Atag KD60178BD Instructions For Use Manual

gebruiksaanwijzing
koelkast
mode d’emploi
réfrigérateur
Bedienungsanleitung
Kühlschrank
instructions for use
refrigerator
GEBRUIKSAANWIJZING
ALVORENS HET PRODUCT TE GEBRUIKEN MILIEUTIPS ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT BEDIENINGEN GEBRUIK VAN HET KOELVAK GEBRUIK VAN HET VRIESVAK ONTDOOIEN VAN HET APPARAAT REINIGING EN ONDERHOUD OPSPOREN VAN STORINGEN /
KLANTENSERVICE KLANTENSERVICE INSTALLATIE
36
ALVORENS HET PRODUCT TE GEBRUIKEN
Het door u aangeschafte apparaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk gebruik.
Voor een optimaal gebruik van uw apparaat is het raadzaam de gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen, hierin vindt u een beschrijving van het apparaat en adviezen voor het conserveren van voedingsmiddelen.
Bewaar dit boekje zodat u het naderhand nog eens kunt raadplegen.
MILIEUTIPS
1.Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100% recyclebaar en draagt het recyclingssymbool. Voor de verwerking moeten de plaatselijke voorschriften worden nageleefd. Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken polystyreen enz.) moet buiten het bereik van kinderen worden gehouden, omdat het een bron van gevaar kan vormen.
2.Afdanken/verwerken
Het apparaat is vervaardigd van materiaal dat kan worden gerecycled. Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit apparaat op de juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt u mogelijk negatieve consequenties voor het milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen.
Het symbool op het apparaat of op de bijbehorende documentatie geeft aan dat dit apparaat niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. In plaats daarvan moet het worden afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling van elektrische en elektronische apparaten. Maak het apparaat op het moment dat het wordt afgedankt onbruikbaar door de voedingskabel door te snijden en de deuren en schappen te verwijderen, zodat kinderen niet gemakkelijk in het apparaat kunnen kruipen. Volg bij het afdanken van het apparaat de plaatselijke voorschriften voor afvalverwerking en breng het naar een speciaal afvalverwerkingscentrum, en laat het niet onbewaakt achter, ook niet voor slechts een paar dagen, aangezien het voor kinderen een bron van gevaar kan opleveren. Voor nadere informatie over de behandeling, terugwinning en recycling van dit apparaat wordt u verzocht contact op te nemen met het stadskantoor in uw woonplaats, uw afvalophaaldienst of de winkel waar u het apparaat hebt aangeschaft.
Controleer na het uitpakken van het apparaat of
1.
het niet beschadigd is en of de deur goed sluit. Uw leverancier dient binnen 24 uur vanaf de levering van het apparaat van eventuele schade op de hoogte te worden gesteld. Wacht minstens twee uur alvorens het apparaat in
2.
werking te stellen om het koelcircuit perfect te kunnen laten functioneren. Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische
3.
aansluiting door een gekwalificeerd technicus worden verricht overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften. Reinig de binnenkant van het apparaat alvorens
4.
het in gebruik te nemen.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK (het koelcircuit bevat R134a) of HFC (het koelcircuit bevat R600a) (zie serienummerplaatje in het apparaat). Voor apparaten met isobutaan (R600a): Isobutaan is een natuurlijk gas dat geen invloed heeft op het milieu, maar wel ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk om te controleren of de leidingen van het koelcircuit niet beschadigd zijn
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren
van voedingsmiddelen en is vervaardigd in overeenstemming met de verordening (EG) nr. 1935/2004.
Dit apparaat is ontwikkeld, vervaardigd en op de
markt gebracht in overeenstemming met:
- de veiligheidsvereisten van de laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG;
- de veiligheidsvereisten van de EMC-richtlijn 89/336/EEG, ewijzigd door de richtlijn 93/68/EEG.
De elektrische veiligheid van het apparaat is
alleen gewaarborgd wanneer het op de juiste wijze op een efficiënt werkende installatie is aangesloten, die volgens de
voorschriften is geaard.
wettelijke
37
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
Zorg ervoor dat het apparaat tijdens de
installatie de voedingskabel niet beschadigt. Installeer het apparaat niet in de buurt van een
warmtebron. Laat een vrije ruimte aan de zijkanten en boven
het apparaat om een goede ventilatie te garanderen of volg de installatie-instructies.
Houd de ventilatie-openingen van het apparaat
vrij van obstakels. De voedingskabel mag alleen door
gekwalificeerd personeel worden gewijzigd of vervangen.
