AEG S73400CNW0, S73400CNS0, S73200CNW0 Operating Instructions

S73200CNS0 S73200CNW0 S73400CNS0 S73400CNW0
NL Gebruiksaanwijzing 2 EN User manual 22 DE Benutzerinformation 42
www.aeg.com
2
INHOUD
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4. DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
5. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
6. ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
7. PROBLEEMOPLOSSING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
8. MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
9. GELUIDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
10. TECHNISCHE GEGEVENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
11. MILIEUBESCHERMING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.aeg.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan. Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt. De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie. Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
NEDERLANDS 3
1.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
In het belang van uw veiligheid en om een correct gebruik te kunnen waarbor­gen is het van belang dat u, alvorens het apparaat te installeren en in gebruik te nemen, deze gebruiksaanwijzing, inclu­sief de tips en waarschuwingen, grondig doorleest. Om onnodige vergissingen en ongevallen te voorkomen is het be­langrijk ervoor te zorgen dat alle mensen die het apparaat gebruiken, volledig be­kend zijn met de werking ervan en de veiligheidsvoorzieningen. Bewaar deze instructies en zorg ervoor dat zij bij het apparaat blijven als het wordt verplaatst of verkocht, zodat iedereen die het ap­paraat gedurende zijn hele levensduur gebruikt, naar behoren is geïnformeerd over het gebruik en de veiligheid van het apparaat. Voor de veiligheid van mensen en eigen­dommen dient u zich aan de voorzorgs­maatregelen uit dit instructieboekje te houden, de fabrikant is niet verantwoor­delijk voor schade die door het niet op­volgen van de aanwijzingen veroorzaakt is.
• Als dit apparaat, dat voorzien is van
1.2 Algemene veiligheid
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor los­staande als ingebouwde modellen.
• Dit apparaat is bedoeld voor het be-
• Gebruik geen mechanische hulpmid-
• Gebruik geen andere elektrische ap-
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat is niet bedoeld voor ge­bruik door personen (waaronder be­grepen kinderen) met verminderde fy­sieke, zintuiglijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat.
Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen. Gevaar voor verstikking.
• Als u het apparaat afdankt trek dan de stekker uit het stopcontact, snij de voedingskabel door (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen een elektrische schok krijgen of zichzelf in het apparaat opsluiten.
• Let op dat u het koelcircuit niet be-
• Het koelmiddel isobutaan (R600a) be-
• Het is gevaarlijk om wijzigingen aan te
een magnetische deursluiting, een ou­der apparaat vervangt, dat voorzien is van een veerslot (slot) op de deur of het deksel, zorg er dan voor dat u het slot onbruikbaar maakt voordat u het oude apparaat weggooit. Dit voor­komt dat kinderen er in opgesloten kunnen raken.
WAARSCHUWING!
waren van levensmiddelen en/of dran­ken in een gewoon huishouden, zoals uitgelegd in dit instructieboekje.
delen of kunstgrepen om het ontdooi­proces te versnellen.
paraten (bijvoorbeeld ijsmachines) in koelkasten, tenzij ze voor dit doel goedgekeurd zijn door de fabrikant.
schadigt.
vindt zich in het koelcircuit van het ap­paraat, dit is een natuurlijk gas dat weliswaar milieuvriendelijk is, maar ook uiterst ontvlambaar.
Controleer of de onderdelen van het koelcircuit tijdens transport en installa­tie van het apparaat niet beschadigd zijn geraakt.
Indien het koelcircuit beschadigd is: – open vuur en ontstekingsbronnen
vermijden
– de ruimte waar het apparaat zich
bevindt grondig ventileren
brengen in de specificaties of dit pro­duct op enigerlei wijze te modificeren. Een beschadigd netsnoer kan kortslui­ting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken.
www.aeg.com
4
WAARSCHUWING!
Alle elektrische onderdelen (net­snoer, stekker, compressor) mo­gen om gevaar te voorkomen uitsluitend worden vervangen door een erkende onderhouds­dienst of gekwalificeerd onder­houdspersoneel.
