AEG RC3000EGP User Manual [nl]

207.5087.02
PowerFridge
RC3000
Gebruiksaanwijzing
0402
2
Wij danken u dat u ons apparaat heeft gekozen. Wij hopen dat u er lang plezier aan zult beleven. Hieronder willen wij u vertrouwd maken met enkele symbolen om een veilig en efficiënt gebruik van het
apparaat te verzekeren:
bron van gevaar bij onjuist gebruik
nuttige tips
informatie omtrent milieubescherming
Het koelapparaat dat u gekocht heeft, is zó ontworpen dat het kan worden aangesloten op het elektriciteitsnet, de accu van een auto of op een gasfles.
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig voor u het koelapparaat in werking stelt. Indien u het apparaat later verkoopt of weggeeft, zorg er dan voor dat de nieuwe eigenaar de gebruiksaanwijzing ontvangt.
Let op!
De vriesbox /koelbox mag - bij aansluiting op gas - alleen worden gebruikt op een goed geventileerde plaats, in een tent of op grondniveau op een licht verhoogd vlak, afgeschermd van regen en waterdruppels. Bij aansluiting op het elektriciteitsnet kan het apparaat ook binnenshuis gebruikt worden. Ook dan moet het apparaat beschermd worden tegen vocht.
Het is verboden om giftige of explosieve substanties in dit toestel op te slaan!
Let op!
Uw draagbare diepvriezer/koelkast - met gasvoeding - mag alleen worden gebruikt in een goed geventileerde ruimte, waar hij beschermd is tegen regen en spatwater.
Voor een efficiënte werking is het belangrijk dat het toestel aan de achterzijde zoveel mogelijk ventilatieruimte heeft zodat de hitte kan ontsnappen. Het heetst is het in de omgeving van de brander, en het is dus van groot belang -vooral wanneer het toestel op gas loopt - dat deze plaats niet wordt afgedekt of in contact komt met ontvlambare materialen (bijv. gras of brandbare kunststofbodemzeilen).
Met de elektrische voeding kan het toestel ook worden gebruikt in een gesloten ruimte, het moet echter nog steeds worden beschermd tegen vocht.
3
INHOUD
INHOUD
1.Uitpakken
2.Afbeelding van het apparaat
3.Schoonmaken
4.Plaatsing van het apparaat
5.Het apparaat gebruiken
5.1. Via aansluiting op het elektriciteitsnet
5.2. Via aansluiting op de accu van een auto
5.3. Via aansluiting op een gasfles
6.Montage van de wielen
7.Ijs maken
8.Nuttige tips
9.Ontdooien, schoonmaken en onderhouden
10.Electrolux Servicedienst
11.Inwerkingstelling
11.1. Aansluiting op het elektriciteitsnet
11.2. Aansluiting op de accu van een voertuig
11.3. Aansluiting op een gasfles
11.4. Artikelen die nodig zijn voor de aansluiting van de koelbox/gasfles
11.4.1. Aansluiting van een gasfles met een vast ingebouwde gasklep
11.4.2. Aansluiting van een gasfles met binnenliggende kogelterugslagklep
11.5. Aansluiting van de optionale gaskit
12. Informatie omtrent milieubescherming
13. Recycling
4
1. Uitpakken
Controleer na het verwijderen van de kartonnen verpakking of het apparaat niet beschadigd is. Indien het apparaat beschadigd werd tijdens het vervoer, moet u dit meteen melden aan uw leverancier.
2. Afbeelding van het apparaat
1. geïsoleerd chassis
2. geïsoleerd deksel
3. handvat
4. bedieningselementen
5. verdamperpaneel
6. achterplaat
7. ijsbakje
8. houder voor het ijsbakje
9. wiel
Afbeelding 1.
5
3. Schoonmaken
Maak het apparaat zowel aan de binnen- als de buitenkant schoon voor u het in gebruik neemt.
Gebruik hiervoor een zachte doek, lauw water en een niet bijtend reinigingsmiddel. Zorg ervoor dat er geen water in het rooster van de achterplaat en de bedieningselementen loopt.
Veeg daarna het apparaat af met een schone doek en helder water en wrijf het droog.
Gebruik, om schade te voorkomen, geen zeep, schurende of bijtende reinigingsmiddelen.
4. Plaatsing van het apparaat
Tijdens het vries / koelproces geeft het apparaat via de
condensor (onder het bovenste deel van de achterplaat) de onttrokken warmte af aan de omgeving. Hoe beter de ventilatie van de condensor, hoe efficiënter de koeling zal verlopen.
