Ask Proxima DLP Projector User Guide [nl]

DLP
Projector
USER’S
USER’S
GUIDE
GUIDE
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat deze projector conform onderstaande richtlijnen en normen is:
EMC-richtlijn 89/336/EEG, gewijzigd door 93/68/EEG EMC: EN 55022
EN 55024 EN 61000-3-2
EN 61000-3-3 Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG, gewijzigd door 93/68/EEG Veiligheid: EN 60950: 2000
februari 2004
Handelsmerken
Apple, Macintosh en PowerBook zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. IBM is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines, Inc. Microsoft, PowerPoint en Windows zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Adobe en Acrobat zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
FCC-waarschuwing
Opmerking: Deze apparatuur is getest op en voldoet aan de limieten van een digitaal apparaat van klasse B, krachtens deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze limieten zijn bestemd om redelijke bescherming tegen gevaarlijke storingen te bieden van installaties in een woongebied. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie, kan deze energie uitstralen, en kan, indien niet geïnstalleerd in overeenstemming met de instructies, gevaarlijke storingen van de radiocommunicatie veroorzaken. Er is echter geen garantie dat er geen storing zal optreden in een bepaalde installatie. Wanneer de apparatuur de ontvangst van radio of televisie stoort (dit kan worden vastgesteld door de apparatuur uit en in te schakelen) wordt de gebruiker verzocht te proberen de storing te verhelpen door één van de volgende maatregelen te treffen: — Verander de richting van de ontvangstantenne of verplaats de antenne. — Verwijder de apparatuur en de ontvanger verder uit elkaar. — Sluit de apparatuur aan op een stopcontact in een ander stroomcircuit dan dat waarop de ontvanger is aangesloten. — Raadpleeg uw dealer of een erkende radio- en televisiemonteur.
Canada
Dit digitale apparaat van Klasse B voldoet aan de Canadese norm ICES-003. Cet appareil numérique de la classe A est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
Goedkeuringen
UL, CUL, GOST
Andere landspecifieke goedkeuringen zijn mogelijk van kracht. Zie het certificeringslabel van het product.
Behoudt zich het recht voor het product en de specificaties op elk gewenst moment en zonder kennisgeving te wijzigen.
Inhoudsopgave
Inleiding 5 Projector plaatsen 7 Aansluitgids voor projector en apparaat 8
Computeraansluitingen 8 Videoaansluitingen 8
Computerbron aansluiten 11
Vereiste computeraansluitingen 11 Optionele computeraansluitingen 11
Beeld van computerbron weergeven 12
Beeld afstellen 13
Projector voor het eerst gebruiken met Windows 98 14 Videoapparaat aansluiten 16 Aansluitingen voor videoapparaat 17
Composite-videoaansluiting 17
S-Videoaansluiting 17
VGA-aansluiting 18 Videobeeld weergeven 19
Beeld afstellen 19 De projector uitschakelen 21 Problemen met uw installatie oplossen 21 Afstandsbediening gebruiken 29 Geluid gebruiken 30 Toetsen op toetsenpaneeltje gebruiken 31 Computerbeelden optimaliseren 32 Presentatiefuncties 32 Videobeelden optimaliseren 33 Projector afstemmen op uw behoeften 33 Menu’s gebruiken 34
Menu Picture (Beeld) 35
Menu Settings (Instellingen) 38 Onderhoud 41
Lens reinigen 41
De projectielamp vervangen 41
Filters van lampbehuizing reinigen 43 Beveiligingsslot gebruiken 43 Bijlage 44
Grootte van geprojecteerde beeld 44
Rode LED en projectorfouten 44
Als u ervaring hebt met het opstellen van presentatiesystemen, kunt u gebruikmaken van de snelstartkaart die met de projector is meegeleverd.
Belangrijke veiligheidsmaatregelen bij bediening
Plaats de projector in een horizontale positie onder een hoek van niet
meer dan 15 graden ten opzichte van de as.
Installeer de projector op een goedgeventileerde locatie waar de in- en
uitlaatventilatiegaten niet worden geblokkeerd. Plaats de projector niet op een tafelkleed of andere zachte bedekking die de ventilatiegaten kan blokkeren.
Plaats de projector op een afstand van minimaal 1,2 m van
verwarmings- of koelinstallaties.
Gebruik uitsluitend door goedgekeurde beugels voor montage aan het
plafond.
Gebruik uitsluitend het meegeleverde netsnoer. Een verdeeldoos met
overspanningsbeveiliging wordt aanbevolen.
Raadpleeg deze handleiding voor de juiste opstart- en
afsluitprocedures.
In het onwaarschijnlijke geval dat de lamp breekt, moet u alle
voedingsmiddelen in de buurt weggooien en de omgeving aan alle kanten van de projector grondig schoonmaken. Was uw handen nadat u de locatie hebt schoongemaakt en de gebroken lamp hebt verwijderd. Dit product is uitgerust met een lamp die een heel kleine hoeveelheid kwik bevat. Verwijder de lamp conform de lokale, provinciale of nationale milieuwetten. Zie www.eiae.org voor meer informatie.
Volg deze instructies om de beeldkwaliteit en de levensduur van de lamp te waarborgen gedurende de hele levensduur van de projector.
m
6
,
0
Zorg ervoor dat er zich geen objecten of personen bevinden binnen een afstand van 0,6 m van de voorkant van de projector. Bij montage aan het plafond moet een afstand van 1,5 m worden aangehouden.
1,5 m

Inleiding

Uw nieuwe digitale projector wordt vlot aangesloten en is gemakkelijk te gebruiken en te onderhouden. Het is een veelzijdig apparaat dat flexibel genoeg is voor zowel zakelijke presentaties als video-avondjes thuis. Het biedt een native SVGA-resolutie van 800x600 en is compatibel met een breed scala van computers en videoapparaten, zoals:
De meeste standaard videorecorders, dvd-spelers (progressief en
interlaced), progressieve dvd, HDTV-bronnen, TV- en satelliettuners, camcorders, videospellen en laserdisc-spelers.
IBM-compatibele computers, met inbegrip van laptops, met een
resolutie tot 1024x768.
®
Apple
1024x768.
Accessoires
De standaardaccessoires die bij uw projector behoren, worden vermeld op de meegeleverde verpakkingslijst.
Macintosh®- en PowerBook®-computers met een resolutie tot
ontvanger afstandsbediening (IR)
scherpstellingsring (dunne ring)
luidspreker
toetsenpaneeltje
netsnoer­connector
aan/uit­schakelaar
releaseknop voor verstelbaar voetje
zoomring (dikke ring)
lensdop met koordje
klep van lamp­behuizing
connector­paneel
beveiligingsslot
verstelbaar voetje
Connectorpaneel
De projector biedt zowel computer- als videoaansluitingen, zoals:
M1 voor computer en video
S-Video
Composite RCA audio/video
De projector beschikt tevens over de volgende connectors:
Beeldschermuitgang
Audio-uitgang
12 Volt gelijkstroomuitgang (zie onder)
12 Volt gelijkstroomuitgang
De 3,5 mm mini-jack biedt een 12 Volt gelijkstroomuitgang. Het voorziet in een constante uitvoer terwijl de projector is ingeschakeld. Deze uitgang biedt tal van gebruiksmogelijkheden. Als u bijvoorbeeld uw projectiescherm op de 12 Volt gelijkstroomuitgang aansluit via de kabel die met uw scherm is meegeleverd, wordt het scherm omlaag verplaatst als u de projector inschakelt. Als u de projector weer uitschakelt, wordt het scherm weer teruggezet in de opslagstand. Als u de 12 Volt gelijkstroomuitgang wilt gebruiken, moet u eerst de beveiliging verwijderen.
12 Volt gelijkstroomuitgang
+12 V
M1 computer
Beeldscherm S-Video
Aarde
3,5 mm aansluiting
naar, bijvoorbeeld, schermrelais (raadpleeg schermfabrikant voor nadere details)
Audio­uitgang
12 Volt gelijkstroomuitgang
RCA audio/video