1.
Het netsnoer mag niet verlengd worden.
2.
Verzeker u ervan dat de stekker niet platgedrukt of beschadigd wordt door de achterkant van het apparaat. Een platgedrukte of be­schadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken.
3.
Verzeker u ervan dat u de stekker van het apparaat kunt bereiken.
4.
Trek niet aan het snoer.
5.
Als de stekker los zit, steek hem dan niet in het stopcontact. Dan bestaat er een risico op een elek­trische schok of brand.
6.
U mag het apparaat niet gebrui­ken zonder het afdekkapje (indien van toepassing) van het lampje.
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzich­tig als u het apparaat verplaatst.
• Haal geen artikelen uit het vriesvak en raak ze niet aan als uw handen voch­tig/nat zijn, dit kan uw huid beschadi­gen of vrieswonden veroorzaken.
• Stel het apparaat niet langdurig bloot aan direct zonlicht.
• De eventuele gloeilampen in dit appa­raat zijn speciaal geselecteerd en uit­sluitend bedoeld voor gebruik in huis­houdelijke apparaten. De lampjes zijn niet geschikt voor de verlichting van ruimtes.
1.3 Dagelijks gebruik
• Zet geen hete potten op de kunststof onderdelen in het apparaat.
• Bewaar geen brandbare gassen of vloeistoffen in het apparaat, deze kun­nen ontploffen.
• Zet geen levensmiddelen direct tegen de luchtopening in de achterwand. (Als het apparaat rijpvrij is)
• Diepgevroren voedsel mag niet op­nieuw worden ingevroren als het een­maal ontdooid is.
• Bewaar voorverpakte diepvriesproduc­ten volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
• U dient zich strikt te houden aan de aanbevelingen van de fabrikant van het apparaat met betrekking tot het bewaren van voedsel. Raadpleeg de betreffende aanwijzingen.
• Leg geen koolzuurhoudende of mous­serende dranken in de vriezer, deze veroorzaken druk op de fles die daar­door kan ontploffen, dit kan schade toebrengen aan het apparaat.
• IJslollies kunnen vrieswonden veroor­zaken als ze rechtstreeks vanuit het apparaat geconsumeerd worden.
1.4 Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Maak het apparaat niet schoon met metalen voorwerpen.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs van het apparaat te krabben. Ge­bruik een kunststof schraper.
• Controleer de afvoer in de koelkast re­gelmatig op dooiwater. Maak de af­voer, indien nodig, schoon. Als de af­voer verstopt is, zal er water op de bo­dem van het apparaat liggen.
1.5 Installatie
Voor de aansluiting van elektrici­teit dienen de instructies in de desbetreffende paragrafen nauwgezet te worden opge­volgd.
• Pak het apparaat uit en controleer of er beschadigingen zijn. Sluit het appa­raat niet aan als het beschadigd is. Meld mogelijke beschadigingen on­middellijk bij de winkel waar u het ap­paraat gekocht heeft. Gooi in dat ge­val de verpakking niet weg.
• Wij adviseren u om 4 uur te wachten voordat u het apparaat aansluit, dan kan de olie terugvloeien in de com­pressor.
• Rond het apparaat dient adequate luchtcirculatie te zijn, anders kan dit tot oververhitting leiden. Om voldoen­de ventilatie te verkrijgen de instruc-
ties met betrekking tot de installatie opvolgen.
• De achterkant dient zo mogelijk tegen een muur geplaatst te worden, tenein­de te voorkomen dat hete onderdelen (compressor, condensator) aangeraakt kunnen worden en brandwonden ver­oorzaken.
• Het apparaat mag niet vlakbij radiato­ren of kooktoestellen geplaatst wor­den.
• Verzeker u ervan dat de stekker be­reikbaar is nadat het apparaat geïn­stalleerd is.
• Aansluiten op de drinkwatervoorzie­ning (indien voorzien van een water­aansluiting).
