Bedankt om een Electrolux-apparaat te kopen. U koos voor een product dat jaren professionele
ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen met u in het achterhoofd.
Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult
krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.electrolux.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een
foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht
staan van een volwassene of van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is
heet.
• Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging,
raden wij aan dit te activeren.
• Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
NEDERLANDS3
1.2 Algemene veiligheid
• Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan
worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselementen niet aanraken.
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of een
apart afstandbedieningssysteem.
www.electrolux.com
4
• Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie
• Probeer brand nooit met water te blussen, maar scha-
• Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
• Als de glaskeramische oppervlakte gebarsten is, scha-
kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
kel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de
vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
te maken.
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst,
aangezien ze heet kunnen worden.
kel het apparaat dan uit om het risico op elektrische
schokken te voorkomen.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit apparaat is geschikt voor de volgende
markten: BE
LU
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
• Dicht de oppervlakken af met kit om te
voorkomen dat ze gaan opzetten door
vocht.
• Bescherm de bodem van het apparaat
tegen stoom en vocht.
• Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat hete pennen van het apparaat vallen als de deur of het raam wordt geopend.
• Als het apparaat geïnstalleerd is boven
lades zorg er dan voor dat de ruimte
tussen de onderkant van het apparaat
en de bovenste lade voldoende is voor
luchtcirculatie.
• De onderkant van het apparaat kan
heet worden. Wij raden aan om een onbrandbaar scheidingspaneel te plaatsen
onder het apparaat om te voorkomen
dat de onderkant kan worden aangeraakt.
Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de stekker uit het
stopcontact is getrokken, voordat u
welke werkzaamheden dan ook uitvoert.
• Gebruik de juiste stroomkabel.
• Voorkom dat de stroomkabels verstrikt
raken.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of
stekker (indien van toepassing) het hete
apparaat of heet kookgerei niet aanraakt als u het apparaat op de nabijgelegen contactdozen aansluit
• Zorg ervoor dat het apparaat correct is
geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroomkabels of stekkers (indien van toepassing) kunnen ervoor zorgen dat de contactklem te heet wordt.
• Zorg ervoor dat er een schokbescherming wordt geïnstalleerd.
• Zorg ervoor dat het snoer niet wordt
belast door trekken.
• Zorg dat u de hoofdstekker (indien van
toepassing) of kabel niet beschadigt.
Neem contact op met de service-afdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen.
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat
moet een contactopening hebben met
een minimale breedte van 3 mm.
• Gebruik alleen de juiste isolatie-apparaten: stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
Gasaansluiting
• Alle gasaansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden
gemaakt.
• Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie
in het apparaat aanwezig is.
• Op het typeplaatje staat informatie over
de gastoevoer.
• Dit apparaat mag niet aangesloten worden op een inrichting dat producten afvoert voor verbranding. Sluit het apparaat aan volgens de geldende installatieregels. Let op de vereisten voor voldoende ventilatie.
NEDERLANDS5
2.2 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden of
elektrische schokken
• Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
• Leg geen bestek of deksels van steelpannen op de kookzones. Ze zijn heet.
• Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
• Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van
het apparaat gebroken is. Dit om elektrische schokken te voorkomen.
WAARSCHUWING!
Brand- of explosiegevaar.
• Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of
verwarmde voorwerpen uit de buurt van
vet en olie als u er mee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft kunnen
spontane ontbranding veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten bevat
kan brand veroorzaken bij een lagere
temperatuur dan olie die voor de eerste
keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei op
het apparaat vallen. Het oppervlak kan
beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
www.electrolux.com
6
• Geen aluminiumfolie op het apparaat
• Pannen van gietijzer, aluminium of met
• Zorg voor een goede ventilatie in de
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
• Gebruik alleen stabiel kookgerei met de
• Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de
• Zorg ervoor dat de pannen in het mid-
• Gebruik alleen de accessoires die zijn
• Plaats geen vlamverdeler op de bran-
leggen.
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken in het glaskeramiek. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet
verplaatsen op het kookoppervlak.
ruimte waar het apparaat is geënstalleerd.
niet geblokkeerd zijn.
juiste vorm en een diameter groter dan
de afmetingen van de branders. Er bestaat een risico op oververhitting en
breken van de glazen plaat (indien toepasselijk).
knop snel van de maximale stand naar
de minimale stand draait.
den van de ringen worden gezet en niet
uitsteken over de randen van het kookoppervlak.
meegeleverd met het apparaat.
der.
