Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en bewaar de gebruiksaanwijzing zodat deze later kan worden geraadpleegd.
Geef deze gebruiksaanwijzing door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
De volgende symbolen worden in de tekst gebruikt:
1Veiligheidsvoorschriften
Waarschuwing! Aanwijzingen ten behoeve van uw persoonlijke veiligheid.
Let op! Aanwijzingen om beschadiging van het apparaat te voorkomen.
Dit apparaat is in overeenstemming met de volgende EG-richtlijnen:
5
– 73/23/EEG van 19.02.1973 Laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EEG van 03.05.1989 EMC-richtlijn inclusief aangepaste richt-
lijn 92/31/EEG
– 93/68/EEG van 22.07.93 CE-markeringsrichtlijn
Elektrische veiligheid
• Het apparaat mag uitsluitend door een erkend installateur worden
aangesloten.
• In geval van storingen of beschadiging van het apparaat: zekeringen
in de huisinstallatie uitschakelen.
• Als de deursluiter en de deursluitingsoppervlakken beschadigd zijn,
mag het apparaat tot de inbedrijfstelling niet in werking worden gesteld.
• Reparaties aan het apparaat mogen uitsluitend door vakmensen
worden uitgevoerd. Door onvakkundig uitgevoerde reparaties kunnen
grote gevaren ontstaan. Wend u bij reparaties altijd tot onze serviceafdeling of uw vakhandel.
Kinderbeveiliging
• Houd kleine kinderen altijd uit de buurt van het apparaat. Zorg dat
kinderen niet met het apparaat spelen.
• In het algemeen babyvoeding in glas of fles altijd zonder deksel of afsluiting verwarmen. Opdat de warmte gelijkmatig wordt verdeeld
dient de voeding na het opwarmen goed doorgeroerd of geschud te
worden. Voordat u het kind de babyvoedig geeft, is het van groot
belang dat eerst de temperatuur van de voeding wordt gecontroleerd.
• In de functie Grillen (alleen of in combinatie met magnetron) wordt
het venster heet. Houd kleine kinderen daarom altijd uit de buurt van
de deur van het apparaat.
5
Veiligheid tijdens het gebruik
• Dit apparaat mag alleen in het huishouden voor koken, braden, bakken van levensmiddelen worden gebruikt.
• Wees voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten op
stopcontacten in de buurt van het apparaat. Snoeren mogen niet in
aanraking komen of onder de hete ovendeur ingeklemd raken.
• Waarschuwing: Verbrandingsgevaar! Bij gebruik wordt de oven-
ruimte heet.
• Als u alcoholische ingrediënten in de oven gebruikt, kan evt. een licht
ontvlambaar alcohol-luchtmengsel ontstaan. Open de deur in dat geval voorzichtig. Kom niet met vuur of vonken in de buurt van de
oven.
3Aanwijzing met betrekking tot acrylamide
Volgens de laatste wetenschappelijke inzichten kan een intensieve bruining van levensmiddelen, met name bij zetmeelhoudende producten,
een gevaar voor de gezondheid door acrylamide veroorzaken. Om die
reden adviseren wij levensmiddelen zoveel mogelijk bij lage temperaturen te bereiden en de gerechten niet te veel te bruinen.
6
Magnetron
• Schakel het apparaat alleen met gerechten in de gaarruimte in. Zonder gerechten kan het apparaat overbelasten.
• Gebruik alleen voor de magnetron geschikt servies (zie hoofdstuk
Gebruik, tabellen en tips: geschikt servies en materiaal).
• Om het apparaat tegen corrosie in de gaarruimte of de deur van het
apparaat door uittredende waterdampen of stoom (condenswater) te
beschermen, het geheel na elk gebruik grondig droogwrijven.
• Laat het apparaat niet onbeheerd staan als voedingsmiddelen in
wegwerpverpakkingen van kunststof, papier of andere brandbare
materialen verwarmd of gegaard worden.
• Houd bij rookvorming het apparaat gesloten. Het apparaat uitschakelen en de aansluiting op de voeding verbreken. Het apparaat nooit
gebruiken als het niet meer probleemloos functioneert.
• Plaats bij het verwarmen van
vloeistoffen altijd een theelepeltje
of een glazen staafje in de houder
, om kookvertragingen te voorkomen. Bij kookvertragingen
wordt de kooktemperatuur bereikt
zonder dat de kenmerkende
stoombelletjes vormen. Al bij het
gering schudden van de houder
kan de vloeistof dan plotseling
heftig overkoken of springen/barsten. Gevaar voor verbranding!
• Prik voordat het gaarproces start,
meerdere keren met een vork in
voedingsmiddelen met een “schil“
of “schaal“, zoals aardappelen, tomaten, worstjes, zodat het product niet barst.
Controleer of bij het garen/
verwarmen van gerechten een minimale temperatuur van 70°C wordt
bereikt. Let hierbij a.u.b. op de indicaties voor vermogen en tijd in de
tabel. Voor het meten van de temperatuur van gerechten nooit een
kwikthermometer of thermometer
met vloeistof gebruiken.
7
• Gerechten die met de magnetron zijn verwarmd geven warmte aan
het servies af. Gebruik pannenlappen of iets dergelijks!
• Kook gerechten niet te lang door een te hoog vermogen of een te
lange tijd in te stellen. De gerechten kunnen dan op een bepaalde
plaats uitdrogen, verbranden of ontbranden.
• De gaarruimte, het verhittingsgedeelte van de gril en de accessoires
worden tijdens de werking heet. Let hier a.u.b. op en gebruik daarom
pannenlappen of iets dergelijks.
Gevaar voor verbranding!
• Materialen van metaal dienen ten minste 2 cm van de wand en deur
van de gaarruimte verwijderd te zijn. Anders kan er vonkoverslag ontstaan en kan het apparaat beschadigen.
• Indien niet anders geadviseerd, geen aluminiumfolie gebruiken.
• Niets tussen de deur en het venster van de deur klemmen.
• Houd de deursluiter, deursluitoppervlakken en de binnenruimte altijd
schoon. Het uitblijven van het reinigen van het apparaat kan tot
gevaarlijke situaties leiden.
• Bewaar geen brandbaar materiaal in de oven. Bij het inschakelen van
de oven kan dit ontbranden.
3Informatie emaillaag
Kleurveranderingen van de emaillaag van de oven als gevolg van het
gebruik zijn niet van invloed op de deugdelijkheid van het apparaat
voor regulier of contractueel gebruik. Dit zijn derhalve geen gebreken
in de zin van het recht op garantie.
8
Gebruik het apparaat niet...