1.6 Onderhoud
• Alle elektrotechnische werkzaamhe­den die noodzakelijk zijn voor het uit­voeren van onderhoud aan het appa­raat, dienen uitgevoerd te worden door een gekwalificeerd elektricien of competent persoon.
• Dit product mag alleen worden onder­houden door een erkend onderhouds-
NEDERLANDS 5
centrum en er dient alleen gebruik te worden gemaakt van originele reser­veonderdelen.
1.7 Bescherming van het milieu
Dit apparaat bevat geen gassen die de ozonlaag kunnen bescha­digen, niet in het koelcircuit en evenmin in de isolatiematerialen. Het apparaat mag niet worden weggegooid bij het normale huishoudelijke afval. Het isolatie­schuim bevat ontvlambare gas­sen: het apparaat moet wegge­gooid worden conform de van toepassing zijnde regels die u bij de lokale overheidsinstanties kunt verkrijgen. Voorkom be­schadiging aan de koeleenheid, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar. De materialen die gebruikt zijn voor dit appa­raat en die voorzien zijn van het
symbool
zijn recyclebaar.
www.aeg.com
6
2. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Fruitlades
1
Glazen planken
2
Flessenrek
3
Thermostaat
4
Boterschap
5
Deurplateau
6
2
3 5 6 741
891011
Flessenrek
7
Vriesmand
8
Maxibox-mandje
9
Frostmatic-mandje
10
Typeplaatje
11
3. BEDIENING
3.1 Inschakelen
Steek de stekker in het stopcontact. Draai de thermostaatknop op een ge­middelde stand.
3.2 Uitschakelen
Draai de thermostaatknop op de stand "O" om het apparaat uit te schakelen.
3.3 Temperatuurregeling
De temperatuur wordt automatisch ge­regeld. Ga als volgt te werk om het apparaat in werking te stellen:
• draai de thermostaatknop op een la­gere stand om de minimale koude te verkrijgen.
• draai de thermostaatknop op een ho­gere stand om de maximale koude te verkrijgen.
Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest ge­schikt.
De exacte instelling moet echter geko­zen worden rekening houdend met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
• de omgevingstemperatuur
• hoe vaak de deur geopend wordt
• de hoeveelheid voedsel die bewaard wordt
4. DAGELIJKS GEBRUIK
NEDERLANDS 7
• plaatsing van het apparaat. Als de omgevingstemperatuur
hoog is of als het apparaat volle­dig gevuld is en de thermostaat­knop op de koudste instelling staat, kan het apparaat continu werken waardoor er ijs op de achterwand gevormd wordt. In dat geval moet de knop op een hogere temperatuur gezet wor­den om automatische ontdooi­ing mogelijk te maken en zo­doende het energieverbruik te beperken.
4.1 Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het invrie­zen van vers voedsel en voor het voor een lange periode bewaren van ingevro­ren en diepgevroren voedsel. Om vers voedsel in te vriezen moet de gemiddelde instelling veranderd wor­den. Om het invriezen sneller te laten verlo­pen moet u de thermostaatknop echter op een hogere stand instellen om de maximale koude te kunnen verkrijgen.
In deze omstandigheden kan de temperatuur in de koelkast tot onder de 0°C dalen. Als dat ge­beurt de thermostaatknop op een warmere stand instellen.
Zet het verse voedsel dat u in wilt vrie­zen op het bovenste vak.
4.2 Het bewaren van ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is in­schakelt, het apparaat minstens 2 uur la­ten werken voordat u er producten in plaatst. De vriesladen zorgen ervoor dat u het voedselpakket dat u wenst, snel en mak-
kelijk kan vinden. Indien grote hoeveel­heden voedsel moeten worden be­waard, verwijder dan alle lades behalve de onderste lade die nodig is voor een goede luchtcirculatie. Het voedsel kan op alle schappen tot 15 mm ver naar de deur uitsteken.
