AEG HK 654403 XB User Manual [nl]

NL Gebruiksaanwijzing 2
Kookplaat
FR Notice d'utilisation 21
Table de cuisson
HK654403XB
www.aeg.com
2

INHOUDSOPGAVE

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.......................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.............................................................................. 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT..................................................................... 7
4. DAGELIJKS GEBRUIK............................................................................................... 9
5. AANWIJZINGEN EN TIPS...................................................................................... 12
6. ONDERHOUD EN REINIGING.............................................................................. 14
7. PROBLEEMOPLOSSING........................................................................................ 14
8. MONTAGE ..............................................................................................................17
9. TECHNISCHE INFORMATIE.................................................................................. 19
10. ENERGIEZUINIGHEID.......................................................................................... 20
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer. Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van
kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Als het apparaat is uitgerust met een
kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
NEDERLANDS
3
1.2

Algemene veiligheid

Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselementen niet aanraken.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of
olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
4
www.aeg.com
Probeer brand nooit met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met
de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten
is, schakel het apparaat dan uit om het risico op elektrische schokken te voorkomen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

2.1 Montage

WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen.
• Dicht de oppervlakken af met kit om te voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht.
• Bescherm de bodem van het apparaat tegen stoom en vocht.
• Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat
• Als het apparaat geïnstalleerd is
• De onderkant van het apparaat kan
• Zorg ervoor dat er een
valt als de deur of het raam wordt geopend.
boven lades zorg er dan voor dat de ruimte tussen de onderkant van het apparaat en de bovenste lade voldoende is voor luchtcirculatie.
heet worden. Wij raden aan om een onbrandbaar scheidingspaneel te plaatsen onder het apparaat om te voorkomen dat de onderkant kan worden aangeraakt.
ventilatieruimte van 2 mm vrij is tussen het werkblad en de voorkant van de onderste unit. De garantie dekt geen schade veroorzaakt door het gebrek aan een adequate ventilatieruimte.
NEDERLANDS
5
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat u welke werkzaamheden dan ook uitvoert.
• Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur.
• Zorg ervoor dat het apparaat correct is geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroomkabels of stekkers (indien van toepassing) kunnen ervoor zorgen dat de contactklem te heet wordt.
• Gebruik de juiste stroomkabel.
• Voorkom dat de stroomkabels verstrikt raken.
• Zorg ervoor dat er een schokbescherming wordt geïnstalleerd.
• Gebruik het klem om spanning op het snoer te voorkomen.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker (indien van toepassing) het hete apparaat of heet kookgerei niet aanraakt als u het apparaat op de nabijgelegen contactdozen aansluit
• Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker (indien van toepassing) of kabel niet beschadigt. Neem contact op met onze service-afdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen.
• De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie­apparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm.

2.3 Gebruik

WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken.
• Verwijder voor gebruik (indien van toepassing) de verpakking, labels en beschermfolie.
• Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
• Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik.
• Vertrouw niet alleen op de pandetector.
• Leg geen bestek of pannendeksels op de kookzones. Deze kunnen heet worden.
• Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
• Sluit het apparaat direct af van de stroomtoevoer als het oppervlak van het apparaat gebroken is. Dit om elektrische schokken te voorkomen.
6
www.aeg.com
• Gebruikers met een pacemaker moeten een afstand van minimaal 30 cm bewaren van de inductiekookzones als het apparaat in werking is.
• Als u eten in de hete olie doet, kan het spatten.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
• Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop.
• Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken in het glas / glaskeramiek. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op het kookoppervlak.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer.

2.4 Onderhoud en reiniging

• Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.
• Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen voordat u het schoonmaakt.
• Trek voor onderhoudswerkzaamheden de stekker uit het stopcontact.
• Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.

2.5 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.

2.6 Servicedienst

• Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.

3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

2
1 1
11
1 2 43
6
75
9 811
10

3.1 Indeling kookplaat

Inductiekookzone
1
Bedieningspaneel
2

3.2 Indeling bedieningspaneel

NEDERLANDS 7
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
1
2
3
4
5
6
7
8
Tip­toets
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
- Timerindicatie voor de
- Timerdisplay Geeft de tijd in minuten weer.
Functie Opmerking
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
Toetsblokkering / Het kin­derslot
STOP+GO De functie in- en uitschakelen.
Bridge De functie in- en uitschakelen.
kookzones
- Kookzone selecteren:
Het bedieningspaneel vergrendelen/ ontgrendelen.
Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
www.aeg.com8
Tip­toets
9
10
- Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
11
Functie Opmerking
- De tijd verlengen of verkorten.
/
Powerfunctie De functie in- en uitschakelen.

