LET OP:Verwijder in geen geval de bovenste afdekking (van
WAARSCHUWING:
Technische veranderingen en veranderingen in het productuiterlijk
onder voorbehoud. Alle gegevens komen overeen op het moment
van de drukoplage. De hier afgebeelde of vermelde namen van
andere bedrijven, instellingen of publicaties en de desbetreffende
logos zijn geregistreerde handelsmerken van de desbetreffende
houders. Het gebruik hiervan is op géén enkele wijze een
aanspraak op het desbetreffende handelsmerk en
vertegenwoordigt géén bestaande band tussen de houder van
het handelsmerk en BEHRINGER
volledigheid van de gegeven beschrijvingen, afbeeldingen en
aanwijzigen neemt BEHRINGER® géén enkele vorm van
aansprakelijkheid. De afgebeelde kleuren en specificaties kunnen
onbeduidend van het product afwijken. Distributeurs en
handelaren zijn geen gevolmachtigden van BEHRINGER
hebben geen enkele bevoegdheid om BEHRINGER® op welke
wijze dan ook juridisch te binden, zij het impliciet of expliciet. Dit
boek is auteursrechtelijk beschermd. Ieder verveelvoudiging, bijv.
nadrukken, ook uittrekselsgewijs, en iedere reproductie van de
afbeeldingen, ook in veranderde toestand, is alleen met schriftelijke
toestemming van de firma BEHRINGER Spezielle Studiotechnik
GmbH toegestaan. BEHRINGER is een geregistreerd handelsmerk.
het achterste gedeelte) anders bestaat er gevaar
voor een elektrische schok. Het apparaat bevat geen
te onderhouden onderdelen; reparaties dienen door
bevoegde personen uitgevoerd te worden.
Om het risico op brand of elektrische schokken te
beperken, dient u te voorkomen dat dit apparaat
wordt blootgesteld aan regen en vocht. Het
apparaat mag niet worden blootgesteld aan
neerdruppelend of opspattend water en er mogen
geen met water gevulde voorwerpen zoals een
vaas op het apparaat worden gezet.
Dit symbool wijst u er altijd op dat er niet-geïsoleerde
gevaarlijke spanning binnen de behuizing aanwezig
is deze spanning is voldoende om gevaar voor
elektrische schok op te leveren.
Dit symbool wijst u altijd op belangrijke bedieningsen onderhoudsvoorschriften in de bijbehorende
documenten. Wij vragen u dringend de handleiding
te lezen.
5) Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6) Reinig het uitsluitend met een droge doek.
7) Let erop geen van de ventilatie-openingen te
bedekken. Plaats en installeer het volgens de voorschriften van de fabrikant.
8) Het apparaat mag niet worden geplaatst in de buurt
van radiatoren, warmte-uitlaten, kachels of andere zaken
(ook versterkers) die warmte afgeven.
9) Maak de veiligheid waarin door de polarisatie- of
aardingsstekker wordt voorzien, niet ongedaan. Een is
dan het andere. Een aardingsstekker heeft twee bladen en
een derde uitsteeksel voor de aarding. Het bredere blad
of het derde uitsteeksel zijn er voor uw veiligheid. Mocht
de geleverde stekker niet in uw stopcontact passen,
laat het contact dan door een elektricien vervangen.
10) Zorg ervoor dat er niet over de hoofdstroomleiding
gelopen kan worden en dat het niet wordt samengeknepen, vooral bij stekkers, verlengkabels en het punt
waar ze het apparaat verlaten.
11) Gebruik uitsluitend door de producent gespecificeerd toebehoren c.q. onderdelen.
12) Gebruik het apparaat uitsluitend in combinatie met de
wagen, het statief, de driepoot, de beugel of tafel die door
de producent is aangegeven, of die in combinatie met het
apparaat wordt verkocht. Bij gebruik van een wagen dient
men voorzichtig te zijn bij het verrijden van de combinatie
wagen/apparaat en letsel door vallen te voorkomen.
13) Bij onweer en als u het apparaat langere tijd niet
gebruikt, haalt u de stekker uit het stopcontact.
14) Laat alle voorkomende reparaties door vakkundig
en bevoegd personeel uitvoeren. Reparatiewerkzaamheden zijn nodig als het toestel op enige wijze
beschadigd is geraakt, bijvoorbeeld als de hoofdstroomkabel of -stekker is beschadigd, als er vloeistof of
voorwerpen in terecht zijn gekomen, als het aan regen
of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal
functioneert of wanneer het is gevallen.
15) WAARSCHUWING Deze onderhoudsinstructies zijn
uitsluitend bedoeld voor gekwalificeerd onderhoudspersoneel. Om het risico op elektrische schokken te
beperken, mag u geen andere onderhoudshandelingen
verrichten dan in de bedieningsinstructies vermeld staan,
tenzij u daarvoor gekwalificeerd bent.
WAARSCHUWING: ER BESTAAT EXPLOSIEGEVAAR, WANNEER
DE BATTERIJ NIET CORRECT WORDT GEPLAATST. ALLEEN
VERVANGEN DOOR IDENTIEKE OF GELIJKWAARDIGE TYPES.
Hartelijk dank voor het vertrouwen dat u met de aankoop van de
EUROLIGHT LC2412 in ons stelt. U heeft een voortreffelijk compact
lichtmengpaneel aangeschaft, dat zowel de uiterst moderne digitale
DMX512-besturing als ook een analoge uitgang te bieden heeft en
zodoende nagenoeg overal te gebruiken is. Het bedieningsconcept
en de programmering van de LC2412 zijn uitgevoerd voor het
aansturen van Dimmer Packs + standaard schijnwerpers. Om
multi-functionele schijnwerpers zoals bijv. Scanner en Moving
Heads optimaal te gebruiken dient u terug te grijpen op het daarvoor
bestemde besturingspaneel.
Progressieve BEHRINGER-techniek
Om u zoveel mogelijk bedrijfszekerheid te kunnen garanderen,
worden onze apparaten volgens de hoogste industriële
kwaliteits-normen vervaardigd. Daarbij vindt de productie plaats
binnen het kader van een ISO9000 gecertificeerd managementsysteem.
Het handboek
+ De volgende handleiding wil u op de eerste plaats
met de gebruikte specifieke begrippen vertrouwd
maken, zodat u het apparaat in al zijn functies leert
kennen. Bewaart u de handleiding na lezing
alstublieft zorgvuldig, zodat u ze altijd bij de hand
heeft, wanneer u nog eens iets wilt overlezen.
Om ervoor te zorgen dat u de verbanden snel doorziet, hebben
we de bedieningselementen naar hun functie in groepen bij elkaar
gezet. Mocht u meer uitleg over een bepaald onderwerp wensen,
bezoek dan onze website www.behringer.com.
1.1 Voordat u begint
1.1.1 Levering
Teneinde een veilig transport te waarborgen, is de EUROLIGHT
LC2412 in de fabriek zorgvuldig ingepakt. Mocht de doos
desondanks beschadigingen vertonen, kijkt u dan direct of de
buitenkant van het apparaat zelf beschadigd is geraakt.
+ Stuurt u het apparaat bij eventuele beschadigingen
NIET aan ons terug, maar neemt u dringend eerst
contact op met uw dealer en het transportbedrijf,
aangezien elke aanspraak op vergoeding anders
teniet kan worden gedaan.
1.1.2 Installatie
Zorgt u alstublieft voor voldoende luchttoevoer en zet het lichtmengpaneel niet op een eindtrap of in de buurt van een verwarming
neer, om oververhitting van het apparaat te voorkomen.
+ Voordat u het apparaat op het stroomnet aansluit,
dient u eerst zorgvuldig na te gaan of uw apparaat
op de juiste voedingsspanning is ingesteld:
De zekeringhouder aan de bus voor de netaansluiting heeft 3
driehoekige markeringen. Twee van deze driehoeken staan recht
tegenover elkaar. Uw apparaat is op de naast deze markeringen
staande bedrijfsspanning ingesteld en kan worden omgeschakeld
door de zekeringhouder 180° te draaien. LET OP: Dit geldt niet
voor exportmodellen, die bijv. alleen voor een netspanning van 120 V zijn ontworpen!
+ Wanneer het apparaat op een andere netspanning
wordt ingesteld, dient er een andere zekering te
worden geplaatst. De specificaties vindt u in het
hoofdstuk TECHNISCHE GEGEVENS.
+ Defecte zekeringen dienen absoluut door zeke-
ringen van de juiste waarde te worden vervangen!
De specificaties vindt u in het hoofdstuk TECHNISCHE GEGEVENS.
Het apparaat wordt met behulp van het meegeleverde netkabel
met apparaatbus op het net aangesloten. Deze voldoet aan de
nodige veiligheidseisen.
+ Let u er alstublieft op, dat alle apparaten geaard
dienen te zijn. Voor uw eigen veiligheid dient u in
geen geval de aarding van de apparaten c.q. de
netkabel te verwijderen of onklaar te maken.
1.1.3 Garantie
Neemt u alstublieft even de tijd om de volledig ingevulde
garantiekaart binnen 14 dagen na aankoop aan ons terug te
sturen, aangezien u anders de uitgebreide garantie verliest. Het
serienummer is aan de achterkant van het apparaat te vinden. U
kunt zich desgewenst ook online via onze internet-site
(www.behringer.com) bij ons laten registreren.
1.2 Algemene eigenschappen en functies
LC2412 betekent: 24-Preset-kanalen en twaalf Memorykanalen. Dat is echter nog lang niet alles: Door middel van de
digitale DMX512-interface kunnen zelfs 78 dimmerkanalen (26
paneelkanalen x 3 DMX-kanalen) tegelijk worden bediend. En
omdat er met één enkel dimmerkanaal meerdere belichtingen
kunnen worden bediend, heeft dit lichtmengpaneel toch al aardig
wat mogelijkheden te bieden.
Het lichtmengpaneel is, net als een geluidsmengpaneel in een
opnamestudio, de centrale besturing voor de podium- of
toneelverlichting. We hebben onze LC2412 uit de meest moderne
componenten opgebouwd, zodat we u maximale betrouwbaarheid kunnen garanderen.
Presets
Er kunnen complexe belichtingssituaties met in totaal 24 kanalen
worden ingesteld. Aparte kanalen kunt u met de FLASH-toetsen
onafhankelijk van de Fader-instelling op 100% lichtsterkte
schakelen.
Memorys
U kunt de Presets op tien verschillende banken (met elk twaalf
geheugenplaatsen) opslaan en apart oproepen. Met speciale
PCMCIA-geheugenkaarten kunt u alle Memorys archiveren.
Chases
Met Chases worden zogenaamde looplichten bedoeld, die
uit een combinatie van los geprogrammeerde stappen (tot
maximaal 99 stappen) bestaan, die achter elkaar worden
afgewerkt. Deze stappen kunnen zowel uit Presets als uit
Memorys bestaan.
Crossfade
U kunt tussen de stappen van een looplicht met de hand of
automatisch heen en weer of van de ene naar de andere stap
overfaden.
Preview
Met de Preview-functie kunt u opgeslagen Memorys of
looplichten (Chases) bekijken, zonder dat dit op het podium te
zien is.
Sound to light
Deze functie staat bekend onder de naam lichtorgel. Bij deze
functie bestuurt de muziek het licht. U kunt zelfs een instelling
voor muziekpauzes inprogrammeren.
MIDI
De LC2412 wordt door middel van MIDI bestuurd. Via de MIDIinterfaces kunnen twee EUROLIGHT LC2412 als Master en Slave
worden aangesloten. Met MIDI-sequencers kunt u hele shows
opslaan en oproepen.
Memory card
Op de EUROLIGHT LC2412 kunt u 120 lichtsituaties opslaan in
de Memorys, die u ook altijd weer gemakkelijk kunt aanpassen.
Door de mogelijkheid, deze lichtcombinaties op uitwisselbare
geheugenkaarten (Memory Card) te bewaren, kunt u in feite een
onbeperkt archief van belichtingssituaties aanleggen.
