedieningselementen gemakkelijk te vinden. Mocht u meer uitvoerige uitleg bij bepaalde onderwerpen wensen, bezoekt u dan onze website www.behringer.com.
1.1.2 Installatie
Zorgt u alstublieft voor voldoende luchttoevoer en zet de PRO MIXER niet op een eindtrap of in de buurt van een verwarming neer, om oververhitting van het apparaat te voorkomen.
Gebruik voor de montage in een Rack M6 machineschroeven en moeren.
+ Voordat u het apparaat op het stroomnet aansluit,
dient u eerst zorgvuldig na te gaan of uw apparaat op de juiste voedingsspanning is ingesteld:
De zekeringhouder aan de bus voor de netaansluiting heeft 3 driehoekige markeringen. Twee van deze driehoeken staan recht tegenover elkaar. Uw apparaat is op de naast deze markeringen staande bedrijfsspanning ingesteld en kan worden omgeschakeld door de zekeringhouder 180° te draaien. LET OP: Dit geldt niet
voor exportmodellen, die bijv. alleen voor een netspanning van 120 V zijn ontworpen!
+ Wanneer het apparaat op een andere netspanning
wordt ingesteld, dient er een andere zekering te worden geplaatst. De specificaties vindt u in het hoofdstuk TECHNISCHE GEGEVENS.
+ Defecte zekeringen dienen absoluut door
zekeringen van de juiste waarde te worden vervangen! De specificaties vindt u in het hoofdstuk TECHNISCHE GEGEVENS.
Het apparaat wordt met behulp van het meegeleverde netkabel met apparaatbus op het net aangesloten. Deze voldoet aan de nodige veiligheidseisen.
+ Let u er alstublieft op, dat alle apparaten geaard
dienen te zijn. Voor uw eigen veiligheid dient u in geen geval de aarding van de apparaten c.q. de netkabel te verwijderen of onklaar te maken.
LET OP!
+ Wij moeten u erop wijzen, dat hoge geluidsvolumes
het gehoor en/of uw koptelefoon kunnen bescha­digen. Draait u alstublieft de betreffende volume­regelaars van de uitgangen geheel naar links, voordat u het apparaat aanzet. Let altijd op een passend geluidsvolume.
1. INLEIDING
3
PRO MIXER VMX1000
2. BEDIENINGSELEMENTEN
2.1 Microfoonkanalen
Dit zijn de symmetrische XLR-aansluitingen voor dyna­mische microfoons.
Met de 3-bands microfoon-equalizer (HIGH, MID en LOW) kunt u de klank van uw stem veranderen en optimaal aanpassen (+/-15 dB).
De AUX-regelaar bepaalt het volume van het MIC AUX Send­signaal, dat via de MIC AUX SEND-bus aan de achterkant wordt ingevoerd (zie ).
Met de VOL -regelaar bepaalt u het volume van het micro­foonsignaal.
De PRO MIXER beschikt over een Talkover-functie. Deze functie werkt in principe heel eenvoudig: Zodra er in de microfoon wordt gesproken terwijl er een Track loopt, wordt het volume ervan verlaagd. Deze functie is bijzonder handig, om de stem bij mededelingen naar voren te halen.
Met de TALK-toets wordt de Talkover-functie geactiveerd (bijbehorende LED licht op).
De SENS-regeling bepaalt de gevoeligheid van deze functie. Hoe lager de instelling, hoe harder het microfoonsignaal moet zijn, om het muzieksignaal te laten verlagen
Met de DPT-regeling bepaalt u, in welke mate het muziek­signaal wordt verlaagd.
Met de MIC ON-schakelaar activeert u het microfoon­kanaal. Als de bijbehorende LED oplicht, is deze actief.
