Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren
uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen
maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd
om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.aeg.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
NEDERLANDS3
1.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
In het belang van uw veiligheid en om
een correct gebruik te kunnen waarborgen is het van belang dat u, alvorens het
apparaat te installeren en in gebruik te
nemen, deze gebruiksaanwijzing, inclusief de tips en waarschuwingen, grondig
doorleest. Om onnodige vergissingen
en ongevallen te voorkomen is het belangrijk ervoor te zorgen dat alle mensen
die het apparaat gebruiken, volledig bekend zijn met de werking ervan en de
veiligheidsvoorzieningen. Bewaar deze
instructies en zorg ervoor dat zij bij het
apparaat blijven als het wordt verplaatst
of verkocht, zodat iedereen die het apparaat gedurende zijn hele levensduur
gebruikt, naar behoren is geïnformeerd
over het gebruik en de veiligheid van het
apparaat.
Voor de veiligheid van mensen en eigendommen dient u zich aan de voorzorgsmaatregelen uit dit instructieboekje te
houden, de fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door het niet opvolgen van de aanwijzingen veroorzaakt
is.
1.1 Veiligheid van kinderen en
kwetsbare mensen
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder begrepen kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke vermogens of een
gebrek aan ervaring en kennis, tenzij
dit onder toezicht gebeurt van een
voor hun veiligheid verantwoordelijke
persoon of tenzij zij van een dergelijke
persoon instructie hebben ontvangen
over het gebruik van het apparaat.
Houd kinderen uit de buurt om te
voorkomen dat ze met het apparaat
gaan spelen.
• Houd alle verpakkingsmateriaal buiten
het bereik van kinderen. Gevaar voor
verstikking.
• Als u het apparaat afdankt trek dan de
stekker uit het stopcontact, snij de
voedingskabel door (zo dicht mogelijk
bij het apparaat) en verwijder de deur
om te voorkomen dat kinderen een
elektrische schok krijgen of zichzelf in
het apparaat opsluiten.
• Als dit apparaat, dat voorzien is van
een magnetische deursluiting, een ouder apparaat vervangt, dat voorzien is
van een veerslot (slot) op de deur of
het deksel, zorg er dan voor dat u het
slot onbruikbaar maakt voordat u het
oude apparaat weggooit. Dit voorkomt dat kinderen er in opgesloten
kunnen raken.
1.2 Algemene veiligheid
WAARSCHUWING!
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij
van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen.
• Dit apparaat is bedoeld voor het bewaren van levensmiddelen en/of dranken in een gewoon huishouden, zoals
uitgelegd in dit instructieboekje.
• Gebruik geen mechanische hulpmiddelen of kunstgrepen om het ontdooiproces te versnellen.
• Gebruik geen andere elektrische apparaten (bijvoorbeeld ijsmachines) in
koelkasten, tenzij ze voor dit doel
goedgekeurd zijn door de fabrikant.
• Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
• Het koelmiddel isobutaan (R600a) bevindt zich in het koelcircuit van het apparaat, dit is een natuurlijk gas dat
weliswaar milieuvriendelijk is, maar
ook uiterst ontvlambaar.
Controleer of de onderdelen van het
koelcircuit tijdens transport en installatie van het apparaat niet beschadigd
zijn geraakt.
Indien het koelcircuit beschadigd is:
– open vuur en ontstekingsbronnen
vermijden
– de ruimte waar het apparaat zich
bevindt grondig ventileren
• Het is gevaarlijk om wijzigingen aan te
brengen in de specificaties of dit product op enigerlei wijze te modificeren.
Een beschadigd netsnoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische
schok veroorzaken.
www.aeg.com
4
WAARSCHUWING!
Alle elektrische onderdelen (netsnoer, stekker, compressor) mogen om gevaar te voorkomen
uitsluitend worden vervangen
door een erkende onderhoudsdienst of gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
1.
Het netsnoer mag niet verlengd
worden.
2.
Verzeker u ervan dat de stekker
niet platgedrukt of beschadigd
wordt door de achterkant van het
apparaat. Een platgedrukte of beschadigde stekker kan oververhit
raken en brand veroorzaken.
3.
Verzeker u ervan dat u de stekker
van het apparaat kunt bereiken.
4.
Trek niet aan het snoer.
5.