4
1. INLEIDING
Page 5
EUROLIGHT LC2412
Afb. 2.1: Overzicht over de verschillende secties
2. BEDIENINGSELEMENTEN
Het bedieningsoppervlak van de LC2412 is in verschillende
secties met diverse functies opgedeeld. Vandaar dat we u de
bedieningselementen van de EUROLIGHT LC2412 ook in dezelfde
functiegroepen uitleggen. In de afbeeldingen lichtgrijs weergegeven
gedeelten bevatten bedieningselementen die bij een andere sectie
horen en daarom elders aan bod komen.
De secties:
Bank-display, Sound to light, FLASH-toetsen,
programmeergedeelte, MAIN-sectie, CHASE-sectie.
De LC2412 beschikt over extra functies, die niet in een
bepaalde sectie passen (bijzondere kanalen):
SPECIAL 1-toets. Met deze toets schakelt u een bijzonder
kanaal in, waarmee u bijv. een rookmachine aan en uit kunt
zetten.
SPECIAL 2-toets. Deze heeft dezelfde functie als de
SPECIAL 1-toets. Net als bij de andere kanalen, kunnen
aan elk van deze twee kanalen drie DMX-kanalen worden
toegewezen. De twee bijzondere kanalen krijgen de
aanduiding paneelkanaal 25 en 26. De SPECIAL 1- en de
SPECIAL 2-toets kunt u programmeren als schakelaar, toets
of Kill-toets. Meer informatie over dit onderwerp vindt u in
paragraaf 7.3.
POWER-schakelaar. Met de POWER-schakelaar zet u de
EUROLIGHT LC2412 aan. De POWER-knop dient in de positie
uit te staan op het moment, dat u het apparaat op het
stroomnet aansluit.
A PRESET-sectie, B MEMORY-sectie +
+ Let op: De POWER-schakelaar schakelt de stroom-
voorziening bij het uitzetten niet volledig uit. Trek
daarom de kabel uit het stopcontact wanneer u het
apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt.
Op de BNC-bus kan een werklamp worden aangesloten (optie).
2.1 Bedieningselementen van de
A PRESET-sectie
Afb. 2.2: De A PRESET-sectie (fragment)
Fader 1-12. Met deze Faders stelt u de lichtintensiteit van
de lampen in, die u aan uw Dimmerpack heeft gekoppeld.
UPPER-schakelaar. Drukt u op de UPPER-schakelaar, dan
schakelt u de A PRESET-sectie over op de twaalf extra
kanalen. U kunt nu de lichtsterkte van de kanalen 13-24
instellen. Zie ook paragraaf 3.2.
Voorinstelling
De kanaal-Faders dienen voor de instelling van een Preset
(voorinstelling), dat u dan direct kunt oproepen, door Fader A
open te schuiven. De maximale lichtintensiteit van de
geselecteerde lichtbronnen wordt ook hier, net als bij alle andere
instellingen, door de MAIN-Fader
paragraaf 2.6).
bepaalt. (zie voor uitleg
2.2 Bedieningselementen van de
B MEMORY-sectie
De Faders in de B MEMORY-sectie zijn als blok onder de A
PRESET-sectie geplaatst.
2. BEDIENINGSELEMENTEN
5
Page 6
EUROLIGHT LC2412
Deze Faders regelen de intensiteit van een hele groep
kanalen in die verhouding tot elkaar, die u van tevoren met
de A PRESET-Faders heeft ingesteld en als Memory heeft
opgeslagen.
Afb. 2.3: De B MEMORY-sectie
Daarbij regelt het volume van het muzieksignaal de lichtintensiteit
van de Memorys. Het muzieksignaal wordt in drie frequentiebereiken (Bass, Mid, Treble) opgedeeld, die elk een Memory
toegewezen krijgen. Voor optimale resultaten zet u de Faders in
de middelste stand en stelt dan eventuele onregelmatige
verhoudingen tussen de Memorys onderling af.
Uitzondering: Staat de LC2414 in de Preset-modus (P in de
Bankdisplay), dan sturen ze de zelfde kanalen aan als de Faders
van de A PRESET-sectie. Zo kunt u parallel aan de eerste, een
tweede Preset aanmaken.
- Ook deze Faders horen erbij, ze hebben echter een
dubbele functie. In de Sound to light-modus (lichtorgelfunctie)
regelt u er de intensiteit van de aan de verschillende
frequentiebereiken toegewezen Memorys mee.
De BANK-display laat zien, van welke geheugenbank u op
dat moment Memorys kunt oproepen of dat het paneel juist
in de Preset-modus staat (wordt door de letter P weergegeven). Het display knippert als u de Preset-modus heeft
ingeschakeld en brandt na drie secondes stabiel. Pas
wanneer het knipperen ophoudt, is de Preset-modus actief.
Onwillekeurig inschakelen en hard overfaden willen we
hiermee voorkomen.
UP/DOWN-toetsen. Met deze toetsen selecteert u een
geheugenbank (0-9) of schakelt u over naar de Presetmodus (P). De controlelampje knipperen als u een nieuwe
geheugenbank heeft geselecteerd en er nog Memorys uit
de voorgaande actief zijn (Fader opengeschoven). Schuif
de Fader(-s) (
uit te faden. Schuift u de Fader(-s) daarna weer open, dan
verschijnt het Memory van de nieuwe geheugenbank ten
tonele (zie ook paragraaf 4.1.2).
SOUND TO LIGHT-toets. Zie paragraaf 2.3.
PREVIEW-toets. Deze toets geeft u de mogelijkheid, op-
geslagen Memorys voor het infaden nog eens te controleren en eventueel te veranderen. Dit is vooral dan zinvol,
wanneer u Chases als Memory heeft opgeslagen en het
tempo ervan, voordat u ze in een lopende show inzet,
wilt bekijken en aanpassen. Is Preview in-geschakeld,
dan worden de Chases alleen op de controle-LEDs
weergegeven.
Een Fader hoort steeds bij een FLASH-toets (sectie
waarmee u de ingestelde Preset bij de programmering van een
Memory, aan een bepaalde plaats in een bank toewijst.
, -) naar beneden, om het Memory
2.3 Bedieningselementen van de SOUND TO
LIGHT-sectie
De SOUND TO LIGHT-regelaar bevindt zich in het rechter
gedeelte van de MEMORY-sectie.
Als de Sound to light-functie is ingeschakeld, worden de
Memorys 9-12 door een muzieksignaal bestuurd.
Afb. 2.4: De SOUND TO LIGHT-sectie
De PAUSE-Fader is, net als de Faders , in eerste
instantie een lichtsterkte-regelaar voor Memorys. Is de lichtorgelfunctie geactiveerd (Sound to light) dan wordt er een
Memory mee bestuurd, die voor de pauzes tussen twee
muziekstukken is bedoeld.
De BASS-Fader neemt de basis-lichtsterkte-instelling over van
de Memory, dat de basaandelen van het muzieksignaal volgt.
De MID-Fader hoort bij de middentonen van de muziek.
De TREBLE-Fader volgt de hoge tonen.
en: Bank-display en UP/DOWN-toetsen, zie paragraaf 2.2.
De SOUND TO LIGHT-toets activeert de lichtorgelfunctie.
Het voor de besturing vereiste muzieksignaal kunt u in de bus
(ANALOG INPUT) aan de achterkant van de LC2412 invoeren.
2.4 Sectie : De FLASH-toetsen en SOLO
Afb. 2.5: De FLASH-toetsen
FLASH-toetsen. Door op een van de FLASH-toetsen te
drukken, schakelt u het bijbehorend kanaal onafhankelijk
van de Fader-instelling op de maximale, bij de MAIN-Fader
ingestelde lichtintensiteit. Hiervoor dient de CH FLASH-toets
),
Solo
SOLO
belichtingselementen uitgeschakeld. Alleen het met de Flashtoets geselecteerde kanaal is dan actief.
te zijn ingedrukt. De functie Channel Flash is in de
Preset-modus automatisch ingeschakeld.
FLASH-toetsen met dubbele functie. Op de geheugenplaatsen 9-12 kunt u Memorys of looplichten opslaan
(Chase to Memory). De looplichten worden met de gele
LEDs weergegeven, als u de overeenkomstige geheugenbank geselecteerd heeft. Ook de looplichten kunt u met de
Flash-toetsen bekijken.
Wanneer op hetzelfde moment de Solo-functie aan staat (toets
, LED licht op), worden alle andere spots of
6
2. BEDIENINGSELEMENTEN
Page 7
2.4.1 Solo-functie beperken (Disable Solo)
U heeft echter de mogelijkheid, individuele kanalen van de Solofunctie uit te sluiten, d.w.z. deze kanalen blijven actief, ook
wanneer Solo is ingeschakeld.
Dit doel bereikt u door op de volgende wijze te werk te gaan:
1. Druk op UTILITY 1
2. Met de SOFT A-toets
optie DISABLE SOLO. Links boven in het display wordt het
kanaal weergegeven, waarvoor u de Solo-functie wilt uitschakelen (DISABLED) of in de normale toestand wilt laten
(ENABLED).
3. Door aan het DATA-Wheel te draaien selecteert u het kanaal,
dat u wilt bewerken. U kunt het gewenste kanaal ook met de
Flash-toets selecteren (voor de kanalen 13-24: eerst de
UPPER-toets indrukken).
4. Met SOFT B
de Solo-functie voor dit kanaal uit, met SOFT A kiest u voor
ENABLE.
5. Beëindig het programmeren door op de QUIT-toets
drukken en de programmering zodoende te bevestigen.
.
onder het display selecteert u de
selecteert u DISABLE en schakelt daarmee
te
+ Als u de Solo-functie voor een kanaal opheft, blijft
dit ook actief wanneer het deel uitmaakt van een
ingeschakelde Memory die bij het indrukken van
een FLASH-toets zou moeten uitgaan.
Bijvoorbeeld:
U heeft voor kanaal 8 de Solo-functie uitgeschakeld, het licht
op kanaal 8 blijft dus aan als u op een Flash-toets drukt en de
Solo-functie is actief.
Van tevoren heeft u een Memory geprogrammeerd, dat kanaal
8 gebruikt. Dit is net op het podium geschakeld. Druk nu op een
van de Flash-toetsen (CH FLASH
heeft u twee lichten op het podium, kanaal 8 en het met de Flashtoets geactiveerde kanaal!
2.5 Bedieningselementen van het
Programmeergedeelte
De belangrijkste elementen van het programmeergedeelte zijn
rechts boven te vinden.
Afb. 2.6: Het programmeergedeelte
PCMCIA CARD-Slot. In deze aansluiting steekt u de
geheugenkaart, waarop u de instellingen van het paneel
kunt opslaan.
MEMORY-toets. Door een eenmalige druk op de MEMORYtoets wordt de opslagprocedure voor Scènes opgestart.
Hoe deze procedure precies in zijn werk gaat, is in
paragraaf 4.1 nader beschreven.
is ook ingeschakeld) dan
EUROLIGHT LC2412
CHASE-toets. Met deze toets start u de programmeerprocedure waarmee u een looplicht samen kunt stellen. De
uitvoering wordt in paragraaf 6.1 nader toegelicht.
Met de toets CTM (voor Chase to Memory) roept u het
menu op, om looplichten op te slaan. U kunt dus helemaal
geprogrammeerde Chases in het geheugen laden. Op alle
tien de Memory-banken heeft u hiervoor de beschikking
over de vier geheugenplaatsen 9-12.
UTILITY 1. Met deze toets komt u in de programmeermenus DISABLE SOLO, SELECT CURVE, THEATRE MODE.
UTILITY 2. Deze toets geeft toegang tot de programmeermenus DMX PATCH, SELECT MIDI en SELECT SPECIAL.
Informatie hierover vindt u in de hoofdstukken 7. EXTRA
FUNCTIES VAN DE LC2412 en 8. DIMMERBESTURING.
