AEG-Electrolux SCS41800S0 User Manual

SCS41800S0
NL KOEL-VRIESCOMBINATIE GEBRUIKSAANWIJZING 2 EN FRIDGE-FREEZER USER MANUAL 28 FR RÉFRIGÉRATEUR/
CONGÉLATEUR
NOTICE D'UTILISATION 52
2
INHOUD
4 VEILIGHEIDSINFORMATIE 7 BEDIENING 8 HET EERSTE GEBRUIK
9 DAGELIJKS GEBRUIK 11 NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS 13 ONDERHOUD EN REINIGING 16 PROBLEMEN OPLOSSEN 19 MONTAGE 25 GELUIDEN 26 TECHNISCHE GEGEVENS
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
- Producten
- Brochures
- Gebruikershandleidingen
- Oplossen van problemen
- Service-informatie
www.aeg.com
LEGENDA
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie. Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot waszakken…
NEDERLANDS
3
Bezoek onze webshop op www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Wanneer u contact opneemt met de klantenservice dient u de volgende gegevens bij de hand te hebben. Deze informatie treft u aan op het typeplaatje.
Model Productnummer Serienummer
4
VEILIGHEIDSINFORMATIE
In het belang van uw veiligheid en om een correct gebruik te kunnen waarbor­gen is het van belang dat u, alvorens het apparaat te installeren en in ge­bruik te nemen, deze gebruiksaanwij­zing, inclusief de tips en waarschuwin­gen, grondig doorleest. Om onnodige vergissingen en ongevallen te voorko­men is het belangrijk ervoor te zorgen dat alle mensen die het apparaat ge­bruiken, volledig bekend zijn met de werking ervan en de veiligheidsvoorzie­ningen. Bewaar deze instructies en zorg ervoor dat zij bij het apparaat blijven als het wordt verplaatst of verkocht, zodat iedereen die het apparaat gedurende zijn hele levensduur gebruikt, naar be­horen is geïnformeerd over het gebruik en de veiligheid van het apparaat. Voor de veiligheid van mensen en ei­gendommen dient u zich aan de voor­zorgsmaatregelen uit dit instructie­boekje te houden, de fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door het niet opvolgen van de aanwijzingen veroorzaakt is.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE MENSEN
• Dit apparaat is niet bedoeld voor ge­bruik door personen (waaronder be­grepen kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelij­ke persoon instructie hebben ontvan­gen over het gebruik van het appa­raat.
Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakkingsmateriaal bui­ten het bereik van kinderen. Gevaar voor verstikking.
• Als u het apparaat afdankt trek dan de stekker uit het stopcontact, snij de voedingskabel door (zo dicht moge­lijk bij het apparaat) en verwijder de
deur om te voorkomen dat kinderen een elektrische schok krijgen of zich­zelf in het apparaat opsluiten.
• Als dit apparaat, dat voorzien is van een magnetische deursluiting, een ouder apparaat vervangt, dat voor­zien is van een veerslot (slot) op de deur of het deksel, zorg er dan voor dat u het slot onbruikbaar maakt voordat u het oude apparaat weg­gooit. Dit voorkomt dat kinderen er in opgesloten kunnen raken.
ALGEMENE VEILIGHEID
WAARSCHUWING!
Houd de ventilatie-openingen altijd vrij van obstructies.
• Dit apparaat is bedoeld voor het be­waren van levensmiddelen en/of dranken in een gewoon huishouden, zoals uitgelegd in dit instructieboek­je.
• Gebruik geen mechanische hulpmid­delen of kunstgrepen om het ont­dooiproces te versnellen.
• Gebruik geen andere elektrische ap­paraten (bijvoorbeeld ijsmachines) in koelkasten, tenzij ze voor dit doel goedgekeurd zijn door de fabrikant.
• Let op dat u het koelcircuit niet be­schadigt.
• Het koelmiddel isobutaan (R600a) bevindt zich in het koelcircuit van het apparaat, dit is een natuurlijk gas dat weliswaar milieuvriendelijk is, maar ook uiterst ontvlambaar.
Controleer of de onderdelen van het koelcircuit tijdens transport en instal­latie van het apparaat niet bescha­digd zijn geraakt.
