Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit
uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de
instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor
toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare personen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met een beperkt lichamelijk,
zintuiglijk of verstandelijk vermogen of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
2NEDERLANDS
Page 3
het apparaat en indien zij de gevaren begrijpen. Kinderen
jonger dan 8 jaar en personen met zware en complexe
beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te
worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht
staan.
• Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat zij met het
apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik. Houd
kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat tijdens
het gebruik en bij het afkoelen.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken.
• Dit apparaat is bedoeld voor binnenshuis huishoudelijk
gebruik.
• Dit apparaat kan worden gebruikt in kantoren, hotelkamers,
bed & breakfast-kamers, boerderijgasthuizen en andere
soortgelijke accommodaties waar dergelijk gebruik de
(gemiddelde) huishoudelijke gebruiksniveaus niet
overschrijdt.
• Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat
en de kabel vervangen.
• Het apparaat kan worden gebruikt tot een maximum van
2000 m boven zeeniveau.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik op schepen, boten
of vaartuigen.
• Installeer het apparaat ter voorkoming van oververhitting
niet achter een decoratieve deur.
• Installeer het apparaat niet op een platform.
• Bedien het apparaat niet door middel van een externe timer
of een apart afstandsbedieningssysteem.
NEDERLANDS3
Page 4
• WAARSCHUWING: Onbewaakt koken op een kookplaat
met vet of olie kan gevaarlijk zijn en tot brand leiden.
• Gebruik nooit water om het kookvuur te blussen. Schakel
het apparaat uit en bedek de vlammen met bijv. een
branddeken of deksel.
• LET OP: Het kookproces moet bewaakt worden. Een kort
kookproces moet voortdurend bewaakt worden.
• WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookoppervlakken.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
• Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur of de glazen
afdekplaat van de kookplaat schoon te maken. Deze
kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor
het glas zou kunnen breken.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op het oppervlak van de kookplaat
worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
• Verwijder eventuele resten van het deksel voordat u het
opent. Laat het oppervlak van de kookplaat afkoelen
voordat u het deksel sluit.
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik. U dient
te voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
• Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
ovenschalen te verwijderen of erin te plaatsen.
• Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te plegen.
• WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het apparaat is
uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om elektrische
schokken te voorkomen.
• Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkend servicecentrum of een gekwalificeerde persoon
deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties met
elektriciteit te voorkomen.
4NEDERLANDS
Page 5
• Wees voorzichtig als je de opslaglade aanraakt. Deze kan
heet worden.
• Om de inschuifrailen te verwijderen trek eerst de voorkant
van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden.
Plaats de inschuifrails in omgekeerde volgorde.
• WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers
die door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen
of door de fabrikant van het apparaat in de
gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of
kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn
geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte
kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit apparaat is geschikt voor de volgende
markten: NL
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus
mag dit apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
• Trek het apparaat nooit aan de handgreep
van zijn plaats.
• De afmetingen van de keukenkast en de
uitsparing moeten kloppen.
• Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
• Installeer het apparaat op een veilige en
geschikte plaats die aan alle installatieeisen voldoet.
• Delen van het apparaat staan onder
stroom. Sluit het apparaat met meubel om
te voorkomen dat de gevaarlijke delen
worden aangeraakt.
• De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van
dezelfde hoogte.
• Installeer het apparaat niet naast een deur
of onder een raam. Dit voorkomt dat heet
kookgerei van het apparaat valt als de
deur of het raam wordt geopend.
• Installeer een stabilisator om te
voorkomen dat het apparaat kantelt.
Raadpleeg het hoofdstuk Installatie.
2.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
• Alle elektrische verbindingen moeten
worden uitgevoerd door een erkend
elektricien.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op
een geaard stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
• Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat of de
NEDERLANDS5
Page 6
niche onder het apparaat, met name niet
als deze werkt of als de deur heet is.
• De schokbescherming van delen onder
stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n
manier worden bevestigd dat het niet
zonder gereedschap kan worden
verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie bereikbaar
is.
• Als het stopcontact los zit, mag u de
stekker niet in het stopcontact steken.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
• Gebruik enkel correcte
isolatievoorzieningen:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars
en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3
mm.
• Sluit de deur van het apparaat volledig
voordat u de stekker in het stopcontact
steekt.
2.3 Gasaansluiting
• Alle gasaansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden
gemaakt.
• Controleer vóór installatie of de
plaatselijke distributieomstandigheden
(gassoort en -druk) en de afstelling van
het apparaat met elkaar te combineren
zijn.
• Zorg ervoor dat er lucht in het apparaat
circuleert.
• De informatie over de gastoevoer staat op
het typeplaatje.
• Dit apparaat mag niet aangesloten worden
op een inrichting dat producten afvoert
voor verbranding. Sluit het apparaat aan
volgens de geldende installatieregels.
Volg de vereisten voor voldoende
ventilatie.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Risico op letsel en brandwonden.
Gevaar voor elektrische schokken.
LET OP!
Het gebruik van een gaskooktoestel
resulteert in de productie van warmte,
vocht en verbrandingsproducten in de
ruimte waarin het apparaat wordt
geïnstalleerd. Zorg ervoor dat de keuken
goed geventileerd is, vooral wanneer het
apparaat in gebruik is.
Langdurig intensief gebruik van het
apparaat kan extra ventilatie vereisen. Dit
is bijvoorbeeld het verhogen van
mechanische ventilatie waar aanwezig,
extra ventilatie om de
verbrandingsproducten veilig te
verwijderen naar buitenlucht (externe
lucht), terwijl het ook ruimtelucht ververst
met extra ventilatie. Raadpleeg een
bevoegde persoon voordat je de extra
ventilatie installeert.
• De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd worden.
• Laat het apparaat tijdens de werking niet
onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
• Wees voorzichtig met het openen van de
deur van het apparaat wanneer het
apparaat in werking is. Er kan hete lucht
vrijkomen.
• Gebruik het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
• Gebruik het apparaat niet als werkblad of
als opslagoppervlak.
• Gebruik geen aluminiumfolie of andere
materialen tussen het kookoppervlak en
het kookgerei, tenzij anders aangegeven
door de fabrikant van dit apparaat.
• Gebruik alleen accessoires die door de
fabrikant voor dit apparaat worden
aanbevolen.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie.
6NEDERLANDS
Page 7
• Wanneer ze verwarmd worden, kunnen
vetten en oliën ontvlambare dampen
afgeven. Houd open vuur of verwarmde
voorwerpen uit de buurt van vetten en
oliën wanneer u ermee kookt.
• De dampen die boven erg hete olie
ontstaan kunnen spontaan ontbranden.
• Gebruikte olie, die voedselresten kan
bevatten, kan ontbranden bij een lagere
temperatuur dan olie die voor de eerste
keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of
artikelen die vochtig zijn met ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
• Laat geen vonken of open vlammen in
contact met het apparaat komen wanneer
u de deur opent.
• Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Het gebruik van ingrediënten
met alcohol kan een mengsel van alcohol
en lucht veroorzaken.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het email te
voorkomen:
– plaats ovenschalen of andere
voorwerpen niet rechtstreeks op de
bodem van het apparaat.
– leg geen aluminiumfolie op de bodem
van de ruimte in het apparaat.