In het geval van onbedoelde ont­dooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder 'tijdsduur' is vermeld, moet het ontdooide voedsel snel geconsu­meerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan weer wor­den ingevroren (nadat het afge­koeld is).
4.3 Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveel­heid tijd die hiervoor nodig is. Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in dat geval zal de be­reiding iets langer duren.
www.aeg.com
8
4.4 Verplaatsbare schappen
De wanden van de koelkast zijn voorzien van een aantal glijschoenen zodat de le­grekken op de gewenste plaats gezet kunnen worden.
4.5 Flessenrek
Plaats de flessen (met de openingen naar voren gericht) in het voorgeplaatste schap.
Als het schap horizontaal geplaatst is, mogen alleen afgesloten flessen worden neergezet. Dit schap voor een flessenhouder kan worden gekanteld om vooraf geopende flessen te bewaren. Trek hiervoor de houder omhoog zodat deze omhoog draait en op het niveau erboven kan worden geplaatst.
4.6 Het plaatsen van de deurplateaus
Om het bewaren van voedselpakketten van verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen de schappen op verschil-
1
2
3
lende hoogtes worden geplaatst. Om deze aanpassingen uit te voeren, gaat u als volgt te werk: trek het schap geleidelijk in de richting van de pijlen totdat het los komt en plaats het schap op een andere gewen­ste hoogte terug.
4.7 Vriesmandjes uit de vriezer verwijderen
De vriesmandjes hebben een limietstop om te voorkomen dat ze per ongeluk verschuiven of vallen. Trek de korf naar u toe om het uit de vriezer te halen, tot
2
1
het niet verder kan, verwijder de korf door de voorkant naar boven te kante­len. Bij het terugzetten tilt u de voorkant van de korf een beetje op en schuift u hem gekanteld in de vriezer. Zodra het mand­je over de eindpunten heen is, kunt u hem terug op zijn plaats schuiven.
5. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
NEDERLANDS 9
5.1 Normale bedrijfsgeluiden
• U kunt een zwak gorgelend en borre­lend geluid horen wanneer het koel­middel door leidingen wordt ge­pompt. Dat is normaal.
• Als de compressor aan staat, wordt het koelmiddel rondgepompt en dan zult u een zoemend en kloppend ge­luid van de compressor horen. Dat is normaal.
• De thermische uitzetting kan een plot­seling krakend geluid veroorzaken. Dit is een natuurlijk, niet gevaarlijk fysisch verschijnsel. Dat is normaal.
• Als de compressor in- of uitgescha­keld wordt, zult u een zacht "klikje" van de thermostaat horen. Dat is nor­maal.
5.2 Tips voor
energiebesparing
• De deur niet vaker openen of open la­ten staan dan strikt noodzakelijk.
• Als de omgevingstemperatuur hoog is, de thermostaatknop op een lage temperatuur staat en het apparaat vol­ledig gevuld is, kan de compressor continu aan staan waardoor er ijs op de verdamper ontstaat. Als dit ge­beurt, zet u de thermostaatknop naar een warmere instelling om de koelkast
automatisch te laten ontdooien en zo elektriciteitsverbruik te besparen.
5.3 Tips voor het koelen van vers voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
• Zet geen warm voedsel of verdampen­de vloeistoffen in de koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder als het een sterke geur heeft
• plaats het voedsel zodanig dat de lucht er vrijelijk omheen kan circuleren
5.4 Nuttige tips voor het
koelen
Nuttige tips: Vlees (alle soorten) in plastic zakken ver­pakken en op het glazen schap leggen, boven de groentelade. Bewaar het, voor de veiligheid, slechts een of maximaal twee dagen op deze manier. Gekookt voedsel, koude schotels, enz.: deze moeten afgedekt worden en mo­gen op willekeurig welk schap gezet worden. Fruit en groente: deze moeten zorgvul­dig schoongemaakt worden en in de speciaal daarvoor bedoelde lade(n) ge­plaatst worden.
www.aeg.com
10
Boter en kaas: dit moet in speciale lucht­dichte bakjes gelegd of in aluminiumfo­lie of plastic zakjes gewikkeld worden om zoveel mogelijk lucht buiten te slui­ten. Melkflessen: deze moeten een afdekdop hebben en opgeslagen worden in het flessenrek in de deur. Bananen, aardappelen, uien en knof­look, indien niet verpakt, mogen niet in de koelkast bewaard worden.