• voor het garen van ongepelde eieren (bij spiegeleieren eerst het
eigeel breken) en wijngaardslakken, omdat deze anders
knappen,
• voor het verwarmen van grotere
hoeveelheden spijsolie (fondue,
frituren) en voor dranken met een
hoog alcoholpercentage. Zelfont-
branding! Explosiegevaar!
• voor het verwarmen van goed afgesloten houders, bijv. conserven,
flessen, glas met schroefsluiting,
• voor het drogen van dieren, textiel, papier,
• voor servies van porselein, keramiek of accenten, die kleine gaatjes hebben, bijv. bij de greep of
een bodem zonder beschermlaag.
Vocht dat door gaatjes heendringt
kan tijdens het verwarmen het
servies laten barsten.
9
Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal
2
De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv.
>PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpakkingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke inzamelplaatsen in de
daarvoor bestemde containers.
2Oud apparaat verwijderen
Het symbool
product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de
correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en
milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval
van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
W op het product of op de verpakking wijst erop dat dit
1Waarschuwing: Opdat er geen gevaar meer kan ontstaan, moeten af-
gedankt apparaten voor het weggooien onbruikbaar worden gemaakt.
Stekker uit het stopcontact trekken en aansluitsnoer van het apparaat verwijderen.
10
Beschrijving van het apparaat
Totaalaanzicht
Bedieningspaneel
Deurgreep
Glazen deur
Bedieningspaneel
Oven - indicaties
Functietoetsen
Oven
11
Uitrusting oven
Grillverwarmingselementen
Inzetniveaus
Accessoires oven
Rooster
Voor servies, bakvormen, braden en
braden en grillen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes
(niet geschikt voor gebruik in de
magnetron)
• De gekozen functie altijd door middel van het indrukken van de
toets Start activeren. Wordt de gekozen functie niet binnen
30 seconden gestart, dan schakelt het apparaat automatisch uit.
• Wanneer de gekozen functie wordt gestart, gaat de oven opwarmen
of begint de ingestelde tijd te lopen.
• Als tijdens de werking de ovendeur wordt geopend, stopt de functie.
Doorgaan met de werking na het sluiten van de deur met de
toets Start. Wordt de toets Start niet binnen 30 seconden gestart, dan schakelt het apparaat automatisch uit.
• De ovenverlichting wordt ingeschakeld zodra een functie wordt
gestart of de ovendeur wordt geopend. Bij geopende deur en
uitgeschakelde oven gaat de verlichting na 10 minuten uit.
• Werking met de toets Stopaanhouden, doorgaan met de toets
Start . Het apparaat door het herhaald indrukken van de toets
Stop uitschakelen.
Tijdfuncties
Werkingsduur
Toets Stop/
Reset
Klokfuncties
15
Een ovenfunctie kiezen
1. De toets of net zo vaak in-
drukken totdat de gewenste
ovenfunctie verschijnt.
• In de temperatuurindicatie verschijnt een voorstel voor de temperatuur.
2. Toets Start indrukken, om de in-
gestelde functie te starten.
Oventemperatuur wijzigen
Met de toets of de temperatuur hoger of lager instellen.
De instelling verloopt in stappen
van 5 °C.
Symbool thermometer
• Het langzaam oplopende symbool thermometer geeft aan in hoe-
verre de oven al is opgewarmd.
• De drie na elkaar knipperende delen van het symbool thermometer
geven aan dat de functie snel opwarmen is geactiveerd.
Oven uitschakelen
Voor het uitschakelen van de oven,
de toets Stop herhaald indrukken, tot de dagtijd en evt. de restwarmte worden aangegeven.
3Koelventilator
Zodra de oven in gebruik wordt genomen wordt de ventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Nadat de oven is uitgeschakeld blijft de ventilator nog verder
lopen om het apparaat af te koelen en wordt dan automatisch uitgeschakeld.
16
Snelverwarmen
Na het selecteren van een ovenfunctie kan met behulp van de extrafunctie Snelverwarmen de lege oven in relatief korte tijd worden
voorverwarmd.
1Let op: Te garen producten a.u.b. eerst in de ovenplaatsen, als Snelver-
warmen beëindigd is en de oven in de gewenste functie werkt.
1. Gewenste ovenfunctie instellen (bijv. Multi Hetelucht) en starten. Evt.
temperatuurvoorstel wijzigen.
2. Toets Snelverwarmen indrukken. Het symbool brandt.
De achtereenvolgend knipperende balken geven aan dat Snelverwar-
men inwerking is.
Bij het bereiken van de ingestelde temperatuur branden de balken van
de temperatuurindicatie. Er klinkt een zoemer. Het symbool gaat uit.
De oven verwarmt nu in de vooringestelde ovenfunctie en temperatuur
verder. U kunt de te garen producten nu in de oven plaatsen.
17
Ovenfuncties
Voor de oven zijn de volgende functies beschikbaar:
OvenfunctieToepassing
Multi HeteluchtVoor het bakken op maximaal
drie niveaus tegelijk.
InfrathermVoor het braden van grotere stuk-
ken vlees of gevogelte op één niveau. Deze functie is ook geschikt
voor gratineren en kort bakken.
GrillVoor het grillen van vlakke le-
Ontdooien/Drogen
vensmiddelen en om te roosteren.
Voor het onrdooien en drogen
van kruiden fruit of groenten
Verwarmingsele-
ment/ventilator
Verwarmingselement achterwand,
ventilator
Grill, ventilator
Grill
Verwarmingselemen
t-achterwand, ven-
.
tilator
Magnetron
Tijdens de werking van de magnetron wordt de warmte direct in het
voedingsmiddel opgebouwd. Voor het verwarmen van kant-en-klaargerechten en dranken, voor het ontdooien van vlees of fruit evenals voor
het garen van groenten en vis.
Combifunctie
Aan de wijze van verwarming van de ovenfunctie(s) kan de functie
Magnetron worden toegevoegd. De gerechten worden in de kortst
mogelijke tijd gegaard en tegelijkertijd gebruind.
18
MagnetronSnelstart
Het snel starten van het magnetronvermogen bij een uitgeschakeld apparaat, door het indrukken van de toets Start.
Inschakelduur van 30 seconden tot 7 minuten. Elke druk op de toets
voegt 30 sec. aan de aangegeven bedrijfstijd toe.
Magnetron
1. Schakel het apparaat zo nodig uit met de toets Stop.
2. Door het herhaald indrukken van de
toets Magnetron het gewenste
vermogen instellen.
• De instelmogelijkheid volgt in
stappen van 100tussen 1000 Watt
tot 100 Watt.
• Door het herhaald indrukken van
de toets Magnetron begint de
indicatie van het vermogen weer
bij 1000 Watt.