Indien het koelcircuit beschadigd is: – open vuur en ontstekingsbronnen
vermijden
– de ruimte waar het apparaat zich
bevindt grondig ventileren
• Het is gevaarlijk om wijzigingen aan te brengen in de specificaties of dit product op enigerlei wijze te modifi­ceren. Een beschadigd netsnoer kan kortsluiting, brand en/of een elektri­sche schok veroorzaken.
WAARSCHUWING!
Alle elektrische onderdelen (netsnoer, stekker, compressor) mogen om gevaar te voorko­men uitsluitend worden vervan­gen door een erkende onder­houdsdienst of gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
1. Het netsnoer mag niet verlengd
worden.
2. Verzeker u ervan dat de stekker
niet platgedrukt of beschadigd wordt door de achterkant van het apparaat. Een platgedrukte of beschadigde stekker kan over­verhit raken en brand veroorza­ken.
3. Verzeker u ervan dat u de stekker
van het apparaat kunt bereiken.
4. Trek niet aan het snoer.
5. Als de stekker los zit, steek hem
dan niet in het stopcontact. Dan bestaat er een risico op een elek­trische schok of brand.
6. U mag het apparaat niet gebrui-
ken zonder het afdekkapje (in­dien van toepassing) van het lampje.
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzich­tig als u het apparaat verplaatst.
• Haal geen artikelen uit het vriesvak en raak ze niet aan als uw handen vochtig/nat zijn, dit kan uw huid be­schadigen of vrieswonden veroorza­ken.
• Stel het apparaat niet langdurig bloot aan direct zonlicht.
• De eventuele gloeilampen in dit ap­paraat zijn speciaal geselecteerd en uitsluitend bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten. De lamp­jes zijn niet geschikt voor de verlich­ting van ruimtes.
NEDERLANDS
5
DAGELIJKS GEBRUIK
• Zet geen hete potten op de kunststof onderdelen in het apparaat.
• Bewaar geen brandbare gassen of vloeistoffen in het apparaat, deze kunnen ontploffen.
• Zet geen levensmiddelen direct te­gen de luchtopening in de achter­wand (Als het apparaat vorstvrij is).
• Diepgevroren voedsel mag niet op­nieuw worden ingevroren als het eenmaal ontdooid is.
• Bewaar voorverpakte diepvriespro­ducten volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
• U dient zich strikt te houden aan de aanbevelingen van de fabrikant van het apparaat met betrekking tot het bewaren van voedsel. Raadpleeg de betreffende aanwijzingen.
• Leg geen koolzuurhoudende of mousserende dranken in de vriezer, deze veroorzaken druk op de fles die daardoor kan ontploffen, dit kan schade toebrengen aan het appa­raat.
• IJslollies kunnen vrieswonden veroor­zaken als ze rechtstreeks vanuit het apparaat geconsumeerd worden.
ONDERHOUD EN REINIGING
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Maak het apparaat niet schoon met metalen voorwerpen.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs van het apparaat te krabben. Gebruik een kunststof schraper.
• Controleer de afvoer in de koelkast regelmatig op dooiwater. Maak de afvoer, indien nodig, schoon. Als de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen.
6
INSTALLATIE
Voor de aansluiting van elektrici­teit dienen de instructies in de desbetreffende paragrafen nauwgezet te worden opge­volgd.
• Pak het apparaat uit en controleer of er beschadigingen zijn. Sluit het ap­paraat niet aan als het beschadigd is. Meld mogelijke beschadigingen on­middellijk bij de winkel waar u het apparaat gekocht heeft. Gooi in dat geval de verpakking niet weg.
• Wij adviseren u om 4 uur te wachten voordat u het apparaat aansluit, dan kan de olie terugvloeien in de com­pressor.
• Rond het apparaat dient adequate luchtcirculatie te zijn, anders kan dit tot oververhitting leiden. Om vol­doende ventilatie te verkrijgen de in­structies met betrekking tot de instal­latie opvolgen.
• De achterkant dient zo mogelijk te­gen een muur geplaatst te worden, teneinde te voorkomen dat hete on­derdelen (compressor, condensator) aangeraakt kunnen worden en brandwonden veroorzaken.
• Het apparaat mag niet vlakbij radia­toren of kooktoestellen geplaatst worden.
• Verzeker u ervan dat de stekker be­reikbaar is nadat het apparaat geïn­stalleerd is.
