AEG ENN2911AOW User Manual

ENN2911AOW
................................................ .............................................
NL KOEL-VRIESCOMBINATIE GEBRUIKSAANWIJZING 2 EN FRIDGE FREEZER USER MANUAL 24 DE KÜHL - GEFRIERSCHRANK BENUTZERINFORMATION 44
www.electrolux.com
2
INHOUD
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. BEDIENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
5. ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
6. PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
7. MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
8.
GELUIDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
9. TECHNISCHE GEGEVENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
WE DENKEN AAN U
Bedankt om een Electrolux-apparaat te kopen. U koos voor een product dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.electrolux.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan. Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt. De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie. Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
NEDERLANDS 3
1.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
In het belang van uw veiligheid en om een correct gebruik te kunnen waarborgen is het van belang dat u, alvorens het appa­raat te installeren en in gebruik te nemen, deze gebruiksaanwijzing, inclusief de tips en waarschuwingen, grondig doorleest. Om onnodige vergissingen en ongevallen te voorkomen is het belangrijk ervoor te zorgen dat alle mensen die het apparaat gebruiken, volledig bekend zijn met de werking ervan en de veiligheidsvoorzienin­gen. Bewaar deze instructies en zorg er­voor dat zij bij het apparaat blijven als het wordt verplaatst of verkocht, zodat ieder­een die het apparaat gedurende zijn hele levensduur gebruikt, naar behoren is geïn­formeerd over het gebruik en de veiligheid van het apparaat. Voor de veiligheid van mensen en eigen­dommen dient u zich aan de voorzorgs­maatregelen uit dit instructieboekje te houden, de fabrikant is niet verantwoor­delijk voor schade die door het niet opvol­gen van de aanwijzingen veroorzaakt is.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat is niet bedoeld voor ge­bruik door personen (waaronder begre­pen kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun vei­ligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon in­structie hebben ontvangen over het ge­bruik van het apparaat.
Houd kinderen uit de buurt om te voor­komen dat ze met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen. Gevaar voor verstikking.
• Als u het apparaat afdankt trek dan de stekker uit het stopcontact, snij de voe­dingskabel door (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen een elektri­sche schok krijgen of zichzelf in het ap­paraat opsluiten.
• Als dit apparaat, dat voorzien is van een magnetische deursluiting, een ouder
apparaat vervangt, dat voorzien is van een veerslot (slot) op de deur of het deksel, zorg er dan voor dat u het slot onbruikbaar maakt voordat u het oude apparaat weggooit. Dit voorkomt dat kinderen er in opgesloten kunnen ra­ken.
1.2 Algemene veiligheid
WAARSCHUWING!
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaan­de als ingebouwde modellen.
• Dit apparaat is bedoeld voor het bewa­ren van levensmiddelen en/of dranken in een gewoon huishouden en gelijkaar­dig gebruik zoals:
– personeelskeukens in winkels, kanto-
ren of andere werkomgevingen;
– door gasten in hotels, motels en an-
dere residentiële omgevingen; – bed-and-breakfast-accommodatie; – catering en gelijkaardige niet-com-
mercieel gebruik.
• Gebruik geen mechanische hulpmidde­len of kunstgrepen om het ontdooipro­ces te versnellen.
• Gebruik geen andere elektrische appa­raten (bijvoorbeeld ijsmachines) in koel­kasten, tenzij ze voor dit doel goedge­keurd zijn door de fabrikant.
• Let op dat u het koelcircuit niet bescha­digt.
• Het koelmiddel isobutaan (R600a) be­vindt zich in het koelcircuit van het ap­paraat, dit is een natuurlijk gas dat wel­iswaar milieuvriendelijk is, maar ook ui­terst ontvlambaar.
Controleer of de onderdelen van het koelcircuit tijdens transport en installatie van het apparaat niet beschadigd zijn geraakt.
Indien het koelcircuit beschadigd is: – open vuur en ontstekingsbronnen
vermijden
– de ruimte waar het apparaat zich be-
vindt grondig ventileren
www.electrolux.com
4
• Het is gevaarlijk om wijzigingen aan te
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig
• Haal geen artikelen uit het vriesvak en
• Stel het apparaat niet langdurig bloot
• De eventuele gloeilampen in dit appa-
1.3 Dagelijks gebruik
• Zet geen hete potten op de kunststof
• Bewaar geen brandbare gassen of
brengen in de specificaties of dit pro­duct op enigerlei wijze te modificeren. Een beschadigd netsnoer kan kortslui­ting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken.
