Behringer DCX2496 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
versie 1.1 juni 2003
NEDERLANDS
ULTRADRIVE PRO DCX2496
ULTRADRIVE PRO DCX2496
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOOR­SCHRIFTEN
LET OP: Verwijder in geen geval de bovenste afdekking (van
het achterste gedeelte) anders bestaat er gevaar voor een elektrische schok. Het apparaat bevat geen te onderhouden onderdelen; reparaties dienen door bevoegde personen uitgevoerd te worden.
WAARSCHUWING:
Om gevaar voor brand of elektrische schok te vermijden, dient u dit apparaat niet aan regen en vocht bloot te stellen.
Dit symbool wijst u er altijd op dat er niet-geïsoleerde gevaarlijke spanning binnen de behuizing aanwezig is  deze spanning is voldoende om gevaar voor elektrische schok op te leveren.
DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OP EEN RIJ:
1) Lees deze voorschriften.
2) Bewaar deze voorschriften.
3) Neem alle waarschuwingen in acht.
4) Volg alle voorschriften op.
5) Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6) Reinig het uitsluitend met een droge doek.
7) Let erop geen van de ventilatie-openingen te bedekken. Plaats en installeer het volgens de voor­schriften van de fabrikant.
8) Het apparaat mag niet worden geplaatst in de buurt van radiatoren, warmte-uitlaten, kachels of andere zaken (ook versterkers) die warmte afgeven.
9) Maak de veiligheid waarin door de polarisatie- of aardingsstekker wordt voorzien, niet ongedaan. Een polarisatiestekker heeft twee bladen, waarvan er een breder is dan het andere. Een aardingsstekker heeft twee bladen en een derde uitsteeksel voor de aarding. Het bredere blad of het derde uitsteeksel zijn er voor uw veiligheid. Mocht de geleverde stekker niet in uw stopcontact passen, laat het contact dan door een elektricien vervangen.
Dit symbool wijst u altijd op belangrijke bedienings­en onderhoudsvoorschriften in de bijbehorende documenten. Wij vragen u dringend de handleiding te lezen.
Deze handleiding is auteursrechterlijk beschermd. Elke
vermenigvuldiging, resp. nadruk, ook gedeeltelijk, en elke weergave van
Studiotechnik GmbH. BEHRINGER is een geregistreerd handelsmerk.
DOLBY® is geregistreerd handelsmerk van Dolby Laboratories, Inc. en
staat in geen enkel verband met BEHRINGER.
© 2003 BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH.
BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH,
Hanns-Martin-Schleyer-Str. 36-38,
47877 Willich-Münchheide II, Duitsland
Tel. +49 2154 9206 0, Fax +49 2154 9206 4903
10) Zorg ervoor dat er niet over de hoofdstroomleiding gelopen kan worden en dat het niet wordt samen­geknepen, vooral bij stekkers, verlengkabels en het punt waar ze het apparaat verlaten.
11) Gebruik uitsluitend door de producent gespeci­ficeerd toebehoren c.q. onderdelen.
12) Gebruik het apparaat uitsluitend in combinatie met de wagen, het statief, de driepoot, de beugel of tafel die door de producent is aangegeven, of die in combinatie met het apparaat wordt verkocht. Bij gebruik van een wagen dient men voorzichtig te zijn bij het verrijden van de combinatie wagen/apparaat en letsel door vallen te voorkomen.
13) Bij onweer en als u het apparaat langere tijd niet gebruikt, haalt u de stekker uit het stopcontact.
14) Laat alle voorkomende reparaties door vakkundig en bevoegd personeel uitvoeren. Reparatiewerkzaamheden zijn nodig als het toestel op enige wijze beschadigd is geraakt, bijvoorbeeld als de hoofdstroomkabel of ­stekker is beschadigd, als er vloeistof of voorwerpen in terecht zijn gekomen, als het aan regen of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal functioneert of wanneer het is gevallen.