5.5 Tips voor het invriezen
Om u te helpen om het beste van het in­vriesproces te maken, volgen hier een paar belangrijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden. is vermeld op het typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen voedsel toe;
• vries alleen vers en grondig schoonge­maakte levensmiddelen van uitsteken­de kwaliteit in;
• bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig wor­den ingevroren en zo kunt u later al­leen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn;
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat dit laatste warm wordt;
• smalle pakjes zijn makkelijker op te bergen dan dikke; zout maakt voedsel minder lang houdbaar;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de huid vastvriezen;
• het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is;
5.6 Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
De vriesmanden zorgen ervoor dat u het voedselpakket dat u wenst, snel en mak­kelijk kan vinden. Indien grote hoeveel­heden voedsel moeten worden be­waard, verwijder dan alle lades behalve de onderste mand die nodig is voor een goede luchtcirculatie. Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u:
• verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op ge­schikte wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen;
• zorg ervoor dat de ingevroren levens­middelen zo snel mogelijk van de win­kel naar uw vriezer gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk;
• als voedsel eenmaal ontdooid is, be­derft het snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren;
• bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven be­waarperiode.
6. ONDERHOUD EN REINIGING
6.1 De binnenkant
schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
Gebruik geen oplosmiddelen of schuurmiddelen. Deze beschadi­gen de lak.
LET OP!
Voordat u welke onderhoudshan­deling dan ook verricht, de stek­ker uit het stopcontact trekken.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen; onder­houd en herladen mag alleen uit-
gevoerd worden door bevoegde technici.
6.2 Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
• maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutra­le zeep.
• controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te ver­zekeren dat ze schoon zijn en vrij van restjes zijn.
• spoel ze af en maak ze grondig droog.
Trek niet aan leidingen en/of ka­bels aan de binnenkant van de kast en verplaats of beschadig ze niet. Gebruik nooit schoonmaakmid­delen, schuurpoeders, erg ge­parfumeerde reinigingsproduc­ten en waspolijstmiddelen om de binnenkant schoon te maken, aangezien deze het oppervlak beschadigen en een sterke geur achterlaten.
NEDERLANDS 11
Maak de condensor (zwart rooster) en de compressor op de achterkant van het apparaat schoon met een borstel of stof­zuiger. Deze handeling zal de prestatie van het apparaat verbeteren en het elek­triciteitsverbruik besparen.
Zorg ervoor dat u het koelsys­teem niet beschadigt.
Veel normaal verkrijgbare keukenreini­gers bevatten chemicaliën die de kunst­stoffen die in dit apparaat gebruikt zijn kunnen aantasten/beschadigen. Daarom wordt het aanbevolen de buitenkant van dit apparaat alleen schoon te maken met warm water met een beetje afwas­middel. Steek, na het schoonmaken van het ap­paraat, de stekker weer in het stopcon­tact.
6.3 Het ontdooien van de koelkast
Rijp wordt elke keer als de compressor­motor tijdens normale werking stopt, au­tomatisch van de verdamper van het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt via een afvoergaatje in een speciale op­vangbak aan de achterkant van het ap­paraat, boven de compressormotor, waar het verdampt. Het is belangrijk om het afvoergaatje van het dooiwater in het midden van het koelvak regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat het water overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat druppelen. Gebruik daarvoor de speciale reiniger, die al in het afvoergaatje zit.
www.aeg.com
12
6.4 De vriezer ontdooien
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de schappen van de vriezer en rond het bovenste vak. Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
Volg onderstaande aanwijzingen om de rijp te verwijderen:
• trek de stekker uit het stopcontact of schakel het apparaat uit
• verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in een paar lagen kranten­papier en leg het op een koele plaats
• verwijder de vriesladen
• breng isolatiemateriaal aan rond de la­des, bijv. dikke doeken of kranten.