2.2 Stereokanalen
Met de INPUT-toets selecteert u het ingangssignaal voor de stereokanalen. Phono is bedoeld voor het aansluiten van een platenspeler. Line c.q. CD moet voor alle andere signaalbronnen (bijv. CD- of MD-speler) worden gekozen. De kanalen 4 en 5 hebben in tegenstelling tot de eerste drie kanalen twee Line-ingangen. Door een speciale feature kunt u de ingangsgevoeligheid van de Phono-ingangen van de kanalen 1 to 3 aan de achterkant naar Line-niveau overschakelen, zodat de phono-aansluiting flexibel gebruikt kan worden (zie ).
+ Sluit in geen geval apparaten met Line-niveau aan
op de uiterst gevoelige Phono-ingangen! Het uitgangsniveau van Phono-geluidsaftastsystemen ligt in het millivoltbereik, terwijl CD-spelers en Tape Decks niveaus van hele Volts leveren. Dat wil dus zeggen, dat het niveau van Line-signalen tot wel 100 keer hoger ligt dan dat voor Phono-ingangen. Als u een Phono-ingang gebruikt, die naar Line­niveau omgeschakeld kan worden (zie ), let er dan bij het aansluiten van een Line-signaal heel goed op, of de PHONO/LINE-schakelaar op de juiste stand staat (schakelaar ingedrukt!).
Met de TRIM-regelaar wordt het ingangsniveau afgeregeld. Het actuele niveau kunt u op LED-balk aflezen.
Elk ingangskanaal heeft een 3-bands-equalizer (HIGH, MID en LOW) met kill-karakteristiek. Zodoende kan het signaal veel verder worden verlaagd (-32 dB) dan verhoogd (+12 dB). Deze functie is bijv. handig om een bepaald frequentiebereik uit een muziekstuk stil te zetten.
+ Het totaalvolume is ook van de EQ-instelling
afhankelijk. Voordat u de niveaus met de TRIM­regelaar afregelt, is het daarom van belang eerst de equalizer in te stellen.
Door middel van de EQ BYPASS-toets kan de 3-bands equalizer gedeactiveerd worden. Zo kunt u eenvoudig tussen het bewerkte en het onbewerkte signaal vergelijken of ook door het wisselen tussen extreme EQ-instellingen en onbewerkt signaal indrukwekkende effecten bereiken.
Van de 4-delige LEVEL-meter wordt het niveau van de ingangssignalen afgelezen (post EQ).
Met de 60-mm-kanaal-Fader stelt u het kanaalvolume in.
Door middel van de PFL-toets wordt het signaal van het overeenkomstige ingangskanaal naar de koptelefoon gestuurd om het vooraf te kunnen beluisteren (bijbehorende LED licht op). Het is ook mogelijk, meerdere kanalen te selecteren en deze tegelijk te beluisteren (zie ook par. 2.4 HEADPHONES-gedeelte).
2.3 MAIN OUT-gedeelte
De VOL 1-regelaar dient voor het instellen van het uitgangsvolume bij de MAIN 1-uitgang (zie ).
De VOL 2-regelaar dient voor het instellen van het uitgangsvolume bij de MAIN 2-uitgang (zie ).
Om het stereobeeld in te stellen, heeft de MAIN 1-uitgang een BAL 1-regelaar.
Op de LEVEL METER kunt u het volumeniveau van het MAIN 1-uitgangssignaal aflezen.
Met de POWER-schakelaar zet u de PRO MIXER aan. Deze dient in de positie uit te staan, wanneer u het apparaat op het stroomnet aansluit.
+ Let alstublieft op het volgende: De POWER-
schakelaar schakelt de stroomvoorziening bij het uitzetten niet volledig uit. Trek daarom de kabel uit het stopcontact wanneer u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt.
+ Schakel de eindtrappen altijd als laatste in, om het
optreden van inschakelpieken tegen te gaan, die uw luidsprekers nl. gemakkelijk kunnen beschadi­gen. Let er voor het inschakelen van de eindtrappen op, dat er geen signaal bij de PRO MIXER binnenkomt, anders kunnen uw oren plotselinge, pijnlijke verrassingen te verwerken krijgen. Het beste is, om eerst alle faders naar beneden te halen, c.q. alle draaiknoppen op nul te zetten.