3.3 Kookstanddisplays

Weergave Omschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
+ cijfer
/ /
De kookzone wordt gebruikt.
STOP+GO -functie is in werking.
Automatisch opwarmen -functie is in werking.
Powerfunctie is in werking.
Er is een storing.
OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicatie) : doorgaan met ko­ken / warmhoudstand / restwarmte.
Toetsblokkering / Het kinderslot functie is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone geplaatst.
Automatisch uitschakelen -functie is in werking.

3.4 OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicatie)

WAARSCHUWING!
/ / Er bestaat verbrandingsgevaar door restwarmte. Het controlelampje geeft het niveau van de restwarmte aan.
De inductiekookzones creëren de voor het kookproces benodigde warmte direct in de bodem van de pan. Het glaskeramiek wordt verwarmd door de warmte van de pannen.

4. DAGELIJKS GEBRUIK

NEDERLANDS
9
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

4.1 In- en uitschakelen

Raak 1 seconde aan om de kookplaat in– of uit te schakelen.

4.2 Automatisch uitschakelen

De functie schakelt de kookplaat automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld.
• u de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat hebt ingeschakeld.
• u iets hebt gemorst of iets langer dan 10 seconden op het bedieningspaneel hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig het bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt (b.v. als een pan droogkookt). De kookzone moet afgekoeld zijn voordat u de kookplaat weer kunt gebruiken.
• u ongeschikte pannen gebruikt. Het symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone automatisch uit.
• u een kookzone niet uitschakelt of de kookstand verandert. Na enige tijd
branden en wordt de
gaat kookplaat uitgeschakeld.
De verhouding tussen warmte­instelling en de tijd waarna de kookplaat uitschakelt:
Temperatuurinstel­ling
, 1 - 3
4 - 7 5 uur
8 - 9 4 uur
10 - 14 1,5 uur
De kookplaat scha­kelt uit na
6 uur

4.3 De kookstand

Voor het instellen of wijzigen van de kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste kookstand of beweeg uw vinger langs de bedieningsstrip totdat u de jusite kookstand heeft bereikt.

4.4 Het gebruik van de kookzones

Plaats de pannen op het kruis / vierkant dat op het oppervlak staat waarop u kookt. Dek het kruis / vierkant volledig af. Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de afmeting van het kookgerei aan. U kunt met groot kookgerei op twee kookzones tegelijkertijd koken.

4.5 Bridge-functie

Deze functie verbindt twee kookzones en werken dan samen als één kookzone.
Stel eerst de warmte-instelling in voor één van de kookzones.
Om de functie voor linker / rechter kookzones te activeren: raak /
aan. Raak een van de besturingsensoren links/rechts aan om de kookstand in te stellen of te wijzigen.
Om de functie uit te schakelen: raak
/ aan. De kookzones werken
onafhankelijk. Als u maar één kookzone gebruikt van de
twee dan raden wij aan om de kookzone achter te gebruiken. Ook als u een grote pan gebruikt dan raden wij aan om het kookgerei bij de kookzone achter te gebruiken.
10
www.aeg.com

4.6 Automatisch opwarmen

Als u deze functie activeert, kunt u in minder tijd een benodigde kookstand verkrijgen. De functie schakelt even de hoogste kookstand in en verlaagt dan naar de juiste kookstand.
Om de functie in werking te stellen moet de kookzone koud zijn.
Om de functie voor een kookzone te activeren: raak aan ( gaat aan).
Raak meteen de juiste kookstand aan. Na 3 seconden gaat Om de functie uit te schakelen: wijzig
de kookstand.
branden.

4.7 Powerfunctie

Deze functie maakt meer vermogen beschikbaar voor de inductiekookzones. De functie kan voor een beperkte tijdsduur voor uitsluitend de inductiekookzone worden geactiveerd. Daarna wordt de inductiekookzone automatisch teruggeschakeld naar de hoogste kookstand.
Zie het hoofdstuk 'Technische informatie'.
Om de functie voor een kookzone te activeren: raak aan. gaat aan. Om de functie uit te schakelen: wijzig
de kookstand.