Als de stekker los zit, steek hem
dan niet in het stopcontact. Dan
bestaat er een risico op een elektrische schok of brand.
6.
U mag het apparaat niet gebruiken zonder het afdekkapje (indien
van toepassing) van het lampje.
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het apparaat verplaatst.
• Haal geen artikelen uit het vriesvak en
raak ze niet aan als uw handen vochtig/nat zijn, dit kan uw huid beschadigen of vrieswonden veroorzaken.
• Stel het apparaat niet langdurig bloot
aan direct zonlicht.
• De eventuele gloeilampen in dit apparaat zijn speciaal geselecteerd en uitsluitend bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten. De lampjes zijn
niet geschikt voor de verlichting van
ruimtes.
1.3 Dagelijks gebruik
• Zet geen hete potten op de kunststof
onderdelen in het apparaat.
• Bewaar geen brandbare gassen of
vloeistoffen in het apparaat, deze kunnen ontploffen.
• Zet geen levensmiddelen direct tegen
de luchtopening in de achterwand.
(Als het apparaat rijpvrij is)
• Diepgevroren voedsel mag niet opnieuw worden ingevroren als het eenmaal ontdooid is.
• Bewaar voorverpakte diepvriesproducten volgens de aanwijzingen van de
fabrikant.
• U dient zich strikt te houden aan de
aanbevelingen van de fabrikant van
het apparaat met betrekking tot het
bewaren van voedsel. Raadpleeg de
betreffende aanwijzingen.
• Leg geen koolzuurhoudende of mousserende dranken in de vriezer, deze
veroorzaken druk op de fles die daardoor kan ontploffen, dit kan schade
toebrengen aan het apparaat.
• IJslollies kunnen vrieswonden veroorzaken als ze rechtstreeks vanuit het
apparaat geconsumeerd worden.
1.4 Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
• Maak het apparaat niet schoon met
metalen voorwerpen.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen om
ijs van het apparaat te krabben. Gebruik een kunststof schraper.
• Controleer de afvoer in de koelkast regelmatig op dooiwater. Maak de afvoer, indien nodig, schoon. Als de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen.
1.5 Installatie
Voor de aansluiting van elektriciteit dienen de instructies in de
desbetreffende paragrafen
nauwgezet te worden opgevolgd.
• Pak het apparaat uit en controleer of
er beschadigingen zijn. Sluit het apparaat niet aan als het beschadigd is.
Meld mogelijke beschadigingen onmiddellijk bij de winkel waar u het apparaat gekocht heeft. Gooi in dat geval de verpakking niet weg.
• Wij adviseren u om 4 uur te wachten
voordat u het apparaat aansluit, dan
kan de olie terugvloeien in de compressor.
• Rond het apparaat dient adequate
luchtcirculatie te zijn, anders kan dit
tot oververhitting leiden. Om voldoende ventilatie te verkrijgen de instruc-
ties met betrekking tot de installatie
opvolgen.
• De achterkant dient zo mogelijk tegen
een muur geplaatst te worden, teneinde te voorkomen dat hete onderdelen
(compressor, condensator) aangeraakt
kunnen worden en brandwonden veroorzaken.
• Het apparaat mag niet vlakbij radiatoren of kooktoestellen geplaatst worden.
• Verzeker u ervan dat de stekker bereikbaar is nadat het apparaat geïnstalleerd is.
• Aansluiten op de drinkwatervoorziening (indien voorzien van een wateraansluiting).
1.6 Onderhoud
• Alle elektrotechnische werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van onderhoud aan het apparaat, dienen uitgevoerd te worden
door een gekwalificeerd elektricien of
competent persoon.
• Dit product mag alleen worden onderhouden door een erkend onderhouds-
NEDERLANDS5
centrum en er dient alleen gebruik te
worden gemaakt van originele reserveonderdelen.
1.7 Bescherming van het
milieu
Dit apparaat bevat geen gassen
die de ozonlaag kunnen beschadigen, niet in het koelcircuit en
evenmin in de isolatiematerialen.
Het apparaat mag niet worden
weggegooid bij het normale
huishoudelijke afval. Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen: het apparaat moet weggegooid worden conform de van
toepassing zijnde regels die u bij
de lokale overheidsinstanties
kunt verkrijgen. Voorkom beschadiging aan de koeleenheid,
vooral aan de achterkant bij de
warmtewisselaar. De materialen
die gebruikt zijn voor dit apparaat en die voorzien zijn van het
symbool
zijn recyclebaar.
