Aeg CKB64412BM, 943 005 252 User Manual [nl]

Page 1
aeg.com/register
CKB64412BM
aeg.com\register
NL Gebruiksaanwijzing | Fornuis
Page 2
Welkom bij AEG! Hartelijk dank dat je voor onze apparatuur hebt gekozen.
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en reparatie­informatie:
www.aeg.com/support
Wijzigingen voorbehouden.

INHOUDSOPGAVE

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................5
3. MONTAGE ..................................................................................................... 8
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT........................................................ 14
5. VOORAFGAAND AAN HET EERSTE GEBRUIK......................................... 15
6. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK........................................................ 15
7. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS................................................... 17
8. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING............................................ 17
9. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK ................................................................... 18
10. OVEN - KLOKFUNCTIES........................................................................... 20
11. OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES............................................. 21
12. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS.............................................................22
13. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING......................................................28
14. PROBLEEMOPLOSSING........................................................................... 31
15. ENERGIEZUINIGHEID............................................................................... 32
16. MILIEUBESCHERMING..............................................................................34

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare personen

• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met een beperkt lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk vermogen of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
2 NEDERLANDS
Page 3
het apparaat en indien zij de gevaren begrijpen. Kinderen jonger dan 8 jaar en personen met zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan.
• Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat zij met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op passende wijze weg.
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat tijdens het gebruik en bij het afkoelen.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.

1.2 Algemene veiligheid

• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken.
• Dit apparaat is bedoeld voor binnenshuis huishoudelijk gebruik.
• Dit apparaat kan worden gebruikt in kantoren, hotelkamers, bed & breakfast-kamers, boerderijgasthuizen en andere soortgelijke accommodaties waar dergelijk gebruik de (gemiddelde) huishoudelijke gebruiksniveaus niet overschrijdt.
• Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat en de kabel vervangen.
• Het apparaat kan worden gebruikt tot een maximum van 2000 m boven zeeniveau.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik op schepen, boten of vaartuigen.
• Installeer het apparaat ter voorkoming van oververhitting niet achter een decoratieve deur.
• Installeer het apparaat niet op een platform.
• Bedien het apparaat niet door middel van een externe timer of een apart afstandsbedieningssysteem.
NEDERLANDS 3
Page 4
• WAARSCHUWING: Onbewaakt koken op een kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en tot brand leiden.
• Gebruik nooit water om het kookvuur te blussen. Schakel het apparaat uit en bedek de vlammen met bijv. een branddeken of deksel.
• LET OP: Het kookproces moet bewaakt worden. Een kort kookproces moet voortdurend bewaakt worden.
• WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen voorwerpen op de kookoppervlakken.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.
• Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe metalen schrapers om de glazen deur of de glazen afdekplaat van de kookplaat schoon te maken. Deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet op het oppervlak van de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
• Verwijder eventuele resten van het deksel voordat u het opent. Laat het oppervlak van de kookplaat afkoelen voordat u het deksel sluit.
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik. U dient te voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
• Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of ovenschalen te verwijderen of erin te plaatsen.
• Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te plegen.
• WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen.
• Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkend servicecentrum of een gekwalificeerde persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties met elektriciteit te voorkomen.
4 NEDERLANDS
Page 5
• Wees voorzichtig als je de opslaglade aanraakt. Deze kan heet worden.
• Om de inschuifrailen te verwijderen trek eerst de voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden. Plaats de inschuifrails in omgekeerde volgorde.
• WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Dit apparaat is geschikt voor de volgende
markten: NL

2.1 Installatie

WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag dit apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.
• De afmetingen van de keukenkast en de uitsparing moeten kloppen.
• Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht.
• Installeer het apparaat op een veilige en geschikte plaats die aan alle installatie­eisen voldoet.
• Delen van het apparaat staan onder stroom. Sluit het apparaat met meubel om te voorkomen dat de gevaarlijke delen worden aangeraakt.
• De zijkanten van het apparaat moeten naast apparaten of units staan van dezelfde hoogte.
• Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend.
• Installeer een stabilisator om te voorkomen dat het apparaat kantelt. Raadpleeg het hoofdstuk Installatie.
2.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• Alle elektrische verbindingen moeten worden uitgevoerd door een erkend elektricien.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en verlengkabels.
• Laat de stroomkabel niet in aanraking komen met de deur van het apparaat of de
NEDERLANDS 5
Page 6
niche onder het apparaat, met name niet als deze werkt of als de deur heet is.
• De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Als het stopcontact los zit, mag u de stekker niet in het stopcontact steken.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Gebruik enkel correcte isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm.
• Sluit de deur van het apparaat volledig voordat u de stekker in het stopcontact steekt.

2.3 Gasaansluiting

• Alle gasaansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
• Controleer vóór installatie of de plaatselijke distributieomstandigheden (gassoort en -druk) en de afstelling van het apparaat met elkaar te combineren zijn.
• Zorg ervoor dat er lucht in het apparaat circuleert.
• De informatie over de gastoevoer staat op het typeplaatje.
• Dit apparaat mag niet aangesloten worden op een inrichting dat producten afvoert voor verbranding. Sluit het apparaat aan volgens de geldende installatieregels. Volg de vereisten voor voldoende ventilatie.

2.4 Gebruik

WAARSCHUWING!
Risico op letsel en brandwonden. Gevaar voor elektrische schokken.
LET OP!
Het gebruik van een gaskooktoestel resulteert in de productie van warmte, vocht en verbrandingsproducten in de ruimte waarin het apparaat wordt geïnstalleerd. Zorg ervoor dat de keuken goed geventileerd is, vooral wanneer het apparaat in gebruik is. Langdurig intensief gebruik van het apparaat kan extra ventilatie vereisen. Dit is bijvoorbeeld het verhogen van mechanische ventilatie waar aanwezig, extra ventilatie om de verbrandingsproducten veilig te verwijderen naar buitenlucht (externe lucht), terwijl het ook ruimtelucht ververst met extra ventilatie. Raadpleeg een bevoegde persoon voordat je de extra ventilatie installeert.
• De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd worden.
• Laat het apparaat tijdens de werking niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
• Wees voorzichtig met het openen van de deur van het apparaat wanneer het apparaat in werking is. Er kan hete lucht vrijkomen.
• Gebruik het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
• Gebruik het apparaat niet als werkblad of als opslagoppervlak.
• Gebruik geen aluminiumfolie of andere materialen tussen het kookoppervlak en het kookgerei, tenzij anders aangegeven door de fabrikant van dit apparaat.
• Gebruik alleen accessoires die door de fabrikant voor dit apparaat worden aanbevolen.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie.
6 NEDERLANDS
Page 7
• Wanneer ze verwarmd worden, kunnen vetten en oliën ontvlambare dampen afgeven. Houd open vuur of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vetten en oliën wanneer u ermee kookt.
• De dampen die boven erg hete olie ontstaan kunnen spontaan ontbranden.
• Gebruikte olie, die voedselresten kan bevatten, kan ontbranden bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of artikelen die vochtig zijn met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Laat geen vonken of open vlammen in contact met het apparaat komen wanneer u de deur opent.
• Open de deur van het apparaat voorzichtig. Het gebruik van ingrediënten met alcohol kan een mengsel van alcohol en lucht veroorzaken.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het email te voorkomen:
– plaats ovenschalen of andere
voorwerpen niet rechtstreeks op de bodem van het apparaat.
– leg geen aluminiumfolie op de bodem
van de ruimte in het apparaat.
– plaats geen water direct in het hete
apparaat.
– bewaar geen vochtige gerechten en
voedsel in het apparaat nadat u klaar bent met koken.
– wees voorzichtig bij het verwijderen of
bevestigen van accessoires.
• Verkleuring van het email of roestvrij staal is niet van invloed op de werking van het apparaat.
• Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten. Vruchtensappen veroorzaken vlekken die permanent kunnen zijn.
• Laat geen heet kookgerei op het bedieningspaneel staan.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Zorg ervoor dat je geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat laat vallen. Het oppervlak kan beschadigd raken.
• Laat nooit een brander aan met leeg kookgerei of zonder kookgerei.
• Kookgerei gemaakt van gietijzer, aluminium of met een beschadigde bodem kan krassen op het glas/glaskeramiek veroorzaken. Til deze voorwerpen altijd op als je ze op de kookplaat moet verplaatsen.
• Zorg voor een goede ventilatie in de ruimte waar het apparaat is geïnstalleerd.
• Gebruik alleen stabiel kookgerei met een juiste vorm en diameter die groter is dan de afmetingen van de branders.
• Controleer of de vlam niet dooft als je de knop snel van de maximale stand naar de minimale stand draait.
• Plaats geen vlamverdeler op de brander.