• Sluit het apparaat alleen aan op een drinkwaterleiding. (Indien er een wa­teraansluiting voorzien is)
ONDERHOUD
• Alle elektrotechnische werkzaamhe­den die noodzakelijk zijn voor het uit­voeren van onderhoud aan het appa­raat, dienen uitgevoerd te worden door een gekwalificeerd elektricien of competent persoon.
• Dit product mag alleen worden on­derhouden door een erkend onder­houdscentrum en er dient alleen ge­bruik te worden gemaakt van origine­le reserveonderdelen.
BESCHERMING VAN HET MILIEU
Dit apparaat bevat geen gassen die de ozonlaag kunnen bescha­digen, niet in het koelcircuit en evenmin in de isolatiemateria­len. Het apparaat mag niet wor­den weggegooid bij het norma­le huishoudelijke afval. Het iso­latieschuim bevat ontvlambare gassen: het apparaat moet weg­gegooid worden conform de van toepassing zijnde regels die u bij de lokale overheidsinstan­ties kunt verkrijgen. Voorkom beschadiging aan de koeleen­heid, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar. De ma­terialen die gebruikt zijn voor dit apparaat en die voorzien zijn van het symbool baar.
zijn recycle-
BEDIENING
NEDERLANDS
7
INSCHAKELEN
Steek de stekker in het stopcontact. Draai de thermostaatknop op een ge­middelde stand.
UITSCHAKELEN
Draai de thermostaatknop op de stand "O" om het apparaat uit te schakelen.
TEMPERATUURREGELING
De temperatuur wordt automatisch ge­regeld. Ga als volgt te werk om het apparaat in werking te stellen:
• draai de thermostaatknop op een la­gere stand om de minimale koude te verkrijgen.
• draai de thermostaatknop op een ho­gere stand om de maximale koude te verkrijgen.
Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest geschikt.
De exacte instelling moet echter geko­zen worden rekening houdend met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
• de omgevingstemperatuur
• hoe vaak de deur geopend wordt
• de hoeveelheid voedsel die bewaard wordt
• plaatsing van het apparaat.
Als de omgevingstemperatuur hoog is of als het apparaat vol­ledig gevuld is en de thermo­staatknop op de koudste instel­ling staat, kan het apparaat con­tinu werken waardoor er ijs op de achterwand gevormd wordt. In dat geval moet de knop op een hogere temperatuur gezet worden om automatische ont­dooiing mogelijk te maken en zodoende het energieverbruik te beperken.
8
HET EERSTE GEBRUIK
DE BINNENKANT SCHOONMAKEN
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om
de typische geur van een nieuw pro­duct weg te nemen. Droog daarna grondig af.
Gebruik geen oplosmiddelen of schuurpoeders. Deze beschadi­gen de lak.
DAGELIJKS GEBRUIK
NEDERLANDS
9
VERS VOEDSEL INVRIEZEN
Het vriesvak is geschikt voor het invrie­zen van vers voedsel en voor het voor een lange periode bewaren van inge­vroren en diepgevroren voedsel. Om vers voedsel in te vriezen moet de gemiddelde instelling veranderd wor­den. Om het invriezen sneller te laten verlo­pen moet u de thermostaatknop echter op een hogere stand instellen om de maximale koude te kunnen verkrijgen.
In deze omstandigheden kan de temperatuur in de koelkast tot onder de 0°C dalen. Als dat ge­beurt de thermostaatknop op een warmere stand instellen.
Zet het verse voedsel dat u in wilt vrie­zen op het bovenste vak.
HET BEWAREN VAN INGEVROREN VOEDSEL
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is in­schakelt, het apparaat minstens 2 uur op een hoge instelling laten werken voordat u er producten in plaatst. Als er grote hoeveelheden voedsel be­waard moeten worden, alle laden en korven uit het apparaat verwijderen en het voedsel op de koelschappen zet­ten, hiermee verkrijgt u het beste resul­taat.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat het voedsel de beladingslimiet, die op de zij­kant van het bovenste gedeelte is vermeld, niet overschrijdt (in-
dien van toepassing)
In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder "tijdsduur" is vermeld, moet het ontdooide voedsel snel gecon­sumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is).
ONTDOOIEN
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveel­heid tijd die hiervoor nodig is. Kleine stukken kunnen zelfs recht­streeks vanuit de vriezer gekookt wor­den als ze nog bevroren zijn: in dat ge­val zal de bereiding iets langer duren.