3. Met de toets of de gewenste
duur instellen. Het symbool voor
Duur knippert.
• De gaartijden kunnen als volgt worden ingesteld:
– van 0 tot 2 min. in stappen van 5 seconden,
– van 2 tot 5 min. in stappen van 10 seconden,
– van 5 tot 10 min. in stappen van 20 seconden,
– van 10 tot 20 min. in stappen van 30 seconden,
– vanaf 20 min. in stappen van 1 minuut.
• De maximaal instelbare bedrijfsduur bedraagt:
– bij 700 Watt tot 1000 Watt
0 tot 7 min. 40 sec.,
– bij 100 Watt tot 600 Watt 0 tot 59 min.
19
4. Met het indrukken van de
toets Start begint de ingestelde
tijd af te lopen. Het symbool voor
Duur brandt.
• Als de tijd afloopt, kan het vermo-
gen met de toets Magnetron
worden veranderd.
• Als de tijd afloopt, kan de duur
met de toets en worden
verhoogd of met de toets worden verlaagd.
Na het verstrijken van de tijd klinkt
er een zoemer gedurende
2 minuten. De magnetron wordt
uitgeschakeld. Het symbool voor
Duur knippert en de indicatie
van de dagtijd verschijnt.
Zoemer uitschakelen:
door op een willekeurige toets te drukken.
20
Combifunctie
Een overzicht van gerechten treft u in het hoofdstuk Toepassingen, tabellen en tips aan: Combi-functie.
1. Schakel het apparaat zo nodig uit met de toets Stop.
2. De toets of net zo vaak in-
drukken totdat de gewenste
ovenfunctie verschijnt.
3. Met de toets of de gewenste
temperatuur instellen.
4. Door het herhaald indrukken van de
toets Magnetron het gewenste
magnetronvermogen instellen (max.
600 Watt).
5. Met de toets of de gewenste
duur instellen. Het symbool voor
Duur knippert.
• De gaartijden kunnen als volgt worden ingesteld:
– van 0 tot 2 min. in stappen van 5 seconden,
– van 2 tot 0 min. in stappen van 10 seconden,
– van 5 tot 10 min. in stappen van 20 seconden,
– van 10 tot 20 min. in stappen van 30 seconden,
– vanaf 20 min. in stappen van 1 minuut.
De maximaal instelbare bedrijfsduur bedraagt 59 min.
21
6. Met het indrukken van de
toets Start begint de ingestelde
tijd af te lopen. Oven en magnetron
zijn in werking. Het symbool voor
Duur brandt.
• Als de tijd afloopt, kan het vermo-
gen met de toets Magnetron
worden veranderd.
• Als de tijd afloopt, kan de duur
met de toets en worden
verhoogd of met de toets worden verlaagd.
Na het verstrijken van de tijd klinkt
er een zoemer gedurende
2 minuten. Apparaat wordt uitgeschakeld. Het symbool voor
Duur knippert en de indicatie
van de dagtijd verschijnt.
Zoemer uitschakelen:
door op een willekeurige toets te
drukken.
22
Magnetron Snelstart
1. Schakel het apparaat zo nodig uit met de toets Stop.
2. Toets Start zo vaak indrukken,
tot de gewenste werkingsduur verschijnt. Het apparaat schakelt automatisch met het maximale
magnetronvermogen in.
• Elke druk op de toets voegt
30 sec. aan de aangegeven duur
toe. Maximaal 7 min. bij een
maximaal magnetronvermogen.
• Als de tijd afloopt, kan de duur
met de toets en worden
verhoogd of met de toets worden verlaagd.
• Door het herhaald indrukken van de toets Magnetron kan het
magnetronvermogen worden gewijzigd.
• Door het een keer indrukken van de toets Stop kan de werking
worden onderbroken. Doorgaan met de werking door het indrukken
van de toets Start.
Door de toetstwee keer in te drukken, Stop schakelt het apparaat
uit.
Na het verstrijken van de tijd klinkt
er een zoemer gedurende
2 minuten. Apparaat wordt uitgeschakeld. Het symbool voor
Duur knippert en de indicatie
van de dagtijd verschijnt.
Zoemer uitschakelen:
druk op een willekeurige toets.
23
Opmerkingen voor het instellen van het vermogen
Het overzicht geeft aan bij welke instelling van het vermogen bepaalde
processen kunnen worden doorgevoerd. De opgegeven tijden zijn
richtwaarden.
Magnetron - VermogenGeschikt voor
1000 Watt
900 Watt
800 Watt
700 Watt
600 Watt
500 Watt
400 Watt
300 Watt
200 Watt
100 Watt
- Verwarmen van vloeistoffen
- Aankoken bij het begin van een gaarproces
- Garen van groenten
- Garen van voedingsmiddelen
- Smelten van gelatine en boter
- Ontdooien en verwarmen van diepvriesgerechten
- Verwarmen van diverse gerechten
- Volledig garen van eenpansgerechten
- Garen van gerechten met ei
- Verder garen van gerechten
- Garen van kwetsbare levensmiddelen
- Verwarmen van babyvoeding
- Nakoken van rijst
- Verwarmen van kwetsbare gerechten
- Smelten van kaas
- Ontdooien van vlees, vis, brood
- Ontdooien van kaas, room, boter
- Ontdooien van fruit en taart (slagroomtaarten)
- Gistdeeg laten rijzen
- Licht verwarmen van koude gerechten en dranken
24
Rooster en baakplaat plaatsen
3Uittrek- en kantelbeveiliging
Ter beveiliging tegen het uittrekken, hebben alle inschuifdelen aan de
linker kant een kleine bolling naar onderen.
Schuif de inschuifdelen er zo in dat de bolling in het bakgedeelte zich
achterin bevindt. Deze bolling is ook belangrijk voor de kantelbeveiliging van de inschuifdelen.
Plaats de bakplaat:
Schuif de bakplaat tussen de geleidestangen van het gekozen niveau.
Rooster plaatsen:
Plaats het rooster zodanig, dat de
beide voetjes naar onder wijzen.
Schuif het rooster tussen de geleidestangen van het gekozen niveau.
3Door de verhoogde lijst die om het
rooster loopt, is het vaatwerk bovendien beschermd tegen afglijden.
25
Extra functies
Magnetronprogramma’s
3Gebruik voor deze functie de genoemde programma’s (zie hoofdstuk
Toepassingen, tabellen en tips: Programma’s).
Programma kiezen
1. Het apparaat zo nodig met de toets Stop uitschakelen.
2. Toets Bak- en braadprogramma
indrukken, dan de toets of zo
vaak indrukken tot in de indicatie
het gewenste programma (P 1 t/m
P12) verschijnt.