2. BEDIENINGSPANEEL
+2+4+6+8+5
321
Schakelaar ventilatiefunctie
1
Controlelampje ventilator
Temperatuurknop
2
Frostmatic-toets
Frostmatic-indicatielampje
3
2.1 Inschakelen
Verwijder het label "Remove" (indien
aanwezig) van de binnenkant van het
vriesvak.
Steek de stekker in het stopcontact.
2.2 Uitschakelen
Haal de stekker uit het stopcontact om
het apparaat uit te schakelen.
2.3 Temperatuurregeling
De temperatuur wordt automatisch geregeld.
www.aeg.com
6
Ga als volgt te werk om het apparaat in
werking te stellen:
• druk meerdere keren op de temperatuurregelaar tot de LED, die bij de gewenste temperatuur hoort, gaat branden. De selectie loopt van +2°C tot
+8°C.
Een gemiddelde instelling is over
het algemeen het meest geschikt.
De exacte instelling moet echter worden
gekozen rekening houdend met het feit
dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
• De kamertemperatuur
• hoe vaak de deur wordt geopend
• de hoeveelheid voedsel die wordt bewaard
3. DAGELIJKS GEBRUIK
• de plaats van het apparaat
Als de omgevingstemperatuur la-
ger is dan 16 °C, druk dan op de
temperatuurregelaar totdat de
LED gaat branden die correspondeert met de laagste temperatuur.
2.4 Frostmatic functie
U kunt de Frostmatic-functie inschakelen
door meerdere keren op de Frostmatic toets te drukken tot de LED bij het Frostmatic-symbool gaat branden.
Om de Frostmatic -functie uit te schakelen blijft u op de Frostmatic -toets drukken tot de gewenste temperatuur is geselecteerd.
3.1 De binnenkant
schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste
keer gebruikt, wast u de binnenkant en
de interne accessoires met lauwwarm
water en een beetje neutrale zeep om
3.2 Temperatuurweergave
de typische geur van een nieuw product
weg te nemen. Droog daarna grondig
af.
Gebruik geen oplosmiddelen of
schuurmiddelen. Deze beschadigen de lak.
Dit apparaat wordt verkocht in
Frankrijk.
In overeenstemming met de
richtlijnen die gelden in dit land,
moet dit apparaat worden geleverd met een speciaal onderdeel
(zie afbeelding). Dit onderdeel is
geplaatst in de onderste lade van
de koelkast om de koudste zone
aan te geven.
3.3 Verplaatsbare schappen
3.4 Flessenrek
3.5 Het plaatsen van de
deurschappen
Om het bewaren van voedselpakketten
van verschillende afmetingen mogelijk te
maken, kunnen de schappen op verschillende hoogtes worden geplaatst.
NEDERLANDS7
De wanden van de koelkast zijn voorzien
van een aantal geleiders zodat de schappen op de gewenste plaats gezet kunnen worden.
Plaats de flessen (met de openingen
naar voren gericht) in het voorgeplaatste
schap.
Als het schap horizontaal geplaatst is,
mogen alleen afgesloten flessen worden
neergezet.
Dit schap voor een flessenhouder kan
worden gekanteld om vooraf geopende
flessen te bewaren. Trek hiervoor de
houder omhoog zodat deze omhoog
draait en op het niveau erboven kan
worden geplaatst.
Druk op de schakelaar ventilatorfunctie
(zie "Bedieningspaneel") om de ventilator te activeren. Het lampje van de ventilator gaat branden.
Schakel de ventilator in als de kamertemperatuur hoger dan 25° C
is.
3.6 Versvak
Sommige modellen hebben dit vak in
het koelgedeelte, het is geschikt voor
het optimaal bewaren van verse levensmiddelen zoals vis, vlees, schelpdieren,
enz.
Het vak zit in het onderste gedeelte, direct boven de groentenlade.
3.7 Luchtkoeling
Met de Dynamic Air Cooling- (DAC)-ventilator wordt voedsel snel gekoeld en
wordt de temperatuur in het koelvak gelijkmatiger.
3.8 Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en voor het voor
een lange periode bewaren van ingevroren en diepgevroren voedsel.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de
functie Frostmatic ten minste 24 uur
voordat u het in te vriezen voedsel in het
vriesvak legt.