4.8 Timer

Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te stellen hoe lang de kookzone moet werken voor een kooksessie.
Stel eerst de kookzone in en dan de functie. U kunt de kookstand vóór of na
het instellen van de functie instellen.
Kookzone instellen: raak meerdere malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt.
Om de functie in te schakelen: raak van de timer aan om de tijd in te stellen (00 - 99 minuten). Als het lampje van de
kookzone langzaam gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld.
Resterende tijd weergeven:selecteer de kookzone met
van de kookzone gaat sneller knipperen. Op het display wordt de resterende tijd weergegeven.
Om het juiste tijdstip van de dag te wijzigen:selecteer de kookzone met
Raak of aan. Om de functie uit te schakelen: stel de kookzone in met en raak aan. De
resterende tijd telt terug tot 00. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit.
Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00. De kookzone wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak aan.
CountUp Timer (De timer met optelfunctie)
Gebruik deze functie om in de gaten te houden hoe lang de kookzone werkt.
Kookzone instellen: raak meerdere malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt.
Om de functie in te schakelen: raak van de timer aan. gaat aan. Als het
lampje van de kookzone langzaam knippert, wordt de tijd opgeteld. De
display schakelt tussen en getelde tijd (minuten).
Om in de gaten te houden hoelang de kookzone werkt:selecteer de kookzone
. Het indicatielampje van de
met kookzone gaat sneller knipperen. De display geeft aan hoe lang de zone werkt.
Om de functie uit te schakelen:stel de kookzone in met en raak of
aan. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit.
. Het indicatielampje
.
NEDERLANDS
11
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als een kookwekker terwijl de kookplaat is ingeschakeld en de kookzones niet werken (het display van de kookstand
toont ).
Om de functie in te schakelen: Raak aan. Raak of van de timer aan om
de tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak aan.
De functie heeft geen invloed op de werking van de kookzones.

4.9 STOP+GO

Deze functie stelt alle kookzones in voor de laagste warmhoudstand.
Als de functie loopt, kunt u de warmte­instelling niet wijzigen.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Om de functie in te schakelen: raak aan. gaat branden. Om de functie uit te schakelen: Raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.

4.10 Toetsblokkering

U kunt het bedieningspaneel vergrendelen terwijl de kookzones in werking zijn. Hiermee wordt voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat gedurende 4 seconden aan. De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: Raak aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt u deze functie ook.

4.11 Het kinderslot

Deze functie voorkomt dat het kooktoestel onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: zet de kookplaat aan met . Stel geen kookstand in. Raak
gaat aan. Zet de kookplaat uit met .
Om de functie uit te schakelen: zet de kookplaat aan met kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Zet de kookplaat uit met .
Het opheffen van de functie voor maar één kooktijd: zet de kookplaat aan met
. gaat aan. Raak 4 seconden
aan. Stel de kookstand in binnen 10 seconden. U kunt het kooktoestel
bedienen. Als u de kookplaat met uitzet werkt de functie weer.
4 seconden aan.
. Stel geen

4.12 OffSound Control (In- en uitschakelen van de geluiden)

Schakel de kookplaat uit. Raak 3 seconden aan. Het display gaat aan en
uit. Raak gaat branden. Raak aan om één van
het volgende te kiezen:
- de signalen zijn aan Om uw keuze te bevestigen moet u wachten tot de kookplaat automatisch uitschakelt.
Als de functie op staat kunt u de geluiden alleen horen als:
• U
• Kookwekker naar beneden komt
• Timer met aftelfunctie naar beneden komt
• als u iets op het bedieningspaneel plaatst.
3 seconden aan. of
- de signalen zijn uit
aanraakt
12
www.aeg.com

4.13 Vermogensbeheer-functie

• De kookzones zijn gegroepeerd volgens locatie en aantal fasen van de kookplaat. Zie afbeelding.
• Elke fase heeft een maximale elektriciteitslading van 3700 W.
• De functie verdeelt het vermogen tussen de kookzones aangesloten op dezelfde fase.
• De functie wordt geactiveerd als de totale elektriciteitslading van de kookzones aangesloten op een enkle fase de 3700 W overschrijdt.
• De functie verlaagt het vermogen naar de andere kookzones aangesloten op dezelfde fase.

5. AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

5.1 Kookgerei

Bij een inductiekookzone zorgt een sterk elektro­magnetisch veld ervoor dat het kookgerei erg snel heet wordt.
Gebruik de inductiekookzones met geschikt kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
correct: gietijzer, staal, geëmailleerd staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt als geschikt voor inductie door de fabrikant).
niet correct: aluminium, koper, messing, glas, keramiek, porselein.
Het kookgerei is geschikt voor een inductiekookplaat als:
• een beetje water op een zone met de hoogste kookstand binnen korte tijd wordt verwarmd.
• een magneet vast blijft zitten aan de bodem van het kookgerei.
De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
• Het warmte-instellingsdisplay van de verlaagde zone verandert tussen twee niveaus.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de grootte van de bodem van de pan aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft betrekking op de diameter van het kookgerei. Kookgerei met een diameter die kleiner is dan het minimum, ontvangt slechts een deel van het vermogen dat door de kookzone wordt gegenereerd.
Zie het hoofdstuk 'Technische informatie'.

5.2 Lawaai tijdens gebruik

Als u dit hoort:
• krakend geluid: de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwich-constructie).
• fluitend geluid: bij gebruik van de kookzone met een hoge kookstand en als de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwich­constructie)
• Zoemen: als u hoge kookstanden gebruikt.
• Klikken: er treedt elektrische schakeling op.
• Sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben niets met een defect van de kookplaat te maken.
NEDERLANDS 13

5.3 Öko Timer (Eco-timer)

Om energie te besparen schakelt het verwarmingselement van de kookzone eerder uit dan het signaal van de timer met aftelfunctie klinkt. Het verschil in werkingstijd hangt af van het niveau van de kookstand en de tijd dat u kookt.
niet lineair. Wanneer u de warmte­instelling verhoogt, is dit niet proportioneel met de toename in stroomverbruik van de kookzone. Het betekent dat de kookzone met de medium warmte-instelling minder dan de helft van het vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende

5.4 Voorbeelden van kooktoepassingen

tabel dienen slechts als richtlijn.
De relatie tussen het stroomverbruik van de warmte-instelling en de kookzone is
Verwarmings­stand
- 1
1 - 3 Hollandaisesaus, smelten: bo-
1 - 3 Stollen: luchtige omeletten,
3 - 5 Zachtjes aan de kook brengen
5 - 7 Stomen van groenten, vis en
7 - 9 Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor
7 - 9 Bereiden van grotere hoeveel-
9 - 12 Lichtjes braden: kalfsoester,
12 - 13 Door-en-door gebraden, op-
14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (gou-
Gebruik om: Tijd
(min)
Bereide gerechten warmhou­den.
ter, chocolade, gelatine.
gebakken eieren.
van rijst en gerechten op melk­basis, reeds bereide gerechten opwarmen.
vlees.
heden voedsel, stoofschotels en soepen.
cordon bleu van kalfsvlees, ko­teletten, rissoles, worstjes, le­ver, roux, eieren, pannenkoe­ken, donuts.
gebakken aardappelen, len­denbiefstukken, steaks.
lash, stoofvlees), frituren van friet.
zoals nodig
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
10 - 40 Met deksel bereiden.
25 - 50 Voeg minstens tweemaal zo-
20 - 45 Een paar eetlepels vocht toe-
60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingre-
zoals nodig
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd
Tips
Een deksel op het kookgerei doen.
veel vloeistof toe als rijst, melkgerechten tijdens het be­reiden tussendoor roeren.
voegen.
750 g aardappelen.
diënten.
Halverwege de bereidingstijd omdraaien.
omdraaien.
www.aeg.com14
Verwarmings­stand
Gebruik om: Tijd
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Powerfunctie is ge­activeerd.

6. ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

6.1 Algemene informatie

• Reinig de kookplaat na elk gebruik.
• Gebruik altijd pannen met een schone bodem.
• Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat.
• Gebruik een speciale schraper voor de glazen plaat.
6.2 De kookplaat
schoonmaken
Verwijder direct: gesmolten plastic, gesmolten folie en suikerhoudende
Tips
(min)
gerechten. Anders kan het vuil de kookplaat beschadigen. Plaats de speciale schraper schuin op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat voldoende is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek.

7. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

7.1 Wat moet u doen als…

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de kookplaat niet in­schakelen of bedienen.
De kookplaat is niet aange­sloten op een stopcontact of is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de kookplaat goed is aangesloten op het lichtnet. Raadpleeg het aan­sluitingsschema.
Loading...
+ 30 hidden pages