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker uit het stopcontact te halen of via een tweepolige netschakelaar die bovenstrooms van het stopcontact is geplaatst.
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de spanning in uw woning Gebruik voor de aansluiting op de waterleiding
de bij het nieuwe apparaat geleverde slang en niet die van het vorige apparaat.
Installeer het apparaat waterpas op een vloer
die het gewicht kan dragen en in een ruimte die geschikt is voor de afmetingen en het gebruik van het apparaat.
Het apparaat moet door twee of meerdere
personen worden verplaatst en geïnstalleerd. Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het
apparaat om te voorkomen dat de vloer beschadigd raakt (bv. parket).
Gebruik geen enkele of meervoudige adapters
of verlengsnoeren. Plaats het apparaat in een droge en goed
geventileerde ruimte. Het apparaat is afgesteld om te werken in ruimten waarin de temperatuur binnen de volgende waarden ligt, afhankelijk van de klimaatklasse die op het typeplaatje staat aangegeven. Het is mogelijk dat het apparaat niet goed functioneert als het voor een lange tijd in een ruim te wordt gelaten met een hogere of lagere temperatuur dan het genoemde bereik.
Klimaatklasse Omg. temp.
(°C)
SN Van 10 tot 32 Van 50 tot 90
N Van 16 tot 32 Van 61 tot 90
ST Van 16 tot 38 Van 61 tot 100
T Van 16 tot 43 Van 61 tot 110
Omg. temp.
(°F)
Bewaar of gebruik geen benzine of andere
gassen en licht ontvlambare stoffen in de buurt van het apparaat of van andere elektrische huishoudelijke apparatuur. De dampen die hieruit voortkomen kunnen brand of explosies veroorzaken.
Gebruik geen andere mechanische, elektrische
of chemische systemen die het ontdooiproces versnellen dan door de fabrikant zijn aanbevolen.
Beschadig de leidingen van het koelcircuit van
het apparaat niet. Gebruik of plaats geen elektrische apparaten in
de vakken van het apparaat, als hiervoor geen uitdrukkelijke toestemming door de fabrik ant is gegeven.
Het apparaat is niet bestemd om gebruikt te
worden door jonge kinderen of zieke personen zonder lichamelijke controle.
Om het risico op verstikking en opsluiting in de
koelkast te vermijden, mag het kinderen niet worden toegestaan in het apparaat te spelen of zich erin te verstoppen.
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de
vrieselementen niet in (indien bijgeleverd). Gebruik het koelvak uitsluitend voor het
bewaren van verse levensmiddelen en het vriesvak uitsluitend voor het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van verse levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Bewaar geen dranken in glas in het vriesvak
want deze kunnen barsten. Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de
vriezer komen, aangezien deze zo koud zijn dat ze brandwonden kunnen veroorzaken.
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of onderhoudswerkzaamheden begint.
Alle apparaten met ijsmakers en
waterdispensers moeten op een waterleidingnet aangesloten worden dat uitsluitend drinkwater levert (met een waterleidingdruk van tussen de 0,17 en 0,81 Mpascals (1,7 en 8,1 bar)) De ijsmakers en/of waterdispensers die niet rechtstreeks op het waterleidingnet zijn aangesloten, mogen uitsluitend met drinkwater worden gevuld.
• De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld, indien bovenstaande adviezen en voorzorgsmaatregelen niet in acht zijn genomen.
38
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
C
7 8
}
6 1
3
A
5 2
4
B
}
A) Koelvak
(voor het bewaren van verse levensmiddelen) Schappen (gedeeltelijk in hoogte verstelbaar)
1.
Groente- en fruitladen met regulering van de
2.
vochtigheid (indien aanwezig) Binnendeur koelkast
3.
Serienummerplaatje (naast de groente- en fruitlade)
4.
Afvoerkanaal dooiwater
5.
Ventilator (indien aanwezig)
6.
BEDIENINGEN
C
Thermostaat
1.
Lichtschakelaar
2.
Lampenkapje
3.
Toets met snelvrieslampje: activeer deze schakelaar
4.
(indien aanwezig) alleen bij een omgevingstemperatuur van lager dan 16°C en/of 12 uur voordat u de levensmiddelen invriest (zie de gebruiksaanwijzing).
Schakel de toets uit na gebruik.