Zet het schap in de vriezer op de middelste positie en houd het horizontaal.
Leg het in te vriezen voedsel op dat
schap.
De maximale hoeveelheid levensmiddelen die in 24 uur kan worden ingevroren,
wordt vermeld op de typeplaat, een eti-
www.aeg.com
8
ket dat zich aan de binnenkant van het
apparaat bevindt.
Het invriesproces duurt 24 uur: voeg gedurende deze periode niet meer in te
vriezen voedsel toe.
Na 24 uur, wanneer het invriesproces is
voltooid, stelt u de gewenste temperatuur weer in (zie "Temperatuurregeling").
3.9 Het bewaren van
ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na
een periode dat het niet gebruikt is inschakelt, dient u het apparaat minstens 2
uur op een hoge instelling te laten werken voordat u er producten in plaatst.
IIn het geval van onbedoelde
ontdooiing, bijvoorbeeld als de
stroom langer is uitgevallen dan
de duur die op de kaart met
technische kenmerken onder
"tijdsduur" is vermeld, moet het
ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk
bereid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is).
3.10 Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel
kunt, voordat het gebruikt wordt, in het
koelvak of op kamertemperatuur laten
ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks
vanuit de vriezer gekookt worden als ze
nog bevroren zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer duren.
4. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
4.1 Tips voor
energiebesparing
• De deur niet vaker openen of open laten staan dan strikt noodzakelijk.
• Als de omgevingstemperatuur hoog
is, de thermostaatknop op een lage
temperatuur staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de compressor
continu aan staan waardoor er ijs op
de verdamper ontstaat. Als dit gebeurt, zet u de thermostaatknop naar
een warmere instelling om de koelkast
automatisch te laten ontdooien en zo
elektriciteitsverbruik te besparen.
4.2 Tips voor het koelen van
vers voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
• Zet geen warm voedsel of verdampende vloeistoffen in de koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in
het bijzonder als het een sterke geur
heeft
• plaats het voedsel zodanig dat de
lucht er vrijelijk omheen kan circuleren
4.3 Nuttige tips voor het
koelen
Nuttige tips:
Vlees (alle soorten) in plastic zakken verpakken en op het glazen schap leggen,
boven de groentelade.
Bewaar het, voor de veiligheid, slechts
een of maximaal twee dagen op deze
manier.
Gekookt voedsel, koude schotels, enz.:
deze moeten afgedekt worden en mo-
gen op willekeurig welk schap gezet
worden.
Fruit en groente: deze moeten zorgvuldig schoongemaakt worden en in de
speciaal daarvoor bedoelde lade(n) geplaatst worden.
Boter en kaas: dit moet in speciale luchtdichte bakjes gelegd of in aluminiumfolie of plastic zakjes gewikkeld worden
om zoveel mogelijk lucht buiten te sluiten.
Melkflessen: deze moeten een afdekdop
hebben en opgeslagen worden in het
flessenrek in de deur.
Bananen, aardappelen, uien en knoflook, indien niet verpakt, mogen niet in
de koelkast bewaard worden.
4.4 Tips voor het invriezen
Om u te helpen om het beste van het invriesproces te maken, volgen hier een
paar belangrijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die
in 24 uur ingevroren kan worden. is
vermeld op het typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Voeg
gedurende deze periode niet meer in
te vriezen voedsel toe;
• vries alleen vers en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in;
• bereid het voedsel in kleine porties
voor, zo kan het snel en volledig worden ingevroren en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien
die u nodig heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of
plastic en zorg ervoor dat de pakjes
luchtdicht zijn;
NEDERLANDS9
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel
niet tegen het al ingevroren voedsel,
om te voorkomen dat dit laatste warm
wordt;
• smalle pakjes zijn makkelijker op te
bergen dan dikke; zout maakt voedsel
minder lang houdbaar;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit
het vriesvak geconsumeerd wordt, kan
het aan de huid vastvriezen;
• het is aan te bevelen de invriesdatum
op elk pakje te vermelden, dan kunt u
zien hoe lang het al bewaard is;
4.5 Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat
te verkrijgen, dient u:
• verzeker u ervan dat de commercieel
ingevroren levensmiddelen op geschikte wijze door de detailhandelaar
werden opgeslagen;
• zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open
te laten staan dan strikt noodzakelijk
• als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw
worden ingevroren;
• bewaar het voedsel niet langer dan de
door de fabrikant aangegeven bewaarperiode.
