Behringer MX2642A User Manual [nl]

Korte handleiding
Versie 1.0 Juni 2000
NEDERLANDS
MX2642A
®
EURORACK
www.behringer.com
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
CAUTION: Om de kans op elektrische schokken te verminderen
wordt het afgeraden om zelf het omhulsel (of achterkant) te verwijderen. Er bevinden zich daar binnen geen bruikbare onderdelen: voor onderhoud wendt u zich tot het daarvoor bevoegde personeel.
WARNING: Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vochtigheid
om de kans op brand of elektrische schokken te voorkomen.
Dit symbool, dient ter waarschuwing voor de aan-wezigheid van onafgedekte hoge Voltage dat voldoende kan zijn om een kans op schokken te vormen.
Dit symbool, dient ter waarschuwing voor belangrijke bedienings- en ondenhoudsinstructies in de bijbehorende literatuur. Lees de handleiding.
GEDETAILLEERDE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES:
Voor het bedienen van het apparaat, dienen alle veiligheids en bedieningsinstructies te worden gelezen.
Instructies Voor Het Bewaren:
Alle veiligheids en bedieningsinstructies moeten zorgvuldig worden bewaard voor latere raadplegingen.
Waarschuwing Voor Oplettendheid:
Alle waarschuwingen op het apparaat dienen in acht te worden genomen.
Op te Volgen Instructies:
Alle bedienings en gebruikersinstructies moeten worden opgevolgd.
Water en Vochtigheid:
Het apparaat mag niet gebruikt worden in de buurt van water (dwz. In de buurt van een bad, wasbak, keuken aanrecht, wasmachine, in een vochtige kelder of in de buurt van een zwembad.).
Ventilatie:
Het apparaat moet u zo plaatsen, dat de plaats of positie niet storend is voor een juiste ventilatie. Bijvoorbeeld: het apparaat mag niet geplaatst worden op een bed, een bank of dergelijke oppervlakten, die de ventilatie­openingen zouden kunnen afsluiten. Het mag ook niet worden geplaatst in inbouw-installaties, zoals een boekenkast of een afgesloten kast waardoor de luchttoevoer in de ventilatie-openingen wordt belemmert.
Hitte:
Het apparaat moet ver weg geplaatst worden van warmtebronnen zoals radiatoren, thermometers, kachels en andere apparaten (zoals versterkers), die warmte produceren.
Energiebron:
Het apparaat mag alleen worden aangesloten op de stroomvoorziening van het type dat wordt beschreven in de bedieningsinstructies of zoals aangegeven op het apparaat zelf.
Randaarding en Polarisatie:
Er dienen voorzorgsmaatregelen te worden genomen, zodat de middelen voor randaarding of polarisatie van een apparaat niet gebrekkig zijn.
Bescherming van de Electriciteitsdraden:
De electriciteitsdraden dienen te worden vastgelegd, om te voorkomen dat er niet op wordt getrapt of dat ze worden gebroken door voorwerpen die erop of tegenaan zijn geplaatst. Speciale attentie dient er worden gegeven aan kabels en stekkers, meervoudige stekkerdozen en het punt van waar ze uit het apparaat komen.
Schoonmaken:
Het apparaat mag alleen volgens aanwijzingen van de fabrikant worden schoongemaakt.
Periodes van niet in gebruik zijn:
De electriciteitsdraad van het apparaat moet uit het stopcontact worden getrokken, indien het apparaat voor langere tijd ongebruikt blijft.
Infiltratie van voorwerpen en vloeistoffen:
Men dient ervoor te zorgen dat er geen voorwerpen vallen of vloeistoffen worden gemorst via de openingen. Dit kan de binnenkant van het apparaat ernstig beschadigen.
Schade die Service Vereist:
Het apparaat moet uitsluitend door professionele servicemensen behandeld worden, wanneer:
- de elektriciteitsdraad of de stekker zijn beschadigd; of
- voorwerpen in het apparaat zijn gevallen, of vloeistoffen erin zijn gemorst; of
- het apparaat in aanraking is gekomen met regen; of
-
het apparaat niet werkt zoals het hoort, of het vertoont een aanmerkelijke verandering in de verrichtingen; of
- het apparaat is gevallen, of het omhulsel is beschadigd.
Controlebeurt:
De gebruiker moet niet meer aan het onderhoud doen, dan is voorgeschreven in de bedieningsinstructies. Al het andere onderhoud moet worden overgelaten aan professionele servicemensen.
