AEG EGT7355NOK User Manual [nl]

EGT7355
................................................ .............................................
NL KOOKPLAAT GEBRUIKSAANWIJZING 2 FR TABLE DE CUISSON NOTICE D'UTILISATION 18 DE KOCHFELD BENUTZERINFORMATION 34
www.electrolux.com
2
INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
4. DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
5. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
6. ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
7. PROBLEEMOPLOSSING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
8.
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
9. TECHNISCHE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
WE DENKEN AAN U
Bedankt om een Electrolux-apparaat te kopen. U koos voor een product dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.electrolux.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan. Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt. De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie. Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installa­tie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet ver­antwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het appa­raat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invali­diteit.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelij­ke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een ge­brek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan van een volwassene of van iemand die verant­woordelijk is voor hun veiligheid.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin­deren.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het appa­raat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
• Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren.
• Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
NEDERLANDS 3
1.2 Algemene veiligheid
• Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselemen­ten niet aanraken.
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart afstandbedieningssysteem.
www.electrolux.com
4
• Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie
• Probeer brand nooit met water te blussen, maar scha-
• Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
• Als de glaskeramische oppervlakte gebarsten is, scha-
kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
kel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
te maken.
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
kel het apparaat dan uit om het risico op elektrische schokken te voorkomen.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit apparaat is geschikt voor de volgende markten: BE
LU
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietech­nicus mag het apparaat installe­ren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen.
• Dicht de oppervlakken af met kit om te
voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht.
• Bescherm de bodem van het apparaat
tegen stoom en vocht.
• Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat hete pennen van het apparaat val­len als de deur of het raam wordt geo­pend.
• Als het apparaat geïnstalleerd is boven lades zorg er dan voor dat de ruimte tussen de onderkant van het apparaat en de bovenste lade voldoende is voor luchtcirculatie.
• De onderkant van het apparaat kan heet worden. Wij raden aan om een on­brandbaar scheidingspaneel te plaatsen onder het apparaat om te voorkomen dat de onderkant kan worden aange­raakt.
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat u welke werkzaamheden dan ook uit­voert.
• Gebruik de juiste stroomkabel.
• Voorkom dat de stroomkabels verstrikt raken.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker (indien van toepassing) het hete apparaat of heet kookgerei niet aan­raakt als u het apparaat op de nabijge­legen contactdozen aansluit
• Zorg ervoor dat het apparaat correct is geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroom­kabels of stekkers (indien van toepas­sing) kunnen ervoor zorgen dat de con­tactklem te heet wordt.
• Zorg ervoor dat er een schokbescher­ming wordt geïnstalleerd.
• Zorg ervoor dat het snoer niet wordt belast door trekken.
• Zorg dat u de hoofdstekker (indien van toepassing) of kabel niet beschadigt. Neem contact op met de service-afde­ling of een elektromonteur om een be­schadigde hoofdkabel te vervangen.
• De elektrische installatie moet een isola­tieapparaat bevatten waardoor het ap­paraat volledig van het lichtnet afgeslo­ten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm.
• Gebruik alleen de juiste isolatie-appara­ten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de hou­der worden verwijderd), aardlekschake­laars en contactgevers.
Gasaansluiting
• Alle gasaansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
• Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig is.
• Op het typeplaatje staat informatie over de gastoevoer.
• Dit apparaat mag niet aangesloten wor­den op een inrichting dat producten af­voert voor verbranding. Sluit het appa­raat aan volgens de geldende installa­tieregels. Let op de vereisten voor vol­doende ventilatie.
NEDERLANDS 5
2.2 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken
• Gebruik dit apparaat in een huishoude­lijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
• Bedien het apparaat niet met natte han­den of als het contact maakt met water.
• Leg geen bestek of deksels van steel­pannen op de kookzones. Ze zijn heet.
• Zet de kookzone op "uit" na elk ge­bruik.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
• Sluit het apparaat direct af van de stroomtoevoer als het oppervlak van het apparaat gebroken is. Dit om elek­trische schokken te voorkomen.
WAARSCHUWING!
Brand- of explosiegevaar.
• Verhitte vetten en olie kunnen ontvlam­bare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het appa­raat.