Het ontdooien kan versneld worden door kommen met heet water (niet ko­kend) in de vriezer te zetten
• Maak het afvoerkanaal aan de onder­kant van het apparaat uit de ruststand los, duw het volgens de afbeelding en plaats het in de onderste vrieslade zo­dat u het water kunt opvangen
• schraap het ijs voorzichtig los als dit begint te dooien. Gebruik een houten of kunststof schraper
• als al het ijs is gesmolten, maak het vak droog en schoon en plaats het af­voerkanaal weer terug op zijn plek.
• zet de koelkast aan en leg de ingevro­ren levensmiddelen terug.
Wij adviseren u het apparaat enkele uren op de hoogste stand van de ther­mostaat te laten werken zodat de be­waartemperatuur zo snel mogelijk be­reikt wordt.
Gebruik nooit scherpe metalen hulpmiddelen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd kunnen raken. Ge­bruik geen mechanische of ande­re middelen om het ontdooipro­ces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. Een tempera­tuurstijging tijdens het ontdooi­en van de ingevroren levensmid­delen, kan de veilige bewaartijd verkorten.
7. PROBLEEMOPLOSSING
LET OP!
Voordat u storingen opspoort, de stekker uit het stopcontact trekken. Het opsporen van storingen die niet in deze handleiding vermeld zijn, dient te worden verricht door een gekwalificeerd techni­cus of deskundig persoon.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat maakt lawaai.
Het apparaat wordt niet goed ondersteund.
Bij de werking van het apparaat zijn bepaalde geluiden te horen die heel normaal zijn (compres­sor- en circulatiegeluid).
Controleer of het apparaat stabiel staat (alle vier de voetjes moeten op de vloer staan).
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De compressor werkt continu.
De deur is niet goed ge-
De thermostaatknop staat misschien niet goed.
Stel een hogere tempera­tuur in.
Zie 'De deur sluiten'.
sloten.
De deur is te vaak open
gedaan.
Laat de deur niet langer open staan dan noodzake­lijk.
De temperatuur van het
product is te hoog.
Laat het product afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het opbergt.
De kamertemperatuur is
te hoog.
Er loopt water over de achterkant van de koelkast.
Tijdens het automatische ontdooiproces ontdooit de rijp tegen de achter-
Verlaag de kamertempera­tuur.
Dit is normaal.
wand.
Er loopt water in de koelkast.
Producten verhinderen
Er loopt water over de vloer.
De waterafvoer is ver­stopt.
het water om in de water­opvangbak te lopen.
De dooiwaterafvoer loopt niet in de verdamperbak
Maak de waterafvoer schoon.
Zorg ervoor dat de pro­ducten de achterwand niet raken.
Maak de dooiwaterafvoer vast op de verdamperbak.
boven de compressor.
Er is te veel rijp en ijs.
De deur is niet goed ge-
De producten zijn niet op de juiste wijze verpakt.
Pak de producten beter in.
Zie 'De deur sluiten'.
sloten.
De thermostaatknop staat
misschien niet goed.
De temperatuur in het apparaat is te
De thermostaatknop staat misschien niet goed.
Stel een hogere tempera­tuur in.
Stel een hogere tempera­tuur in.
laag.
De temperatuur in het apparaat is te
De thermostaatknop staat misschien niet goed.
Stel een lagere tempera­tuur in.
hoog.
De deur is niet goed ge-
Zie 'De deur sluiten'.
sloten.
De temperatuur van het
product is te hoog.
Laat het product afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het opbergt.
Er zijn veel producten te-
gelijk opgeborgen.
Berg minder producten te­gelijk op.
NEDERLANDS 13
www.aeg.com
14
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De temperatuur in de koelkast is te hoog.