Deze handleiding is auteursrechterlijk beschermd. Elke vermenigvuldiging, resp. nadruk, ook gedeeltelijk, en elke weergave van afbeeldingen, ook in gewijzigde vorm, is alleen toegestaan met schriftelijke toestemming van de firma BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH. BEHRINGER en EURORACK zijn geregistreerde handelsmerken.
BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH, Hanns-Martin-Schleyer-Str. 36-38, 47877 Willich-Münchheide II, Duitsland. Tel. +49 (0) 21 54 / 92 06-0, Fax +49 (0) 21 54 / 92 06-30
© 2000 BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH.
EURORACK MX2642A
1. DE HANDLEIDING
Hartelijk dank dat u heeft gekozen voor de EURORACK MX2642A.
+ In deze handleiding maken we u vertrouwd met een aantal specialistische begrippen, zodat u
alle facetten van het apparaat kunt leren kennen. Wanneer u deze handleiding heeft doorgenomen, is het verstandig om deze te bewaren zodat u hem later, indien nodig, nog eens kunt nalezen.
1.1 Voordat u begint
1.1.1 Levering
De EURORACK werd in de fabriek zorgvuldig verpakt om een veilig transport te garanderen. Vertoont de verpakking desondanks beschadigingen, controleer het apparaat dan onmiddellijk op zichtbare schade.
+ Stuur het apparaat bij eventuele beschadigingen NIET aan ons terug, maar informeer beslist
eerst de handelaar en de transportonderneming, omdat anders elke aanspraak op schadevergoeding kan vervallen.
1.1.2 Inbedrijfstelling
+ Zorg er steeds voor dat de installatie en de bediening van het apparaat uitsluitend door
vakbekwaam personeel wordt uitgevoerd. Tijdens en na de installatie moet het bedienend personeel steeds letten op een afdoende aarding, omdat anders de werking en andere eigenschappen door elektrostatische ontlading nadelig kan worden beïnvloedt.
+ Zorg voor voldoende ventilatie voor zowel de EURORACK als voor het voedingsapparaat en
plaats het toestel niet te dicht bij een uitgangstrap of dergelijke, om oververhitting te vermijden.
+ Neem a.u.b. in acht, dat het voedingsapparaat en het mengpaneel beide tijdens het in bedrijf
zijn zeer warm worden. Dat is volkomen normaal.
1.1.3 Voedingsapparaat
Het EURORACK-voedingsapparaat wordt aan de achterkant van het mengpaneel met een meerpolige insteekverbinding aangesloten.
Verbind eerst het voedingsapparaat met de daarvoor bestemde PSU (Power Supply Unit)-aansluiting op de achterkant van uw EURORACK en sluit het dan pas op het net aan.
+ Controleer a.u.b. voordat u het voedingsapparaat van uw EURORACK met het stroomnet
verbindt zorgvuldig, of de ter beschikking staande voedingsspanning met de indicaties op de bovenkant van uw voedingsapparaat overeenstemt!
+ Sluit nooit de EURORACK aan het voedingsapparaat aan, wanneer het apparaat al op het net
aangesloten is! Verbindt veeleer eerst het mengpaneel met het voedingsapparaat en breng daarna pas de netverbinding tot stand.
+ Zorg er altijd voor dat alle apparaten geaard zijn. Verwijder voor uw eigen veiligheid nooit de
aarding van de apparatuur en knoei niet met het aansluitsnoer.
1. DE HANDLEIDING
3
EURORACK MX2642A
1.1.4 Garantie
Neem a.u.b. de tijd en stuur ons de garantiekaart van de vakhandelaar, volledig ingevuld, binnen 14 dagen na datum van aankoop toe, omdat u anders uw uitgebreide aanspraak op garantie verliest. Alternatief is ook een online-registratie op onze internet-pagina (www.behringer.com) mogelijk.
1.2 Gebruikte afkortingen
De afbeeldingen van de bedieningselementen, het contactvlak en de achterkant van uw EURORACK vindt u op een aanvullend blad. Het wordt aangeraden, dit blad bij het bestuderen van het handboek als oriëntering te gebruiken. Alle elementen van de EURORACK zijn doorlopend genummerd, zowel in de tekst alsook in de afbeeldingen.
2. BEDIENINGSELEMENTEN
2.1 Mono-ingangskanalen 1 tot 8
2.1.1 Aansluitingen en GAIN-regelaar
Elk monokanaal biedt u al naar de toepassling een symmetrische lijn-ingang via de 6,3 mm-stekkerbus of een symmetrische microfooningang via de XLR-bus .