B) Vriesvak (indien aanwezig)
(aangegeven door het symbool voor het bewaren van verse levensmiddelen en diepvriesproducten en het maken van ijsblokjes)
Rooster (in het vak)
7.
IJsbakjes (in het vak)
8. C) Bedieningen
Referentieschaal
5.
39
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
Dit apparaat is een koelkast met een vriesvak met sterren. Het apparaat levert optimale prestaties als de omgevingstemperatuur er omheen tussen +10°C en +38°C ligt.
Ingebruikneming van het apparaat
Als de stekker van het apparaat in het stopcontact gestoken is, en de thermostaat niet op het symbool z staat, gaat de binnenverlichting telkens branden wanneer de deur geopend wordt.
Nadat de temperatuur is ingesteld – zoals beschreven wordt in het volgende hoofdstuk – is het apparaat gereed om te werken.
Voor het instellen van de binnentemperatuur:
• Thermostaat op z: koeling en verlichting zijn uitgeschakeld.
• Thermostaat op 1: er wordt voor een minimale koeling gezorgd.
• Thermostaat op
• Thermostaat op 7: er wordt voor de maximumtemperatuur gezorgd.
Belangrijk
• Wanneer de levensmiddelen ingevroren worden en/of wanneer de omgevingstemperatuur , drukt u op toets (4). Het lage-temperatuurlampje (4) gaat branden.
16°C
• Zet het indicatielampje (4) uit zodra de omgevingstemperatuur stijgt tot
• De instelling van de thermostaat (1) is afhankelijk van de plaats waar het apparaat geïnstalleerd is, van de
temperatuur van het vertrek en de frequentie waarmee de deur geopend wordt.
Bewaren van levensmiddelen in het koelvak:
!
Plaats de levensmiddelen zoals in de afbeelding hiernaast:
Gekookt voedsel
1.
Zuivel, conserven, kaas, boter
2.
Vis, vlees
3.
Vleeswaren
4.
Fruit, groente, salades
5.
Kleine conserven, eieren
6.
Tubes, kleine conserven
7.
Kleine flessen
8.
Flessen
9.
: er wordt voor een gemiddelde temperatuur gezorgd.
3-4
boven de 16°C
lager is dan
.
!
Opmerking
• De voedingsmiddelen moeten worden afgedekt om te voorkomen dat ze uitdrogen.
• Warm voedsel moet eerst afkoelen, voordat het in de koelkast gezet mag worden.
• Zorg ervoor dat de lucht goed kan circuleren tussen de levensmiddelen.
Het koelvak wordt geheel automatisch ontdooid.
:
Ventilator
De ventilator werkt automatisch. Dankzij de ventilator is het mogelijk om de temperatuur in het koelvak gelijkmatiger te verdelen, waardoor
het voedsel beter wordt geconserveerd en te hoge vochtigheid wordt gereduceerd.
Zet geen voedsel voor de afzuigzone.
40
GEBRUIK VAN HET VRIESVAK
In het vriesvak kunnen ook verse levensmiddelen worden ingevroren. De hoeveelheid verse levensmiddelen die in 24 uur kan worden ingevroren staat aangegeven op
het typeplaatje. Invriezen van vers voedsel:
Druk 12 uur voordat u de levensmiddelen in de vriezer legt op de invriestoets (4). Het invrieslampje (4)
gaat branden. Zet de thermostaat (1) op stand 3-4.
De geadviseerde plaats voor het in te vriezen voedsel is te zien in
of in Zet de levensmiddelen op het rooster en laat voldoende ruimte om de pakjes heen zodat de lucht goed
A
kan circuleren, en zorg ervoor dat de pakjes niet in aa nraking komen met al ingevroren pr odu cten (
Afb. 1
Zet de levensmiddelen midden in het vak , zonder dat ze in aanraking komen met de al bevroren
B
producten, door een afstand van ongeveer 20 mm ( Schakel toets (4) na 24 uur uit. Zet de thermostaat (1) weer op de normale stand.
als er geen rooster bijgeleverd is.
Afb. 2
).
) aan te houden.
Afb. 2
als er een rooster aanwezig is,
Afb. 1
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de volgende punten letten:
de verpakking of het pak moet onbeschadigd zijn, omdat het product anders kan bederven. Als een pakje
bol staat of als er vochtplekken op zitten, is het niet onder optimale omstandigheden bewaard en kan het al gedeeltelijk zijn ontdooid.
De diepvriesproducten moeten als laatste worden gekocht en in isolerende tassen worden vervoerd.