WAARSCHUWING!
Alle elektrische onderdelen (net­snoer, stekker, compressor) mo­gen om gevaar te voorkomen uit­sluitend worden vervangen door een erkende onderhoudsdienst of gekwalificeerd onderhoudsperso­neel.
1.
Het netsnoer mag niet verlengd worden.
2.
Verzeker u ervan dat de stekker niet platgedrukt of beschadigd wordt door de achterkant van het apparaat. Een platgedrukte of be­schadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken.
3.
Verzeker u ervan dat u de stekker van het apparaat kunt bereiken.
4.
Trek niet aan het snoer.
5.
Als de stekker los zit, steek hem dan niet in het stopcontact. Dan bestaat er een risico op een elektri­sche schok of brand.
6.
U mag het apparaat niet gebruiken zonder het afdekkapje (indien van toepassing) van het lampje.
als u het apparaat verplaatst.
raak ze niet aan als uw handen vochtig/ nat zijn, dit kan uw huid beschadigen of vrieswonden veroorzaken.
aan direct zonlicht.
raat zijn speciaal geselecteerd en uit­sluitend bedoeld voor gebruik in huis­houdelijke apparaten. De lampjes zijn niet geschikt voor de verlichting van ruimtes.
onderdelen in het apparaat.
vloeistoffen in het apparaat, deze kun­nen ontploffen.
• Zet geen levensmiddelen direct tegen de luchtopening in de achterwand. (Als het apparaat rijpvrij is)
• Diepgevroren voedsel mag niet op­nieuw worden ingevroren als het een­maal ontdooid is.
• Bewaar voorverpakte diepvriesproduc­ten volgens de aanwijzingen van de fa­brikant.
• U dient zich strikt te houden aan de aanbevelingen van de fabrikant van het apparaat met betrekking tot het bewa­ren van voedsel. Raadpleeg de betref­fende aanwijzingen.
• Leg geen koolzuurhoudende of mous­serende dranken in de vriezer, deze veroorzaken druk op de fles die daar­door kan ontploffen, dit kan schade toebrengen aan het apparaat.
• IJslollies kunnen vrieswonden veroorza­ken als ze rechtstreeks vanuit het appa­raat geconsumeerd worden.
1.4 Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Maak het apparaat niet schoon met metalen voorwerpen.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs van het apparaat te krabben. Ge­bruik een kunststof schraper.
• Controleer de afvoer in de koelkast re­gelmatig op dooiwater. Maak de afvoer, indien nodig, schoon. Als de afvoer ver­stopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen.
1.5 Installatie
Voor de aansluiting van elektriciteit dienen de instructies in de desbe­treffende paragrafen nauwgezet te worden opgevolgd.
• Pak het apparaat uit en controleer of er beschadigingen zijn. Sluit het apparaat niet aan als het beschadigd is. Meld mogelijke beschadigingen onmiddellijk bij de winkel waar u het apparaat ge­kocht heeft. Gooi in dat geval de ver­pakking niet weg.
• Wij adviseren u om 4 uur te wachten voordat u het apparaat aansluit, dan
kan de olie terugvloeien in de compres­sor.
• Rond het apparaat dient adequate luchtcirculatie te zijn, anders kan dit tot oververhitting leiden. Om voldoende ventilatie te verkrijgen de instructies met betrekking tot de installatie opvolgen.
• De achterkant dient zo mogelijk tegen een muur geplaatst te worden, teneinde te voorkomen dat hete onderdelen (compressor, condensator) aangeraakt kunnen worden en brandwonden ver­oorzaken.
• Het apparaat mag niet vlakbij radiatoren of kooktoestellen geplaatst worden.
• Verzeker u ervan dat de stekker bereik­baar is nadat het apparaat geïnstalleerd is.
• Aansluiten op de drinkwatervoorziening (indien voorzien van een wateraanslui­ting).
1.6 Onderhoud
• Alle elektrotechnische werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van onderhoud aan het apparaat, die­nen uitgevoerd te worden door een ge-
NEDERLANDS 5
kwalificeerd elektricien of competent persoon.
• Dit product mag alleen worden onder­houden door een erkend onderhouds­centrum en er dient alleen gebruik te worden gemaakt van originele reser­veonderdelen.