2.5 Reiniging en onderhoud

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, vuur of schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat voor onderhoud uit. Haal de netstekker uit het stopcontact.
• Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
• Vervang direct de glazen deurpanelen als deze beschadigd zijn. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
• Wees voorzichtig als u de deur van het apparaat verwijdert. De deur is zwaar!
• Vet en voedsel dat in het apparaat achterblijft, kan brand veroorzaken.
• Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.
• Reinig het apparaat met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
• Volg als u een ovenspray gebruikt de aanwijzingen op de verpakking.
• Reinig niet het katalytisch email (indien van toepassing) met een schoonmaakmiddel.
• De branders niet in de afwasautomaat reinigen.

2.6 Deksel

• De specificatie van de deksel mag niet worden veranderd.
NEDERLANDS 7
Page 8
• Maak de deksel regelmatig schoon.
• Open de deksel niet als er is geknoeid op het oppervlak.
• Schakel alle branders uit voordat u de deksel sluit.
• Sluit het deksel niet tot de kookplaat en de oven volledig zijn afgekoeld.
• Glazen deksels kunnen breken als ze warm worden (indien van toepassing).

2.7 Binnenverlichting

het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten.
• Dit product bevat een lichtbron van energie-efficiëntieklasse G.
• Gebruik alleen lampjes met dezelfde specificaties.

2.8 Service

• Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat.
• Gebruik alleen originele reserveonderdelen.

2.9 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van

3. MONTAGE

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

3.1 Locatie van het apparaat

Installeer het fornuis niet in de buurt van de gootsteen of in de buurt van de kast met gootsteen. Vochtigheids-/ waterdruppels kunnen tussen het zijpaneel en de kast binnendringen en op termijn de verf van het zijpaneel beschadigen.
Je kunt je vrijstaande apparaat met kasten aan één of twee zijden en in de hoek installeren.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Neem contact op met uw plaatselijke overheid voor informatie over het afvoeren van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.
• Maak de externe gasleidingen plat.
Houd een afstand van ongeveer 1 cm tussen het apparaat en de achterwand om ervoor te zorgen dat het deksel opengaat.
Controleer de tafel voor minimale afstanden voor de montage.
8 NEDERLANDS
Page 9
A
C
B
Afmetingen mm
B 650
C 150

3.2 Technische gegevens

Spanning 230 V
Frequentie 50 - 60 Hz
Apparaatklasse 1
Minimale afstanden
Afmetingen mm
A 400
Afmetingen mm
Hoogte 857
Breedte 600
Diepte 600

3.3 Overige technische gegevens

Apparaatcategorie: II2EK3B/P
Origineel gas: G25.3 (2EK) 25 mbar
Gasvervanging: G30/G31 (3B/P) 30/30mbar
II2L3B/P
G25 (2L) 25 mbar
G20 (2E) 20 mbar

3.4 Bypass-diameters

BRANDER Ø BYPASS 1/100 mm
Sudderbrander 29
Semi-snel 32
Meervoudige kroon 67

3.5 Gasbranders voor AARDGAS G20 20 mbar

BRANDER NORMAAL VERMO‐
GEN kW
Meervoudige kroon 3.7 1.80 146
Semi-snel 1.85 0.43 96
Sudderbrander 0.95 0.35 70
BEPERKT VERMOGEN kW INJECTORMARKE‐
RING 1/100 mm
NEDERLANDS 9
Page 10

3.6 Gasbranders voor AARDGAS G25.3 25 mbar / G25 25 mbar

brander NORMAAL VERMO‐
GEN kW
Meervoudige kroon 3.8 1.7 147
Semi-snel 1.9 0.43 100
Sudderbrander 0.9 0.35 70

3.7 Gasaansluiting

WAARSCHUWING!
De volgende instructies over de installatie en het onderhoud moeten opgevolgd worden door vakkundig personeel in overeenstemming met de geldende voorschriften.
Gebruik vaste aansluitingen of een flexibele leiding van roestvrij staal, in overeenstemming met de voorschriften die van kracht zijn. Als u flexibele metalen leidingen gebruikt, moet u opletten dat deze niet in aanraking komen met bewegende onderdelen, of dat ze niet vastgeklemd worden.
De verbinding moet worden aangelegd in overeenstemming met NEN 1078.
BEPERKT VERMOGEN kW INJECTORMARKE‐
RING 1/100 mm
WAARSCHUWING!
De gasleiding mag het deel van het apparaat niet raken zoals getoond in de afbeelding.