• Zet geen hete pannen op het bedie­ningspaneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop.
www.electrolux.com
6
• Geen aluminiumfolie op het apparaat
• Pannen van gietijzer, aluminium of met
• Zorg voor een goede ventilatie in de
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
• Gebruik alleen stabiel kookgerei met de
• Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de
• Zorg ervoor dat de pannen in het mid-
• Gebruik alleen de accessoires die zijn
• Plaats geen vlamverdeler op de bran-
leggen.
beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken in het glaskeramiek. Til de­ze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op het kookoppervlak.
ruimte waar het apparaat is geënstal­leerd.
niet geblokkeerd zijn.
juiste vorm en een diameter groter dan de afmetingen van de branders. Er be­staat een risico op oververhitting en breken van de glazen plaat (indien toe­passelijk).
knop snel van de maximale stand naar de minimale stand draait.
den van de ringen worden gezet en niet uitsteken over de randen van het koo­koppervlak.
meegeleverd met het apparaat.
der.
• Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.
• Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen.
• De branders niet in de afwasautomaat reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
2.4 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Neem contact met uw plaatselijke over­heid voor informatie m.b.t. correcte af­valverwerking van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
• Maak de externe gasleidingen plat.
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het appa­raat.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Indeling kookplaat
1
Normale brander
1
2
Snelle brander
2
3
4
Driekronenbrander
3
Bedieningsknoppen
4
NEDERLANDS 7
3.2 Bedieningsknoppen
Symbool Beschrijving
geen gastoevoer / uit-stand
ontstekings­stand / maximale gastoevoer
4. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei­ligheid.
4.1 Ontsteking van de brander
WAARSCHUWING!
Ga voorzichtig te werk bij het ge­bruik van branders (open vuur) in de keuken. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden in geval van onjuist gebruik van de vlam.
De brander steeds aansteken voor u het kookgerei plaatst.
Symbool Beschrijving
minimale gastoe­voer
mokoppel kan opwarmen. Anders zal de gastoevoer worden onderbroken.
3.
Stel de vlam af zodra deze regelmatig brandt.
Als de brander na enkele pogin­gen niet aan gaat, controleer dan of de kroon en de deksel goed op hun plaats zitten.
Om de brander aan te steken:
1.
Druk de bedieningsknop helemaal in en draai de knop linksom naar de
maximale stand
2.
Houd de bedieningsknop ongeveer 5 seconden ingedrukt zodat het ther-
.
www.electrolux.com
8
A) B) C) D) E)
Branderdeksel Messing branderkroon Branderkroon Ontstekingsbougie Thermokoppeling
WAARSCHUWING!
A
B
C
D
E
Houd de bedieningsknop niet lan­ger dan 15 seconden ingedrukt. Als de brander na 15 seconden nog niet brandt, de bedienings­knop loslaten en minstens 1 mi­nuut wachten voordat u opnieuw probeert de vlam te ontsteken.
Bij afwezigheid van elektrische stroom kunt u de brander ontste­ken zonder elektrische inrichting. Breng in dat geval een vlam in de buurt van de brander, druk de desbetreffende knop in en draai ze tegen de wijzers van de klok in; naar de stand voor een maximale gasontwikkeling.
Draai als de brander per ongeluk uit gaat de bedieningsknop naar de uit stand en probeer na mini­maal 1 minuut de brander weer aan te steken.
A
B
A)
Branderdeksel
B)
Branderkroon
C)
Ontstekingsbougie
D)
Thermokoppeling
C
D
4.2 De brander uitschakelen
Draai de knop naar het symbool om de vlam te doven.
5. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei­ligheid.
5.1 Energiebesparing
• Doe indien mogelijk altijd een deksel op het kookgerei.
• Wanneer de vloeistof begint te koken, draait u de vlam omlaag, totdat de vloeistof zachtjes pruttelt.
Gebruiken alleen kookgerei met een bo­demdiameter die geschikt is voor de af­meting van de plaat.
Driekronenbrander 180 - 260
De vonkontsteking kan automa­tisch starten wanneer u de stekker in het stopcontact steekt, na de installatie of na een stroomonder­breking. Dat is normaal.
WAARSCHUWING!