2
ULTRADRIVE PRO DCX2496
BLOKDIAGRAM
3
ULTRADRIVE PRO DCX2496
4
MENUSTRUCTUUR
ULTRADRIVE PRO DCX2496
INHOUDSOPGAVE
1. INLEIDING ................................................................... 5
1.1 Voordat u begint ............................................................. 5
1.1.1 Uitlevering ............................................................. 5
1.1.2 Installatie ............................................................... 5
1.1.3 Garantie ................................................................ 5
1.2 Het handboek .................................................................. 6
2. BEDIENINGSELEMENTEN .......................................... 6
2.1 De voorkant .................................................................... 6
2.2 De achterkant ................................................................. 6
3. SNEL BEGINNEN ........................................................ 7
3.1 Uitgangsconfiguratie selecteren .................................... 7
3.2 Het bepalen van de X-Over-frequenties ....................... 7
3.3 Stilschakelen van de in- en uitgangska-nalen (Mute) .... 8
3.4 Opslag van Presets (Store) ........................................... 8
3.5 Oproepen van Presets (Recall) ..................................... 8
3.6 Fabrieks-Presets herstellen ........................................... 8
4. MENUSTRUCTUUR EN BEWERKING ......................... 8
4.1 Algemeen verloop bij de bediening en
display-weergave .......................................................... 8
4.2 Het SETUP-menu ............................................................ 8
4.2.1 IN/OUT ................................................................... 8
4.2.2 DLY-CORR./AUTO-ALIGN .................................. 10
4.2.3 COPY .................................................................. 11
4.2.4 PAGE LOCK ........................................................ 12
4.2.5 GLOBAL LOCK................................................... 12
4.2.6 MISCELLANEOUS ............................................... 12
4.3 Het IN A/B/C-menu ........................................................ 14
4.3.1 GAIN ................................................................... 14
4.3.2 DELAY/NAME ..................................................... 14
4.3.3 EQ ....................................................................... 14
4.3.4 DYNAMIC EQ (FILTER) ....................................... 14
4.3.5 DYNAMIC EQ (DYNAMICS) ................................ 15
4.4 Het SUM-menu .............................................................. 15
4.4.1 INPUT/GAIN ......................................................... 15
4.5 Het OUT 1-6-menu ........................................................ 16
4.5.1 GENERAL ........................................................... 16
4.5.2 X-OVER POINTS ................................................. 16
4.5.3 LIMITER ............................................................... 16
4.5.4 POLARITY/PHASE .............................................. 16
4.5.5 DELAY ................................................................ 17
4.6 Het MUTE-menu ............................................................ 17
4.7 Het RECALL-menu ........................................................ 17
4.8 Het STORE-menu .......................................................... 18
4.8.1 INTERNAL/CARD ................................................ 18
4.8.2 DELETE/FORMAT ................................................ 18
4.8.3 COPY .................................................................. 19
4.8.4 PRESET-LOCK .................................................... 19
5. AUDIOVERBINDINGEN .............................................20
6. TOEPASSINGEN .......................................................20
6.1 Stereo 3-weg-gebruik .................................................. 21
6.2 Stereo 2-weg-gebruik plus mono-subwoofer ............. 22
6.3 3x2-weg-gebruik (LCR/Triple Bi-Amping) .................... 23
6.4 Stereogebruik plus mono-subwoofer .......................... 24
6.5 Stereo gebruik plus 2 basboxen .................................. 25
6.6 Stereo 2-weg-gebruik plus subwoofer en
extra monitor ................................................................. 26
6.7 Mono 6-weg Zoning (signaalverdeelmodus) ............ 27
6.8 Drievoudige Stereo Delay-Line ..................................... 28
6.9 Surround 3.0 ................................................................. 29
6.10 4-weg mono-gebruik plus 2 monitoren ...................... 30
6.11 5-weg mono gebruik plus 1 extra monosignaal ......... 31
6.12 Surround 5.1 ............................................................... 32
7. TECHNISCHE GEGEVENS ........................................33
1. INLEIDING
Hartelijk dank voor het vertrouwen dat u met de aankoop van de ULTRADRIVE PRO DCX2496 in ons stelt. Bij dit apparaat gaat het om een zeer hoogwaardig, digitaal luidspreker-management­systeem, dat optimaal geschikt is voor live- en studiotoepassingen.