3.8 Flexibele niet-metalen leidingen

Als u gemakkelijk toegang heeft tot de aansluiting, kunt u een flexibele leiding gebruiken. De flexibele leiding moet stevig bevestigd zijn door klemmen.
Gebruik bij de installatie altijd de pijphouder en de pakking. De flexibele leiding kan worden toegepast als:
• deze kan niet warmer worden dan kamertemperatuur, hoger dan 30 °C;
• deze niet langer is dan 1500 mm;
• er geen vernauwing overal is,
• niet gedraaid of vastgedraaid is,
• niet in aanraking komt met scherpe
Controleer of de gastoevoerdruk van het apparaat voldoet aan de aanbevolen waarden. De verstelbare aansluiting wordt op de uitbreidingsbrug bevestigd met behulp van een schroefdraadmoer G 1/2" (NEN 3258). Schroef de onderdelen vast zonder kracht, stel de verbinding in de nodige richting af en draai alles vast.
randen of hoeken,
• de condities kunnen gemakkelijk worden gecontroleerd.
Zorg er bij het controleren van de flexibele leiding voor dat:
• deze geen barsten, sneden, sporen van verbranden op de twee uiteinden en over de volledige lengte vertoont;
• het materiaal niet verhard is, maar de correcte elasticiteit vertoont;
• de bevestigingsklemmen niet verroest zijn;
• de levensduur niet verlopen is.
Als er een of meer defecten zichtbaar zijn, mag de leiding niet worden gerepareerd, maar moet deze worden vervangen.
De gastoevoer bevindt zich aan de achterkant van het bedieningspaneel.
10 NEDERLANDS
Page 11
3.9 Aanpassing aan verschillende
A B C
A
A
types gas
Alleen bevoegde personen mogen de afstelling aan verschillende types gas uitvoeren.
Als het apparaat is ingesteld voor aardgas, dan kunt u dit met de geschikte injectors wijzigen naar vloeibaar gas. De hoeveelheid gas wordt aangepast.
WAARSCHUWING!
Voordat u de injectors vervangt, moet u ervoor zorgen dat de gasknoppen zich in de UIT-stand bevinden. Trek de stekker uit het stopcontact. Laat het apparaat afkoelen. U kunt letsel oplopen.
Het apparaat is ingesteld op standaardgas. Om de instelling te wijzigen moet u altijd de afdichtpakking gebruiken.
A. Uiteinde van as met moer B. Pakking C. Elleboog (indien nodig)
4. Vervang de inspuiters door de sproeiers
die nodig zijn voor het type gas dat je gebruikt.
5. Vervang het typeplaatje (vlak bij de
gastoevoerleiding) door het nieuwe type gastoevoer.
Je vindt deze plaat in de zak die bij het apparaat geleverd is.
Als de druk van de gastoevoer niet constant is of anders is dan de benodigde druk, installeer dan een geschikte drukregelaar op de gastoevoerleiding.
3.11 Aanpassen van de minimale
gasstand op de fornuisbrander
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de knop voor de kookplaat.
Demonteer als de bypass-schroef niet toegankelijk is eerst het bedieningspaneel voor de afstelling.
3. Stel de stand van de bypass-schroef A af
met een dunne en platte schroevendraaier. Het model bepaalt de positie van de bypass-schroef A.

3.10 Vervanging van de sproeiers van de kookplaat

Vervang de inspuiters als je het gastype wijzigt.
1. Verwijder de pansteunen.
2. Verwijder de kappen en kronen van de
brander.
3. Verwijder de inspuiters met een dopsleutel 7.
NEDERLANDS 11
Page 12

Omzetten van aardgas naar vloeibaar gas

1. Draai de bypass-schroef volledig vast.
2. Doe de knop terug.

Omzetten van vloeibaar gas naar aardgas

1. Draai de stand van de bypass-schroef A één draai los.
2. Plaats de knop voor de kookplaat terug.
3. Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
WAARSCHUWING!
Steek de stekker pas in het stopcontact wanneer alle onderdelen terug op hun oorspronkelijke plaats zitten. U kunt letsel oplopen.
4. Steek de brander aan. Raadpleeg het hoofdstuk 'Kookplaat ­Dagelijks gebruik'.
5. Draai de knop voor de kookplaat naar een laagste stand.
6. Verwijder de knop voor de kookplaat weer.
7. Draai de bypass-schroef langzaam vast tot de vlam klein en stabiel wordt.
8. Plaats de knop voor de kookplaat weer terug.

3.13 Anti-kantelbescherming

Stel de juiste hoogte en ruimte voor het apparaat in voordat je de anti­kantelbescherming bevestigt.
LET OP!
Zorg ervoor dat je de anti­kantelbescherming op de juiste hoogte installeert.
Zorg ervoor dat het oppervlak achter het apparaat glad is.
Je moet de anti-kantelbescherming installeren. Als je deze niet installeert, kan het apparaat kantelen.
Je apparaat heeft het symbool op de afbeelding (indien van toepassing) om u eraan te herinneren dat je de anti­kantelbescherming installeert.

3.12 Het apparaat waterpas zetten

Gebruik kleine pootjes aan de onderkant van het apparaat om het kookoppervlak aan de bovenkant waterpas met andere oppervlakken te brengen.
12 NEDERLANDS
1. Installeer de anti-kantelbescherming
232-237 mm onder het bovenvlak van het apparaat en 110-115 mm van de zijkant van het apparaat in de ronde opening op een steun. Schroef het in het vaste materiaal of gebruik de geschikte versterking (muur).
Page 13
110-115
mm
232- 237
mm
2. Je vindt het gat aan de linkerkant aan de achterkant van het apparaat. Til de voorkant van het apparaat op en plaats deze in het midden van de ruimte tussen de kastjes. Als de ruimte tussen de aanrechtkastjes groter is dan de breedte van het apparaat, moet je de zijmeting aanpassen om het apparaat te centreren.
Als je de afmetingen van het fornuis hebt gewijzigd, moet je de anti­kantelbeveiliging correct uitlijnen.
LET OP!
Als de ruimte tussen de aanrechtkastjes groter is dan de breedte van het apparaat, moet je de zijmetingen aanpassen aan het midden van het apparaat.

3.14 Elektrische installatie

WAARSCHUWING!
De fabrikant is niet verantwoordelijk als u zich niet houdt aan de veiligheidsvoorschriften in het hoofdstuk Veiligheid.
Dit apparaat wordt geleverd met een stekker en een netsnoer.
WAARSCHUWING!
De stroomkabel mag het in de illustratie gearceerde onderdeel van het apparaat niet raken.
NEDERLANDS 13
Page 14

4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

10
1
2
3
4
1 3 4
5
2
6
7
8
9
1 2 3
5 4

4.1 Algemeen overzicht

Knoppen voor de kookplaat
1
Elektronische tijdschakelklok
2
Temperatuurknop
3
Temperatuurindicator/symbool
4
Knop voor de ovenfuncties
5
Verwarmingselement
6
Lamp
7
Ventilator
8
Inschuifrails, verwijderbaar
9
Inzetniveaus
10

4.2 Indeling kookoppervlak

Hulpbrander
1
Stoomuitlaat - nummer en positie
2
afhankelijk van het model Medium brander
3
Medium brander
4
Multikroonbrander
5

4.3 Accessoires

Bakrooster
Voor pannen, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor cakes en koekjes.
Grill-/braadpan
Voor het bakken en braden of als pan om vet op te vangen.
14 NEDERLANDS
Optionele telescopische geleiders Voor plateaus en bakplaten. Je kunt ze apart bestellen.
Opslaglade De bewaarlade bevindt zich onder de ovenruimte.
Page 15

5. VOORAFGAAND AAN HET EERSTE GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

5.1 Eerste reiniging

Haal alle accessoires en verwijderbare inschuifrails uit de oven.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het eerste gebruik.
Plaats de accessoires en de verwijderbare inschuifrails terug in hun oorspronkelijke positie.

5.2 Tijd instellen

U moet de tijd instellen voordat u de oven bedient.
Na aansluiting van het apparaat op het stopcontact en na een stroomstoring knippert het display automatisch.
1. Druk op de selectieknop .
Het symbool timer actief gaat branden.
2. Druk op de te stellen.
of om de correcte tijd in
Na ongeveer 5 seconden stopt het knipperen en geeft de klok de ingestelde tijd van de dag weer. Activeer om de tijd te wijzigen het apparaat
en druk op en tegelijkertijd of .
Druk als de puntjes tussen de uren en
minuten knipperen op of om de nieuwe tijd in te stellen.