2.4 HEADPHONES-gedeelte
Het PFL-signaal is uw koptelefoonsignaal, waarmee u de muziek vantevoren kunt beluisteren zonder het MAIN-signaal te veranderen (PFL = Pre Fader Listening).
Dit is de asymmetrische PHONES-klinkeruitgang voor uw koptelefoon. De koptelefoon moet een minimale impedantie van 32 Ohm hebben. Hiervoor is bijv. onze BEHRINGER HPX2000-serie geschikt.
Staat de MODE-schakelaar in de stand Split, dan ligt het voorluistersignaal van de kanalen in het stereobeeld aan de linker en het MAIN -signaal aan de rechter kant. De MIX­regeling (zie ) heeft in dit geval geen functie. In de STEREO-modus kunt u met behulp van de MIX-regeling tussen het MAIN - en het voorluistersignaal overfaden.
Met de MIX-regelaar kunt u in de STEREO-modus bepalen, welk signaal u via de koptelefoon wilt afluisteren. Is de regelaar helemaal naar links gedraaid (PFL) dan hoort u uitsluitend het koptelefoonsignaal dat u eerder met de PFL­toetsen van de ingangssignalen (zie ) heeft geselec­teerd. Als de regelknop helemaal naar rechts gedraaid is (MAIN), hoort u alleen het MAIN-uitgangssignaal. In de tussenliggende standen wordt er een volumeverhouding tussen de twee signalen ingesteld. Staat de MODE­schakelaar in de stand SPLIT (zie ), dan heeft de (PFL) MIX-regelaar geen functie.
4
2. BEDIENINGSELEMENTEN
PRO MIXER VMX1000
De VOL-regeling bepaalt het volume van het koptelefoon­signaal.
2.5 XPQ 3D Surround-functie
De XPQ 3D Surround-functie is een ingebouwd effect, die uw muziek nog dat laatste beetje extra meegeeft en elk optreden tot een ware belevenis maakt. Door de verbreding van de stereo­basis lijkt het geluid levendiger en transparanter. Met de XPQ ON-schakelaar wordt het geactiveerd (de bijbehorende LED licht op) en met de XPQ-regelaar bepaalt u de intensiteit van het effect.
2.6 Effect-loop
Via de RET-regelaar bepaalt u het volume van het effect­signaal, dat bij de RETURN-ingang aan de achterkant (zie
) kan worden ingevoerd. Om een effectsignaal te krijgen, moet u de ingangen van een effectapparaat met de SEND-uitgangen (zie ) van de VMX1000 verbinden. De uitgangen van het effectapparaat worden dan op de RETURN-uitgangen van het mengpaneel aangesloten.
2.7 Het CROSSFADER-gedeelte
De VCA CONTROLLED CROSSFADER dient voor het overfaden tussen de geselecteerde kanalen (zie ). De CROSSFADER is een professionele 45-mm-fader.
Met de CF CURVE-regelaar kunt u het regelkarakter van de Crossfader traploos van een lineair naar een logaritmisch karakteristiek laten veranderen. In de lineaire karakteristiek verandert de Crossfader het geluid gelijkmatig over de gehele regelweg, in de logaritmische verschuift de volume­regeling naar de uiteinden van de regelweg.
Met de ASSIGN A- en B-draaischakelaars bepaalt u, welke ingangssignalen naar de CROSSFADER-kanten A en B gaan. Met ASSIGN A kunnen de kanalen 1 tot en met 4 geselecteerd worden, met ASSIGN B de kanalen 2 tot en met 5. Tussen deze twee signalen kunt u dan vervolgens met de CROSSFADER overfaden (zie ).
2.8 AUTO BPM COUNTER
De Auto BPM Counter van de PRO MIXER is bijzonder nuttig om soepele overgangen tussen twee tracks te realiseren. Hij is in staat de verschillende tempos van de lopende tracks in BPM (Beats Per Minute) te bepalen. De twee BPM Counter-gedeelten zijn identiek en geven elk de BPM-waarde van de twee aan de Crossfader toegewezen stereokanalen weer.