Elk mono-ingangskanaal beschikt over inserts, die voor de fader (pre-fader), de equalizer en de aux sends liggen. Zend- en terugweg liggen op een enkele 6,3-mm-stereo-stekkerbus . Inslijpuitgangen worden gebruikt, om externe volumeprocessors, equalizer of dergelijke toestellen aan te sluiten. De signaalweg binnen het kanaal wordt aan de insert-bus opgesplitst, het signaal via de punt van de stekker naar buiten geleid en na de verwerking door het externe toestel weer via de ring van de busstekker in de kanaalgang teruggestuurd (insert). De splitsing is alleen dan werkzaam, als een stekker in de gepaste insert-bus zit.
Elk monokanaal van de EURORACK is van een 6,3-mm-stekkerbus als directe uitgang voorzien. Deze uitgang wordt direct na de fader opgevangen (d.w.z. post-EQ en na de aux-send-wegen). Zo kan het signaal direct naar een spoor van een opnamemedium worden gestuurd.
De voor de condensatormicrofonen vereiste +48 V fantoomvoeding wordt via de FANTOOM-schakelaar aan de voorkant van de EURORACK voor alle mono-ingangskanalen geactiveerd.
+ Zet uw weergave-systeem op stom, voordat u de fantoomvoeding activeert. Anders hoort u
een inschakelruis door u luidsprekers.
De GAIN-regelaar voor de microfoon-ingangsversterking heeft een regelbereik van 10 tot 60 dB. Bij toepassing van de 6,3-mm-stekkerbus wordt de ingangsversterking op het bereik tussen +10 en -50 dB aangepast. De meest gebruikelijke werkniveaus -10 dBV en +4 dBu zijn op de schaalkrans geaccentueerd.
2.1.2 Equalizer en Lo Cut-filter
Elk mono-ingangskanaal beschikt over een drieband klankregeling en een Lo Cut-filter (hoog passfilter). De drie banden maken telkens een maximale stijging resp. daling van +/-15 dB mogelijk. Staan de regelaars in de middenstand, zijn de equalizers neutraal, d. w.z. niet actief. De grensfrequentie van de bovenste (HI-regelaar
) en de onderste (LO-regelaar ) ligt bij de 12 kHz en 80 Hz. Voor het middenbereik (MID-regelaar ) biedt de EURORACK een semi-parametische klankregeling met een vaste filterkwaliteit van een octaaf, die met de FREQ-regelaar kan worden afgestemd van 100 Hz tot 8 kHz. De Lo Cut-filter wordt door een LO CUT-schakelaar geactiveerd en staat toe dat diepfrequente storingen onder de 75 Hz verwijderd kunnen worden: het heeft een flanksteilheid van 18 dB per octaaf.
4
2. BEDIENINGSELEMENTEN
EURORACK MX2642A
2.1.3 Aux send-sectie
De EURORACK beschikt over zes aux-kanalen, die als effect-weergavekanalen dienen of voor de monitormenging toegepast kunnen worden. Alle aux-kanalen zijn mono en worden na de EQ opgevangen. Het weergaveniveau voor de aux-kanalen stelt u individueel via de vier potentiometers van max. +15 dB. De auxkanalen 1 en 2 kunnen met de PRE-schakelaar van post- (na de fader) op pre­fader (voor de fader) worden omgeschakeld, terwijl de aux-kanalen 3 tot 6 post-fader opgevangen worden. De post-opvang is goed geschikt voor de toepassing als effectkanaal, de pre-opvang daarentegen voor monitormengingen. De SHIFT-schakelaar legt het tweede potentiometer-paar naar keuze op de auxkanalen 3/4 of 5/6.
2.1.4 Fader-sectie
in. Elke aux send biedt een versterking
Met de PAN-regelaar oneven subgroepen vastgelegd.
Al naar de stand van de CHANNEL MODE-schakelaar in de solo-sectie kunt u het kanaalsignaal met behulp van de PFL/SOLO-schakelaar of op de mono-PFL-solo-verzamelrail sturen (CHANNEL MODE niet ingedrukt, PFL-solofunctie) of via de na de fader en panorama liggende stereo-solo-verzamelrail beluisteren (CHANNELMODE ingedrukt, solo in place-solofunctie). In beide gevallen wordt het niveau van het signaal via de volume-aanwijzer in de main mix-sectie aangegeven. Bij ingedrukte PFL/SOLO-schakelaar is de bijbehorende LED verlicht.
wordt de positie van het kanaalsignaal binnen het stereoveld of de indeling in even of
+ Voor de fundamentele niveau-instelling via de GAIN-regelaar moet de PFL-solofunctie worden
gebruikt en niet de solo in place-solofunctie.