LIVE-toets. Door op deze toets te drukken, kunt u stappen
van looplichten of Memorys op de paneeluitgang schakelen
en ze live beoordelen. Ook voor het programmeren zelf is
deze instelling zinvol, aangezien bijv. looplichten tijdens de
selectie alleen via de LEDs worden weergegeven (normale
instelling, Blind-modus). Zo kunnen er selecties worden
gemaakt terwijl er op het toneel al een programma loopt en
wordt dit niet gestoord (automatische Preview). De Livemodus keert de verhoudingen om: Alleen wat er met de
Preview-functie wordt bekeken, is op het podium te zien.
SOLO. De Solo-functie heeft betrekking op de Flash-toetsen.
Is de Solo-functie ingeschakeld, dan worden bij activering
van de FLASH-toets voor een kanaal of een Memory alle
lichten donker geschakeld. Naar wens kunnen ook aparte
kanalen van de Solo-functie worden uitgesloten (zie
hiervoor de paragrafen 4.3.1 en 2.4.1).
CH FLASH-toets. Deze toets schakelt de Channel Flashfunctie in en uit. Is de Channel Flash-functie ingeschakeld,
dan kunt u met de FLASH-toetsen (
kanalen op maximale lichtsterkte schakelen. In de Presetmodus (zie paragraaf 3.1.1) is deze functie automatisch
geactiveerd, in de Memory-modus moet ze speciaal worden
ingeschakeld.
UPPER-schakelaar. Deze schakelaar heeft u nodig om naar
de kanalen 13-24 over te schakelen. Zie ook de paragrafen
2.1 en 3.2.
CONTRAST-regeling. Door met deze potentiometer te
draaien kunt u de helderheid van display aan de verlichting
ter plaatse aanpassen.
PROGRAM-display. Al naar gelang de programmering
worden hier verschillende menus weergegeven. Heeft u
nog niets geprogrammeerd of heeft u door middel van de
QUIT-toets een programmeerprocedure afgesloten, dan
toont het display het momenteel ingestelde looplicht (Chase)
en de desbetreffende stap (Step) (basisinstelling).
DATA Wheel. Met dit bedieningselement kunt u parameters
bij de programmering veranderen/selecteren. Zo bijvoorbeeld bij de programmering van Chases, waar u de
stappen selecteert en een tempo kunt instellen. Bovendien
dient het DATA Wheel voor de directe selectie van Chases
(zie ook paragraaf 6.2).
SHIFT-toets. Deze toets opent weer andere programmeermenus. Uitgebreidere uitleg vindt u in de beschrijving van
de verschillende programmeerprocedures.
SOFT A-toets. Deze toets heeft u nodig om binnen het
programmeer-menu te kunnen selecteren. De menutekst
en de toets zijn zo geplaatst, dat u met deze toets de in het
menu erboven verschijnende optie kunt selecteren.
SOFT B-toets. Deze toets heeft dezelfde functie als de
SOFT A-toets.
QUIT-toets. Met deze toets sluit u een programmeerprocedure af en keert u terug naar het hoofdmenu.
+) individuele
2. BEDIENINGSELEMENTEN
7
Page 8
EUROLIGHT LC2412
2.6 Besturingselementen van de Main-sectie
Afb. 2.7: De Main-sectie
In de Main-sectie staan bedieningselementen bij elkaar die
betrekking hebben op functiegroepen of op de hele paneeluitgang.
A-Fader. Deze Fader is de Master-regelaar voor de A
PRESET-sectie, deze bepaalt dus de maximale lichtsterkte
van de hele sectie. De FLASH-toetsen (
/) kunt u toch gebruiken, ook als de Fader op nul
staat.
B-Fader. De B-Fader is de Master-regelaar voor de B
MEMORY-sectie, deze bepaalt dus de maximale lichtsterkte
van alle Memorys. Net als bij de A-Fader kunt u ook bij
nulstand de FLASH-toetsen gebruiken.
Met deze twee Faders kunt u dus (bij opengeschoven
MAIN-Fader) manueel tussen de instellingen van deze twee
secties overfaden.
MAIN-Fader. Deze bepaalt de maximale lichtsterkte van
alle bij de paneeluitgang uitgegeven bevelen.
PRESET FLASH-toets. Met deze Flash-toets kunt u de
Flash-functie voor de hele A PRESET-sectie uitvoeren, dus
bij dichtgeschoven A-Fader
belichting naar het podium schakelen. Zodra u de toets
loslaat, gaan de lichten weer uit. Meer informatie vindt u in
paragraaf 4.3.
MEMORY FLASH-toets. Deze toets vervult dezelfde
functie voor de B Memory-sectie.
Verder bevinden zich in deze sectie nog twee andere toetsen,
die de paneeluitgang in zijn geheel bepalen:
HOLD-toets. Deze toets houdt de momentele status van
instellingen vast, zodat u ondertussen een nieuwe Preset
kunt selecteren, een ander Memory oproepen of een hele
andere configuratie kunt opzetten. De beschrijving van deze
procedure vindt u in paragraaf 7.2.
BLACKOUT-schakelaar. Met deze schakelaar zet u alle
lampen tegelijk uit. De functie geldt voor de volledige
paneeluitgang, dus ook voor de looplichten. Het wegfaden
geschiedt daarbij hard. Wilt u zacht uitfaden, dan moet
u de MAIN-Fader hiervoor gebruiken. Terwijl de paneeluitgang uitgeschakeld is, kunt u de instelling van het paneel
wijzigen. Om het podium weer te verlichten, schakelt u
Blackout gewoon uit.
de in de sectie ingestelde
/ evenals
2.7 Regelelementen van de Chase-sectie
Afb. 2.8: De Chase-sectie
NUMBER-toets. Met de NUMBER-toets selecteert u een
looplicht en heeft van tevoren de gelegenheid, de
verschillende looplichten op de controle-LEDs te bekijken
(automatische Preview). De controle-LED van de NUMBERtoets brandt als er op de een of andere manier looplichten
actief zijn, d.w.z. ook als ze op dat moment niet aan zijn,
maar wel op afroep gereed staan voor gebruik. Heeft u
een Chase geselecteerd, waarvan de stappen nog niet
zijn geprogrammeerd, dan gaat de LED na het loslaten van
de toets uit. De LED is ook uit, wanneer de CHASE-Fader
dichtgeschoven is.
INSERT-toets. Schakel deze toets in terwijl er een Chase
loopt, dan kunt u met STEP-toets
stap en de voorgaande stap heen en weer schakelen.
Deze functie kunt u ook met behulp van de X-FADE-regeling
uitvoeren (MANUAL MODE-toets ingeschakeld). Meer
informatie hierover vindt u in paragraaf 6.2.6.
CHASE-Fader. Deze Fader regelt de lichtsterkte van een
hele looplichtinstelling. De individuele verhoudingen van een
in dit looplicht opgenomen Memory (Memory Step) blijven
dus behouden.
X-FADE-regeling. De X-FADE-regeling (overdim-Fader) dient
voor het met de hand naar elkaar overfaden van de
verschillende Chase-stappen. Hij kan ook voor het faden
tussen Memorys onderling worden gebruikt. Bovendien kan
er de infadesnelheid van de looplichtstappen mee worden
ingesteld, als deze in de Theatermodus niet al anders is
vastgelegd (alleen bij geactiveerde Theater-modus).
Uitgebreidere uitleg vindt u in de paragrafen 6.2.3 en 7.4.
SPEED-Fader. Deze regelt de snelheid van de looplichten.
STEP-toets. Met behulp van deze toets triggert u Chase
Steps (looplichtstappen) met de hand. Dit kunt u ook doen,
als er al Chases lopen. Met behulp van een voetschakelaar
kan deze functie ook op afstand worden bediend.
MANUAL MODE-toets. De MANUAL MODE-toets bedient
de X-FADE-regeling. Is deze toets ingeschakeld, dan kunt
u door het heen en weer bewegen van de X-FADE-regeling
tussen twee looplichtstappen heen en weer faden
(INSERT-toets ingeschakeld) of u kunt de looplichtstappen
afzonderlijk na elkaar infaden (INSERT-toets uitgeschakeld).
Een uitgebreider overzicht over de verschillende
mogelijkheden bij het overfaden vindt u in paragraaf 6.2.4.
SOUND/RUN MODE-toets. Met deze toets schakelt u naar
wens de besturing van de Chase door het basritme (SOUND)
of door de snelheidsregeling van het apparaat zelf (RUN) in.
tussen de actuele
8
2. BEDIENINGSELEMENTEN
Page 9
2.8 De aansluitingen aan de achterkant
van de LC2412
EUROLIGHT LC2412
ter plaatse. Als er een zekering vervangen wordt, dient
men absoluut hetzelfde type te gebruiken. Bij sommige
apparaten kan de zekeringhouder in twee verschillende
posities worden ingezet, om zo tussen 230 V en 120 V om
te schakelen. Let op: Bij gebruik van het apparaat bij 120 V
buiten Europa, dienen er zekeringen met hogere waarden
geplaatst te worden.
Het apparaat wordt via de IEC-apparaatbus op het
stroomnet aangesloten. Een geschikt netkabel zit bij de
levering inbegrepen.
Afb. 2.9: De digitale en de analoge uitgang
DMX512 OUT-bus. De digitale uitgang van de LC2412 is
uitgevoerd als 5-polige XLR-bus. Hierop sluit u een
Dimmerpack aan, dat digitale stuurbevelen volgens het
DMX512-besturingsprotocol kan verwerken.
ANALOG OUT-bus. De analoge uitgang is voor besturing
volgens analoge standaard (0 tot +10 V gelijkspanning)
geschikt en uitgevoerd als sub D-aansluiting. Hier sluit u
Dimmerpacks op aan die nog niet volgens het moderne
DMX512-besturingsprotocol werken.
Afb. 2.10: Meer aansluitingen aan de achterkant
MIDI OUT-bus. Met een geschikte kabel kunt u vanuit de
MIDI OUT-bus MIDI-data aan een andere LC2412 of een
MIDI-Sequencer (PC) doorsturen (verbinden met de MIDI
IN-bus van het ontvangend apparaat). Zodoende bent u in
staat, op twee panelen parallelle functies uit te voeren,
dus in totaal wel 156 DMX-kanalen te besturen.
MIDI IN-bus. Hier kunt u MIDI-data (bijv. van een MIDISequencer of een andere LC2412) voor de besturing van
het lichtpaneel invoeren.
ANALOG IN-bus. Op deze 6,3 mm-monoklinkerbus kunt u
een uitgang van uw mengpaneel, uw CD-speler of een
andere analoge audiosignaalbron aansluiten om de Sound
to light-functie en de muziekbesturing van de looplichten
aan te sturen.
FOOTSWITCH-bus. Hier kunt u een voetpedaal aansluiten
waarmee u de STEP-toets op afstand kunt besturen. Meer
informatie vindt u in paragraaf 6.2.4.
3. PRESETS
In dit hoofdstuk komen de afzonderlijke stappen ter sprake
waarmee u Presets (vooringestelde lichtsituaties) kunt instellen,
oproepen en overfaden.
De uitleg over de kanalen 1-12 gaat over het algemeen ook op
voor de kanalen 13-24 (Upper-modus).
+Ziet u de Presets als bouwstenen, waaruit u meer
complexe lichtsituaties kunt opbouwen: Memorys
zetten de instellingen van een Preset (tot 24
kanalen) bij elkaar op een Fader, looplichten
gebruiken Presets (Level Step) en ook Memorys
(Memory Step) als losse stappen.
Afb. 3.1: Gebruik van Presets en Memorys
3.1 Basisinstellingen
Trek alle Faders naar beneden in de nulstand. Met de POWERschakelaar zet u de BEHRINGER EUROLIGHT LC2412 aan. De
LC2412 laat nu de laatste actieve instelling voor het uitschakelen
zien.
Wanneer u helemaal van voren af aan wilt beginnen, kunt u
met behulp van een toetsencombinatie alle geprogrammeerdeinstellingen wissen. Meer informatie hierover vindt u in
paragraaf 7.8.
Afb. 2.11: Serienummer en aansluiting op het stroomnet
SERIENUMMER. Neemt u alstublieft de tijd om ons de
volledig ingevulde garantiekaart binnen 14 dagen na
aankoop terug te sturen, aangezien u anders geen
uitgebreide garantie krijgt. U kunt zich desgewenst ook
online via onze internet-site (www.behringer.com) bij ons
laten registreren.