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Gebruik geen waterstralen of stoom om
het apparaat te reinigen.
• De branders niet in de afwasautomaat
reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik
geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
2.4 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
• Maak de externe gasleidingen plat.
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Indeling kookplaat
1
Normale brander
1
2
Snelle brander
2
3
4
Driekronenbrander
3
Bedieningsknoppen
4
NEDERLANDS7
3.2 Bedieningsknoppen
SymboolBeschrijving
geen gastoevoer /
uit-stand
ontstekingsstand / maximale
gastoevoer
4. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
4.1 Ontsteking van de brander
WAARSCHUWING!
Ga voorzichtig te werk bij het gebruik van branders (open vuur) in
de keuken. De fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden in
geval van onjuist gebruik van de
vlam.
De brander steeds aansteken
voor u het kookgerei plaatst.
SymboolBeschrijving
minimale gastoevoer
mokoppel kan opwarmen. Anders zal
de gastoevoer worden onderbroken.
3.
Stel de vlam af zodra deze regelmatig
brandt.
Als de brander na enkele pogingen niet aan gaat, controleer dan
of de kroon en de deksel goed op
hun plaats zitten.
Om de brander aan te steken:
1.
Druk de bedieningsknop helemaal in
en draai de knop linksom naar de
maximale stand
2.
Houd de bedieningsknop ongeveer 5
seconden ingedrukt zodat het ther-
Houd de bedieningsknop niet langer dan 15 seconden ingedrukt.
Als de brander na 15 seconden
nog niet brandt, de bedieningsknop loslaten en minstens 1 minuut wachten voordat u opnieuw
probeert de vlam te ontsteken.
Bij afwezigheid van elektrische
stroom kunt u de brander ontsteken zonder elektrische inrichting.
Breng in dat geval een vlam in de
buurt van de brander, druk de
desbetreffende knop in en draai
ze tegen de wijzers van de klok in;
naar de stand voor een maximale
gasontwikkeling.
Draai als de brander per ongeluk
uit gaat de bedieningsknop naar
de uit stand en probeer na minimaal 1 minuut de brander weer
aan te steken.
A
B
A)
Branderdeksel
B)
Branderkroon
C)
Ontstekingsbougie
D)
Thermokoppeling
C
D
4.2 De brander uitschakelen
Draai de knop naar het symbool om
de vlam te doven.
5. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
5.1 Energiebesparing
• Doe indien mogelijk altijd een deksel op
het kookgerei.
• Wanneer de vloeistof begint te koken,
draait u de vlam omlaag, totdat de
vloeistof zachtjes pruttelt.
Gebruiken alleen kookgerei met een bodemdiameter die geschikt is voor de afmeting van de plaat.
Driekronenbrander180 - 260
De vonkontsteking kan automatisch starten wanneer u de stekker
in het stopcontact steekt, na de
installatie of na een stroomonderbreking. Dat is normaal.
WAARSCHUWING!
Draai de vlam altijd lager of schakel hem uit voordat u de pan van
de brander haalt
BranderDiameter
van de pan-
nen
mm
NEDERLANDS9
BranderDiameter
van de pan-
nen
Snelle brander180 - 260
mm
Normaal (linksachter)120 - 240
mm
Normaal (rechtsvoor)120 - 180
mm
Normaal (linksvoor)120 - 180
mm
WAARSCHUWING!
Gebruik geen gietijzeren pannen,
grillstenen of grillplaten op gasbranders.
WAARSCHUWING!
Zorg dat de potten niet op de bedieningsknoppen staan. Als de
bedieningsknoppen zich onder de
potten bevinden, dan zal de vlam
deze opwarmen.
Zet één pan niet op twee branders.
6. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zorg dat de handvaten van de pot
niet boven de voorste rand van
het werkblad komen. Zorg dat de
potten zich in het midden van de
ringen bevinden, voor een maximum aan stabiliteit en lager gasverbruik.
Zet geen instabiele of beschadigde pannen op de pannendragers om morsen en
letsel te voorkomen.
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit een vlammenwerper.
WAARSCHUWING!
Vloeistoffen die tijdens het koken
worden gemorst kunnen ervoor
zorgen dat het glas breekt.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
WAARSCHUWING!
Om het apparaat te reinigen moet
u het apparaat eerst uitzetten en
laten afkoelen. Haal voordat u reinigings- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert de stekker van het
apparaat uit het stopcontact.
Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed
op de werking van het apparaat.