1.7 Bescherming van het milieu
Dit apparaat bevat geen gassen die de ozonlaag kunnen beschadi­gen, niet in het koelcircuit en evenmin in de isolatiematerialen. Het apparaat mag niet worden weggegooid bij het normale huis­houdelijke afval. Het isolatie­schuim bevat ontvlambare gas­sen: het apparaat moet wegge­gooid worden conform de van toepassing zijnde regels die u bij de lokale overheidsinstanties kunt verkrijgen. Voorkom beschadiging aan de koeleenheid, vooral aan de achterkant bij de warmtewisse­laar. De materialen die gebruikt zijn voor dit apparaat en die voor-
zien zijn van het symbool recyclebaar.
zijn
2. BEDIENING
2.1 Inschakelen
Steek de stekker in het stopcontact. Draai de thermostaatknop op een gemid­delde stand.
2.2 Uitschakelen
Draai de thermostaatknop op de stand "O" om het apparaat uit te schakelen.
2.3 Temperatuurregeling
De temperatuur wordt automatisch gere­geld. Ga als volgt te werk om het apparaat in werking te stellen:
• draai de thermostaatknop op een lage­re stand om de minimale koude te ver­krijgen.
• draai de thermostaatknop op een hoge­re stand om de maximale koude te ver­krijgen.
Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest geschikt.
De exacte instelling moet echter gekozen worden rekening houdend met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
• de omgevingstemperatuur
• hoe vaak de deur geopend wordt
• de hoeveelheid voedsel die bewaard wordt
• plaatsing van het apparaat.
www.electrolux.com
6
Als de omgevingstemperatuur hoog is of als het apparaat volle­dig gevuld is en de thermostaat­knop op de koudste instelling staat, kan het apparaat continu werken waardoor er ijs op de ach­terwand gevormd wordt. In dat geval moet de knop op een hoge­re temperatuur gezet worden om automatische ontdooiing mogelijk te maken en zodoende het ener­gieverbruik te beperken.
3. DAGELIJKS GEBRUIK
3.1 Voordat u het apparaat voor
de eerste keer gebruikt
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typi­sche geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
Gebruik geen oplosmiddelen of schuurmiddelen. Deze beschadi­gen de lak.
3.2 Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en voor het voor een lange periode bewaren van ingevroren en diepgevroren voedsel. Om vers voedsel in te vriezen moet de ge­middelde instelling veranderd worden. Om het invriezen sneller te laten verlopen moet u de thermostaatknop echter op een hogere stand instellen om de maxi­male koude te kunnen verkrijgen.
In deze omstandigheden kan de temperatuur in de koelkast tot on­der de 0°C dalen. Als dat gebeurt de thermostaatknop op een war­mere stand instellen.
Zet het verse voedsel dat u in wilt vriezen op het bovenste vak.
3.3 Het bewaren van ingevroren
voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is in­schakelt, het apparaat minstens 2 uur op een hoge instelling laten werken voordat u er producten in plaatst. Als er grote hoeveelheden voedsel be­waard moeten worden, alle laden en kor­ven uit het apparaat verwijderen en het voedsel op de koelschappen zetten, hier­mee verkrijgt u het beste resultaat.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat het voedsel de beladingslimiet, die op de zijkant van het bovenste gedeelte is ver­meld, niet overschrijdt (indien van
toepassing)
In het geval van onbedoelde ont­dooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met tech­nische kenmerken onder "tijds­duur" is vermeld, moet het ont­dooide voedsel snel geconsu­meerd worden of onmiddellijk be­reid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is).
3.4 Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op kamertemperatuur laten ontdooien,
afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is. Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in dat geval zal de be­reiding iets langer duren.
3.5 Het maken van ijsblokjes
Dit apparaat is uitgerust met een of meer bladen voor het maken van ijsblokjes. Vul deze bladen met water en zet ze dan in het vriesvak.
3.7 Temperatuurweergave
3.8 Verplaatsbare schappen
NEDERLANDS 7
Gebruik geen metalen instrumen­ten om de laden uit de vriezer te halen.
3.6 Koude accumulators
De vriezer is uitgerust met minstens een koude accumulator die de bewaartijd ver­lengt in geval van een stroomonderbre­king of stroomuitval.