+ Anders dan bij de solo in place-solofunctie wordt bij de PFL-solofunctie het signaal bij de
main mix-uitgangen niet beïnvloed. Hetzelfde geldt voor de aux-kanalen en subgroepen.
De MUTE-schakelaar schakelt het overeenkomstige kanaal voor de main mix resp. de subgroepen en de solo in place-verzamelrail stom. Bij ingedrukte MUTE-schakelaar is het bijbehorende LED verlicht. Let op dat de voor de fader opgevangen aux-kanalen door de geactiveerde MUTE-schakelaar niet worden beïnvloed.
Met routing wordt de keuze van de bus aangeduid, waarop een bepaald kanaal wordt geleid. De EURORACK biedt drie stereo-bussen en een stereo-solo-bus. De main mix bus wordt door de MAIN MIX-schakelaar geactiveerd en de subgroepen door de ROUTING-schakelaar 1-2 en 3-4 .
Het niveau op de main mix-bus resp. de subgroep-bussen wordt uiteindelijk door de kanaal-fader bepaald.
2.2 Stereo-ingangskanalen 9/10 tot 15/16
Het stereo-ingangskanaal beschikt bijna over dezelfde bedieningselementen als het mono-ingangskanaal. Uitzonderingen vormen de aansluitingen, de equalizer en de BALANCE-regelaar. Ontleen de beschrijving van de andere bedieningselementen uit het hoofdstuk 2.1 Mono-ingangskanalen 1 tot 8.
2.2.1 Aansluitingen
Elk stereokanaal beschikt over twee lineniveau-ingangen op 6,3-mm-busbasis voor het rechter en het linker kanaal. Wanneer uitsluitend de linker ingangsbus wordt gebruikt, werkt het kanaal in mono.
De ingangsgevoeligheid van de stereokanlalen kan in een bereik van +/-20 dB door de GAIN-regelaar in het stereo-ingangskanaal worden geregeld.
2.2.2 Equalizer
De stereo-ingangskanalen beschikken over een 4-bands-equalizer. De banden HI en LO gedragen zich net als in de mono-ingangskanalen. Door de HI MID-regelaar bepaalt u de verhoging/verlaging van de bovenste middenband, die bij 3 kHz ligt. De LO MID-regelaar maakt een aanpassing mogelijk van de onderste middenband, waarvan de frequentie 500 Hz bedraagt.
2. BEDIENINGSELEMENTEN
5
EURORACK MX2642A
2.2.3 BALANCE-regelaar
Een ander verschil met betrekking tot de monokanalen bestaat in het vervangen van de PAN-regelaar door een BALANCE-regelaar
Zolang het stereokanaal mono gebruikt wordt, is dit verschil niet merkbaar. In de stereo modus bepaalt de BALANCE-regelaar het relatieve aandeel van het rechter en het linker ingangssignaal, voordat deze naar de subgroepen of de main mix verder worden geleid. Voorbeeld: Staat de BALANCE-regelaar op rechtsaanslag, wordt alleen het rechter signaalaandeel van het stereosignaal op de gekozen bussen verder geleid, het linker aandeel daarentegen verdwijnt geleidelijk.
.
2.3 Aux master-sectie
2.3.1 Aux sends
De aux-send-kanalen zijn als 6,3 mm-stekkerbussen van +4 dBu-niveaus voorzien. Aux send 1 en 2 zijn symmetrisch, aux 3 tot 6 asymmetrisch aanwezig. Elk aux send beschikt over een PFL-schakelaar , waarmee u kunt controleren, of de aux-send-bussen door de ingangskanalen correct worden aangestuurd.
2.3.2 Stereo inputs A tot D (aux returns / tape monitor returns)
Boven de aux send liggen de vier stereo inputs, A, B, C en D ( ), die ook als aux returns gebruikt kunnen worden. Bovendien kunnen zij uiteraard ook voor de terugvoer van de signalen van een machine met meerdere sporen worden gebruikt (tape monitor returns).