– plaats geen water direct in het hete
apparaat.
– bewaar geen vochtige gerechten en
voedsel in het apparaat nadat u klaar
bent met koken.
– wees voorzichtig bij het verwijderen of
bevestigen van accessoires.
• Verkleuring van het email of roestvrij staal
is niet van invloed op de werking van het
apparaat.
• Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Vruchtensappen veroorzaken
vlekken die permanent kunnen zijn.
• Laat geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel staan.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Zorg ervoor dat je geen voorwerpen of
kookgerei op het apparaat laat vallen. Het
oppervlak kan beschadigd raken.
• Laat nooit een brander aan met leeg
kookgerei of zonder kookgerei.
• Kookgerei gemaakt van gietijzer,
aluminium of met een beschadigde bodem
kan krassen op het glas/glaskeramiek
veroorzaken. Til deze voorwerpen altijd op
als je ze op de kookplaat moet
verplaatsen.
• Zorg voor een goede ventilatie in de
ruimte waar het apparaat is geïnstalleerd.
• Gebruik alleen stabiel kookgerei met een
juiste vorm en diameter die groter is dan
de afmetingen van de branders.
• Controleer of de vlam niet dooft als je de
knop snel van de maximale stand naar de
minimale stand draait.
• Plaats geen vlamverdeler op de brander.
2.5 Reiniging en onderhoud
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, vuur of schade aan
het apparaat.
• Schakel het apparaat voor onderhoud uit.
Haal de netstekker uit het stopcontact.
• Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld.
Er bestaat een risico dat de glasplaten
kunnen breken.
• Vervang direct de glazen deurpanelen als
deze beschadigd zijn. Neem contact op
met een erkend servicecentrum.
• Wees voorzichtig als u de deur van het
apparaat verwijdert. De deur is zwaar!
• Vet en voedsel dat in het apparaat
achterblijft, kan brand veroorzaken.
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
• Volg als u een ovenspray gebruikt de
aanwijzingen op de verpakking.
• Reinig niet het katalytisch email (indien
van toepassing) met een
schoonmaakmiddel.
• De branders niet in de afwasautomaat
reinigen.
2.6 Deksel
• De specificatie van de deksel mag niet
worden veranderd.
NEDERLANDS7
Page 8
• Maak de deksel regelmatig schoon.
• Open de deksel niet als er is geknoeid op
het oppervlak.
• Schakel alle branders uit voordat u de
deksel sluit.
• Sluit het deksel niet tot de kookplaat en de
oven volledig zijn afgekoeld.
• Glazen deksels kunnen breken als ze
warm worden (indien van toepassing).
2.7 Binnenverlichting
het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor
gebruik in andere toepassingen en zijn
niet geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
• Dit product bevat een lichtbron van
energie-efficiëntieklasse G.
• Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.8 Service
• Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
• Gebruik alleen originele
reserveonderdelen.
2.9 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die afzonderlijk
worden verkocht: Deze lampen zijn
bedoeld om bestand te zijn tegen extreme
fysieke omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur, trillingen,
vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie
te geven over de operationele status van
3. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
3.1 Locatie van het apparaat
Installeer het fornuis niet in de buurt van
de gootsteen of in de buurt van de kast
met gootsteen. Vochtigheids-/
waterdruppels kunnen tussen het
zijpaneel en de kast binnendringen en op
termijn de verf van het zijpaneel
beschadigen.
Je kunt je vrijstaande apparaat met kasten
aan één of twee zijden en in de hoek
installeren.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Neem contact op met uw plaatselijke
overheid voor informatie over het afvoeren
van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af
en gooi het weg.
• Maak de externe gasleidingen plat.
Houd een afstand van ongeveer
1 cm tussen het apparaat en de
achterwand om ervoor te zorgen dat het
deksel opengaat.
Controleer de tafel voor minimale afstanden
voor de montage.
De volgende instructies over de
installatie en het onderhoud moeten
opgevolgd worden door vakkundig
personeel in overeenstemming met de
geldende voorschriften.
Gebruik vaste aansluitingen of een flexibele
leiding van roestvrij staal, in
overeenstemming met de voorschriften die
van kracht zijn. Als u flexibele metalen
leidingen gebruikt, moet u opletten dat deze
niet in aanraking komen met bewegende
onderdelen, of dat ze niet vastgeklemd
worden.
De verbinding moet worden aangelegd in
overeenstemming met NEN 1078.
BEPERKT VERMOGEN kWINJECTORMARKE‐
RING 1/100 mm
WAARSCHUWING!
De gasleiding mag het deel van het
apparaat niet raken zoals getoond in de
afbeelding.
3.8 Flexibele niet-metalen leidingen
Als u gemakkelijk toegang heeft tot de
aansluiting, kunt u een flexibele leiding
gebruiken. De flexibele leiding moet stevig
bevestigd zijn door klemmen.
Gebruik bij de installatie altijd de pijphouder
en de pakking. De flexibele leiding kan
worden toegepast als:
• deze kan niet warmer worden dan
kamertemperatuur, hoger dan 30 °C;
• deze niet langer is dan 1500 mm;
• er geen vernauwing overal is,
• niet gedraaid of vastgedraaid is,
• niet in aanraking komt met scherpe
Controleer of de gastoevoerdruk van het
apparaat voldoet aan de aanbevolen
waarden. De verstelbare aansluiting
wordt op de uitbreidingsbrug bevestigd
met behulp van een schroefdraadmoer G
1/2" (NEN 3258). Schroef de onderdelen
vast zonder kracht, stel de verbinding in
de nodige richting af en draai alles vast.
randen of hoeken,
• de condities kunnen gemakkelijk worden
gecontroleerd.
Zorg er bij het controleren van de flexibele
leiding voor dat:
• deze geen barsten, sneden, sporen van
verbranden op de twee uiteinden en over
de volledige lengte vertoont;
• het materiaal niet verhard is, maar de
correcte elasticiteit vertoont;
• de bevestigingsklemmen niet verroest zijn;
• de levensduur niet verlopen is.
Als er een of meer defecten zichtbaar zijn,
mag de leiding niet worden gerepareerd,
maar moet deze worden vervangen.
De gastoevoer bevindt zich aan de
achterkant van het bedieningspaneel.
10NEDERLANDS
Page 11
3.9 Aanpassing aan verschillende
AB C
A
A
types gas
Alleen bevoegde personen mogen de
afstelling aan verschillende types gas
uitvoeren.
Als het apparaat is ingesteld voor
aardgas, dan kunt u dit met de geschikte
injectors wijzigen naar vloeibaar gas.
De hoeveelheid gas wordt aangepast.
WAARSCHUWING!
Voordat u de injectors vervangt, moet u
ervoor zorgen dat de gasknoppen zich in
de UIT-stand bevinden. Trek de stekker
uit het stopcontact. Laat het apparaat
afkoelen. U kunt letsel oplopen.
Het apparaat is ingesteld op
standaardgas. Om de instelling te
wijzigen moet u altijd de afdichtpakking
gebruiken.
A. Uiteinde van as met moer
B. Pakking
C. Elleboog (indien nodig)
4. Vervang de inspuiters door de sproeiers
die nodig zijn voor het type gas dat je
gebruikt.