Het tempo van de binnenkomende tracks wordt in het desbetreffende DISPLAY weergegeven. Mochten er in een muziekstuk meerdere tempowisselingen voorkomen, dan zouden hierdoor steeds verschillende BPM-waarden worden weer­gegeven, hetgeen onnodig voor verwarring zorgt. Voor dit geval hebben de Beat Counter-gedeelten elk een eigen SYNC LOCK­toets , waarmee u tijdens een nummer het bereik van mogelijke tempowaarden kunt inperken. Dit is dan zinvol, als de Counter al een realistische waarde heeft bepaald. Hetzelfde kunt u hand-matig met de BEAT ASSIST-toetsen realiseren. Wanneer u deze ten minste drie keer in de maat van het nummer indrukt, verschijnt het betreffende tempo in het DISPLAY. De BEAT ASSIST- en SYNC LOCK-toetsen zijn elk voorzien van een LED.
Om de SYNC LOCK- of BEAT ASSIST-modus weer te verlaten, drukt u eenvoudig in beide kanalen nog eens op de SYNC LOCK­toets.
+ Komt er geen (of een te zacht) muzieksignaal
binnen, dan laat het Display van de Beat Counter horizontale strepen zien. Bij een aanwezig, maar niet te identificeren muzieksignaal zegt het Display 160 BPM en gaat dan terug naar de beginstand
(horizontale strepen), waarna de Beat Counter opnieuw een analyse probeert te maken. 160 BPM is dan ook geen echte waarde, maar slechts een foutmelding bij een analyseerbaar muzieksignaal.
2.9 Aansluitingen
Dit zijn de LINE- c.q. CD-ingangen voor het aansluiten van een Tape Deck, CD-, MD-speler etc. Kanalen 4 en 5 hebben in tegenstelling tot de andere kanalen twee Line-ingangen.
De PHONO-ingangen voor kanaal 1 en 3 zijn bedoeld om platenspelers op aan te sluiten. Ze kunnen allemaal naar Line-niveau worden omgeschakeld (zie ).
Met de PHONO/LINE-schakelaars kunt u de ingangs­gevoeligheid van de PHONO-ingangen van kanaal 1 tot 3 op Line-niveau omschakelen (schakelaar ingedrukt). Zo kunt u zelfs een Tape Deck of een CD-speler op de PHONO­ingangen aansluiten.
+ BELANGRIJK: Let er alstublieft goed op dat de PHONO/
LINE-schakelaar in de juiste stand staat, als u een Line-signaal op een Phono-ingang wilt aansluiten. De schakelaar moet in de ingedrukte stand (LINE) staan! Anders kan er door oversturing schade aan de Phono-ingang ontstaan.
Met behulp van de GND-aansluitingen worden de platen­spelers geaard.
Bij deze SEND-klinkerbus komt het MIC AUX Send-signaal binnen, dat met de AUX-regelaars van de microfoonkanalen wordt afgeregeld (zie ). Hier kan bijvoorbeeld de ingang van een extern galmapparaat worden aangesloten.
Via de RETURN L/R-klinkeraansluitingen kan een extern effectsignaal in stereo worden teruggevoerd. Mocht u een mono-effectsignaal aansluiten, dan dient u hiervoor de linker RETURN L-aansluiting te gebruiken. Het volume van het effectsignaal kan alleen bij de Output-regeling van het effectapparaat zelf worden ingesteld.
SERIENUMMER van de PRO MIXER. Neem alstublieft even de tijd en stuur ons de volledig ingevulde garantiekaart binnen 14 dagen na de aankoopdatum retour. Of u kunt zich eenvoudig online laten registreren bij www.behringer.com.
De symmetrische MAIN 1 XLR-uitgangen dienen voor de aansluiting op een versterker. Het volume kunt u met de VOL 1-regeling instellen (zie ).