• In de indicatie wordt het voorge-
programmeerde gewicht “gr”
aangegeven. Het symbool voor
Duur knippert. Gewicht =
Duur
3. Door het indrukken van de toets
of kan de indicatie van het gewicht van het voedingsmiddel worden aangepast, minimaal 100 g,
maximaal 1500 g (P 5 tot P10 maximaal 1000 g).
• Door het invoeren van het ge-
wicht wordt de duur van de werking van de magnetron
automatisch geregeld.
• Vervolgens altijd het lagere ge-
wicht invoeren, bijv. brood weegt
460 g: Instellen van het gewicht op 400 g.
26
4. Met het indrukken van de
toets Start begint de ingestelde
tijd af te lopen. Het symbool voor
Duur en “min.” brandt.
• Na het verstrijken van de tijd
klinkt er een zoemer gedurende
2 minuten. De magnetron wordt
uitgeschakeld. Het symbool voor
Duur knippert.
3Bij een aantal programma’s wordt
na afloop van de tijd een
warmhoud-functie gestart. Er klinkt
een signaal en in de indicatie brandt
“HH”.
Na afloop van de warmhoudfunctie klinkt gedurende 2 minuten
een signaal. De magnetron wordt
uitgeschakeld. Het symbool voor
Duur knippert en de indicatie
van de dagtijd verschijnt.
Zoemer uitschakelen:
door op een willekeurige toets te drukken.
27
Geheugenfunctie
Met de geheugenfunctie kan eeninstelling, die vaak wordt gebruikt,
worden opgeslagen.
1. Ovenfunctie, temperatuur en eventueel de klok-functies Duur en/of
Einde instellen
of
magnetronfunctie en Duur instellen.
2. Houd de toetsen Bak- en
braadprogramma gedurende
ca. 2 seconden ingedrukt totdat er
een zoemer klinkt. De instelling is
opgeslagen.
3. Doorgaan met de toets Start of
het apparaat uitschakelen met de
toets Stop.
3Om een andere instelling op te
slaan, nogmaals de toets Bak- en
braadprogramma gedurende
ca. 2 seconden indrukken. De eerder opgeslagen instelling wordt door
deze instelling vervangen.
Het starten van de geheugenfunctie
1. Schakel het apparaat zo nodig uit
met de toets Stop.
2. Met de toets Bak- en
braadprogramma de opgeslagen
instelling oproepen.
3. Toets Start indrukken.
28
Klokfuncties
Tijdindicaties
Klokfuncties
Dagtijd
Duur/Einde/Bedrijfstijd
Klokfuncties
Insteltoetsen
Kookwekker
Voor het instellen van de kookwekker. Na afloop klinkt een signaal.
Deze functie heeft geen invloed op de werking van de magnetron en
oven.
Duur magnetron min.
Voor het instellen hoe lang de magnetron in werking dient te zijn.
Duur
Om in te stellen hoe lang de oven ingeschakeld moet zijn.
Einde
Om in te stellen wanneer de oven weer moet worden uitgeschakeld.
Dagtijd
Met deze functie kunt u de dagtijd instellen, veranderen of opvragen
(zie ook het hoofdstuk „Voor het in gebruik nemen“).
29
3Algemene aanwijzingen
• Na het kiezen van een klokfunctie knippert het bijbehorende symbool
ca. 5 seconden. Gedurende deze tijd kan met de toets of de
gewenste tijd worden ingesteld of veranderd.
• Na het instellen van de gewenste tijd knippert het symbool nogmaals
gedurende ca. 5 seconden. Daarna gaat het symbool branden. De ingestelde Kookwekker begint te lopen.
• De ingestelde tijd voor Duur en Einde begint na het starten
van de gekozen functie te lopen.
30
Kookwekker
1. Toets Klokfunctieszo vaak in-
drukken, tot het symbool voor
Kookwekker knippert.
2. Stel met de toetsofdegewenste kookwekker in
(max. 99.00 minuten).
Na ca. 5 seconden geeft de indicatie
de resterende tijd aan.
Het symbool voor Kookwekker
brandt.
Na het verstrijken van de ingestelde
tijd klinkt er gedurende 2 minuten
een zoemer.
“0.00“ brandt en het symbool voor
Kookwekker knippert.
Zoemer uitschakelen:
Druk op een willekeurige toets.
31
Duur magnetron min.
1. Magnetronfunctie kiezen en door
het herhaald indrukken van de
toets Magnetron het vermogen
instellen.
2. Met de toets of de gewenste
gaartijd instellen. Het symbool voor
Duur knippert.
3. Met het indrukken van de
toets Start begint de ingestelde
tijd af te lopen. Het symbool voor
Duur brandt.
3Door het herhaald indrukken van de
toets Klokfuncties kan het magnetronvermogen worden
opgevraagd.
Als de tijd afloopt, kan de duur met
de toets en worden verhoogd of met de toets worden verlaagd.
Na het verstrijken van de tijd klinkt
er een zoemer gedurende
2 minuten. De magnetron wordt
uitgeschakeld.
“0.00“ wordt aangegeven en het
symbool voor Duur knippert.
Zoemer uitschakelen:
Druk op een willekeurige toets.
32
Duur
1. Ovenfunctie en met de toets of
de temperatuur kiezen.
2. Toets Klokfunctieszo vaak in-
drukken, tot het symbool voor
Duur knippert.
3. Met de toets of de gewenste
gaartijd instellen.
4. Met het indrukken van de
toets Start begint de ingestelde
tijd af te lopen. Het symbool voor
Duur brandt.
3Door het herhaald indrukken van de
toets Klokfuncties kan de actuele dagtijd worden opgevraagd.
Na het verstrijken van de tijd klinkt
er een zoemer gedurende
2 minuten. De oven wordt uitgeschakeld.
“0.00“ wordt aangegeven en het
symbool voor Duur knippert.
Zoemer uitschakelen:
Druk op een willekeurige toets.
33
Einde
1. Ovenfunctie en met de toets of
de temperatuur kiezen.
2. Toets Klokfunctieszo vaak in-
drukken, tot het symbool voor
Einde knippert.
3. Met de toets of de gewenste
uitschakeltijd instellen.
De symbolen voor Einde en
Duur branden.
De oven wordt automatisch ingeschakeld.
3Door het herhaald indrukken van de
toets Klokfuncties kan de actuele dagtijd worden opgevraagd.
34
Na het verstrijken van de tijd klinkt
er een zoemer gedurende
2 minuten. De ovenwordt uitgeschakeld.
“0.00“ wordt aangegeven en de
symbolen voor Einde en
Duur knipperen.