Dit apparaat wordt verkocht in Frankrijk. In overeenstemming met de richt­lijnen die gelden in dit land, moet dit apparaat worden geleverd met een speciaal onderdeel (zie afbeel­ding). Dit onderdeel is geplaatst in de onderste lade van de koelkast om de koudste zone aan te ge­ven.
De wanden van de koelkast zijn voorzien van een aantal glijschoenen zodat de le­grekken op de gewenste plaats gezet kunnen worden.
www.electrolux.com
8
3.9 Het plaatsen van de deurplateaus
Om het bewaren van voedselpakketten van verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen de schappen op verschil­lende hoogtes worden geplaatst. Om deze aanpassingen uit te voeren, gaat u als volgt te werk: trek het schap geleidelijk in de richting van de pijlen totdat het los komt en plaats het schap op een andere gewenste hoogte terug.
1
2
3.10 FREESTORE-functie in en uit
1
2
3.11 Vochtigheidsregeling
Met de FREESTORE-functie wordt voed­sel snel gekoeld en wordt de temperatuur in het koelvak gelijkmatiger. Druk op de schakelaar (1) om de FREES­TORE aan te zetten. Het groene lampje (2) gaat aan. Deze voorziening maakt snelle koeling van levensmiddelen mogelijk en zorgt voor een gelijkmatiger temperatuur in het vak.
Schakel de functie FREESTORE in als de kamertemperatuur hoger dan 25° C is.
De glasplaat omvat een constructie met inkepingen (afstelbaar door middel van een schuifhendel), waarmee u de tempe­ratuur in de groentelade(s) kunt regelen. Wanneer de ventilatieopeningen gesloten zijn: wordt het natuurlijke vochtgehalte van het voedsel in de fruit- en groentelades langer behouden. Als de ventilatieopeningen geopend zijn: heeft meer luchtcirculatie een lagere luchtvochtigheidsgehalte tot gevolg in de fruit- en groentelades.
4. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
NEDERLANDS 9
4.1 Tips voor energiebesparing
• De deur niet vaker openen of open la­ten staan dan strikt noodzakelijk.
• Als de omgevingstemperatuur hoog is, de thermostaatknop op een lage tem­peratuur staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de compressor continu aan staan waardoor er ijs op de ver­damper ontstaat. Als dit gebeurt, zet u de thermostaatknop naar een warmere instelling om de koelkast automatisch te laten ontdooien en zo elektriciteits­verbruik te besparen.
4.2 Tips voor het koelen van
vers voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
• Zet geen warm voedsel of verdampen­de vloeistoffen in de koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder als het een sterke geur heeft
• plaats het voedsel zodanig dat de lucht er vrijelijk omheen kan circuleren
4.3 Nuttige tips voor het koelen
Nuttige tips: Vlees (alle soorten) in plastic zakken ver­pakken en op het glazen schap leggen, boven de groentelade. Bewaar het, voor de veiligheid, slechts een of maximaal twee dagen op deze ma­nier. Gekookt voedsel, koude schotels, enz.: deze moeten afgedekt worden en mogen op willekeurig welk schap gezet worden. Fruit en groente: deze moeten zorgvuldig schoongemaakt worden en in de speciaal daarvoor bedoelde lade(n) geplaatst wor­den. Boter en kaas: dit moet in speciale lucht­dichte bakjes gelegd of in aluminiumfolie of plastic zakjes gewikkeld worden om zoveel mogelijk lucht buiten te sluiten. Melkflessen: deze moeten een afdekdop hebben en opgeslagen worden in het fles­senrek in de deur. Bananen, aardappelen, uien en knoflook, indien niet verpakt, mogen niet in de koel­kast bewaard worden.
4.4 Tips voor het invriezen
Om u te helpen om het beste van het in­vriesproces te maken, volgen hier een paar belangrijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden. is ver­meld op het typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen voedsel toe;
• vries alleen vers en grondig schoonge­maakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in;
• bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig wor­den ingevroren en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn;
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat dit laatste warm wordt;
• smalle pakjes zijn makkelijker op te ber­gen dan dikke; zout maakt voedsel minder lang houdbaar;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de huid vastvriezen;
• het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is;
4.5 Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u:
• verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschik­te wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen;
• zorg ervoor dat de ingevroren levens­middelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk
www.electrolux.com
10
• als voedsel eenmaal ontdooid is, be­derft het snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren;
5. ONDERHOUD EN REINIGING
• bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaar­periode.
LET OP!