Zij kunnen ook als vier aanvullende mono- of stereo-line-ingangen beschouwd worden: als alleen de linker bus aangesloten wordt, zijn de stereo ingangen automatisch op mono ingesteld. De bedieningselementen van de stereo inputs A tot D zijn identiek. Het regelbereik van de ingangsversterking wordt door de LEVEL-regelaar
beïnvloed en reikt van minus oneindig tot +15 dB. De BALANCE-regelaar bepaalt de positie in het stereoveld. Elke stereo input is van een PFL-schakelaar voorzien.
De stereo inputs A tot D kunnen door de regelaar en op twee van de aux-send-bussen worden gerouted (aux 1 en 3 voor A en C, aux 2 en 4 voor B en D).
2.3.3 A & B / C & D routing
Elke ingang A & B en C & D kan met de schakelaar aan de main mix of via de schakelaar en aan de subgroepenparen 1 & 2 en 3 & 4 worden toegewezen. In de regel zult u deze ingangen aan de main mix willen toewijzen. De routing op de subgroepen kan echter nuttig zijn, als u het signaal wilt opnemen of een montage over de subgroepen wilt uitvoeren.
2.4 Monitor-Sectie
Dit is de beluistersectie van de EURORACK. Het CTRL room- en koptelefoonsignaal wordt door de volumeregelaar
ingesteld. Met deze regelaar bepaalt u dus ook het luistervolume voor uw monitorluidsprekers, waarmee u de uitgangstrap op de control room outputs kunt aansluiten. De main mix wordt trouwens na de somfader beluisterd, omdat u anders uw uitlichting niet zou kunnen controleren.
Zodra een van de SOLO-schakelaars op uw EURORACK wordt ingedrukt, kunt u bovendien de solo/PFL-bus beluisteren. Wanneer u de 2TK TO CTRL ROOM-schakelaar drukt, kan de 2-Track-ingang via de monitor­sectie beluisterd worden. De 2TK IN-ingang werkt in hoofdzaak als bandterugweg ter controle van het opgenomen stereosignaal. Via de 2TK RETURN LEVEL-regelaar bepaalt u het volume van het op de 2-track-ingang aangesloten signaal voor de CTRL room & phones-sectie.
2.5 Channel Mode-Sectie
De EURORACK biedt u twee verschillende solo-modi. De CHANNEL MODE-toets schakelt van mono­PFL naar de stereo-solo-bus.
6
2. BEDIENINGSELEMENTEN
EURORACK MX2642A
Solo In Place
Solo In Place is de bij voorkeur gebruikte functie, om enkele signalen of groepen van signalen te beluisteren. Zodra een SOLO-schakelaar ingedrukt is, worden alle niet gekozen kanalen in het beluisterkanaal stom geschakeld. De SOLO-functie biedt een echte SOLO IN PLACE, d.w.z. de gekozen signalen worden in het stereobeeld correct weergegeven. De opvang voor de solo-bus liggen achter de PANORAMA- resp. BALANCE­potentiometers, de aux sends, de stereo-line-ingangen en de subgroepen, zij zijn principieel post-fader.
PFL
De PFL-bus wordt telkens voor de kanaalfader (PFL = Pre Fader Listening) resp. LEVEL-potentiometer opgevangen. PFL moet voor het instellen van de ingangsversterking worden gebruikt.
Of de kanalen momenteel in de solo- of in de PFL-modus geschakeld zijn, wordt door de bijbehorende LEDs onder de niveaudisplay aangetoond: links = geel = PFL, rechts = rood = Solo In Place.
2.6 Subgroepen
Bij de vervaardiging van meerspoor-opnamen krijgen de enkele bandsporen hun signalen van de subgroep­uitgangen. De twee stereo- (of vier mono-) subgroepen kunnen door alle ingangskanalen worden gevoed. Het niveau van de subgroepen wordt met de faders en vastgelegd. Ook voor de subgroepen staat u de SOLO-functie ter beschikking ( , ).
Voor montagedoelen kunnen de subgroep-uitgangen door de TO MIX-schakelaar paarsgewijs op de main mix worden gerouted. Wanneer u een subgroep mono wilt gebruiken, wordt het aanbevolen, het niet via de TO MIX-schakelaar op de som te leggen, maar via een korte mono-buskabel naar een monokanaal terug te voeren.
2.7 Main mix
De fader in de MAIN-sectie controleert het niveau van de main mix. U kunt ook het signaal van de 2-track­ingang op de main mix leggen, doordat u de 2TK TO MIX-schakelaar indrukt.