Wil men een luidsprekersysteem dat uit meerdere luidsprekers voor de verschillende frequentiebanden bestaat zinvol kunnen gebruiken, dan dient men natuurlijk ook met de overeenkomstige ingangssignalen voor de verschillende luidsprekers te werken. Hiertoe is een frequentiescheidingsfilter nodig, dat het ingangsignaal in meerdere frequentiebanden opdeelt. De ULTRADRIVE PRO biedt hiervoor maximaal zes uitgangen.
Meerweg-luidsprekersystemen zijn tegenwoordig bijna overal te vinden  niet alleen in stereo-installaties, bioscopen, discos en concertzalen. Door de hogere eisen die de klant van nu stelt, zijn ze tegenwoordig zelfs in eenvoudige producten zoals televisies te vinden. Waarom?
Van één enkele luidspreker kan niet worden verwacht, dat deze het gehele hoorbare spectrum frequenties steeds evengoed weergeeft. Hoeft de luidspreker door een frequentie­scheidingsfilter echter slechts een afgebakend frequentiegebied weer te geven, dan zal hij dit met een aanzienlijk hogere kwaliteit  dus met een gelijkmatigere frequentiekarakteristiek en ge­luidsuitstraling doen. Intermodulatievervormingen (verslechtering van hoge frequenties veroorzaakt door membraanafbuigingen door lage frequenties) worden op deze wijze vermeden.
+ De volgende handleiding wil u op de eerste plaats
met de gebruikte specifieke begrippen vertrouwd maken, zodat u het apparaat met al zijn functies leert kennen. Bewaart u de handleiding na lezing alstublieft zorgvuldig, zodat u deze altijd bij de hand heeft, wanneer u nog eens iets wilt overlezen.
1.1 Voordat u begint
1.1.1 Uitlevering
Teneinde een veilig transport te waarborgen, is de ULTRADRIVE PRO in de fabriek zorgvuldig ingepakt. Mocht de doos desondanks beschadigingen vertonen, kijkt u dan direct of de buitenkant van het apparaat beschadigd is geraakt.
+ Stuurt u het apparaat bij eventuele beschadigingen
NIET aan ons terug, maar neemt u dringend eerst contact op met uw dealer en het transportbedrijf, aangezien elke aanspraak op vergoeding anders teniet kan worden gedaan.
1.1.2 Installatie
Zorgt u alstublieft voor voldoende luchttoevoer en zet de DCX2496 niet op een eindtrap of in de buurt van een verwarming neer, om oververhitting van het apparaat te voorkomen.
+ Doorgebrande zekeringen dienen absoluut door
zekeringen met de juiste waarde te worden vervangen! De specificaties vindt u in het hoofdstuk TECHNISCHE GEGEVENS.
Het apparaat wordt met behulp van het meegeleverde netkabel met apparaatbus op het net aangesloten. Deze voldoet aan de nodige veiligheidseisen.
+ Let u er alstublieft op, dat alle apparaten geaard
dienen te zijn. Voor uw eigen veiligheid dient u in geen geval de aarding van de apparaten c.q. de netkabel te verwijderen of onklaar te maken.
1.1.3 Garantie
Neemt u alstublieft even de tijd om de volledig ingevulde garantiekaart binnen 14 dagen na aankoop aan ons terug te sturen, aangezien u anders de uitgebreide garantie verliest. Het
1. INLEIDING
5
ULTRADRIVE PRO DCX2496
serienummer is aan de bovenkant van het apparaat te vinden. U kunt zich desgewenst ook online via onze internet-site (www.behringer.com) bij ons laten registreren.
1.2 Het handboek
Dit handboek is zodanig gestructureerd dat u overzicht houdt over de bedieningselementen en tegelijk uitgebreide informatie over het gebruik ervan krijgt. In Hoofdstuk 3 treft u een verkorte beschrijving van de belangrijkste functies aan, waarmee u direct met uw DCX2496 aan de slag kunt.
Gebruik de PAGE-toets, om de verschillende paginas binnen een menu te selecteren.