KALENDER INGEVROREN VOEDSEL
De symbolen geven verschillende soor­ten ingevroren levensmiddelen aan. De cijfers geven de bewaartijd in maan­den aan voor de bijbehorende ingevro­ren levensmiddelen. Of de hoogste of laagste waarde van de aangegeven be­waartijd van toepassing is, hangt af van de kwaliteit van het voedsel en eventu­ele bereiding voordat het werd inge­vroren.
HET MAKEN VAN IJSBLOKJES
Dit apparaat is uitgerust met een of meer bladen voor het maken van ijs­blokjes. Vul deze bladen met water en zet ze dan in het vriesvak.
Gebruik geen metalen instru­menten om de laden uit de vrie­zer te halen.
10
KOUDE ACCUMULATORS
De vriezer is voorzien van een of meer koudeaccumulators; hierdoor blijft het
VERPLAATSBARE SCHAPPEN
voedsel langer koud als de stroom uit­valt of als er een storing is.
De wanden van de koelkast zijn voor­zien van een aantal glijschoenen zodat de legrekken op de gewenste plaats gezet kunnen worden.
HET PLAATSEN VAN DE DEURSCHAPPEN
Om het bewaren van voedselpakketten van verschillende afmetingen mogelijk
te maken, kunnen de schappen op ver­schillende hoogtes geplaatst worden.
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
NEDERLANDS
11
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
• De deur niet vaker openen of open laten staan dan strikt noodzakelijk.
• Als de omgevingstemperatuur hoog is, de thermostaatknop op een lage temperatuur staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de compres­sor continu aan staan waardoor er ijs op de verdamper ontstaat. Als dit gebeurt, zet u de thermostaatknop naar een warmere instelling om de koelkast automatisch te laten ont­dooien en zo elektriciteitsverbruik te besparen.
TIPS VOOR HET KOELEN VAN VERS VOEDSEL
Om de beste prestatie te verkrijgen:
• Zet geen warm voedsel of verdam­pende vloeistoffen in de koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder als het een sterke geur heeft
• plaats het voedsel zodanig dat de lucht er vrijelijk omheen kan circule­ren
NUTTIGE TIPS VOOR HET KOELEN
Nuttige tips: Vlees (alle soorten) in plastic zakken verpakken en op het glazen schap leg­gen, boven de groentelade. Bewaar het, voor de veiligheid, slechts een of maximaal twee dagen op deze manier. Gekookt voedsel, koude schotels, enz.: deze moeten afgedekt worden en mo­gen op willekeurig welk schap gezet worden. Fruit en groente: deze moeten zorgvul­dig schoongemaakt worden en in de speciaal daarvoor bedoelde lade(n) ge­plaatst worden. Boter en kaas: dit moet in speciale luchtdichte bakjes gelegd of in alumini­umfolie of plastic zakjes gewikkeld wor-
den om zoveel mogelijk lucht buiten te sluiten. Melkflessen: deze moeten een afdek­dop hebben en opgeslagen worden in het flessenrek in de deur. Bananen, aardappelen, uien en knof­look, indien niet verpakt, mogen niet in de koelkast bewaard worden.
TIPS VOOR HET INVRIEZEN
Om u te helpen om het beste van het invriesproces te maken, volgen hier een paar belangrijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden. is vermeld op het typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen voedsel toe;
• vries alleen vers en grondig schoon­gemaakte levensmiddelen van uitste­kende kwaliteit in;
• bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig wor­den ingevroren en zo kunt u later al­leen die hoeveelheid laten ontdooi­en die u nodig heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pak­jes luchtdicht zijn;
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat dit laatste warm wordt;
• smalle pakjes zijn makkelijker op te bergen dan dikke; zout maakt voed­sel minder lang houdbaar;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de huid vastvriezen;
• het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is;
TIPS VOOR HET BEWAREN VAN INGEVROREN VOEDSEL
Om de beste resultaten van dit appa­raat te verkrijgen, dient u:
12
• er zich van te verzekeren dat de com­mercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte wijze door de detail­handelaar werden opgeslagen;
• ervoor te zorgen dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk.
• Als voedsel eenmaal ontdooid is, be­derft het snel en kan het niet op­nieuw worden ingevroren.
• Bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven be­waarperiode.
ONDERHOUD EN REINIGING
NEDERLANDS
13
LET OP!
Voordat u welke onderhouds­handeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trek­ken.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen; onder­houd en herladen mag alleen uitgevoerd worden door be­voegde technici.