5.3 Voorverwarmen

Warm de lege oven voor het eerste gebruik voor.
1. Stel de functie en de maximumtemperatuur in.
2. Laat de oven een uur werken.
3. Stel de functie in en druk op: . Stel de
maximumtemperatuur in. De maximale temperatuur voor deze functie is 210°C.
4. Laat de oven 15 minuten werken.
5. Stel de functie
maximumtemperatuur in.
6. Laat de oven 15 minuten werken.
7. Zet de oven uit en laat deze afkoelen.
Accessoires kunnen heter worden dan normaal. De oven kan een vreemde geur en rook afgeven. Zorg ervoor dat de luchtstroom in de ruimte voldoende is.
. Stel de

6. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

6.1 Ontsteking van de fornuisbrander

Ontvlam de brander altijd vóór u het kookgerei erop plaatst.
WAARSCHUWING!
Ga voorzichtig te werk bij het gebruik van branders (open vuur) in de keuken. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden in geval van onjuist gebruik van de vlam.
1. Draai de knop voor de kookplaat linksom
naar de maximale gasstand en druk de knop in om de brander aan te steken.
2. Houd de knop voor de kookplaat ingedrukt gedurende 10 seconden of minder om het thermokoppel voor te
NEDERLANDS 15
Page 16
verwarmen. Als u dat niet doet, wordt de
A
B
D
C
A
B
D
C
gastoevoer onderbroken.
3. Stel de vlam af zodra deze regelmatig brandt.
WAARSCHUWING!
Houd de knop niet langer dan 15 seconden ingedrukt. Als de brander na 15 seconden nog niet brandt, de knop loslaten en minstens 1 minuut wachten voordat u opnieuw probeert de vlam te ontsteken.
Als de brander na enkele pogingen niet aan gaat, controleer dan of de kroon en het branderdeksel goed op hun plaats zitten.
Als er geen elektriciteit is kunt u de brander zonder de elektrische voorziening aansteken. Breng een vlam dichtbij de brander, druk de bijbehorende knop in en draai de knop naar de maximale stand. Houd de controleknop ingedrukt gedurende 10 seconden of minder om het thermokoppel voor te verwarmen.

6.2 Branderoverzicht

Draai als de brander per ongeluk uit gaat de knop naar de uit stand en probeer na minimaal 1 minuut de brander weer aan te steken.
De vonkontsteking kan automatisch starten wanneer u de stekker in het stopcontact steekt, na de installatie of na een stroomonderbreking. Dat is normaal.
16 NEDERLANDS
A. Branderkap B. Branderkroon C. Ontstekingskaars D. Thermokoppel

6.3 De brander uitschakelen

Om de vlam te doven, de knop naar de off-
positie draaien .
WAARSCHUWING!
Draai de vlam altijd lager of schakel hem uit voordat u de pan van de brander haalt
Page 17

7. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

7.1 Pannen

WAARSCHUWING!
Plaats één pan niet op twee branders.
WAARSCHUWING!
Zet geen instabiele of beschadigde pannen op de brander, om morsen en letsel te voorkomen.
LET OP!
Zorg ervoor dat de handgrepen van pannen zich niet boven de voorrand van de kookplaat bevinden.
LET OP!
Zorg dat de potten zich in het midden van de brander bevinden, voor een maximum aan stabiliteit en lager gasverbruik.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen pannen met een op rim gebaseerde of op convexe basis gevormde bodem op de kookplaat, aangezien er een hoog risico op overdraaien bestaat.

7.2 Diameters van kookgerei

WAARSCHUWING!
Gebruik alleen kookgerei met een bodemdiameter die geschikt is voor de afmeting van de branders.
Brander Diameter van het
Extra brander 120 - 180
Medium brander
Multikroon
1)
Als er maar één pan op de kookplaat wordt gebruikt.
kookgerei (mm)
140 - 220/240
160 - 240/260
1)
1)

8. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

8.1 Algemene informatie

• Reinig de kookplaat na elk gebruik.
• Gebruik altijd kookgerei met een schone
bodem.
• Krassen of donkere vlekken op het
oppervlak hebben geen invloed op de werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat.
• Was de onderdelen van roestvrij staal met water en droog ze vervolgens af met een zachte doek.

8.2 De kookplaat schoonmaken

Verwijder direct: gesmolten kunststof, plastic folie, suiker en suikerhoudend voedsel, anders kan dit schade aan de kookplaat veroorzaken. Doe voorzichtig om brandwonden te voorkomen.
NEDERLANDS 17
Page 18
Verwijder nadat de kookplaat voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje niet-schurend reinigingsmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek.
• Was de geëmailleerde delen, deksels en kronen met een warm sopje en laat ze goed drogen alvorens ze terug te plaatsen.
8.3 Reinigen van de
ontstekingsknop
Dit onderdeel is uitgerust met een keramische ontstekingsbougie met een metalen elektrode. Reinig deze onderdelen altijd grondig, om moeilijkheden bij het aansteken te voorkomen, en controleer of de branderkroonopeningen niet verstopt zijn.

8.4 Pandragers

De pandragers zijn niet vaatwasserbestendig. Deze moeten met de hand worden afgewassen.
1. Verwijder de pandragers om de kookplaat gemakkelijk te reinigen.
Wees voorzichtig bij het terugzetten van de pandragers om te voorkomen dat de kookplaat beschadigd raakt.
2. Zorg er na het reinigen van de pandragers voor dat deze op de juiste plaats zijn teruggezet.
3. Om ervoor te zorgen dat de brander goed werkt, zorgt u ervoor dat de armen van de pandragers zijn uitgelijnd met het midden van de brander.

8.5 Periodiek onderhoud

Raadpleeg regelmatig uw lokale serviceafdeling, om de staat van de gastoevoerleiding en de drukregelaar (indien gemonteerd) te controleren.

9. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

9.1 Het in- en uitschakelen van de oven

1. Draai de functieknop van de oven naar
een ovenfunctie.
2. Draai de knop voor de temperatuur om de temperatuur te selecteren.
Het lampje gaat aan wanneer de oven in werking is.
3. Om de oven uit te schakelen, draai je de knoppen voor de ovenfuncties en temperatuur naar de uit-stand.
18 NEDERLANDS

9.2 Veiligheidsthermostaat

Een onjuiste bediening van de oven of defecte componenten kunnen gevaarlijke oververhitting veroorzaken. Om dit te voorkomen is de oven voorzien van een veiligheidsthermostaat die de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer ingeschakeld.
Page 19

9.3 Ovenfuncties

Symbool Ovenfuncties Toepassing
Uit-positie De oven staat uit.
Ovenlampje Het lampje activeren zonder een bereidings‐
Boven + onderwarmte Voor het bakken en roosteren op één oven‐
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een kro‐
Warme Lucht Voor het roosteren of bakken van gerechten
Hetelucht Voor het bakken op maximaal twee rekni‐
Vochtig bakken Deze functie werd gebruikt om te voldoen
Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of
Pizza-instelling Voor het bakken van pizza. Voor intensieve
functie.
niveau.
kante bodem en het bewaren van voedsel.
waarvoor dezelfde bereidingstemperatuur nodig is, op meerdere roosterhoogten, zon‐ der dat er smaken worden overgebracht van het ene naar het andere gerecht.
veaus tegelijk en om voedsel te drogen. Stel de temperatuur 20 - 40 °C lager in dan voor Boven + onderwarmte.
aan de eisen van de energie-efficiëntieklasse en het ecologisch ontwerp (volgens EU 65/2014 en EU 66/2014). Testen in overeen‐ stemming met: IEC/EN 60350-1. De ovendeur dient tijdens de bereiding ge‐ sloten te zijn zodat de functie niet wordt on‐ derbroken en om ervoor te zorgen dat de oven werkt op de hoogst mogelijke energie­efficiëntie. Bij het gebruik van deze functie kan de tem‐ peratuur in de ruimte verschillen van de inge‐ stelde temperatuur. Het verwarmingsvermo‐ gen kan worden verminderd. Zie voor alge‐ mene aanbevelingen voor energiebesparing het hoofdstuk ‘Energie-efficiëntie’, Energie‐ besparing. Deze functie is ontworpen om tijdens de be‐ reiding energie te besparen. Zie het hoofd‐ stuk 'Hints and tips’, Vochtig bakken voor be‐ reidingsinstructies.
gevogelte met bot op één niveau. Voor grati‐ neren en bruinen.
bruining en een krokante bodem.
NEDERLANDS 19
Page 20
Symbool Ovenfuncties Toepassing
A B C D
Ontdooien Om voedsel te ontdooien (groenten en fruit).
De ontdooitijd is afhankelijk van de hoeveel‐ heid ingevroren voedsel en de grootte daar‐ van.

10. OVEN - KLOKFUNCTIES

10.1 Display

A. DUUR-tijdsindicatie B. Tijdweergave C. Indicatielampje timer actief D. KOOKWEKKER-lampje

10.2 Toetsen

Knop Functie Beschrijving
MIN Om de tijd in te stellen.
KLOK De klokfunctie instellen.
PLUS Om de tijd in te stellen.

10.3 Tabel klokfuncties

Klokfunctie Toepassing
0:00. DAGTIJD Om de dagtijd in te stellen, te wijzigen of te controle‐
dur DUUR Instellen hoelang het apparaat in werking is (1 min. -
KOOKWEKKER Om de afteltijd in te stellen (1 min - 23 uur 59 min).

10.4 De BEREIDINGSDUUR instellen

1. Stel een ovenfunctie en de temperatuur
ren.
10 uur).
Deze functie heeft geen invloed op de werking van het apparaat.
Het display toont dur en symbool A.
4. Wanneer de tijd is verlopen, knippert dur
in.
2. Druk herhaaldelijk op totdat dur begint te knipperen.
5. Druk op een willekeurige toets om het
3. Druk op of om de tijd voor de
BEREIDINGSDUUR in te stellen.
20 NEDERLANDS
en weerklinkt er gedurende 7 minuten een geluidssignaal. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld.
geluidsignaal uit te zetten.
Page 21
6. Draai de knop voor de ovenfuncties en de knop voor de temperatuur naar de uitstand.
De klokfunctie gaat na een paar seconden uit.

10.7 Het geluidssignaal wijzigen

10.5 De KOOKWEKKER instellen

1. Blijf op drukken totdat begint te
knipperen.
2. Druk op te stellen.
3. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende 7 minuten een geluidssignaal. Druk op een willekeurige toets om het geluidsignaal uit te zetten.
of om de gewenste tijd in
1. Houd om het huidige geluidssignaal te
horen de toets ingedrukt.
2. Druk herhaaldelijk op te veranderen.
3. Laat de knop los.
Het laatste geluid dat u instelt is het nieuwe geluid.
4. Wacht 5 seconden tot de instelling automatisch wordt bevestigd.

10.6 De klokfuncties annuleren

1. Blijf op drukken tot het symbool voor
de benodigde ovenfunctie knippert.
2. Houd de knoppen en tegelijkertijd ingedrukt.
Als het apparaat uit het stopcontact wordt getrokken of na een stroomstoring is het geluidssignaal weer ingesteld op het standaardgeluid.

11. OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES

om het signaal
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

11.1 Accessoires plaatsen

Bakplaat:
Duw de bakplaat of diepe pan niet helemaal naar de achterwand van de ovenruimte. Dit voorkomt dat de warmte rond de bak circuleert. Het voedsel kan verbrand worden, vooral in het achterste deel van de bakplaat.
Plaats de bakplaat of braadpan tussen de geleidestangen van de inschuifrails. Zorg
ervoor dat het de achterwand van de oven niet raakt.
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de geleidestangen van de inschuifrail.
NEDERLANDS 21
Page 22

12. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.

12.1 Algemene informatie

Het apparaat heeft vier rekstanden. Tel de rekstanden vanaf de bodem van het apparaat.
Het apparaat heeft een speciaal systeem dat de lucht circuleert en voor doorlopende recycling van stoom zorgt. Dankzij dit systeem is het mogelijk om voedsel te bereiden in een atmosfeer met stoom en worden de gerechten zacht van binnen en knapperig van buiten. Bovendien worden de bereidingstijd en het energieverbruik tot een minimum beperkt.
Vocht kan in het apparaat of op de glazen deurpanelen condenseren. Dit is normaal. Ga altijd iets terug staan van het apparaat als u de deur van het apparaat tijdens de werking opent. Om de condens te verminderen, dient u het apparaat 10 minuten te laten voorverwarmen.
Veeg na elk gebruik het vocht van het apparaat.
Plaats geen voorwerpen direct op de bodem van het apparaat en bedek de bodem tijdens de bereiding niet met aluminiumfolie. Dit kan de bakresultaten veranderen en de emaillelaag beschadigen.

12.2 Bakken

Gebruik voor de eerste baksessie de lagere temperatuur.
Bij het bereiden van cake op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15 minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is, wordt de cake niet overal even bruin. Als de cake niet overal even bruin wordt, hoeft u de temperatuurinstelling niet te wijzigen. De verschillen verminderen tijdens het bakken.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten in de oven vervormen. Wanneer de bakplaten weer afgekoeld zijn, verdwijnt de vervorming.

12.3 Voor de bereiding van gebak

De ovendeur mag pas worden geopend als driekwart van de baktijd is verstreken.
Als u twee bakplaten tegelijkertijd gebruikt, dient u één niveau ertussen leeg te laten.

12.4 Voor de bereiding van vlees en vis

Gebruik een diepe bak voor erg vet voedsel om te oven te behoeden voor blijvende vetvlekken.
Laat het vlees ongeveer 15 minuten rusten voordat u het aansnijdt, zodat het vleessap er niet uit stroomt.
Om te veel rook tijdens het braden in de oven te vermijden, kunt u een beetje water in de lekbak gieten. Om rook te vermijden, voegt u water toe wanneer het is opgedroogd.

12.5 Bereidingstijden

De bereidingsduur is afhankelijk van het soort voedsel, de samenstelling en het volume.
Houd in eerste instantie het bereidingsproces in de gaten. Zoek bij het gebruik van dit apparaat de beste instellingen (temperatuur, bereidingsduur, etc.) voor uw kookgerei, recepten en hoeveelheden.
22 NEDERLANDS
Page 23

12.6 Boven + onderwarmte

Voedsel Gewicht (g) Temperatuur
(°C)
Platte cake
Koffiebroodjes met appels en gist
Lekbak 1500 160 - 170
KIP, HEEL 1350 200 - 220 60 - 70 2 Bakrooster
Halve kip 1300 190 - 210 35 + 30 3 Bakrooster
Varkensbraadstuk 600 190 - 210 30 - 35 3 Bakrooster
Flanbrood
Gevulde gistcake
Kwarktaart 2600 170 - 190 60 - 70 2 Bakplaat
Zwitserse appel‐
flan
Kerstcake
Boerenbrood
Roemeense biscuit‐
taart
Roemeense biscuit‐ taart - traditioneel
Broodjes
Zwitserse rol
Schuim 400 100 - 120 40 - 50 2 Bakplaat
Kruimeltaart
Botercake
1)
2)
3)
4)
1)
1)
1)
1)
4)
1)
1)
1)
1)
1)
Warm de oven 10 minuten voor.
Laat de cake na het uitschakelen 7 minuten in de oven staan.
Laat de cake 10 minuten in de oven staan nadat je het apparaat hebt uitgeschakeld.
Stel de temperatuur in op 250 °C en warm de oven 10 minuten voor.
1000 160 - 170 30 - 35 2 Bakplaat
2000 170 - 190 40 - 50 3 Bakplaat
800 230 - 250 10 - 15 2 Bakplaat
1200 170 - 180 25 - 35 2 Bakplaat
1)
1900 200 - 220 30 - 40 1 Bakplaat
2400 170 - 180
750 + 750 180 - 200 60 - 70 1 2 lichtbak (lengte: 20
600 + 600 160 - 170 40 - 50 2 2 lichtbak (lengte: 25
600 + 600 160 - 170 30 - 40 2 2 lichtbak (lengte: 25
800 200 - 210 10 - 15 2 Bakplaat
500 150 - 170 15 - 20 1 Bakplaat
1500 180 - 190 25 - 35 3 Bakplaat
600 180 - 200 20 - 25 2 Bakplaat
Tijd (min.) Inzetni‐
veau
45 - 55
55 - 65
2)
3)
2 Bakplaat
1 Bakplaat
1 Bakplaat
1 Bakplaat
2 Bakplaat
Accessoires
cm)
cm) op dezelfde rek‐ stand
cm) op dezelfde rek‐ stand
NEDERLANDS 23
Page 24

12.7 Warme Lucht

Voedsel Gewicht (g) Temperatuur
(°C)
Platte cake
Koffiebroodjes met appels en gist
Lekbak 1200 150 - 160
Kip, heel 1400 180 55 2 bakrooster
Varkensvlees 800 170 - 180 45 - 50 2 bakrooster
Gevulde gistcake 1200 150 - 160 20 - 30 2 bakplaat
Pizza 1000 190 - 200 25 - 35 2 bakplaat
Kwarktaart 2600 160 - 170 40 - 50 1 bakplaat
Zwitserse appel‐
flan
Kerstkrans
Quiche Lorraine
Boerenbrood
Roemeense biscuit‐
taart
Roemeense biscuit‐ taart - traditioneel
Koffiebroodjes met
gist
Zwitserse rol
Schuim 400 110 - 120 30 - 40 2 bakplaat
Kruimeltaart 1500 160 - 170 25 - 35 3 bakplaat
Cake, Zacht
1)
2)
3)
1)
1)
1)
3)
1)
1)
1)
1)
Warm de oven 10 minuten voor.
Laat de cake na het uitschakelen 7 minuten in de oven staan.
Stel de temperatuur in op 250 °C en warm de oven 10 minuten voor.
1000 150 30 2 bakplaat
2000 170 - 180 40 - 50 3 bakplaat
1900 180 - 200 30 - 40 2 bakplaat
2400 150 - 160
1000 190 - 210 30 - 40 1 1 ronde bakplaat
1)
750 + 750 160 - 170 40 - 50 1 bakplaat
600 + 600 155 - 165 40 - 50 2 2 lichtbak (lengte:
600 + 600 150 - 160 30 - 40 2 2 lichtbak (lengte:
800 190 15 3 bakplaat
500 150 - 160 15 - 20 3 bakplaat
600 150 - 160 25 - 35 2 bakplaat
Tijd (min.) Inzetni‐
veau
30 - 35
35 - 40
2)
2)
2 bakplaat
1 bakplaat
1 bakplaat
2 bakplaat
Accessoires
(diameter: 26 cm)
25 cm) op dezelf‐ de rekstand
25 cm) op dezelf‐ de rekstand
24 NEDERLANDS
Page 25

12.8 Hetelucht

Voedsel Gewicht (g) Temperatuur
(°C)
Platte cake
Platte cake
Gistcake met ap‐
pels
Lekbak 1200 150 - 160
KIP, HEEL 1400 200 50 2 bakrooster
Varkensbraadstuk 600 180 - 200 30 - 40 2 bakrooster
Flanbrood
Gevulde gistcake 1200 160 - 170 20 - 30 3 bakplaat
Kwarktaart 2600 150 - 170 60 - 70 2 bakplaat
Zwitserse appel‐
flan
Kerstcake
Quiche Lorraine
Boerenbrood
Roemeense biscuit‐
taart
Roemeense biscuit‐ taart - traditioneel
Broodjes
Broodjes
Zwitserse rol
Schuim 400 100 - 120 50 - 60 2 bakplaat
Schuim 400 + 400 100 - 120 55 - 65 1 + 3 bakplaat
Kruimeltaart
Biscuittaart
1)
1)
1)
1)
1)
1)
4)
1)
1)
1)
1)
1)
1)
1000 155 35 2 bakplaat
1000 + 1000 145 50 1 + 3 bakplaat
2000 170 - 180 40 - 50 3 bakplaat
800 230 - 250 10 - 15 2 bakplaat
1900 180 - 200 50 - 40 3 bakplaat
2400 150 - 170
1000 210 - 230 35 - 45 2 1 ronde bakplaat
1)
750 + 750 180 - 190 50 - 60 3 bakplaat
600 + 600 150 - 170 40 - 50 2 2 lichtbak (lengte:
600 + 600 160 - 170 30 - 40 2 2 lichtbak (lengte:
800 190 15 3 bakplaat
800 + 800 200 15 1 + 3 bakplaat
500 150 - 170 10 - 15 3 bakplaat
1500 170 - 180 20 - 30 2 bakplaat
600 150 - 170 20 - 30 2 bakplaat
Tijd (min.) Inzetni‐
veau
40 - 50
50 - 60
2)
3)
3 bakplaat
1 bakplaat
1 bakplaat
3 bakplaat
Accessoires
(diameter: 26 cm)
25 cm) op dezelf‐ de rekstand
25 cm) op dezelf‐ de rekstand
NEDERLANDS 25
Page 26
Voedsel Gewicht (g) Temperatuur
Tijd (min.) Inzetni‐
(°C)
Botercake
1)
2)
3)
4)
1)
Verwarm de oven 10 minuten voor.
Laat de cake na het uitschakelen 7 minuten in de oven staan.
Laat de cake 10 minuten in de oven staan nadat je het apparaat hebt uitgeschakeld.
Stel de temperatuur in op 230°C en verwarm de oven 10 minuten voor.
600 + 600 150 - 170 20 - 30 1 + 3 bakplaat

12.9 Vochtig bakken

veau
Accessoires
Gerecht Tempe‐
ratuur (°C)
Brood en pizza
Broodjes 190 25 - 30 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Broodjes 200 40 - 45 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Bevroren pizza 350 g 190 25 - 35 2 rooster
Cake in bakplaat
Koninginnenbrood (opge‐ rolde cake met jam)
Brownie 180 35 - 45 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Cake in bakblik
Soufflé 210 35 - 45 2 zes keramieken vormpjes op rooster
Luchtige vlaaibodem 180 25 - 35 2 flanvorm op rooster
Taart 150 35 - 45 2 cakevorm op rooster
Vis
Vis in zakjes 300 g 180 25 - 35 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Hele vis 200 g 180 25 - 35 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Visfilets 300 g 180 30 - 40 2 pizzavorm op rooster
Vlees
Vlees in zakje 250 g 200 35 - 45 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Vleesspiesjes 500 g 200 30 - 40 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Kleine gebakken items
Koekjes 170 25 - 35 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Makronen 170 40 - 50 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Muffins 180 30 - 40 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Smakelijke cracker 160 25 - 35 2 bakplaat of grill- / roosterpan
180 20 - 30 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Tijd (min) Roos‐
ter‐ hoogte
Accessoires
26 NEDERLANDS
Page 27
Gerecht Tempe‐
ratuur (°C)
Zandkoekjes 140 25 - 35 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Tartelettes 170 20 - 30 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Vegetarisch
Groentemix in zakjes 400 g 200 20 - 30 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Omelet 200 30 - 40 2 pizzavorm op rooster
Groenten op plaat 700 g 190 25 - 35 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Tijd (min) Roos‐
ter‐ hoogte
Accessoires

12.10 Circulatiegrill

Gerecht Hoeveelheid
(g)
Halve kip 1200 200 25 + 25 2 bakrooster
Gebraden varkens‐ kotelet
500 230 20 + 20 2 bakrooster
Temperatuur (°C)
Tijd (min.) Rekstand Accessoires
1 bakblik
1 bakblik

12.11 Pizza-functie

Gerecht Hoeveelheid
(g)
Pizza 1000 200 - 210 20 - 30 2 bakblik
Hele kip 1400 165 - 175 55 - 65 2 bakblik
Halve kip 1350 165 - 175 30 + 35 3 bakblik
1000 210 - 220 20 - 30 2 bakblik
Quiche Lorraine
1)
Warm de oven 10 - 15 minuten voor.
1)
Temperatuur (°C)
Tijd (min) Rooster‐
hoogte
Accessoires

12.12 Informatie voor testinstituten

Voedsel Functie Tempera‐
tuur (C°)
Kleine cakes, (16 stuks per bakplaat)
Kleine cakes, (16 stuks per bakplaat)
Kleine cakes, (16 stuks per bakplaat)
Boven + onder‐ warmte
Warme Lucht 150 bakplaat 3 20 - 30
Hetelucht 160 bakplaat 1 + 3 30 - 40
160 bakplaat 3 20 - 30
Accessoires Inzetni‐
veau
Tijd (min)
NEDERLANDS 27
Page 28
Voedsel Functie Tempera‐
tuur (C°)
Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm, diagonaal ge‐ plaatst)
Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm, diagonaal ge‐ plaatst)
Zachte cake zonder vet Boven + onder‐
Zachte cake zonder vet Warme Lucht 160 bakrooster 2 25 - 35
Zachte cake zonder vet Hetelucht 170 bakrooster 1 + 3 30 - 40
Zandtaartdeeg / Geba‐ kreepjes
Zandtaartdeeg / Geba‐ kreepjes
Zandtaartdeeg / Geba‐ kreepjes
1)
Toast
Biefstukburger
1)
Verwarm de oven 5 minuten voor.
2)
Verwarm de oven 10 minuten voor.
2)
Boven + onder‐ warmte
Warme Lucht 180 bakrooster 2 70 - 80
warmte
Boven + onder‐ warmte
Warme Lucht 140 bakplaat 3 20 - 30
Hetelucht 140 bakplaat 1 + 3 15 - 30
Circulatiegrill 230 bakrooster 3 3 - 5
Circulatiegrill 250 bakrooster of grill- /
190 bakrooster 1 65 - 75
180 bakrooster 2 20 - 30
140 bakplaat 3 15 - 30
Accessoires Inzetni‐
veau
3 15-20 eer‐
roosterpan
Tijd (min)
ste kant; 10-15 twee‐ de kant

13. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

13.1 Opmerkingen over de reiniging

Maak de voorkant van de oven schoon met een zachte doek, warm water en een mild reinigingsmiddel.
Gebruik voor metalen oppervlakken een specifiek reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van de oven na elk gebruik. Vetaccumulatie of andere voedselresten kunnen brand veroorzaken. Het risico is hoger voor de grillpan.
Maak alle accessoires na elk gebruik schoon en laat ze drogen. Gebruik een zachte doek met een warm sopje en een reinigingsmiddel.
28 NEDERLANDS
De accessoires niet in de afwasmachine reinigen..
Verwijder hardnekkige vlekken met een speciale ovenreiniger.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met agressieve reinigingsmiddelen of voorwerpen met scherpe randen.

13.2 Ovens van roestvrij staal of aluminium

Maak de ovendeur alleen met een vochtige doek of natte spons schoon. Droog maken met een zachte doek.
Vermijd het gebruik van staalwol, zure of schurende producten, deze kunnen de oppervlakken van de oven beschadigen.
Page 29
Maak het bedieningspaneel van de oven net
2
1
zo voorzichtig schoon

13.3 De inschuifrails

Als u de binnenkant van de oven wilt reinigen, verwijdert u de inschuifrails.
LET OP!
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de inschuifrails.
1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit de
zijwand.
2. Trek de inschuifrail bij de achterkant uit
de zijwand en verwijder deze.
LET OP!
Gebruik het apparaat niet zonder de interne glasplaat.
1. Open de deur volledig en houd beide scharnieren vast.
2. Til de hendel op beide scharnieren volledig omhoog en draai het.
Installeer de verwijderde accessoires in de omgekeerde volgorde.

13.4 De ovendeur reinigen

De ovendeur heeft twee glasplaten. U kunt de ovendeur en de interne glasplaat verwijderen om het schoon te maken.
De ovendeur kan dichtslaan als je de interne glasplaat probeert te verwijderen als de deur nog gemonteerd is.
3. Sluit de ovendeur halverwege de openingsstand. Til hem daarna op en trek hem naar voren en verwijder hem van zijn plek.
NEDERLANDS 29
Page 30
4. Plaats de deur op een zachte doek op
90°
1
2
een stabiel oppervlak.
5. Maak het vergrendelingssysteem los om de interne glasplaat te verwijderen.
6. Draai de bevestigingen 90° en verwijder ze uit hun zittingen.
bovenstaande stappen uit in omgekeerde volgorde.
Zorg ervoor dat je de interne glasplaat correct in de zittingen plaatst.

13.5 De lade verwijderen

WAARSCHUWING!
Bewaar geen ontvlambare dingen in de lade (bijv. schoonmaakmiddelen, plastic zakken, ovenhandschoenen, papier, reinigingssprays, enz). Als u de oven gebruikt, kan de lade heet worden. Er kan brand ontstaan.
De lade onder de oven kan worden verwijderd om gemakkelijker te worden schoongemaakt.
1. Trek de lade volledig naar buiten, tot deze niet verder kan.
7. Til eerst voorzichtig op en verwijder vervolgens de glasplaat.
8. Reinig de glasplaten met een sopje. Droog de glasplaten voorzichtig af. Reinig de glasplaten niet in de vaatwasser.
Als de reiniging voltooid is, plaats je de glasplaat en de ovendeur terug. Voer de
30 NEDERLANDS
2. Til de lade langzaam op.
3. Trek de lade volledig uit.
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om de lade te installeren.
Page 31

13.6 Het lampje vervangen

De achterlamp

WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken. Het lampje kan heet zijn.
1. Schakel de oven uit. Wacht tot de oven afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Plaats een doek op de bodem van de
holte.
1. Draai het afdekglas van de lamp en verwijder het.
2. Reinig de glasafdekking.
3. Vervang de lamp door een geschikte 300
°C hittebestendige lamp.
4. Installeer het glazen deksel.

14. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

14.1 Wat te doen als...

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er is geen vonk als u probeert de vonkontsteking te activeren.
De zekering is doorgeslagen. Verzeker u ervan dat de zekering de
Branderdeksel en kroon zijn niet
De vlam dooft onmiddellijk na de ontsteking.
De vlamring is ongelijkmatig. De branderkroon is verstopt met
De branders werken niet. Er is geen gastoevoer. Controleer de gasaansluiting.
De vlamkleur is oranje of geel. De vlam kan in sommige delen van
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De benodigde instellingen zijn niet
De klok is niet ingesteld. Stel de klok in
De lamp werkt niet. De lamp is defect. Vervang de lamp.
De kookplaat is niet aangesloten op een stopcontact of niet goed geïn‐ stalleerd.
goed geplaatst.
Het thermokoppel is niet voldoende opgewarmd.
voedselresten.
ingesteld.
Controleer of de kookplaat goed aangesloten is op het lichtnet. Zie het aansluitschema.
oorzaak van de storing is. Als de ze‐ keringen keer op keer doorslaan, neem je contact op met een erken‐ de installateur.
Plaats de branderdeksel en de kroon op de juiste wijze.
Na het ontsteken van de vlam, de vlamontsteking circa 10 sec. inge‐ drukt houden.
Zorg ervoor dat de injector niet ge‐ blokkeerd is en dat de branderkroon schoon is.
de brander oranje of geel lijken. Dit is normaal.
Zorg ervoor dat de instellingen cor‐ rect zijn.
NEDERLANDS 31
Page 32
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Stoom en condens slaan neer op het eten en in de ovenruimte.
Het duurt te lang om de gerechten te bereiden of ze koken te snel.
Op het ovendisplay verschijnt "0.00" en "LED".
Je hebt het gerecht te lang in de oven achtergelaten.
De kamertemperatuur is te laag of te hoog.
Er is een stroomstoring opgetreden. Stel de klok opnieuw in.
Laat gerechten na het bereiden niet langer dan 15 - 20 minuten in de oven staan.
Pas indien nodig de temperatuur aan. Volg het advies in de gebrui‐ kershandleiding.

14.2 Servicegegevens

Als je niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met je verkoper of een erkende serviceafdeling.
De contactgegevens van de servicedienst staan op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich aan de voorkant van de ovenruimte. Verwijder het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij raden je aan om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................

15. ENERGIEZUINIGHEID

15.1 Productinformatie volgens EU Ecodesign-voorschriften voor kookplaat

Modelnummer CKB64412BM
Type kookplaat Oven in vrijstaand fornuis
Aantal gasbranders 4
Energetisch rende‐ ment per gasbran‐ der (EE gas bur‐ ner)
Energetisch rendement voor het gasfornuis (EE gas hob) 55.7 %
EN 30-2-1: Huishoudelijke kooktoestellen die gas verbranden - Deel 2-1 : Verstandig gebruik van energie - Alge‐ meen.

15.2 Kookplaat - Energiebesparend

Je kunt energie besparen tijdens het dagelijks koken als je de onderstaande aanwijzingen volgt.
Linkssachter - Hulp niet van toepassing %
Rechtsmidden - Semi-snel 55.0 %
Rechtsvoor - Semi-snel 55.0 %
Linksvoor - Meervoudige kroonbrander 57.0 %
• Gebruik bij het opwarmen van water
alleen de hoeveelheid die je nodig hebt.
• Plaats, indien mogelijk, altijd de deksels
op het kookgerei.
32 NEDERLANDS
Page 33
• Controleer, voordat je de branders en pannendragers gebruikt, of deze correct zijn bevestigd.
• De bodem van het kookgerei moet de juiste diameter hebben voor de grootte
• Zet het vuur zachter waneer de vloeistof begint te koken om de vloeistof heel zacht te laten sudderen.
• Gebruik indien mogelijk een snelkookpan. Raadpleeg de gebruikershandleiding.
van de brander.
• Plaats het kookgerei direct boven de brander en in het midden ervan.
15.3 Productinformatie en productinformatieblad volgens de EU-
voorschriften voor ecologisch ontwerp en energie-etikettering voor ovens
Naam leverancier AEG
Modelnummer CKB64412BM 943005252
Energie-efficiëntie-index 94.9
Energie-efficiëntieklasse A
Energieverbruik met een standaard belading, conventionele modus 0,84 kWh/cyclus
Energieverbruik met een standaard belasting, heteluchtmodus 0,75 kWh/cyclus
Aantal holtes 1
Warmtebron Elektriciteit
Volume 57 l
Soort oven Oven in vrijstaand fornuis
Massa 47.0 kg
IEC/EN 60350-1 - Huishoudelijke elektrische kooktoestellen - Deel 1: Fornuizen, ovens, stoomovens en grills ­Methoden voor het meten van prestaties.

15.4 Oven - Energiebesparing

Dit apparaat heeft functies die u helpen energie te besparen tijdens het dagelijks koken.
Zorg ervoor dat de deur van het apparaat gesloten is als het apparaat in werking is. Open de deur van het apparaat niet te vaak tijdens het koken. Houd het deurrubber schoon en zorg ervoor dat het goed op zijn plaats vastzit.
Gebruik metalen kookgerei om meer energie te besparen.
Verwarm het apparaat niet voor alvorens te koken als dat niet hoeft.
Houd onderbrekingen tussen het bakken zo kort mogelijk als je een aantal gerechten tegelijkertijd bereidt.
Koken met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties met hete lucht om energie te besparen.
Restwarmte
Wanneer de kookduur langer is dan 30 minuten, verlaag dan de oventemperatuur tot minimaal 3-10 minuten voor het einde van het koken. De restwarmte binnen in het apparaat zal blijven koken.
Je kunt de restwarmte gebruiken om andere maaltijden op te warmen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke temperatuurinstelling om de restwarmte te gebruiken en een maaltijd warm te houden.
NEDERLANDS 33
Page 34
Vochtig bakken
Functie is ontworpen om tijdens de bereiding energie te besparen. Raadpleeg voor meer informatie het hoofdstuk "Apparatuur -
16. MILIEUBESCHERMING
Dagelijks gebruik", de functies van het apparaat.
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
Electrolux Appliances AB - Contact Address: Al. Powstancow Slaskich 26, 30-570 Krakow, Poland
34 NEDERLANDS
*
Page 35
Page 36
867354727-D-422023
Loading...