De andere voorwaarde voor een efficiënt gebruik: het apparaat moet op een vlak oppervlak staan. Dit kunt u het best controleren door een glas water op het apparaat te plaatsen.
Het is belangrijk dat het apparaat niet blootgesteld wordt aan directe warmtestraling (zonlicht, radiator, dicht bij een oven, enz.)
Bij het werken op gas moeten de volgende vrije afstanden in acht worden genomen: minimaal 10 cm van de achterkant van het toestel, minimaal 4 cm van beide kanten, minimaal 30 cm van de bovenkant van het toestel, minimaal 5 cm van de bodem.
Alle brandbare voorwerpen (papier, hout, gras, textiel enz.) in de onmiddellijke nabijheid van het toestel dienen op de bovenvermelde afstanden te worden gehouden.
5. Het apparaat gebruiken
De kabel voor aansluiting op het elektriciteitsnet, de 12V-verbindingskabel en het verbindingsstuk voor de gasaansluiting bevinden zich aan de rechterachterzijde van het koelapparaat, achter het deurtje (Figuur 2).
5.1 Via aansluiting op het elektriciteitsnet
Controleer of de elektrische spanning, vermeld op het typeplaatje van het apparaat, overeenstemt met de spanning van het elektriciteitsnet waarop u het apparaat wenst aan te sluiten. Open het deurtje, trek de elektriciteitskabel naar buiten en steek de stekker in een geaard stopcontact.
Indien u het apparaat voor de eerste maal gebruikt, zet dan de thermostaat op maximum; zet deze na ongeveer vijf uur terug op medium. Deze procedure is geschikt voor normaal gebruik.
Apparaten die ook een 24V-aansluiting hebben zijn op 230V niet thermostatisch regelbaar.
Afbeelding 2.
6
5.2Via aansluiting op de accu van een auto
Controleer of de elektrische spanning, zoals vermeld op het typeplaatje van het apparaat, overeenstemt met de spanning van de accu (12V of 24V).
Gelijkstroomapparaten op 12V zijn voorzien van connectoren die aangesloten kunnen worden op de sigarettenaansteker (Figuur 3). Voor bepaalde voertuigmodellen kan het nodig zijn de rode plastic ring aan het uiteinde van de connector te verwijderen. Draai hiervoor de plastic ring tegen de wijzers van de klok in en trek eraan. Het apparaat kan nu aangesloten worden op de sigarettenaansteker. Bij aansluiting met 12V werkt het apparaat ononderbroken zonder temperatuurcontrole.
Gelijkstroomapparaten op 24V worden geleverd met draden met onbeklede uiteinden. De uiteinden moeten verbonden worden met een klemmenstrook, die op zijn beurt via een zekering (5A) en een stroomschakelaar (5A) verbonden wordt met de accu. Bij aansluiting met 24V is het apparaat via de thermostaat te regelen.
Als de motor niet draait (bij werking met 12V of
24V), dient u de connector uit de aansteker te
trekken (apparaat met 12V) of de stroomschakelaar af te zetten (apparaat met 24V). Indien dit niet gebeurt, zal het werkende apparaat de accu leegmaken.
5.3Via aansluiting op een gasfles
De aansluiting op de gasfles wordt beschreven in de paragrafen 11.3. tot 11.5.
Open de klep van de gasfles en duw dan de veiligheidsknop naar beneden (Afbeelding 4), zet deze op het symbool met de grote vlam, en houd hem ongeveer 20 seconden ingedrukt zodat eventueel aanwezige lucht in de leidingen kan ontsnappen. Laat de gasknop gedurende 10 seconden los zodat het teveel aan gas weg kan stromen. Druk vervolgens de gasknop weer en en druk enkele malen na elkaar op de piëzo-ontstekingsknop (aangeduid met een ster).
De ontsteking kan gecontroleerd worden via het vlammenkijkgaatje (Afbeelding 5).
6. Montage van de wielen
De wielenset, die u binnenin het apparaat vindt, bestaat uit de volgende onderdelen:
2 wielen 1 as 1 bevestigingsschroef voor de as 1 handvat 1 klem voor het handvat 2 schroeven voor het handvat
Afbeelding 3
Afbeelding 4
Afbeelding 5
7
Bevestig eerst de twee wielen op de as. Druk hiervoor de veer in die zich op het wiel bevindt (Afbeelding 6); laat de veer los terwijl u het wiel op de as drukt. U kunt voelen wanneer de veer in de juiste positie springt. Het wiel kan nu niet meer van de as worden genomen.