5. Vervang het typeplaatje (vlak bij de
gastoevoerleiding) door het nieuwe type
gastoevoer.
Je vindt deze plaat in de zak die bij
het apparaat geleverd is.
Als de druk van de gastoevoer niet constant
is of anders is dan de benodigde druk,
installeer dan een geschikte drukregelaar op
de gastoevoerleiding.
3.11 Aanpassen van de minimale
gasstand op de fornuisbrander
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de knop voor de kookplaat.
Demonteer als de bypass-schroef niet
toegankelijk is eerst het bedieningspaneel
voor de afstelling.
3. Stel de stand van de bypass-schroef A af
met een dunne en platte
schroevendraaier.
Het model bepaalt de positie van de
bypass-schroef A.
3.10 Vervanging van de sproeiers
van de kookplaat
Vervang de inspuiters als je het gastype
wijzigt.
1. Verwijder de pansteunen.
2. Verwijder de kappen en kronen van de
brander.
3. Verwijder de inspuiters met een
dopsleutel 7.
NEDERLANDS11
Page 12
Omzetten van aardgas naar vloeibaar
gas
1. Draai de bypass-schroef volledig vast.
2. Doe de knop terug.
Omzetten van vloeibaar gas naar
aardgas
1. Draai de stand van de bypass-schroef A
één draai los.
2. Plaats de knop voor de kookplaat terug.
3. Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
WAARSCHUWING!
Steek de stekker pas in het
stopcontact wanneer alle onderdelen
terug op hun oorspronkelijke plaats
zitten. U kunt letsel oplopen.
4. Steek de brander aan.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Kookplaat Dagelijks gebruik'.
5. Draai de knop voor de kookplaat naar
een laagste stand.
6. Verwijder de knop voor de kookplaat
weer.
7. Draai de bypass-schroef langzaam vast
tot de vlam klein en stabiel wordt.
8. Plaats de knop voor de kookplaat weer
terug.
3.13 Anti-kantelbescherming
Stel de juiste hoogte en ruimte voor het
apparaat in voordat je de antikantelbescherming bevestigt.
LET OP!
Zorg ervoor dat je de antikantelbescherming op de juiste hoogte
installeert.
Zorg ervoor dat het oppervlak achter het
apparaat glad is.
Je moet de anti-kantelbescherming
installeren. Als je deze niet installeert, kan het
apparaat kantelen.
Je apparaat heeft het symbool op de
afbeelding (indien van toepassing) om u
eraan te herinneren dat je de antikantelbescherming installeert.
3.12 Het apparaat waterpas zetten
Gebruik kleine pootjes aan de onderkant van
het apparaat om het kookoppervlak aan de
bovenkant waterpas met andere
oppervlakken te brengen.
12NEDERLANDS
1. Installeer de anti-kantelbescherming
232-237 mm onder het bovenvlak van het
apparaat en 110-115 mm van de zijkant
van het apparaat in de ronde opening op
een steun. Schroef het in het vaste
materiaal of gebruik de geschikte
versterking (muur).
Page 13
110-115
mm
232- 237
mm
2. Je vindt het gat aan de linkerkant aan de
achterkant van het apparaat. Til de
voorkant van het apparaat op en plaats
deze in het midden van de ruimte tussen
de kastjes. Als de ruimte tussen de
aanrechtkastjes groter is dan de breedte
van het apparaat, moet je de zijmeting
aanpassen om het apparaat te centreren.
Als je de afmetingen van het fornuis hebt
gewijzigd, moet je de antikantelbeveiliging correct uitlijnen.
LET OP!
Als de ruimte tussen de aanrechtkastjes
groter is dan de breedte van het
apparaat, moet je de zijmetingen
aanpassen aan het midden van het
apparaat.
3.14 Elektrische installatie
WAARSCHUWING!
De fabrikant is niet verantwoordelijk als u
zich niet houdt aan de
veiligheidsvoorschriften in het hoofdstuk
Veiligheid.
Dit apparaat wordt geleverd met een stekker
en een netsnoer.
WAARSCHUWING!
De stroomkabel mag het in de illustratie
gearceerde onderdeel van het apparaat
niet raken.
NEDERLANDS13
Page 14
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
10
1
2
3
4
13 4
5
2
6
7
8
9
123
54
4.1 Algemeen overzicht
Knoppen voor de kookplaat
1
Elektronische tijdschakelklok
2
Temperatuurknop
3
Temperatuurindicator/symbool
4
Knop voor de ovenfuncties
5
Verwarmingselement
6
Lamp
7
Ventilator
8
Inschuifrails, verwijderbaar
9
Inzetniveaus
10
4.2 Indeling kookoppervlak
Hulpbrander
1
Stoomuitlaat - nummer en positie
2
afhankelijk van het model
Medium brander
3
Medium brander
4
Multikroonbrander
5
4.3 Accessoires
• Bakrooster
Voor pannen, bak- en braadvormen.
• Bakplaat
Voor cakes en koekjes.
• Grill-/braadpan
Voor het bakken en braden of als pan om
vet op te vangen.
14NEDERLANDS
• Optionele telescopische geleiders
Voor plateaus en bakplaten. Je kunt ze
apart bestellen.
• Opslaglade
De bewaarlade bevindt zich onder de
ovenruimte.
Page 15
5. VOORAFGAAND AAN HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
5.1 Eerste reiniging
Haal alle accessoires en verwijderbare
inschuifrails uit de oven.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en
reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het
eerste gebruik.
Plaats de accessoires en de verwijderbare
inschuifrails terug in hun oorspronkelijke
positie.
5.2 Tijd instellen
U moet de tijd instellen voordat u de oven
bedient.
Na aansluiting van het apparaat op het
stopcontact en na een stroomstoring knippert
het display automatisch.
1. Druk op de selectieknop .
Het symbool timer actief gaat branden.
2. Druk op de
te stellen.
of om de correcte tijd in
Na ongeveer 5 seconden stopt het knipperen
en geeft de klok de ingestelde tijd van de dag
weer.
Activeer om de tijd te wijzigen het apparaat
en druk op en tegelijkertijd of .
Druk als de puntjes tussen de uren en
minuten knipperen op of om de nieuwe
tijd in te stellen.
5.3 Voorverwarmen
Warm de lege oven voor het eerste gebruik
voor.
1. Stel de functie en de
maximumtemperatuur in.
2. Laat de oven een uur werken.
3. Stel de functie in en druk op:. Stel de
maximumtemperatuur in. De maximale
temperatuur voor deze functie is 210°C.
4. Laat de oven 15 minuten werken.
5. Stel de functie
maximumtemperatuur in.
6. Laat de oven 15 minuten werken.
7. Zet de oven uit en laat deze afkoelen.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. De oven kan een vreemde geur en
rook afgeven. Zorg ervoor dat de luchtstroom
in de ruimte voldoende is.
. Stel de
6. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
6.1 Ontsteking van de
fornuisbrander
Ontvlam de brander altijd vóór u het
kookgerei erop plaatst.
WAARSCHUWING!
Ga voorzichtig te werk bij het gebruik van
branders (open vuur) in de keuken. De
fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld
worden in geval van onjuist gebruik van
de vlam.
1. Draai de knop voor de kookplaat linksom
naar de maximale gasstand en druk
de knop in om de brander aan te steken.