PERIODIEKE REINIGING
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
• maak de binnenkant en de accessoi­res schoon met lauw water en wat neutrale zeep.
• controleer de afdichtingen regelma­tig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon zijn en vrij van restjes zijn.
• spoel ze af en maak ze grondig droog.
Trek niet aan leidingen en/of ka­bels aan de binnenkant van de kast en verplaats of beschadig ze niet. Gebruik nooit schoonmaakmid­delen, schuurpoeders, erg ge­parfumeerde reinigingsproduc­ten en waspolijstmiddelen om de binnenkant schoon te ma­ken, aangezien deze het opper­vlak beschadigen en een sterke geur achterlaten.
Maak de condensor (zwart rooster) en de compressor op de achterkant van het apparaat schoon met een borstel of stofzuiger. Deze handeling zal de pres­tatie van het apparaat verbeteren en het elektriciteitsverbruik besparen.
Zorg ervoor dat u het koelsys­teem niet beschadigt.
Veel normaal verkrijgbare keukenreini­gers bevatten chemicaliën die de kunst­stoffen die in dit apparaat gebruikt zijn kunnen aantasten/beschadigen. Daar­om wordt het aanbevolen de buiten­kant van dit apparaat alleen schoon te maken met warm water met een beetje afwasmiddel. Steek, na het schoonmaken van het ap­paraat, de stekker weer in het stopcon­tact.
14
HET ONTDOOIEN VAN DE KOELKAST
Rijp wordt elke keer als de compressor­motor tijdens normale werking stopt, automatisch van de verdamper van het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt via een gootje in een speciale op­vangbak aan de achterkant van het ap­paraat, boven de compressormotor, waar het verdampt. Het is belangrijk om het afvoergaatje van het dooiwater in het midden van het koelvak regelmatig schoon te ma­ken om te voorkomen dat het water overloopt en op het voedsel in de koel­kast gaat druppelen. Gebruik daarvoor de speciale reiniger, die al in het af­voergaatje zit.
DE VRIEZER ONTDOOIEN
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich al­tijd vormen op de schappen van de vriezer en rond het bovenste vak. Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
Volg onderstaande aanwijzingen om de rijp te verwijderen:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voed-
sel, wikkel het in een paar lagen krantenpapier en leg het op een koele plaats.
3. Laat de deur open staan. Om het ontdooiproces te versnel-
len kunt u een bak warm water in het vriesvak zetten. Verwijder bo­vendien stukken ijs die afbreken voordat het ontdooien voltooid is.
4. Na afloop van het ontdooien, de binnenkant grondig droog maken.
5. Schakel het apparaat in.
6. Zet het eerder verwijderde voedsel
na twee tot drie uur terug in het vriesvak.
Zet, ongeveer 12 uur voordat u gaat ontdooien, de thermo­staatknop op een hogere stand, om voldoende koudereserve op te bouwen voor de onderbre­king tijdens de werking.
LET OP!
Raak ingevroren voedsel niet met natte handen aan. Uw han­den kunnen dan aan de produc­ten vastvriezen.
Gebruik nooit scherpe metalen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd kunnen raken. Gebruik geen mechanische of kunstmatige middelen om het ontdooiproces te versnellen, be­halve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de ingevro­ren levensmiddelen, kan de vei­lige bewaartijd verkorten.
PERIODES DAT HET APPARAAT NIET GEBRUIKT WORDT
Als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt, neem dan de vol­gende voorzorgsmaatregelen:
NEDERLANDS
trek de stekker uit het stopcontact
• verwijder al het voedsel,
• Ontdooi het apparaat (indien nodig) en toebehoren en maak alles schoon
• laat de deur/deuren op een kier staan om de vorming van onaange­name luchtjes te voorkomen.
Als uw apparaat aan blijft staan, vraag dan iemand om het zo nu en dan te controleren, om te voorkomen dat het bewaarde voedsel bederft, als de stroom uitvalt.
15
16
PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Voordat u storingen opspoort, de stekker uit het stopcontact trekken. Het opsporen van storingen die niet in deze handleiding ver­meld zijn, dient te worden ver­richt door een gekwalificeerd technicus of competent per­soon.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het lampje brandt niet.
De stekker zit niet goed in
Het apparaat krijgt geen
Het lampje werkt niet.
Het lampje is stuk. Zie 'Het lampje vervangen'.