Individuele parameters kunt u met de PARAM-toetsen selecteren.
Met het Datawheel verandert u de gekozen parameters.
Met de OK- en de CANCEL-toetsen kunt u de doorgevoerde instellingen bevestigen (OK) of annuleren (CANCEL).
Het PCMCIA-kaart-slot dient voor het uitwisselen van bestanden tussen uw DCX2496 en een PC-kaart met Flash Memory.
2. BEDIENINGSELEMENTEN
2.1 De voorkant
Afb. 2.1: Ingangs-LEDs en display
De DCX2496 heeft voor de ingangssignalen A - C drie 6-lamps-LED-balken (plus de CLIP-LED) voor exacte controle over de ingangsniveaus.
Denk erom dat u de ingangssignalen niet overstuurt, zodat de CLIP-LED gaat branden, omdat hierdoor onprettige digitale vervormingen kunnen optreden.
De onderste, achtste LED van elke ingangsweergave-balk is de MUTE-LED (rood). Deze brandt, als de bijbehorende ingang stil wordt geschakeld (z. par. 4.6).
Dit zijn de ingangskanaaltoetsen, waarmee u al naar gelang het gekozen menu, functies voor de overeenkomstige ingang kunt activeren (z. B. MUTE-functie). Verder kunt u er de IN A/B/C-menus oproepen (z. par. 4.3).
Het DISPLAY geeft alle menus weer die bij het bewerken van de presets worden gebruikt.
+ Gebruik uitsluitend PC-kaarten van het type 5 V
ATA Flash Card (ten minste 4 MB). De op­slagcapaciteit van het medium is weliswaar vrij te bepalen, u kunt echter hoe dan ook slechts maximaal 60 presets opslaan.
Afb. 2.3: Uitgang-LEDs
Voor de uitgangen 1 - 6 zijn er zes 5-lamps LED-balken (plus MUTE-, CLIP- en LIMIT-LED), die het desbetreffende uitgangsniveau weergeven.
Net als de ingangssignalen, dienen ook de uitgangssignalen de ULTRADRIVE PRO niet te oversturen, en dient de CLIP­LED zo min mogelijk op te lichten.
De LIMIT-LED gaat branden zodra de Limiter binnen de overeenkomstige uitgang geactiveerd is en werkt.
De onderste, achtste LED van elke uitgangsweergave-balk is de MUTE-LED. Deze gaat branden wanneer de overeenkomstige uitgang stil wordt geschakeld (z. par. 4.6).
Dit zijn de uitgangskanaaltoetsen, waarmee u de OUT 1-6 menus kunt selecteren (zie par. 4.5) of op de MUTE-pagina (4.6) individuele uitgangen stil kunt schakelen of weer kunt activeren.
Met de POWER-schakelaar zet u de DCX2496 aan. De POWER-knop dient in de positie uit (niet ingedrukt) te staan op het moment dat het apparaat op het stroomnet aansluit.
Afb. 2.2: Menu-toetsen en datawheel
Met deze toetsen kunt u verschillende menus van de DCX2496 oproepen (bijv. SETUP, RECALL etc.). De enige uitzondering is de COMPARE-toets. Deze geeft de mogelijkheid de zojuist doorgevoerde veranderingen met de van tevoren geselecteerde preset te vergelijken. Als COMPARE actief is, kunnen er geen waardeveranderingen worden ingevoerd.
6
2. BEDIENINGSELEMENTEN
2.2 De achterkant
Afb. 2.4: Hoofdstroomaansluiting en de RS-232/RS-485-
verbinding
Dit is de ZEKERINGHOUDER van de DCX2496. Als er een zekering vervangen wordt, dient men absoluut hetzelfde type te gebruiken.
ULTRADRIVE PRO DCX2496
Het apparaat wordt via de IEC-APPARAATBUS op het stroomnet aangesloten. Een geschikt netkabel zit bij de levering inbegrepen.