ZEKERINGHOUDER/ VOLTAGE. Voordat u het apparaat
met het stroomnet verbindt, dient u eerst te controleren of
het aangegeven voltage overeenkomt met de netspanning
3. PRESETS
3.1.1 Preset-modus
Om uitsluitend met Presets te werken, moet u naar de Presetmodus gaan. In het Bank-display
1. Druk zo vaak op de toetsen UP of DOWN, tot er P in het
display verschijnt. De weergave knippert 3 sec. lang.
2. Wanneer de weergave van de P stabiel is, staat de
LC2412 in de Preset-modus. De functie CHANNEL FLASH is
nu automatisch actief, hetgeen door het branden van de
controle-LED (CH FLASH
selecteert u instelling P.
) wordt aangegeven.
9
Page 10
EUROLIGHT LC2412
3. Schuif nu de MAIN-Fader open, en Fader A ook.
4. Nu kunt u met de Faders 1-12 van de A PRESET-sectie een
Scène instellen. De intensiteit van de lampen kunt u ook aan
de controle-LEDs aflezen die bij de FLASH-toetsen zitten.
+ In de Preset-modus kunt u geen Memorys
programmeren of oproepen. De opgeslagen looplichten kunnen echter worden afgespeeld terwijl
de Preset-modus actief is.
3.2 Uitbreiding naar 24 Preset-kanalen
(Upper-modus)
Alle bewerkingen die voor de kanalen 1-12 kunnen worden
uitgevoerd, zijn na het overschakelen naar de Upper-modus ook
voor de kanalen 13-24 mogelijk.
1. Druk op de UPPER-schakelaar
De controle-LED geeft aan dat de LC2412 nu in de Uppermodus staat, d.w.z. dat de Faders van de A PRESET-sectie
nu de kanalen 13-24 aansturen. In de Preset-modus oefenen
ook de Faders van de B MEMORY-sectie invloed uit op de
kanalen 13-24.
2. Stel uw Preset in, door de Faders van de A PRESET-sectie in
de gewenste stand te schuiven.
Mocht u van tevoren al instellingen op de kanalen 13 - 24
hebben gedaan, dient u eerst de schuiven in de eerder
gekozen stand te zetten, voordat u deze kanalen opnieuw
kunt instellen.
3. Om de Upper-modus te verlaten, drukt u gewoon weer op
de schakelaar
.
.
+ Na het omschakelen geven de controle-LEDs de
toestand van de belichting weer voor de desbetreffende ingeschakelde kanalen onafhankelijk
van de stand van de Faders weer. Om de instelling
van een kanaal te veranderen, dient u eerst de
bijbehorende Fader in de oorspronkelijke stand te
schuiven.
Andere eigenschappen:
De Flash-toetsen voegen in de Upper-modus de kanalen 13 - 24 in.
3.3 Presets overfaden
Om tussen twee Presets over te faden, heeft u een tweede
Preset nodig. Dit wordt met behulp van de Fader in de B MEMORYsectie bewerkstelligd.
1. Schuif Fader B open en Fader A dicht. De MAIN-Fader blijft
openstaan.
2. Stel nu met de Faders van de B MEMORY-sectie de belichting
in. U kunt ook deze instelling weer aan de controle-LEDs
aflezen.
3. Schuif nu de Master B naar beneden (dicht) en de Master A
naar boven (open). Preset B gaat langzaam uit, Preset A
wordt langzaam sterker (handmatige fade).
4. DE B MEMORY-SECTIE
De aanduiding Memory slaat op een belichtingssituatie
(Preset), die als eenheid is opgeslagen.
De Memory-functie werkt op de volgende wijze:
In elk van de tien geheugenbanken heeft u de beschikking over
twaalf plaatsen (FLASH-toetsen 1-12), waarin u complete scènes
(lichtsituaties of -beelden) kunt opslaan (24 kanalen).
De intensiteit van elke complete scène kunt u met die Fader
instellen, die u er bij het programmeren aan heeft toegewezen.
U kunt de Memorys op meerdere manieren gebruiken:
1. Met de hand infaden of plotseling helemaal aanzetten;
2. Overfaden tussen Presets en Memorys;
3. Overfaden tussen verschillende Memorys;
4. Overfaden tussen Memorys op verschillende banken. Er kunnen
ook Memorys van verschillende banken tegelijk actief zijn.
4.1 Memorys (scènes) programmeren,
op-roepen en veranderen
4.1.1 Programmeren
1. Stel in de Preset-modus een scène in (Fader A PRESETsectie).
2. Om een scène op te kunnen slaan, moet de Preset-modus
worden verlaten. Door op de UP/DOWN-toetsen
drukken, gaat u naar de Memory-modus. Het Bank-display
laat zien welke geheugenbank geselecteerd is.
Druk op de toets MEMORY
Het display
De betekenis van de bovenste regel: Volgende stap (Select
Memory), plaats (nummer/bank)
Via de UP/DOWN-toetsen heeft u al een geheugenbank
geselecteerd (7), met een van de FLASH-toetsen selecteert u
nu een plaatsnummer.
Onderste regel: Selectie bepalen met SOFT A (Preset) of
SOFT B (All).
Druk op SOFT A
opslaan. Drukt u op SOFT B
een op dat moment actief Memory mee op.
geeft de volgende tekst weer (voorbeeld):
Afb. 4.1: Display Memory programmeren
, als u alleen de ingestelde Preset wilt
in het programmeergedeelte.
, dan slaat u op deze plaats ook
te
+ Zo heeft u de mogelijkheid, meerdere variaties van
één Memory te maken. Hoe u een Memory kunt
aanpassen, vertellen we u in paragraaf 4.1.3.
Wilt u meer Presets opslaan, dan herhaalt u eenvoudig de
stappen:
1. Preset (scène) instellen;
2. Met de UP/DOWN-toetsen een bank selecteren;
3. Door het indrukken van een van de FLASH-toetsen
de geheugenplek vastleggen;
4. Preset of paneeluitgang opslaan (SOFT A of B);
5. Wilt u verder geen Memorys meer maken, dan kunt u met de
toets QUIT
deze procedure afsluiten.
/
4.1.2 Scènes infaden
Wanneer u de geprogrammeerde scènes wilt infaden,
selecteert u eenvoudig met de UP/DOWN-toets een geheugenbank en schuift een van de Faders van de B MEMORY-sectie
open. Het Memory wordt door die Fader bestuurd, waarvan u bij
het programmeren de FLASH-toets heeft ingedrukt.
+ Om de Memory-instelling op het podium en op de
LEDs te kunnen zien, moeten ook de Fader B
en de MAIN-Fader opengeschoven zijn.
Memorys direct oproepen
Met de FLASH-toetsen (sectie
de momenteel ingestelde bank oproepen, net als in de Presetmodus (P in het display) de verschillende kanalen.
) kunt u de Memorys van
10
4. DE B MEMORY-SECTIE
Page 11
+ De Channel Flash-functie mag daarbij niet zijn
geactiveerd (CH FLASH-toets
4.1.3 Memorys controleren en veranderen (Preview)
Om Memorys voor het infaden te controleren, kunt u met de
PREVIEW-toets
schakelen. U ziet de instelling dan alleen op de controle-LEDs.
De overige functies van de EUROLIGHT LC2412 blijven actief.
Selecteer met een Flash-toets het Memory dat u wilt controleren.
Wilt u het in de Preview-modus weergegeven Memory
veranderen, kies dan met de toets SOFT B
weergegeven MODIFY-functie (zie afb. 4.2).
Afb. 4.2: Display Memory bewerken in de Preview-modus
Met de Faders van de A PRESET-sectie kunt u nu de gewenste
modificaties aanbrengen. Om de geprogrammeerde instellingen
van de Preset-Faders te veranderen, dient u de Fader op de
oorspronkelijke stand ophalen (vastklikken). Bij de oorspronkelijke programmering niet geactiveerde kanalen kunt u
normaal openschuiven.
Selecteer met SOFT B de optie ENTER om de instellingen op te
slaan. Stel het volgende Memory in, of verlaat de Preview-modus
met de QUIT-toets
Overigens kunt u het Memory ook eenvoudig opnieuw
programmeren.
de paneeluitgang voor deze procedure blind
.
4.2 Overfaden tussen verschillende instellingen
4.2.1 Overfaden tussen Presets en Memorys
Het overfaden tussen Memorys en Presets gaat op dezelfde
wijze als het overfaden tussen twee Presets, met dat verschil,
dat de EUROLIGHT LC2412 hiervoor in de Memory-modus dient
te staan.
1. Stel een opgeslagen scène in (zie 4.1.2).
2. Stel een Preset in met behulp van de Fader van de A PRESET-
sectie. Fader A blijft dicht.
3. Schuif Fader B nu dicht en Fader A open. Bij de paneeluitgang
verschijnt nu de Preset, de Memorys verdwijnen.
4.2.2 Overfaden tussen Memorys
U heeft meerdere mogelijkheden, als u tussen Memorys wilt
overfaden:
Traploos overfaden met de FLASH-toetsen
De hiervoor benodigde basisinstellingen stelt u als volgt in:
1. CHANNEL FLASH-toets
2. CHASE-Fader
3. Op de INSERT-toets
4. De X-FADE-regeling
instellen;
5. FLASH-toets indrukken (een van de toetsen
Het Memory treedt langzaam in werking. De lichtsterkte bepaalt
u met de CHASE-fader en de MAIN-fader. Om naar een andere
Memory te gaan, drukt u eenvoudig op een andere FLASH-toets.
Met de STEP-toets
momentele en het even daarvoor geselecteerde) heen en weer
schakelen. Met de PRESET FLASH-toets
van een Memory, de Preset-instelling van dat moment in laten
faden.
openschuiven;
uitschakelen;
drukken;
op de gewenste overfadesnelheid
kunt u tussen twee Memorys (het
).
, de in het display
/).
kunt u ook, in plaats
EUROLIGHT LC2412
+ De Faders A en B ( en ) evenals de Faders
van de B MEMORY-sectie en de A PRESET-sectie
kunnen bij deze functie zijn dichtgeschoven, u ziet
dan alleen de door de FLASH-toetsen ingefade
Memorys/Presets.
+ Mocht u net een looplicht (Chase) laten lopen, dan
wordt dit onderbroken zodra u de INSERT-toets
indrukt. Wanneer u een tweede keer op de INSERTtoets drukt en de functie zodoende uitschakelt,
loopt de Chase weer verder.
Memorys met de hand met de X-FADER overfaden
Als u bij de in paragraaf 4.2.2 beschreven instelling nog de
MANUAL-toets
door met de X-FADE-regeling van het ene Memory naar het andere
te switchen.
1. Selecteer nu een Memory met de FLASH-toets.
2. Brengt u de X-FADE-regeling nu naar een uiteinde van het
regeltraject, dan laat u het Memory infaden.
+ Selecteert u geen nieuw Memory, dan kunt tussen
de twee laatst geselecteerde heen en weer faden.
Memorys uitfaden
Om Memorys uit te faden of te dimmen, deblokkeert u de INSERTtoets
Memory heeft laten infaden, verder in dezelfde richting, dan
wordt het Memory pas bij het terugschuiven gedimd. Wordt de
regeling weer opengeschoven, dan wordt er geen Memory meer
weergegeven.
. Schuif de X-FADE-regeling, als u van tevoren een
+ Was er net een looplicht (Chase) geactiveerd, en u
had dit van tevoren door het indrukken van de
INSERT-toets onderbroken, dan treedt bij het
openschuiven van de X-FADE-regeling de volgende
CHASE-stap in werking. Om uit te kunnen faden
dient u van tevoren een Chase te selecteren die
geen Steps bevat (zie paragraaf 6.2).
Ontgrendeld u ook de MANUAL-toets, dan kunt u met behulp
van de STEP-toets
tijd uitfaden.