Draai de vlam altijd lager of scha­kel hem uit voordat u de pan van de brander haalt
Brander Diameter
van de pan-
nen
mm
NEDERLANDS 9
Brander Diameter
van de pan-
nen
Snelle brander 180 - 260
mm
Normaal (linksachter) 120 - 240
mm
Normaal (rechtsvoor) 120 - 180
mm
Normaal (linksvoor) 120 - 180
mm
WAARSCHUWING!
Gebruik geen gietijzeren pannen, grillstenen of grillplaten op gas­branders.
WAARSCHUWING!
Zorg dat de potten niet op de be­dieningsknoppen staan. Als de bedieningsknoppen zich onder de potten bevinden, dan zal de vlam deze opwarmen. Zet één pan niet op twee bran­ders.
6. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zorg dat de handvaten van de pot niet boven de voorste rand van het werkblad komen. Zorg dat de potten zich in het midden van de ringen bevinden, voor een maxi­mum aan stabiliteit en lager gas­verbruik.
Zet geen instabiele of beschadigde pan­nen op de pannendragers om morsen en letsel te voorkomen.
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit een vlammenwer­per.
WAARSCHUWING!
Vloeistoffen die tijdens het koken worden gemorst kunnen ervoor zorgen dat het glas breekt.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei­ligheid.
WAARSCHUWING!
Om het apparaat te reinigen moet u het apparaat eerst uitzetten en laten afkoelen. Haal voordat u rei­nigings- of onderhoudswerkzaam­heden uitvoert de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van het apparaat.
WAARSCHUWING!
Een hoog vochtgehalte of onder­dompeling van de branders in wa­ter kan leiden tot schade aan het oppervlak.
• U kunt de pannendrager verwijderen voor een gemakkelijke reiniging van de kookplaat.
• Was de geëmailleerde deksel met warm zeepwater en laat het goed drogen al­vorens het terug te plaatsen.
• De kronen van de messing branders kunnen donkerder worden na lang ge­bruik. Ga als volgt te werk om de don­kere plekken te verwijderen:
– Maak een mengsel van 50% water
en 50% wijnazijn.
– Week de kronen maximaal 10 minu-
ten in het mengsel. Verwijder de vlek­ken met een spons.
– Spoel de kronen af in water om het
mengsel te verwijderen en laat ze drogen.
• Was de onderdelen van roestvrij staal af met water en droog ze vervolgens met een zachte doek.
www.electrolux.com
10
• De pansteunen zijn niet bestand tegen
• Als u de pansteunen afwast met de
• Zorg er na het reinigen van de pansteu-
• Zorg ervoor dat de armen van de pan-
Ga zeer voorzichtig te werk bij het
Droog het apparaat na reiniging af met een zachte doek.
Verwijderen van vuil:
1.
2.
3.
afwassen in een afwasautomaat. Hij moet met de hand worden afgewas­sen.
hand, let dan op bij het afdrogen, om­dat ze door het emailleerproces soms scherpe randen hebben. Verwijder hardnekkige vlekken zo nodig met een pastareiniger.
nen voor dat u ze in de juiste stand te­rugplaatst.
steunen in het midden van de brander zitten zodat de brander goed kan wer­ken.
vervangen van de pannendrager, dit om schade aan het oppervlak van de kookplaat te vermijden.
Verwijder direct: gesmolten plas-
tic, gesmolten folie en suikerhou­dende gerechten.
Schakel het apparaat uit en laat
het afkoelen voordat u het schoonmaakt: kalk- en waterkrin­gen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kook­plaat.
Reinig het apparaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel.
Wrijf het apparaat ten slotte droog
met een schone doek.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen messen, schrapers of gelijksoortige hulpmiddelen om het glazen oppervlak of de kieren tussen de branders en het frame schoon te maken (indien van toe­passing).
WAARSCHUWING!
Schuif de pannen niet over het glas want dit kan krassen op het oppervlak veroorzaken. Laat ook geen harde of scherpe voorwer­pen op het glas vallen of de rand van de kookplaat raken.
