Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige
kwaliteit.
Lees deze gebruiksaanwijzing alstublieft zorgvuldig door, zo kunt u zeker zijn van
optimale en professionele prestaties van uw apparaat. De handleiding zal u in staat
stellen om alle processen perfect en op de meest efficiënte wijze te laten verlopen.
Wij adviseren u deze handleiding op een veilige plaats te bewaren, dan kunt u hem
te allen tijde raadplegen. Geef deze handleiding ook aan een eventuele toekomstige
eigenaar van het apparaat.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
Inhoud
Gebruiksaanwijzing 3
Veiligheidsinstructies 3
Elektrische veiligheid 3
Kinderbeveiliging 3
Veiligheid tijdens het gebruik 3
Magnetron 4
Zo vermijdt u schade aan het apparaat
Belangrijke veiligheidsinstructies!
Zorgvuldig lezen en voor toekomstige raadpleging bewaren!
Elektrische veiligheid
•
Het apparaat mag uitsluitend door een erkend vakman worden aangesloten.
• Bij storingen of beschadigingen aan het apparaat: Zekeringen losdraaien resp. uitschakelen.
• Als de deursluiting en de deursluitingsoppervlakken beschadigd zijn, mag het apparaat
tot het gerepareerd is niet worden gebruikt.
•
Reparaties aan het apparaat mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd.
Door onvakkundig uitgevoerde reparaties kunnen grote gevaren ontstaan. Neem in geval
van reparatie contact op met onze klantenservice of uw vakhandel.
Kinderbeveiliging
• Houd kleine kinderen altijd uit de buurt van het apparaat. Zorgt dat kinderen niet met
het apparaat spelen.
• Verwarm babyvoeding in principe altijd in een glas of fles zonder deksel of afsluiting.
Om ervoor te zorgen dat de warmte gelijkmatig wordt verdeeld, dient de voeding na het
opwarmen goed doorgeroerd of geschud te worden. Voordat u het kind de babyvoeding
geeft, is het van groot belang eerst de temperatuur van de voeding te controleren.
• In de functie Grillen (alleen of in combinatie met de magnetron) wordt het venster heet.
Houd daarom kleine kinderen uit de buurt van de deur van het apparaat.
• Kinderen nooit zonder toezicht laten terwijl het apparaat in werking is.
• Dit apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging.
3
Veiligheid tijdens het gebruik
• Dit apparaat mag alleen in het huishouden worden gebruikt voor het koken, braden en
bakken van levensmiddelen.
• Wees voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten op stopcontacten in de
buurt van het apparaat. Aansluitleidingen mogen niet onder de hete ovendeur worden
vastgeklemd
•
Waarschuwing: Gevaar voor verbranding! Tijdens de werking wordt de binnenkant
van de oven heet.
• Als u alcoholische toevoegingen in de oven gebruikt, kan er eventueel een licht ontvlambaar alcohol-luchtmengsel ontstaan. Doe in dat geval de deur voorzichtig open.
Houd daarbij gloeiende voorwerpen, vonken of vuur uit de buurt.
• Kinderen en personen, die wegens hun fysieke, sensorische of verstandelijke vermogens
of hun onervarenheid of onwetendheid niet in staat zijn het apparaat op veilige wijze
te gebruiken, mogen dit apparaat niet zonder toezicht of instructie van een verantwoordelijk persoon gebruiken.
Veiligheidsinstructies
4
Aanwijzing met betrekking tot acrylamide
Volgens de laatste wetenschappelijke inzichten kan een intensieve bruining van levensmiddelen, met name bij zetmeelhoudende producten, een gevaar voor de gezondheid door
acrylamide opleveren. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel mogelijk bij lage
temperaturen gaar te laten worden en de gerechten niet te veel te bruinen.
Magnetron
• Schakel het apparaat alleen in met gerechten in de gaarruimte. Zonder gerechten kan
het apparaat overbelasten.
•
Gebruik alleen voor de magnetron geschikt servies (zie hoofdstuk Toepassingen, tabellen en tips : geschikt servies en materiaal).
• Om het apparaat tegen corrosie in de gaarruimte of de deur van het apparaat door
uittredende waterdampen of stoom (condenswater) te beschermen, het geheel na elk
gebruik grondig droogwrijven.
• Laat het apparaat niet onbeheerd achter als voedingsmiddelen in wegwerpverpakkingen
van kunststof, papier of andere brandbare materialen verwarmd of gegaard worden.
• Houd bij rookvorming het apparaat gesloten. Het apparaat uitschakelen en loskoppelen
van de voeding. Het apparaat nooit gebruiken als het niet meer probleemloos functioneert.
• Plaats bij het verwarmen van vloeistoffen
altijd een theelepeltje of een in de beker,
om kookvertragingen te voorkomen. Bij
kookvertragingen wordt de kooktemperatuur bereikt, zonder de kenmerkende vorming van luchtbelletjes.
Al bij gering schudden van de beker kan de
vloeistof dan plotseling heftig overkoken of
wegspuiten. Gevaar voor verbranding!
• Prik voordat het gaarproces start meerdere
keren met een vork in voedingsmiddelen
met een "schil" of "schaal", zoals aardappelen, tomaten, worstjes, zodat het product
niet barst.
• Controleer of bij het garen / verwarmen van
gerechten een minimale temperatuur van
70°C wordt bereikt. Let hierbij a.u.b. op de
indicaties die in de tabellen staan voor vermogen en tijd. Voor het meten van de temperatuur van gerechten nooit een kwikthermometer of thermometer met vloeistof
gebruiken.
• Gerechten die met de magnetron zijn verwarmd gegeven warmte aan het servies af.
Gebruik pannenlappen of iets dergelijks!
70
min 70 C
0
Veiligheidsinstructies
• Kook de gerechten niet te lang door een te hoog vermogen of een te lange tijd in te
stellen. De gerechten kunnen dan op een bepaalde plaats uitdrogen, verbranden of ontbranden.
• De gaarruimte, het verwarmingselement van de grill en de accessoires worden tijdens
de werking heet. Let hier a.u.b. op en gebruik daarom pannenlappen of iets dergelijks.
Gevaar voor verbranding!
• Metalen voorwerpen dienen ten minste 2 cm van de wanden en de deur van de gaarruimte verwijderd te zijn. Anders kan er vonkoverslag ontstaan en kan het apparaat
beschadigen.
• Indien niet anders aanbevolen, geen aluminiumfolie gebruiken.
• Niets tussen de deur en het venster van de deur klemmen.
• Houd de deursluiting, deursluitingsoppervlakken en de binnenruimte altijd schoon. Het
niet regelmatig reinigen van het apparaat kan tot gevaarlijke situaties leiden.
• Bewaar geen brandbare stoffen in de oven. Deze kunnen bij het inschakelen van de oven
vlam vatten.
Zo vermijdt u schade aan het apparaat
• Bekleed de oven niet met aluminiumfolie en zet geen braadslede of bakplaat op de bodem
van de oven, anders kan het email van de oven door de oplopende hitte beschadigd
worden.
• Druppels vruchtensap, die op het bakblik terechtkomen, laten vlekken achter die niet
meer verwijderd kunnen worden. Gebruik voor cakes met veel vocht een diep bakblik.
• Belast de ovendeur niet.
• Giet nooit water direct in de hete oven. Dan kan het emaille beschadigd raken en kunnen
er verkleuringen ontstaan.
• Bij heftige stoten, vooral tegen de zijkanten van de voorste glasplaat, kan het glas breken.
• Bewaar geen brandbare stoffen in de oven. Deze kunnen bij het inschakelen van de oven
vlam vatten.
• Bewaar geen vochtige levensmiddelen in de oven. Het emaille kan beschadigd raken.
• Bewaar, nadat de koelventilator is uitgeschakeld, geen onafgedekte etenswaren in de
oven. In de ovenruimte en op het glas van de deur kan vochtigheid neerslaan, die ook
op uw meubilair terecht kan komen.
Informatie emaillelaag
Kleurveranderingen van de emaillelaag van de oven als gevolg van het gebruik zijn niet van
invloed op de deugdelijkheid van het apparaat voor regulier of contractueel gebruik. Dit
zijn derhalve geen gebreken in de zin van het recht op garantie.
5
Veiligheidsinstructies
6
Gebruik het apparaat niet...
... voor het garen van ongepelde eieren (bij spiegeleieren eerst eigeel breken) en wijngaardslakken, omdat deze anders ontploffen.
spijsolie (fondue, frituren) en voor dranken met
een hoog alcoholpercentage: Zelfontbranding!