5. ONDERHOUD EN REINIGING
LET OP!
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Het koelcircuit van dit apparaat
bevat koolwaterstoffen; onderhoud en herladen mag alleen uitgevoerd worden door bevoegde
technici.
5.1 Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
• maak de binnenkant en de accessoires
schoon met lauw water en wat neutrale zeep.
• controleer de afdichtingen regelmatig
en wrijf ze schoon om u ervan te ver-
www.aeg.com
10
zekeren dat ze schoon en vrij van restjes zijn.
• spoel ze af en maak ze grondig droog.
Trek niet aan leidingen en/of ka-
bels aan de binnenkant van de
kast en verplaats of beschadig ze
niet.
Gebruik nooit schoonmaakmiddelen, schuurpoeders, erg geparfumeerde reinigingsproducten en waspolijstmiddelen om de
binnenkant schoon te maken,
aangezien deze het oppervlak
beschadigen en een sterke geur
achterlaten.
Maak de condensor (zwart rooster) en de
compressor op de achterkant van het
apparaat schoon met een borstel. Deze
handeling zal de prestatie van het apparaat verbeteren en het elektriciteitsverbruik besparen.
Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet beschadigt.
Plaats de 2 bovenste rekken in
hun oorspronkelijke positie nadat
u ze hebt schoongemaakt.
Veel normaal verkrijgbare keukenreinigers bevatten chemicaliën die de kunststoffen die in dit apparaat gebruikt zijn
kunnen aantasten/beschadigen. Daarom
wordt het aanbevolen de buitenkant van
dit apparaat alleen schoon te maken
met warm water met een beetje afwasmiddel.
Steek, na het schoonmaken van het apparaat, de stekker weer in het stopcontact.
5.2 Het Clean Air Control-filter
vervangen
Voor optimale prestaties moet het Clean
Air Control-filter eenmaal per jaar worden vervangen.
Nieuwe actieve filters zijn verkrijgbaar bij
uw vakhandelaar.
Zie 'Montage van het Clean Air Controlfilter' voor de instructies.
5.3 Het ontdooien van de koelkast
Rijp wordt elke keer als de compressormotor tijdens normale werking stopt, automatisch van de verdamper van het
koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt
via een gootje in een speciale opvangbak aan de achterkant van het apparaat,
boven de compressormotor, waar het
verdampt.
Maak het afvoergaatje van het dooiwater
in het midden van het koelvak regelmatig schoon om te voorkomen dat het water overloopt en op het voedsel in de
koelkast gaat druppelen. Gebruik daarvoor de speciale reiniger, die al in het afvoergaatje zit.
5.4 Het ontdooien van de
vriezer
Het vriesvak van dit model is een "nofrost"-type. Dit betekent dat zich in het
vriesvak geen ijs vormt als deze in bedrijf
is, noch tegen de wanden noch op de levensmiddelen.
Het voorkomen van ijsvorming wordt gerealiseerd door een continue circulatie
van koude lucht in het vak, die aangedreven wordt door een automatisch geregelde ventilator.
5.5 Periodes dat het apparaat
niet gebruikt wordt
Als het apparaat gedurende lange tijd
niet gebruikt wordt, neem dan de volgende voorzorgsmaatregelen:
• trek de stekker uit het stopcontact
• verwijder al het voedsel,
• Ontdooi het apparaat (indien nodig)
en toebehoren en maak alles schoon
• laat de deur/deuren op een kier staan
om de vorming van onaangename
luchtjes te voorkomen.
6. PROBLEMEN OPLOSSEN
NEDERLANDS11
Als uw apparaat aan blijft staan, vraag
dan iemand om het zo nu en dan te controleren, om te voorkomen dat het bewaarde voedsel bederft, als de stroom
uitvalt.
WAARSCHUWING!
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u problemen gaat
oplossen.
Alleen een gekwalificeerd elektricien of een bevoegde persoon
mag problemen oplossen die
niet in deze handleiding beschreven zijn.
Tijdens een normale gebruik
hoort u geluiden (compressor,
koelmiddelcirculatie).
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Het apparaat werkt
niet. Het lampje
Het apparaat is uitgeschakeld.