Leg de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in het vriesvak.
De gedeeltelijk ontdooide diepvriesproducten mogen niet opnieuw worden ingevroren, maar moeten
binnen 24 uur worden geconsumeerd. Variaties in temperatuur moeten vermeden worden of tot een minimum worden beperkt. De uiterste
houdbaarheidsdatum op de verpakking moet worden gerespecteerd. De instructies op de verpakking voor het conserveren van diepvriesproducten moeten altijd worden
opgevolgd.
IJsblokjes maken
Vul het ijsbakje voor 2/3 met water en zet het in vak
Gebruik, indien het ijsbakje aan de bodem van het vriesvak is vastgevroren, geen puntige of
scherpe voorwerpen om het los te maken. Om de ijsblokjes eenvoudig te verwijderen buigt u het bakje om.
In de tabel hiernaast kunt u zien hoeveel maanden verse, ingevroren levensmiddelen bewaard kunnen worden.
.
MAANDEN VOEDSEL
Afb. 2Afb. 1
41
ONTDOOIEN VAN HET APPARAAT
Haal voordat u het vriesvak gaat ontdooien altijd de stekker uit het stopcontact, of koppel hoe dan ook het apparaat af van de stroomtoevoer. Het koelvak wordt geheel automatisch ontdooid. De aanwezigheid van waterdruppels op de achterwand aan de binnenkant van het koelvak duidt erop dat het apparaat bezig is automatisch te ontdooien. Het dooiwater wordt automatisch via een afvoeropening in een opvangbak geleid, waar het verdampt.
Reinig regelmatig de afvoeropening van het dooiwater, met behulp van het bijgeleverde gereedschap, om een constante afvoer van het dooiwater zeker te stellen.
Het vriesvak ontdooien
Wij raden u aan om het vriesvak één- of tweemaal per jaar te ontdooien, of wanneer de ijslaag te dik is geworden. IJsvorming is een normaal verschijnsel. De hoeveelheid en de snelheid waarmee zich het ijs vormt, hangt af van de omgeving waarin het apparaat zich bevindt en van de frequentie waarmee de deur van het vriesvak wordt geopend. De ijsvorming is het grootst op het bovenste gedeelte van het vak. Dit is normaal en heeft geen invloed op het correct functioneren van het apparaat. Het is raadzaam het vak te ontdooien wanneer u weinig voorraad heeft.
Zet het vriesvak uit door de thermostaat op z te draaien.
Open de deur en haal alle levensmiddelen uit het vriesvak, en zet hen op een heel koele plaats of in een
koeltas. Laat de deur open zodat het ijs kan smelten.
Reinig de binnenkant met een vochtige spons met lauw water en/of een neutraal schoonmaakmiddel.
Gebruik geen schuurmiddelen. Spoel goed en droog zorgvuldig af.
Plaats de levensmiddelen weer in het vak.
Sluit de deur.
Steek de stekker weer in het stopcontact en start het apparaat weer volgens de aanwijzingen in het hoofdstuk “Gebruik van het koelvak”. De instellingen en de selecties die aanwezig waren voordat het apparaat werd uitgezet, worden hervat.
42
REINIGING EN ONDERHOUD
Verwijder altijd de stekker uit het stopcontact of koppel hoe dan ook het apparaat af van de stroomtoevoer, alvorens onderhouds- en reinigingswerkzaamheden te gaan verrichten.
Reinig het koelvak geregeld met een vochtige spons met lauw water en/of een neutraal
schoonmaakmiddel. Spoel en droog met een zachte doek.
Gebruik geen schuurmiddelen.
De scheidingselementen mogen niet in water worden ondergedompeld, maar moeten worden
afgewassen met een niet al te vochtige spons.
Reinig de binnenkant van het vriesvak tijdens het ontdooien.
Maak de ventilatieroosters en de condensor op de achterkant van het apparaat regelmatig schoon met
een stofzuiger of een borstel.
Reinig de buitenkant met een met water bevochtigde zachte doek. Gebruik geen schuurmiddelen of
schuursponsjes, noch vlekkenmiddelen (bv. aceton en trichloorethyleen) of azijn.
Als u de vriezer langere tijd niet gebruikt
Maak de koelkast helemaal leeg.
1.
Haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Ontdooi het apparaat en reinig de binnenwanden.
3.
Om te voorkomen dat er schimmel, onaangename geuren en oxidaties ontstaan, dient de deur open te
4.
worden gelaten als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt. Reinig het apparaat.