Bevestig, nadat u de wielen heeft gemonteerd, de as aan de onderkant van de behuizing. Zet hiervoor het (lege) apparaat ondersteboven en maak de as vast met de bevestigingsschroef (Afbeelding 7).
Om het handvat te bevestigen, zet u het (lege) apparaat op zijn rechter zijkant. Plaats het handvat onder de klem voor het handvat, zodat het gladde oppervlak zich aan de buitenzijde bevindt. Schroef de klem voor het handvat met behulp van beide schroeven vast op het chassis (Afbeelding 8).
Klik het handvat in de gleuf van de klem en vouw het naar beneden naast het chassis. Bij werking van het apparaat dient het handvat in deze positie als voet.
Indien u het apparaat op de wielen wilt voorttrekken, moet u ervoor zorgen dat het niet op een krachtbron is aangesloten. Trek vervolgens het handvat naar boven en verplaats het apparaat.
Als u het apparaat in een voertuig wilt plaatsen, moeten de wielen en het handvat (indien nodig voor een betere benutting van de ruimte) in de omgekeerde volgorde verwijderd worden. Hiervoor moet het apparaat leeg zijn.
Afbeelding 6
Afbeelding 7
Afbeelding 8
8
7. Ijs maken
Met de houder voor het ijsbakje en de accessoires voor het ijsbakje die bij het apparaat geleverd worden, kunnen ijsblokjes worden gemaakt. Schuif hiervoor eerst het paneel voor de houder voor het ijsbakje in de gleuf van de plastic houder. Zorg ervoor dat het geperforeerde deel van het paneel in de gleuf schuift (Afbeelding 9).
Vul het ijsbakje vervolgens met water (tot ongeveer 4 mm onder de rand) en plaats het deksel erop.
Plaats het ijsbakje op het paneel voor de houder voor het ijsbakje, zodat de buitenste rand zich onder de rand van het plastic deksel bevindt (Afbeelding 10). Zo kan het ijsbakje niet uit de houder vallen wanneer het apparaat in beweging is.
Het plastic deksel van de houder voor het ijsbakje is niet volledig waterdicht, waardoor waterdruppels uit de houder voor het ijsbakje kunnen komen. Dit is niet abnormaal en veroorzaakt geen problemen.
Afbeelding 9
8. Nuttige tips
Laat het apparaat, wanneer u op reis vertrekt, gedurende 24 uur ingeschakeld op 230V. Plaats alleen vooraf gekoeld voedsel in het apparaat.
Beslis vooraf of u ijs nodig heeft en installeer de houder voor het ijsbakje of verwijder deze voor u het koelapparaat inschakelt. (Later kan dit vanwege de ijsvorming een probleem vormen).
Wanneer het apparaat in werking is, wordt op het verdamperpaneel ijs gevormd. Wanneer u het deksel opent of wanneer voedsel in het apparaat wordt geplaatst, smelt dit ijs gedeeltelijk en vormt zich water op de bodem van het apparaat. Veeg het water af en toe weg met een spons.
Plaats liever geen voedsel met een breekbare verpakking (zoals glas) in het koelapparaat, wanneer u het apparaat op zijn wielen wilt verplaatsen. Door de beweging en het schudden van het apparaat kan deze verpakking breken.
Zorg ervoor dat het koelapparaat bij het afdalen van een helling niet op uw voeten rolt. Loop op steile hellingen achter het apparaat zodat de wielen zich vooraan bevinden.
Zorg ervoor dat, als het koelapparaat zich op een vaste plaats bevindt, het voedsel niet in contact komt met het verdamperpaneel, aangezien dit vriesbrand kan veroorzaken.
9. Ontdooien, schoonmaken en onderhouden
Trek vóór het ontdooien de stekker van het apparaat steeds uit het stopcontact om elektrische schokken te voorkomen. Zorg ervoor dat er geen andere energiebron is aangesloten (gas of 12V / 24V). Maak het koelapparaat leeg en laat het deksel openstaan. Afhankelijk van de temperatuur, smelt het ijs van het verdamperpaneel in korte tijd en vormt zich water op de bodem van het koelapparaat. Veeg dit weg met behulp van een spons. Maak daarna het apparaat schoon volgens de instructies in paragraaf 3. Laat het deksel open zodat er geen nare luchtjes ontstaan. Het apparaat behoeft geen verder onderhoud.