Zoemer uitschakelen:
Druk op een willekeurige toets.
Duur en Einde gecombineerd
3Duur en Einde kunnen gelijktijdig worden gebruikt wanneer de
oven op een later tijdstipautomatisch moet worden in- en uitgescha-
keld.
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Met de functie Duur kunt u de
benodigde gaartijd voor het gerecht
instellen,
bijvoorbeeld 1 uur.
3. Met de functie Einde het tijdstip
instellen, waarop het gerecht klaar
moet zijn,
bijvoorbeeld: 14.05 uur.
De symbolen voor Duur en
Einde branden.
De oven wordt automatisch ingeschakeld op het berekende tijdstip,
bijvoorbeeld: 13:05 uur.
Na het verstrijken van de ingestelde
duur klinkt er gedurende 2 minuten
een zoemer en wordt de oven automatisch uitgeschakeld,
bijvoorbeeld: 14:05 uur.
35
Overige functies
Indicatie-uitschakeling
2U kunt energie besparen door de indicatie uit te schakelen.
Indicatie uitschakelen
1. Schakel het apparaat zo nodig met de
toets Stopuit. Er mag geen
restwarmte worden aangegeven.
2. Druk net zo lang tegelijk op de toetsen Klokfuncties en totdat
de indicatie donker wordt
3De indicatie wordt automatisch in-
geschakeld wanneer het apparaat
weer in gebruik wordt genomen.
Wanneer u het apparaat weer uitschakelt, gaat de indicatie weer uit.
Wanneer u wilt dat de dagtijd weer
blijvend wordt aangegeven, moet u
de indicatie weer inschakelen.
Indicatie inschakelen
1. Schakel het apparaat zo nodig met de toets Stopuit.
2. Houd de toetsen Klokfuncties en tegelijk ingedrukt, totdat de
indicatie weer verschijnt.
36
Kinderbeveiliging
Zodra de kinderbeveiliging is ingeschakeld, kan het apparaat niet meer
worden gebruikt.
Kinderbeveiliging inschakelen
1. Schakel het apparaat zo nodig uit
met de Stop toets.
Er mag geen ovenfunctie zijn gekozen.
2. Houd de toetsen en tegelijk
ingedrukt, totdat in de indicatie
SAFE verschijnt.
De kinderbeveiliging is nu ingeschakeld.
Kinderbeveiliging uitschakelen
1. Het apparaat zo nodig met de toets Stop uitschakelen.
2. Houd de toetsen programma’s bakken en braden en tegelijk in-
gedrukt totdat in de indicatie SAFE dooft.
De kinderbeveiliging is nu uitgeschakeld en de oven weer klaar voor ge-
bruik.
Toets-zoemer
Toets-zoemer uitschakelen
1. Schakel het apparaat zo nodig met
de toets Stop uit.
2. Houd de toetsen en tegelijk
ingedrukt, totdat een zoemer klinkt
(ca. 2 seconden).
De toets-zoemer is nu
uitgeschakeld.
Toets-zoemer inschakelen
Houd de toetsen en tegelijk ingedrukt, totdat een zoemer klinkt
(ca. 2 seconden).
De toets-zoemer is nu weer ingeschakeld.
37
Veiligheidsuitschakeling van de oven
3Wanneer de oven na een bepaalde tijd niet wordt uitgeschakeld of
wanneer de temperatuur niet wordt veranderd, dan wordt de oven automatisch uitgeschakeld.
In de temperatuurindicatie knippert de temperatuur die als laatste is
ingesteld en er klinkt een zoemer.
De oven wordt uitgeschakeld bij een oventemperatuur van:
Schakel de oven helemaal uit.
Daarna kunt u de oven weer in gebruik nemen.
38
Toepassingen, tabellen en tips
Bakken
Ovenfunctie: Multi Hetelucht
Bakvormen
• Voor Multi Hetelucht zijn ook vormen van licht metaal geschikt.
Inbrengsleuven
• Met Multi Hetelucht kunt u op maximaal 2 bakplaten tegelijk
bakken:
1 bakplaat:
bijvoorbeeld inzetniveau 2
1 bakvorm:
bijvoorbeeld inzetniveau 1
2 bakplaten:
bijvoorbeeld inzetniveau 1 en 3
39
Algemene aanwijzingen
U kunt met Multi Hetelucht ook twee vormen tegelijk naast elkaar
op het rooster bakken. De baktijd duurt nauwelijks langer.
3Bij diepgevroren gerechten kunnen de geplaatste bakplaten tijdens het
gaarproces kromtrekken. Dit wordt veroorzaakt door het grote temperatuurverschil tussen het diepgevroren gerecht en de oventemperatuur.
Als de bakplaten zijn afgekoeld trekken ze weer recht.
Aanwijzigen bij de baktabellen
In de tabellen vindt u een keuze aan gerechten met de bijbehorende
temperatuurvoorschriften, gaartijden en gebruiksniveaus.
• De temperaturen en baktijden zijn richtwaarden. De waarden zijn na-
melijk afhankelijk van de samenstelling van het deeg, de hoeveelheid
en de bakvorm.
• Als u voor de eerste keer gaat bakken, raden wij aan de laagste tem-
peratuurwaarde in te stellen en pas als het nodig is een hogere temperatuur te kiezen (bijvoorbeeld wanneer het gebak niet bruin
genoeg is of wanneer de baktijd te lang is).
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept,
kijkt u dan bij een soortgelijk gebak.
• Bij het op meerdere niveaus bakken van gebak op platen of in vormen
kan de baktijd 10-15 minuten langer zijn.
• Bereid vochtig gebak, zoals bijvoorbeeld pizza's en vruchtengebak, op
één niveau.
• Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin
van het bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval detemperatuurinstelling niet. In de loop van het bakproces wordt het
gebak overal even bruin.
2Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van
de baktijd uitschakelen en gebruik maken van de restwarmte.
Tenzij anders aangegeven, gelden de waarden in de tabellen voor het
plaatsen van een gerecht in de koude oven.
• Laat de gerechten na het uitschakelen van het apparaat een aantal
minuten staan (zie magnetrontabel: - tijd).
• Verpakkingen van aluminiumfolie, metalen houders, enz. vóór het be-
reiden van het gerecht verwijderen
Garen
– Indien mogelijk afgedekt garen, met voor de magnetron geschikt
materiaal. De gerechten alleen niet afgedekt garen als de korst
moet blijven bestaan.
– Gekoelde of bevroren gerechten hebben een langere gaartijd nodig.
– Gerechten met saus moeten van tijd tot tijd omgeroerd worden.
– Groenten met een vaste structuur, zoals wortelen, erwten of
bloemkool, met water garen.