De 9-polige RS-232-aansluiting maakt communicatie tussen de DCX2496 en een computer mogelijk. Zo kunt u bijv. bestanden opslaan en laden, de DCX2496-besturings­software actualiseren of één of meerdere ULTRADRIVE PRO van de PC uit besturen. De gratis Editor-software vindt u bij www.behringer.com.
Als u via de LINK-aansluitingen (zie ) meerdere ULTRADRIVE PROs met elkaar heeft verbonden, drukt u op het eerste en het laatste apparaat van de serie even op de TERM-schakelaar, om datareflecties en daarmee verbonden fouten in de overdracht te vermijden.
+ Over het algemeen geldt het volgende: zodra een
apparaat van de serie slechts via één van de LINK­aansluitingen in het systeem geïntegreerd wordt, moet u de TERM-schakelaar indrukken (ON). Meer hierover vindt u in paragraaf 4.2.6 MISCEL­LANEOUS.
Via de LINK-aansluitingen A en B (RS-485-netwerk­interface) kunt u met behulp van een in de handel verkrijgbaar netwerkkabel meerdere ULTRADRIVE PROs met elkaar koppelen.
Afb. 2.5: Uitgangsaansluitingen
Dit zijn de symmetrische XLR-uitgangsbussen voor de uitgangskanalen 1 tot en met 6. Hier sluit u de eindtrappen op aan.
3. SNEL BEGINNEN
Om u de mogelijkheid te geven, direct met de zojuist door u aangekochte DCX2496 te beginnen, hebben we dit hoofdstuk voor de ongeduldigen onder u geschreven. Hier beschrijven we, hoe u zich met een paar handgrepen van de enorme veelzijdigheid en de intuïtieve bediening van de DCX2496 kunt overtuigen. Desalniettemin dient dit hoofdstuk slechts als vertrekpunt voor meer uitstapjes. Leest u daarom alstublieft de gehele gebruiksaanwijzing door, zodat u alles uit de functies van de DCX2496 kunt halen wat erin zit.
De volgende zes paragrafen (3.1 tot en met 3.6) dient u achter elkaar door te werken. Dus, aan het werk!
3.1 Uitgangsconfiguratie selecteren
Afb. 3.1: Setup ß In/Out
Druk op de SETUP-toets, om in het SETUP-menu te komen. Hier moet u op de eerste menu-pagina een uitgangsconfiguratie (OUT CONFIGURATION) kiezen, die bepaalt namelijk, welke uitgangen voor welk frequentiebereik worden gebruikt. Er zijn één mono­en drie stereoconfiguraties.
De monoconfiguratie biedt de mogelijkheid, het ingangssignaal in zes verschillende frequentiebereiken op te delen. De stereoconfiguraties bieden maximaal drie verschillende frequentiebereiken per stereokant. De afkortingen L, M en H staan voor Low-, Mid- en High-speaker. Meer uitleg hierover vindt u in paragraaf 4.2.1 IN/OUT.
3.2 Het bepalen van de X-Over-frequenties
Afb. 2.6: Ingangsaansluitingen
Op de symmetrische XLR-ingangsbussen A, B en C worden de ingangssignalen aangesloten. Werkt u met een digitaal AES/EBU-ingangssignaal, gebruik dan alstublieft alleen ingang A. Ingang C is naar keus te gebruiken als aansluiting voor een line-signaal of van een meetmicrofoon. Heeft u in het SETUP-menu de AUTO ALIGN-functie geactiveerd (zie par. 4.2.2), dan wordt de ingang C automatisch op microfoonsignaal geschakeld. Bovendien wordt de fantoomvoeding voor de aan te sluiten meetmicrofoon geactiveerd.
3. SNEL BEGINNEN
Afb. 3.2: Out ß X-Over Points
Om de uitgangskanalen aan gescheiden frequentiebanden toe te wijzen, dient u eerst voor elk kanaal de zogenaamde Crossover-frequenties (X-OVER) definiëren. Deze bepalen de bovenste en onderste grens van een frequentieband, waardoor alle uitgangen exact van elkaar gescheiden kunnen worden.