Om de pansteunen in de juiste positie te houden, zijn ze gemonteerd op metalen pennen die zich op de zijkanten van de kookplaat bevinden. Voor een betere rei­niging kunnen pansteunen verwijderd worden van de kookplaat. Til de pansteu­nen op en houd ze in horizontale positie zoals getoond in de laatste afbeelding.
Til de pansteunen niet schuin op, omdat de metalen pennen zo worden belast. De pennen kunnen hierdoor beschadigd raken en breken.
De vorm van de pansteunen en de hoe­veelheid branders kan verschillen bij an­dere modellen van het apparaat.
NEDERLANDS 11
grondig, om moeilijkheden bij het aanste­ken te voorkomen, en controleer of de branderkroonopeningen niet verstopt zijn.
6.1 Reinigen van de ontstekingsknop
Dit onderdeel is uitgerust met een kerami­sche ontstekingsbougie met een metalen elektrode. Reinig deze onderdelen altijd
7. PROBLEEMOPLOSSING
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
Er is geen vonk als de brander wordt aangesto­ken.
• Het branderdeksel en
De vlam gaat meteen na de ontsteking uit.
De gasring brandt onre­gelmatig.
Als er een storing optreedt, probeer dan eerst zelf een oplossing voor het pro­bleem te vinden. Als u niet zelf het pro­bleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de serviceafdeling.
Als u het apparaat verkeerd heeft gebruikt, of als de installatie niet is uitgevoerd door een erkende monteur, dan is het bezoek van de klantenservicemonteur of van uw leverancier mogelijk niet gratis, zelfs niet in de garantieperiode.
• Er is geen elektrische
• Het thermokoppel is
• De branderkroon is ver-
6.2 Periodiek onderhoud
Raadpleeg regelmatig uw lokale serviceaf­deling, om de staat van de gastoevoerlei­ding en de drukregelaar (indien gemon­teerd) te controleren.
voeding.
de kroon zitten niet goed op hun plaats.
niet voldoende opge­warmd.
stopt met etensresten.
Deze gegevens zijn nodig om u snel en goed te kunnen helpen. Deze ge­gevens vindt u op het typeplaatje.
• Modelbeschrijving ............
• Productnummer (PNC) .............
• Serienummer (S.N.)..............
Gebruik alleen originele reserveonderde­len. Deze zijn verkrijgbaar bij onze klan­tenservice en erkende winkels met reser­veonderdelen.
• Controleer of het appa­raat goed is aangeslo­ten en de elektrische voeding is ingescha­keld.
• Controleer de zekering. Als de zekering meer dan een keer doorslaat, raadpleeg dan een be­voegde elektricien.
• Controleer of het bran­derdeksel en de kroon goed op hun plaats zit­ten.
• Houd, na het ontsteken van de vlam, de knop circa 5 sec. ingedrukt.
• Controleer of de hoofd­inspuiter niet verstopt is en of de branderkroon schoon is.
www.electrolux.com
12
7.1 Labels meegeleverd in de
zak met accessoires
Bevestig de stickers zoals hieronder weergegeven:
A B C
MOD.
PROD.NO.
SER.NO
DATA
A)
Plak de sticker op de garantiekaart en verstuur dit deel (indien van toepas­sing)
8. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei­ligheid.
WAARSCHUWING!
De volgende instructies over de installatie en het onderhoud moe­ten opgevolgd worden door vak­kundig personeel in overeenstem­ming met de geldende voorschrif­ten.
MOD.
PROD.NO.
SER.NO
DATA
MODELMODEL
0049
03 IT
MADE IN ITALY
MOD. PROD.NO. SER.NO.
B)
Plak de sticker op de garantiekaart en
TYPE 230V-50Hz IP20
bewaar dit deel (indien van toepassing)
C)
Plak de sticker op het instructieboekje.
voorzichtig wanneer de kookplaat wordt samengebracht met een oven. De aansluiting moet worden uitgevoerd in overeenstemming met voorschrift NBN D 5I.003.