Voordat u welke onderhoudshan­deling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen; onder­houd en herladen mag alleen uit­gevoerd worden door bevoegde technici.
5.1 Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
• maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep.
• controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verze­keren dat ze schoon zijn en vrij van res­tjes zijn.
• spoel ze af en maak ze grondig droog.
Trek niet aan leidingen en/of ka­bels aan de binnenkant van de kast en verplaats of beschadig ze niet. Gebruik nooit schoonmaakmidde­len, schuurpoeders, erg geparfu­meerde reinigingsproducten en waspolijstmiddelen om de binnen­kant schoon te maken, aangezien deze het oppervlak beschadigen en een sterke geur achterlaten.
Maak de condensor (zwart rooster) en de compressor op de achterkant van het ap­paraat schoon met een borstel of stofzui­ger. Deze handeling zal de prestatie van het apparaat verbeteren en het elektrici­teitsverbruik besparen.
Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet beschadigt.
Veel normaal verkrijgbare keukenreinigers bevatten chemicaliën die de kunststoffen die in dit apparaat gebruikt zijn kunnen aantasten/beschadigen. Daarom wordt het aanbevolen de buitenkant van dit ap­paraat alleen schoon te maken met warm water met een beetje afwasmiddel. Steek, na het schoonmaken van het ap­paraat, de stekker weer in het stopcon­tact.
5.2 Het ontdooien van de koelkast
5.3 De vriezer ontdooien
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de schappen van de vriezer en rond het bovenste vak. Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
NEDERLANDS 11
Rijp wordt elke keer als de compressor­motor tijdens normale werking stopt, au­tomatisch van de verdamper van het koel­vak verwijderd. Het dooiwater loopt via een afvoergaatje in een speciale opvang­bak aan de achterkant van het apparaat, boven de compressormotor, waar het verdampt. Het is belangrijk om het afvoergaatje van het dooiwater in het midden van het koel­vak regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat het water overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat druppe­len.
Zet, ongeveer 12 uur voordat u gaat ontdooien, de temperatuur­regelaar op een hogere stand, om voldoende koudereserve op te bouwen voor de onderbreking tij­dens de werking.
www.electrolux.com
12
Volg onderstaande aanwijzingen om de rijp te verwijderen:
1.
Het apparaat uitschakelen
2.
Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in een paar lagen kranten­papier en leg het op een koele plaats.
LET OP!
Raak ingevroren voedsel niet met natte handen aan. Uw handen kunnen dan aan de producten vastvriezen.
3.
Laat de deur open staan en steek de kunststof schraper in de daarvoor be­doelde opening in het midden van de bodem, plaats er een opvangbak on­der om het dooiwater op te vangen.
Om het ontdooiproces te versnel­len kunt u een bak warm water in het vriesvak zetten. Verwijder bo­vendien stukken ijs die afbreken voordat het ontdooien voltooid is.
4.
Na afloop van het ontdooien de bin­nenkant grondig droog maken en de schraper bewaren voor toekomstig gebruik.
5.
Schakel het apparaat in.
6.
Zet het eerder verwijderde voedsel na twee tot drie uur terug in het vriesvak.
5.4 Periodes dat het apparaat
niet gebruikt wordt
Als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt, neem dan de volgende voorzorgsmaatregelen:
trek de stekker uit het stopcontact
• verwijder al het voedsel,
• Ontdooi het apparaat (indien nodig) en toebehoren en maak alles schoon
Gebruik nooit scherpe metalen hulpmid­delen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd kunnen raken. Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te ver­snellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. Een temperatuurstijging tijdens het ont­dooien van de ingevroren levensmiddelen, kan de veilige bewaartijd verkorten.
• laat de deur/deuren op een kier staan om de vorming van onaangename luchtjes te voorkomen.
Als uw apparaat aan blijft staan, vraag dan iemand om het zo nu en dan te con­troleren, om te voorkomen dat het be­waarde voedsel bederft, als de stroom uitvalt.
6. PROBLEMEN OPLOSSEN
NEDERLANDS 13
WAARSCHUWING!
Voordat u storingen opspoort, de stekker uit het stopcontact trek­ken. Het opsporen van storingen die niet in deze handleiding vermeld zijn, dient te worden verricht door een gekwalificeerd technicus of competent persoon.
Er zijn tijdens de normale werking geluiden te horen (compressor, koelcircuit).