+ Was er net een looplicht (Chase) geactiveerd, en u
had dit van tevoren door het indrukken van de
INSERT-toets onderbroken, dan treedt bij het
drukken op de STEP-toets de volgende CHASE-stap
in werking.
4.2.3 Overfaden tussen Memorys op
U kunt eenvoudig van bank wisselen door met de UP/DOWNtoetsen een nieuwe bank te kiezen. Het van tevoren opengeschoven Memory blijft het podium verlichten, tot u de Fader
naar nul heeft geschoven. De LEDs van de UP/DOWN-toetsen
knipperen, mochten er nog Memorys van de verlaten bank
actief zijn. Schuif een van de Memory-Faders open, en het op
deze plaats op de nieuwe bank opgeslagen Memory wordt actief.
+ De Memorys die voor de wisseling van bank nog
opengeschoven waren, blijven naar het podium
geschakeld, tot u de Fader naar de nul heeft
geschoven. Zo kunt u meerdere Memorys van
verschillende banken tegelijk op het podium (en
op de controlelichtjes) zien.
4.3 Preset Flash en Memory Flash
Met deze toets bedient u de Flash-functie voor de A PRESETsectie. Als de Solo-functie niet actief is, wordt met de PRESET
FLASH de in de A PRESET-sectie ingestelde belichtingsconfiguratie aan een actieve Memory toegevoegd (Fader A
op nul).
gebruikt, bepaalt u de overfade-tijd zelf,
in de met de X-FADE-regeling ingestelde
verschillende banken.
4.3.1 Preset Flash
4. DE B MEMORY-SECTIE
11
Page 12
EUROLIGHT LC2412
Is de Solo-functie wel actief, dan worden opengeschoven
Memorys uitgeschakeld.
Instellingen:
Memory-modus, Memory Fader
Fader A
Met PRESET FLASH de Preset-instelling laten infaden. De licht-
sterkte wordt door de A PRESET-Faders en de MAIN-Fader bepaalt.
Met Solo-functie: De Memorys worden uitgeschakeld.
dicht, MAIN-Fader open
open
4.3.2 Memory Flash
De functie Memory Flash kunt u gebruiken, om opgeslagen
Presets (= Memorys) plotseling in een actieve Preset op te laten
lichten, in plaats van ze met een Fader zacht in te voegen.
+ In de Preset-modus kan geen Memory worden
opgeroepen, en ook de functie Memory Flash kan
niet worden uitgevoerd.
Instellingen:
Memory-modus, Memory Fader
Fader A open, Fader B dicht of gedeeltelijk open, MAIN-Fader open.
Met MEMORY FLASH de opengeschoven Memorys laten
infaden. De lichtsterkte wordt door de B MEMORY-Faders en de
MAIN-Fader bepaalt.
Met Solo-functie: De Preset wordt uitgeschakeld.
4.4 Memorys zonder directe controle (blind)
programmeren
Memorys kunnen, behalve met de Preview-functie (zie
paragraaf 4.1.3), nog op een tweede manier worden
geprogrammeerd, zonder dat ze op het podium worden
weergegeven. Controleer hiervoor eerst, of de toets LIVE
niet actief is. Bovendien dient Fader A in de nulstand te staan.
Nadat u de toets MEMORY
hebt ingedrukt, selecteert u met de UP/DOWN-toetsen een
geheugenbank en met de Flash-toets een Memory en bewerkt
dit met de Faders van de A PRESET-sectie. De Fader-instellingen
worden daarbij uitsluitend door de controlelichten in de FLASHtoetsen weergegeven.
Bevestig met SOFT A (Preset) of SOFT B (All) en bewerk een
ander Memory of sluit de procedure met QUIT af.
open,
in het programmeergedeelte
4. Selecteer met de SOFT B-toets de optie MODIFY, bewerk
met de Faders van de A PRESET-sectie het Memory en
bevestig wederom met SOFT B (ENTER).
5. Als u de Live-modus weer wilt verlaten, schakelt u deze
gewoon uit door opnieuw op de LIVE-toets te drukken.
4.6 Het verdere gebruik van Memorys
U heeft nog meer opties voor het gebruik van Memorys ter
beschikking:
1. Het gebruik van Memorys als bouwstenen voor looplichten
(Memory Chase, paragraaf 6.1.2);
2. Het gebruik van de Memorys 9-12 via de Sound to lightfunctie, dus automatisch door de muziek bestuurd.
5. SOUND TO LIGHT
Om de Sound to light-functie te kunnen gebruiken, dient u een
signaalbron met Line-niveau (CD-speler, Tape Deck, mengpaneeluitgang o.i.d.) aan de EUROLIGHT LC2412 aan te sluiten.
Het LC2412 heeft daarvoor aan de achterkant een 6,3 mmmonoklinkerbus (ANALOG IN
verloopt automatisch. Zoals reeds in paragraaf 2.3 beschreven,
spreekt de Sound to light-functie Memorys aan, die op de plaatsen
9-12 zijn opgeslagen.
Druk op de SOUND TO LIGHT-toets
- in een middenpositie. Met de MAIN-Fader kunt u de
basis-lichtsterkte corrigeren.
U kunt met de lichtorgelfunctie variëren door van bank te
wisselen. De lichtorgelfunctie kan vrij met de andere functies
van het paneel worden gecombineerd.
). De niveau-aanpassing
en schuif de Faders
6. DE LOOPLICHTBESTURING
(CHASE)
Looplichten (Chases) zijn reeksen scènes (Presets of
Memorys), die worden opgeslagen en achter elkaar worden
afgespeeld. Het LC2412 kan in totaal 650 Chase-stappen opslaan
en 99 Chases in het geheugen paraat houden, die elk ook uit tot
99 stappen kunnen bestaan.
Voor het afspelen van de looplichten zijn er meerdere
mogelijkheden:
4.5 Memorys per stuk op het podium
beoordelen (Live-modus)
De Live-modus geeft u de mogelijkheid de verschillende
Memorys en Chases op het podium te beoordelen, zonder dat u
daarvoor het lopende programma hoeft te onderbreken. De Livemodus keert dus de gebruikelijke verhoudingen om, waarbij een
programma op het podium te zien, is terwijl u met de Previewfunctie looplichten en Memorys in de achtergrond met behulp
van de controle-LEDs kunt bewerken.
In de Live-modus is het zo, dat u bij geactiveerde Previewfunctie Memorys naar het podium kunt schakelen en bewerken,
zonder een lopend programma te hoeven onderbreken.
Alleen is dit zo lang niet zichtbaar. Zo is het ook met de gekozen
Chase: De Chase is bij ingedrukte NUMBER-toets
podium te zien.
1. Schakel eerst PREVIEW in.
2. Zet de Live-modus aan, door op de LIVE-schakelaar
drukken.
3. Selecteer voor elke Flash-toets een Memory. Het Memory
wordt weergegeven. Via de MODIFY-optie in het display
heeft u nu de mogelijkheid, het Memory aan te passen.
12
6. DE LOOPLICHTBESTURING (CHASE)
op het
te
s door het basritme van een aangesloten audiosignaalbron
(bijv. CD-speler) bestuurd;
s door de interne klokgenerator bestuurd (snelheid instellen
met SPEED-Fader
s stappen stuk voor stuk met de hand doorlopen;
s overfaden van de ene stap naar de volgende met de X-
FADE-regeling.
);
6.1 Looplichten programmeren of wissen
Looplichten kunnen uit Presets worden samengesteld (Level
Chase) of uit Memorys (Memory Chase).
6.1.1 Level Chase programmeren
1. Druk op de toets CHASE . Het PROGRAMM-display
geeft de volgende tekst weer (voorb.):
Afb. 6.1: Display Chase programmeren
Page 13
EUROLIGHT LC2412
LEVEL is aangevinkt, als u Presets heeft opgeslagen, MEMORY,
als u Memorys als looplichtstappen heeft opgeslagen.
Mocht MEMORY zijn aangevinkt, selecteer dan een andere
Chase (met DATA-Wheel
wilt overschrijven.
2. Selecteer LEVEL door op de SOFT A-toets
Afb. 6.2: Display Level Chase programmeren
Druk op de SHIFT-toets als de display een andere tekst
toont.
Door met het DATA-Wheel te draaien wordt de ene stap na
de andere (op de controle-LEDs) weergegeven.
3. Door middel van de kanaal-Faders van de A PRESET-sectie
bewerkt u nu elke geselecteerde stap. Om een of meer reeds
actieve kanalen te veranderen, dient u eerst de desbetreffende
Fader in de van tevoren opgeslagen stand te zetten (vastklikken).
4. Met de SOFT A-toets kiest u ENTER en slaat deze stap
zodoende op. Wilt u de stap wissen, selecteer dan DELETE.
Het display springt automatisch naar de eerstvolgende hogere
stap, die dan net zo wordt weergegeven.
Bewerk deze op dezelfde wijze, of selecteer met het DATA-
Wheel een andere stap.
Met de QUIT-toets sluit u de programmering af.
), wanneer u de actuele niet
te drukken.
6.1.2 Memory Chase programmeren
1. Begin met de programmering zoals boven beschreven met
een druk op de CHASE-toets
2. Selecteer een Chase met het DATA-Wheel. Op het display
kunt u zien, of het om een Level Chase of om een Memory
Chase gaat.
3. Met de SOFT B-toets selecteert u MEMORY.
.
+ Mocht u een Level-Chase hebben geselecteerd en
u kiest MEMORY (of omgekeerd), dan wordt u
per Display gevraagd, of u een nieuw looplicht wilt
programmeren. Wanneer u de optie YES kiest,
dan wordt de oorspronkelijke Chase overschreven.
4. Selecteer een geheugenbank met de UP/DOWN-toetsen
en door het drukken op een FLASH-toets een Memory. Dit
wordt door de controlelichten weergegeven.
1. Druk op de CHASE-toets
behulp van het DATA-Wheel selecteert u de desbetreffende
Chase.
2. Met SOFT A of B (LEVEL of MEMORY in het display)
bepaalt u welk type Chase u na het wissen van de stappen
wenst te programmeren. Indien u alleen wenst te wissen,
kies dan een andere optie om in het volgende keuzevenster
te komen.
3. Om de Shift-functie in te schakelen drukt u op de
SHIFT-toets
Afb. 6.4: Display Looplicht-stappen wissen
4. Met SOFT B kiest u de optie DELALL. Hiermee worden alle
stappen van het desbetreffende looplicht gewist. U kunt nu
direct met het programmeren van een nieuw looplicht beginnen.
Als u bij punt 2 de optie MEMORY gekozen heeft, dan moet
u eerst nog op de SHIFT-toets drukken.
.
, om in het menu te komen. Met
6.2 Looplichten afspelen en stoppen
Looplicht selecteren: Houdt de NUMBER-toets ingedrukt.
Het actuele looplicht wordt op de controle-LEDs weergegeven,
zonder dat dit op het podium te zien is (automatische Preview).
Terwijl u de NUMBER-toets ingedrukt houdt, kunt u met het
DATA-Wheel
weergeven.
Met de SPEED-regeling
Laat de NUMBER-toets los, en het looplicht wordt afgespeeld.
Om het looplicht op het podium te kunnen zien, moeten de
CHASE-Fader
Looplicht stoppen
1. Schuif de CHASE-Fader
toestand).
2. Druk op INSERT of MANUAL.
3. Schakel de SOUND- of RUN-modus uit.
4. Selecteer een looplicht, dat geen geprogrammeerde stappen
bevat.
6.2.1 Looplichtbesturing door muziek
Wanneer u een audiosignaalbron aan de ANALOG IN-bus
aan de achterkant van de EUROLIGHT LC2412 heeft aangesloten,
kunt u het tempo van de Chase door het basritme van de muziek
laten bepalen.
Tabel 6.1 toont de hiervoor benodigde instellingen:
alle geprogrammeerde looplichten laten
stelt u het gewenste tempo in.
en de MAIN-Fader opengeschoven zijn.
naar 0 (alleen in uitgefade
Afb. 6.3: Display Memory Chase programmeren
Het display toont het gekozen Memory en de geheugenbank
waar zich dit Memory bevindt. Voorbeeld:
STEP: 01 09 (Memory) 04 (Bank).