De compressor werkt continu.
De deur is niet goed ge-
De deur is te vaak open
De temperatuur van het
De kamertemperatuur is te
Er loopt water over de achterkant van de koelkast.
Er loopt water in de koelkast.
Producten verhinderen het
Het apparaat is uitgescha­keld.
het stopcontact.
stroom. Er staat geen spanning op het stopcon­tact.
Het lampje staat in stand­by.
De temperatuur is niet goed ingesteld.
sloten.
gedaan.
product is te hoog.
hoog. Tijdens het automatische
ontdooiproces ontdooit de rijp tegen de achter­wand.
De waterafvoer is verstopt. Maak de waterafvoer
water om in de waterop­vangbak te lopen.
Er zijn tijdens de normale werk­ing geluiden te horen (compres­sor, koelcircuit).
Schakel het apparaat in.
Steek de stekker goed in het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch apparaat aan op het stop­contact. Neem contact op met een gekwalificeerd elektricien.
Sluit en open de deur.
Stel een hogere tempera­tuur in.
Zie 'De deur sluiten'.
Laat de deur niet langer open staan dan noodzake­lijk.
Laat het product afkoelen tot kamertemperatuur voor­dat u het opbergt.
Verlaag de kamertempera­tuur.
Dit is normaal.
schoon. Zorg ervoor dat de produc-
ten de achterwand niet ra­ken.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er loopt water over de vloer.
De dooiwaterafvoer loopt niet in de verdamperbak
Maak de dooiwaterafvoer vast op de verdamperbak.
boven de compressor.
De temperatuur in het apparaat is te
De thermostaatknop is niet goed ingesteld.
Stel een hogere tempera­tuur in.
laag.
De temperatuur in het apparaat is te
De thermostaatknop is niet goed ingesteld.
Stel een lagere tempera­tuur in.
hoog.
De deur is niet goed ge-
Zie 'De deur sluiten'.
sloten.
De temperatuur van het
product is te hoog.
Laat het product afkoelen tot kamertemperatuur voor­dat u het opbergt.
Er zijn veel producten te-
gelijk opgeborgen.
De temperatuur in de koelkast is te hoog.
Er is geen koude luchtcir­culatie in het apparaat.
Berg minder producten te­gelijk op.
Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het appa­raat is.
De temperatuur in het vriesvak is te hoog.
Er is te veel rijp. Het product is niet goed
De deur is niet goed ge-
Producten liggen te dicht op elkaar.
verpakt.
Berg de producten zodanig op dat er koude lucht kan circuleren.
Verpak het product op de juiste manier.
Zie 'De deur sluiten'.
sloten.
De thermostaatknop is
niet goed ingesteld.
Stel een hogere tempera­tuur in.
NEDERLANDS
17
18
HET LAMPJE VERVANGEN
DE DEUR SLUITEN
1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg "Montage".
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de schroef van de afdek-
king van het lampje.
3. Verwijder de afdekking van het lampje (raadpleeg de afbeelding).
4. Vervang het kapotte lampje door een nieuw lampje met hetzelfde vermogen dat specifiek bedoeld is voor huishoudelijke apparaten. (het maximale vermogen wordt ge­toond op de afdekking van het lampje).
5. Plaats de afdekking van het lampje terug.
6. Draai de schroef van de afdekking van het lampje vast.
7. Steek de stekker in het stopcon­tact.
8. Open de deur. Controleer of het lampje gaat branden.
3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact met de service-afdeling.
MONTAGE
NEDERLANDS
19
WAARSCHUWING!
Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking van het ap­paraat eerst de "veiligheidsin­formatie" aandachtig door, al­vorens het apparaat te installe­ren.
OPSTELLING
Installeer dit apparaat op een plaats waar de omgevingstemperatuur over­eenkomt met de klimaatklasse die ver­meld is op het typeplaatje van het ap­paraat:
Kli­maat­klasse
SN +10°C tot + 32°C N +16°C tot + 32°C ST +16°C tot + 38°C T +16°C tot + 43°C
Omgevingstemperatuur
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het type­plaatje overeenkomen met de stroom­toevoer in uw huis. Het apparaat moet geaard zijn. De net­snoerstekker is voorzien van een con­tact voor dit doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende re­gels, raadpleeg hiervoor een gekwalifi­ceerd elektricien. De fabrikant neemt geen verantwoor­delijkheid op zich als de bovenstaande veiligheidsmaatregelen niet worden na­geleefd. Dit apparaat voldoet aan de EU. richtlij­nen.