3. NIVEAUDISPLAY
De main mix beschikt over twee LED-kettingen . De LED-kettingen in de main-sectie worden alternatief ook toegepast voor de display van mono PFL (PFL-LED), stereo solo (SOLO-LED) of 2-spoor-ingang (als de 2TK TO CTRL ROOM-schakelaar geactiveerd is). De +48 V-LED is verlicht bij actieve fantoomvoeding, terwijl de POWER-LED de activiteit van u EURORACK aanwijst.
+ De Clip-LEDs horen nooit verlicht te zijn! Is dit toch het geval, reduceer het niveau door de
somfader, groepfader of kanaalfader omlaag te trekken  als laatste middel  de ingangsversterking in een of meerdere kanalen te verkleinen. Gebruik de PFL-functie, om de oorzaak van de oversturing vast te stellen.
+ In de solo/PFL-modus komt 0 dB met een intern werkniveau van 0 dBu (0,775 V) overeen,
terwijl anders de display op het uitgangsniveau voor de somuitgang geconstrueerd is (+4 dBu). Wanneer dus alleen een enkel signaal op de som aanwezig is, zal de display in de solo/PFL-modus 4 dB hoger zijn.
4. AANSLUITINGEN
4.1 EURORACK voorkant
Fantoomvoedingsschakelaar
Voor de voeding van condensatormicrofonen staat een +48 V DC-fantoomvoeding ter beschikking. Hij wordt voor alle mono-ingangskanalen tezamen door deze schakelaar geactiveerd.
3. NIVEAUDISPLAY
7
EURORACK MX2642A
+ Bij ingeschakelde fantoomvoeding mogen nooit microfoons op het schakelpaneel (of de
stagebox) worden aangesloten. Bovendien moeten de luidsprekers van de monitor en PA­luidsprekers stom worden geschakeld, voordat u de fantoomvoeding in werking zet.
4.2 EURORACK achterkant
AC Power In Via deze aansluitstekker wordt het externe 40 W-voedingsapparaat aangesloten.
+ Sluit nooit de EURORACK aan het voedingsapparaat aan, wanneer dit al op het stroomnet
werkt.
4.3 EURORACK contactvlak
Laten wij nu de talrijke in- en uitgangen van de EURORACK bekijken.
+ Natuurlijk kunnen ook asymmetrisch bedrade toestellen op symmetrische bussen van uw
EURORACK worden aangesloten. Gebruik daarvoor een mono-busstekker of verbindt ring en schacht van stereo-busstekkers (of laat bij XLRs Pin 3 open).
Mono-ingangskanalen 1 tot 8
Insert Points : Stekkerbussen, asymmetrisch, in- en uitgang (send en return) op dezelfde bus, punt = uitgang, ring = ingang, schacht = massa/afscherming.
Direct Outputs : Stekkerbussen, asymmetrisch, punt = heet (+), schacht = massa/afscherming.
Line Inputs : Stekkerbussen, symmetrisch, punt = heet (+), ring = koud (-), schacht = massa/afscherming.
Mic Inputs : XLR, symmetrisch, pin 1 = massa/afscherming, pin 2 = heet (+), pin 3 = koud (-); denk aan de fantoomvoeding.
Stereo-ingangskanalen 9 tot 16 Vier stereoparen. Stekkerbussen, asymmetrisch, punt = heet (+), schacht = massa/afscherming.
Aux Sends Stekkerbussen, 1 & 2 symmetrisch, punt = heet (+), ring = koud (-),schacht = massa/afscherming; 3 tot 6 asymmetrisch, punt = heet (+), schacht = massa/afscherming.
Stereo Inputs A tot D Vier stereoparen. Stekkerbussen, asymmetrisch, punt = heet (+), ring = koud (-), schacht = massa/afscherming.
Group Outputs 1 tot 4 Ideaal voor meerspoor-opnamen. Stekkerbussen, asymmetrisch, punt = heet (+), schacht = massa/afscherming.
Main Mix Inserts Om effecten en derg. in de main mix uitgangssignaal achter de main mix-fader in te slijpen. Stekkerbussen, asymmetrisch, in- en uitgang (send en return) op dezelfde bus, punt = uitgang, ring = ingang, schacht = massa/afscherming.
Main Mix Outputs Stekkerbussen, symmetrisch, punt = heet (+), ring = koud (-), schacht = massa/afscherming.