5.
Reinig de binnenkant van het lagetemperatuurvak (op de modellen waar dit aanwezig is) tijdens het
ontdooien. Reinig de binnenkant van het koelvak met een vochtige spons met lauw water en/of een neutraal
schoonmaakmiddel. Spoel en droog het apparaat met een zachte doek. Gebruik geen schuurmiddelen. Reinig de buitenkant met een vochtige doek. Gebruik geen schuurmiddelen of schuursponsjes, noch
6.
vlekkenmiddelen (bv. aceton, trichloorethyleen), of azijn.
Vervanging lampje:
Ga als volgt te werk om het lampje te vervangen:
Haal de stekker uit het stopcontact
Druk het bovenste gedeelte van het lampje in.
Verwijder het lampenkapje.
Vervang de lamp door een exemplaar met hetzelfde vermogen of met het maximumvermogen in watt
dat in de buurt van de lamphouder is aangegeven. Plaats het lampenkapje weer en wacht 5 minuten voordat u het apparaat opnieuw aansluit.
43
OPSPOREN VAN STORINGEN / KLANTENSERVICE
Als u de volgende geluiden hoort
...werkt uw product uitstekend!!!
1. De temperatuur in de vakken is te hoog.
Verhinderen de voedingsmiddelen een correcte
sluiting van de deuren? Staat de thermostaat op de goede stand?
Wordt de luchtcirculatie gehinderd?
2. De temperatuur in het koelvak is te laag.
Staat de thermostaat op de goede stand?
3. Het apparaat maakt te veel lawaai.
Is het apparaat correct geïnstalleerd?
Raken de buizen aan de achterkant elkaar of
trillen ze? Het is normaal dat men lawaai hoort van de
koelvloeistof die circuleert.
4. Het apparaat werkt niet?
Is de stroom uitgevallen?
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Werken de beveiligingen van de elektrische
installatie van uw woning correct? Is de voedingskabel beschadigd?
5. Er staat water op de bodem van het koelvak.
Staat de thermostaat in de goede stand?
Is de afvoer van het dooiwater misschien
verstopt?
6. De binnenverlichting werkt niet.
%
Controleer eerst punt 4, en vervolgens:
Haal de stekker van het apparaat uit het
stopcontact. Vervang de lamp door een exemplaar met
hetzelfde vermogen of met het maximumvermogen in watt dat in de buurt van de lamphouder is aangegeven.
44
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de Klantenservice:
Ga na of u de storingen zelf kunt verhelpen (zie
1.
“Storingen opsporen”). Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het
2.
ongemak is verholpen. Als dit niet het geval is, schakel het apparaat dan opnieuw uit en herhaal de handeling na een uur.
Als ook dat niet helpt, wend u dan tot onze
3.
Klantenservice.
INSTALLATIE
Installeer het apparaat niet in de buurt van
warmtebronnen. Installatie in een warme omgeving, rechtstreekse blootstelling aan de zon of opstelling van het apparaat in de buurt van een warmtebron (kachel, fornuis) verhogen het stroomverbruik en dienen te worden vermeden.
Indien dit niet mogelijk is, moeten de volgende
minimumafstanden worden aangehouden:
30 cm vanaf fornuizen die werken op kolen of
petroleum; 3 cm vanaf elektrische fornuizen en/of
gasfornuizen.
Monteer de afstandstukken (indien bijgeleverd)
op de achterkant van de condensator die op de achterkant van het apparaat zit.
Installeer het apparaat op een droge en goed
geventileerde plaats, zorg dat het op een vlakke ondergrond staat en stel indien nodig de poten aan de voorkant bij.
De binnenkant schoonmaken.
Breng de bijgeleverde accessoires aan.
Vermeld de volgende gegevens: de aard van de storing
het model
het servicenummer (nummer achter het woord
SERVICE op het typeplaatje binnenin het apparaat)
uw volledige adres en
uw telefoonnummer
Opmerking: Het verwijderen van de deur van het apparaat
door onze Klantenservice wordt niet beschouwd als een ingreep die onder de garantie valt.
Elektrische aansluiting
Houd u aan de plaatselijke voorschriften voor de elektrische aansluiting.
De gegevens met betrekking tot de spanning en
het opgenomen vermogen staan op het typeplaatje in het apparaat.
De aarding van het apparaat is verplicht. De fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor eventueel letsel aan personen, dieren of voor schade aan voorwerpen die veroorzaakt is door het niet in acht nemen van deze voorschriften.