WAARSCHUWING!
Een hoog vochtgehalte of onderdompeling van de branders in water kan leiden tot schade aan het
oppervlak.
• U kunt de pannendrager verwijderen
voor een gemakkelijke reiniging van de
kookplaat.
• Was de geëmailleerde deksel met warm
zeepwater en laat het goed drogen alvorens het terug te plaatsen.
• De kronen van de messing branders
kunnen donkerder worden na lang gebruik. Ga als volgt te werk om de donkere plekken te verwijderen:
– Maak een mengsel van 50% water
en 50% wijnazijn.
– Week de kronen maximaal 10 minu-
ten in het mengsel. Verwijder de vlekken met een spons.
– Spoel de kronen af in water om het
mengsel te verwijderen en laat ze
drogen.
• Was de onderdelen van roestvrij staal af
met water en droog ze vervolgens met
een zachte doek.
www.electrolux.com
10
• De pansteunen zijn niet bestand tegen
• Als u de pansteunen afwast met de
• Zorg er na het reinigen van de pansteu-
• Zorg ervoor dat de armen van de pan-
• Ga zeer voorzichtig te werk bij het
Droog het apparaat na reiniging af met
een zachte doek.
Verwijderen van vuil:
1.
2.
3.
afwassen in een afwasautomaat. Hij
moet met de hand worden afgewassen.
hand, let dan op bij het afdrogen, omdat ze door het emailleerproces soms
scherpe randen hebben. Verwijder
hardnekkige vlekken zo nodig met een
pastareiniger.
nen voor dat u ze in de juiste stand terugplaatst.
steunen in het midden van de brander
zitten zodat de brander goed kan werken.
vervangen van de pannendrager, dit
om schade aan het oppervlak van
de kookplaat te vermijden.
– Verwijder direct: gesmolten plas-
tic, gesmolten folie en suikerhoudende gerechten.
– Schakel het apparaat uit en laat
het afkoelen voordat u het
schoonmaakt: kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig
glanzende verkleuringen. Gebruik
een specifiek schoonmaakmiddel
voor het oppervlak van de kookplaat.
Reinig het apparaat met een vochtige
doek en een beetje afwasmiddel.
Wrijf het apparaat ten slotte droog
met een schone doek.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen messen, schrapers
of gelijksoortige hulpmiddelen om
het glazen oppervlak of de kieren
tussen de branders en het frame
schoon te maken (indien van toepassing).
WAARSCHUWING!
Schuif de pannen niet over het
glas want dit kan krassen op het
oppervlak veroorzaken. Laat ook
geen harde of scherpe voorwerpen op het glas vallen of de rand
van de kookplaat raken.
Om de pansteunen in de juiste positie te
houden, zijn ze gemonteerd op metalen
pennen die zich op de zijkanten van de
kookplaat bevinden. Voor een betere reiniging kunnen pansteunen verwijderd
worden van de kookplaat. Til de pansteunen op en houd ze in horizontale positie
zoals getoond in de laatste afbeelding.
Til de pansteunen niet schuin op,
omdat de metalen pennen zo
worden belast. De pennen kunnen
hierdoor beschadigd raken en
breken.
De vorm van de pansteunen en de hoeveelheid branders kan verschillen bij andere modellen van het apparaat.
NEDERLANDS11
grondig, om moeilijkheden bij het aansteken te voorkomen, en controleer of de
branderkroonopeningen niet verstopt zijn.
6.1 Reinigen van de
ontstekingsknop
Dit onderdeel is uitgerust met een keramische ontstekingsbougie met een metalen
elektrode. Reinig deze onderdelen altijd
7. PROBLEEMOPLOSSING
ProbleemMogelijke oorzaakoplossing
Er is geen vonk als de
brander wordt aangestoken.
• Het branderdeksel en
De vlam gaat meteen na
de ontsteking uit.
De gasring brandt onregelmatig.
Als er een storing optreedt, probeer dan
eerst zelf een oplossing voor het probleem te vinden. Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact
op met uw verkoper of de serviceafdeling.
Als u het apparaat verkeerd heeft
gebruikt, of als de installatie niet is
uitgevoerd door een erkende
monteur, dan is het bezoek van
de klantenservicemonteur of van
uw leverancier mogelijk niet gratis,
zelfs niet in de garantieperiode.