OMKEERBAARHEID VAN DE DEUR
De deur van het apparaat gaat naar rechts open. Als u wilt dat de deur naar links open gaat, ga dan als volgt te werk, voordat u het apparaat installeert.
• Maak de bovenste pen los en verwij­der deze.
• Verwijder de bovenste deur.
• Verwijder het afstandsstuk.
• Draai het middelste scharnier los.
• Verwijder de onderste deur.
20
• Maak de onderste pen los en verwij­der deze.
Op de tegenoverliggende zijde:
• Zet de onderste pen vast.
• Monteer de onderste deur.
• Zet het middelste scharnier vast.
• Installeer het afstandsstuk.
• Monteer de bovenste deur.
• Zet de bovenste pen vast.
VENTILATIEVEREISTEN
5 cm
min. 200 cm
2
min. 200 cm
DE INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
LET OP!
Zorg ervoor dat het aansluit­snoer vrij kan bewegen.
x
De luchtcirculatie achter het apparaat moet voldoende zijn.
2
Ga als volgt te werk:
Knip indien nodig de zelfklevende af­dichtstrip op maat en bevestig het op het apparaat zoals aangegeven op de afbeelding.
x
4 mm
44 mm
NEDERLANDS
21
Plaats het apparaat in de nis. Duw het apparaat in de richting van de pijl (1) totdat het afdekplaatje van de opening aan de bovenkant tegen het
2
keukenmeubel aankomt. Duw het apparaat in de richting van de pijl (2) tegen de kast tegenover het scharnier.
1
Stel het apparaat af in de nis. Zorg ervoor dat de afstand tussen het apparaat en de voorste rand van de kast 44 mm is. Het afdekplaatje voor het onderste scharnier (in de zak met accessoires) zorgt ervoor dat de afstand tussen het apparaat en het keukenmeubel correct is. Zorg ervoor dat er een ruimte van 4 mm tussen het apparaat en de kast aanwe­zig is. Open de deur. Bevestig het afdekpla­tje van het onderste scharnier op de juiste plek.
Bevestig het apparaat met 4 schroeven in de nis.
I
I
22
Verwijder het juiste onderdeel van het afdekplaatje van het scharnier (E). Ver­wijder onderdeel DX als het scharnier rechts staat, of onderdeel SX als het scharnier links staat.
Bevestig de afdekplaatjes (C, D) aan de uitsteeksels en de gaten van de schar­nieren. Bevestig de de afdekplaatjes (E) op het
C
D
E
E
scharnier.
Bevestig het apparaat tegen de zijkant van het keukenmeubel:
1. Draai de schroeven van onderdeel
G
H
(G) los en plaats onderdeel (G) te­gen het keukenmeubel.
2. Draai de schroeven van het onder-
deel (G) weer vast.
3. Bevestig het onderdeel (H) aan het
onderdeel (G).
NEDERLANDS
Maak de onderdelen (Ha), (Hb), (Hc) en (Hd) los.
23
ca. 50 mm
ca. 50 mm
Hc
Ha
8 mm
Monteer onderdeel (Ha) aan de binnen­kant van de keukenmeubeldeur.
90°
21 mm
90°
21 mm
Duw onderdeel (Hc) op onderdeel (Ha).
Zet de deur van het apparaat en de keukenkastdeur open onder een hoek van 90°. Plaats het kleine vierkantje (Hb) in de geleider (Ha). Zet de deur van het apparaat en de keukenkastdeur tegen elkaar en mar­keer de gaten.
Ha
Hb
24
8 mm
K
Hb
Verwijder de haken en markeer een af­stand van 8 mm vanaf de buitenrand van de deur waar de spijker moet wor­den vastgemaakt (K).
Ha
Plaats het kleine vierkantje terug op de geleider en bevestig het met de bijge­leverde schroeven. Lijn de keukenkastdeur en de deur van het apparaat uit met behulp van onder­deel Hb.
Hb
Druk onderdeel (Hd) op onderdeel (Hb). Voer een eindcontrole uit en verzeker u ervan dat:
• Alle schroeven zijn aangedraaid.
• De afdichtstrip goed bevestigd is aan de kast.
• De deur goed open en dicht gaat.
Hd
Loading...
+ 56 hidden pages