Explosiegevaar!
... voor het verwarmen van goed afgesloten houders, bijv. conserven, flessen, glas met afsluitdop.
... voor het drogen van dieren, textiel en andere
brandbare materialen: Brandgevaar!
... voor servies van porselein, keramiek of aardewerk, die kleine gaatjes hebben, bijv. bij grepen of
bodems zonder beschermlaag. Vocht dat door
gaatjes heen dringt kan tijdens het verwarmen
het servies laten barsten.
Voor servies, bak- en braadvormen, braden en
grillen.
5
6
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
(niet geschikt voor gebruik in de magnetron)
Voor het eerste gebruik
Dagtijd instellen en wijzigen
De oven functioneert alleen als u de tijd hebt ingesteld.
Na het aansluiten van de elektriciteit of na een
stroomstoring knippert het symbool voor Dagtijd
automatisch.
1. Om een reeds ingestelde dagtijd te veranderen
drukt u de toets Klokfuncties
het symbool voor Dagtijd
zo vaak in tot
knippert.
Voor het eerste gebruik
9
2. Met de toets
stellen.
Na ca. 5 seconden stopt het knipperen en geeft
de de ingestelde tijd aan.
Het apparaat is klaar voor gebruik.
U kunt de dagtijd alleen veranderen, als de kinderbeveiliging is uitgeschakeld, de klokfuncties
Kookwekker
gesteld en er geen ovenfunctie is ingesteld.
of de actuele tijd in-
, Duur of Einde niet zijn in-
Voor het eerste gebruik
10
Eerste reiniging
Voordat u de oven voor het eerst in gebruik neemt, moet u hem reinigen.
Gebruik geen scherpe, schurende reinigingsmiddelen! De oppervlakken zouden beschadigd
kunnen worden.
Gebruik bij ovens met een metalen voorzijde de hiervoor in de handel verkrijgbare onderhoudsmiddelen.
1. Open de ovendeur.
De verlichting in de oven is ingeschakeld.
2. Neem alle accessoires en geleiderails uit de oven en reinig deze met een warm sopje.
3. Maak de oven ook schoon met een warm sopje en droog hem daarna af.
4. Veeg de voorzijde af met een vochtige doek.
Zo leert u het apparaat kennen
Om het apparaat uit te proberen of alle bedieningsstappen uit te voeren, kan de testfunctie
worden gebruikt. De oven wordt niet warm.
• De gekozen functie altijd door middel van het indrukken van de toets Start
activeren.
Wordt de gekozen functie niet binnen 30 seconden gestart, dan schakelt het apparaat
automatisch uit.
• Wanneer de gekozen functie wordt gestart, gaat de oven opwarmen of begint de ingestelde tijd te lopen.
• Als tijdens de werking de ovendeur wordt geopend, stopt de functie. Doorgaan met de
werking na het sluiten van de deur met de toets Start
. Wordt de toets Start niet
binnen 30 seconden geactiveerd, schakelt het apparaat automatisch uit.
• De ovenverlichting wordt ingeschakeld zodra een ovenfunctie start of de deur van de
oven wordt geopend. De ovenverlichting gaat na 10 min. uit, als de deur geopend is en
het apparaat is uitgeschakeld.
• Werking met de toets Stop
door het herhaald indrukken van de toets Stop
aanhouden, doorgaan met de toets Start . Het apparaat
uitschakelen.
Ovenfunctie kiezen
1. Toets
of zo vaak indrukken tot de ge-
wenste ovenfunctie verschijnt.
– Op het temperatuurdisplay verschijnt een
voorstel voor de temperatuur.
2. Toets Start
indrukken om de ingestelde
functie te starten.
Bedienen van de oven
Oventemperatuur wijzigen
Met de toets
of de temperatuur naar boven
of naar beneden wijzigen
De instelling verloopt in stappen van 5 °C.
Symbool Thermometer
• Het langzaam oplopende thermometersymbool
geeft aan in hoeverre de oven al is
opgewarmd.
• De drie na elkaar knipperende segmenten van het symbool thermometer
de functie Snel opwarmen is geactiveerd.
De oven uitschakelen
Voor het uitschakelen van de oven de toets Stop
herhaald indrukken, tot de dagtijd en eventueel
de restwarmte worden weergegeven.
Koelventilator
De ventilator wordt automatisch ingeschakeld,
om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Nadat de oven is uitgeschakeld, blijft de ventilator nog draaien, om het apparaat af te koelen,
daarna wordt hij automatisch uitgeschakeld.
13
geven aan dat
Snel verwarmen
Na het selecteren van een ovenfunctie kan met behulp van de extra functie Snel verwarmen
de lege oven in relatief korte tijd worden voorverwarmd.
LET OP!
Leg de te bereiden levensmiddelen pas in de oven, als het Snel verwarmen beëindigd is en
de oven in de gewenste functie werkt.
indrukken. Het symbool knippert. De achtereenvolgende
knipperende balkjes geven aan dat de functie Snel verwarmen in werking is.
Bij het bereiken van de ingestelde temperatuur branden de balkjes van de temperatuurindicatie. Er klinkt een signaal. Het symbool
verdwijnt.
De oven verwarmt nu in de vooraf ingestelde ovenfunctie en temperatuur verder. U kunt
de te bereiden levensmiddelen nu in de oven plaatsen.
Bedienen van de oven
14
Ovenfuncties
Functieknop van de ovenToepassing
Hete lucht met ringvormig verwarmingselement
InfrathermVoor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte op
GrillVoor het grillen van platte levensmiddelen en voor het
Ontdooien/drogenVoor het ontdooien en drogen van kruiden, groenten en
Magnetron
Tijdens de werking van de magnetron wordt de warmte direct in het voedingsmiddel opgebouwd. Voor het verwarmen van kant-en-klaargerechten en dranken, voor het ontdooien
van vlees of fruit evenals voor het garen van groenten en vis.
Combinfunctie
Aan de wijze van verwarming van de ovenfunctie(s) kan de functie Magnetron
toegevoegd. De gerechten worden in korte tijd gegaard en tegelijkertijd gebruind.
Magnetron
Snelstart
Het snel starten van het maximale magnetronvermogen bij een uitgeschakeld apparaat,
door het indrukken van de toets Start
Inschakelduur van 30 seconden tot 7 minuten. Elke druk op de toets voegt 30 sec. toe aan
de aangegeven bedrijfstijd.
Magnetron
1. Schakel het apparaat zo nodig uit met de toets Stop .
2. Door het herhaald indrukken van de toets
Magnetron
het gewenste vermogen
instellen.
– De instelmogelijkheid verloopt in stap-
pen van 100 tussen 1000 Watt tot 100
Watt.
– Door herhaald indrukken van de toets
Magnetron
begint de indicatie van
het vermogen weer bij 1000 Watt.
Voor het braden en bakken op twee niveaus tegelijk.
één niveau. De functie is ook geschikt voor gratineren en
met een korstje bedekken .
roosteren van brood.
fruit.
.
worden
3. Met de toets of de gewenste duur
instellen. Het symbool voor Duur
knip-
pert.
– De gaartijden kunnen als volgt worden
ingesteld:
– van 0 tot 2 min. in stappen van 5 se-
conden,
– van 2 tot 5 min. in stappen van 10
seconden,
– van 5 tot 10 min. in stappen van 20
seconden,
– van 10 tot 20 min. in stappen van 30 seconden,
– vanaf 20 min. in stappen van 1 minuut.
– De maximaal instelbare bedrijfsduur bedraagt:
– bij 700 Watt tot 1000 Watt 0 tot 7 min. 40 sec.,
– bij 100 Watt tot 600 Watt 0 tot 59 min.
4. Met het indrukken van de toets Start
begint de ingestelde tijd af te lopen. Het
symbool voor Duur
brandt.
– Als de tijd afloopt, kan het vermogen
met de toets Magnetron
worden
gewijzigd.
Bedienen van de oven
15
– Als de tijd afloopt, kan de duur met
de toets
of
en worden verhoogd
worden verlaagd.
Als de tijd verstreken is, klinkt er 2 minuten
lang een signaal. De magnetron wordt uitgeschakeld. Het symbool voor Duur
knippert en de indicatie van de dagtijd verschijnt.
Signaal uitschakelen: door een willekeurige
toets in te drukken.
Combinfunctie
Een overzicht van de gerechten vindt u in hoofdstuk Toepassingen, tabellen en tips: Combifunctie
1. Schakel het apparaat zo nodig uit met de toets Stop
.
Bedienen van de oven
16
2. Toets of zo vaak indrukken tot de
gewenste ovenfunctie verschijnt.