8.1 Gasaansluiting
De aansluiting op de gastoevoer moet worden uitgevoerd met behulp van een AGB-kraan. Kies vaste aansluitingen of gebruik een flexibele leiding in AGB (roest­vrij staal), in overeenstemming met de voorschriften die van kracht zijn. Als u fle­xibele metalen leidingen gebruikt, moet u opletten dat deze niet in aanraking komen met bewegende onderdelen, of dat ze niet vastgeklemd worden. Wees ook
Controleer of de gastoevoerdruk van het apparaat voldoet aan de aanbevolen waarden. De verstel­bare aansluiting wordt op de uit­breidingsbrug bevestigd met be­hulp van een schroefdraadmoer G 1/2". Alle onderdelen die getoond worden op de afbeelding zijn reeds in de fabriek gemonteerd. Het apparaat werd voor het de fa­briek verliet getest, om voor u de beste resultaten te verzekeren.
ABC
A)
Uiteinde van as met moer
B)
Wasautomaat
C)
Elleboog
Vloeibaar gas
Gebruik de rubberen pijphouder voor vloeibaar liquid gas. Koppel altijd de pak­king vast. Ga vervolgens door met de gasaansluiting. De flexibele leiding is klaar voor gebruik als de leiding:
– ze niet meer kan worden opgewarmd
dan kamertemperatuur, (hoger dan 30
°C) – niet langer is dan 1500 mm; – geen knikken vertoont; – niet onderworpen is aan tractie of tor-
sie; – de leiding niet in aanraking komt met
scherpe randen of hoeken – de leiding gemakkelijk onderzocht kan
worden om de toestand ervan te con-
troleren. De controle van de staat van de flexibele leiding bestaat erin te controleren of:
– ze geen barsten, sneden, vlekken of
brandsporen vertoont op de twee uit-
einden en over de volledige lengte – het materiaal niet gehard is, maar de
juiste elasticiteit vertoont – de bevestigingsklemmen niet verroest
zijn
NEDERLANDS 13
– de vervaldatum niet is verstreken. Als er een of meerdere defecten waar­neembaar zijn, mag de leiding niet worden gerepareerd, maar moet ze worden ver­vangen.
Controleer waneer de installatie is voltooid of elke leidingfitting goed is afgedicht. Gebruik een zeepop­lossing, geen vlam!
8.2 Vervanging van gasinspuiters
1.
Verwijder de pannendrager.
2.
Verwijder de branderkappen en -kro­nen.
3.
Verwijder met een dopsleutel 7 de hoofdsproeiers, en vervang ze door de sproeiers die vereist zijn voor het type gas dat u gebruikt (zie de tabel in het hoofdstuk 'Technische gege­vens').
4.
Zet de onderdelen in omgekeerde volgorde terug.
5.
Vervang het typeplaatje (naast de gastoevoerleiding) door het plaatje voor het nieuwe type gastoevoer. U kunt het plaatje vinden in het zakje
dat bij het apparaat geleverd is. Als de toevoergasdruk aanpasbaar is of verschilt van de vereiste druk, moet u een geschikte drukregelaar op de gastoevoer­leiding monteren.
8.3 Instellen van het minimumniveau
Het minimumniveau van de branders af­stellen:
1.
Steek de brander aan.
2.
Draai de knop naar de minimumposi-
tie.
3.
Verwijder de knop.
4.
Stel de by-passschroefstand in met
een dunne schroevendraaier.
www.electrolux.com
14
A)
• Als u overschakelt van aardgas G20/
• Als u overschakelt van vloeibaar gas op
8.4 Aansluiting aan het elektriciteitsnet
• Zorg er voor dat het aangegeven volta-
• Dit apparaat wordt geleverd met een
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
• Zorg ervoor dat het netsnoer na instal-
• Trek niet aan het netsnoer om het ap-
• Er is brandgevaar als het apparaat ver-
• Laat de stroomkabel niet warmer wor-
A
De bypass-schroef
G25 20/25 mbar op vloeibaar gas, draai de schroef dan helemaal vast.
aardgas G20/G25 20/25 mbar, draai de bypass-schroef dan ongeveer 1/4 draai los (1/2 draai bij een Driekronen­brander).
WAARSCHUWING!
Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de knop snel van de maximale stand naar de minimale stand draait.
ge en het type stroom op het typepla­tje overeenkomen met het voltage en stroomtype van uw lokale stroomleve­rancier.
netsnoer. Dit moet zijn voorzien van een geschikte stekker, die geschikt is voor de belasting die vermeld is op het iden­tificatieplaatje. Zorg dat u de stekker in een goed stopcontact steekt.
schokbestendig stopcontact.
latie bereikbaar is.
paraat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
binding maakt met een verlengkabel, een adapter of een meervoudige aan­sluiting. Zorg ervoor dat de aarde-aan­sluiting overeenkomt met de normen en regelgeving.
den dan 90° C.
Zorg ervoor dat u de blauwe neutrale ka­bel aansluit op de aansluiting met de letter "N" erop. Sluit de bruine (of zwarte) fase­kabel aan op de aansluiting met de letter "L". Zorg dat de fasekabel altijd verbinding maakt.
8.5 Vervanging van het aansluitsnoer
Gebruik om de aansluitkabel te vervangen alleen het type H05V2V2-F T90 of een ge­lijksoortig type. Zorg ervoor dat de door­snede van het snoer geschikt is voor het voltage en de bedrijfstemperatuur. De geel/groene aardedraad moet ongeveer 2 cm langer zijn dan de bruine (of zwarte) fasedraad.
8.6 Inbouw
min. 650 mm
560 mm
min. 55 mm
480 mm
min. 450 mm
30 mm
A
B
A)
meegeleverde afdichting
B)
meegeleverde steunen
LET OP!
Installeer het apparaat alleen op een werkblad met een plat opper­vlak.
8.7 Mogelijkheden voor inbouw
Keukenmeubel met deur
Het paneel geïnstalleerd onder de kook­plaat moet eenvoudig te verwijderen zijn en eenvoudig toegang bieden indien tech­nische hulp nodig is.
NEDERLANDS 15
Keukenmeubel met oven
De afmetingen van de uitsparing voor de kookplaat moeten overeenkomen met de voorgeschreven inbouwmaten en het keu­kenmeubel moet voorzien zijn van ventila­tiegaten om een continue luchttoevoer te kunnen garanderen. Om veiligheidsrede­nen en om een gemakkelijke verwijdering van de oven uit het meubel mogelijk te maken, moeten de elektrische aansluitin­gen van de kookplaat en de oven afzon­derlijk geïnstalleerd worden.
50 cm
360 cm
2
2
120 cm
180 cm
2
2
30 mm
A
60 mm
min 20 mm (max 150 mm)
B
A)
Verwijderbaar paneel
B)
Ruimte voor aansluitingen
9. TECHNISCHE INFORMATIE
Afmetingen kookplaat
Breedte: 740 mm
Lengte: 510 mm
www.electrolux.com
16
Inbouwafmetingen kookplaat
Lengte: 480 mm
Breedte: 560 mm
Brandervermogen
Driekronenbrander: 3.8 kW Snelle brander: 2.2 kW Normale brander: 1.65 kW TOTAAL VERMOGEN: G20/G25 (2E+) 20/25 mbar = 10.95 kW
G20 (2E) 20 mbar = 10.95 kW G30 (3+) 28-30 mbar = 778 g/h
G31 (3+) 37 mbar = 764 g/h Elektrische voeding: 230 V ~ 50 Hz Categorie: II2E+3+ (BE)
I2E (LU) Gasaansluiting: R 1/2" Gastoevoer: G20/G25 (2E+) 20/25 mbar (BE)
G20 (2E) 20 mbar (LU) Apparaatklasse: 3
Diameter van de brander
Brander Ø By-pass in
1/100 mm
Brander Ø By-pass in
1/100 mm
Normale brander 32 Driekronenbrander 56
Snelle brander 52
Gasbranders voor AARDGAS G20/G25 20/25 mbar (BE) - G20 20 mbar (LU)
BRANDER
NORMAAL VERMOGEN
kW
inj. 1/100 mm
Normale brander 1.65 86
x
Snelle brander 2.2 98
x
Driekronenbrander 3.8 146
Gasbranders voor LPG G30/G31 28-30/37 mbar
G30
28-30
mbar
37 mbar
g/h g/h
G31
BRANDER
Normaal VERMO-
GEN
kW
inj. 1/100
mm
Normale brander 1.6 64 116 114 Snelle brander 2.1 076 153 150
Loading...
+ 36 hidden pages