Afbeelding 10
9
10. Electrolux Servicedienst
Gelieve het volgende te controleren alvorens contact op te nemen met de Electrolux Servicedienst:
Zijn de standplaats en ventilatie optimaal ? Staat het apparaat waterpas ? Staat er spanning op het stopcontact en is de
aansluiting geschikt voor het apparaat ? Is de elektriciteitskabel beschadigd ? Voor werking op elektriciteit, is de elektrische
thermostaat ingeschakeld? Voor werking op gas, werd de veiligheidsknop
lang genoeg ingedrukt ? Is de veiligheidsknop naar het symbool met de
grote vlam gekeerd ? Staat de gasfles of het drukreduceerventiel open ? Is de gasfles gevuld ? (De fles is leeg als u bij
schudden geen bewegende vloeistof waarneemt.)
Zijn er per toeval twee verschillende energiebronnen aangesloten (bijvoorbeeld gas of elektriciteit) ?
Werd er warm voedsel in het apparaat gezet ? Werden grote hoeveelheden voedsel in een keer
in het apparaat gezet ?
Als het apparaat na deze controle nog steeds niet of niet goed functioneert, neem dan contact op met de Electrolux Servicedienst. Wanneer u melding maakt van het probleem, vermeld dan ook de aard van het probleem, het type apparaat, en het product- en serienummer op het typeplaatje.
Wij komen de garantievoorwaarden voor het apparaat na.
11. Inwerkingstelling
U mag het apparaat slechts op één energiebron
aansluiten. Wanneer u het op verscheidene energiebronnen tegelijk aansluit zal het apparaat niet werken.
Technische gegevens:
11.1 Aansluiting op het elektriciteitsnet
Zorg ervoor dat er geen andere energiebron is aangesloten (gas, 12V/24V).
Het apparaat kan slechts werken met nominale netspanning zoals aangegeven op het typeplaatje. De stekker van het apparaat kan aangesloten worden op een volgens de wettelijke voorschriften geaard stopcontact. (In het buitenland kan omwille van andere soorten stopcontacten, een adapter noodzakelijk zijn.)
11.2 A
Zorg ervoor dat er geen andere energiebron is aangesloten (gas, 230V).
Apparaten op 12V moeten op een aansteker aangesloten worden die uitgerust is met een zekering van 10A.
Apparaten op 24V moeten aangesloten worden via een klemmenstrook en een stroomschakelaar en moeten beveiligd zijn met een zekering van 5A. De stroomschakelaar moet geschikt zijn voor het omzetten van een stroom van 5A.
11.3Aansluiting op een gasfles
Zorg ervoor dat er geen andere energiebron is aangesloten (230V, 12V/24V).
Het apparaat mag niet op stads- of aardgas worden aangesloten. Het is uitsluitend geschikt voor propaan-/butaangas-toepassing.
Op het typeplaatje (zie achterwand van het apparaat) is de voorgeschreven gasaansluitdruk in mbar vermeld. Er dient een dienovereenkomstige drukregelaar te worden gebruikt.
HET APPARAAT MAG MET GEEN ANDERE DAN DE OP HET TYPEPLAATJE VERMELDE DRUK WORDEN GEBRUIKT.
Model Type Bruto inhoud Spanning Vermogen Energieverbruik Accu Vermogen Energieverbruik Gasdruk Gasclassificatie Straalomvang Klimaatklasse Koelmiddel
RC 3000 JCB 4 35 liter 220 - 240V (wisselstroom) 80W
1.4kWh/24h 12V (gelijkstroom) 80W 160Ah/24h 28-30 mbar I3 B/P 19 N 270g NH
3
Absorptie
10
11.4 Artikelen die nodig zijn voor de
aansluiting van de koelbox/gasfles
Gasfles a) Camping-propaangasfles met vast
ingebouwde gasklep, inhoud 5 kg of 11 kg. Kleur: grijs. Flessen met een andere kleur tot 14 kg inhoud moeten volgens hetzelfde systeem worden aangesloten.
b) Gasflessen met een binnenliggende
ogelterugslagklep tot 3 kg inhoud.
Vast ingestelde, goedgekeurde drukregelaar, geschikt voor de gebruikte gasfles (zie aansluiting van de gasfles).
Goedgekeurde slangleiding van de juiste lengte, die geschikt is voor een knikvrije montage.
Beksleutel met bekwijdte 17 en een sleutel met de juiste wijdte voor de drukregelaar.
Lekzoekmiddel (lekzoekspray of een schuimvormend middel).