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het lampje
Het apparaat is uitgescha­keld.
Schakel het apparaat in.
brandt niet.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Het apparaat krijgt geen
stroom. Er staat geen spanning op het stopcon­tact.
Steek de stekker goed in het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch apparaat aan op het stop­contact. Neem contact op met een gekwalificeerd elektricien.
Het lampje werkt niet.
Het lampje staat in stand­by.
Sluit en open de deur.
Het lampje is stuk. Zie 'Het lampje vervangen'.
De compressor werkt continu.
De deur is niet goed ge-
De temperatuur is niet goed ingesteld.
Stel een hogere tempera­tuur in.
Zie 'De deur sluiten'.
sloten.
De deur is te vaak open
gedaan.
Laat de deur niet langer open staan dan noodzake­lijk.
De temperatuur van het
product is te hoog.
Laat het product afkoelen tot kamertemperatuur voor­dat u het opbergt.
De kamertemperatuur is te
hoog.
Er loopt water over de achterkant van de koelkast.
Er loopt water in de
Tijdens het automatische ontdooiproces ontdooit de rijp tegen de achterwand.
De waterafvoer is verstopt. Maak de waterafvoer
koelkast.
Producten verhinderen het
water om in de waterop­vangbak te lopen.
Verlaag de kamertempera­tuur.
Dit is normaal.
schoon. Zorg ervoor dat de produc-
ten de achterwand niet ra­ken.
www.electrolux.com
14
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er loopt water over de vloer.
De temperatuur in het apparaat is te laag/hoog.
De temperatuur in de koelkast is te hoog.
De temperatuur in de vriezer is te hoog.
Er is te veel rijpvor­ming.
De deur is niet goed ge-
De temperatuurregelaar is
6.1 Het lampje vervangen
6.2 De deur sluiten
1.
2.
De dooiwaterafvoer loopt niet in de verdamperbak boven de compressor.
De thermostaatknop is niet goed ingesteld.
Er is geen koude luchtcir­culatie in het apparaat aanwezig.
Producten zijn te dicht op elkaar geplaatst.
Het product is niet goed verpakt.
sloten.
niet goed ingesteld.
Maak de afdichtingen van de deur schoon.
Stel de deur, indien nodig, af. Raad­pleeg "Montage".
Maak de dooiwaterafvoer vast op de verdamperbak.
Stel een hogere/lagere tem­peratuur in.
Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het appa­raat aanwezig is.
Bewaar de producten op een manier die een koude luchtcirculatie mogelijk maakt.
Verpak het op de juiste ma­nier.
Zie 'De deur sluiten'.
Stel een hogere tempera­tuur in.
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Verwijder de schroef van de afdekking van het lampje.
3.
Verwijder de afdekking van het lampje (raadpleeg de afbeelding).
4.
Vervang het kapotte lampje door een nieuw lampje met hetzelfde vermogen dat specifiek bedoeld is voor huishou­delijke apparaten. (het maximale ver­mogen wordt getoond op de afdek­king van het lampje).
5.
Plaats de afdekking van het lampje terug.
6.
Draai de schroef van de afdekking van het lampje vast.
7.
Steek de stekker in het stopcontact.
8.
Open de deur. Controleer of het lampje gaat branden.
3.
Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met de klantenservice.
7. MONTAGE
NEDERLANDS 15
WAARSCHUWING!
Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking van het apparaat eerst de "veiligheidsinformatie" aandachtig door, alvorens het ap­paraat te installeren.
7.1 Opstelling
Installeer dit apparaat op een plaats waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van het apparaat:
Kli-
Omgevingstemperatuur maat­klasse
SN +10°C tot + 32°C N +16°C tot + 32°C ST +16°C tot + 38°C T +16°C tot + 43°C
7.2 Elektrische aansluiting
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typepla-
tje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. Het apparaat moet geaard zijn. De net­snoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet ge­aard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstem­ming met de geldende regels, raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien. De fabrikant neemt geen verantwoorde­lijkheid op zich als de bovenstaande vei­ligheidsmaatregelen niet worden nage­leefd. Dit apparaat voldoet aan de EU. richtlij­nen.
7.3 Omkeerbaarheid van de deur
De deur van het apparaat gaat naar rechts open. Als u wilt dat de deur naar links open gaat, ga dan, voordat u het ap­paraat installeert, als volgt te werk.
• Maak de bovenste pen los en verwijder deze.