5. Bevestig de selectie met SOFT A (ENTER).
6. Voer op dezelfde manier zoveel Memorys in als u wilt (max.
99 Steps).
7. Sluit het programmeren af met de QUIT-toets.
6.1.3 Looplichten wissen
Ga als volg te werk indien u een Chase volledig wenst te
wissen:
6. DE LOOPLICHTBESTURING (CHASE)
ToetsA anUit
INSERT
MANUAL
SOUND
RUN
Tab. 6.1: Looplichtbesturing door Sound
Looplichtstappen kunnen parallel ook met de STEP-toets
worden geactiveerd. Met de X-Fade-regeling stelt u daarbij de
overfadesnelheid in.
13
Page 14
EUROLIGHT LC2412
6.2.2 Looplichtbesturing door SPEED-Fader (RUN)
Wilt u het ritme van de looplichten door de interne generator
laten sturen, dan dient u door meerdere malen op de SOUND/
RUN-toets
Via de SPEED-regeling
Net als bij de Sound-besturing kunt u de looplichtstappen ook
met de STEP-toets (evt. ook met een aan de FOOTSWITCH-bus
aangesloten voetpedaal) triggeren.
Tab. 6.2: Looplichtbesturing met interne klokgenerator
Druk op de MANUAL-toets . Met de X-FADE-regeling kunt
u een looplicht stap voor stap van de ene naar de volgende
overfaden.
Tab. 6.3: Looplichtbesturing door middel van de X-Fade-
In het display wordt elke stap weergegeven, de STEP-toets is
buiten gebruik. Als u bovendien de INSERT-toets inschakelt, kunt
u tussen de twee als laatste gekozen stappen heen- en weerfaden.
Tab. 6.4: Heen- en weer-faden met behulp van de X-Fade-
6.2.4 Handmatig overfaden met de STEP-toets
Is de MANUAL-toets uitgeschakeld en de SOUND- en RUNtoets zijn uitgeschakeld, dan kunt u looplichtstappen alleen met
de STEP-toets (of met een voetpedaal) triggeren.
te drukken Run inschakelen (gele LED brandt).
regelt u het tempo.
ToetsA anUit
INSERT
MANUAL
SOUND
RUN
6.2.3 Handmatig overfaden met de
X-FADE-regeling (Manual Mode)
ToetsAanUit
INSERT
MANUAL
ToetsAanUit
INSERT
MANUA L
ToetsA anUit
INSERT
MANUAL
SOUND
RUN
Tab. 6.5: Looplichtbesturing met de STEP-toets
regeling
regeling
+ In plaats van tussen Chase Steps heen en weer te
faden, kunt u ook na het activeren van de Insertfunctie een Memory selecteren (FLASH-toetsen
/) en tussen de laatste Step en het Memory
heen- en weer-faden. Ook kunt u met de STEP-toets
tussen een Preset en een Memory (of een Step)
traploos overfaden.
Ga hiervoor als volgt te werk:
1. Zet de lopende Chase met de INSERT-toets stop.
2. Selecteer een Memory met een van de FLASH-toetsen.
3. Schuif één of meerdere Preset-Faders open (A Fader
is dichtgeschoven).
4. Voeg de ingestelde Preset in met de PRESET FLASH-toets.
5. Fade van de een naar de ander met de Step-toets.
6.2.5 Memory Steps vervangen
Om een Memory Step binnen een looplicht te vervangen, dient
u de volgende stappen uit te voeren:
1. Toets CHASE
selecteren (het moet een Memory Chase zijn).
2. SOFT B-toets indrukken. Nu kunnen de verschillende Chasestappen met het DATA-Wheel worden doorlopen en worden
daarbij zichtbaar op de LEDs. Selecteer de stap die u wilt
vervangen. Boven rechts worden de plaats in de bank en de
Bank van de actuele Step getoond.
3. Selecteer een nieuw Memory, dat het oude dient te vervangen.
4. Druk op SOFT A voor ENTER. Het display springt automatisch
naar de volgende stap.
5. Vervang nog meer Steps of sluit de programmering af met
QUIT.
6.2.6 Memory Steps invoegen
1. Voer dezelfde stappen uit als in paragraaf 6.2.5, punt 1 en punt
2. In dit geval selecteert u echter de stap, voor degene waar u
een nieuwe stap wilt invoegen. Deze en alle daarop volgende
stappen schuiven bij het invoegen een stap naar boven op.
2. Schakel de Shift-functie in (SHIFT-toets
3. Selecteer het Memory (Flash-toets) dat u wilt invoegen. Het
Memory wordt op de LEDs weergegeven.
4. Druk op SOFT A voor INSERT.
5. Voeg meer Steps in, of sluit deze programmering met QUIT af.
6.3 Looplichten opslaan als Memorys
U kunt tot maximaal vijf looplichten tegelijk afspelen, als u vier
looplichten op de hiervoor bedoelde bankplaatsen 9-12 opslaat.
Een reeds voorhanden programmering wordt hierbij overschreven.
1. Druk op de CTM-toets
indrukken, Chase met het DATA-Wheel
).
.
Insert
Als u bovendien de INSERT-toets inschakelt, kunt u tussen de
twee als laatste gekozen stappen heen- en weer-faden.
+ Mocht u net een looplicht (Chase) laten lopen, dan
wordt dit onderbroken zodra u de INSERT-toets
indrukt. Als u weer op de INSERT-toets drukt, loopt
de Chase verder. INSERT en MANUAL kunt u ook in
de modi SOUND en RUN gebruiken.
14
6. DE LOOPLICHTBESTURING (CHASE)
Afb. 6.5: Startmenu voor de CTM-programmering
2. Selecteer een Memory-bank met de UP/DOWN-toetsen .
3. Met een van de vier Flash-toetsen
Memory, waarop de Chase zal worden opgeslagen. Deze
Flash-toetsen zijn van een tweede (gele) LED voorzien, die
in de maat oplicht als u op die plek een looplicht heeft
opgeslagen.
selecteert u een
Page 15
Afb. 6.6: Keuzemenu voor Memory, looplichtnummer en
Links boven in het display worden het Memory-nummer en de
bank weergegeven die u heeft gekozen.
4. Selecteer nu een looplicht door aan het DATA-Wheel te draaien.
Het geselecteerde looplicht wordt op de controlelichten
weergegeven, zonder dat dit op het podium te zien is.
5. Tempo invoeren:
a) Invoer via DATA-Wheel: Houdt de SOFT A-toets ingedrukt
en selecteer een tijd door aan het DATA-Wheel te draaien
(tot max. 10 sec.).
b) Automatisch door het basritme laten besturen: Kies met
behulp van de SOFT B-toets
LED in de Flash-toets geeft dan het basritme weer.
6. Sluit het programmeren met de QUIT-toets af.
ritmegever-modus
voor de optie EXT. De gele
6.3.1 Als Memory opgeslagen looplichten (CTM)
afspelen
Het afspelen van de in het Memory opgeslagen looplichten
werkt op dezelfde wijze als bij de andere Memorys. Om ze op
het podium te laten afspelen, moet u dus de Bank selecteren, de
Memory-Fader en de B-Fader
openschuiven.
6.3.2 CTM beoordelen en bewerken
Afspeelmodus en tempo
Nadat de Chase geprogrammeerd is, kunt u nog de
afspeelmodus en het tempo controleren en veranderen, zonder
dat dit op het podium gezien wordt. Dat is vooral dan handig,
wanneer u net bezig bent met een lichtshow en geen tijd heeft,
in alle rust een looplicht te programmeren.
EUROLIGHT LC2412
7. EXTRA FUNCTIES VAN DE LC2412
7.1 Programmering vergrendelen
Om te voorkomen, dat onbevoegden uw Programmering
veranderen, kunt u de programmeerfuncties van het paneel
blokkeren. U kunt tussen verschillende vergrendelfuncties kiezen:
Bedrijfsmodus LOCK PRESET
De LC2412 kan alleen nog in de Preset-modus worden gebruikt,
het oproepen van Memorys is niet meer mogelijk. Chases kunnen
nog wel worden afgespeeld.
Bedrijfsmodus LOCK PROGRAMMING
Het paneel kan nog steeds worden gebruikt, alleen het
veranderen van geprogrammeerde Memorys of Chase-stappen
is pas na het opheffen van de vergrendeling weer mogelijk.
Vergrendelen / vergrendeling opheffen
1. Houd SOFT A en SOFT B ingedrukt en druk tegelijkertijd op de
FLASH-toets voor kanaal 1 (helemaal links).
2. Met het DATA-Wheel kunt u nu verschillende menus selecteren.
3. Heeft u de geschikte modus gevonden, dan kunt u door een
druk op de SOFT B-toets de blokkering activeren en weer
opheffen.
4. Sluit het programmeren met de QUIT-toets af.
7.2 Uitgang blokkeren (Hold)
Als u de paneeluitgang in een bepaalde toestand wilt vastzetten
en ondertussen een andere instelling wilt uitvoeren, kunt u
daarvoor de HOLD-toets gebruiken.
1.Druk op de HOLD-toets
.
1. Activeer de PREVIEW-toets
(Flash-toetsen 9-12), dat u wilt beoordelen en evt. bewerken.
Afb. 6.7: Display CTM controleren en bewerken
Rechts boven in het Display worden nu het Memory (11) en de
Bank (04) aangegeven.
2. Het ritme en de afspeelmodus invoeren zoals beschreven
onder punt 5 van paragraaf 6.3.
3. Sluit het programmeren met QUIT af.
en selecteer het Memory
6.4 Chase in Live-modus controleren
De Live-modus kan ook voor Chases worden gebruikt. Meer
informatie over de Live-modus vindt u in paragraaf 4.5.
Om looplichten in de Live-modus te controleren, gaat u als
volgt te werk:
1. Schakel over op de Live-modus door het indrukken van de
LIVE-schakelaar.
2. Druk op de NUMBER-toets. Het looplicht is actief op het toneel
zolang u de toets ingedrukt houdt.
3. Om de Live-modus weer te verlaten, drukt u gewoon weer
op de LIVE-schakelaar.
3. Wilt u een nieuwe Chase starten, selecteer dan op de
gebruikelijke wijze de Chase door de NUMBER-toets in te
drukken en aan het DATA-Wheel te draaien. De desbetreffende geselecteerde Chase wordt met de controle-lichten weergegeven, zolang als u de toets ingedrukt houdt.
Hold beëindigen
Om van de ene naar de andere instelling zacht over te faden,
schuift u de MAIN-Fader helemaal dicht en daarna weer open. Bij
het omhoog schuiven van de Fader laat u de oude instelling uiten de nieuwe infaden.
De Hold-modus wordt automatisch uitgeschakeld, als de MAINFader bij het weer omhoog schuiven de bovenste rand bereikt.
In het display kunt u met de toets SOFT B, CANCEL selecteren,
om de modus weer te verlaten.
7.3 De bijzondere kanalen
De twee bijzondere kanalen en zijn speciaal geschikt
voor effecten, die u onafhankelijk van de andere instellingen van
de EUROLIGHT LC2412 wilt kunnen bedienen. Rookmachines,
kleurenwisselaars of motors van spiegelbollen zijn bijv. dergelijke
effecten. U kunt voor deze twee kanalen speciale schakelmodi
inprogrammeren:
s Toggle-modus: De SPECIAL-toets werkt als een schakelaar.
Als u op de knop drukt en hem weer loslaat, is de rookmachine
(of een andere functie) ingeschakeld. Om deze weer uit te
schakelen, moet u de knop weer indrukken en loslaten.
7. EXTRA FUNCTIES VAN DE LC2412
15
Page 16
EUROLIGHT LC2412
s Flash-modus: De SPECIAL-knop is slechts zolang in-
geschakeld, als u deze ook ingedrukt houdt. Zodra u de knop
loslaat, wordt de aan dit kanaal toegewezen functie weer
uitgeschakeld.
s Kill-modus: Net als in de Flash-modus wordt de aangesloten
functie alleen ingeschakeld, terwijl u de knop ingedrukt houdt.