2. Houd de knop voor de kookplaat
ingedrukt gedurende 10 seconden of
minder om het thermokoppel voor te
NEDERLANDS15
Page 16
verwarmen. Als u dat niet doet, wordt de
A
B
D
C
A
B
D
C
gastoevoer onderbroken.
3. Stel de vlam af zodra deze regelmatig
brandt.
WAARSCHUWING!
Houd de knop niet langer dan 15
seconden ingedrukt. Als de brander na
15 seconden nog niet brandt, de knop
loslaten en minstens 1 minuut wachten
voordat u opnieuw probeert de vlam te
ontsteken.
Als de brander na enkele pogingen niet
aan gaat, controleer dan of de kroon en
het branderdeksel goed op hun plaats
zitten.
Als er geen elektriciteit is kunt u de
brander zonder de elektrische
voorziening aansteken. Breng een vlam
dichtbij de brander, druk de bijbehorende
knop in en draai de knop naar de
maximale stand. Houd de controleknop
ingedrukt gedurende 10 seconden of
minder om het thermokoppel voor te
verwarmen.
6.2 Branderoverzicht
Draai als de brander per ongeluk uit gaat
de knop naar de uit stand en probeer na
minimaal 1 minuut de brander weer aan
te steken.
De vonkontsteking kan automatisch
starten wanneer u de stekker in het
stopcontact steekt, na de installatie of na
een stroomonderbreking. Dat is normaal.
16NEDERLANDS
A. Branderkap
B. Branderkroon
C. Ontstekingskaars
D. Thermokoppel
6.3 De brander uitschakelen
Om de vlam te doven, de knop naar de off-
positie draaien .
WAARSCHUWING!
Draai de vlam altijd lager of schakel hem
uit voordat u de pan van de brander haalt
Page 17
7. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
7.1 Pannen
WAARSCHUWING!
Plaats één pan niet op twee branders.
WAARSCHUWING!
Zet geen instabiele of beschadigde
pannen op de brander, om morsen en
letsel te voorkomen.
LET OP!
Zorg ervoor dat de handgrepen van
pannen zich niet boven de voorrand van
de kookplaat bevinden.
LET OP!
Zorg dat de potten zich in het midden van
de brander bevinden, voor een maximum
aan stabiliteit en lager gasverbruik.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen pannen met een op rim
gebaseerde of op convexe basis
gevormde bodem op de kookplaat,
aangezien er een hoog risico op
overdraaien bestaat.
7.2 Diameters van kookgerei
WAARSCHUWING!
Gebruik alleen kookgerei met een
bodemdiameter die geschikt is voor de
afmeting van de branders.
BranderDiameter van het
Extra brander120 - 180
Medium brander
Multikroon
1)
Als er maar één pan op de kookplaat wordt gebruikt.
kookgerei (mm)
140 - 220/240
160 - 240/260
1)
1)
8. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
8.1 Algemene informatie
• Reinig de kookplaat na elk gebruik.
• Gebruik altijd kookgerei met een schone
bodem.
• Krassen of donkere vlekken op het
oppervlak hebben geen invloed op de
werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel
voor het oppervlak van de kookplaat.
• Was de onderdelen van roestvrij staal met
water en droog ze vervolgens af met een
zachte doek.
8.2 De kookplaat schoonmaken
• Verwijder direct: gesmolten kunststof,
plastic folie, suiker en suikerhoudend
voedsel, anders kan dit schade aan de
kookplaat veroorzaken. Doe voorzichtig
om brandwonden te voorkomen.
NEDERLANDS17
Page 18
• Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en metaalachtig
glanzende verkleuringen. Reinig de
kookplaat met een vochtige doek en een
beetje niet-schurend reinigingsmiddel.
Droog de kookplaat na reiniging af met
een zachte doek.
• Was de geëmailleerde delen, deksels en
kronen met een warm sopje en laat ze
goed drogen alvorens ze terug te
plaatsen.
8.3 Reinigen van de
ontstekingsknop
Dit onderdeel is uitgerust met een
keramische ontstekingsbougie met een
metalen elektrode. Reinig deze onderdelen
altijd grondig, om moeilijkheden bij het
aansteken te voorkomen, en controleer of de
branderkroonopeningen niet verstopt zijn.
8.4 Pandragers
De pandragers zijn niet
vaatwasserbestendig. Deze moeten met
de hand worden afgewassen.
1. Verwijder de pandragers om de kookplaat
gemakkelijk te reinigen.
Wees voorzichtig bij het terugzetten
van de pandragers om te voorkomen
dat de kookplaat beschadigd raakt.
2. Zorg er na het reinigen van de
pandragers voor dat deze op de juiste
plaats zijn teruggezet.
3. Om ervoor te zorgen dat de brander goed
werkt, zorgt u ervoor dat de armen van de
pandragers zijn uitgelijnd met het midden
van de brander.
8.5 Periodiek onderhoud
Raadpleeg regelmatig uw lokale
serviceafdeling, om de staat van de
gastoevoerleiding en de drukregelaar (indien
gemonteerd) te controleren.
9. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
9.1 Het in- en uitschakelen van de
oven
1. Draai de functieknop van de oven naar
een ovenfunctie.
2. Draai de knop voor de temperatuur om de
temperatuur te selecteren.
Het lampje gaat aan wanneer de oven in
werking is.
3. Om de oven uit te schakelen, draai je de
knoppen voor de ovenfuncties en
temperatuur naar de uit-stand.
18NEDERLANDS
9.2 Veiligheidsthermostaat
Een onjuiste bediening van de oven of
defecte componenten kunnen gevaarlijke
oververhitting veroorzaken. Om dit te
voorkomen is de oven voorzien van een
veiligheidsthermostaat die de stroomtoevoer
onderbreekt. Zodra de temperatuur is
gedaald, wordt de oven automatisch weer
ingeschakeld.
Page 19
9.3 Ovenfuncties
SymboolOvenfunctiesToepassing
Uit-positieDe oven staat uit.
OvenlampjeHet lampje activeren zonder een bereidings‐
Boven + onderwarmteVoor het bakken en roosteren op één oven‐
OnderwarmteVoor het bakken van taarten met een kro‐
Warme LuchtVoor het roosteren of bakken van gerechten
HeteluchtVoor het bakken op maximaal twee rekni‐
Vochtig bakkenDeze functie werd gebruikt om te voldoen
CirculatiegrillVoor het braden van grotere stukken vlees of
Pizza-instellingVoor het bakken van pizza. Voor intensieve
functie.
niveau.
kante bodem en het bewaren van voedsel.
waarvoor dezelfde bereidingstemperatuur
nodig is, op meerdere roosterhoogten, zon‐
der dat er smaken worden overgebracht van
het ene naar het andere gerecht.
veaus tegelijk en om voedsel te drogen. Stel
de temperatuur 20 - 40 °C lager in dan voor
Boven + onderwarmte.
aan de eisen van de energie-efficiëntieklasse
en het ecologisch ontwerp (volgens EU
65/2014 en EU 66/2014). Testen in overeen‐
stemming met: IEC/EN 60350-1.
De ovendeur dient tijdens de bereiding ge‐
sloten te zijn zodat de functie niet wordt on‐
derbroken en om ervoor te zorgen dat de
oven werkt op de hoogst mogelijke energieefficiëntie.