Door middel van de MONO-toets wordt het stereo-MAIN 1-uitgangssignaal omgezet in een monosignaal. Dit is dan zinvol, als de PRO MIXER bijv. in grote ruimtes met ver uit elkaar staande luidsprekerboxen wordt gebruikt. Een stereo­signaalverdeling zou in dit geval eerder storend werken, omdat de luidsprekersignalen onderling verschillende informatie afgeven. Is de MONO-toets echter ingedrukt, dan wordt via beide MAIN 1-uitgangen een identiek monosignaal uitgegeven. De BAL 1-regeling (zie ) heeft in dit geval geen functie.
Op de SUBWOOFER-uitgang kunt u een extra eindtrap aansluiten om een passieve Subwoofer-luidspreker te bedienen. Mocht u een actieve Subwoofer-luidspreker gebruiken, kunt u deze direct op deze uitgang aansluiten. Op deze manier krijgt u in de studio of de Dance-Club extra Bass-Power.
Met de LEVEL-regelaar bepaalt u het volume van het SUBWOOFER-uitgangssignaal.
Met de X/O-regelaar stelt u de bovenste grensfrequentie van het SUBWOOFER-signaal in (instelbaar van 30 tot 200 Hz). De daaronderliggende frequentiebereiken worden weergegeven.
2. BEDIENINGSELEMENTEN
5
PRO MIXER VMX1000
De MAIN 2-uitgang biedt een extra mogelijkheid om een versterker aan te sluiten, bijvoorbeeld om de monitorboxen te voeden of om een tweede zone of zaal van geluid te voorzien. Deze uitgang wordt met de VOL 2-regeling (zie
) van het MAIN OUT-gedeelte ingesteld.
Via de TAPE-uitgang kunt u uw muziek opnemen, door bijv. een Tape Deck, DAT-recorder o.i.d. aan te sluiten. Het uitgangsvolume ligt hier vast, zodat u het ingangsniveau bij het opname-apparaat moet instellen.
De PRO MIXER beschikt over een effectroute voor een extern effectapparaat/Sampler. Via de SEND-uitspeelroute wordt het signaal van het PFL-gedeelte afgetakt en naar het externe apparaat gestuurd. Het bij de SEND-bus binnenkomende signaal is zodoende identiek met het koptelefoonsignaal Verbind deze uitgang met de ingangen van uw effectapparaat.
Via de RETURN-retourroute wordt het extern bewerkte signaal aan het MAIN OUT -gedeelte (uitgangssignaal) toegevoegd. Het volume van het effectsignaal wordt met de RET-regeling ingesteld (zie ). Verbind deze ingang met de uitgangen van uw effectapparaat.
Dit is de aansluiting voor de netkabel. Hier komt het nut van het uitgebreide interne voeding duidelijk naar voren: het impulsgedrag van elke versterkerschakeling wordt vooral door de beschikbare stroomreserves bepaalt. Elk meng­paneel is voorzien van een heel aantal operationele versterkers (Op-Amps) voor de signaalverwerking van Line-niveau-signalen. Vanwege de beperkte capaciteit van hun voedingen hebben veel mengpanelen onder hoge belasting last van stress. Alleen uw PRO MIXER niet: De klank blijft altijd helder en transparant.
Voordat u het apparaat met het stroomnet verbindt, dient u eerst te controleren of het aangegeven voltage over­eenkomt met de netspanning ter plaatse. Vervangt u een zekering, neemt u dan altijd hetzelfde type. Bij sommige apparaten kan de zekeringhouder in twee verschillende posities worden ingezet, om zo tussen 230 V en 120 V om te schakelen. Let op: Bij gebruik van het apparaat bij 120 V buiten Europa, dienen er zekeringen met hogere waarden te worden geplaatst.