2-Track Input Stekkerbussen, asymmetrisch, punt = heet (+), schacht = massa/afscherming.
Control Room Outputs Het hier aanwezige signaal moet naar de versterker worden geleid, die uw luisterluidspreker stuurt. Stekkerbussen, asymmetrisch, punt = heet (+), schacht = massa/afscherming.
Phones Output Voor uw koptelefoon, stekkerbus, punt = linker signaal, ring = rechter signaal, schacht = massa/afscherming.
8
4. AANSLUITINGEN
EURORACK MX2642A
4.4 Stekkeraansluitingen
U zal een grote hoeveelheid kabels nodig hebben. De volgende afbeeldingen laten de correcte stekkeraansluitingen zien voor het werken met de EURORACK.
+ Alle uitgangen zijn vrij van aarde uitgevoerd (losgekoppeld van de netaarde), om het optreden
van bromlussen te voorkomen.
Asymmetrisch gebruik met mono-steker
Punt = signaal
Symmetrisch gebruik met stereo-steker
Punt = heet (+)
Ring = koud (-)
Stift = massa / afscherming
Punt
Stift = massa / afscherming
Punt Ring
Stift Trekontlasting
Stift Trekontlasting
Bij de overgang van symmetrisch naar assymetrisch gebruik moeten de ring en de stift worden overbrugd.
Rechtstreekse uitgangskabel
Voor het opvangen van een rechtstreeks uitgangssignaal bij de insertbus (bij continu-signaal in het kanaal).
Meersporenmaschine-
Punt = Insert Send
Ring = Insert Return
Stift = massa / afscherming
Insertbus
schakelpaneel
ingang
Insert Send & Return
Punt = Send (out)
Ring = Return (in)
Stift = massa / afscherming
Punt Ring
Stift Trekontlasting
U dient de Insert Send met de ingang en de Insert Return met de uitgang van het effectapparaat te verbinden.
Koptelefoon-steker
Punt = linker signaal
Ring = rechter signaal
Stift = massa / afscherming
Punt Ring
Stift Trekontlasting
Punt Ring Stift
Trekontlasting
Symmetrisch gebruik met XLR-verbindingen
1 = massa / afscherming
2 = heet (+)
3 = koud (-)
Ingang
Bij asymmetrisch gebruik moeten pin 1 en pin 3 worden overbrugd.
Uitgang
Afbeelding 4.1: vergelijking van de verschillende stekkertypen
4. AANSLUITINGEN
9
EURORACK MX2642A
4.5 Omzetten van het contactvlak
Alle aansluitbussen van de EURORACK met uitzondering van de koptelefoonaansluiting zijn in een beweegbaar contactvlak ondergebracht. Bij levering is dit contactvlak aan de achterkant van de EURORACK bevestigd, zodat het mengpaneel als tafelconsole kan worden opgebouwd. Wanneer u uw EURORACK in een rack wilt inbouwen, dient u het contactvlak aan de onderkant van de mengpaneelbehuizing te zetten.
s Plaats de EURORACK op een zachte oppervlakte. Ga bij de volgende stappen uiterst voorzichtig te werk.
Voor de omzetting van het contactvlak heeft u een kruiskopschroevendraaier nodig.
s Op de onderkant van de behuizing wordt de uitsparing voor de opname van het contactvlak door een blinde
plaat afgedekt. Verwijder de schroeven, waarmee de plaat aan de zijkanten van de EURORACK-behuizing is bevestigd.
s Verwijder vervolgens de resterende schroeven, waarmee de plaat aan de EURORACK-behuizing is bevestigd.
s Ga nu naar de achterkant van de EURORACK, waar momenteel nog het contactvlak is gemonteerd. Verwijder
de schroeven, waarmee het contactvlak aan de bovenste rand van de EURORACK is bevestigd.
s Maak nu de schroeven los (nog niet verwijderen!), waarmee het contactvlak aan de kanten van de EURORACK-
behuizing is bevestigd. Steun het contactvlak met één hand en verwijder de schroeven met de andere.
s Beweeg het contactvlak voorzichtig naar de nieuwe montageplaats. Let erop, dat de platte kabels, waarlangs
het met het mengpaneel is verbonden, niet geknikt of door trek worden belast. De onderkant van het contactvlak dient nu op een flens aan de onderkant van de behuizing te liggen.
s Draai de schroeven, waarmee het contactvlak aan de kanten van de EURORACK-behuizing is bevestigd,
los in.