Projector plaatsen

Houd bij het bepalen van de positie van de projector rekening met de grootte en vorm van uw scherm, de locatie van uw stopcontacten en de afstand tussen de projector en de rest van uw apparatuur. Hier volgen enkele algemene richtlijnen:
Plaats de projector op een vlakke ondergrond onder de juiste hoek ten
opzichte van het scherm. De projector moet minimaal 1,49 m van het projectiescherm verwijderd zijn.
Plaats de projector binnen 3 m van uw voedingsbron en binnen 1,8 m
van uw videoapparaat (tenzij u verlengkabels aanschaft). Zorg voor een goede toegankelijkheid van de kabels door de projector op minimaal 0,15 m van een muur of ander object te plaatsen.
Als u de projector aan het plafond installeert, raadpleegt u de installatie
bij de kit voor plafondmontage voor meer informatie. Als u het beeld ondersteboven wilt weergeven, raadpleegt u de sectie “Plafond” op pagina 38. Wij adviseren u gebruik te maken van een goedgekeurde beugel voor montage aan het plafond.
Plaats de projector op de gewenste afstand van het scherm. De afstand
van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstelling en de video-indeling zijn bepalend voor de grootte van het geprojecteerde beeld. Op de afbeelding rechtsboven zijn drie geprojecteerde beeldgrootten te zien. Zie “Grootte van geprojecteerde beeld” op pagina 44 voor meer informatie over de beeldgrootte bij verschillende afstanden.
Het beeld wordt weergegeven door de projector onder een bepaalde
hoek. De beeldverschuiving is 112,2% als de projector in de 4:3-modus staat (standaardmodus). Dit betekent dat als u een beeld hebt van 1 m hoog, de onderkant van het beeld zich 12,2 cm boven het midden van de lens bevindt.
Deze beeldverschuiving is 132,9% als de projector in de 16:9-modus
staat. Dit betekent dat als u een beeld hebt van 1 m hoog, de onderkant van het beeld zich 32,9 cm boven het midden van de lens bevindt.
Zie “Videoapparaat aansluiten” op pagina 16 voor meer informatie
over de 16:9- en 4:3-modus.
onderkant van beeld 12,2 cm boven midden van lens
onderkant van beeld 32,9 cm boven midden van lens
1 m hoog beeld
1 m hoog beeld
midden van lens
midden van lens
3
,
7
5
m
1
,
5
m
1
m
1,45 m
Projectiehoek in 4:3-modus (standaard)
Projectiehoek in 16:9-modus (standaard)
2,25 m
5,7 m

Aansluitgids voor projector en apparaat

U kunt de volgende afbeelding en tabel gebruiken om de connectors te vinden die u wilt gebruiken en om de best mogelijke resolutie te verkrijgen voor uw invoerapparaten, zoals computers, standaard videorecorders, dvd-spelers (progressief en interlaced), HDTV-bronnen (1080i, 1035i en 720p HDTV­indelingen), TV- en satelliettuners, camcorders, videospellen (progressief en interlaced) en laserdisc-spelers.

Computeraansluitingen

Bij computeraansluitingen worden de VGA- en USB-uiteinden van de meegeleverde computerkabel aangesloten op een computer en wordt het andere uiteinde (M1) aangesloten op de Computer In-ingang van de projector. Het USB-gedeelte van de computerkabel biedt u de mogelijkheid dia’s in een PowerPoint™-presentatie af te spelen via een afstandsbediening. Zie pagina 11 voor informatie met betrekking tot de instelling van computer of projector.

Videoaansluitingen

De eerste stap bij het aansluiten van video is beslissen welk type uitvoerconnector u wilt aansluiten op de projector. Als er meerdere uitgangen zijn op uw videoapparaat, selecteert u de uitgang met de hoogste kwaliteit. Uw opties zijn S-video (hogere kwaliteit) en Composite-video (lagere kwaliteit).
Als u de projector aansluit op HDTV-bronnen, moet de M1-computerconnector van de projector, gelabeld Computer In, worden gebruikt. Houd er rekening mee dat bij HDTV-bronnen en bronnen met progressieve scan alleen gebruik mag worden gemaakt van de computerconnector van de projector. U kunt ook een M1-naar-Component-adapter (beschikbaar als optioneel accessoire) gebruiken om de Component-connectors van een bron met progressieve scan aan te sluiten op de projector. De S-Video-poort werkt niet bij bronnen met progressieve scan.
projectoringangen
audio/video (Composite)
12 Volt gelijkstroomuitgang
computeringang (HDTV en bronnen met progressieve scan)
beeldscherm (uitgang)
audio-uitgang
S-Video
Videoapparaat Videocompatibiliteit
Ty p e apparaatconnector
Aansluiten op adapter of gelabelde connector op projector
Locatie installatie­instructies
Opmerkingen
Standaard TV-toestel
HDTV) via:
(niet kabel, digitale kabel, satelliet-TV, dvd of videorecorder
Standaard videocamera
Standaard videospel
NTSC, PAL en SECAM Composite Video
of S-Video
NTSC, PAL en SECAM Composite Video
of S-Video
NTSC, PAL en SECAM Composite Video
of S-Video
Composite Video of S-Video
Composite Video of S-Video
Composite Video of S-Video
Composite-videoaansluiting op pagina 17.
S-Videoaansluiting op pagina 17.
Composite-videoaansluiting op pagina 17.
S-Videoaansluiting op pagina 17.
Composite-videoaansluiting op pagina 17.
S-Videoaansluiting op pagina 17.
Niet voor bronnen met progressieve scan (bijv. HDTV). Zie pagina 10.
Niet voor bronnen met progressieve scan (bijv. HDTV). Zie pagina 10.
Niet voor bronnen met progressieve scan (bijv. HDTV). Zie pagina 10.
Videoapparaat Videocompatibiliteit
Ty p e apparaatconnector
Aansluiten op adapter of gelabelde connector op projector
Locatie installatie­instructies
Opmerkingen
HDTV (High Definition TV)
Dvd-speler met progressieve scan
Videospel met progressieve scan
1080i, 720p VGA
Component Video
1080i, 720p
Component 480p
1080i, 720p
Component 480p
VGA
Component Video
VGA
Component Video
Computeringang
Computeringang via optionele M1-naar­Component-adapter
Computeringang
Computeringang via optionele M1-naar­Component-adapter
Computeringang
Computeringang via optionele M1-naar­Component-adapter
VGA-aansluiting op pagina 18.
M1-naar-Component­adapter op pagina 18.
VGA-aansluiting op pagina 18.
M1-naar-Component­adapter op pagina 18.
VGA-aansluiting op pagina 18.
M1-naar-Component­adapter op pagina 18.
Niet voor Component 480i.
Niet voor Component 480i.
Niet voor Component 480i.
10

Computerbron aansluiten

Vereiste computeraansluitingen

Steek het ene uiteinde van de meegeleverde computerkabel (zie pagina 16 voor het aansluiten van videoapparaten) in de blauwe M1-connector Computer In van de projector. Steek de andere uiteinden (USB en VESA) in de USB- en VGA-poorten van uw computer. Als u een desktopcomputer gebruikt, moet u eerst de beeldschermkabel loskoppelen van de videopoort van uw computer.
Via deze aansluiting kunt u dia’s afspelen in een PowerPoint-presentatie met de afstandsbediening. De installatie van USB-stuurprogramma’s is vereist om de USB-functie te kunnen gebruiken. Zie pagina 15 voor meer informatie.
Sluit het zwarte netsnoer aan op de Powe r-connector (voedingsconnector) aan de zijkant van de projector en een stopcontact.
OPMERKING: Gebruik altijd het netsnoer dat met de projector is meegeleverd.