3. Met de toets
of de gewenste tem-
peratuur instellen.
4. Door het herhaald indrukken van de toets
Magnetron
het gewenste magnetron-
vermogen instellen (max. 600 Watt).
5. Met de toets
of de gewenste duur
instellen. Het symbool voor Duur
pert.
– De gaartijden kunnen als volgt worden
ingesteld:
– van 0 tot 2 min. in stappen van 5 se-
conden,
– van 2 tot 5 min. in stappen van 10
seconden,
– van 5 tot 10 min. in stappen van 20 seconden,
– van 10 tot 20 min. in stappen van 30 seconden,
– vanaf 20 min. in stappen van 1 minuut.
De maximaal instelbare bedrijfsduur bedraagt 59 min.
6. Met het indrukken van de toets Start
begint de ingestelde tijd af te lopen. Oven
en magnetron zijn in werking. Het symbool voor Duur
brandt.
– Als de tijd afloopt, kan het vermogen
met de toets Magnetron worden
gewijzigd.
– Als de tijd afloopt, kan de duur met de
toets
en worden verhoogd of
worden verlaagd.
knip-
Als de tijd verstreken is, klinkt er 2 minuten lang
een signaal. Het apparaat wordt uitgeschakeld.
Het symbool voor Duur
kni pp ert en de i nd ic at ie
van de dagtijd verschijnt.
Signaal uitschakelen: door een willekeurige toets
in te drukken.
Magnetron snelstart
1. Schakel het apparaat zo nodig uit met de toets Stop
2. Toets Start
zo vaak indrukken tot de
gewenste werkingsduur verschijnt. Het
apparaat schakelt met het maximale magnetronvermogen in.
– Elke druk op de toets voegt 30 sec. aan
de aangegeven duur toe. Maximaal 7
min. bij een maximaal magnetronvermogen.
– Als de tijd afloopt, kan de duur met de
toets
en worden verhoogd of
worden verlaagd.
– Door het herhaald indrukken van de toets Magnetron
mogen worden gewijzigd.
– Door een keer de toets Stop
in te drukken kan de werking worden onderbroken.
Doorgaan met de werking door het indrukken van de toets Start
de toets Stop
in te drukken schakelt het apparaat uit.
Als de tijd verstreken is, klinkt er 2 minuten lang
een signaal. Het apparaat wordt uitgeschakeld.
Het symbool voor Duur
kni pp ert en de i nd ic at ie
van de dagtijd verschijnt.
Signaal uitschakelen: door een willekeurige toets
in te drukken.
Bedienen van de oven
.
kan het magnetronver-
. Door twee keer
17
Opmerkingen over het instellen van het vermogen
Het overzicht geeft aan bij welke instelling van het vermogen bepaalde processen kunnen
worden doorgevoerd. De aangegeven vermogens zijn richtwaarden.
Bedienen van de oven
18
MagnetronvermogenGeschikt voor
1000 Watt
900 Watt
800 Watt
700 Watt
600 Watt
500 Watt
400 Watt
300 Watt
200 Watt
100 Watt
Rooster en bakplaat plaatsen
Uittrek- en kantelbeveiliging
• Verwarmen van vloeistoffen
• Aankoken bij het begin van een gaarproces
• Garen van groenten
• Garen van voedingsmiddelen
• Smelten van gelatine en boter
• Ontdooien en verwarmen van diepvriesgerechten
• Verwarmen van diverse gerechten
• Volledig garen van eenpansgerechten
•Garen van gerechten met ei
• Verder garen van gerechten
• Garen van kwetsbare levensmiddelen
• Verwarmen van babyvoeding
•Nakoken van rijst
• Verwarmen van kwetsbare levensmiddelen
•Smelten van kaas
• Ontdooien van vlees, vis, brood
• Ontdooien van kaas, room, boter
• Ontdooien van fruit en taart (slagroomtaarten)
• Gistdeeg laten rijzen
• Licht verwarmen van koude gerechten en dranken
Ter beveiliging van het uittrekken hebben alle inschuifdelen aan de rechter- en linkerkant
een kleine bolling naar onderen.
Plaats de inschuifdelen zodanig dat deze bolling achterin de ovenruimte ligt. Deze bolling
is ook belangrijk voor de kantelbeveiliging van de inschuifdelen.
Bakplaat plaatsen:
Schuif de bakplaat tussen de geleidestangen van
het gekozen niveau.
Bedienen van de oven
Rooster plaatsen:
Plaats het rooster zodanig dat de pootjes naar
beneden wijzen.
Schuif het rooster tussen de geleidestangen van
het gekozen niveau.
Door de verhoogde lijst die om het rooster loopt
is het serviesgoed bovendien beveiligd tegen
wegglijden.
Extra functies
Magnetronprogramma's
Gebruik voor deze functie de genoemde programma's (zie hoofdstuk Toepassingen, tabellen
en tips: programma's).
Programma kiezen
1. Schakel het apparaat zo nodig uit met de toets Stop
2. Toets Bak-/braadprogramma's
ken, dan de toets
drukken tot op het display het gewenste
programma (P1 t/m P12) verschijnt.
– Op het display wordt het voorgepro-
grammeerde gewicht "gr" aangegeven. Het symbool voor Duur
pert. Gewicht = Duur
of zo vaak in-
indruk-
knip-
.
19
3. Door het indrukken van de toets
kan de indicatie van het gewicht van
het voedingsmiddel worden aangepast,
minimaal 100 g, maximaal 1500 g (P 5 tot
P12 maximaal 1000 g).
– Door het invoeren van het gewicht
wordt de duur van de werking van de
magnetron automatisch geregeld.
– Vervolgens altijd het lagere gewicht in-
voeren, bijv. Brood weegt 460 g: Instel-
len van het gewicht op 400 g.
of
Bedienen van de oven
20
4. Met het indrukken van de toets Start
begint de ingestelde tijd af te lopen. Het
symbool voor Duur
en "min." brandt.
– Als de tijd verstreken is, klinkt er 2 mi-
nuten lang een signaal. De magnetron
wordt uitgeschakeld. Het symbool voor
Duur
knippert.
Bij een aantal programma's wordt na afloop van
de tijd een warmhoudfunctie gestart. Er klinkt een
signaal en op het display brandt "HH".
Na afloop van de warmhoudfunctie klinkt gedurende 2 minuten een signaal. De magnetron wordt
uitgeschakeld. Het symbool voor Duur
knippert
en de indicatie van de dagtijd verschijnt.
Signaal uitschakelen: door een willekeurige toets
in te drukken.
Geheugenfunctie
Met de geheugenfunctie kan een instelling die vaak wordt gebruikt, worden opgeslagen
1. Ovenfunctie, temperatuur en eventueel de klokfuncties Duur
of magnetronfunctie en Duur
2. De toets Bak-/braadprogramma's
instellen.
ge-
en/of Einde instellen
durende ca. 2 seconden ingedrukt houden, tot er een signaal klinkt. De instelling
is opgeslagen.
3. Doorgaan met de toets Start
of het
apparaat uitschakelen met de toets Stop
.
Om een andere instelling op te slaan, de toets
Bak-/braadprogramma's
gedurende ca. 2
seconden indrukken. De eerder opgeslagen instelling wordt door deze instelling vervangen.
Voor het instellen van de kookwekker. Na afloop klinkt er een signaal. Deze functie is niet
van invloed op de werking van de magnetron en oven.
Duur magnetron
Om in te stellen hoe lang de magnetron ingeschakeld moet zijn.
Duur
Om in te stellen hoe lang de oven ingeschakeld moet zijn.
min.
4
5
6
Bedienen van de oven
22
Einde
Om in te stellen wanneer de oven weer moet worden uitgeschakeld.
Dagtijd
Met deze functie kunt u de dagtijd instellen, wijzigen of opvragen (zie hoofdstuk "Voor het
eerste gebruik").
Algemene aanwijzingen
• Na het kiezen van een klokfunctie knippert het bijbehorende symbool ca. 5 seconden.
Gedurende deze tijd kunt u met toets
of de gewenste tijden instellen of wijzigen.
• Na het instellen van de gewenste tijd knippert het symbool nogmaals gedurende ca. 5
seconden. Daarna gaat het symbool branden. De ingestelde kookwekker
begint te
lopen.
• De ingestelde tijd voor Duur
en Einde begint na het starten van de gekozen functie
te lopen.
Kookwekker
1. Toets Klokfuncties zo vaak indrukken,
tot het symbool Kookwekker
knippert.
2. Met de toets
of de gewenste tijds-
duur instellen (max. 99.00 minuten).