Als de stekker en het stopcontact niet van
hetzelfde type zijn, laat het stopcontact dan vervangen door een gekwalificeerd technicus.
Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige
adapters.
wettelijk
Afkoppeling van het elektriciteitsnet
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker uit het stopcontact te halen of via een tweepolige netschakelaar die bovenstrooms van het stopcontact is geplaatst.
45
MODE D’EMPLOI
AVANT D’UTILISER L’APPAREIL CONSEILS POUR LA PROTECTION DE
L’ENVIRONNEMENT PRÉCAUTIONS EN CAS D’ABSENCE OU DE
DÉMÉNAGEMENT DESCRIPTION DE L’APPAREIL COMMANDES COMMENT FAIRE FONCTIONNER LE
COMPARTIMENT RÉFRIGÉRATEUR COMMENT UTILISER LE COMPARTIMENT
CONGÉLATEUR COMMENT DÉGIVRER L’APPAREIL NETTOYAGE ET ENTRETIEN DIAGNOSTIC RAPIDE / ASSISTANCE SERVICE APRÈS-VENTE INSTALLATION
25
AVANT D’UTILISER L’APPAREIL
L’appareil que vous venez d’acheter est réservé
à un usage ménager.
Pour utiliser au mieux votre appareil, nous vous invitons à lire attentivement les instructions dans lesquelles vous trouverez la description de votre appareil et des conseils utiles pour la conservation des aliments.
Conservez ce livret pour toute consultation ultérieure.
Après avoir déballé l’appareil, ass urez-v o us q u’i l
1.
n’est pas endommagé et que les portes ferment parfaitement. Tout dommage éventuel devra être signalé au revendeur dans un délai de 24 heures après la livraison. Nous vous conseillons d’attendre au moins deux
2.
heures avant de mettre l’appareil en service afin que le circuit réfrigérant soit parfaitement efficace. Assurez-vous que l’installation et le branchement
3.
électrique ont été réalisés par un technicien qualifié, conformément aux instructions du fabricant et aux normes locales en vigueur en matière de sécurité. Nettoyez l’intérieur de l’appareil avant de
4.
l’utiliser.
CONSEILS POUR LA PROTECTION DE L’ENVIRONNEMENT
1.Emballage
L’emballage est 100% recyclable et porte le symbole du recyclage. Pour la mise au rebut, suivez les réglementations locales en vigueur. Les matériaux d’emballage (sachets en plastique, éléments en polystyrène, etc.) doivent être conservés hors de portée des enfants car ils constituent une source potentielle de danger.
2.Mise au rebut
Cet appareil a été fabriqué avec des matériaux recyclables. Cet appareil porte le symbole du recyclage conformément à la Directive Européenne 2002/96/CE concernant les Déchets d’Équipements Électriques et Électroniques (DEEE ou WEEE). En procédant correctement à la mi se au rebut de cet appareil, vous contribuerez à protéger l’environnement et la santé humaine
Le symbole apposé sur l’appareil ou sur la documentation qui l’accompagne indique que ce produit ne peut en aucun cas être traité comme un déchet ménager. Il doit par conséquent être remis à un centre de collecte des déchets chargé du recyclage des équipements électriques et électroniques.
Au moment de la mise au rebut, rendez l’appareil inutilisable en sectionnant le câble d’alimentation et en démontant les portes et les grilles, de façon à ce que les enfants ne puissent accéder facilement à l’intérieur de celui-ci.
Pour la mise au rebut, respectez les normes locales en vigueur et remettez l’appareil à un centre de collecte spécialisé. Ne laissez jamais l’appareil sans surveillance, ne fut-ce que quelques jours, car il représente une source de danger pour les enfants. Pour obtenir de plus amples détails au sujet du traitement, de la récupération et du recyclage de cet appareil, veuillez vous adresser au bureau compétent de votre commune, à la société locale de collecte des déc hets ménagers ou directement à votre revendeur.
Information
Cet appareil ne contient pas de CFC (le circuit de refroidissement contient du R134a) ni de HFC (le circuit de refroidissement contient du R600a) (voir la plaquette signalétique à l’intérieur de l’appareil). Pour les appareils avec Isobutane (R600a) : L’isobutane est un gaz naturel sans danger pour l’environnement, mais il est inflammable. Il est donc indispensable de s’assurer que les tuyaux du circuit de réfrigération sont en parfait état.
26
Loading...
+ 30 hidden pages