Bij het gebruik van deze functie kan de tem‐
peratuur in de ruimte verschillen van de inge‐
stelde temperatuur. Het verwarmingsvermo‐
gen kan worden verminderd. Zie voor alge‐
mene aanbevelingen voor energiebesparing
het hoofdstuk ‘Energie-efficiëntie’, Energie‐
besparing.
Deze functie is ontworpen om tijdens de be‐
reiding energie te besparen. Zie het hoofd‐
stuk 'Hints and tips’, Vochtig bakken voor be‐
reidingsinstructies.
gevogelte met bot op één niveau. Voor grati‐
neren en bruinen.
bruining en een krokante bodem.
NEDERLANDS19
Page 20
SymboolOvenfunctiesToepassing
ABCD
OntdooienOm voedsel te ontdooien (groenten en fruit).
De ontdooitijd is afhankelijk van de hoeveel‐
heid ingevroren voedsel en de grootte daar‐
van.
10. OVEN - KLOKFUNCTIES
10.1 Display
A. DUUR-tijdsindicatie
B. Tijdweergave
C. Indicatielampje timer actief
D. KOOKWEKKER-lampje
10.2 Toetsen
KnopFunctieBeschrijving
MINOm de tijd in te stellen.
KLOKDe klokfunctie instellen.
PLUSOm de tijd in te stellen.
10.3 Tabel klokfuncties
KlokfunctieToepassing
0:00.DAGTIJDOm de dagtijd in te stellen, te wijzigen of te controle‐
durDUURInstellen hoelang het apparaat in werking is (1 min. -
KOOKWEKKEROm de afteltijd in te stellen (1 min - 23 uur 59 min).
10.4 De BEREIDINGSDUUR instellen
1. Stel een ovenfunctie en de temperatuur
ren.
10 uur).
Deze functie heeft geen invloed op de werking van
het apparaat.
Het display toont dur en symbool A.
4. Wanneer de tijd is verlopen, knippert dur
in.
2. Druk herhaaldelijk op totdat dur begint
te knipperen.
5. Druk op een willekeurige toets om het
3. Druk op of om de tijd voor de
BEREIDINGSDUUR in te stellen.
20NEDERLANDS
en weerklinkt er gedurende 7 minuten
een geluidssignaal. Het apparaat wordt
automatisch uitgeschakeld.
geluidsignaal uit te zetten.
Page 21
6. Draai de knop voor de ovenfuncties en de
knop voor de temperatuur naar de
uitstand.
De klokfunctie gaat na een paar seconden
uit.
10.7 Het geluidssignaal wijzigen
10.5 De KOOKWEKKER instellen
1. Blijf op drukken totdat begint te
knipperen.
2. Druk op
te stellen.
3. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen,
weerklinkt er gedurende 7 minuten een
geluidssignaal. Druk op een willekeurige
toets om het geluidsignaal uit te zetten.
of om de gewenste tijd in
1. Houd om het huidige geluidssignaal te
horen de toets ingedrukt.
2. Druk herhaaldelijk op
te veranderen.
3. Laat de knop los.
Het laatste geluid dat u instelt is het nieuwe
geluid.
4. Wacht 5 seconden tot de instelling
automatisch wordt bevestigd.
10.6 De klokfuncties annuleren
1. Blijf op drukken tot het symbool voor
de benodigde ovenfunctie knippert.
2. Houd de knoppen en tegelijkertijd
ingedrukt.
Als het apparaat uit het stopcontact wordt
getrokken of na een stroomstoring is het
geluidssignaal weer ingesteld op het
standaardgeluid.
11. OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
om het signaal
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
11.1 Accessoires plaatsen
Bakplaat:
Duw de bakplaat of diepe pan niet
helemaal naar de achterwand van de
ovenruimte. Dit voorkomt dat de warmte
rond de bak circuleert. Het voedsel kan
verbrand worden, vooral in het achterste
deel van de bakplaat.
Plaats de bakplaat of braadpan tussen de
geleidestangen van de inschuifrails. Zorg
ervoor dat het de achterwand van de oven
niet raakt.
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de geleidestangen
van de inschuifrail.
NEDERLANDS21
Page 22
12. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
De temperaturen en baktijden in de
tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld.
Deze zijn afhankelijk van de recepten en
de kwaliteit en de hoeveelheid van de
gebruikte ingrediënten.
12.1 Algemene informatie
Het apparaat heeft vier rekstanden. Tel de
rekstanden vanaf de bodem van het
apparaat.
Het apparaat heeft een speciaal systeem dat
de lucht circuleert en voor doorlopende
recycling van stoom zorgt. Dankzij dit
systeem is het mogelijk om voedsel te
bereiden in een atmosfeer met stoom en
worden de gerechten zacht van binnen en
knapperig van buiten. Bovendien worden de
bereidingstijd en het energieverbruik tot een
minimum beperkt.
Vocht kan in het apparaat of op de glazen
deurpanelen condenseren. Dit is normaal. Ga
altijd iets terug staan van het apparaat als u
de deur van het apparaat tijdens de werking
opent. Om de condens te verminderen, dient
u het apparaat 10 minuten te laten
voorverwarmen.
Veeg na elk gebruik het vocht van het
apparaat.
Plaats geen voorwerpen direct op de bodem
van het apparaat en bedek de bodem tijdens
de bereiding niet met aluminiumfolie. Dit kan
de bakresultaten veranderen en de
emaillelaag beschadigen.
12.2 Bakken
Gebruik voor de eerste baksessie de lagere
temperatuur.
Bij het bereiden van cake op meerdere
niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15 minuten
langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is, wordt
de cake niet overal even bruin. Als de cake
niet overal even bruin wordt, hoeft u de
temperatuurinstelling niet te wijzigen. De
verschillen verminderen tijdens het bakken.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten in de
oven vervormen. Wanneer de bakplaten weer
afgekoeld zijn, verdwijnt de vervorming.
12.3 Voor de bereiding van gebak
De ovendeur mag pas worden geopend als
driekwart van de baktijd is verstreken.
Als u twee bakplaten tegelijkertijd gebruikt,
dient u één niveau ertussen leeg te laten.
12.4 Voor de bereiding van vlees en
vis
Gebruik een diepe bak voor erg vet voedsel
om te oven te behoeden voor blijvende
vetvlekken.
Laat het vlees ongeveer 15 minuten rusten
voordat u het aansnijdt, zodat het vleessap er
niet uit stroomt.
Om te veel rook tijdens het braden in de oven
te vermijden, kunt u een beetje water in de
lekbak gieten. Om rook te vermijden, voegt u
water toe wanneer het is opgedroogd.
12.5 Bereidingstijden
De bereidingsduur is afhankelijk van het soort
voedsel, de samenstelling en het volume.
Houd in eerste instantie het bereidingsproces
in de gaten. Zoek bij het gebruik van dit
apparaat de beste instellingen (temperatuur,
bereidingsduur, etc.) voor uw kookgerei,
recepten en hoeveelheden.