Na ca. 5 seconden wordt de resterende tijd weergegeven op het display. Het symbool voor Kookwekker
brandt.
Als de ingestelde tijd verstreken is, klinkt er 2 minuten lang een signaal. "0.00" brandt en het symbool Kookwekker
knippert.
Signaal uitschakelen: door een willekeurige toets
in te drukken.
Bedienen van de oven
23
Duur magnetron
min.
1. Magnetronfunctie kiezen en door het her-
haald indrukken van de toets Magnetron
het vermogen instellen.
2. Met de toets
of de gewenste gaar-
tijd instellen. Het symbool voor Duur
knippert.
Bedienen van de oven
24
3. Met het indrukken van de toets Start
begint de ingestelde tijd af te lopen. Het
symbool voor Duur
brandt.
Door het herhaald indrukken van de toets
Klokfuncties
kan de actuele dagtijd worden
opgevraagd. Als de tijd afloopt, kan de duur
met de toets
en worden verhoogd of
worden verlaagd.
Als de tijd verstreken is, klinkt er 2 minuten lang
een signaal. De magnetron wordt uitgeschakeld.
"0.00" wordt aangegeven en het symbool Duur
knippert.
Signaal uitschakelen: door een willekeurige toets
in te drukken.
Duur
1. Ovenfunctie en met toets of de
temperatuur kiezen.
2. Toets klokfuncties
tot het symbool Duur
zo vaak indrukken,
knippert.
3. Met de toets
tijd instellen.
of de gewenste gaar-
4. Met het indrukken van de toets Start
begint de ingestelde tijd af te lopen. Het
symbool voor Duur
brandt.
Door het herhaald indrukken van de toets
Klokfuncties
kan de actuele dagtijd worden
opgevraagd.
Als de tijd verstreken is, klinkt er 2 minuten lang
een signaal. De oven wordt uitgeschakeld.
"0.00" wordt aangegeven en het symbool Duur
knippert.
Signaal uitschakelen: door een willekeurige toets
in te drukken.
Einde
1. Ovenfunctie en met toets of de
temperatuur kiezen.
2. Toets klokfuncties
tot het symbool Einde
zo vaak indrukken,
knippert.
Bedienen van de oven
25
3. Met de toets
schakeltijd instellen
of de gewenste uit-
Bedienen van de oven
26
De symbolen voor Einde en Duur branden.
De oven wordt automatisch ingeschakeld.
Door het herhaald indrukken van de toets Klokfuncties
kan de actuele dagtijd worden opge-
vraagd.
Als de tijd verstreken is, klinkt er 2 minuten lang
een signaal. De oven wordt uitgeschakeld.
"0.00" wordt aangegeven en de symbolen voor
Einde
en Duur knipperen.
Signaal uitschakelen: door een willekeurige toets
in te drukken.
Duur
en Einde gecombineerd
Duur en Einde kunnen gelijktijdig worden gebruikt, als de oven op een later tijdstip automatisch in- en uitgeschakeld moet worden.
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Met de functie Duur
de tijd instellen
die het gerecht nodig heeft om gaar te
worden,
b ijv. 1 uur.
3. Met de functie Einde
de tijd instellen,
waarop het gerecht klaar moet zijn,
b ijv. 14:05 uur.
De symbolen voor Duur en Einde branden.
De oven wordt automatisch op het berekende
tijdstip ingeschakeld, bijv. 13:05 uur.
Na afloop van de ingestelde duur klinkt er gedurende 2 minuten een signaal en wordt de oven
uitgeschakeld, bijv. 14:05 uur.
Overige functies
Uitschakeling display
U kunt energie besparen door het display uit te schakelen.
Display uitschakelen
1. Schakel het apparaat zo nodig uit met de toets Stop
worden aangegeven.
2. Houd de toetsen Klokfuncties
tegelijk ingedrukt, tot het display donker
wordt.
Zodra het apparaat weer in gebruik wordt genomen, wordt het display automatisch ingeschakeld. Wanneer u het apparaat weer uitschakelt, gaat het display weer uit.
Wanneer u wilt dat de dagtijd weer blijvend
wordt aangegeven, moet u het display weer
inschakelen.
en
Bedienen van de oven
. Er mag geen restwarmte
27
Display inschakelen
1. Schakel het apparaat zo nodig uit met de toets Stop
2. Houd de toetsen Klokfuncties
schijnt.
Kinderbeveiliging
Zodra de kinderbeveiliging is ingeschakeld, kan het apparaat niet meer worden gebruikt.
Kinderbeveiliging inschakelen
en tegelijk ingedrukt, tot het display weer ver-
.
Tips, tabellen en adviezen
28
1. Schakel het apparaat zo nodig uit met de
toets Stop
zijn gekozen.
2. Houd de toetsen Bak-/braadprogramma's
en tegelijk ingedrukt, tot op het
display SAFE verschijnt
De kinderbeveiliging is nu ingeschakeld.
Kinderbeveiliging uitschakelen
1. Schakel het apparaat zo nodig uit met de
toets Stop
2. Houd de toetsen Bak-/braadprogramma's
en tegelijk ingedrukt, tot op het display SAFE verdwijnt.
De kinderbeveiliging is nu uitgeschakeld en de oven is weer klaar voor gebruik.
Toets ZoemerZoemer
Toets Zoemer uitschakelen
1. Schakel het apparaat zo nodig uit met de
toets Stop
2. Houd de toetsen
drukt, tot er een signaal klinkt (ca. 2 seconden).
De toets Zoemer is nu uitgeschakeld.
Toets Zoemer inschakelen
Houd de toetsen
tot er een signaal klinkt (ca. 2 seconden).
De toets Zoemer is nu weer ingeschakeld.
. Er mag geen ovenfunctie
.
.
en tegelijk inge-
en tegelijk ingedrukt,
Automatische uitschakeling
Als de oven na een bepaalde tijd niet wordt uitgeschakeld of als de temperatuur niet verandert, dan wordt de oven automatisch uitgeschakeld.
Op het temperatuurdisplay knippert de laatst ingestelde temperatuur.
De oven wordt uitgeschakeld bij een oventemperatuur van:
30 - 120° C na 12,5 uur
120 - 200° C na 8,5 uur
200 - 230° C na 5,5 uur
Op het display verschijnt OFF .
Ingebruikname na automatische uitschakeling
Schakel de oven helemaal uit. Daarna kunt u de oven weer in gebruik nemen.
Tips, tabellen en adviezen
Bakken
Functieknop van de oven: Hete lucht met ringvormig verwarmingselement
Bakvormen
• Voor hetelucht met ringverwarming
zijn lichte metaalvormen geschikt.
Gebruiksniveaus
• Met hete lucht met ringvormig verwarmingselement
platen tegelijk bakken:
1 bakplaat:
bijvoorbeeld gebruiksniveau 2
Tips, tabellen en adviezen
kunt u op maximaal twee bak-
29
2
1 bakvorm:
bijvoorbeeld gebruiksniveau 1
1
2 bakplaten:
bijvoorbeeld inschuifniveaus 2 en 4
Algemene aanwijzingen
U kunt met hetelucht met ringverwarming
op het rooster bakken. De baktijd wordt dan nauwelijks langer.
Bij diepgevroren gerechten kunnen de geplaatste bakplaten tijdens de bereiding kromtrekken. Dit wordt veroorzaakt door het grote temperatuurverschil tussen het diepgevroren
product en de oventemperatuur. Als de bakplaten zijn afgekoeld trekken ze weer recht.
44
2
ook twee vormen gelijktijdig naast elkaar
2
1
2
Aanwijzingen bij de baktabellen
In de tabellen vind u een keur aan gerechten met de daarvoor aanbevolen temperaturen,
bereidingstijden en gebruiksniveaus.
• De temperaturen en baktijden zijn richtwaarden, omdat zij afhankelijk zijn van de sa-
menstelling van het deeg, de hoeveelheid en de bakvorm.
• Als u voor de eerste keer gaat bakken, raden wij aan de laagste temperatuurwaarde in
te stellen en pas als het nodig is een hogere temperatuur te kiezen (bijvoorbeeld wanneer
het gebak niet bruin genoeg is of wanneer de baktijd te lang is).
• Als u voor een eigen recept geen concrete aanwijzingen kunt vinden, raadpleeg dan een
vergelijkbaar gerecht.
• Bij het op meerdere niveaus bakken van gebak op platen of in vormen kan de baktijd
ongeveer 10-15 minuten langer zijn.
• Bereid vochtig gebak, zoals bijvoorbeeld pizza's en vruchtengebak, op één niveau.