– Keer grote stukken na ongeveer de helft van de gaartijd om.
– Groenten indien mogelijk in stukken van gelijke grootte snijden.
– Vlakke, brede houders of schalen gebruiken.
Ontdooien van vlees, gevogelte, vis
– De bevroren, uitgepakte voedingsmiddelen op een omgedraaid,
klein bord met een houder daaronder of op een ontdooirooster of
kunststofzeef plaatsen, opdat de ontdooivloeistof kan uitlopen.
– Nadat de ontdooitijd van het voedingsmiddel voor de helft is verlo-
pen, het product omkeren, indien mogelijk in stukken delen, ontdooide stukken verwijderen.
Ontdooien van boter, stukjes taart, kwark
– Niet volledig in het apparaat, maar bij kamertemperatuur laten
ontdooien. Daardoor wordt het resultaat gelijkmatiger. Mogelijke
metaal- of aluminiumverpakkingen of –delen vóór het ontdooien
volledig verwijderen.
Ontdooien van fruit, groenten
– Fruit en groenten, dat onbewerkt verder moet worden bewerkt, niet
geheel in het apparaat maar op kamertemperatuur ontdooien.
– Fruit en groenten dat moet worden gekookt, kan niet direct met
een hoger magnetronvermogen worden gegaard, zonder eerst
ontdooid te zijn.
53
Kant-en-klaargerechten
– Kant-en-klaargerechten in metalen verpakkingen of kunststofscha-
len met metalen deksel mogen alleen in de magnetron worden ontdooid of verwarmd, als uitdrukkelijk wordt gesteld dat het geschikt
is voor de magnetron.
– Let a.u.b. op de informatie die door de fabrikant op de verpakking
werd aangebracht (bijv. metalen deksel verwijderen en
kunststoffolie inprikken).
Geschikt servies en materiaal
Magnetron
Servies/materiaal
Vuurvast glas en porselein (zonder
metaalbestanddelen, bijv. Pyrex, Jenaer
Glas)
Niet vuurvast glas en porselein
Glas- en vitrokeramiek uit vuur-/vorstvast
materiaal (bijv. Arcoflam), Grillrooster
Keramiek2), aardewerk
Hittebestendig kunststof tot 200 °C
Karton, papierX------
VershoudfolieX------
Braadfolie met voor de magnetron geschikte sluiting
Braadservies van metaal,
bijv. email, gegoten
Bakvormen, zwart gelakt of voorzien van
coating met siliconen
Bakplaat------X
Bruiningsservies, bijv. Crostino- of
Crunch-plaat
Kant-en-klaargerechten in verpakkingen
1) zonder zilver-, goud-, platina- of metalen delen/decoraties
2) zonder kwarts- of metalen delen, geen metaalbevattend glazuur
3) Volg a.u.b. de door de fabrikant aangegeven maximale temperaturen op!
3)
3)
1)
2)
3)
Ont-
dooien
XXXX
X------
XXXX
XXX--
XXX--
XXX--
------X
------X
--XX--
3)
XXXXX
Ver-
warmen
Garen
Oven Grill
54
X Geschikt -- Niet geschikt
3Wat nog aandacht behoeft...
• Voedingsmiddelen hebben een verschillende vorm en aard. Zij worden
in verschillende hoeveelheden bereid. Daarom zijn ook de noodzakelijke tijden en vermogens voor het ontdooien, verwarmen of garen
onderling afwijkend. Als algemene richtlijn geldt: Dubbele
hoeveelheid = bijna dubbele tijd
• Bij het verwarmen met de magnetron ontstaat de warmte in het voe-
dingsmiddel zelf. Daarom kunnen niet alle plaatsen tegelijkertijd
worden verwarmd. Als gevolg hiervan moeten met name grote hoeveelheden die verwarmd moeten worden, geroerd, of omgedraaid
worden.
• In de tabel is de duur/tijd aangegeven. Laat het voedingsmiddel in
het apparaat of buiten het apparaat staan, zodat de warmte nog gelijkmatiger kan worden verdeeld.
• Met rijst bereikt u betere resultaten als u vlakke, brede schalen ge-
1) Alle groenten afgedekt garen.
De aangegeven tijd geeft de richtwaarde weer en zijn afhankelijk van het soort en de kwaliteit van
het voedingsmiddel.
Tabel Combi-functie
Ovenfuncties: Multi Hetelucht+ Magnetron
of Infratherm+ Magnetron
Gerecht
Schotel/
Kwarkschotel
Schotel/
Gratin
Eend
2000 g
Visfilets
350 g
Visgratin
1400 g
Gevogelte,
heel
Gevogelte,
helft
Gebraden
gehakt
650 g
Kippen-
poot
Gebraden
kalfsvlees
1000 g
Bak- /
braadservies
Gratin-
vorm op
rooster
Gratin-
vorm op
rooster
Glas-
servies op
rooster
Glas-
servies op
rooster
Glas-
servies
Glas-
servies op
rooster
Glas-
servies op
rooster
Glas-
servies op
rooster
Glas-
servies op
rooster
Glas-
servies op
rooster
Oven-
functie
Temp.
Magn.
in
Watt
°C
+250600125-35
+250600130-40
Eerst
1)
250
+
dan
180
+250600115-20
+250300130-40
+200300130-40
+200300125-35
+250300130-40
+250600120-25
+210300130-40
300
300
Ge-
bruiks-
niveau
140-60
Tijd
in
min.
Aanwij-
zingen
Na 15 min.
om-
draaien,
daarna
180°C,
duur
10 min.
Gevuld,
opgerold,
gekruid
Na 20 min.
omkeren
Na 15 min.
omkeren
5 min. -
duur
Na 20 min.
omkeren
Na 25 min.
om-
draaien,
niet afge-
sloten,
duur
5min.
59
Gerecht
Bak- /
braadservies
Oven-
functie
Temp.
in
°C
Magn.
Watt
Ge-
bruiks-
niveau
Tijd
in
min.
Aanwij-
zingen
Aardappel-
gratin
Lamsbout
met been
1000 g
Lamsbout
zonder
been
1000 g
Lasagne
1200 g
Pastaschotel
1800 g
Glas-
servies op
rooster
Glas-
servies op
rooster
Glas-
servies op
rooster
Gratin-
vorm op
rooster
Gratin-
vorm op
rooster
+250600120-25
+180300130-40
+200300130-40
+250400125-30
+250400130-35
Kaas
over het
gerecht
strooien
5 min. -
duur
5 min. -
duur
Na 20 min.
roeren
Peperoni-
Peperoni
gevuld
Glas-
servies op
rooster
+250400120-25
helften
met kaas-/
groenten-
vulling
10 min. -
Gebraden
rund-vlees
1000 g
Glas-
servies op
rooster
+180400160-70
duur,
1x omke-
ren, afge-
dekt garen
Gebraden
varkens-
vlees -hals
1200 g
1)
Oven met de aangegeven temperatuur voorverwarmen.