• Verwijder de bovenste deur.
• Verwijder het afstandsstuk.
www.electrolux.com
16
7.4 Ventilatievereisten
• Draai het middelste scharnier los.
• Verwijder de onderste deur
• Maak de onderste pen los en verwijder deze.
Op de tegenoverliggende zijde:
• Zet de onderste pen vast.
• Monteer de onderste deur.
• Zet het middelste scharnier vast.
• Installeer het afstandsstuk.
• Monteer de bovenste deur.
• Zet de bovenste pen vast.
5 cm
min. 200 cm
2
7.5 De installatie van het apparaat
LET OP!
Zorg ervoor dat het aansluitsnoer vrij kan bewegen.
min. 200 cm
De luchtcirculatie achter het apparaat moet voldoende zijn.
2
Ga als volgt te werk:
NEDERLANDS 17
Knip indien nodig de zelfklevende af­dichtstrip op maat en bevestig het op
x
het apparaat zoals aangegeven op de afbeelding.
x
Plaats het apparaat in de nis. Duw het apparaat in de richting van de pijl (1) totdat het afdekplaatje van de opening aan de bovenkant tegen het
2
keukenmeubel aankomt. Duw het apparaat in de richting van de pijl (2) tegen de kast tegenover het scharnier.
1
4 mm
44 mm
Stel het apparaat af in de nis. Zorg ervoor dat de afstand tussen het apparaat en de voorste rand van de kast 44 mm is. Het afdekplaatje voor het onderste scharnier (in de zak met accessoires) zorgt ervoor dat de afstand tussen het apparaat en het keukenmeubel correct is. Zorg ervoor dat er een ruimte van 4 mm tussen het apparaat en de kast aanwe­zig is. Open de deur. Bevestig het afdekplaatje van het onderste scharnier op de juiste plek.
www.electrolux.com
18
Bevestig het apparaat met 4 schroeven in de nis.
I
I
Verwijder het juiste onderdeel van het afdekplaatje van het scharnier (E). Ver­wijder onderdeel DX als het scharnier rechts staat, of onderdeel SX als het scharnier links staat.
Bevestig de afdekplaatjes (C, D) aan de uitsteeksels en de gaten van de schar­nieren.
C
D
E
E
Installeer het ventilatierooster (B). Bevestig de de afdekplaatjes (E) op het scharnier.
B
NEDERLANDS 19
Bevestig het apparaat tegen de zijkant van het keukenmeubel:
1.
Draai de schroeven van onderdeel (G) los en plaats onderdeel (G) te-
G
H
gen het keukenmeubel.
2.
Draai de schroeven van het onder­deel (G) weer vast.
3.
Bevestig het onderdeel (H) aan het onderdeel (G).
Maak de onderdelen (Ha), (Hb), (Hc) en (Hd) los.
ca. 50 mm
ca. 50 mm
Monteer onderdeel (Ha) aan de binnen­kant van de keukenkastdeur.
90°
21 mm
90°
21 mm
www.electrolux.com
20
Hc
Ha
8 mm
Hb
Duw onderdeel (Hc) op onderdeel (Ha).
Zet de deur van het apparaat en de keukenkastdeur open onder een hoek van 90°. Plaats het kleine vierkantje (Hb) in de geleider (Ha). Zet de deur van het apparaat en de keukenkastdeur tegen elkaar en mar­keer de gaten.
Ha
8 mm
K
Verwijder de haken en markeer een af­stand van 8 mm vanaf de buitenrand van de deur waar de spijker moet wor­den vastgemaakt (K).
Ha
Hb
NEDERLANDS 21
Plaats het kleine vierkantje terug op de geleider en bevestig het met de bijgele­verde schroeven. Lijn de deur van het keukenmeubel en de deur van het apparaat uit met behulp van het onderdeel (Hb).
Hb
Druk onderdeel (Hd) op onderdeel (Hb). Voer een eindcontrole uit en verzeker u ervan dat:
• alle schroeven zijn aangedraaid.
• De afdichtingsstrip goed bevestigd is aan de kast.
• De deur goed open en dicht gaat.
Hd
8. GELUIDEN
Tijdens normaal gebruik hoort u geluiden (compressor, koelmiddelcirculatie).
OK
SSSRR
HISSS!
BLUBB!
R!
CLICK!
BRRR!
CRACK!
Loading...
+ 47 hidden pages