Schakel het apparaat in.
brandt niet.
De stekker zit niet goed
in het stopcontact.
Het apparaat krijgt geen
stroom. Er staat geen
spanning op het stopcontact.
Steek de stekker goed in
het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch
apparaat op het stopcontact aan.
Neem contact op met een
gekwalificeerd elektricien.
Het lampje werkt
niet.
Het lampje staat in de
stand-by stand.
Sluit en open de deur.
Het lampje is stuk.Zie 'Het lampje vervan-
gen'.
De compressor
werkt continu.
De deur is niet goed ge-
De temperatuur is niet
goed ingesteld.
Stel een hogere temperatuur in.
Zie 'De deur sluiten'.
sloten.
De deur is te vaak geo-
pend.
De temperatuur van het
product is te hoog.
Laat de deur niet langer
dan noodzakelijk open.
Laat het product afkoelen
tot kamertemperatuur
voordat u het opbergt.
De omgevingstempera-
tuur is te hoog.
Verlaag de omgevingstemperatuur.
www.aeg.com
12
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Er loopt water over
de achterkant van de
koelkast.
Tijdens het automatische
ontdooiproces ontdooit
de rijp tegen de achter-
Dit is juist.
wand.
Er loopt water in de
koelkast.
Producten verhinderen
Er loopt water over
de vloer.
De waterafvoer is verstopt.
dat water in de wateropvangbak kan stromen.
De dooiwaterafvoer loopt
niet in de verdamperbak
Reinig de waterafvoer.
Zorg ervoor dat de producten de achterwand niet
raken.
Maak de dooiwaterafvoer
vast op de verdamperbak.
boven de compressor.
De temperatuur in
het apparaat is te
De temperatuurregelaar
is niet goed ingesteld.
Stel een hogere temperatuur in.
laag.
De temperatuur in
het apparaat is te
De temperatuurregelaar
is niet goed ingesteld.
Impostare una temperatura inferiore.
hoog.
De temperatuur in
de koelkast is te
hoog.
De temperatuur in
de vriezer is te
hoog.
Er is geen koude luchtcirculatie in het apparaat
aanwezig.
Producten zijn te dicht op
elkaar geplaatst.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het apparaat aanwezig is.
Bewaar de producten op
een manier die een koude
luchtcirculatie mogelijk
maakt.
6.1 Het lampje vervangen
LET OP!
Trek de stekker uit het stopcontact.
6.2 De deur sluiten
1.
Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
2.
Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg "Montage".
NEDERLANDS13
Verwijder de schroef van de afdekking
van het lampje.
Trek de achterste haak van de afdekking
naar buiten met behulp van een schroevendraaier en verwijder de afdekking
van het lampje door het omlaag te trekken.
Vervang het kapotte lampje door een
nieuw lampje met hetzelfde vermogen
dat specifiek bedoeld is voor huishoudelijke apparaten. (het maximale vermogen
wordt getoond op de afdekking van het
lampje).
Plaats de afdekking van het lampje terug.
Draai de schroef van de afdekking van
het lampje vast.
Steek de stekker in het stopcontact.
Open de deur. Controleer of het lampje
gaat branden.
3.
Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op
met de klantenservice.
7. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Lees voor uw eigen veiligheid en
correcte werking van het apparaat eerst de "veiligheidsinformatie" aandachtig door, alvorens
het apparaat te installeren.
7.1 Opstelling
Installeer dit apparaat op een plaats
waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van het apparaat:
Kli-
Omgevingstemperatuur
maatklasse
SN+10°C tot + 32°C
N+16°C tot + 32°C
ST+16°C tot + 38°C
T+16°C tot + 43°C
www.aeg.com
14
7.2 Plaats
100 mm
AB
10 mm10 mm
7.3 Elektrische aansluiting
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het
voltage en de frequentie op het typeplatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis.
Het apparaat moet geaard zijn. De netsnoerstekker is voorzien van een contact
voor dit doel. Als het stopcontact niet
geaard is, sluit het apparaat dan aan op
Het apparaat moet ver van hittebronnen,
zoals radiatoren, boilers, direct zonlicht
enz., vandaan worden geïnstalleerd.
Zorg er voor dat de lucht vrij kan circuleren aan de achterkant van de kast. Als
het apparaat onder een wandkast wordt
geplaatst, moet de minimale afstand tussen de bovenkant van de kast en de
wandkast ten minste 100 mm bedragen
om optimale prestaties te garanderen.