3. INSTALLATIE
3.1 Audioverbindingen
Voor de verschillende toepassingen heeft u een grote hoeveelheid verschillende kabels nodig. De volgende afbeel­dingen geven aan, hoe deze kabels eruit moeten zien. Gebruikt u alstublieft altijd kabels van goede kwaliteit.
+ Zorgt u er alstublieft voor, dat het apparaat
uitsluitend door ter zake kundige personen aangesloten en bediend wordt. Tijdens en na het aansluiten dient men altijd op voldoende aarding van de persoon / personen die met het apparaat bezig is / zijn te letten, elektrostatische ontladingen e.d. kunnen de bedrijfseigenschappen anders nadelig beïnvloeden.
Afb. 3.1: XLR-verbindingen
+ Om de stroomtoevoer uit te schakelen haalt u de
netstekker uit het stopcontact. Let erop dat de netstekker goed toegankelijk is wanneer u het apparaat in gebruik neemt. Wanneer het apparaat in een Rack wordt gemonteerd, zorgt u er dan voor, dat de verbinding met het stroomnet te allen tijde eenvoudig door middel van een stekker of een meerpolige netschakelaar aan de achterkant kan worden verbroken.
Afb. 3.2: 6,3-mm-monoklinkerstekker
Afb. 3.3: 6,3-mm-stereoklinkerstekker
6
3. INSTALLATIE
Afb. 3.4: Koptelefoon-stereoklinkerstekker
Afb. 3.5: Cinch-kabel
PRO MIXER VMX1000
4. TECHNISCHE GEGEVENS
AUDIOINGANGEN
Mic In 40 dB Gain, XLR, electr. gesymmetreerd Phono In 40 dB gain, asymmetrische ingang Line In -17 tot +4 dB Gain, asymmetrische
Ingangen Return 0 dB Gain, asymmetrische Mic Aux Return 3 dB Gain, asymmetrische
AUDIO-UITGANGEN
Main Out max. 25 dBu @ 1 kHz, XLR elektr.
gesymmetreerd Main 2 Out max. 21 dBu @ 1 kHz, asymmetrisch Tape Out typ. 0 dBu Send typ. 0 dBu Mic Aux Send -oo tot +6 dB Phones Out Max.180 mW @ 75
SUBWOOFER
Subwoofer Out XLR, elektr. gesymmetreerd X-Over Variabel 30 Hz - 200 Hz Level -oo tot 0 dBu @ 0 dB Input
EQUALIZER
Stereo Low +12 dB/-32 dB @ 50 Hz Stereo Mid +12 dB/-32 dB @ 1,2 kHz Stereo High +12 dB/-32 dB @ 10 kHz Mic Low +15 dB/-15 dB @ 80 Hz Mic Mid +15 dB/-15 dB @ 2,5 kHz Mic High +15 dB/-15 dB @ 12 kHz
ALGEMEEN
Ruisafstand (S/N) > 80 dB (Line) Overspraak < -70 dB (Line) Vervorming (THD) < 0.05% Frequentiekarakteristiek 10 Hz -65 kHz, +0/-3 dB
STROOMVOORZIENING
Netspanning USA/Canada
Netbelasting 22 Watt Zekering 100 -120 V~: T 500 mA H
Aansluiting op het net Standaard-apparaataansluiting
AFMETINGEN/GEWICHT
Afmetingen (H X B X D) 107 mm (4,2") x 483 mm (19")
Gewicht 3,6 kg
120 V~, 60 Hz
Europa/U.K./Australië
230 V~, 50 Hz
Japan
100 V~, 50 - 60 Hz
Algemeen exportmodel
120/230 V~, 50 - 60 Hz
200 - 240 V~: T 250 mA H
x 223 mm (8,75")
De Fa. BEHRINGER streeft altijd naar de hoogste kwaliteit en voert eventuele verbeteringen zonder voorafgaande aankondiging door. Technische gegevens en uiterlijke kenmerken kunnen daarom van de genoemde specificaties of van de afbeeldingen van het product afwijken.
4. TECHNISCHE GEGEVENS
7
Loading...