De aangegeven gaartijden en temperaturen geven de richtwaarde weer en zijn afhankelijk van het
soort en de kwaliteit van het voedingsmiddel.
Glas-
servies op
rooster
+230400155-65
5 min. -
duur,
1x omke-
ren
60
Tips voor de magnetron
ResultaatOplossing
Voor de bereide hoeveelheden treft u
geen opgaven aan.
Het gerecht is te droog geworden.Kortere gaartijd instellen of lager
Het gerecht is na afloop van de tijd
nog niet ontdooit, heet of gaar.
Na afloop van de gaartijd is het gerecht aan de rand oververhit, in het
midden echter nog niet gaar.
Oriënteert u zich op soortgelijke
voedingsmiddelen. Verleng of verkort de
gaartijden op basis van de volgende regel:
Dubbele hoeveelheid = bijna dubbele tijd
Halve hoeveelheid = halve tijd
magnetronvermogen kiezen.
Langere gaartijd instellen of hoger
magnetronvermogen kiezen.
Let hierbij op dat hogere gerechten een langere tijd nodig hebben.
Kies een volgende keer een lager vermogen en
een langere tijd.
Vloeibare gerechten, bijv. soep, tussendoor
omroeren.
61
Keurgerechten volgens IEC60705
(Magnetronvermogen 1000 Watt)
De kwaliteit en functie van magnetronsworden door
keuringsdienstenaan de hand van speciale gerechten gecontroleerd.
Gerecht
Custard
(12.3.1)
Biscuitdeeg
(12.3.2)
Gehakt braden
(12.3.3)
Aardappelgratin (12.3.4)
Taart (12.3.5)2002205
Kip 1200 g
grillen (12.3.6)
Gehakt ontdooien (13.3.)
Frambozen
ontdooien
(B.2.1)
Ver-
mogen -
Watt
300Glazen
600Glazen
500Glazen
5001405
3001355Na 15 min.
100Glazen
100Glazen
Oven-
functie
Gebruiks-
niveau
schaal
schaal
schaal
schaal
schaal
Duur -
min.
30-40120Vorm na de helft
8-105
20-225Afdekken, vorm
15-205Na de helft van
11 -1 35Afdekken
Tijd in
min.
Opmerking
van de tijd een
keer draaien
na de helft van
de tijd een keer
draaien
omkeren
de tijd draaien,
ontdooide delen
uitnemen
62
Programma’s
Het apparaat beschikt over 12 geprogrammeerde functies, die via de
toets Bak- en braadprogrammana elkaar kunnen worden gekozen.
Zie voor de instellingen het hoofdstuk Extra functies: Magnetronprogramma’s.
Gewicht
Pro-
gram-
FunctieRecept
ma
P1
P2Vlees800 g100 g 1500 g
P3Vis1000 g 100 g 1500 g
P4Brood500 g100 g 1500 g6 min.Nee
Ont-
dooien
Gevogelte1000 g100 g 1500 g
1)
Voorin-
stel-
ling
min.max.
Tijd-
afhan-
kelijke
voorin-
stelling
19 min.
40 sec.
17 min.
36 sec.
15 min.
20 sec.
Warm-
houd-
func-
tie
”HH“
Nee
Nee
Nee
63
Pro-
gram-
ma
P5
P6
P7
P8
P9
FunctieRecept
Bevr.
groente
klein +
50 ml
water
Bevr.
groente
groot +
50 ml
water
Verse
Koken
1)
groente,
klein
+ 50 ml
water
Verse
groente,
groot
+ 50 ml
water
Aardappe-
len +
100 ml
water
Gewicht
Voorin-
stel-
min.max.
ling
800 g100 g 1000 g
800 g100 g 1000 g
Tijd-
afhan-
kelijke
voorin-
stelling
15 min.
44 sec.
22 min.
56 sec.
Warm-
houd-
func-
”HH“
800 g100 g 1000 g24 min.Nee
800 g100 g 1000 g
600 g100 g 1000 g
26 min.
40 sec.
17 min.
12 sec.
tie
Ja
Ja
Nee
Nee
64
P10Vis1000 g 100 g 1000 g
P11
Combifunctie
1)
Aardappel-
gratin
1000 g 400 g 1800 g30 min.Ja
21 min.
40 sec.
P12Kip1000 g 500 g 1400 g30 min.Ja
1)
Bij de functies Ontdooien en Koken, de voedingsmiddelen meerdere keren draaien
Ja
AARDAPPELGRATIN (voor 4-5 personen)
Ingrediënten:
– 750 g aardappelen
– 100 g greyerzer of emmentaler kaas, geraspt
– 1Ei
– 75 ml melk of room
– 2 eetlepel boter
– 1/2 eetlepel tijm
– 1 teentje knoflook geschild
– zout, peper, nootmuskaat
Bereidingswijze:
Aardappelen schillen, in ca. 3 mm dikke plakjes snijden, afdrogen, naar
smaak peper en zout toevoegen.
Verdeel de helft van de aardappelen in een ingevette, vuurvaste vorm
en strooi er een beetje geraspte kaas over. Leg de overige aardappelen
hier bovenop en strooi de rest van de geraspte kaas eroverheen.
Pers het teentje knoflook en meng dit met de eieren, melk, room en
tijm. Doe er een beetje zout bij en giet het geheel over de aardappelen.
Snijdt de boter in kleine stukjes en verdeel deze over het gerecht.
InstellingGebruiksniveauDuur
P 11 AARDAPPELGRATIN2 30 min.
Was de kip en droog deze af met keukenpapier.
Meng de kruiden met de olie en bestrijk de binnen- en buitenkant van
de kip gelijkmatig met het mengsel.
Leg de kip vervolgens met de borstzijde naar beneden in een vuurvast
vorm of in een ovenvaste glazen schaal met inzetpan (accessoire).
Na de halve braadtijd, de kip omdraaien.
Controleer na de eerste signaaltoon of het vlees gaar is. Indien noodzakelijk, de resterende braadtijd tot de tweede signaaltoon (ca. 10 min.)
verlengen.
InstellingGebruiksniveauDuur
P12 KIP 1200 G2 30 min.
66
Reiniging en onderhoud
Waarschuwing: voor het schoonmaken moet het apparaat zijn uitge-
1
schakeld en afgekoeld.