Druk hiervoor per kanaal op de desbetreffende OUT-toets (1-6) en roep met de PAGE-toetsen menupagina 2/8 op. Met de parameters FREQ en TYPE kunt u voor elke flank de grensfrequentie bepalen en bovendien de gewenste filtertypes selecteren. Als bij de parameter X-OVER ADJUST MODE de instelling LINK geselecteerd staat, worden naburige frequentie­bereiken bij verandering van de grensfrequentie mee verschoven. Meer hierover vindt u in paragraaf 4.5.2 X-OVER POINTS.
7
ULTRADRIVE PRO DCX2496
3.3 Stilschakelen van de in- en uitgangska­nalen (Mute)
Afb. 3.3: Mute ß Select
Met een druk op de MUTE-toets komt u in het MUTE-menu, waarin de in- en uitgangen van de DCX2496 stilgeschakeld kunnen worden. Op deze pagina kunnen individuele kanalen direct door een druk op de betreffende kanaaltoets (IN A/B/C en OUT 1-6) of alle in- c.q. uitgangen met behulp van de PARAM- en OK- c.q. CANCEL-toetsen stil- of niet-stilgeschakeld (gemute of gedemute) worden. Dat biedt de mogelijkheid elke frequentieband los, of alleen met de naburige band samen af te luisteren, zodat dit geïsoleerde bereik optimaal bewerkt kan worden. Om het MUTE-menu te verlaten, drukt u nog een keer op de MUTE-toets. Meer informatie vindt u in paragraaf 4.6 Het MUTE-menu.
3.4 Opslag van Presets (Store)
Afb.: 3.4: Store ß Internal/Card
Om Presets op te slaan drukt u op de STORE-toets. In dit menu kunt u kiezen voor opslag in het interne geheugen (INT) of op een PC-kaart (CARD). Meer uitleg over STORE vindt u in paragraaf
4.8 Het STORE-menu.
3.5 Oproepen van Presets (Recall)
4. MENUSTRUCTUUR EN BEWERKING
Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde uitleg over alle functies, handelingen bij de bediening en parameterpaginas. Wij raden u aan, de handleiding steeds bij de hand te houden, zodat u eventuele problemen bij het werken met de DCX2496 hierin kunt opzoeken.
4.1 Algemeen verloop bij de bediening en display-weergave
Wanneer u de ULTRADRIVE PRO DCX2496 aanzet, dan verschijnt de actuele routing van het apparaat in het display. Er wordt dus schematisch weergegeven, welke ingangen met welke uitgangen verbonden zijn.
Met de toetsen links naast de uitgangs-LED-weergaven (SETUP, MUTE etc.) kunt u de verschillende menus van de DCX2496 oproepen. De meeste hiervan bestaan uit meerdere paginas, die u met de PAGE-toetsen kunt selecteren. Met de PARAM-toets kiest u binnen de paginas de gewenste parameters, die u met het grote datawheel in het midden van het apparaat kunt veranderen. Met de OK-toetsen kunt u nieuwe instellingen bevestigen, met de CANCEL-toets kunt u ze annuleren. Deze handelingen zijn in elk menu hetzelfde en gemakkelijk te onthouden, zodat we in de volgende teksten meestal van de precieze beschrijving van deze stappen afzien.
Boven de menuweergave bevindt zich een kopregel. Links staat de menu-aanduiding, daarnaast staat een pijl en dan de naam van de betreffende pagina (bijv. SETUP ß IN/OUT). Rechts buiten vindt u het paginanummer van het menu (bijv. 1/6 = pagina 1 van 6).
In de voetregel staat nogmaals de menu-aanduiding (bijv. SETUP). Bij de IN A-C- en OUT 1-6-toetsen (onder de ingangs­en uitgangs-LED-weergaven) worden de menus van de overeenkomstige in- of uitgangen expliciet benoemd (IN A, OUT 3 etc.). Als extra informatie bij de uitgangen wordt de naam van de uitgang weergegeven (bijv. SUBWOOFER, RIGHT MID etc.).
4.2 Het SETUP-menu
In het Setup-menu kunt u de basis-instellingen, die voor het gebruik van de ULTRADRIVE PRO nodig zijn bewerken. Door een druk op de SETUP-toets komt u op de eerste pagina van dit menu.