Bovendien schakelt u echter tegelijk alle andere functies uit.
Om de verschillende modi te programmeren, voert u de volgende
stappen uit:
1. Druk op de UTILITY 2-toets
2. Selecteer met SOFT B de optie MORE.
3. Via het display kiest u met d SOFT A-toets
SELECT SPECIAL.
4. In het volgende menu wordt de toets SPECIAL 1 met KEY 1
aangeduid (SPECIAL 2: KEY 2). Wilt u de modus van deze
toets veranderen, houd dan de toets SOFT A (voor KEY 1,
SOFT B voor KEY 2) ingedrukt en selecteer met het DATAWheel de gewenste optie.
5. Met de QUIT-toets bevestigt u de selectie en keert naar het
hoofdmenu terug.
De bijzondere kanalen worden bij de toewijzing aan DMX-kanalen
als paneelkanalen 25 en 26 aangeduid (zie ook paragraaf 8.2.2.)
.
de optie
7.4 Theatermodus
Met de EUROLIGHT LC2412 heeft u de mogelijkheid, een lang
arrangement (99 stappen) op te slaan, waarin u voor elke stap
een individuele overfade-tijd kunt definiëren. Op deze manier
kunt u een geraamte voor een compleet toneelstuk in het
Cachegeheugen laden, dat u dan nog met Presets en Memorys
kunt aanvullen. De Theatermodus is dus een speciale vorm van
Chase-programmering. Om het temporele verloop flexibel te
houden, worden de opeenvolgende stappen niet door een
audiosignaal of automatisch bestuurd, maar elk apart met de
hand getriggerd.
Basisinstellingen voor de Theatermodus
Om in de Theatermodus te kunnen werken, dient er aan de
volgende voorwaarden te zijn voldaan:
s De looplichtbesturing via de interne klokgenerator (RUN) moet
uit staan.
s de looplichtbesturing via een extern audiosignaal (SOUND)
moet uit staan,
s MANUAL
s INSERT
moet uit staan,
moet ook uit staan.
1. Zet de Theatermodus in, zoals in de voorgaande paragraaf
beschreven.
2. Druk op de toets CHASE
3. Selecteer LEVEL of MEMORY.
4. Bewerk de gewenste stap of selecteer een Memory.
5. Druk op SOFT A voor ENTER.
6. Draai aan het DATA-Wheel om de gewenste Fade-tijd (max.
10 sec.) in te stellen. Wanneer er al een Fade-tijd in is gesteld,
wordt deze weergegeven.
7. Selecteer met SOFT A de optie CONT (Continue). Daarmee
wordt uw programmering overgenomen en kunt u de volgende
stap en de Fade-tijd invoeren.
8. Druk op de QUIT-toets om naar het hoofdmenu terug te keren.
en selecteer een looplicht.
+ De opgeslagen Fade-tijden kunnen ook, net als de
looplichten en Memorys, op de Memory Card
worden opgeslagen.
7.5 De MIDI-functies
MIDI-besturingsbevelen kunt u niet alleen gebruiken om
muziekinstrumenten mee te bedienen, maar ook voor de besturing
van de functies van de LC2412. Hiervoor heeft u een SequencerSoftware-programma nodig, waarmee u de betreffende bevelen
kunt invoeren.
Het grote voordeel van de MIDI-programmering is, dat u een
complete show via MIDI kunt inprogrammeren en deze dan
gewoon kunt laten afspelen.
Een eenvoudige en tegelijk geniale mogelijkheid shows op te
slaan, is om ze via MIDI Out naar de MIDI-sequencer over te
zetten. Een MIDI-implementatietabel, evenals de noodzakelijke gegevens bij de verschillende Controllers zijn in
de bijlage van deze handleiding te vinden.
7.5.1 Het koppelen van twee EUROLIGHT LC2412
De besturing via MIDI geeft u bovendien de mogelijkheid, een
tweede LC2412 aan het eerste paneel te koppelen. Verbind
hiervoor de MIDI OUT-bus
met de MIDI IN-bus
In het menu dient de MIDI-werkmodus te worden ingesteld.
1. Druk op de UTILITY 2-toets.
2. Kies de optie MORE.
van het eerste paneel (zender)
van de tweede LC2412 (ontvanger).
7.4.1 Theatermodus inschakelen
Voor het instellen van de Theatermodus dienen de volgende
stappen te worden uitgevoerd:
1. Druk op de UTILITY 1-toets.
2. In het volgende menu kiest u met behulp van de SOFT Btoets voor de optie MORE.
3. Met de SOFT B-toets kunt u de Theatermodus daarna in- of
uitschakelen.
4. Druk op de QUIT-toets om naar het hoofdmenu terug te keren.
Is de Theatermodus ingeschakeld, dan wordt dit in het display
door de aanduiding T weergegeven.
7.4.2 Fade-tijden in de theatermodus programmeren
Aangezien de Theatermodus een speciaal soort looplicht is,
maakt de programmering van de stappen voor de Theatermodus
ook gebruik van het menu en de bediening voor looplichten. Ook
wordt het in de Theatermodus opgeslagen arrangement gewoon
als Chase opgeslagen.
Gaat u dus als volgt te werk, om stappen voor een looplicht in
de Theatermodus te programmeren:
16
7. EXTRA FUNCTIES VAN DE LC2412
Afb. 7.2: Display SELECT MIDI
3. Kies de optie SELECT MIDI.
Afb. 7.3: Display MIDI-kanaal
4. Met het DATA-Wheel kunt u nu het MIDI-kanaal selecteren,
waarop ontvangen (IN) of gezonden (OUT) dient te worden.
Met de SOFT A-toets stelt u het paneel in op ontvangen,
met de SOFT B-toets op zenden.
Alle instellingen die u in het eerste paneel invoert, worden dan
parallel op het tweede paneel ook uitgevoerd (bijv. ook een
wisseling van geheugenbank).
Page 17
U kunt dus Presets, Memorys en Chases vanuit het eerste
paneel (Master) oproepen. Er worden daarbij alleen
besturingsbevelen overgedragen, het geheugen van het tweede
paneel (Slave) wordt niet veranderd.
EUROLIGHT LC2412
+ Aangezien de LC2412 een eigen gegevensformaat
gebruikt, kan de geheugenkaart na de formattering
niet meer door een PC worden gelezen!
+ Dit geldt niet voor de MAIN-Fader van het tweede
paneel. De basislichtsterkte van het ontvangende
paneel bepaalt u handmatig.
Programmering
Wanneer u twee lichtpanelen met elkaar koppelt, dient u de
programmering van Chases en Memories parallel uit te voeren,
d.w.z. concrete Memory-programmeringen worden niet van het
ene paneel naar het andere overgebracht, maar alleen
oproepbevelen.
7.7 Afwijkende lichtsterktes aan elkaar
aanpassen
De EUROLIGHT LC2412 geeft u de mogelijkheid, de verschillende
intensiteit van diverse belichtingsmiddelen op elkaar af te
stemmen. Hiervoor kunt u voor lampen, waarvan de lichtsterkte
bij gelijke Fader-instelling lager is, sterker zetten. De oorspronkelijk
donkerder lijkende spot wordt dan sterker aangestuurd en geeft
daardoor dezelfde helderheid.
Programmeer deze instelling met de volgende stappen:
1. Druk op UTILITY 1.
2. Selecteer de optie MORE met SOFT B.
3. Selecteer SELECT CURVE met SOFT A.
4. Het display geeft nu boven links het kanaal weer, rechts
daarnaast de status LINEAR (Standaardinstelling) of CURVE
(versterking). Met SOFT A of SOFT B kunt u nu de gewenste
status voor dit kanaal instellen.
5. Door middel van het DATA-Wheel kunt u het betreffende
kanaal selecteren.
6. Sluit het programmeren met de QUIT-toets af.
7.8 Alle instellingen wissen/
versieweergave Software
Om alle geprogrammeerde instellingen te wissen en
helemaal van voren af aan te beginnen, gaat u alstublieft als
volgt te werk:
Afb. 7.4: MIDI-kabelaansluitingen
7.6 Data op een Memory-Card opslaan
De EUROLIGHT LC2412 is een zeer flexibel apparaat, waarvan
u het aantal toepassingen nog kunt uitbreiden, door complete
Chases en Memorys op een Memory Card (PCMCIA ATA Flashkaart met 4 MB geheugencapaciteit) op te slaan.
s Steek de kaart in de desbetreffende Slot
merkt de aanwezigheid van een geheugenkaart automatisch
op. Een nieuwe kaart moet eerst worden geformatteerd,
voordat u deze kunt gebruiken. Kies hiervoor de optie YES.
s U kunt nu een van de 25 geheugenplaatsen met het DATA-
Wheel selecteren. In elke van de 25 plaatsen kunnen de
volledige paneelinstellingen worden opgeslagen.
s Het display laat zien, of er op de geselecteerde geheugen-
plaats al gegevens staan of niet.
s Met SOFT A (SAVE) kunt u nu de gegevens van het
geheugen van het lichtpaneel naar de kaart overzetten. Drukt
u op SOFT B (LOAD), dan worden de data van de kaart
naar het geheugen van het lichtpaneel overgezet.
. De LC2412
+ LET OP: Als u data op een reeds bezette plaats
opslaat, worden de eerder opgeslagen gegevens
over-schreven! Op dezelfde wijze wordt het
geheugen van het lichtpaneel overschreven, als u
gegevens van de kaart download. Zet het geheugen
dus veilig weg op de kaart, als u de gegevens wilt
behouden.
1. Druk op de toetsen SOFT A en SOFT B en houd ze ingedrukt.
Dan drukt u op de FLASH-toets 1. De Software-versie wordt
in het display weergegeven. Door aan het DATA-Wheel te
draaien vindt u nog andere menus en weergaven (geheugen
wissen, vergrendelen van de programmeerfuncties, vrije
geheugenruimte, toestand van de interne A/D-omvormer,
zelfanalyse).
2. In het display verschijnt nu de tekst DELETE ALL en de
optie YES. Met de SOFT B-toets selecteert u deze optie.
Afb. 7.5: Display Alle instellingen wissen
3. Voor de zekerheid hebben we nog een stap ingebouwd.
Kies met de onder de opties aangebrachte toetsen Soft A
(NO) of Soft B (YES) voor een van de twee mogelijkheden.
Als u voor YES kiest, wist u alle Memorys en opgeslagen
looplichten (Chases). Daarbij worden ook alle voorinstellingen
die andere functies van het lichtmengpaneel betreffen, op
standaardwaarden teruggezet (SOLO ALL ENABLED, CURVE ALL LINEAR).
7. EXTRA FUNCTIES VAN DE LC2412
17
Page 18
EUROLIGHT LC2412
8. DIMMERSTURING
8.2.2 DMX-kanalen toewijzen (Softpatch)
Softpatch betekent: U kunt aan een paneelkanaal tot max. drie
DMX-kanalen toewijzen, die u vrij kunt kiezen.
+ U kunt elk DMX-kanaal slechts aan één Fader
toewijzen. Anders zou u bij ongelijke Faderinstelling tegenstrijdige bevelen geven.
Om het prestatievermogen van de DMX512 en daarmee dat
van de LC2412 doorzichtig te maken, dient er onderscheid te
worden gemaakt tussen drie soorten kanalen:
Paneelkanalen
De kanalen van uw LC2412 (=24+2 kanalen) zijn 26 routes, via
welke u bevelen kunt versturen.
Dimmerkanalen (Dimmercircuits)
De Dimmerpacks zijn het vermogensstuk van het lichtbesturingssysteem, vergelijkbaar met de versterker-eindtrappen
van een PA-installatie voor audio. Elk Dimmerkanaal is
toegewezen aan een DMX-kanaal. D.w.z. dat hij slechts van
één kanaal bevelen kan ontvangen. Als een dimmercircuit een
maximaal vermogen van bijv. 2,3 kW aan kan, dan kunnen er
meerderde lampen, schijnwerpers, etc. worden aangesloten
(bijv. 4 x 500 W).