s Bevestig nu de blinde plaat op zijn nieuwe montageplaats aan de achterkant van de EURORACK. De
haaksgewijs gebogen rand van de afdekplaat wijst naar de rechthoekige rand tussen onder- en achterkant van de EURORACK.
s Draai de schroeven, waarmee de afdekplaat op de behuizingachterkant is bevestigd, los in, evenals de
schroeven, waarmee het contactvlak op de onderkant van de behuizing wordt bevestigd.
s Wanneer contactvlak en plaat correct geplaatst en alle schroeven juist ingezet zijn, kunnen de schroeven
vastgedraaid worden. Gebruik daarbij geen kracht. Zou een schroef stroef zijn, controleer of contactvlak en afdekplaat correct uitgericht zijn.
Het gehele proces kan altijd in omgekeerde volgorde worden uitgevoerd.
10
4. AANSLUITINGEN
EURORACK MX2642A
5. TECHNISCHE GEGEVENS
INGANGSKANALEN
Microfooningang elektronisch gesymmetreerd, discrete ingangsschakeling Mic E.I.N. (22 Hz tot 22 kHz) -129,0 dBu, 150 Ohm bronweerstand,
-117,3 dBqp, 150 Ohm bronweerstand,
-132,0 dBu, ingang kortgesloten,
-122,0 dBqp, ingang kortgesloten, Vervormingen (THD&N) 0,007 % bij +4 dBu, 1 kHz, Bandbreedte 80 kHz Versterkingsbereik +10 dB tot +50 dB Max. ingangsniveau (mic) +12 dBu Line-ingang elektronisch gesymmetreerd versterkingsbereik Unity tot +40 dB Max. ingangsniveau (line) +22 dBu regelbereik kanaalfader +10 dB bis -85 dB Aux sends versterkingsbereik Uit via Unity tot +15 dB
KLANKREGELING
Hi shelving 12 kHz, +/- 15 dB, Q = 2 octaven Hi mid shelving 3 kHz, +/- 15 dB, Q = 2 octaven Mid semi-parametrisch 100 Hz bis 8 kHz, +/- 15 dB, Q = 1 octaaf Lo mid shelving 500 Hz, +/- 15 dB, Q = 2 octaven Lo shelving 80 Hz, +/- 15 dB, Q = 2 octaven Lo cut-filter 75 Hz, 18 dB/octaaf
KANAAL DIRECTUITGANGEN
Max. uitgangsniveau +22 dBu Ruisen @ Unity Gain -94 dBu Uitgangsimpedantie 120 Ohm
KANAAL INSERTS
Max. in-/uitgangsniveau +22 dBu Kanaaloverspraak -95 dB bij 1 kHz
SUBGROEPEN
Ruisen busruisen fader 0 dB: -102,5 dBr (ref.: +4 dBu);
-92,5 dBr (ref.: +4 dBu, alle kanalen opschakelen, fader unity gain) Submaster output Max. uitgangsniveau +22 dBu symmetrisch/asymmetrisch Regelbereik fader +10 dB tot -85 dB/uit
MAIN MIX-SEKTION
Ruisen busruisen fader 0 dB: -101,0 dBr (ref.: +4 dBu);
-92,5 dBr (ref.: +4 dBu, alle kanalen opschakelen, fader unity gain) Max. uitgangsniveau +28 dBu symmetrisch, +22 dBu asymmetrisch Aux returns Versterkingsbereik Uit via Unity tot +20 dB Aux sends Max. uitgangsniveau +22 dBu
ALLGEMEEN
Vervormingen (THD&N) 0,007 % bij +4 dBu, 1 kHz, Bandbreedte 80 kHz Frequentiegang 20 Hz bij 40 kHz +/- 1 dB
Iedere ingang op iedere uitgang: 10 Hz bij 120 kHz +/- 3 dB
AFMETINGEN/GEWICHT
Afmetingen (H * B * T) ongeveer 2 3/8"/ 6"(61/152,4 mm) x 17 1/8"/19"(435,6/482,6 mm) x
14"(355,6 mm)
Gewicht ongeveer 7,5 kg
De firma BEHRINGER zet zich er steeds voor in, de hoogste kwaliteitsstandaard te waarborgen. Vereiste modificaties worden zonder aankondiging vooraf verricht. Technische gegevens en uiterlijk van het apparaat kunnen daarom van de genoemde aanduidingen of afbeeldingen afwijken.
5. TECHNISCHE GEGEVENS
11
Loading...