22NEDERLANDS
Page 23
12.6 Boven + onderwarmte
VoedselGewicht (g) Temperatuur
(°C)
Platte cake
Koffiebroodjes met
appels en gist
Lekbak1500160 - 170
KIP, HEEL1350200 - 22060 - 702Bakrooster
Halve kip1300190 - 21035 + 303Bakrooster
Varkensbraadstuk600190 - 21030 - 353Bakrooster
Flanbrood
Gevulde gistcake
Kwarktaart2600170 - 19060 - 702Bakplaat
Zwitserse appel‐
flan
Kerstcake
Boerenbrood
Roemeense biscuit‐
taart
Roemeense biscuit‐
taart - traditioneel
Broodjes
Zwitserse rol
Schuim400100 - 12040 - 502Bakplaat
Kruimeltaart
Botercake
1)
2)
3)
4)
1)
1)
1)
1)
4)
1)
1)
1)
1)
1)
Warm de oven 10 minuten voor.
Laat de cake na het uitschakelen 7 minuten in de oven staan.
Laat de cake 10 minuten in de oven staan nadat je het apparaat hebt uitgeschakeld.
Stel de temperatuur in op 250 °C en warm de oven 10 minuten voor.
1000160 - 17030 - 352Bakplaat
2000170 - 19040 - 503Bakplaat
800230 - 25010 - 152Bakplaat
1200170 - 18025 - 352Bakplaat
1)
1900200 - 22030 - 401Bakplaat
2400170 - 180
750 + 750180 - 20060 - 7012 lichtbak (lengte: 20
600 + 600160 - 17040 - 5022 lichtbak (lengte: 25
600 + 600160 - 17030 - 4022 lichtbak (lengte: 25
800200 - 21010 - 152Bakplaat
500150 - 17015 - 201Bakplaat
1500180 - 19025 - 353Bakplaat
600180 - 20020 - 252Bakplaat
Tijd (min.)Inzetni‐
veau
45 - 55
55 - 65
2)
3)
2Bakplaat
1Bakplaat
1Bakplaat
1Bakplaat
2Bakplaat
Accessoires
cm)
cm) op dezelfde rek‐
stand
cm) op dezelfde rek‐
stand
NEDERLANDS23
Page 24
12.7 Warme Lucht
VoedselGewicht (g)Temperatuur
(°C)
Platte cake
Koffiebroodjes met
appels en gist
Lekbak1200150 - 160
Kip, heel1400180552bakrooster
Varkensvlees800170 - 18045 - 502bakrooster
Gevulde gistcake1200150 - 16020 - 302bakplaat
Pizza1000190 - 20025 - 352bakplaat
Kwarktaart2600160 - 17040 - 501bakplaat
Zwitserse appel‐
flan
Kerstkrans
Quiche Lorraine
Boerenbrood
Roemeense biscuit‐
taart
Roemeense biscuit‐
taart - traditioneel
Koffiebroodjes met
gist
Zwitserse rol
Schuim400110 - 12030 - 402bakplaat
Kruimeltaart1500160 - 17025 - 353bakplaat
Cake, Zacht
1)
2)
3)
1)
1)
1)
3)
1)
1)
1)
1)
Warm de oven 10 minuten voor.
Laat de cake na het uitschakelen 7 minuten in de oven staan.
Stel de temperatuur in op 250 °C en warm de oven 10 minuten voor.
1000150302bakplaat
2000170 - 18040 - 503bakplaat
1900180 - 20030 - 402bakplaat
2400150 - 160
1000190 - 21030 - 4011 ronde bakplaat
1)
750 + 750160 - 17040 - 501bakplaat
600 + 600155 - 16540 - 5022 lichtbak (lengte:
600 + 600150 - 16030 - 4022 lichtbak (lengte:
800190153bakplaat
500150 - 16015 - 203bakplaat
600150 - 16025 - 352bakplaat
Tijd (min.)Inzetni‐
veau
30 - 35
35 - 40
2)
2)
2bakplaat
1bakplaat
1bakplaat
2bakplaat
Accessoires
(diameter: 26 cm)
25 cm) op dezelf‐
de rekstand
25 cm) op dezelf‐
de rekstand
24NEDERLANDS
Page 25
12.8 Hetelucht
VoedselGewicht (g)Temperatuur
(°C)
Platte cake
Platte cake
Gistcake met ap‐
pels
Lekbak1200150 - 160
KIP, HEEL1400200502bakrooster
Varkensbraadstuk600180 - 20030 - 402bakrooster
Flanbrood
Gevulde gistcake1200160 - 17020 - 303bakplaat
Kwarktaart2600150 - 17060 - 702bakplaat
Zwitserse appel‐
flan
Kerstcake
Quiche Lorraine
Boerenbrood
Roemeense biscuit‐
taart
Roemeense biscuit‐
taart - traditioneel
Broodjes
Broodjes
Zwitserse rol
Schuim400100 - 12050 - 602bakplaat
Schuim400 + 400100 - 12055 - 651 + 3bakplaat
Kruimeltaart
Biscuittaart
1)
1)
1)
1)
1)
1)
4)
1)
1)
1)
1)
1)
1)
1000155352bakplaat
1000 + 1000145501 + 3bakplaat
2000170 - 18040 - 503bakplaat
800230 - 25010 - 152bakplaat
1900180 - 20050 - 403bakplaat
2400150 - 170
1000210 - 23035 - 4521 ronde bakplaat
1)
750 + 750180 - 19050 - 603bakplaat
600 + 600150 - 17040 - 5022 lichtbak (lengte:
600 + 600160 - 17030 - 4022 lichtbak (lengte:
800190153bakplaat
800 + 800200151 + 3bakplaat
500150 - 17010 - 153bakplaat
1500170 - 18020 - 302bakplaat
600150 - 17020 - 302bakplaat
Tijd (min.)Inzetni‐
veau
40 - 50
50 - 60
2)
3)
3bakplaat
1bakplaat
1bakplaat
3bakplaat
Accessoires
(diameter: 26 cm)
25 cm) op dezelf‐
de rekstand
25 cm) op dezelf‐
de rekstand
NEDERLANDS25
Page 26
VoedselGewicht (g)Temperatuur
Tijd (min.)Inzetni‐
(°C)
Botercake
1)
2)
3)
4)
1)
Verwarm de oven 10 minuten voor.
Laat de cake na het uitschakelen 7 minuten in de oven staan.
Laat de cake 10 minuten in de oven staan nadat je het apparaat hebt uitgeschakeld.
Stel de temperatuur in op 230°C en verwarm de oven 10 minuten voor.