Optionele computeraansluitingen

Als u uw presentatie wilt afspelen met geluid, sluit u een audiokabel (niet meegeleverd) aan op uw computer en op de rode en/of witte Audio In- connector van de projector.
computerkabel aansluiten
netsnoer aansluiten
audiokabel aansluiten
Als u een desktopcomputer gebruikt en het beeld zowel op het computerscherm als op het projectiescherm wilt bekijken, steekt u de beeldschermkabel van de computer in de Monitor Out van de projector.
beeldschermkabel aansluiten
11

Beeld van computerbron weergeven

Verwijder de lensdop.
Zet de Powe r-schakelaar aan de zijkant van de projector op On (Aan).
lensdop verwijderen
De LED knippert groen en de ventilatoren beginnen te draaien. Wanneer de lamp aangaat, wordt het opstartscherm weergegeven en brandt de LED continu groen. Het kan een minuut duren voordat het beeld helemaal helder is.
? Geen opstartscherm? Zie pagina 21 voor hulp.
Zet uw computer aan.
Het beeld van de computer wordt weergegeven op het projectiescherm. Als dat niet gebeurt, drukt u op de toets Computer op het toetsenpaneeltje van de projector.
Als uw computer Windows 98 gebruikt als besturingssysteem, raadpleegt u “Projector voor het eerst gebruiken met Windows 98” op pagina 14 voor meer informatie over het instellingsproces voor de stuurprogramma’s.
Zorg dat de poort voor externe video op uw laptop actief is.
Op veel laptops wordt de poort voor externe video niet automatisch ingeschakeld als een projector wordt aangesloten. Gewoonlijk kan de externe weergave worden in- en uitgeschakeld via een toetsencombinatie zoals FN + F8 of CRT/LCD. Zoek naar een functietoets met het opschrift CRT/LCD of naar een functietoets met een beeldschermsymbool. Druk tegelijkertijd op FN en de functietoets. Raadpleeg de documentatie bij uw
laptop voor informatie over de desbetreffende toetsencombinatie op uw laptop.
? Geen beeld op de laptop? Druk op de toets Auto Image op het
toetsenpaneeltje. Zie pagina 22 voor hulp.
aan/uit-schakelaar verplaatsen
computer aanzetten
poort voor externe video op laptop activeren
beeldschermtoets
of LCD/CRT-toets
FN-toets
12

Beeld afstellen

Stel de hoogte van de projector zo nodig bij. Druk hiervoor op de releaseknop om het verstelbare voetje uit te schuiven.
Draai zo nodig met de hand aan het stelvoetje aan de achterkant van de projector.
Plaats uw handen niet in de buurt van de hete ventilatiegaten aan de voorzijde van de projector.
Plaats de projector op de gewenste afstand van het scherm onder een hoek van 90 graden ten opzichte van het scherm.
Zie pagina 44 voor een tabel met schermgrootten en corresponderende schermafstanden.
hoogte afstellen
afstand afstellen
voetje
draaien aan stel­voetje
releaseknop
Pas de zoom of de scherpstelling aan.
Als het beeld geen rechthoek is, stelt u de keystonecorrectie bij met de toetsen van het toetsenpaneeltje.
Druk op de bovenste Key s tone -toets om het bovenste gedeelte van het beeld te verkleinen en druk op de onderste Keystone-toets om het onderste gedeelte te verkleinen.
Stel het contrast of de helderheid bij in het menu Picture (Beeld).
Zie pagina 35 voor hulp bij deze menu-instellingen.
zoom of scherpstelling aanpassen
keystonecorrectie
menu Picture (Beeld) aanpassen
13
scherpstelling (dunne ring)
zoom
(dikke ring)

Projector voor het eerst gebruiken met Windows 98

De eerste keer dat u een computer met Windows 98 op de projector aansluit, herkent de computer de projector als ‘nieuwe hardware’ en wordt de wizard Nieuwe hardware weergegeven. Volg de onderstaande instructies om met behulp van de wizard het juiste stuurprogramma te laden (het stuurprogramma is geïnstalleerd met uw Windows-besturingssysteem).
Als u Windows 2000 of Windows ME gebruikt, slaat u deze stappen over en gaat u onmiddellijk naar ‘Beeld afstellen’ op pagina 13.
a
a Klik op Next (Volgende) om naar het stuurprogramma te zoeken.
b Controleer of “Naar het beste stuurprogramma zoeken” is geselecteerd
en klik daarna op Next.
c Schakel alle afgevinkte selectievakjes uit en klik daarna op Next.
Windows vindt automatisch de locatie van het stuurprogramma. Als dit stuurprogramma is verwijderd, laadt u het opnieuw vanuit de cd met uw Windows besturingssysteem.
d Als Windows het stuurprogramma vindt, kunt u het installeren. Klik
op Next.
b
c
d
14
Sla deze pagina over als u geen USB-muiskabel hebt aangesloten
Voor W i n d o w s 9 8 :
Als u de USB-kabel hebt aangesloten, wordt de wizard Nieuwe hardware nogmaals weergegeven. De installatie van USB­stuurprogramma’s is vereist om de USB-functie te kunnen gebruiken.
De Wizard start driemaal op.
De eerste maal wordt een USB composite device gevonden.
De tweede maal wordt een USB human interface device (voor het toetsenbord) gevonden.
De derde maal wordt een USB human interface device (voor de muis) gevonden.
Voor Windows 2000, Windows ME en Windows XP:
De USB-stuurprogramma’s worden automatisch geïnstalleerd.
15

Videoapparaat aansluiten

U kunt videoapparaten, zoals videorecorders, dvd-spelers, camcorders, digitale camera’s, videospelconsoles, HDTV-ontvangers en TV-tuners aansluiten op de projector. Er is ook audio-invoer mogelijk via de rode en witte A/V-connectors. U kunt de audio rechtstreeks op de projector aansluiten om geluid weer te geven via de ingebouwde luidspreker of u kunt de audio aansluiten op uw stereo-installatie via de Audio Out­connector.
U kunt de projector aansluiten op de meeste videoapparaten die video kunnen uitvoeren. U kunt de coaxkabel tussen uw huis en een kabel- of satellietmaatschappij niet rechtstreeks aansluiten. Het signaal moet eerst een tuner passeren. Voorbeelden van tuners zijn digitale kabelkastjes, videorecorders, digitale videorecorders en kastjes voor satelliet-TV. In principe wordt elk apparaat waarmee van kanaal kan worden veranderd als tuner beschouwd.
Voordat u de projector gaat aansluiten, moet u beslissen welke hoogte­breedteverhouding u wilt gebruiken. De instelling voor de hoogte­breedteverhouding van de projector is toegankelijk via het menu Picture (Beeld) van de projector. Zie pagina 35 voor meer informatie.
Wat wordt verstaan onder breedte-hoogteverhouding?
De breedte-hoogteverhouding is de verhouding van de breedte van het beeld ten opzichte van de hoogte van het beeld. De meeste TV-schermen gebruiken 4:3. Dit is de standaardinstelling voor deze projector. HDTV en de meeste dvd’s werken met 16:9. Als u projecteert op een scherm, is de grootte of vorm van het scherm mogelijk bepalend voor de breedte­hoogteverhouding die u moet gebruiken. Als u projecteert op een lege muur, geldt de beperking van de schermgrootte niet. Wat u wilt gaan projectoren is eveneens mede bepalend voor uw keuze tussen 4:3 en 16:9. De meeste TV-shows, bijvoorbeeld, zijn 4:3, terwijl de meeste films 16:9 zijn.
Als u over een 16:9-scherm beschikt, selecteert u een breedte­hoogteverhouding van 16:9 voor anamorfische films of HDTV, en Native voor 4:3-beelden. Als u over een 4:3-scherm beschikt, gebruikt u nog steeds 16:9 voor anamorfische films of HDTV, maar kunt u kiezen tussen 4:3 (om het scherm te vullen) of Native (voor directe pixeltoewijzing) bij 4:3-
beelden. Houdt u er rekening mee dat anamorfische films alleen correct worden weergegeven als de dvd-speler is ingesteld voor uitvoer naar een breedbeeldtelevisie (16:9).
4:3-scherm 16:9-scherm
Niet gebruiken
16
4:3­modus
16:9­modus
Native­modus (uitsluitend NTSC)

Aansluitingen voor videoapparaat

Composite-videoaansluiting

Steek de gele connector van de meegeleverde A/V-kabel in de “Video-out”­connector van het videoapparaat. Steek de andere gele connector in de gele Video 2-connector van de projector.
Steek een witte connector in de linker Audio Out-connector van het videoapparaat en steek een rode connector in de rechter Audio Out­connector van het videoapparaat. Steek de andere witte connector in de witte Audio In-connector van de projector en steek de andere rode connector in de rode Audio In-connector van de projector.
Houd er rekening mee dat video-uitvoer van Composite-aansluitingen een mindere hoge kwaliteit bieden dan S-Video.