Waarschuwing: uit veiligheidsoverwegingen is het niet toegestaan
het apparaat met een stoom- of een hogedrukreiniger schoon te
maken.
Let op: gebruik geen schuurmiddelen, agressieve schoonmaakmiddelen of schurende voorwerpen.
Buitenzijde van het apparaat
• Neem de voorzijde van het apparaat af met een zachte doek en een
warm sopje.
• Gebruik bij metalen oppervlakken de hiervoor in de handel verkrijgbare onderhoudsmiddelen.
Binnenkant oven
Reinig het apparaat na elk gebruik. Op deze manier brandt het vuil namelijk niet aan en kunt u vuil het makkelijkst verwijderen.
1. Bij het openen van de ovendeur schakelt automatisch de
ovenverlichting in.
2. Maak de oven na elk gebruik schoon met een sopje en droog de oven
na.
3Hardnekkig vuil kan worden verwijderd met een speciale ovenreiniger.
1Let op: neem bij gebruik van ovenspray altijd de aanwijzingen van de
fabrikant in acht!
Accessoires
Alle inschuifdelen (rooster, inschuifroosters enz.) elke keer na het gebruik afwassen en goed afdrogen. Kort laten inweken zorgt voor makkelijker schoonmaken.
67
Niveaurails
Voor het schoonmaken van de zijwanden kunnen de niveaurails links en
rechts in de oven worden verwijderd.
Niveaurails uitnemen
Voor het uitnemen, de rails optillen
en vervolgens uit de bovenste ophangingen nemen.
Inschuifrails plaatsen
Voor het inbouwen, de rails weer in
de bovenste ophangingen hangen.
68
Ovenverlichting
1Waarschuwing: Kans op kortsluiting! Voor het vervangen van de oven-
lamp:
• oven uitschakelen!
• zekeringen in de huisinstallatie uitdraaien resp. uitschakelen.
3Om de ovenlamp en het afdekglas te beschermen een doekje op de bo-
3Halogeenverlichting altijd met een doek aanpakken, om te voorkomen
dat vetresten inbranden.
4. Afdekglas weer aanbrengen.
5. Inschuifrooster inzetten.
69
Wat is er aan de hand als …
StoringMogelijke oorzaakOplossing
De oven wordt niet
warm
De magnetron functioneert niet
De ovenverlichting valt
uit
De oven is niet ingeschakeldOven inschakelen
De dagtijd is niet ingesteldDagtijd instellen
De noodzakelijke instellingen
zijn niet uitgevoerd
De veiligheidsuitschakeling
heeft de oven uitgeschakeld
De kinderbeveiliging is nu ingeschakeld
De zekering in de huisinstallatie (stoppenkast) is doorgebrand
De deur van de magnetron is
niet goed gesloten
De deursluiters en
-sluitoppervlakken zijn
vervuild
De toets Startwerd niet
ingedrukt
De ovenlamp is kapotOvenlampje vervangen
Instellingen controleren
Zie veiligheidsuitschakeling
Kinderbeveiliging uitschakelen
Zekering controleren Als de
zekeringen meerdere malen
worden uitgeschakeld, neem
dan contact op met een erkend elektro-installateur
Ovendeur sluiten
Deursluiters en
-sluitoppervlakken reinigen
Toets Startindrukken
In de indicatie brandt
”d“ en de oven verwarmd niet
Geen functionerende
ventilator
De testfunctie is ingeschakeld Apparaat uitschakelen
Houd de toetsen en
tegelijk ingedrukt totdat een
signaal klinkt en de indicatie
“d“ uit gaat
Wanneer u de storing niet kunt verhelpen met de hierboven gegeven aanwijzingen, neem dan contact op met uw vakhandel of met
onze service-afdeling.
1Waarschuwing! Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vak-
mensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden.
70
3Bij een onjuiste bediening wordt het bezoek van de servicetechnicus
ook tijdens de garantieperiode in rekening gebracht.
3Aanwijzingen voor apparaten met een metalen voorzijde:
Vanwege de koele voorzijde van uw apparaat kan er zich, na het openen van de ovendeur tijdens of kort na het bakken of braden, gedurende korte tijd condens vormen op de binnenkant van het deurvenster.
71
Montageaanwijzing
1
Let op: De montage en aansluiting van het nieuwe apparaat mogen alleen door een geautoriseerd vakman worden uitgevoerd.
Volg deze aanwijzing a.u.b. op omdat anders, bij eventuele schade, de
garantie niet van toepassing zal zijn.
1Veiligheidsinstructies voor de installateur
• In het elektrische deel van de installatie is een inrichting voorzien, die
het mogelijk maakt om het apparaat met een contactopeningsafstand van ten minste 3 mm meerpolig van het net te scheiden.
Daarvoor geschikt scheidingsmechanismen zijn bijv. beveiligingsschakelaar, zekeringen (schroefzekeringen kunnen uit de houder worden
gedraaid), aardlekschakelaar en beveiligingen.
• De aansluiting door middel van een wandcontactdoos dient door de
klant zo te worden voorzien dat de wandcontactdoos buiten de coördinatieruimte wordt aangebracht en goed toegankelijk is.
• De standveiligheid van de inbouwkast moet aan de norm DIN 68930
voldoen.
• Inbouwovens en inbouwkookplaten dienen van speciale plaatsings-
systemen voorzien te worden. Om veiligheidsredenen mogen deze alleen met ander apparatuur van dezelfde fabrikant worden
gecombineerd.
72
380-383
m
in
.5
5
20
in.560
m
13
375
52
0
388
252
5
6
0
7
592
380-383
380
m
in
.5
592
13
56
7
375
59
in.560
m
5
0
20
388388
252
2
73
380-383
380
380
m
in
.
5
5
0
min.560
13
375
592
20
388
388
388
alternativ
567
252
2
9
5
7475767778
Service
Controleer bij technische storingen eerst of u met behulp van de gebruiksaanwijzing (hoofdstuk „Wat te moet doen als…“) het probleem
zelf kunt oplossen.
Wanneer u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met
onze service-afdeling.
Om u snel te kunnen helpen, hebben
wij de volgende gegevens nodig:
From the Electrolux Group. The world´s No.1 choice.
De Electrolux Groep is de grootste producent ter wereld van aangedreven apparaten voor gebruik in de keuken,
reinigingswerkzaamheden en voor gebruik buitenshuis. In meer dan 150 landen over de hele wereld worden
ieder jaar meer dan 55 miljoen Electrolux producten (zoals koelkasten, fornuizen, wasautomaten, stofzuigers,
kettingzagen en grasmaaiers) verkocht ter waarde van circa USD 14 miljard.
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg