AEG EE4003011M User Manual [nl]

EE4003011
OVEN GEBRUIKSAANWIJZING
NL
2
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot waszakken…
Bezoek onze webshop op www.aeg-electrolux.com/shop
INHOUD
Inhoud
4 Veiligheidsinformatie 7 Beschrijving van het product 8 Voor het eerste gebruik
9 Dagelijks gebruik 11 Klokfuncties 12 Gebruik van de accessoires 13 Extra functies 13 Nuttige aanwijzingen en tips 22 Onderhoud en reiniging 25 Problemen oplossen 26 Milieubescherming
3
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over het voorkomen van schade aan het apparaat.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
4
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens het apparaat te installeren of te gebruiken:
• Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen
• Uit respect voor het milieu
• Voor de correcte werking van het apparaat. Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, ook wanneer u het verplaatst of verkoopt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve installa­tie of foutief gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kin­deren mogen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of lichamelijk letsel.
• Houd kinderen en dieren uit de buurt van het apparaat als de deur openstaat of als het apparaat in gebruik is. Gevaar voor letsel of ander permanent lichamelijk letsel.
• Gebruik het kinderslot of de toetsblokkering als het apparaat hiermee uitgerust is. Dit voorkomt dat kinderen en dieren het apparaat per ongeluk aanzetten.
Algemene veiligheid
• Verander de specificaties van dit product niet. Risico op letsel en beschadiging van het apparaat.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
Montage
• Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem con­tact op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te voorkomen.
• Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het transport Sluit geen bescha­digd apparaat aan. Neem indien nodig contact op met de leverancier.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voordat u het voor het eerst in gebruik neemt. Verwijder niet het typeplaatje. Dit kan de garantie on­geldig maken.
• Zorg ervoor dat de stekker van het apparaat uit het stopcontact is getrokken tijdens de installatie.
• Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat. Het apparaat is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen. Trek het apparaat nooit omhoog aan de handgreep.
Veiligheidsinformatie
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contac­topening hebben met een minimale breedte van 3mm.
• U dient te beschikken over de juiste isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zeke­ringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschake­laars en contactgevers.
• Zorg dat de keukenkast de benodigde afmetingen heeft voordat u met de installatie begint.
• Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd.
• Houd de minimumafstanden naar andere apparaten en units in acht.
• Het apparaat kan niet op een voetstuk worden geplaatst.
• Ingebouwde ovens en ingebouwde fornuizen worden bevestigd met een speciaal aan­sluitsysteem. Om schade aan het apparaat te voorkomen dient u alleen een apparaat te gebruiken met apparaten van dezelfde fabrikant.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
• Dit apparaat moet worden geaard.
• Controleer of de elektrische gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de stroom­voorziening in uw woning.
• Informatie over het voltage vindt u op het typeplaatje.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers, -aansluitingen en verlengkabels. Er kan brand ontstaan.
• Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met het servicecentrum.
• Zorg ervoor dat de stroomsnoeren (indien van toepassing) en kabel niet knakken of beschadigd raken achter het apparaat.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker ­indien van toepassing.
5
Gebruik
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat niet voor commerciële of industriële doeleinden.
• Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik. Zo voorkomt u lichame­lijk letsel of schade aan eigendommen.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
• De binnenkant van het apparaat en de accessoires worden heet tijdens gebruik. Er kun­nen brandwonden ontstaan. Gebruik ovenhandschoenen wanneer u toebehoren of pan­nen plaatst of verwijdert.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren van toebehoren om schade aan de emaille van de oven te voorkomen.
• Sta niet te dicht bij het apparaat als u de deur van het apparaat opent als deze aan staat. Er kan hete stoom ontsnappen. Hierdoor kunnen brandwonden ontstaan.
• Om schade of verkleuring van het emaille te voorkomen: – plaats geen voorwerpen direct op de bodem van het apparaat en bedek het niet
met aluminiumfolie;
Veiligheidsinformatie
6
– plaats heet water niet direct in het apparaat; – haal vochtige schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken.
• Verkleuring van het emaille heeft geen effect op de werking van het apparaat, het is dus geen defect in de zin van het recht op garantie.
• Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
• De deur dient altijd gesloten te worden bij het koken, ook tijdens het grillen.
Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhouds­handelingen verricht.
• Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld voordat u onderhoud verricht. Er kunnen brandwonden ontstaan. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
• Houd het apparaat altijd schoon. Opeenhopingen van vetten of andere voedselresten kunnen brand veroorzaken.
• Regelmatig reinigen voorkomt dat het oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat.
• Gebruik een diep bakblik voor vochtige taarten om te voorkomen dat het fruitsap per­manente vlekken maakt.
• Voor uw persoonlijke veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen dient u het ap­paraat alleen met water en zeep te reinigen. Gebruik geen ontvlambare producten of bijtende producten.
• Reinig het apparaat niet met stoomreinigers, hogedrukreinigers, scherpe voorwerpen, schuurmiddelen, schuursponzen en vlekverwijderaars
• Volg de aanwijzingen van de ovenfabrikant op als u een ovenspray gebruikt.
• Reinig de glazen ovendeur niet met schurende reinigingsmiddelen of een metalen schra­per. Het hittebestendige oppervlak van de binnenruit kan hierdoor breken en versplin­teren.
• Als de glasplaten beschadigd raken, worden ze zwak en kunnen ze breken. U dient ze te vervangen. Neem contact op met het servicecentrum.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar!
• Reinig het katalytisch emaille niet (indien van toepassing).
Brandgevaar
• Open de deur voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er een licht ontvlambaar alcohol-luchtmengsel ontstaan. Er kan brand ontstaan.
• Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare produc­ten, en/of onstekingsproducten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of op het apparaat.
Ovenlampje
• Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u de ovenlamp vervangt. Er bestaat risico op elektrische schokken!
Beschrijving van het product
Service-afdeling
• Alleen een bevoegd servicemonteur mag dit apparaat repareren. Neem contact op met de service-afdeling.
• Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
Afvalverwerking van het apparaat
• Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen – Trek de stekker uit het stopcontact. – Snijd het netsnoer door en gooi het weg. – Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat kinderen of kleine huisdieren in
het apparaat opgesloten raken. Er bestaat een gevaar voor verstikking.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Algemeen overzicht
52 4 7 23 6
1
7
8
5
4
15
3
2
1
1 Bedieningspaneel 2 Indicatielampjes van de kookzones 3 Bedieningsknop voor ovenfuncties 4 Stroomindicatielampje 5 Elektronische tijdschakelklok 6 Temperatuurregelknop 7 Temperatuurlampje
9
10
11
12
13
14
Voor het eerste gebruik
8
8 Bedieningsknoppen voor de kookzones
9 Verwarmingselement 10 Lamp 11 Ovenventilator 12 Verwarmingselement achterwand 13 Onderwarmte 14 Inschuifrails, verwijderbaar 15 Rekstanden
Ovenaccessoires
Bakrooster
Voor servies, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Combischaal
Voor gebak en koekjes. Voor braden en roos­teren of als pan om vet op te vangen.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Eerste reiniging
• Verwijder alle onderdelen van het apparaat.
• Reinig het apparaat voor het eerste gebruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Tijd instellen
De oven functioneert alleen als u de tijd hebt ingesteld.
Wanneer u het apparaat op de netvoeding aan­sluit, of na een stroomstoring gaat het symbool van de tijdfunctie automatisch knipperen. Gebruik de " + " of " - "-toets om de huidige tijd in te stellen. Na ongeveer 5 seconden stopt het knipperen en geeft de klok de ingestelde tijd van de dag weer.
Voor een tijdswijziging moet u niet gelijktijdig een automatische functie (Bereidingsduur Einde
) instellen.
DAGELIJKS GEBRUIK
of
Dagelijks gebruik
9
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Om het apparaat te bedienen, moet u op de bedieningsknop drukken. De bedieningsknop komt naar voren.
Het apparaat aan- en uitzetten
1. Zet de functieknop van de oven op een ovenfunctie.
2. Zet de thermostaatknop om een temperatuur te selecteren.
3. Draai om het apparaat uit te schakelen de functieknop van de oven en de tempera­tuurknop op de uit stand.
Knopsymbool, indicatielampje of lampje (afhankelijk van het model - zie apparaatoverzicht):
• Het indicatielampje gaat aan wanneer de oven opwarmt.
• Het lampje gaat aan als het apparaat in werking is.
• Het symbool geeft aan of de knop de kookzones, de ovenfuncties of de temperatuur
bedient.
Dagelijks gebruik
10
Ovenfuncties
Ovenfunctie Toepassing
Lampje Gebruik deze functie om de binnenkant van de oven te ver-
lichten.
Multi hetelucht Voor het maximaal bakken op drie ovenniveaus tegelijker-
tijd. Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij Conventioneel (boven-/onderwarmte). En om voed­sel te drogen.
Pizza hetelucht Voor het bakken op één niveau van gerechten met een
meer intensieve bruinering en een krokante korst. Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij Con­ventioneel (boven-/onderwarmte).
Boven + onderwarmte Bakken en braden op één ovenniveau.
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een krokante of knappe-
Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
Grillen Voor het roosteren van plat voedsel in het midden van het
Grill intens Voor het roosteren van plat voedsel in grote hoeveelhe-
Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte
rige bodem en het bewaren van voedsel.
rooster en voor het maken van toast.
den en voor het maken van toast.
op één niveau. Ook geschikt voor het maken van een bruin korstje en gratineren.
Kookzones
De kookplaat is te bedienen met de bedieningsknoppen voor de kookzones. Zie de ge­bruikshandleiding van de kookplaat.
Kookzones van de kookplaat
De indicatielampjes voor de kookzone (ga naar "Algemeen overzicht") tonen welke zone u hebt ingesteld.
Bedieningsknop Functie
Warmhoudstand
0 Uit-stand
1-9 Kookstanden
(1 = laagste kookstand; negen = hoogste kookstand)
Gebruik van de kookplaat:
1. Draai aan de thermostaatknop om de temperatuur in te stellen.
2. Zet de bedieningsknop op de uit-stand om het kookproces te beëindigen.
Klokfuncties
Automatisch opwarmen
Deze informatie is alleen van toepassing als u de kookplaat installeert met de functie Au­tomatisch opwarmen!
De functie Automatisch opwarmen verwarmt de kookzone gedurende enige tijd op volle­dig vermogen.
Functie Snel opwarmen activeren:
1. Om deze functie in te schakelen draait u de knop zo ver mogelijk naar rechts (voorbij de hoogste kookstand).
2. Zet de bedieningsknop op de vereiste temperatuur om het kookproces te vervolgen.
3. Zet de bedieningsknop op de uit-stand om het kookproces te beëindigen.
Elektronische tijdschakelklok
1 Functie-indicatielampjes 2 Tijdindicatie 3 Functie-indicatielampjes 4
Toets " + "
5 Keuzetoets 6
Toets " - "
1 2 3
11
KLOKFUNCTIES
Klokfunctie Toepassing
Tijdstip van de dag Toont de tijd. Met deze functie kunt u de tijd instellen, veranderen
of opvragen.
Kookwekker Voor het instellen van een afteltijd.
Als de ingestelde tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal.
Deze functie is niet van invloed op de werking van de oven.
Bereidingsduur Om in te stellen hoelang de oven gebruikt moet worden.
Einde Hier stelt u de tijd in waarna u wilt dat de oven uitschakelt.
Bereidingsduur en einde kunnen gelijktijdig worden gebruikt, wanneer de oven op een later tijdstip automatisch wordt in- en uitgeschakeld. Stel eerst de Bereidingsduur
en daarna het Einde in.
De klokfuncties instellen
1. Ovenfunctie en temperatuur instellen (alleen nodig voor Bereidingsduur en Einde).
456
Gebruik van de accessoires
12
2. Druk meerdere malen op de keuzetoets tot het gewenste functielampje knippert.
3. Om de tijd in te stellen voor de kookwek-
, Bereidingsduur of Einde ,
ker gebruikt u de " + " of " - "-toets.
Het controlelampje voor de betreffende functie gaat branden.
Wanneer de tijd is verstreken, knippert het functielampje en klinkt er gedurende 2 minuten een geluidsignaal.
Bij de functies Bereidingsduur en Einde schakelt de oven automatisch uit.
4. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te zetten.
5. Draai de temperatuur- en functieknoppen in de UIT-stand.
De klokfuncties annuleren
1. Druk meerdere malen op de keuzetoets tot het gewenste functielampje knippert.
2.
Houd de toets " - " ingedrukt. Na een paar seconden gaat de klokfunctie uit.
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
Ovenaccessoires plaatsen
De pan en het draadplateau hebben zijranden. Deze randen en de vorm van de geleidestangen bieden kantelbeveiliging voor de ovenaccessoires.
Extra functies
Het draadplateau en de pan samen plaatsen
Plaats het draadplateau op de pan. Duw de pan in de geleidestangen van een van de ovenniveaus.
Maak alle oventoebehoren na elk gebruik schoon (met een zachte doek en een warm sop­je en een reinigingsmiddel) en laat ze drogen.
EXTRA FUNCTIES
Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Na het uitschakelen van het apparaat kan de ventilatie doorgaan totdat het apparaat is afgekoeld.
13
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
Voorbeelden van kooktoepassingen
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Tem­pera-
tuurin-
stel-
ling
1 Bereide gerechten warmhouden naar be-
1-2 Hollandaisesaus, smelten: boter, choco-
lade, gelatine
1-2 Stollen: luchtige omeletten, gebakken
eieren
2-3 Zachtjes aan de kook brengen van rijst
en gerechten op melkbasis, reeds berei­de gerechten opwarmen
3-4 Stomen van groenten, vis en vlees 20-45
Gebruik om: Tijdsin-
stelling
hoefte
5-25 min
10-40 min
25-50 min
min
Tips
Afdekken
Tussendoor mengen
Met deksel bereiden
Voeg minstens tweemaal zoveel vloeistof toe als rijst, melkgerech­ten tijdens het bereiden tussen­door roeren
Voeg een paar eetlepels vocht toe
Nuttige aanwijzingen en tips
14
Tem­pera-
tuurin-
stel-
ling
4-5 Aardappelen stomen 20-60
4-5 Bereiden van grotere hoeveelheden
voedsel, stoofschotels en soepen
6-7 Lichtjes braden: kalfsoester, cordon
bleu van kalfsvlees, koteletten, rissoles, worstjes, lever, roux, eieren, pannenkoe­ken, donuts
7-8 Door-en-door gebraden, opgebakken
aardappelen, lendenbiefstukken, steaks
9 Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken, aanbraden van
vlees (goulash, stoofvlees), frituren van patates frites
Gebruik om: Tijdsin-
stelling
min
60-150 min
naar be­hoefte
5-15 min
Tips
Gebruik max. ¼ l water voor 750 g aardappelen
Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten
Halverwege de bereidingstijd om­draaien
Halverwege de bereidingstijd om­draaien
Binnenkant van de deur
Bij bepaalde modellen vindt u het volgende aan de binnenkant van de ovendeur:
• de nummers van de ovenniveaus (geselecteerde modellen)
• informatie over de ovenfuncties, aanbevolen niveaus en temperaturen voor karakteris-
tieke gerechten (geselecteerde modellen).
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
Bakken op één ovenniveau:
Gebak in vormen
Type van bakken Ovenfunctie Ovenniveau Temperatuur °C Tijd uren:min.
Tulband of brio­che
Zandgebak/fruit­gebak
Cake, zacht Multi hetelucht 2 140 0:35-0:50
Cake, zacht Boven + onder-
Taartbodem van zandtaartdeeg
Taartbodem ­roerdeeg
Apple pie (2 vor­men Ø20cm, dia­gonaal geplaatst)
Multi hetelucht 1 150-160 0:50-1:10
Multi hetelucht 1 140-160 1:10-1:30
warmte
Multi hetelucht 2
Multi hetelucht 2 150-170 0:20-0:25
Multi hetelucht 2 160 1:10-1:30
2 160 0:35-0:50
170-180
1)
0:10-0:25
Nuttige aanwijzingen en tips
Type van bakken Ovenfunctie Ovenniveau Temperatuur °C Tijd uren:min.
Apple pie (2 vor­men Ø20cm, dia-
Boven + onder-
warmte
2 180 1:10-1:30
gonaal geplaatst)
Kwarktaart Boven + onder-
1 170-190 1:00-1:30
warmte
1) Oven voorverwarmen
Cakes/pastijen/gebak op bakblik
Type van bakken Ovenfunctie Ovenniveau Temperatuur °C Tijd uren:min.
Vlechtbrood/ broodkrans
Kerststol Boven + onder-
Brood (rogge­brood)
1. Eerste deel van het bak­proces.
2. Tweede deel van het bak­proces.
Roomsoezen/ tompoezen
Koninginnen­brood (opgerolde cake met jam)
Kruimeltaart (droog)
Amandelcake/ suikertaart
Vruchtentaart (bereid met gist-
deeg/roerdeeg)
Vruchtentaart (bereid met gist-
deeg/roerdeeg)
Vruchtencake met kruimeldeeg
Boven + onder-
warmte
warmte
Boven + onder-
warmte
Boven + onder-
warmte
Boven + onder-
warmte
3 170-190 0:30-0:40
230
1)
1)
1. 0:20
2. 0:30-1:00
1)
1)
2
1
3
3
160-180
1.
2. 160-180
190-210
180-200
Multi hetelucht 3 150-160 0:20-0:40
Boven + onder-
warmte
Multi hetelucht 3 150 0:35-0:50
2)
Boven + onder-
2)
warmte
3
190-210
3 170 0:35-0:50
1)
Multi hetelucht 3 160-170 0:40-1:20
0:50-1:10
0:20-0:35
0:10-0:20
0:20-0:30
15
Nuttige aanwijzingen en tips
16
Type van bakken Ovenfunctie Ovenniveau Temperatuur °C Tijd uren:min.
Plaatkoek met kwetsbare garne­ring (bijvoorbeeld kwark, room,
Boven + onder-
warmte
3
160-180
1)
puddingvulling)
1) Oven voorverwarmen
2) Gebruik de lekbak of braadslede
Koekjes
Type van bakken Ovenfunctie Ovenniveau Temperatuur °C Tijd uren:min.
Zandkoekjes Multi hetelucht 3 150-160 0:10-0:20
Shortbread/ Dee­greepjes
Shortbread/ Dee­greepjes
Roerdeegkoekjes Multi hetelucht 3 150-160 0:15-0:20
Eiwitgebak, schuimgebak
Bitterkoekjes Multi hetelucht 3 100-120 0:30-0:50
Klein gerezen ge­bak
Bladerdeeg 0:20-0:30
Broodjes Multi hetelucht 3
Broodjes
Small cakes (20 per plaat)
Small cakes (20 per plaat)
1) Oven voorverwarmen
Multi hetelucht 3 140 0:20-0:30
Boven + onder-
warmte
3
160
1)
Multi hetelucht 3 80-100 2:00-2:30
Multi hetelucht 3 150-160 0:20-0:40
1)
160
Boven + onder-
warmte
Multi hetelucht 3
Boven + onder-
warmte
3
3
190-210
1)
140
1)
170
1)
0:40-1:20
0:20-0:30
0:10-0:25
0:10-0:25
0:20-0:30
0:20-0:30
Bakken op meerdere niveaus
Cakes/pastijen/gebak op bakblik
Multi hetelucht Multi hetelucht
Type van bakken
Roomsoezen/ tompoezen
Kruimeltaart 1/4 - 150-160 0:30-0:45
1) Oven voorverwarmen
Inzetniveaus vanaf de bodem
2 niveaus 3 niveaus
1/4 -
Temperatuur in°CTijdsinstelling
Uren:min.
160-180
1)
0:25-0:45
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes
Multi hetelucht Multi hetelucht
Type van bakken
Zandkoekjes 1/4 1/3/5 150-160 0:20-0:40
Shortbread/ Dee­greepjes
Roerdeegkoekjes 1/4 - 160-170 0:25-0:40
Eiwitgebak, schuimgebak
Bitterkoekjes 1/4 - 100-120 0:40-1:20
Klein gerezen ge­bak
Bladerdeeg 1/4 -
Broodjes 1/4 - 180 0:30-0:55
Small cakes (20 per plaat)
1) Oven voorverwarmen
Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de cake is te licht van kleur
De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
De cake is te droog. Te lage oventemperatuur Oventemperatuur verhogen
De cake is te droog. Te lange baktijd. De baktijd verkorten.
Gebak wordt ongelijkmatig bruin
Gebak wordt ongelijkmatig bruin
Nuttige aanwijzingen en tips
Inzetniveaus vanaf de bodem
2 niveaus 3 niveaus
1/4 1/3/5 140 0:25-0:50
1/4 - 80-100 2:10-2:50
1/4 - 160-170 0:30-0:60
1/4 -
Verkeerde ovenniveau Plaats de cake lager
Te hoge oventemperatuur
Te korte baktijd
Te veel vocht in het deeg.
Te hoge oventemperatuur en
te korte baktijd.
Het deeg is niet gelijkmatig ver-
deeld
Temperatuur in°CTijdsinstelling
170-180
1)
1)
150
Stel de oventemperatuur iets
Baktijd verlengen. Baktijden
kunnen niet worden verkort door hogere baktemperatu-
Minder vocht gebruiken. Let op de kneedtijden, vooral bij
het gebruik van keukenmachi-
De oventemperatuur lager in-
stellen en de baktijd verlengen.
Verdeel het deeg gelijkmatig
over de bakplaat
Uren:min.
0:30-0:50
0:25-0:40
lager in
ren
nes
17
Nuttige aanwijzingen en tips
18
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
Gebak wordt niet gaar binnen de aangegeven baktijd
Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur °C Tijd uren:min.
Pastaschotel
Lasagne
Groentegratin
Stokbroden be­dekt met gesmol­ten kaas
Zoete ovenscho­tels
Visschotels
Gevulde groente
Boven + onder-
warmte
Boven + onder-
warmte
Circulatiegrill of
Multi hetelucht
Circulatiegrill of
Multi hetelucht
Boven + onder-
warmte
Boven + onder-
warmte
Circulatiegrill of
Multi hetelucht
Te lage temperatuur.
1 180-200 0:45-1:00
1 180-200 0:25-0:40
1 160-170 0:15-0:30
1 160-170 0:15-0:30
1 180-200 0:40-0:60
1 180-200 0:30-1:00
1 160-170 0:30-1:00
Oveninstelling iets hoger in-
stellen
Braden met circulatiegrill
Rundsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte
Stoofvlees 1-1,5 kg
Rosbief of osse­haas: rood
Rosbief of osse­haas: gemiddelde
Rosbief of osse­haas: van binnen doorbakken
1) Oven voorverwarmen
Varkensvlees
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte
Schouderstuk, nekstuk, hamlap
per cm. dikte Circulatiegrill 1
per cm. dikte Circulatiegrill 1
per cm. dikte Circulatiegrill 1
1-1,5 kg Circulatiegrill 1 160-180 90-120
Boven + on-
derwarmte
Temperatuur
°C
1 230 120-150
190-200
180-190
170-180
Temperatuur
°C
1)
1)
1)
Tijd in min.
5-6
6-8
8-10
Tijd in min.
Nuttige aanwijzingen en tips
19
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte
Tussenribstuk, casselerrib
Gehaktbrood 750 g-1 kg Circulatiegrill 1 160-170 50-60
Varkensribstuk (voorgekookt)
1-1,5 kg Circulatiegrill 1 170-180 60-90
750 g-1 kg Circulatiegrill 1 150-170 90-120
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Kalfsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur°CTijd in min.
Kalfsbraad­stuk
Kalfsbout 1,5-2 kg Circulatiegrill 1 160-180 120-150
1 kg Circulatiegrill 1 160-180 90-120
Lamsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur°CTijd in min.
Lamsbout, lamsgebraad
Lamsrug 1-1,5 kg Circulatiegrill 1 160-180 40-60
1-1,5 kg Circulatiegrill 1 150-170 100-120
Wild
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur°CTijd in min.
Hazenrug, ha­zenbout
Reerug, her­tenrug
Reebout, her­tenbout
1) Oven voorverwarmen
tot 1 kg Boven + on-
derwarmte
1,5-2 kg Boven + on-
derwarmte
1,5-2 kg Boven + on-
derwarmte
1
1 210-220 35-40
1 180-200 60-90
230
1)
30-40
Gevogelte
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur°CTijd in min.
Stukken gevo­gelte
Halve kip 400-500g elk Circulatiegrill 1 190-210 35-50
Kip, poularde 1-1,5 kg Circulatiegrill 1 190-210 50-70
Eend 1,5-2 kg Circulatiegrill 1 180-200 80-100
Gans 3,5-5 kg Circulatiegrill 1 160-180 120-180
Kalkoen 2,5-3,5 kg Circulatiegrill 1 160-180 120-150
200-250g elk Circulatiegrill 1 200-220 30-50
Nuttige aanwijzingen en tips
20
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur°CTijd in min.
Kalkoen 4-6 kg Circulatiegrill 1 140-160 150-240
Vis (stoven)
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur°CTijd in min.
Hele vis 1-1,5 kg Boven + on-
derwarmte
1 210-220 40-60
Grill
Grill alltijd met de maximale temperatuurinstelling.
LET OP!
Tijdens het grillen moet de ovendeur altijd gesloten zijn.
Lege oven met grilfuncties altijd 5 minuten voorverwarmen.
• Rooster op inschuifhoogte plaatsen, zoals aangeraden in grilleertabel.
• Altijd de pan plaatsen om vet op te vangen op de eerste inschuifhoogte.
• Alleen platte stukken vlees of vis grillen.
Grill
Gerecht Temperatuur Gebruiksniveau
Rosbief 210-230 2 30-40 30-40
Runderfilet 230 3 20-30 20-30
Varkensrug 210-230 2 30-40 30-40
Kalfsrug 210-230 2 30-40 30-40
Lamsrug 210-230 3 25-35 20-25
Hele vissen (500-1000g)
Grill intens
Gerecht Gebruiksniveau
Burgers 4 8-10 6-8
Varkenshaas 4 10-12 6-10
Worstjes 4 10-12 6-8
Runderfilet, kalfsbief­stukken
Geroosterd brood
210-230 3/4 15-30 15-30
1e kant 2e kant
4 7-10 6-8
1)
5 1-3 1-3
Grilltijd (min.)
1e kant 2e kant
Grilltijd (min.)
Nuttige aanwijzingen en tips
21
Gerecht Gebruiksniveau
1e kant 2e kant
Grilltijd (min.)
Sandwiches 4 6-8 -
1) Oven voorverwarmen
Pizza hetelucht
Type van bakken Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Pizza (dunne korst)
Pizza (met veel garne­ring)
2
200 - 230
2 180 - 200 25 - 35
1)2)
15 - 20
Taarten 1 180 - 200 40 - 55
Spinazietaart 1 160 - 180 45 - 60
Quiche Lorraine 1 170 - 190 45 - 55
Zwisterse flan 1 170 - 190 45 - 55
Appeltaart, bedekt 1 150 - 170 50 - 60
Groentetaart 1 160 - 180 50 - 60
Ongedesemd brood
Bladerdeegtaart
Flammekuchen (pizza­achtig gerecht uit de
2
2
2
230 - 250
160 - 180
230 - 250
1)
1)
1)
10 - 20
45 - 55
12 - 20
Elzas)
Piroggen (Russische variant op calzone)
1) Oven voorverwarmen
2) Braadpan gebruiken
2
180 - 200
1)
15 - 25
Ontdooitabel
Schotel
Kip 1.000 g 100-140 20-30
Vlees, 1000 g 100-140 20-30
Vlees, 500 g 90-120 20-30
Forel, 150g 25-35 10-15 -
Aardbeien, 300g 30-40 10-20 -
Boter, 250g 30-40 10-15 -
Ontdooitijd in
min
Nadooitijd in min Opmerking
Kip op een omgedraaid scho­teltje in een groot bord leg­gen, halverwege de tijd om­draaien
Halverwege de bereidingstijd omdraaien
Halverwege de bereidingstijd omdraaien
Onderhoud en reiniging
22
Schotel
Room, 2 x 200 g 80-100 10-15
Taart, 1.400 g 60 60 -
Drogen - Multi hetelucht
Dek de ovenroosters met bakpapier af.
Groenten
Voedsel om te
drogen
Bonen 60-70 3 1/4 6-8
Paprika's 60-70 3 1/4 5-6
Groente in het zuur
Paddenstoelen 50-60 3 1/4 6-8
Kruiden 40-50 3 1/4 2-3
Fruit
Gerecht
Pruimen 60-70 3 1/4 8-10
Abrikozen 60-70 3 1/4 8-10
Schijfjes appel 60-70 3 1/4 6-8
Peren 60-70 3 1/4 6-9
Temperatuur in
Temperatuur in
Ontdooitijd in
min
°C
60-70 3 1/4 5-6
°C
Nadooitijd in min Opmerking
Room kan ook met nog licht bevroren deeltjes goed wor­den geklopt
Ovenniveau
1 niveau 2 niveaus
Ovenniveau
1 niveau 2 niveaus
Tijd in uren (richt-
Tijd in uren (richt-
waarde)
waarde)
Informatie over acrylamides
Belangrijk! Volgens recente wetenschappelijke informatie kan het intensief bruinen van
levensmiddelen (met name in producten die zetmeel bevatten), een gezondheidsrisico vormen tengevolge van acrylamides. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel mogelijk bij lage temperaturen gaar te laten worden en de gerechten niet te veel te bruinen.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Opmerkingen over schoonmaken:
• Maak de voorkant van het apparaat schoon met een zachte doek en een warm sopje.
• Gebruik voor de metalen oppervlakken een universeel reinigingsmiddel.
Onderhoud en reiniging
• Reinig de binnenkant van de oven na elk gebruik. Verontreiningen laten zich dan het makkelijkst verwijderen en kunnen dan niet aanbranden.
• Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger.
• Maak alle oventoebehoren na elk gebruik schoon met een zachte doek en een warm sopje en een reinigingsmiddel en laat ze drogen.
• Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet worden schoon gemaakt met een agres­sieve reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen of afwasautomaat. Dit kan de anti-aanbaklaag beschadigen.
Inschuifrails
U kunt de inschuifrails verwijderen om de zijwanden te reinigen. Verwijderen van de inschuifrails
1. Trek de inschuifrails bij de voorkant uit
de zijwand.
23
2. Trek de inschuifrails van de achterkant
van de zijwand om ze te verwijderen.
Om de inschuifrails te installeren volgt u de procedure in omgekeerde volgorde.
Geldig bij de telescopische geleiders:
De pinnetjes op de telescopische geleiders moeten naar voren wijzen!
1
Ovenlampje
WAARSCHUWING!
Er bestaat risico op elektrische schokken. De ovenlamp en het afdekglas kunnen heet zijn.
Voordat u het ovenlampje vervangt:
• Schakel het apparaat uit.
• Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast, of schakel de stroomonderbreker uit.
LET OP!
Leg een doek op de bodem van de binnenkant van het apparaat. Dit voorkomt schade aan het afdekglas en de ovenruimte.
2
Onderhoud en reiniging
24
Het ovenlampje vervangen:
1. Het afdekglas van het lampje bevindt zich in de bovenkant.
Draai het afdekglas naar links om het te verwijderen.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang indien nodig de ovenlamp met een 300 °C hittebestendige ovenlamp.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4. Plaats het afdekglas terug.
Plafond oven
Het verwarmingselement kan worden neergeklapt om het plafond van de oven gemakke­lijker te reinigen.
WAARSCHUWING!
Schakel de oven uit voor het neerklappen van het verwarmingselement. Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Gevaar voor brandwonden!
Neerklappen van het verwarmingselement
1. De inschuifrails verwijderen.
2. Houd het verwarmingselement aan de
voorzijde met beide handen vast.
3. Trek het naar voren tegen de drukveer
aan langs de steun aan beide zijden.
4. Het verwarmingselement klapt omlaag.
Het plafond in de oven kan nu worden schoongemaakt.
Verwarmingselement installeren
1. Installeer het verwarmingselement in om-
gekeerde volgorde.
Installeer het verwarmingselement correct aan beide zijden boven de steun aan de bin­nenwand van het apparaat.
2. De inschuifrails plaatsen.
Ovendeur en glasplaten
Verwijder de ovendeur om deze te reinigen.
LET OP!
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar!
Uitnemen van de ovendeur
1. Zet de ovendeur helemaal open.
Problemen oplossen
2. Duw de klemhendels (A) volledig op de
twee scharnieren.
3. Sluit de ovendeur in de eerste openings-
stand (ca. 70°).
4. Pak de ovendeur aan de zijkanten met
beide handen vast en trek deze onder een opwaartse hoek van de oven weg.
Om de deur te installeren volgt u de procedu­re in omgekeerde volgorde.
Het aantal glasplaten verschilt voor de verschillende modellen.
LET OP!
Plaats de ovendeur met de buitenkant omlaag op een zachte en egale ondergrond om krassen te voorkomen.
Verwijderen en reinigen van de glasplaten
1. Verwijder de ovendeur.
2. Deurafdekking (B) aan de bovenkant van
de deur aan beide kanten vastpakken en naar binnen drukken om de klemsluiting te ontgrendelen.
3. Trek de deurafdekking naar voren om de-
ze te verwijderen.
B
A
A
25
4. Houd de glasplaten aan de bovenkant
vast en trek deze een voor een omhoog uit de geleiding
5. Reinigen van de glasplaten.
Om de platen te installeren volgt u de proce­dure in omgekeerde volgorde. Plaats de klein­ste glasplaat eerst, daarna de grotere glaspla­ten.
PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Milieubescherming
26
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De kookzone functioneert niet. Raadpleeg de bedieningsinstructies voor het ingebouwde fornuis.
De oven wordt niet warm. De oven is niet ingeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
De oven wordt niet warm. De zekering in de zekeringkast
Het ovenlampje brandt niet. Het ovenlampje is kapot. Vervang het ovenlampje.
Stoom en condens slaan neer op de gerechten en in de oven­ruimte.
Op het display verschijnt "12.00".
zijn niet ingesteld.
is doorgebrand.
Het gerecht heeft te lang in de oven gestaan.
Een stroomonderbreking. Stel de klok opnieuw in.
Controleer de kookstanden.
Controleer de zekering. Als de zekering meer dan een keer doorslaat, raadpleeg dan een bevoegde elektricien.
Laat gerechten na het berei­den niet langer dan 15-20 mi­nuten in de oven staan.
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de klantenservice. De benodigde gegevens voor de service-afdeling staan op het typeplaatje. Het typepla­tje bevindt zich aan de voorkant van de binnenkant van de oven.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
MILIEUBESCHERMING
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Verpakkingsmateriaal Het verpakkingsmateriaal is milieuvriendelijk en geschikt voor hergebruik Kunststofonder­delen worden aangeduid met internationale afkortingen, zoals PE, PS, etc. Gooi het ver­pakkingsmateriaal weg in de daarvoor bestemde containers van uw vuilnisophaaldienst.
27
www.aeg-electrolux.com/shop 892945032-B-312010
Loading...