DMX-kanalen
Een DMX-kanaal bestaat uit een digitaal overdraagbare
informatie-eenheid van 1 Byte (8 bits), waardoor dus 256
verschillende informaties kunnen worden overgedragen. De
overdracht vindt sequentieel plaats, d.w.z. vanuit de zender
wordt uitgaande van kanaal 0, elk kanaal tot het hoogste gebruikte
kanaal doorgeteld en de overeenkomstige informatie overgedragen.
Afb. 8.1: Standaardkabelaansluiting aan dimmers met
analoge en/of digitale besturing
8.1 Analoge besturing
Behalve door middel van de moderne digitale DMX512-interface
kunt u bij de EUROLIGHT LC2412 de dimmerbesturing ook via de
analoge uitgang (ANALOG OUT
U kunt daarmee wel maar twaalf dimmerkanalen plus twee
bijzondere kanalen (alleen 0 Volt of 10 Volt) aansturen.
, 0-10 V DC) laten verlopen.
8.1.1 Analoge dimmers via DMX512 aansturen
Met behulp van een zogenaamde Demultiplexer (Demux) kunt
u de digitale DMX512-bevelen in analoge besturingssignalen
omzetten en zo uw analoge Dimmerpacks aansturen.
8.2 Digitale besturing via DMX512
8.2.1 Bijzonderheden van de digitale besturing
Formaat van de interface (EIA-485)
De DMX512-standaard maakt voor datatransfer gebruik van
de RS485 interface-standaard. De data worden daarbij achter
elkaar voor elke van de aangesloten dimmers overgedragen (tot
max. 512 kanalen). Hoe meer dimmers er aangesloten zijn, des
te langer wordt het tijdsinterval tot het volgende bevel aan dit
kanaal.
+ In de praktijk is het daarom aan te bevelen, de
gebruikte kanalen te beperken, om een maximale
Refresh-Rate te krijgen. Sluit daarom geen veel
hogere nummers aan, dan het aantal daadwerkelijk
aangesloten kanalen.
In combinatie met de DMX5120-standaard kunnen door een
zender (LC2412) tot max. 32 belastingseenheden worden
aangestuurd. Een belastingseenheid komt daarbij overeen met
één DMX512- c.q. RS485-ontvanger, zoals bijv. in een
Dimmerpack is ingebouwd.
+ Bezet liefst geen hogere nummers dan het aantal
kanalen dat u daadwerkelijk nodig heeft, om een
snelle gegevensoverdracht te verkrijgen.
Om aan de diverse paneelkanalen de gewenste DMX-kanalen
toe te wijzen (of anderszins de toewijzing van de kanalen te
bekijken) doorloopt u de volgende stappen:
1. Druk op de UTILITY 2-toets.
Afb. 8.2: Display DMX Patch 1
2. Met de SOFT A-toets selecteert u DMX PATCH.
Afb. 8.3: Display DMX Patch 2
3. Met de Flash-toetsen selecteert u eerst het paneelkanaal,
waar u een DMX-kanaal aan wilt toewijzen (kanalen 13-24:
overschakelen naar de Upper-modus, SPECIAL 1 (kanaal
25) en SPECIAL 2 (kanaal 26) door het indrukken van de
toetsen
4. Met het DATA-Wheel kiest u een DMX-kanaal.
Als dit DMX-kanaal reeds in gebruik is, wordt dit in het display
samen met het betreffende paneel-kanaalnummer weergegeven. Selecteer het paneelkanaal (Flash-toets), en selecteer
OPEN (SOFT B-toets). Begin opnieuw bij punt 3. Of u kunt
ook gewoon een ander DMX-kanaal kiezen
5. Druk op de SOFT A-toets (optie CONNECT) en verbind
zodoende paneelkanaal en DMX-kanaal. Wilt u meerdere
en ).
18
8. DIMMERSTURING
Page 19
EUROLIGHT LC2412
l
DMX-kanalen met het zelfde paneelkanaal verbinden, kies
dan eenvoudig nog een DMX-kanaal en verbind dit weer.
6. Keer met de QUIT-toets terug naar het hoofdmenu.
Kanalen 1:1 verbinden of alle verbindingen verbreken.
1. Ga te werk zoals onder 8.2.3 stap 1 en 2.
2. Druk op de SHIFT-toets
Afb. 8.4: Display DMX Patch 3
3. Met de SOFT B-toets selecteert u nu ALL CLEAR, om alle
verbindingen te verbreken, met SOFT A keert u naar de
standaardinstelling ALL 1:1 terug.
.
9. INSTALLATIE
Voor de verschillende toepassingen heeft u een grote
hoeveelheid verschillende kabels nodig. De volgende afbeeldingen geven aan hoe deze kabels eruit moeten zien. Gebruikt u
alstublieft altijd kabels van goede kwaliteit.
9.1 Geadviseerde kabels voor DMX512
De kabels dienen voor interfaces volgens de specificaties
EIA-485 of EIA-422 geschikt te zijn. Voor de overdracht van
DMX512-signalen adviseren wij het gebruik van dubbel-aderig
getwiste, afgeschermde dataleidingen, zoals ze bijv. ook voor
de overdracht van digitale audiogegevens in AES/EBU-formaat
worden gebruikt.
Het is ook mogelijk goede microfoonkabel te gebruiken, bij
afstanden groter dan ca. 500 m is de overdracht niet meer
toelaatbaar.
9.3.2 Sub D-verbinding (analoge besturing)
De volgende tabel toont de kanaalverbindingen van de
verschillende contacten van de Sub D-verbinding voor de analoge
dimmersturing.
Tab. 9.1: Kanaalaansluiting van de Sub D-verbinding
9.3.3 MIDI-verbinding
De verbinding met andere MIDI-apparaten of een andere
EUROLIGHT LC 2412 wordt met gangbare MIDI-kabels gelegd.
Deze kabels mogen niet langer zijn dan ca. 15 m.
9.3.4 Audioverbinding
Om de EUROLIGHT LC2412 met een audiosignaal aan te sturen,
gebruikt u alstublieft een monoklinkerstekker met standaardbedrading.
9.2 Afsluitweerstand (bus-terminering)
Een andere voorwaarde voor foutloze gegevensoverdracht
is het gebruik van een afsluitweerstand aan het einde van de
DMX-serie. Om dit te bereiken wordt een 120-Ohm weerstand
tussen de twee leiders (Pin 2 en Pin 3) in een extrastekker
ingesoldeerd en deze stekker dan met de DMX Out-bus van het
laatste aangesloten apparaat verbonden. Korte verbindingen
(enkele meters) hoeven niet getermineerd te worden.
9.3 Stekkeraansluitingen
9.3.1 DMX512-verbinding
De DMX512-norm schrijft het gebruik van 5-polige XLR-stekkers
voor. De juiste manier van aansluiten ziet u op afb. 9.1.
Afb. 9.2: Monoklinkerstekker voor audiosignaal
Afb. 9.1: 5-polige XLR-stekker voor DMX512-verbinding
9. INSTALLATIE
19
Page 20
EUROLIGHT LC2412
9.3.5 Voetpedaal
Het voetpedaal kunt u gebruiken om er Chase-stappen mee te
triggeren. Zo heeft u beide handen vrij, om de LC2412 te bedienen
en in te stellen.
Afb. 9.3: Bedrading van de voetpedaalstekker
Bij het omschakelen met het voetpedaal wordt de verbinding
van de twee contacten gesloten, zolang er druk op het pedaal
wordt uitgeoefend. Het is dus geen schakelaar.
9.4 Rack-montage
Vanuit de fabriek zijn er bij uw EUROLIGHT LC2412 rackhaken
geleverd, die u naar behoefte eenvoudig aan de zijkant kunt
vastschroeven.
+ Let alstublieft op voldoende ventilatie om over-
verhitting van het apparaat te voorkomen!
10. TECHNISCHE GEGEVENS
KANALEN26 (24+2 omschakelbare
bijzondere kanalen)
DMX78 van 512 DMX-kanalen
(max. 3 DMX-kanalen per kanaal)
MEMORYSmax. 120
LOOPLICHTENmax. 99
Stappenmax. 650, per looplicht tot 99
INGANGEN
Analog In6,3 mm monoklinkerbus,
asymmetrisch
NiveauLine-niveau
Voetpedaal6,3 mm monoklinkerbus,
MIDI InDIN 5 -polige bus
UITGANGEN
DMX512 OutXLR 5-polige bus, komt overeen
met DMX512/1990-standaard
MIDIOutDIN 5-polige bus
Analog OutSub D-bus, 15-polig
Niveau0/+10 V DC
Min. lastimpedantie600 Ω
MEMORY-CARD
FormaatPCMCIA ATA Flash-kaart
Geheugencapaciteit4 MB
Type batterijen*3 V lithiumbatterij (bijv. CR2032)
STROOMVOORZIENING
NetspanningUSA/Canada 120 V~, 60 Hz
Europa/U.K./Australië 230 V~, 50 Hz
Japan 100 V~, 50 - 60 Hz
Universeel exportmodel120/230 V~, 50 - 60 Hz
Netbelasting27 W
Zekering100 - 120 V~: T 1 A H 250 V
200 - 240 V~: T 0,5 A H 250 V
NetaansluitingStandaard-apparaataansluiting
AFMETINGEN/GEWICHT
Afmetingen (H X B X D)ca. 106 mm x 442 mm x 278 mm
Gewicht (netto)ca. 3,8 kg (8.38 lbs.)
*Opgelet: Bij het niet vakbekwaam verwisselen van de batterij
bestaat de kans op explosiegevaar. Laat het verwisselen van
de batterij alleen uitvoeren door gekwalificeerd onderhoudspersoneel. Gebruik uitsluitend een batterij van hetzelfde type.
De Fa. BEHRINGER streeft altijd naar de hoogste kwaliteit
en voert eventuele verbeteringen zonder voorafgaande
aankondiging door. Technische gegevens en uiterlijke kenmerken
kunnen daarom van de genoemde specificaties of van de
afbeeldingen van het product afwijken.
9YYA Preset Fader 100-127
10YYA Preset Fader 110-127
11YYA Preset Fader 120-127
12YYB Memory Fader 10-127
13YYB Memory Fader 20-127
14YYB Memory Fader 30-127
15YYB Memory Fader 40-127
16YYB Memory Fader 50-127
17YYB Memory Fader 60-127
18YYB Memory Fader 70-127
19YYB Memory Fader 80-127
20YYB Memory Fader 90-127
21YYB Memory Fader 100-127
22YYB Memory Fader 110-127
23YYB Memory Fader 120-127
24YYSpeed0-127
25YYX-Fade0-127
26YYChaser0-127
27YYMain0-127
28YYMain A0-127
29YYMain B0-127
30YYKey Step>63 ON <64 OFF
31YYKey Flash 1>63 ON <64 OFF
32YYKey Flash 2>63 ON <64 OFF
33YYKey Flash 3>63 ON <64 OFF
34YYKey Flash 4>63 ON <64 OFF
35YYKey Flash 5>63 ON <64 OFF
36YYKey Flash 6>63 ON <64 OFF
37YYKey Flash 7>63 ON <64 OFF
38YYKey Flash 8>63 ON <64 OFF
39YYKey Flash 9>63 ON <64 OFF
40YYKey Flash 10>63 ON <64 OFF
41YYKey Flash 11>63 ON <64 OFF
42YYKey Flash 12>63 ON <64 OFF
43YYBank0-9
44YYChaser Nr.0-99
45YYKey Channel Flash>63 ON <64 OFF
46YYKey Solo>63 ON <64 OFF
47YYSpecial 1>63 ON <64 OFF
48YYSpecial 2>63 ON <64 OFF
49YYKey Manual>63 ON <64 OFF
50YYSound/Run
51YYInsert>63 ON <64 OFF
52YYKey Preset>63 ON <64 OFF
53YYKey Memory>63 ON <64 OFF
Program ChangeNN-System ExclusiveNN-System CommonNN--
System Real TimeNN--
Running StatusNN--
0=Step Mode
1=Timer Mode
2=Sound Mode
11. MIDI-IMPLEMENTATIE
21
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.