Afb. 3.5: Recall ß Internal/Card
Druk op de RECALL-toets, om Presets uit het interne geheugen
of van een geheugenkaart te laden. Kies voor INT (intern) of CARD (PCMCIA-geheugenkaart) en selecteer de Preset die u wilt oproepen. Als extraatje hebben we een aantal typische standaard-Presets voor u ingeprogrammeerd, die als basis voor uw eigen toepassingen kunnen dienen. Meer informatie hierover vindt u in paragraaf 4.7 Het RECALL-menu.
3.6 Fabrieks-Presets herstellen
Om de fabrieks-Presets van de ULTRADRIVEPRO weer te herstellen, houdt u de twee PAGE-toetsen aan de voorkant lang ingedrukt en zet tegelijk het apparaat aan. Er verschijnt nu uit veiligheidoverwegingen een vraag om bevestiging, waarbij u de procedure kunt bevestigen (OK) of annuleren (CANCEL). Als u voor OK kiest, dan wordt het interne geheugen gewist, alleen de fabrieks-Presets blijven over.
+ Let op! Alle door u uitgevoerde bewerkingen en
Presets worden door deze procedure onher­roepelijk gewist.
8
4. MENUSTRUCTUUR EN BEWERKING
4.2.1 IN/OUT
Afb. 4.1: Setup ß In/Out
Met de parameter OUT CONFIGURATION wordt de algemene
gebruiksmodus gekozen, waarbij in de MONO-modus ingang A als signaalbron voor alle uitgangen vooringesteld is. Voor de STEREO-modus heeft de DCX2496 drie configuratiemogelijkheden te bieden. Gebruik voor deze modi de ingangen A en B. In het display worden de OUT-kanalen met de letters L (LOW = laagfrequentbereik), M (MID = middenfrequentbereik) en H (HIGH = hoogfrequentbereik) weergegeven.
De stereo 3-weg LMHLMH configuratie legt ingang A op de uitgangen 1, 2 en 3 en ingang B op de uitgangen 4, 5 en 6. De stereo 3-weg LLMMHH-configuratie routeert ingang A naar de uitgangen 1, 3 en 5 en ingang B naar de uitgangen 2, 4 en 6. In de 2-weg LHLHLH-configuratie worden alle drie de ingangen benut, waarbij A op de uitgangen 1 en 2, B op de uitgangen 3 en 4 en dus ingang C op de uitgangen 5 en 6 kan worden gelegd. Deze toepassing is geschikt voor een 3x2-weg luidsprekersysteem c.q. voor Triple Bi-amping (zie par. 6.3).
ULTRADRIVE PRO DCX2496
De volgende koppelingen zijn mogelijk (uitgangsconfiguraties):
1. MONO (geen stereokoppelingen)
Afb. 4.4: Uitgangsconfiguratie MONO
2. L(1) M(2) H(3) L(4) M(5) H(6)
Afb. 4.5: Uitgangsconfiguratie LMHLMH
Koppeling: L(1) > L(4) / M(2) > M(5) / H(3) > H(6)
3. L(1) L(2) M(3) M(4) H(5) H(6)
Afb. 4.6: Uitgangsconfiguratie LLMMHH
Afb. 4.2: Uitgangsconfiguraties
Abb. 4.3: Setup ß In/Out
Met de OUT STEREO-LINK-functie bepaalt u, of de uit te voeren
bewerkingen door EQs, limiters enz. betrekking hebben op de gekoppelde uitgangen, of dat de instellingen onafhankelijk voor elke uitgang apart moeten worden uitgevoerd. Wanneer u deze functie geactiveerd heeft (ON) en zodoende meerdere uitgangen met elkaar verbindt, dan wordt dit door verbindingslijnen tussen de verschillende uitgangen schematisch weergegeven.