• Er is geen elektrische
• Het thermokoppel is
• De branderkroon is ver-
6.2 Periodiek onderhoud
Raadpleeg regelmatig uw lokale serviceafdeling, om de staat van de gastoevoerleiding en de drukregelaar (indien gemonteerd) te controleren.
voeding.
de kroon zitten niet
goed op hun plaats.
niet voldoende opgewarmd.
stopt met etensresten.
Deze gegevens zijn nodig om u snel
en goed te kunnen helpen. Deze gegevens vindt u op het typeplaatje.
• Modelbeschrijving ............
• Productnummer (PNC) .............
• Serienummer (S.N.)..............
Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Deze zijn verkrijgbaar bij onze klantenservice en erkende winkels met reserveonderdelen.
• Controleer of het apparaat goed is aangesloten en de elektrische
voeding is ingeschakeld.
• Controleer de zekering.
Als de zekering meer
dan een keer doorslaat,
raadpleeg dan een bevoegde elektricien.
• Controleer of het branderdeksel en de kroon
goed op hun plaats zitten.
• Houd, na het ontsteken
van de vlam, de knop
circa 5 sec. ingedrukt.
• Controleer of de hoofdinspuiter niet verstopt is
en of de branderkroon
schoon is.
www.electrolux.com
12
7.1 Labels meegeleverd in de
zak met accessoires
Bevestig de stickers zoals hieronder
weergegeven:
ABC
MOD.
PROD.NO.
SER.NO
DATA
A)
Plak de sticker op de garantiekaart en
verstuur dit deel (indien van toepassing)
8. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
WAARSCHUWING!
De volgende instructies over de
installatie en het onderhoud moeten opgevolgd worden door vakkundig personeel in overeenstemming met de geldende voorschriften.
MOD.
PROD.NO.
SER.NO
DATA
MODELMODEL
0049
03 IT
MADE IN ITALY
MOD.
PROD.NO.
SER.NO.
B)
Plak de sticker op de garantiekaart en
TYPE
230V-50Hz
IP20
bewaar dit deel (indien van toepassing)
C)
Plak de sticker op het instructieboekje.
voorzichtig wanneer de kookplaat wordt
samengebracht met een oven.
De aansluiting moet worden uitgevoerd in
overeenstemming met voorschrift NBN D
5I.003.
8.1 Gasaansluiting
De aansluiting op de gastoevoer moet
worden uitgevoerd met behulp van een
AGB-kraan. Kies vaste aansluitingen of
gebruik een flexibele leiding in AGB (roestvrij staal), in overeenstemming met de
voorschriften die van kracht zijn. Als u flexibele metalen leidingen gebruikt, moet u
opletten dat deze niet in aanraking komen
met bewegende onderdelen, of dat ze
niet vastgeklemd worden. Wees ook
Controleer of de gastoevoerdruk
van het apparaat voldoet aan de
aanbevolen waarden. De verstelbare aansluiting wordt op de uitbreidingsbrug bevestigd met behulp van een schroefdraadmoer G
1/2". Alle onderdelen die getoond
worden op de afbeelding zijn
reeds in de fabriek gemonteerd.
Het apparaat werd voor het de fabriek verliet getest, om voor u de
beste resultaten te verzekeren.
ABC
A)
Uiteinde van as met moer
B)
Wasautomaat
C)
Elleboog
Vloeibaar gas
Gebruik de rubberen pijphouder voor
vloeibaar liquid gas. Koppel altijd de pakking vast. Ga vervolgens door met de
gasaansluiting.
De flexibele leiding is klaar voor gebruik
als de leiding:
– ze niet meer kan worden opgewarmd
dan kamertemperatuur, (hoger dan 30
°C)
– niet langer is dan 1500 mm;
– geen knikken vertoont;
– niet onderworpen is aan tractie of tor-
sie;
– de leiding niet in aanraking komt met
scherpe randen of hoeken
– de leiding gemakkelijk onderzocht kan
worden om de toestand ervan te con-
troleren.
De controle van de staat van de flexibele
leiding bestaat erin te controleren of:
– ze geen barsten, sneden, vlekken of
brandsporen vertoont op de twee uit-
einden en over de volledige lengte
– het materiaal niet gehard is, maar de
juiste elasticiteit vertoont
– de bevestigingsklemmen niet verroest
zijn
NEDERLANDS13
– de vervaldatum niet is verstreken.
Als er een of meerdere defecten waarneembaar zijn, mag de leiding niet worden
gerepareerd, maar moet ze worden vervangen.