Tips, tabellen en adviezen
30
• Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het in het begin van het bakproces soms
niet overal even bruin. Verander in dat geval niet de temperatuurinstelling . In de l oop
van het bakproces wordt het gebak overal even bruin.
• Uw nieuwe oven kan een andere bak-/braadverhouding hebben dan het apparaat dat u
tot nu toe gebruikt heeft. Pas daarom de instellingen (temperatuur, baktijden) en ge-
bruiksniveaus zoals u die gewend bent aan de aanbevelingen in de onderstaande tabellen
aan.
Bij langere baktijden kunt u de oven ongeveer. 10 minuten voor het einde van de baktijd
uitschakelen, om gebruik te maken van de restwarmte.
Tenzij anders aangegeven, gelden de waarden in de tabellen voor het plaatsen van een
gerecht in de koude oven.
Baktabel
Bakken op één gebruiksniveau
Soort gebakHete lucht met ringvormig verwarmingselement
Gebruiksni-
veau
Gebak in vormen
Tulband1160-1700:50-1:10
Zandgebak/koningstaart1150-1701:10-1:30
Biscuitgebak1160-1800:25-0:40
Taartbodem van zandtaartdeeg2170-1900:10-0:25
Taartbodem van roerdeeg2150-1700:20-0:25
Dichte appeltaart1160-1800:50-1:00
Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm, diagonaal
schotel
Gnocchi, gegratineerd180---220-23--Bloemkool met Hollandaise
saus
180-2001290-9545
200---220-23---
200---215---
rooster
Inzetniveau
• Grillen is met name geschikt voor platte stukken vlees en vis.
• Voor het heteluchtgrillen van platte stukken vlees en vis, dient de oven 3 minuten te
worden voorverwarmd. Daarna het gerecht overeenkomstig de tabel in de oven schuiven.
Op niveau 1 een bakplaat plaatsen die gevuld is met 1-1,5 cm water.
• Uitgepakte etenswaren op een bord op het rooster zetten.
• Gebruik voor het afdekken geen borden of schotels, omdat deze de ontdooitijd aanzienlijk
verlengen.
•
Om te ontdooien het rooster op het 1e inzetniveau van onderen plaatsen.
Ontdooitabel
GerechtOntdooitijd in
min.
Kip, 1000 g100-14020-30Kip op een omgedraaid schoteltje in een
Vlees, 1000 g100-14020-30Halverwege de tijd omdraaien
Vlees, 500 g90-12020-30Halverwege de tijd omdraaien
Forel, 150 g25-3510-15--Aardbeien, 300 g30-4010-20--Boter, 250 g30-4010-15--Room, 2 x 200 g80-10010-15Room kan ook met nog licht bevroren
Taart, 1400 g6060---
Nadooitijd in
min.
Opmerking
groot bord leggen, halverwege de tijd
omdraaien
deeltjes goed worden geklopt
Roosteren
Ovenfunctie: Ontdooien/Drogen
• Gebruik hiervoor een met boterhampapier of bakpapier belegde plaat.
• U bereikt een beter resultaat als u halverwege de droogtijd de oven uitschakelt, de deur
opent en de oven gedurende de nacht af laat koelen.
Daarna het gerecht laten drogen tot het klaar is.
GerechtTemperatuur in °CInzetniveauTijd in uren (richt-
Functieknop van de oven: Hete lucht met ringvormig verwarmingselement
• Gebruik voor het inmaken alleen in de handel verkrijgbare glazen potten van hetzelfde
formaat.
•
Glazen potten met Twist-Off- of bajonetsluitingen en metalen bakjes zijn niet
geschikt.
•
Voor het inmaken het 1e inzetniveau van onderen gebruiken.
• Gebruik voor het inmaken de plaat. Hierop kunt u zes glazen potten met elk een inhoud
van een liter plaatsen.
• De glazen potten moeten allemaal tot dezelfde hoogte zijn gevuld en goed afgesloten
zijn.
• Plaats de glazen potten zodanig op de plaat, dat ze elkaar niet raken.
• Giet ongeveer 1/2 liter water op de plaat, zodat er voldoende vocht in de oven ontstaat.
• Zodra de vloeistof in de eerste glazen potten begint te borrelen (bij 1-liter potten na
ongeveer 35-60 minuten), de oven uitschakelen of de temperatuur verlagen tot 100°C
(zie tabel).
1) De aangegeven inmaaktijden en temperaturen zijn richtwaarden.
2) In de uitgeschakelde oven laten staan
2)
1)
Temperatuur in°CInmaken tot het bor-
relen begint in min.
160-17035-45---
160-17050-605-10
Doorkoken bij 100°C
37
in min.
Magnetron
Opmerkingen t.a.v. de werking
Algemeen
• Laat de gerechten na het uitschakelen van het apparaat een aantal minuten staan (zie
magnetrontabellen: tijd).
• Verpakkingen van aluminiumfolie, metalen houders, enz. vóór het bereiden van het gerecht verwijderen.
Garen
• Indien mogelijk afgedekt garen, met voor de magnetron geschikt materiaal. De gerechten
niet afgedekt garen als de korst moet blijven bestaan.
Tips, tabellen en adviezen
38
• Gekoelde of bevroren gerechten hebben een langere gaartijd nodig.
• Gerechten met saus moeten van tijd tot tijd worden omgeroerd.
• Groenten met een vaste structuur, zoals wortelen, erwten of bloemkool, met water garen.
• Draai grote stukken na ongeveer de helft van de gaartijd om.
• Groenten zoveel mogelijk in gelijk grootte stukken snijden.
• Vlakke, brede houders of schalen gebruiken.
Ontdooien van vlees, gevogelte, vis
• De bevroren, uitgepakte levensmiddelen op een omgedraaid klein bord plaatsen met een
houder daaronder of op een ontdooirooster of kunststofzeef, zodat de ontdooivloeistof
kan uitlopen.
• Nadat de ontdooitijd van het levensmiddel voor de helft is verstreken, het product
draaien, indien mogelijk in stukken delen en de ontdooide stukken eruit halen.
Ontdooien van boter, stukjes taart, kwark
• Niet volledig in het apparaat, maar bij kamertemperatuur laten ontdooien. Daardoor
wordt het resultaat gelijkmatiger. Mogelijke verpakkingen van metaal of aluminium of
-verpakkingen waarin deels metaal of aluminium is verwerkt vóór het ontdooien volledig
verwijderen.
Ontdooien van fruit, groenten
• Fruit en groenten dat/die ongekookt verder moet worden verwerkt, niet geheel in het
apparaat maar bij kamertemperatuur ontdooien.
• Te koken fruit en groenten, kan/kunnen niet direct met een hoger magnetronvermogen
worden gegaard, zonder eerst ontdooid te zijn.
Kant-en-klaargerechten
•Kant-en-klaargerechten in metalen verpakkingen of kunststofschalen met metalen dek-
sel mogen alleen in de magnetron worden ontdooid of verwarmd, als uitdrukkelijk wordt
gesteld dat het geschikt is voor de magnetron.
• Let a.u.b. op de informatie van de fabrikant die de verpakking staat ( bijv. metalen deksel
verwijderen en kunststoffolie inprikken).
Geschikt servies en materiaal
Servies/materiaalMagnetronOven grill
Vuurvast glas en porselein (zonder metalen
delen, bijv. Pyrex, Jenaer Glas)
Niet vuurvast glas en porselein
Glas- en vitrokeramiek uit vuur-/vorstvast
materiaal ( bijv. Arcoflam), Grillrooster
Keramiek 2), aardewerk
Hittebestendig kunststof tot 200°C
Karton, papier
Vershoudfolie
Braadfolie met voor de magnetron geschikte
3)
sluiting
1)
2)
3)
OntdooienVerwar-
men
XXXX
X------
XXXX
XXX--
XXX--
X------
X------
XXX--
Garen
Tips, tabellen en adviezen
Servies/materiaalMagnetronOven grill
OntdooienVerwar-
Braadservies van metaal, bijv. email, gegoten
Bakvormen, zwart gelakt of voorzien van
coating met siliconen
Bakplaat
Bruiningsservies, bijv. Crostino- of Crunch-
plaat
Kant-en-klaargerechten in verpakkingen
1) zonder zilveren, gouden, platina of metalen delen/decoraties
2) zonder kwarts- of metalen delen, geen metaalbevattend glazuur
3) volg a.u.b. de door de fabrikant aangegeven maximale temperaturen op!
3)
------X
------X
------X
--XX--
3)
XXXX
men
Garen
X Geschikt
-- Niet geschikt
Wat nog aandacht behoeft...