De temperatuur in het vriesvak is te hoog.
Het apparaat werkt niet.
De stekker zit niet goed
Het apparaat krijgt geen
Er is geen koude luchtcir­culatie in het apparaat.
Producten liggen te dicht op elkaar.
Het apparaat is uitge­schakeld.
in het stopcontact.
stroom. Er staat geen spanning op het stopcon­tact.
Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het appa­raat is.
Berg de producten zoda­nig op dat er koude lucht kan circuleren.
Schakel het apparaat in.
Steek de stekker goed in het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch apparaat aan op het stop­contact. Neem contact op met een gekwalificeerd elektricien.
Het lampje werkt niet.
Het lampje staat in stand­by.
Sluit en open de deur.
Het lampje is stuk. Zie 'Het lampje vervan-
gen'.
Als het apparaat nog steeds niet naar behoren werkt na uitvoeren van de bo-
venstaande controles, neem dan contact op met een onderhoudsdienst.
7.1 Het lampje vervangen
1
2
7.2 De deur sluiten
1.
Maak de afdichtingen van de deur schoon.
Het apparaat is uitgerust met een LED­binnenlampje dat een lange levensduur heeft.
1.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Druk het beweegbare deel in om de afdekking van het lampje (1) los te ha­ken.
3.
Verwijder de afdekking van het lampje (2).
4.
Vervang de lamp indien nodig door een lamp met dezelfde eigenschap­pen en vermogen. Aangeraden wordt om Osram PARATHOM SPECIAL T26
0.8 Watt te gebruiken.
5.
Plaats de afdekking van het lampje te­rug.
6.
Het apparaat aansluiten.
7.
Open de deur. Controleer of het lampje gaat branden.
2.
Stel de deur, indien nodig, af. Raad­pleeg "Montage".
3.
Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met de klantenservice.
8. MONTAGE
NEDERLANDS 15
WAARSCHUWING!
Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking van het appa­raat eerst de "veiligheidsinforma­tie" aandachtig door, alvorens het apparaat te installeren.
8.1 Opstelling
Installeer dit apparaat op een plaats waar de omgevingstemperatuur over­eenkomt met de klimaatklasse die ver­meld is op het typeplaatje van het appa­raat:
8.2 Locatie
100 mm
min
A
20 mm
B
8.3 Elektrische aansluiting
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typepla­tje overeenkomen met de stroomtoe­voer in uw huis. Het apparaat moet geaard zijn. De net­snoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet
Kli-
Omgevingstemperatuur maat­klasse
SN +10°C tot + 32°C N +16°C tot + 32°C ST +16°C tot + 38°C T +16°C tot + 43°C
Het apparaat moet ver van hittebronnen, zoals radiatoren, boilers, direct zonlicht enz., vandaan worden geïnstalleerd. Zorg er voor dat de lucht vrij kan circule­ren aan de achterkant van de kast. Als het apparaat onder een wandkast wordt geplaatst, moet de minimale afstand tus­sen de bovenkant van de kast en de wandkast ten minste 100 mm bedragen om optimale prestaties te garanderen. Voor de beste prestatie kunt u het appa­raat echter beter niet onder een wand­kast zetten. De afstelbare voetjes aan de onderkant van het apparaat garanderen een nauwkeurig horizontale uitlijning.
WAARSCHUWING!
De stroomtoevoer aan het appa­raat moet verbroken kunnen wor­den; de stekker moet daarom na de installatie gemakkelijk toe­gankelijk zijn.
geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeen­stemming met de geldende regels, raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien. De fabrikant neemt geen verantwoorde­lijkheid op zich als de bovenstaande vei­ligheidsmaatregelen niet worden nage­leefd.
www.aeg.com
16
Dit apparaat voldoet aan de EU. richtlij­nen.
8.4 Afstandhouders achterkant
2
1
4
3
U vindt de twee afstandhouders in de zak van de gebruikershandleiding. Volg deze stappen om de afstandhou­ders te installeren:
1.