Voor de beste prestatie kunt u het apparaat echter beter niet onder een wandkast zetten. De afstelbare voetjes aan de
onderkant van het apparaat garanderen
een nauwkeurig horizontale uitlijning.
WAARSCHUWING!
De stroomtoevoer aan het apparaat
moet verbroken kunnen worden; de
stekker moet daarom na de installatie
gemakkelijk toegankelijk zijn.
een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels,
raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd
elektricien.
De fabrikant neemt geen verantwoordelijkheid op zich als de bovenstaande veiligheidsmaatregelen niet worden nageleefd.
Dit apparaat voldoet aan de EU. richtlijnen.
7.4 Afstandsstukken achterkant
In het apparaat vindt u twee afstandsstukken die geplaatst moeten worden
zoals aangegeven op de afbeelding.
Draai de schroeven los en plaats het afstandsstuk onder de kop van de schroef,
draai daarna de schroeven weer vast.
7.5 Omkeerbaarheid van de
deur
WAARSCHUWING!
Voordat werkzaamheden worden
uitgevoerd, moet u zich ervan
verzekeren dat de stekker uit het
stopcontact is getrokken.
H
NEDERLANDS15
Om de volgende handelingen uit te voeren, raden we aan dit te doen met de
hulp van iemand anders die de deuren
van het apparaat tijdens de werkzaamheden stevig vasthoudt.
Om de draairichting van de deur te veranderen, gaat u als volgt te werk:
Schuif de onderste deur van het middenscharnier (H). Verwijder het middenscharnier door de bevestigingsschroeven los te draaien.
Let erop dat u de plastic afstandshouder
onder het scharnier plaatst.
Schuif de bovendeur van de pen (G).
Schroef de pen (G) los en monteer deze
op de andere kant.
Verwijder de twee pluggen van de middelste kruisbalk en monteer ze op de tegenoverliggende zijde, over de gaten
die na het verwijderen van het scharnier
zichtbaar zijn.
G
Verwijder de pluggen (1) aan de boven-
1
zijde van beide deuren en verplaats deze
naar de andere kant
www.aeg.com
16
Verwijder het deksel (e) met behulp van
gereedschap, draai het onderste schar-
e
2
1
5
f
4
3
nier (f) met een moersleutel van 10 mm
los en draai het scharnier aan de andere
kant weer vast.
Monteer het deksel (e) op de andere
kant.
Monteer de bovendeur op de pen (G).
Monteer het middelste scharnier (H) op
de opening van de bovenste deur. Zorg
dat de plastic afstandshouder onder het
scharnier wordt geplaatst. Monteer de
onderdeur op het onderste scharnier (f).
Monteer terwijl u de deuren enigszins
schuin houdt, het middelste scharnier (H)
op de opening van de onderste deur.
Houd de deuren open terwijl u het middelste scharnier met twee schroeven vast
draait.
Maak het handvat los. Verwijder de dop
met een drevel. Installeer het handvat
op de dop op de andere kant. Haal de
twee doppen uit het zakje met de accessoires en maak de na de verwijdering
van het handvat overgebleven gaten
hiermee dicht.
Verzeker u ervan dat de voorste plaat
van de deur evenwijdig is aan de voorste
plaat van de bovenkant.
Zet het apparaat op zijn plaats, zet het
waterpas, wacht minstens vier uur en
steek dan de stekker in het stopcontact.
Voer een eindcontrole uit en verzeker u
ervan dat:
Als de omgevingstemperatuur laag is
(bijv. in de winter), kan het zijn dat het
deurrubber niet precies op de kast past.
Wacht in dat geval tot de deurrubber
zich op een natuurlijke wijze zet.
8. GELUIDEN
Tijdens normaal gebruik hoort u geluiden (compressor, koelmiddelcirculatie).
• Alle schroeven zijn aangedraaid.
• De magnetische afdichtstrip vast zit
aan de kast.
• De deur goed open en dicht gaat.
SSSRRR!
HISSS!
NEDERLANDS17
CLICK!
BRRR!
OK
CLICK!
BRRR!
CRACK!
BLUBB!
CLICK!
BRRR!
BLUBB!
BLUBB!
Loading...
+ 39 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.