600 + 600150 - 17020 - 301 + 3bakplaat
12.9 Vochtig bakken
veau
Accessoires
GerechtTempe‐
ratuur
(°C)
Brood en pizza
Broodjes19025 - 302bakplaat of grill- / roosterpan
Broodjes20040 - 452bakplaat of grill- / roosterpan
Bevroren pizza 350 g19025 - 352rooster
Cake in bakplaat
Koninginnenbrood (opge‐
rolde cake met jam)
Brownie18035 - 452bakplaat of grill- / roosterpan
Cake in bakblik
Soufflé21035 - 452zes keramieken vormpjes op rooster
Luchtige vlaaibodem18025 - 352flanvorm op rooster
Taart15035 - 452cakevorm op rooster
Vis
Vis in zakjes 300 g18025 - 352bakplaat of grill- / roosterpan
Hele vis 200 g18025 - 352bakplaat of grill- / roosterpan
Visfilets 300 g18030 - 402pizzavorm op rooster
Vlees
Vlees in zakje 250 g20035 - 452bakplaat of grill- / roosterpan
Vleesspiesjes 500 g20030 - 402bakplaat of grill- / roosterpan
Kleine gebakken items
Koekjes17025 - 352bakplaat of grill- / roosterpan
Makronen17040 - 502bakplaat of grill- / roosterpan
Muffins18030 - 402bakplaat of grill- / roosterpan
Smakelijke cracker16025 - 352bakplaat of grill- / roosterpan
18020 - 302bakplaat of grill- / roosterpan
Tijd (min)Roos‐
ter‐
hoogte
Accessoires
26NEDERLANDS
Page 27
GerechtTempe‐
ratuur
(°C)
Zandkoekjes14025 - 352bakplaat of grill- / roosterpan
Tartelettes17020 - 302bakplaat of grill- / roosterpan
Vegetarisch
Groentemix in zakjes 400 g 20020 - 302bakplaat of grill- / roosterpan
Omelet20030 - 402pizzavorm op rooster
Groenten op plaat 700 g19025 - 352bakplaat of grill- / roosterpan
Tijd (min)Roos‐
ter‐
hoogte
Accessoires
12.10 Circulatiegrill
GerechtHoeveelheid
(g)
Halve kip120020025 + 252bakrooster
Gebraden varkens‐
kotelet
50023020 + 202bakrooster
Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)Rekstand Accessoires
1bakblik
1bakblik
12.11 Pizza-functie
GerechtHoeveelheid
(g)
Pizza1000200 - 21020 - 302bakblik
Hele kip1400165 - 17555 - 652bakblik
Halve kip1350165 - 17530 + 353bakblik
1000210 - 22020 - 302bakblik
Quiche Lorraine
1)
Warm de oven 10 - 15 minuten voor.
1)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)Rooster‐
hoogte
Accessoires
12.12 Informatie voor testinstituten
VoedselFunctieTempera‐
tuur (C°)
Kleine cakes, (16 stuks
per bakplaat)
Kleine cakes, (16 stuks
per bakplaat)
Kleine cakes, (16 stuks
per bakplaat)
Boven + onder‐
warmte
Warme Lucht150bakplaat320 - 30
Hetelucht160bakplaat1 + 330 - 40
160bakplaat320 - 30
AccessoiresInzetni‐
veau
Tijd (min)
NEDERLANDS27
Page 28
VoedselFunctieTempera‐
tuur (C°)
Appeltaart (2 vormen Ø
20 cm, diagonaal ge‐
plaatst)
Appeltaart (2 vormen Ø
20 cm, diagonaal ge‐
plaatst)
Zachte cake zonder vetBoven + onder‐
Zachte cake zonder vetWarme Lucht160bakrooster225 - 35
Zachte cake zonder vetHetelucht170bakrooster1 + 330 - 40
Zandtaartdeeg / Geba‐
kreepjes
Zandtaartdeeg / Geba‐
kreepjes
Zandtaartdeeg / Geba‐
kreepjes
1)
Toast
Biefstukburger
1)
Verwarm de oven 5 minuten voor.
2)
Verwarm de oven 10 minuten voor.
2)
Boven + onder‐
warmte
Warme Lucht180bakrooster270 - 80
warmte
Boven + onder‐
warmte
Warme Lucht140bakplaat320 - 30
Hetelucht140bakplaat1 + 315 - 30
Circulatiegrill230bakrooster33 - 5
Circulatiegrill250bakrooster of grill- /
190bakrooster165 - 75
180bakrooster220 - 30
140bakplaat315 - 30
AccessoiresInzetni‐
veau
315-20 eer‐
roosterpan
Tijd (min)
ste kant;
10-15 twee‐
de kant
13. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
13.1 Opmerkingen over de reiniging
Maak de voorkant van de oven schoon met
een zachte doek, warm water en een mild
reinigingsmiddel.
Gebruik voor metalen oppervlakken een
specifiek reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van de oven na elk
gebruik. Vetaccumulatie of andere
voedselresten kunnen brand veroorzaken.
Het risico is hoger voor de grillpan.
Maak alle accessoires na elk gebruik schoon
en laat ze drogen. Gebruik een zachte doek
met een warm sopje en een reinigingsmiddel.
28NEDERLANDS
De accessoires niet in de afwasmachine
reinigen..
Verwijder hardnekkige vlekken met een
speciale ovenreiniger.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met
agressieve reinigingsmiddelen of voorwerpen
met scherpe randen.
13.2 Ovens van roestvrij staal of
aluminium
Maak de ovendeur alleen met een vochtige
doek of natte spons schoon. Droog maken
met een zachte doek.
Vermijd het gebruik van staalwol, zure of
schurende producten, deze kunnen de
oppervlakken van de oven beschadigen.
Page 29
Maak het bedieningspaneel van de oven net
2
1
zo voorzichtig schoon
13.3 De inschuifrails
Als u de binnenkant van de oven wilt
reinigen, verwijdert u de inschuifrails.
LET OP!
Wees voorzichtig bij het verwijderen van
de inschuifrails.
1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit de
zijwand.
2. Trek de inschuifrail bij de achterkant uit
de zijwand en verwijder deze.
LET OP!
Gebruik het apparaat niet zonder de
interne glasplaat.
1. Open de deur volledig en houd beide
scharnieren vast.
2. Til de hendel op beide scharnieren
volledig omhoog en draai het.
Installeer de verwijderde accessoires in de
omgekeerde volgorde.
13.4 De ovendeur reinigen
De ovendeur heeft twee glasplaten. U kunt de
ovendeur en de interne glasplaat verwijderen
om het schoon te maken.
De ovendeur kan dichtslaan als je de
interne glasplaat probeert te verwijderen
als de deur nog gemonteerd is.
3. Sluit de ovendeur halverwege de
openingsstand. Til hem daarna op en trek
hem naar voren en verwijder hem van zijn
plek.
NEDERLANDS29
Page 30
4. Plaats de deur op een zachte doek op
90°
1
2
een stabiel oppervlak.
5. Maak het vergrendelingssysteem los om
de interne glasplaat te verwijderen.
6. Draai de bevestigingen 90° en verwijder
ze uit hun zittingen.
bovenstaande stappen uit in omgekeerde
volgorde.
Zorg ervoor dat je de interne glasplaat correct
in de zittingen plaatst.
13.5 De lade verwijderen
WAARSCHUWING!
Bewaar geen ontvlambare dingen in de
lade (bijv. schoonmaakmiddelen, plastic
zakken, ovenhandschoenen, papier,
reinigingssprays, enz). Als u de oven
gebruikt, kan de lade heet worden. Er
kan brand ontstaan.
De lade onder de oven kan worden
verwijderd om gemakkelijker te worden
schoongemaakt.
1. Trek de lade volledig naar buiten, tot
deze niet verder kan.
7. Til eerst voorzichtig op en verwijder
vervolgens de glasplaat.
8. Reinig de glasplaten met een sopje.
Droog de glasplaten voorzichtig af. Reinig
de glasplaten niet in de vaatwasser.