Controleer waneer de installatie is
voltooid of elke leidingfitting goed
is afgedicht. Gebruik een zeepoplossing, geen vlam!
8.2 Vervanging van
gasinspuiters
1.
Verwijder de pannendrager.
2.
Verwijder de branderkappen en -kronen.
3.
Verwijder met een dopsleutel 7 de
hoofdsproeiers, en vervang ze door
de sproeiers die vereist zijn voor het
type gas dat u gebruikt (zie de tabel in
het hoofdstuk 'Technische gegevens').
4.
Zet de onderdelen in omgekeerde
volgorde terug.
5.
Vervang het typeplaatje (naast de
gastoevoerleiding) door het plaatje
voor het nieuwe type gastoevoer. U
kunt het plaatje vinden in het zakje
dat bij het apparaat geleverd is.
Als de toevoergasdruk aanpasbaar is of
verschilt van de vereiste druk, moet u een
geschikte drukregelaar op de gastoevoerleiding monteren.
8.3 Instellen van het
minimumniveau
Het minimumniveau van de branders afstellen:
1.
Steek de brander aan.
2.
Draai de knop naar de minimumposi-
tie.
3.
Verwijder de knop.
4.
Stel de by-passschroefstand in met
een dunne schroevendraaier.
www.electrolux.com
14
A)
• Als u overschakelt van aardgas G20/
• Als u overschakelt van vloeibaar gas op
8.4 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
• Zorg er voor dat het aangegeven volta-
• Dit apparaat wordt geleverd met een
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
• Zorg ervoor dat het netsnoer na instal-
• Trek niet aan het netsnoer om het ap-
• Er is brandgevaar als het apparaat ver-
• Laat de stroomkabel niet warmer wor-
A
De bypass-schroef
G25 20/25 mbar op vloeibaar gas,
draai de schroef dan helemaal vast.
aardgas G20/G25 20/25 mbar, draai
de bypass-schroef dan ongeveer 1/4
draai los (1/2 draai bij een Driekronenbrander).
WAARSCHUWING!
Zorg dat de vlam niet uit gaat als
u de knop snel van de maximale
stand naar de minimale stand
draait.
ge en het type stroom op het typeplatje overeenkomen met het voltage en
stroomtype van uw lokale stroomleverancier.
netsnoer. Dit moet zijn voorzien van een
geschikte stekker, die geschikt is voor
de belasting die vermeld is op het identificatieplaatje. Zorg dat u de stekker in
een goed stopcontact steekt.
schokbestendig stopcontact.
latie bereikbaar is.
paraat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
binding maakt met een verlengkabel,
een adapter of een meervoudige aansluiting. Zorg ervoor dat de aarde-aansluiting overeenkomt met de normen en
regelgeving.
den dan 90° C.
Zorg ervoor dat u de blauwe neutrale kabel aansluit op de aansluiting met de letter
"N" erop. Sluit de bruine (of zwarte) fasekabel aan op de aansluiting met de letter
"L". Zorg dat de fasekabel altijd verbinding
maakt.
8.5 Vervanging van het
aansluitsnoer
Gebruik om de aansluitkabel te vervangen
alleen het type H05V2V2-F T90 of een gelijksoortig type. Zorg ervoor dat de doorsnede van het snoer geschikt is voor het
voltage en de bedrijfstemperatuur. De
geel/groene aardedraad moet ongeveer 2
cm langer zijn dan de bruine (of zwarte)
fasedraad.
8.6 Inbouw
min.
650 mm
560 mm
min.
55 mm
480 mm
min.
450 mm
30 mm
A
B
A)
meegeleverde afdichting
B)
meegeleverde steunen
LET OP!
Installeer het apparaat alleen op
een werkblad met een plat oppervlak.
8.7 Mogelijkheden voor inbouw
Keukenmeubel met deur
Het paneel geïnstalleerd onder de kookplaat moet eenvoudig te verwijderen zijn
en eenvoudig toegang bieden indien technische hulp nodig is.
NEDERLANDS15
Keukenmeubel met oven
De afmetingen van de uitsparing voor de
kookplaat moeten overeenkomen met de
voorgeschreven inbouwmaten en het keukenmeubel moet voorzien zijn van ventilatiegaten om een continue luchttoevoer te
kunnen garanderen. Om veiligheidsredenen en om een gemakkelijke verwijdering
van de oven uit het meubel mogelijk te
maken, moeten de elektrische aansluitingen van de kookplaat en de oven afzonderlijk geïnstalleerd worden.