Koppeling: L(1) > L(2) / M(3) > M(4) / H(5) > H(6)
4. L(1) H(2) L(3) H (4) L(5) H(6)
Afb. 4.7: Uitgangsconfiguratie LHLHLH
Koppeling: L(1) > L(3) > L(5) / H(2) > H(4) > H(6)
Afb. 4.8: Setup ß In/Out
Als u de OUT STEREO LINK-functie geactiveerd heeft, dan verschijnt er een waarschuwing die u erop attent maakt, dat alle instellingen van de gekoppelde uitgangen verlorengaan. Deze worden door de waarden van de over te nemen uitgang overschreven.
Wanneer u later nog veranderingen in de parameters van een uitgang doorvoert, dan worden deze direct aan de gekoppelde uitgang doorgegeven. Verandert men echter een LONG DELAY­waarde (z. par. 4.2.2 en 4.5.5), dan wordt deze niet aan de andere uitgang doorgegeven. Deze parameter blijft voor elke uitgang individueel regelbaar. SHORT DELAY-instellingen (z. par.
4.2.2 en 4.5.5) worden echter overgenomen als de OUT STEREO LINK-functie actief is.
+ In de monoconfiguratie kan de Out Stereo Link-
functie niet geactiveerd worden.
4. MENUSTRUCTUUR EN BEWERKING
9
ULTRADRIVE PRO DCX2496
M
Ook de ingangen kunnen met behulp van de parameter
INSTEREO LINK worden gekoppeld, waardoor alle instellingen van een ingang op een andere  of zelfs op alle anderen  over kunnen worden gedragen.
Wanneer u deze functie activeert, dan verschijnt er een waarschuwing op de display, die enerzijds de nieuw te activeren link en anderzijds de naam van de te overschrijven ingangen (zwart vlak) weergeeft. Met het datawheel kan de te activeren koppeling in het zwarte vlak bewerkt worden. De waarden van ingang A worden steeds overgenomen en op de volgende ingangen overgezet.
Afb. 4.9: Setup ß In/Out
Afb. 4.10: Setup ß In/Out
Tab. 4.1: Overzicht van alle OUT LINK-configuraties
0RJHOLMN HLQVWHOOLQJH Q
1LHXZHOLQN
2YHUVFKUHYHQVHWWLQJV
Tab. 4.2: In Stereo Link
Wordt er bij een geactiveerde link aan een willekeurige ingang een instelling veranderd, dan wordt deze direct naar alle gekoppelde ingangen overgezet. In het geval van de IN STEREO LINK-functie geldt dit ook voor de DELAY-waarden (z. par. 4.3.2).
Met de parameter IN A + B SOURCE kiest u het soort ingangssignaal; ANALOG of AES/EBU (digitaal: alleen via ingang A).
OFF A+B A+B+C A+B+C+SU
(leeg) B B+C B+C+SUM
4.2.2 DLY-CORR./AUTO-ALIGN
Afb. 4.11: Setup ß Dly-Corr./Auto-Align
De geluidssnelheid is afhankelijk van de luchttemperatuur. Zodoende kunt u de parameter DELAY CORRECTION op deze Setup-pagina activeren, waarmee u de DCX2496 op de actuele temperatuur kunt instellen. Zodoende wordt te allen tijde een absoluut correct Delay-gedrag gewaarborgd. De mogelijke waarden voor de luchttemperatuur gaan van -20°C tot 50°C (-4°F tot 122°F). Er wordt alleen dan rekening mee gehouden, als de DELAY CORRECTION-functie actief is (ON).
Met de AUTO ALIGN-functie heeft u de mogelijkheid, elk uitgangssignaal automatisch met een bepaalde waarde te vertragen, zodat fasedempingen door looptijdverschillen worden opgeheven. Wanneer bijvoorbeeld de membranen van meerdere luidsprekerboxen op een bepaalde afstand van elkaar ongelijk staan opgesteld, dan kunnen er door het op elkaar botsen van geluidsgolven van verschillende fase klanken wegvallen. Gelijke signalen worden vanuit verschillende plaatsen verzonden, waardoor golfbergen tegen golfdalen botsen. Vertraagt men nu één van deze signalen, dan wordt deze verkeerde verhouding weer opgeheven.
10
4. MENUSTRUCTUUR EN BEWERKING
Loading...
+ 23 hidden pages