• Levensmiddelen hebben een verschillende vorm en aard. Zij worden in verschillende
hoeveelheden bereid. Daarom zijn ook de noodzakelijke tijden en vermogens voor het
ontdooien, verwarmen of garen onderling verschillend. Als algemene richtlijn geldt:
Dubbele hoeveelheid = bijna dubbele tijd
• Bij het verwarmen met de magnetron ontstaat de warmte in het levensmiddel zelf.
Daarom kunnen niet alle plaatsen tegelijkertijd worden verwarmd. Als gevolg hiervan
moeten met name grote hoeveelheden die verwarmd worden geroerd of omgedraaid
worden.
•
In de tabel is de duur/tijd aangegeven. Laat het levensmiddel in het apparaat of buiten
het apparaat staan, zodat de warmte nog gelijkmatiger kan worden verdeeld.
• Met rijst bereikt u betere resultaten als u vlakke, brede schalen gebruikt.
Magnetron-kooktabel
Ontdooien
GerechtMagnetron
HoeveelheidgVermo-
gen Watt
Vlees
Groot stuk vlees50020010-1210-15Tussendoor draaien
Steaks2002003-55-10Tussendoor draaien,
200 ml
Saus200 ml6001-2---Tussendoor roeren
Soep300 ml6002-4---Tussendoor roeren
Garen
GerechtMagnetron
Hoeveel-
heid g
Vermo-
gen Watt
Duur
min.
Tijd min.Opmerkingen
Groot stuk vis5005008-10---Afgedekt garen, tus-
sendoor schaal aantal
keer draaien
Visfilet5005006-8---Afgedekt garen, tus-
sendoor schaal aantal
keer draaien
Groente, korte gaartijd,
1)
vers
50060012-16---Ca. 50 ml water toe-
voegen, afgedekt garen, tussendoor roeren
Groente, korte gaartijd,
1)
TK
50060014-18---Ca. 50 ml water toe-
voegen, afgedekt garen, tussendoor roeren
Groente, lange gaartijd,
1)
vers
50060014-20Ca. 50 ml water toe-
voegen, afgedekt garen, tussendoor roeren
Groente, lange gaartijd,
1)
TK
50060018-24---Ca. 50 ml water toe-
voegen, afgedekt garen, tussendoor roeren
Zoute aardappelen800 g +
600 ml
Rijst300 g +
600 ml
1) Alle groenten afgedekt garen. De aangegeven tijd geeft de richtwaarde weer en zijn afhankelijk van het soort
en de kwaliteit van het levensmiddel.
10005-7300 W /
15- 20
Afgedekt garen, tussendoor draaien
10004-6---Afgedekt garen, tus-
sendoor draaien
Tips, tabellen en adviezen
Tabel combifunctie
Bereidingsfuncties: Hete lucht met ringvormig verwarmingselement
noven
Ovenschotel / kwarkovenschotel
Ovenschotel/ ovenschaal
Eend 2.000 g Glazen ser-
Visfilets 350gGlazen ser-
Visschotel
1.400 g
Gevogelte
compleet
Halve kipGlazen ser-
Gehakt 650gGlazen ser-
KippenpootGlazen ser-
Gebraden
kalfsvlees
1000 g
Gegratineerde
aardappelen
Lamsbout
met been
1000 g
of infratherm + magnetronoven
GerechtBak-/braad-
servies
Ovenschaal
op rooster
Ovenschaal
op rooster
vies op rooster
vies op rooster
Glazen servies
Glazen servies op rooster
vies op rooster
vies op rooster
vies op rooster
Glazen servies op rooster
Glazen servies op rooster
Glazen servies op rooster
Functiek-
nop van
de oven
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
Temp.
180600125-35
180600130-40
Eerst
230
daarna
180
230600115-20Gevuld, gerold,
180300130-40
200300130-40Na 20 min. ke-
200300125-35Na 15 min. ke-
180300130-405 min. Oventijd
210600120-25Na 15 min. ke-
210300130-40Na 25 min. ke-
180600120-25Kaas toevoegen
180300130-405 min. Oventijd
in °C
Magne-
tron.
Watt
300
300
Ge-
bruiks-
140-60Na 15 min. ke-
Tijd in
min.
ni-
veau
43
+ magnetro-
Opmerkingen
ren, daarna
180°C, 10 min.
Oventijd
gekruid
ren
ren
ren
ren, onbedekt, 5
min. Oventijd
Tips, tabellen en adviezen
44
GerechtBak-/braad-
Lamsbout
zonder been
1000 g
Lasagne
1.200 g
Pastascho-
tel 1800 g
Gevulde pa-
prika
Runderbraadstuk
1000 g
Varkensbraadstuk
hals 1200 g
servies
Glazen servies op rooster
Ovenschaal
op rooster
Ovenschaal
op rooster
Glazen servies op rooster
Glazen servies op rooster
Glazen servies op rooster
Functiek-
nop van
de oven
+
+
+
+
+
+
Temp.
200300130-405 min. Oventijd
230400125-30
230400130-35Na 20 min. roe-
230400120-25Gevulde papri-
180400160-7010 min. Oven-
230400155-655 min. Oventijd,
in °C
Magne-
tron.
Watt
Ge-
bruiks-
ni-
veau
Tijd in
min.
Opmerkingen
ren
kahelften met
kaas-/ groentevulling
tijd, 1x keren,
afgedekt garen
1x draaien
De aangegeven gaartijden en temperaturen zijn richtwaarden en zijn afhankelijk van het
soort en de kwaliteit van het levensmiddel.
Tips voor de magnetron
ResultaatOplossing
Voor de voorbereide hoeveelheden treft u
geen opgaven aan.
Het gerecht is te droog geworden.Kortere gaartijd instellen of lager magnetronvermo-
Het gerecht is na afloop van de tijd nog
niet ontdooit, heet of gaar.
Na afloop van de gaartijd is het gerecht
aan de rand oververhit, in het midden echter nog niet gaar.
Neem als leidraad soortgelijke levensmiddelen. Verleng of verkort de gaartijden op basis van de volgende
regel: Dubbele hoeveelheid = bijna dubbele tijd
Halve hoeveelheid = halve tijd
gen kiezen.
Langere gaartijd instellen of hoger magnetronvermo-
gen kiezen. Let hierbij op dat hogere gerechten een
langere tijd nodig hebben.
Kies een volgende keer een lager vermogen en een
langere tijd. Vloeibare gerechten, bijv. soep, tussendoor roeren.
Keurgerechten volgens IEC 60705
(Magnetronvermogen 1000 Watt)
De kwaliteit en functie van magnetrons worden door keuringsdiensten aan de hand van
speciale gerechten gecontroleerd.
Tips, tabellen en adviezen
45
GerechtVermo-
Custard
(12.3.1)
Biscuitdeeg
(12.3.2)
Gehakt braden
(12.3.3)
Aardappelgratin (12.3.4)
Taart (12.3.5)2002205
Kip 1200 g
grillen 1200 g
(12.3.6)
Gehakt ontdooien (13.3.)
Frambozen
ontdooien (B.
2.1)
gen
Watt
300Glazen
600Glazen
500Glazen
5001405
3001355Na 15 min. draaien
100Glazen
100Glazen
Ovenfunc-
ties
Inzetni-
veau
schaal
schaal
schaal
schaal
schaal
Duur
min.
30-40120Vorm na de helft van de
8-105
20-225Afdekken, vorm na de
15-205Na de helft van de tijd
11-135Afdekken
Tijd min.Opmerking
tijd een keer draaien
helft van de tijd een keer
draaien
draaien, ontdooide
stukken eruit halen
Programma's
Het apparaat beschikt over 12 geprogrammeerde functies, die met de toets Bak-/braad-
programma's na elkaar kunnen worden gekozen.
Zie voor instellingen het hoofdstuk Extra functies: Magnetronprogramma's
Program-maFunctieReceptGewichtTijdsaf-
P 1
Ontdooien
Voorin-
stelling
Gevogelte1000 g100 g1500 g19 min.
min.max.
hankelijke
voorinstelling
40 sec.
Warm-
houdfunc-
tie " HH"
Nee
P 2
P 3
P 4
Vlees800 g100 g1500 g17 min.
36 sec.
Vis1000 g100 g1500 g15 min.
20 sec.
Brood500 g100 g1500 g6 min.Nee
Nee
Nee
Tips, tabellen en adviezen
46
Program-maFunctieReceptGewichtTijdsaf-
P 5
P 6
P 7
P 8
P 9
P 10
P 11
KokenBevr.
Combifunctie
Groenten
klein + 50
ml water
Bevr.
Groenten
groot + 50
ml water
Verse
groenten +
50 ml water
Verse
groenten
groot + 50
ml water
Aardappelen + 100
ml water
Vis1000 g100 g1000 g21 min.
Aardappelgratin
Voorin-
stelling
800 g100 g1000 g15 min.
800 g100 g1000 g22 min.
800 g100 g1000 g24 min.Nee
800 g100 g1000 g26 min.
600 g100 g1000 g17 min.
1000 g400 g1800 g30 min.Ja
min.max.
hankelijke
voorinstelling
44 sec.
56 sec.
40 sec.
12 sec.
40 sec.
Warm-
houdfunc-
tie " HH"
Ja
Ja
Nee
Nee
Ja
+
P 12
+
Kip1000 g400 g1400 g30 min.Ja
AARDAPPELGRATIN (voor 4-5 personen)
Ingrediënten:
• 750 g aardappelen
• 100 g gruyère of emmentaler kaas, geraspt
•1 ei
• 75 ml melk of room
• 2 eetlepels boter
• 1 eetlepel tijm
• 1 teentje knoflook, geschild
• zout, peper, nootmuskaat
Reiniging en onderhoud
Bereidingswijze:
Aardappelen schillen, in ca. 3 mm dikke plakjes snijden, afdrogen, naar smaak peper en zout
toevoegen.
Leg de helft van de aardappelschijfjes in een ingevette, vuurvaste schaal en strooi er wat
geraspte kaas over. Leg de overige aardappelschijfjes er bovenop en strooi de rest van de
kaas eroverheen.
Pers het teentje knoflook en vermeng dit met de eieren, melk, room en de tijm. Voeg een
beetje zout toe en giet het mengsel over de aardappelen.
Schaaf de boter in kleine stukjes en verdeel deze over het gerecht.
InstellingInzetniveauDuur
P 11 AARDAPPELGRATIN
KIP 1200 G
Ingrediënten:
• 1 kip (1000 - 1200 g)
• 2 eetlepels olie
• zout, peper, paprika, kerriepoeder
Bereidingswijze:
Was de kip en dep hem droog met keukenpapier.
Meng de kruiden met de olie en bestrijk de kip daarmee gelijkmatig aan de binnen- en
buitenkant.
Leg daarna de kip met de borstzijde naar beneden in een vuurvaste schaal of in een ovenvaste glazen schaal met inzetpan (extra accessoire).
Na de halve braadtijd, de kip draaien.
Na het eerste geluidssignaal controleren of het vlees gaar is. Indien nodig de resterende
braadtijd tot het 2e geluidssignaal (ca. 10 min.) verlengen.
InstellingInzetniveauDuur
P 12 KIP 1200 G
230 min.
230 min.
47
Reiniging en onderhoud
WAARSCHUWING!
Om het apparaat schoon te maken, moet het uitgeschakeld en afgekoeld zijn.
WAARSCHUWING!
Het reinigen van het apparaat met een stoom- of hogedrukreiniger is om veiligheidsredenen
niet toegestaan!
LET OP!
Gebruik geen schuurmiddelen, agressieve schoonmaakmiddelen of schurende voorwerpen.
LET OP!
Gebruik geen ruwe, krassende schoonmaakmiddelen of scherpe metaalschrapers om het
glas te reinigen, deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak die kunnen leiden tot
het breken van het glas.
Reiniging en onderhoud
48
Buitenkant van het apparaat
• Neem de voorkant van het apparaat af met een zachte doek en een warm sopje.
• Gebruik bij ovens met een metalen voorzijde de hiervoor in de handel verkrijgbare on-
derhoudsmiddelen.
• Gebruik alstublieft geen schuurmiddel noch schuursponsjes.
Binnenkant oven
Maak de oven na ieder gebruik schoon. Verontreinigingen laten zich dan het makkelijkst
verwijderen en kunnen dan niet aanbranden.
1. Bij het openen van de ovendeur wordt de verlichting automatisch ingeschakeld.
2. Maak de oven na elk gebruik schoon met een sopje en droog hem goed af.
Hardnekkig vuil kan verwijderd worden met speciale ovenreinigers.
Let bij het gebruik van ovensprays altijd goed op de aanwijzingen van de fabrikant!
Accessoires
Alle inschuifdelen (rooster, bakplaat, inschuifroosters enz.) na elk gebruik afspoelen en goed
afdrogen. Kort laten inweken maakt het schoonmaken makkelijker.
Inschuifroosters
Om de zijwanden van de oven schoon te maken, kunnen de aan de linker- en rechterkant
verwijderd worden.
Inschuifrooster verwijderen
Voor het uitnemen, het rooster optillen en vervolgens uit de bovenste ophangingen nemen.
Wat te doen als...
Inschuifrooster terugzetten
Voor het inbouwen, het rooster weer in de bovenste ophangingen hangen.
Ovenverlichting
WAARSCHUWING!
Pas op voor elektrische schokken! Om het ovenlampje te vervangen:
• De oven uitschakelen!
• De zekeringen in de zekeringenkast losdraaien of uitschakelen.
Om het ovenlampje en het afdekglas te beschermen een doek op de bodem van de oven
leggen.
49
Ovenlampje aan de zijkant vervangen / glazen afdekking schoonmaken
Halogeenverlichting altijd met een doek aanpakken, om te voorkomen dat vetresten inbranden
4. Afdekglas weer aanbrengen.
5. Inschuifrooster inzetten.
Wat te doen als...
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De oven wordt niet warm De oven is niet ingeschakeldDe oven inschakelen
De dagtijd is niet ingesteldDagtijd instellen
De noodzakelijke instellingen zijn
niet uitgevoerd
Instellingen controleren
50
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De automatische uitschakeling
De kinderbeveiliging is ingescha-
De zekering in de huisinstallatie
De magnetron werkt niet De ovendeur is niet goed gesloten Ovendeur - Deur sluiten
De deursluitingen en -sluitingsop-
De toets Start werd niet ingedrukt Toets Start indrukken
De ovenverlichting valt
uit
Op het display brandt "
d" en de oven wordt niet
warm, de ventilator doet
het niet
van de oven is in werking getreden
keld.
(zekeringenkast) is doorgebrand
pervlakken zijn vervuild
Het ovenlampje is stukOvenlampje vervangen
De testfunctie is ingeschakeldApparaat uitschakelen. Houd de
Zie Automatische uitschakeling
Kinderbeveiliging uitschakelen
Als de zekeringen meerdere malen
worden uitgeschakeld, neem dan
contact op met een erkend elektro-installateur
Deursluitingen en -sluitingsop-
pervlakken reinigen
toetsen
drukt, tot er een signaal klinkt en
de weergave " d" verdwijnt
en tegelijk inge-
Als u de storing met de aangegeven oplossingen niet kunt verhelpen, neem dan
contact op met uw vakhandelaar of met de klantenservice.
WAARSCHUWING!
Reparaties aan het apparaat mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Door
onvakkundig uitgevoerde reparaties kunnen grote gevaren voor de gebruiker ontstaan.
In geval van oneigenlijk gebruik kan het bezoek van de technicus van de klantenservice of
van de vakhandelaar ook tijdens de garantieperiode niet zonder kosten plaats vinden.
Aanwijzing voor apparaten met een metalen voorkant: Vanwege de koele voorkant van uw
apparaat kan er zich, na het openen van de deur, tijdens of kort na het bakken of braden,
gedurende korte tijd condens vormen op de glazen binnenkant van de deur.
Montage-instructie
LET OP!
Montage en aansluiting van het nieuwe apparaat mag alleen worden uitgevoerd door een
erkende installateur. Volg deze instructies alstublieft op, omdat anders de garantie in geval
van beschadiging vervalt.
Om gevaarlijke situaties te voorkomen, moeten beschadigde aansluitkabels vervangen worden door onze klantenservice of door een erkend installateur
Veiligheidsaanwijzingen voor de installateur
• In de elektrische installatie moet een voorziening aanwezig zijn, die het mogelijk maakt,
het apparaat met een opening tussen de contacten van minstens 3mm omnipolair van
het net los te koppelen.
Als geschikte scheidingsvoorzieningen gelden bijv. LS-schakelaars, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de fitting gedraaid worden), FI-schakelaars en veiligheidsschakelaars.
• De aansluiting via een contactdoos dient zodanig te zijn uitgevoerd, dat de contactdoos
toegankelijk is en buiten de coördinatieruimte ligt.
• De aanraakbeveiliging moet door de inbouw gegarandeerd zijn.
• De stevigheid van de inbouwkast moet voldoen aan de DIN 68930 norm.
1a
51
380-383
min.
550
min.
560
375
567
13
592
592
20
388
252
52
1b
380-383
380
min.
550
min.
560
375
567
13
592
592
20
388
388
252
1c
380-383
380
380
min. 560
53
592
20
13
388
375
388
375
min.
550
375
567
592
388
252
54
3
0
90
4
2x3,5x25
13
20
Afvalverwerking
Afvalverwerking
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt
waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen
voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt
u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
Verpakkingsmateriaal
Het verpakkingsmateriaal is milieuvriendelijk en geschikt voor hergebruik. Kunststofonderdelen worden door internationale afkortingen zoals bijv. >PE <, >PS< enz gekenmerkt.
Gooi het verpakkingsmateriaal weg in de daarvoor bestemde containers van uw vuilnisophaaldienst.
WAARSCHUWING!
Om ervoor te zorgen dat het apparaat geen gevaar oplevert, moet het onklaar gemaakt
worden voordat u het weggooit.
Trek de stekker uit het stopcontact en verwijder de voedingskabel van het apparaat.
Klantenservice
55
Probeer bij technische storingen eerst met behulp van de gebruiksaanwijzing (Hoofdstuk
"Wat te doen als...") het probleem zelf op te lossen.
Als u het probleem niet op kunt lossen, neem dan contact op met de klantenservice of met
een van onze service-afdelingen.
Om u snel te kunnen helpen, hebben wij de volgende gegevens nodig:
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek
herstellen, zowel binnen als buiten de garantietermijn. De levensduur van het product wordt
Garantie/serviceafdeling
56
daardoor niet negatief beïnvloed. Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de
EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven
onverlet. Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1.Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 ge-
breken aan het product die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van
levering aan de eindgebruiker. In geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen
gebruik is de garantie beperkt tot 12 maanden. Voor tweedehands producten geldt
eveneens een termijn van 12 maanden.
2.De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht in de
toestand die het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld
of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3.Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te voorkomen.
De garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4.Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leverings-
datum te worden overlegd. Bij ontbreken daarvan dient ander overtuigend bewijs te
worden overlegd.
5.De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitro-
keramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik.
6.De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die
voor de waarde en deugdelijkheid van het product onbeduidend zijn.
7.De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
– chemische en elektrochemische inwerking van water,
– abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
– voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden,
– contact met agressieve stoffen.
8.De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze
verantwoordelijkheid is ontstaan, niet-vakkundige installatie of montage, verkeerd
gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9.Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling
of ingrepen door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het product voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor
een defect veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd
aan of gezonden naar onze servicedienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden
gevraagd voor grote of ingebouwde producten.
11. Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst
dat de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt,
worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht.
Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect herhaaldelijk
mislukt of de herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker
een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het
recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode.
Garantie/serviceafdeling
57
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn noch aanvang
van een nieuwe garantietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde
gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten
het product, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het product
niet overtreffen, tenzij wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde producten. Indien een product naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te
gaan of het product voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie,
installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in
het buitenland aangeschafte producten dient de gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking.
Adres Servicedienst: Electrolux Service, Vennootsweg 1, 2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
Reparatievoorwaarden
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de Consumentenbond en Vlehan*.
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk direct, doch uiterlijk
binnen één werkdag worden medegedeeld op welke dag het bezoek van de technicus zal
plaatsvinden. De reparatie zal als regel binnen zeven werkdagen na de melding zijn uitgevoerd.
Art. 2
a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek uitvoeren naar de
vermoedelijke oorzaak van de gemelde storing. Aan de hand hiervan zal hij een zo
nauwkeurig mogelijke, gespecificeerde begroting maken van de totale reparatiekosten
inclusief voorrijkosten en diagnose-kosten. Desgevraagd zal deze begroting door de
technicus schriftelijk worden vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op verzoek het te
repareren toestel worden teruggebracht in de staat waarin het aan de technicus werd
aangeboden. Nadat dit is geschied, zullen alleen de kosten van voorrijden en arbeidsloon
in rekening worden gebracht op basis van de werkelijke bestede tijd, danwel van een
vooraf vastgesteld tarief.
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene omstandigheden niet
tegen het begrote bedrag kan worden uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn, zal overleg met
de consument plaatsvinden en een herziene kostenbegroting worden gemaakt. In geval
de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens het in artikel 2b be-
paalde.
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden uitgevoerd. Indien
om het toestel in werkende staat te brengen een tweede bezoek noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende service-organisatie of
door de technicus met de consument de datum voor een tweede bezoek worden af-
gesproken.
Garantie/serviceafdeling
58
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in rekening worden
gebracht, tenzij de noodzaak voor een herhalingsbezoek aan de consument is toe te
schrijven.
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding van type en
serienummer van het apparaat, omschrijving van de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte onderdelen en materialen en een korte omschrijving van de verrichte werkzaamheden. De betaling van de rekening dient tegen afgifte van een reparatienota direct contant
of door middel van een gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk gebruik een
volledige garantie van minimaal 3 maanden worden gegeven. Deze garantie omvat het
kosteloos uitvoeren van een hernieuwde reparatie. Op de uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een garantietermijn van 12 maanden. Bij een beroep op garantie op de
reparatie dient de consument op verzoek de gespecificeerde rekening van de voorgaande
reparatie aan de technicus te overleggen.
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect bij normaal
huishoudelijk gebruik opnieuw optreedt binnen de onder art. 6 bedoelde garantietermijn
en redelijkerwijs een afdoend resultaat bij het opnieuw uitvoeren van de reparatie niet
verwacht kan worden, zal aan de consument een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel
van hetzelfde merk worden aangeboden tegen bijbetaling op basis van een per product te
bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de consument,
met uitzondering van de onder garantie of tegen een gereduceerde prijs vervangen onderdelen.
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een toestel daarna
weer volledig voldoet aan de veiligheidsvoorschriften, die op grond van een van fabriekswege aangebracht veiligheidskeurmerk gelden, danwel bij het ontbreken daarvan, aan de
wettelijke vereisten terzake. Dit houdt ondermeer in, dat reparaties moeten worden uitgevoerd met originele en door de fabrikant ook terzake van veiligheidskeurmerken en -voor-
schriften gegarandeerde onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland
Adres service-afdeling, Nederland
AEG fabrieksservice Postbus 120 2400 AC Alphen aan den Rijn
Service-informatielijn (voor bezoek servicetechnicus en onder-
tel. 0172-468 300
delen)
Consumentenbelangen (voor algemene, product- of gebruiksin-
tel. 0172-468 172
formatie)
Vanzelfsprekend kunt u ook tijdens de lange levensduur van uw product op ons rekenen.
Daarom nodigen wij u van harte uit uw product kosteloos te registreren op onze internetsite
www.mijnapparaten.nl. Wij kunnen u dan nog beter van dienst zijn met informatie over
producten,gebruiksaanwijzingen, tips, innovaties, oplossingen voor onverhoopte storingen
etc.
Europese Garantie
Europese Garantie
Dit apparaat wordt door Electrolux in elk van de achter in deze handleiding genoemde
landen gedurende de in het bij het apparaat behorende garantiebewijs genoemde periode
of anderszins bij de wet gegarandeerd. Als u van een van deze landen verhuist naar een
ander van de hieronder genoemde landen, verhuist de garantie op het apparaat met u mee.
De volgende beperkingen zijn hierop van toepassing:
• De garantie op het apparaat begint op de datum van eerste aankoop van het apparaat.
Deze datum dient te worden aangetoond door overlegging van een geldig, door de
verkoper van het apparaat afgegeven aankoopbewijs.
• De garantie op het apparaat geldt voor dezelfde periode en in dezelfde mate voor ar-
beidsloon en onderdelen als van toepassing in uw nieuwe land van vestiging op dit
specifieke model of deze specifieke serie apparaten.
• De garantie op het apparaat is persoonlijk, geldt dus voor de oorspronkelijke koper van
het apparaat en kan niet worden overgedragen op een andere gebruiker.
• Het apparaat wordt geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de door Electrolux
afgegeven instructies en wordt alleen in huis gebruikt, dat wil zeggen, het apparaat wordt
niet gebruikt voor commerciële doeleinden.
• Het apparaat wordt geïnstalleerd in overeenstemming met alle relevante voorschriften
die in uw nieuwe land van vestiging van kracht zijn.
De voorwaarden van deze Europese garantie tasten geen van de aan u bij de wet verleende
rechten aan.