S-Videoaansluiting

Als uw videoapparaat gebruikmaakt van een ronde, zevenpolige S-Video­connector, sluit u een S-Video-kabel (beschikbaar als optionele accessoire) aan op de S-Video-connector van uw videoapparaat en op de S-Video- connector van de projector. Gebruik de rode en witte audioconnector van de A/V-kabel op de wijze zoals hierboven beschreven (de gele connectors op de A/V-kabel worden niet gebruikt).
Houd er rekening met dat S-Video een hogere kwaliteit video-uitvoer biedt dan Composite.
A/V-kabel aansluiten
S-Video- en A/V-kabels aansluiten
17

VGA-aansluiting

Als uw videoapparaat over een 15-pins VGA-uitgang beschikt, steekt u het ene uiteinde van de meegeleverde computerkabel in de VGA-connector van uw videobron. Deze connector bevat mogelijk de label “To Monitor” op de videobron. Steek het M1-uiteinde van de computerkabel in de Computer In-connector van de projector. Sluit het USB-uiteinde van deze kabel niet aan op het videoapparaat.
Gebruik de rode en witte audioconnector van de A/V-kabel op de wijze zoals beschreven op de vorige pagina (de gele connectors op de A/V-kabel worden niet gebruikt).
M1-naar-Component-adapter
Als u een dvd- of HD-bron met progressieve scan wilt aansluiten, gebruikt u een M1-naar-Component-adapter (beschikbaar als optioneel accessoire). Sluit het ene uiteinde van een Component-kabel (niet meegeleverd) aan op de adapter. Sluit het M1-uiteinde van de adapter aan op de Computer 1­connector van de projector.
computer- en A/V­kabels aansluiten
Sluit het netsnoer aan op de Power-connector (voedingsconnector) aan de zijkant van de projector en op een stopcontact.
OPMERKING: Gebruik altijd het netsnoer dat met de projector is meegeleverd.
netsnoer aansluiten
18

Videobeeld weergeven

Verwijder de lensdop.
Zet de Powe r-schakelaar aan de zijkant van de projector op On (Aan).
De LED knippert groen en de ventilatoren beginnen te draaien. Wanneer de lamp gaat branden, wordt het opstartscherm weergegeven en brandt de LED continu groen. Het kan een minuut duren voordat het beeld helemaal helder is.
? Geen opstartscherm? Zie pagina 22 voor hulp.
lensdop verwijderen
aan/uit-schakelaar verplaatsen
Sluit uw videoapparaat aan en schakel het in.
Het beeld van het videoapparaat wordt weergegeven op het projectiescherm. Als dat niet het geval is, drukt u op de toets Video op het toetsenpaneeltje.
? Geen beeld? Druk op de toets Source of Auto Image op het toetsenpaneeltje. Zie pagina 22 voor hulp.

Beeld afstellen

Stel de hoogte van de projector bij. Druk hiervoor op de releaseknop om het voetje uit te schuiven.
Draai zo nodig aan het stelvoetje aan de achterkant van de projector.
Plaats de projector op de gewenste afstand van het scherm onder een hoek van 90 graden ten opzichte van het scherm.
Zie pagina 44 voor een tabel met schermgrootten en corresponderende schermafstanden.
videoapparaat aanzetten
hoogte afstellen
afstand afstellen
19
voetje
draaien aan stel­voetje
releaseknop
Pas de zoom en scherpstelling aan.
zoom of scherpstelling aanpassen
Als het beeld niet vierkant is, stelt u de keystonecorrectie bij met de toetsen van het toetsenpaneeltje. Druk op de bovenste Keys ton e-toets om het bovenste gedeelte van het beeld te verkleinen en druk op de onderste Key ston e -toets om het onderste gedeelte te verkleinen.
Stel het volume bij via het toetsenpaneeltje of de afstandsbediening.
Stel het contrast, de helderheid, de kleur, de tint of de breedte­hoogteverhouding bij in het menu Picture (Beeld). Zie pagina 35 voor hulp bij de menu’s en deze instellingen.
Houd er bij de breedte-hoogteverhouding rekening mee dat dvd-spelers moeten zijn geconfigureerd voor 16:9 om de hoogste kwaliteit video te verkrijgen. Zie pagina 16 voor meer informatie over de breedte­hoogteverhouding.
keystonecorrectie
volumeregeling
opties menu Picture (Beeld) instellen inclusief breedte-hoogteverhouding
scherpstelling (dunne ring)
zoom
(dikke ring)
20

De projector uitschakelen

De projector geeft automatisch een zwart scherm te zien als gedurende 30 minuten geen actieve bron is gedetecteerd. Dit spaart de levensduur van de projector. Het beeld verschijnt opnieuw wanneer bronactiviteit wordt waargenomen of wanneer een toets op de afstandsbediening of het toetsenpaneeltje wordt ingedrukt.
Schermbeveiliging
U kunt instellen dat het scherm al na een vooraf ingesteld aantal minuten zwart wordt door de functie Screen Save (Schermbeveiliging) in te schakelen in het menu Settings (Instellingen) > System (Systeem). Zie pagina 38.
Energiebesparing
De projector beschikt ook over een energiebesparingsfunctie (Power Save) waarmee automatisch de lamp wordt uitgezet nadat er 20 minuten lang geen actieve bronnen zijn waargenomen en er geen gebruikersinteractie heeft plaatsgevonden. Deze functie is standaard uitgeschakeld. Zie pagina 38.
Projector uitzetten
U kunt de projector uitschakelen door simpelweg de aan/uit-schakelaar van de projector op Off (Uit) te zetten.
U kunt ook op de Power-knop van de afstandsbediening drukken om de projector in de stand Off te zetten terwijl deze is ingeschakeld. Als u tweemaal op de Po wer-knop drukt (eenmaal om het uitschakelproces te starten en een tweede maal om te bevestigen dat u de projector wilt uitschakelen), gaat de lamp uit en knippert de LED een (1) minuut lang groen terwijl de ventilatoren blijven draaien om de lamp af te koelen. Als de LED groen knippert, accepteert de projector geen invoer via toetsenpaneeltje of afstandsbediening.
Als de lamp is afgekoeld, brandt de LED groen en draaien de ventilatoren om minimumsnelheid. U kunt de projector nu uitschakelen door de aan/ uit-schakelaar op Off (Uit) te zetten.
OPMERKING: Nadat de projector is uitgeschakeld, moet u een (1) minuut wachten voordat u de projector opnieuw inschakelt. Zo kan de lamp goed afkoelen. Als echter de afstandsbediening is gebruikt voor het uitzetten van de projector, hoeft u geen minuut te wachten voordat u het apparaat opnieuw inschakelt.

Problemen met uw installatie oplossen

Als het geprojecteerde beeld er correct uitziet, gaat u onmiddellijk naar het volgende gedeelte. Als dat niet het geval is, probeert u om het probleem te verhelpen.
De LED boven op de projector geeft de status van de projector aan en kan u helpen om het probleem op te lossen.
Tabel 1: Activiteit van LED en betekenis
Kleur/activiteit van LED Betekenis
continu groen Er is op de aan/uit-toets gedrukt en de software is
knippert groen Er is op de aan/uit-toets gedrukt en de software
knippert rood
zie pagina 44 voor meer informatie
continu rood Een niet-identificeerbare fout: neem contact op met
De volgende tabellen bevatten de meest voorkomende problemen. In sommige gevallen wordt er meer dan één oplossing aangeboden. Probeer de oplossingen in de opgegeven volgorde. Als het probleem aanhoudt, gaat u naar de volgende oplossing, enzovoort.
21
geïnitialiseerd of de projector is uitgeschakeld via de afstandsbediening.
wordt geïnitialiseerd of de projector wordt uitgeschakeld terwijl de ventilatoren draaien om de lamp af te koelen.
Ventilator- of lampstoring. Controleer of de ventilatieopeningen niet zijn geblokkeerd (zie pagina 27). Zet de projector uit en wacht één minuut. Zet de projector vervolgens opnieuw aan. Als de levensduur van de lamp in de projector is verstreken (pagina 41), vervangt u de lamp en reset u de lamptimer. Neem contact op met de technische ondersteuning als het probleem niet is verholpen
de technische ondersteuning.
.
Probleem Oplossing Resultaat
geen opstartscherm
alleen opstartscherm verschijnt
A
Startup
Screen
netsnoer aansluiten aan linkerkant van projector lensdop verwijderen aan/uit-schakelaar gebruiken
aan/uit-schakelaar aan zijkant gebruiken
op toets Computer drukken
poort voor externe video op laptop activeren
laptop opnieuw opstarten
correct beeld
Startup
Screen
computerbeeld wordt geprojecteerd
A
A
22
Probleem Oplossing Resultaat
geen computerbeeld, alleen de woorden ‘Signal out of range’ (signaal buiten bereik)
Signal out of
A
range
op toets Auto Image op toetsenpaneeltje drukken
vernieuwingsfrequentie computer aanpassen op Configuratiescherm > Beeldscherm > Instellingen > Geavanceerd > Adapter (locatie varieert per besturingssysteem)
mogelijk moet u een andere resolutie instellen op uw computer, zoals in het volgende probleem “Beeld is vaag of afgesneden”
computerbeeld wordt geprojecteerd
A
A
23
Probleem Oplossing Resultaat
beeld is vaag of afgesneden
AA
beeld niet gecentreerd op scherm
A
beeldschermresolutie van uw computer instellen op native resolutie van de projector (Start > Instellingen > Configuratiescherm > Beeldscherm > tabblad Instellingen) 800x600 selecteren
Bij een laptop schakelt u het scherm uit of zet u de modus voor dubbel beeldscherm aan
projector verplaatsen, zoom bijstellen, hoogte bijstellen
horizontale of
verticale positie
aanpassen in menu Picture (Beeld) > Advanced (Geavanceerd)
beeld is scherp en niet afgesneden
A
correct beeld
24
Probleem Oplossing Resultaat
beeld is geen vierkant keystonecorrectie instellen op toetsenpaneeltje
beeld niet scherp
scherpte (Sharpness) bijstellen in menu Picture > Advanced (alleen videobronnen)
ABAB
4:3-beeld past niet op 4:3- of 16:9-scherm
breedte-hoogteverhouding in 4:3 of 16:9 in menu Picture (Beeld) > Aspect Ratio (Breede­hoogteverhouding)
beeld is een vierkant
correct beeld
AB
correct beeld
25
Probleem Oplossing Resultaat
beeld ondersteboven
AB
spiegelbeeld
A
geprojecteerde kleuren komen niet overeen met bron
optie Ceiling (Plafond) uitschakelen in menu Settings (Instellingen) > System (Systeem)
Rear (projectie achter scherm) uitschakelen in menu Settings (Instellingen) > System (Systeem)
kleur, tint, kleurtemperatuur, helderheid of contrast bijstellen in de menu’s
correct beeld
AB
correct beeld
AB
correct beeld
COLOR
COLOR
26
Probleem Oplossing Resultaat
de videobeelden die zijn opgenomen in mijn PowerPoint-presentatie worden niet afgespeeld op het scherm
A
B
lamp gaat niet aan, LED knippert rood
LED
A
B
interne LCD-scherm van uw laptop uitschakelen
ervoor zorgen dat ventilatiegaten niet zijn geblokkeerd, projector uitschakelen en één (1) minuut laten afkoelen
opgenomen videobeelden worden correct afgespeeld
Startup
Screen
A
B
A
B
lamp gaat aan
27
Probleem Oplossing Resultaat
bericht “Change lamp” (Lamp vervangen) weergegeven bij opstarten oflamp gaat niet aan en LED knippert rood
LED
lamp vervangen (zie pagina 41)
lamp vervangen
lamp gaat aan
Startup
Screen
28

Afstandsbediening gebruiken

De afstandsbediening werkt op twee (2) meegeleverde AA-batterijen. Installeer de batterijen eenvoudig als volgt: schuif het deksel van de achterzijde van de afstandsbediening af, zorg dat de polariteit (+ en -) van de batterijen klopt, schuif de batterijen op hun plaats en plaats het deksel terug.
Vo or zi ch ti g : houd er bij het vervangen van de batterijen rekening mee dat het gebruik van batterijen van een ander type dan is meegeleverd met de projector tot ernstige schade aan de afstandsbediening kan leiden. Werp verbruikte batterijen op milieuvriendelijke wijze weg.
Richt de afstandsbediening naar het projectiescherm of naar de projector (niet naar de computer). Het maximale bereik voor optimale prestaties is ongeveer 4,5 m.
De projector wordt niet ingeschakeld als u op de Power-knop (aan/uit­knop) van de afstandsbediening drukt terwijl de aan/uit-knop van de projector in de stand Off (Uit) staat. De afstandsbediening werkt alleen als de aan/uit-knop van de projector in de stand On (Aan) staat.
U kunt wel op de Powe r-knop van de afstandsbediening drukken om de projector in de stand Off te zetten (zie pagina 21 voor info over het uitschakelen van het apparaat) en uit te schakelen terwijl deze is ingeschakeld.
Druk op de toets Menu op de afstandsbediening om de schermmenu’s van de projector te openen. Gebruik de pijltoetsen om te navigeren en druk vervolgens op de toets Select om functies te selecteren en waarden in de menu’s aan te passen. Zie pagina 34 voor meer informatie over de menu’s.
De afstandsbediening is tevens uitgerust met de toetsen Vol um e en Mute (Geen geluid) voor het regelen van het geluid, en Video en Computer voor het overschakelen tussen verschillende bronnen.
Ook zijn twee presentatiefuncties beschikbaar. Gebruik de toets Blank (Leeg scherm) om een leeg scherm weer te geven in plaats van de huidige dia (u kunt instellen welke kleur wordt weergegeven, zie pagina 39); gebruik de toets Effect om een door de gebruiker te definiëren actie uit te voeren, zoals
het bevriezen van het beeld of het wijzigen van de breedte­hoogteverhouding voor het bekijken van dvd’s (zie pagina 39 voor meer informatie over het programmeren van deze toets).
Met de toetsen Previous (Vorige) en Next (Volgende) kunt u de PowerPoint-presentatie doorlopen in de diamodus (Slide Show). Sluit de USB-connector van de meegeleverde computerkabel aan op uw computer om deze toetsen te kunnen gebruiken. Doet u dit voor het eerst, dan kan de wizard Nieuwe hardware verschijnen. Zie pagina 15 voor details over het laden van de juiste USB-stuurprogramma’s.
Vorige, toets Volgende, toets
navigatietoetsen
Problemen met afstandsbediening oplossen
Zorg dat de batterijen zijn geïnstalleerd, de polariteit ervan correct is en ze niet leeg zijn.
Zorg dat u de afstandsbediening naar de projector of het scherm richt (niet naar de computer) binnen een bereik van 4,5 m. De beste resultaten krijgt u als u de afstandsbediening op het scherm richt.
Als u PowerPoint-dia’s wilt doorlopen, moet u zorgen dat de USB­kabel is aangesloten. Zorg ervoor, als u een USB-kabel gebruikt, dat de juiste stuurprogramma’s zijn geïnstalleerd.
29

Geluid gebruiken

De luidsprekers van de projector gebruiken
Als u de luidsprekers van de projector wilt gebruiken, sluit u uw bron aan op de Audio In-connectors (L en/of R) op de Composite-connectors van de projector.
U kunt het volume regelen met de Vo lu me to et s en van het toetsenpaneeltje of de afstandsbediening.
U kunt het geluid uitschakelen door op de toets Mute (Geen geluid) op de afstandsbediening te drukken.
Problemen met geluid oplossen
Als u geen geluid hoort, doet u het volgende:
Controleer of de audiokabel is aangesloten.
Controleer of het geluid niet is uitgeschakeld (druk op de toets Mute op de afstandsbediening).
Controleer of het volume hoog genoeg staat. Druk op de toets Vol um e op het toetsenpaneeltje of de afstandsbediening.
Controleer of de juiste bron actief is.
Stel de geluidsbron af.
Als u een videoband afspeelt, controleer dan of playback niet is gepauzeerd.
Externe luidsprekers aansluiten
De projector kan worden aangesloten op externe luidsprekers die over een eigen voedingsbron beschikken door een luidsprekerkabel (niet meegeleverd) in de Audio Out-connector van de projector te steken.
audiokabel aansluiten
volumeregeling
externe luidsprekers met eigen voedingsbron
30
luidsprekerkabel
audio-uitgang

Toetsen op toetsenpaneeltje gebruiken

De meeste toetsen worden gedetailleerd beschreven in andere gedeelten. Hier volgt een overzicht van hun functies:
Menu – hiermee opent u de schermmenu’s (pagina 34).
Select – hiermee bevestigt u de gemaakte keuzen in de menu’s (pagina 34).
pijl-omhoog/pijl-omlaag – hiermee navigeert u naar de instellingen in de
menu’s en wijzigt u deze (pagina 34).
Auto Image – hiermee stelt u de projector opnieuw op de bron in.
Presets – hiermee doorloopt u de beschikbare presets (voorinstellingen)
(pagina 36).
Key ston e – hiermee zorgt u ervoor dat het beeld een vierkant is (pagina 13).
Vo lu me – hiermee regelt u het geluid (pagina 30).
Video en Computer – hiermee verandert u de actieve bron.
menunavigatie­toetsen
31

Computerbeelden optimaliseren

Nadat uw computer correct is aangesloten en het computerbeeld op het scherm staat, kunt u het beeld optimaliseren met de schermmenu’s. Algemene informatie over het gebruik van de menu’s vindt u op pagina 34.
Stel keystonecorrectie, contrast of helderheid bij in het menu Picture (Beeld) (pagina 35).
Verander de Aspect Ratio (Breedte-hoogteverhouding). Kies de optie die het beste bij uw invoerbron past (pagina 35).
Stel de Color Temperature (kleurtemperatuur) bij in het menu Advanced (Geavanceerd) (pagina 37).
Stel de fase, de tracking en de horizontale en verticale positie bij in het menu Advanced (Geavanceerd) (pagina 37).
Nadat u het beeld voor een bepaalde bron hebt geoptimaliseerd, kunt u de instellingen opslaan met Presets. Zo kunt u deze instellingen later gemakkelijk terughalen (pagina 36).

Presentatiefuncties

De projector beschikt over verschillende functies die het geven van presentaties vergemakkelijken. Hieronder volgt een overzicht. Details vindt u in het menugedeelte.
U kunt diverse functies toekennen aan de toets Effect op de afstandsbediening. Het standaardeffect is About (infomenu), waarmee informatie over de projector en de huidige bron wordt weergegeven. U kunt kiezen uit Blank (Leeg scherm), Mute (Geen geluid), Aspect Ratio (Breedte-hoogteverhouding), Source (Bron), Auto Image (Autom. beeldaanpassing), Freeze (Bevriezen) en About (Infomenu). Zie pagina 39 voor details. Met het effect Freeze kunt u het weergegeven beeld bevriezen. Dit is nuttig wanneer u wijzigingen op uw computer wilt aanbrengen buiten het oog van het publiek.
Met de toets Blank (Leeg scherm) op de afstandsbediening kunt u een leeg scherm weergeven in plaats van de actieve bron. U kunt zelf de kleur van dit scherm bepalen (pagina 39).
Met de menuoptie Startup Logo (Opstartlogo) kunt u het standaardscherm bij het opstarten veranderen in een leeg of standaardscherm (pagina 39).
De twee menuopties Power Save (Energiebesparing) en Screen Save (Schermbeveiliging) schakelen de projector automatisch uit na verscheidene minuten zonder activiteit of geven een leeg scherm te zien. Dit spaart de levensduur van de lamp (pagina 38).
32

Videobeelden optimaliseren

Projector afstemmen op uw behoeften

Nadat uw videoapparaat correct is aangesloten en het beeld op het scherm wordt weergegeven, kunt u het beeld optimaliseren met de schermmenu’s. Algemene informatie over het gebruik van de menu’s vindt u op pagina 34.
Stel keystonecorrectie, contrast, helderheid, kleur of tint bij in het menu Picture (Beeld) (pagina 35).
Verander de Aspect Ratio (Breedte-hoogteverhouding). Kies de optie die het beste bij uw invoerbron past (pagina 35).
U kunt diverse functies toekennen aan de toets Effect op de afstandsbediening. Het standaardeffect is About (Infomenu), waarmee informatie over de projector en de huidige bron wordt weergegeven. U kunt kiezen uit Blank (Leeg scherm), Mute (Geen geluid), Aspect Ratio (Breedte-hoogteverhouding), Source (Bron), Auto Image (Autom. beeldaanpassing), Freeze (Bevriezen) en About (Infomenu). Zie pagina 39 voor details.
Selecteer een scherpte-instelling (pagina 37).
Gebruik de optie Color Control (Kleurbeheer) om de kleurversterking af te stellen (pagina 37).
Pas de kleurtemperatuur aan. Selecteer een waarde voor de kleurtemperatuur uit de lijst (pagina 37).
Zet overscan aan om ruis aan de randen van het beeld te verwijderen.
U kunt de projector afstemmen op uw specifieke situatie en behoeften. Zie pagina 38 t/m pagina 40 voor details over deze functies.
Voor projectie achter het scherm schakelt u Rear in onder Settings (Instellingen) > System (Systeem).
Voor projectie vanaf het plafond schakelt u Ceiling (Plafond) in onder Settings > System.
Specificeer welke bron de projector het eerst controleert op actieve video tijdens het opstarten.
Specificeer de functie van de toets Effect op de afstandsbediening.
Schakel projectorberichten in en uit.
Schakel energiebesparingsfuncties in.
Specificeer de kleuren van het lege scherm en de opstartlogo’s.
Geef de taal op waarin de menu’s worden weergegeven.
Sla de instellingen voor de actieve bron op als een preset.
33

Menu’s gebruiken

U kunt de menu’s oproepen door op de toets Menu van het toetsenpaneeltje of de afstandsbediening te drukken. (De menu’s worden automatisch na 60 seconden gesloten als er geen toets wordt ingedrukt.) Het hoofdmenu (Main Menu) wordt weergegeven. Gebruik de pijltoetsen om het gewenste submenu te markeren en druk vervolgens op de toets Select.
Wijzig een menu-instelling als volgt: markeer de instelling, druk op Select, gebruik de pijl-omhoog en pijl-omlaag om de waarde te wijzigen, selecteer een optie met de keuzerondjes of schakel de functie in of uit met de selectievakjes. Druk op Select om uw wijzigingen te bevestigen. Navigeer met de pijlen naar een andere instelling. Ga als volgt te werk als u klaar bent: navigeer naar Previous (vorige) of Exit (Afsluiten) en druk vervolgens op Select om naar het vorige menu te gaan. Druk op een willekeurig moment op de toets Menu om de menu’s af te sluiten.
Hoofdmenu
toetsen voor navigatie
via toetsenpaneeltje
Menu Picture (Beeld)
Er staan stippen vóór de naam van het menu. Het aantal stippen geeft het menuniveau aan, variërend van één (het hoofdmenu) tot vier (de diepst geneste menu’s).
De menu’s zijn gegroepeerd naar gebruik:
Het menu Picture (Beeld) bevat beeldinstellingen.
Het menu Settings (Instellingen) bevat configuratie-instellingen die niet vaak worden veranderd.
Het menu About (Infoscherm) geeft alleen-lezen informatie over de projector en de bron weer.
Het kan zijn dat bepaalde menu-items niet zichtbaar zijn of grijs worden weergegeven afhankelijk van de bron die is aangesloten. Zo is Sharpness (Scherpte) alleen beschikbaar voor videobronnen. Als een computerbron actief is, is deze instelling niet zichtbaar. Menuopties worden alleen grijs weergegeven als de bron is geselecteerd maar een signaal ontbreekt. Als de projector bijvoorbeeld is ingesteld op een videobron, terwijl de bron, bijvoorbeeld een dvd-speler, is uitgeschakeld, worden de opties voor het videomenu grijs weergegeven.
stippen
Menu Settings (instellingen)
Menu About (Infomenu)
34

Menu Picture (Beeld)