11.4.1. Aansluiting van een gasfles
met een vast ingebouwde gasklep (
Afbeelding 11)
Controleer of de dichting aan het verbindingsstuk van de gasflesklep aanwezig en onbeschadigd
is. Gebruik geen extra dichtingen. De gasklep van de fles moet tijdens de gehele installatie gesloten blijven.
Laat een kleine hoeveelheid gas ontsnappen om eventueel aanwezig vuil uit de gasflesklep te verwijderen.
Schroef de kartelmoer van de drukregelaar zonder gereedschap handmatig linksom vast en sluitend op het aansluitstuk van de gasflesklep.
Schroef de kartelmoer van de slangleiding linksom op het afvoerstuk van de drukregelaar. Voor het sluitend vastdraaien van de kartelmoer moet u een beksleutel met 17 mm bekwijdte gebruiken. Om te voorkomen dat er een niet toegestane krachtoverbrenging op het aansluitstuk van de fles ontstaat, moet met een tweede beksleutel (delete aan) de drukregelaar worden tegengehouden. Deze sleutelwijdte is afhankelijk van de uitvoering van de drukregelaar.
Sluit het tweede uiteinde van de slangleiding aan op het aansluitstuk B van de box en borg deze met een slangklem.
Open de gasklep en controleer de dichtheid van alle verbindingen met een lekzoekspray. Wanneer op de verbindingspunten geen blaasjes ontstaan, zijn deze goed dicht.
EEN DICHTHEIDSCONTROLE MET OPEN VLAM IS NIET TOEGESTAAN!
NIET ROKEN!
EXPLOSIE- EN VERBRANDINGSGEVAAR!
Afbeelding 11
11
11.4.2. Aansluiting van een gasfles
met binnenliggende kogelterugslagklep (
Afbeelding 12)
Controleer of in de gasflesaansluiting en in het schroefstuk van de drukregelaar de dichtingen aanwezig en onbeschadigd zijn. Gebruik geen extra dichtingen.
Sluit de klep van de drukregelaar en houd deze gedurende de gehele installatie gesloten.
Schroef zonder gereedschap handmatig de drukregelaar vast en sluitend rechtsom in de schroefdraad van de fles.
Schroef de kartelmoer van de slangleiding linksom op het afvoerstuk van de drukregelaar. Voor het sluitend vastdraaien van de kartelmoer moet u een beksleutel met 17 mm bekwijdte gebruiken. Om te voorkomen dat er een niet toegestane krachtoverbrenging op het aansluitstuk van de fles ontstaat, moet met een tweede beksleutel (delete aan) de drukregelaar worden tegengehouden. Deze sleutelwijdte is afhankelijk van de uitvoering van de drukregelaar.
Sluit het tweede uiteinde van de slangleiding aan op het aansluitstuk B van de box en borg deze met een slangklem.
Open de gasklep en controleer de dichtheid van alle verbindingen met een lekzoekspray. Wanneer op de verbindingspunten geen blaasjes ontstaan, zijn deze goed dicht.
Vóór de vervanging van een gasfles en/of demontage van een slangleiding moet altijd eerst de klep van de gasfles of van de drukregelaar worden gesloten. Vervang poreuze of beschadigde slangleidingen door nieuwe.
11.5. Aansluiting van de optionale gaskit
Als optie is een Mobilcool Gas Kit leverbaar. Neem hiervoor contact op met uw dealer. De gebruiksinstructies worden bij de gaskit geleverd
12. Informatie omtrent milieubescherming
Het apparaat bevat geen CFK's. Ammoniakgas (natuurlijke waterstof en
stikstofverbinding) wordt gebruikt als koelmiddel in het koelapparaat.
Het ozonvriendelijke cyclopentaan dient als agens voor de polyurethaan schuimisolatie.
13. Recycling
Nadat u het apparaat heeft uitgepakt, brengt u het verpakkingsmateriaal bij voorkeur naar een plaatselijk inzamelpunt. Na de nuttige levensduur, moet het apparaat afgeleverd worden bij een gemeentelijk inzameldepot of bij een gespecialiseerd inzamel- en recyclingbedrijf, dat de nog bruikbare materialen terugwint. De rest wordt volledig vernietigd.
EEN DICHTHEIDSCONTROLE MET OPEN VLAM IS NIET TOEGESTAAN!
NIET ROKEN! EXPLOSIE- EN VERBRANDINGSGEVAAR!
Afbeelding 12
Loading...