Draai de schroef los.
2.
Plaats de afstandhouder onder de schroef.
3.
Draai de afstandshouder in de juiste positie.
4.
Draai de schroeven opnieuw aan.
8.5 Nivellering
Zorg ervoor dat het apparaat waterpas staat wanneer u het plaatst. Deze stand kan bereikt worden met de twee afstel­bare voetjes die aan de voorkant en on­derkant van het apparaat bevestigd zijn
8.6 Het verwijderen van de geleiders van de schappen
Uw apparaat is voorzien van borgklem-
A
B
C
men voor de schappen die het mogelijk maken de schappen vast te zetten tij­dens transport Om deze te verwijderen gaat u als volgt te werk
1.
Trek de schaphouders in de richting van de pijl (A)
2.
Til het schap aan de achterkant op en duw het naar voren tot het vrij komt (B)
3.
Verwijder de borgklemmen (C)
8.7 Omkeerbaarheid van de deur
NEDERLANDS 17
A
B
E
F
DC
A
WAARSCHUWING!
Voordat werkzaamheden worden uitgevoerd, moet u zich ervan verzekeren dat de stekker uit het stopcontact is getrokken.
Om de volgende handelingen uit te voeren, raden we aan dit te doen met de hulp van iemand anders die de deuren van het ap­paraat tijdens de werkzaamhe­den stevig vasthoudt.
• Verwijder het afstandsstuk (A) en ver­plaats ze naar de andere kant van het scharnier (B).
• Verwijder de deuren.
• Verwijder de linkerpen van het deksel van het middelste scharnier (C, D) en verplaats deze naar de andere kant.
• Monteer de pen van het middelste scharnier (B) in het linkergat van de onderste deur.
• Verwijder, met behulp van een ge­reedschap, het deksel (A). Schroef het onderste scharnier (B) en het afstands­stuk (C) los en monteer ze aan de an­dere kant.
B
C
• Monteer het deksel (1) op de andere
1
kant.
www.aeg.com
18
• Verwijder de pluggen aan de bovenzij­de van beide deuren en verplaats de­ze naar de andere kant
• Zet de onderste deur terug op het on­derste scharnier.
• Breng het middelste scharnier aan in
2
1
B
C
A
de linkeropening van de onderste deur.
• Schroef het onderste scharnier los en monteer het aan de andere kant.
• Bevestig de bovenste deur op het bo­venste scharnier.
• Plaats de bovenste deur weer op het middelste scharnier en kantel beide deuren enigszins.
• Schroef het middelste scharnier terug vast. Vergeet het kunststof afstands­stuk niet.
• Verwijder de afdekkingen (B). Verwij­der de afdekpennen (A).
• Schroef de handgrepen (C) los en be­vestig ze aan de tegenovergestelde zijde.
• Zet de pennen (A) terug aan de ande­re kant.
Voer een eindcontrole uit en verzeker u ervan dat:
• alle schroeven zijn aangedraaid.
• De magnetische afdichtstrip vast zit aan de kast.
• De deur goed open en dicht gaat.
Als de omgevingstemperatuur laag is (bijv. in de winter), kan het zijn dat het deurrubber niet precies op de kast past. Wacht in dat geval tot de deurrubber zich op een natuurlijke wijze zet. Als u bovenstaande handelingen liever niet zelf uitvoert, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde klantenservice. Een vakman van de klantenservice zal de draairichting van de deuren op uw kos­ten veranderen.
9. GELUIDEN
Tijdens normaal gebruik hoort u gelui­den (compressor, koelmiddelcirculatie).
SSSRRR!
HISSS!
NEDERLANDS 19
CLICK!
BRRR!
OK
CLICK!
BRRR!
CRACK!
BLUBB!
CLICK!
BRRR!
BLUBB!
BLUBB!
www.aeg.com
20
HISSS!
HISSS!
SSSRRR!
CRACK!
SSSRRR!
CRACK!
Loading...
+ 44 hidden pages