Ga als volgt te werk om de onderstaande instellingen bij te stellen: markeer de instelling, druk op Select, gebruik de pijl-omhoog en pijl-omlaag om de waarden te wijzigen en druk vervolgens op Select om de wijzigingen te bevestigen.
Key ston e (Keystonecorrectie): hiermee stelt u het beeld verticaal bij en zorgt u ervoor dat het beeld een rechthoek is. U kunt de keystonecorrectie ook instellen vanaf het toetsenpaneeltje.
Contrast: hiermee regelt u de mate van verschil tussen de lichtste en de donkerste partijen van het beeld en wijzigt u de hoeveelheid zwart en wit in het beeld.
Brightness (Helderheid): hiermee wijzigt u de intensiteit van het beeld.
Color (Kleur): hiermee stelt u een videobeeld in van zwart-wit tot volledig
verzadigde kleuren. De kleurinstelling geldt uitsluitend voor videobronnen.
Tint: hiermee stelt u de rood/groen-kleurbalans in het beeld bij voor NTSC­videobeelden. De tintinstelling geldt uitsluitend voor NTSC-videobronnen.
Aspect Ratio (Breedte-hoogteverhouding): De breedte-hoogteverhouding is de verhouding van de breedte van het beeld ten opzichte van de hoogte van het beeld. TV-schermen gebruiken meestal 4:3. HDTV en de meeste dvd’s werken met 16:9. De standaardinstelling van de projector is 4:3.
Menu Picture (Beeld)
keystonewaarde verhogen keystonewaarde verlagen
Selecteer Native om de niet-gewijzigde input weer te geven zonder vergroting/verkleining door de projector. Selecteer 16:9 om enhanced widescreen dvd’s te zien.
Zie pagina 16 voor meer informatie over de breedte-hoogteverhouding.
Breedte-hoogteverhouding
35
Presets: Er zijn presets beschikbaar waarmee de projector wordt
geoptimaliseerd voor computerpresentaties, foto’s, filmbeelden en videobeelden. Filminput is materiaal dat oorspronkelijk met een filmcamera is opgenomen, zoals een film; videoinput is materiaal dat oorspronkelijk met een videocamera is opgenomen, zoals een televisieshow of sportevenement. U kunt de preset als startpunt gebruiken en de instellingen voor elke specifieke bron aanpassen. Uw aangepaste instellingen worden opgeslagen in de preset voor elke bron. U kunt terugkeren naar de fabrieksinstellingen door Factory Reset te kiezen onder Settings (Instellingen) > Service (pagina 40).
Er is ook een door de gebruiker instelbare preset. U kunt een preset instellen voor de huidige bron door het beeld af te stellen, Save User (Gebruiker opslaan) te selecteren in het menu Presets en vervolgens Yes (Ja) te selecteren. U kunt deze instellingen in de toekomst terughalen door de preset User 1 (Gebruiker 1) te selecteren.
Presets
Gebruikers­instellingen opslaan
36
Menu Advanced (Geavanceerd)
Sharpness (Scherpte): (alleen videobronnen) wijzigt de scherpte van de
randen van een videobeeld. Selecteer een scherpte-instelling.
Color Space (Kleurruimte): deze optie geldt voor computer- en Component-videobronnen. Hiermee selecteert u een kleurruimte die specifiek op het invoersignaal is afgestemd. Als u Auto selecteert, stelt de projector automatisch de standaard vast. Als u een andere instelling wilt kiezen, schakelt u Auto uit en kiest u vervolgens RGB voor computerbronnen of SMPTE240, REC709 of REC601 voor Component­videobronnen.
Color Temperature (Kleurtemperatuur): hiermee wijzigt u de intensiteit van de kleuren. Selecteer een waarde voor de relatieve kleurtemperatuur uit de lijst.
Color Control (Kleurbeheer): hiermee kunt u afzonderlijk de versterking (relatieve warmte van de kleur) en de offset (hoeveelheid zwart in de kleur) instellen voor de kleuren rood, groen en blauw.
Video Standard (Videostandaard): met de instelling Auto probeert de projector de videostandaard automatisch vast te stellen op basis van het ontvangen invoersignaal. (De videostandaardopties kunnen variëren afhankelijk van uw geografische regio.) Als de projector niet in staat is om de juiste standaard vast te stellen, zien de kleuren er onjuist uit of lijkt het beeld ‘gebroken’. Als dit het geval is, selecteert u handmatig NTSC, PAL of SECAM in het menu Video Standard.
Overscan: (Alleen videobronnen) hiermee verwijdert u ruis rondom het videobeeld.
Sync Threshold Adjust (Aanpassing synch. drempel): als een hardwareapparaat, zoals een dvd-speler, niet synchroon loopt met de projector, selecteert u deze optie om de synchronisatie mogelijk te maken bij aansluiting op de projector.
De volgende vier (4) opties zijn alleen geldig voor computerbronnen.
Phase (Fase): hiermee stelt u de horizontale fase van een computerbron bij.
Tr a c k i ng : hiermee stelt u de verticale scan van een computerbron bij.
Horizontal/Vertical Position (Horizontale/verticale positie): hiermee stelt
u de positie van een computerbron bij.
White Peaking (Witbalans): hiermee vergroot u de helderheid van kleuren wit die in de buurt van 100% liggen.
37
Menu Advanced (Geavanceerd)
Scherpte
Kleur­ruimte
Kleurbeheer
Videostandaard
Kleur­temperatuur

Menu Settings (Instellingen)

Audio (Geluid): hiermee kunt u het volume van de interne luidspreker
aanpassen en een geluidstoon afspelen bij het starten van de projector. Aanpassingen kunnen ook worden uitgevoerd via het toetsenpaneeltje van de projector en de afstandsbediening.
Sources (Bronnen): Power-up Source (Opstartbron) hiermee specificeert u welke bron de projector het eerst controleert op actieve video tijdens het opstarten. Als de functie Autosource (Autom. Brondetectie) is ingeschakeld, zoekt de projector automatisch de actieve bron, waarbij eerst de geselecteerde opstartbron wordt gecontroleerd. De bronopties zijn Computer 1 voor een computer-, progressieve dvd- of HDTV-bron, en Video 1 (voor S-Video-aansluitingen) en Video 2 (voor Composite­videoaansluitingen) voor videobronnen. Als deze functie is uitgeschakeld, start de projector standaard met de onder Power-up Source (Opstartbron) geselecteerde bron. Als u een andere bron wilt weergeven, moet u deze handmatig selecteren door op de toets Computer of Video op de afstandsbediening of het toetsenpaneeltje te drukken.
System (Systeem) > Rear (Projectie achter scherm): hiermee draait u het beeld om zodat u kunt projecteren van achter een doorschijnend scherm. Ceiling (Plafond): hiermee geeft u het beeld ondersteboven weervoor projectie vanaf het plafond. Low Power (Laag verbruik): kan worden in- of uitgeschakeld. Schakel deze optie in om de lichtuitvoer van de lamp te beperken. Ook de ventilatorsnelheid neemt hiermee af, waardoor de projector minder geluid produceert. Display Messages (Berichten weergeven): hiermee geeft u statusberichten (zoals ‘Searching’ (Bezig met zoeken) of ‘Mute’ (Geen geluid)) weer in de linkerbenedenhoek van het scherm. Screen Saver Off (Schermbeveiliging uit): hiermee voorkomt u dat de schermbeveiligingsfunctie van uw computer wordt geactiveerd. Powe r Save (Energiebesparing): hiermee zorgt u ervoor dat de lamp automatisch wordt uitgezet nadat er 20 minuten geen signaal is waargenomen. Na nog eens 10 minuten zonder signaal, schakelt de projector zichzelf uit. Als een actief signaal wordt ontvangen voordat de projector zichzelf uitschakelt, verschijnt het beeld. Na nog eens 10 minuten zonder signaal, schakelt de projector zichzelf uit en kan deze worden uitgezet. Als een actief signaal wordt ontvangen voordat de projector zichzelf uitschakelt, verschijnt het beeld. Als Power Save (Energiebesparing) is ingeschakeld, is Screen Save
(Schermbeveiliging) uitgeschakeld. Screen Trigger (Schermactivering) bestuurt de schakelaar voor de 12 Volt gelijkstroomuitgang op het connectorpaneel. Met Screen Save (Schermbeveiliging) wordt het scherm automatisch zwart gemaakt nadat er gedurende een vooraf ingesteld aantal minuten geen signaal is waargenomen. Het beeld verschijnt opnieuw wanneer bronactiviteit wordt waargenomen of wanneer een toets op de afstandsbediening of het toetsenpaneeltje wordt ingedrukt.
Menu Settings (Instellingen)
Geluid
Bronnen
Opstart­bron
Menu System (Systeem)
Schermbeveiliging
38
Startup Logo (Opstartlogo): hiermee kunt u een leeg scherm weergeven in
plaats van het standaardscherm bij het opstarten of bij afwezigheid van een bron.
Blank Screen (Leeg scherm): hiermee stelt u in welke kleur wordt weergegeven als u op de toets Blank op de afstandsbediening drukt.
Opstartlogo
Leeg scherm
Effect Key (Effect-toets): hiermee kunt u aan de toets Effect op de afstandsbediening een andere functie toewijzen, die u dan snel en vlot kunt gebruiken. Markeer een effect en druk op Select om een nieuw effect te kiezen.
Blank (Leeg scherm): hiermee geeft u een leeg scherm weer.
Mute (Geen geluid): hiermee zet u alle geluid uit.
Aspect Ratio (Breedte-hoogteverhouding): hiermee selecteert u beurtelings de opties 4:3, 16:9 en Native (zie pagina 16 en pagina 35). Als u deze functie instelt als toets Effect, kunt u hiermee de breedte­hoogteverhouding voor dvd’s instellen.
Source (Bron): hiermee doorloopt u de beschikbare bronnen.
Auto Image (Autom. beeldaanpassing): hiermee stelt u de projector opnieuw op de bron in (pagina 31).
Freeze (Bevriezen): hiermee zet u het geprojecteerde beeld stil.
About (Infomenu): het standaardeffect. Hiermee wordt een venster geopend dat informatie over projector en bron bevat.
Effect-toets
39
Language (Taal): hiermee kunt u een taal selecteren voor weergave op het
scherm.
Menu Language (Taal)
Service: als u deze functies wilt gebruiken, markeert u ze en drukt u op Select.
Factory Reset (Fabriekswaarden): hiermee herstelt u alle
standaardinstellingen.
Lamp Reset (Reset lamp): hiermee stelt u de lamptimer in het menu About (Infomenu) opnieuw op nul in. Doe dit alleen nadat u de lamp hebt vervangen.
Service Code (Servicecode): uitsluitend voor gebruik door bevoegde onderhoudstechnici.
About (Infomenu): hiermee geeft u informatie weer over de projector en de actieve bron. Het weergeven van het Infovak is de standaardactie die is toegewezen aan de toets Effect.
Menu Service
Menu About (Infomenu)
40

Onderhoud

Lens reinigen

1 Breng een niet-schurend reinigingsmiddel voor cameralenzen aan op
een zachte, droge doek.
• Gebruik niet te veel reinigingsmiddel en breng het reinigingsmiddel niet rechtstreeks aan op de lens. Schuurmiddelen, oplosmiddelen of andere agressieve chemische stoffen kunnen krassen veroorzaken.
2 Veeg met de reinigingsdoek lichtjes over de lens in een cirkelvormige
beweging. Als u niet van plan bent om de projector onmiddellijk te gebruiken, zet u de lensdop terug.

De projectielamp vervangen

De lamptimer in het menu About (Infomenu) houdt het aantal uren bij dat de lamp in gebruik is. Twintig uur voordat de levensduur van de lamp is verstreken, wordt het bericht “Change lamp” (Lamp vervangen) op het scherm weergegeven bij het opstarten. Als de maximale levensduur van de lamp is overschreden, brandt de lamp niet meer. In dat geval moet u, nadat u de lamp hebt vervangen, de lamptimer terugzetten door gelijktijdig op beide Vol um et oe ts en op het toetsenpaneeltje te drukken en deze toetsen 10 seconden ingedrukt te houden.
OPMERKING: U kunt nieuwe lampbehuizingen bestellen bij uw verkooppunt. Zie de verpakkingslijst voor informatie. Gebruik alleen een vervangingslamp van hetzelfde type en dezelfde sterkte als de originele lamp.
1 Zet de projector uit en haal de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact.
2 Wacht 30 minuten totdat de projector goed is afgekoeld.
3 Zet de projector op zijn kant zodat u de lampklep kunt zien. Gebruik
een platte schroevendraaier om de lampklep voorzichtig los te wrikken van de projector. Hiertoe plaatst u het blad van de schroevendraaier in de ruimte tussen de bovenkant van de lampklep en de projector.
41
uitschakelen en loskoppelen projector
Gebruiksuren lamp
30 minuten wachten
lampklep
Draai de twee borgschroeven los waarmee de lampbehuizing aan de projector is bevestigd.
5 Koppel de lampconnector los van de projector door het
vergrendelingslipje op de connector omlaag te drukken en de connector voorzichtig los te trekken.
WAARSCHUWING:
Om brandwonden te voorkomen, moet u de projector ten minste 30 minuten laten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
Laat de lampbehuizing niet vallen en raak de lamp niet aan! Het glas kan uiteenspatten en letsel veroorzaken.
Wees uiterst voorzichtig wanneer u de lampbehuizing verwijdert. In het onwaarschijnlijke geval dat de lamp breekt, kunnen glasfragmenten loskomen. De lampbehuizing is zo ontworpen dat het glas binnen de behuizing wordt opgevangen, maar wees voorzichtig bij de verwijdering ervan. Maak, voordat u de lamp verwijdert, de lampbehuizing schoon en verwijder alle reinigingsmateriaal. Was uw handen nadat u de lamp hebt vervangen. Dit product is uitgerust met een lamp die een heel kleine hoeveelheid kwik bevat. Verwijder de lamp conform de lokale, provinciale of nationale milieuwetten. Zie
www.eiae.org
voor meer informatie.
6 Verwijder voorzichtig de lampbehuizing. Werp de lamp op
milieuvriendelijke wijze weg.
7 Installeer de nieuwe lampbehuizing en draai de schroeven vast.
8 Sluit de lampconnector weer aan op de projector. Het
vergrendelingslipje moet vastklikken als de connector volledig is aangebracht.
9 Breng de lampklep opnieuw aan.
10 Sluit het netsnoer aan op een stopcontact en druk vervolgens op de
Power-toets om de projector opnieuw aan te zetten.
11 U kunt de lamptimer resetten door naar Settings (Instellingen) >
Service te navigeren en Lamp Reset te selecteren. Zie pagina 40
voor details.
vergrendelingslipje
42
borgschroef
connector
lamp­behuizing
lamp­connector
Menu Service
lampkabel
lamp­behuizing
lampkabel
borgschroef

Filters van lampbehuizing reinigen

In vuile of stoffige omgevingen kunnen de twee stoffilters in de lampbehuizing verstopt raken, waardoor de temperaturen sterk oplopen en de storingsgevoeligheid van de lamp toeneemt. Door het routinematig verwijderen van stof van de filters daalt de bedrijfstemperatuur van de lamp en wordt de levensduur ervan verlengd. U kunt de levensduur van de lamp maximaliseren door de filters elke 250 uur schoon te maken.
1 Verwijder de lampbehuizing.
2 Onderzoek de stoffilters op de lampbehuizing. Gebruik zo nodig een
stofzuiger op laag vermogen om de filters schoon te maken. Wees voorzichtig dat u geen interne onderdelen aanraakt tijdens het reinigen van de filters.
3 Breng de lampbehuizing en lampklep opnieuw aan.

Beveiligingsslot gebruiken

De projector beschikt over een beveiligingsconnector voor gebruik met een kabelsysteem voor beveiliging van pc’s. Raadpleeg de informatie die is meegeleverd met het slot voor gebruiksinstructies.
lampbehuizing
lamp
twee filters (een aan elke zijde van de lampbehuizing)
beveiligings­slot
43

Bijlage

Grootte van geprojecteerde beeld

Rode LED en projectorfouten

Als de projector niet naar behoren werkt en de rode LED knippert, probeert u aan de hand van Ta b e l 3 de mogelijke oorzaak te vinden.
Ta b e l 3 :
Ta b el 2 :
Schermafstandsbereik voor projector
bij bepaalde schermgrootte
Afstand tot scherm
Diagonale
schermgrootte
(m)
10,81,81,5
1,3 1 2,4 2,0
1,5 1,2 2,7 2,3
2,5 2 4,5 3,8
3,8 3,1 6,9 5,8
5,1 4,1 9,3 7,7
Beeldbreedte
(m)
Maximale
afstand
(m)
Minimale
afstand
(m)
Activiteit van rode LED
Knippert eenmaal (1) De lamp gaat niet aan na vijf (5) pogingen. Controleer
Knippert tweemaal (2) De lamptimer heeft de levensduur van de lamp
Knippert driemaal (3) De projector is uitgeschakeld. Controleer of de
Knippert viermaal (4) De ventilator is ontregeld. Neem contact op met de
Knippert vijfmaal (5) De projector is oververhit. Controleer of een
Uitleg
de installatie van de lamp en de lampklep op losse aansluitingen.
overschreden. Vervang de lamp en reset de lamptimer.
lampklep openstaat. Als de lampklep gesloten is, zet u de projector uit en wacht u één minuut. Vervolgens zet u de projector weer aan. Als de lamp na één minuut niet gaat branden, vervangt u de lamp. Neem contact op met de technische ondersteuning (zie pagina 28) voor reparatie als het probleem niet is verholpen door het vervangen van de lamp.
technische ondersteuning (zie pagina 28) voor reparatie of voor het vervangen van de ventilator.
ventilatiegat is geblokkeerd. Neem contact op met de technische ondersteuning (zie pagina 28) voor reparatie als het probleem niet is verholpen door de ventilatiegaten vrij te maken.
44
Loading...