Als de reiniging voltooid is, plaats je de
glasplaat en de ovendeur terug. Voer de
30NEDERLANDS
2. Til de lade langzaam op.
3. Trek de lade volledig uit.
Voer de bovenstaande stappen in
omgekeerde volgorde uit om de lade te
installeren.
Page 31
13.6 Het lampje vervangen
De achterlamp
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken.
Het lampje kan heet zijn.
1. Schakel de oven uit. Wacht tot de oven
afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Plaats een doek op de bodem van de
holte.
1. Draai het afdekglas van de lamp en
verwijder het.
2. Reinig de glasafdekking.
3. Vervang de lamp door een geschikte 300
°C hittebestendige lamp.
4. Installeer het glazen deksel.
14. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
14.1 Wat te doen als...
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Er is geen vonk als u probeert de
vonkontsteking te activeren.
De zekering is doorgeslagen.Verzeker u ervan dat de zekering de
Branderdeksel en kroon zijn niet
De vlam dooft onmiddellijk na de
ontsteking.
De vlamring is ongelijkmatig.De branderkroon is verstopt met
De branders werken niet.Er is geen gastoevoer.Controleer de gasaansluiting.
De vlamkleur is oranje of geel.De vlam kan in sommige delen van
De oven wordt niet warm.De oven is uitgeschakeld.Schakel de oven in.
De benodigde instellingen zijn niet
De klok is niet ingesteld.Stel de klok in
De lamp werkt niet.De lamp is defect.Vervang de lamp.
De kookplaat is niet aangesloten op
een stopcontact of niet goed geïn‐
stalleerd.
goed geplaatst.
Het thermokoppel is niet voldoende
opgewarmd.
voedselresten.
ingesteld.
Controleer of de kookplaat goed
aangesloten is op het lichtnet. Zie
het aansluitschema.
oorzaak van de storing is. Als de ze‐
keringen keer op keer doorslaan,
neem je contact op met een erken‐
de installateur.
Plaats de branderdeksel en de
kroon op de juiste wijze.
Na het ontsteken van de vlam, de
vlamontsteking circa 10 sec. inge‐
drukt houden.
Zorg ervoor dat de injector niet ge‐
blokkeerd is en dat de branderkroon
schoon is.
de brander oranje of geel lijken. Dit
is normaal.
Zorg ervoor dat de instellingen cor‐
rect zijn.
NEDERLANDS31
Page 32
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Stoom en condens slaan neer op
het eten en in de ovenruimte.
Het duurt te lang om de gerechten
te bereiden of ze koken te snel.
Op het ovendisplay verschijnt "0.00"
en "LED".
Je hebt het gerecht te lang in de
oven achtergelaten.
De kamertemperatuur is te laag of
te hoog.
Er is een stroomstoring opgetreden. Stel de klok opnieuw in.
Laat gerechten na het bereiden niet
langer dan 15 - 20 minuten in de
oven staan.
Pas indien nodig de temperatuur
aan. Volg het advies in de gebrui‐
kershandleiding.
14.2 Servicegegevens
Als je niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met je verkoper of een
erkende serviceafdeling.
De contactgegevens van de servicedienst staan op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt
zich aan de voorkant van de ovenruimte. Verwijder het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij raden je aan om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.).........................................
15.1 Productinformatie volgens EU Ecodesign-voorschriften voor
kookplaat
ModelnummerCKB64412BM
Type kookplaatOven in vrijstaand fornuis
Aantal gasbranders 4
Energetisch rende‐
ment per gasbran‐
der (EE gas bur‐
ner)
Energetisch rendement voor het gasfornuis (EE gas hob)55.7 %
EN 30-2-1: Huishoudelijke kooktoestellen die gas verbranden - Deel 2-1 : Verstandig gebruik van energie - Alge‐
meen.
15.2 Kookplaat - Energiebesparend
Je kunt energie besparen tijdens het dagelijks
koken als je de onderstaande aanwijzingen
volgt.
Linkssachter - Hulpniet van toepassing %
Rechtsmidden - Semi-snel55.0 %
Rechtsvoor - Semi-snel55.0 %
Linksvoor - Meervoudige kroonbrander57.0 %
• Gebruik bij het opwarmen van water
alleen de hoeveelheid die je nodig hebt.
• Plaats, indien mogelijk, altijd de deksels
op het kookgerei.
32NEDERLANDS
Page 33
• Controleer, voordat je de branders en
pannendragers gebruikt, of deze correct
zijn bevestigd.
• De bodem van het kookgerei moet de
juiste diameter hebben voor de grootte
• Zet het vuur zachter waneer de vloeistof
begint te koken om de vloeistof heel zacht
te laten sudderen.
• Gebruik indien mogelijk een snelkookpan.
Raadpleeg de gebruikershandleiding.
van de brander.
• Plaats het kookgerei direct boven de
brander en in het midden ervan.
15.3 Productinformatie en productinformatieblad volgens de EU-
voorschriften voor ecologisch ontwerp en energie-etikettering voor ovens
Naam leverancierAEG
ModelnummerCKB64412BM 943005252
Energie-efficiëntie-index94.9
Energie-efficiëntieklasseA
Energieverbruik met een standaard belading, conventionele modus 0,84 kWh/cyclus
Energieverbruik met een standaard belasting, heteluchtmodus0,75 kWh/cyclus
Aantal holtes1
WarmtebronElektriciteit
Volume57 l
Soort ovenOven in vrijstaand fornuis
Massa47.0 kg
IEC/EN 60350-1 - Huishoudelijke elektrische kooktoestellen - Deel 1: Fornuizen, ovens, stoomovens en grills Methoden voor het meten van prestaties.
15.4 Oven - Energiebesparing
Dit apparaat heeft functies die u helpen
energie te besparen tijdens het dagelijks
koken.
Zorg ervoor dat de deur van het apparaat
gesloten is als het apparaat in werking is.
Open de deur van het apparaat niet te vaak
tijdens het koken. Houd het deurrubber
schoon en zorg ervoor dat het goed op zijn
plaats vastzit.
Gebruik metalen kookgerei om meer energie
te besparen.
Verwarm het apparaat niet voor alvorens te
koken als dat niet hoeft.
Houd onderbrekingen tussen het bakken zo
kort mogelijk als je een aantal gerechten
tegelijkertijd bereidt.
Koken met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties
met hete lucht om energie te besparen.
Restwarmte
Wanneer de kookduur langer is dan 30
minuten, verlaag dan de oventemperatuur tot
minimaal 3-10 minuten voor het einde van het
koken. De restwarmte binnen in het apparaat
zal blijven koken.
Je kunt de restwarmte gebruiken om andere
maaltijden op te warmen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om de restwarmte te
gebruiken en een maaltijd warm te houden.
NEDERLANDS33
Page 34
Vochtig bakken
Functie is ontworpen om tijdens de bereiding
energie te besparen. Raadpleeg voor meer
informatie het hoofdstuk "Apparatuur -
16. MILIEUBESCHERMING
Dagelijks gebruik", de functies van het
apparaat.
Recycleer de materialen met het symbool .
Gooi de verpakking in een geschikte
afvalcontainer om het te recycleren.
Bescherm het milieu en de volksgezondheid
en recycleer op een correcte manier het afval
van elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u
in de buurt of neem contact op met de
gemeente.