Aeg CKB64100BW, 943 005 249 User Manual [nl]

Page 1
USER MANUAL
CKB64100BW
NL Gebruiksaanwijzing
Fornuis
Page 2
www.aeg.com2

INHOUDSOPGAVE

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 5
3. MONTAGE ...........................................................................................................9
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT.............................................................. 14
5. VOORAFGAAND AAN HET EERSTE GEBRUIK...............................................15
6. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK.............................................................. 15
7. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS.........................................................17
8. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING..................................................18
9. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK .........................................................................19
10. OVEN - KLOKFUNCTIES................................................................................. 20
11. OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES................................................... 20
12. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS...................................................................21
13. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING........................................................... 26
14. PROBLEEMOPLOSSING.................................................................................29
15. ENERGIEZUINIGHEID..................................................................................... 30
16. MILIEUBESCHERMING................................................................................... 32
Bedankt dat je voor dit AEG-product hebt gekozen. We hebben het gecreëerd om jarenlang onberispelijke prestaties te leveren, met innovatieve technologieën die het leven eenvoudiger maken – functies die je wellicht niet op gewone apparaten aantreft. Neem een paar minuten de tijd om het beste uit het apparaat te halen.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer je product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor je apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de volgende gegevens tot uw beschikking hebt: Model, PNC, serienummer. De informatie vindt u op het typeplaatje.
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
Page 3

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare personen

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met een beperkt lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk vermogen of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de gevaren begrijpen. Kinderen jonger dan 8 jaar en personen met zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan.
Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat zij
met het apparaat gaan spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat tijdens het gebruik en bij het afkoelen.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
NEDERLANDS 3

1.2 Algemene veiligheid

Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken.
Dit apparaat is bedoeld voor binnenshuis
huishoudelijk gebruik.
Page 4
www.aeg.com4
Dit apparaat kan worden gebruikt in kantoren,
hotelkamers, bed & breakfast-kamers,
boerderijgasthuizen en andere soortgelijke
accommodaties waar dergelijk gebruik de
(gemiddelde) huishoudelijke gebruiksniveaus niet
overschrijdt.
Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat en de kabel vervangen.
Het apparaat kan worden gebruikt tot een maximum
van 2000 m boven zeeniveau.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik op schepen,
boten of vaartuigen.
Installeer het apparaat ter voorkoming van
oververhitting niet achter een decoratieve deur.
Installeer het apparaat niet op een platform.
Bedien het apparaat niet door middel van een externe
timer of een apart afstandsbedieningssysteem.
WAARSCHUWING: Onbewaakt koken op een
kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en tot
brand leiden.
Gebruik nooit water om het kookvuur te blussen.
Schakel het apparaat uit en bedek de vlammen met
bijv. een branddeken of deksel.
LET OP: Het kookproces moet bewaakt worden. Een
kort kookproces moet voortdurend bewaakt worden.
WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookoppervlakken.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur of de
glazen afdekplaat van de kookplaat schoon te maken.
Deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak,
waardoor het glas zou kunnen breken.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op het oppervlak van de kookplaat
worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
Page 5
NEDERLANDS 5
Verwijder eventuele resten van het deksel voordat u
het opent. Laat het oppervlak van de kookplaat afkoelen voordat u het deksel sluit.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik. U dient te voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
ovenschalen te verwijderen of erin te plaatsen.
Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te
plegen.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het apparaat is
uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkend servicecentrum of een gekwalificeerde persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties met elektriciteit te voorkomen.
Wees voorzichtig als je de opslaglade aanraakt. Deze
kan heet worden.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen
kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Dit apparaat is geschikt voor de
volgende markten: NL

2.1 Installatie

WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.
Page 6
www.aeg.com6
• De afmetingen van de keukenkast en de uitsparing moeten kloppen.
• Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht.
• Installeer het apparaat op een veilige en geschikte plaats die aan alle installatie-eisen voldoet.
• Delen van het apparaat staan onder stroom. Sluit het apparaat met meubel om te voorkomen dat de gevaarlijke delen worden aangeraakt.
• De zijkanten van het apparaat moeten naast apparaten of units staan van dezelfde hoogte.
• Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend.
• Installeer een stabilisator om te voorkomen dat het apparaat kantelt. Raadpleeg het hoofdstuk Installatie.
2.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• Alle elektrische verbindingen moeten worden uitgevoerd door een erkend elektricien.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en verlengkabels.
• Laat de stroomkabel niet in aanraking komen met de deur van het apparaat of de niche onder het apparaat, met name niet als deze werkt of als de deur heet is.
• De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Als het stopcontact los zit, mag u de stekker niet in het stopcontact steken.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Gebruik enkel correcte isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm.
• Sluit de deur van het apparaat volledig voordat u de stekker in het stopcontact steekt.

2.3 Gasaansluiting

• Alle gasaansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
• Controleer vóór de installatie of de plaatselijke distributieomstandigheden (gassoort en -druk) en de afstelling van het apparaat met elkaar te combineren zijn.
• Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig is.
• Op het typeplaatje staat informatie over de gastoevoer.
• Dit apparaat mag niet aangesloten worden op een inrichting dat producten afvoert voor verbranding. Sluit het apparaat aan volgens de geldende installatieregels. Volg de vereisten voor voldoende ventilatie.

2.4 Gebruik

WAARSCHUWING!
Risico op letsel en brandwonden. Risico op elektrische schokken.
Page 7
NEDERLANDS 7
LET OP!
Het gebruik van een gaskooktoestel resulteert in de productie van warmte, vocht en verbrandingsproducten in de ruimte waarin het apparaat wordt geïnstalleerd. Zorg ervoor dat de keuken goed geventileerd is, vooral wanneer het apparaat in gebruik is. Langdurig intensief gebruik van het apparaat kan extra ventilatie vereisen. Dit is bijvoorbeeld het verhogen van mechanische ventilatie waar aanwezig, extra ventilatie om de verbrandingsproducten veilig te verwijderen naar buitenlucht (externe lucht), terwijl het ook ruimtelucht ververst met extra ventilatie. Raadpleeg een bevoegde persoon voordat je de extra ventilatie installeert.
• De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd worden.
• Laat het apparaat tijdens de werking niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
• Wees voorzichtig met het openen van de deur van het apparaat wanneer het apparaat in werking is. Er kan hete lucht vrijkomen.
• Gebruik het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
• Gebruik het apparaat niet als werkblad of als opslagoppervlak.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
• Wanneer ze verwarmd worden, kunnen vetten en oliën ontvlambare dampen afgeven. Houd open vuur of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vetten en oliën wanneer u ermee kookt.
• De dampen die boven erg hete olie ontstaan kunnen spontaan ontbranden.
• Gebruikte olie, die voedselresten kan bevatten, kan ontbranden bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of artikelen die vochtig zijn met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Laat geen vonken of open vlammen in contact met het apparaat komen wanneer u de deur opent.
• Open de deur van het apparaat voorzichtig. Het gebruik van ingrediënten met alcohol kan een mengsel van alcohol en lucht veroorzaken.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het email te voorkomen:
– plaats ovenschalen of andere
voorwerpen niet rechtstreeks op de bodem van het apparaat.
– leg geen aluminiumfolie op het
apparaat of direct op de bodem van de uitsparing.
– plaats geen water direct in het
hete apparaat.
– bewaar geen vochtige gerechten
en voedsel in het apparaat nadat u klaar bent met koken.
– wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van accessoires.
• Verkleuring van het email of roestvrij staal is niet van invloed op de werking van het apparaat.
• Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten. Vruchtensappen veroorzaken vlekken die permanent kunnen zijn.
• Laat geen heet kookgerei op het bedieningspaneel staan.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Zorg ervoor dat je geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat laat vallen. Het oppervlak kan beschadigd raken.
• Laat nooit een brander aan met leeg kookgerei of zonder kookgerei.
• Kookgerei gemaakt van gietijzer, aluminium of met een beschadigde
Page 8
www.aeg.com8
bodem kan krassen veroorzaken. Til deze voorwerpen altijd op als je ze op de kookplaat moet verplaatsen.
• Zorg voor goede ventilatie in de ruimte waar het apparaat is geïnstalleerd.
• Gebruik alleen stabiel kookgerei met een juiste vorm en diameter die groter is dan de afmetingen van de branders.
• Controleer of de vlam niet dooft als je de knop snel van de maximale stand naar de minimale stand draait.
• Gebruik alleen de accessoires die bij het apparaat zijn geleverd.
• Plaats geen vlamverdeler op de brander.

2.5 Reiniging en onderhoud

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat voor onderhoud uit. Haal de netstekker uit het stopcontact.
• Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
• Vervang direct de glazen deurpanelen als deze beschadigd zijn. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
• Wees voorzichtig als u de deur van het apparaat verwijdert. De deur is zwaar!
• Vet en voedsel dat in het apparaat achterblijft, kan brand veroorzaken.
• Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
• Volg als u een ovenspray gebruikt de aanwijzingen op de verpakking.
• Reinig niet het katalytisch email (indien van toepassing) met een schoonmaakmiddel.
• De branders niet in de afwasautomaat reinigen.

2.6 Deksel

• De specificatie van de deksel mag niet worden veranderd.
• Maak de deksel regelmatig schoon.
• Open de deksel niet als er is geknoeid op het oppervlak.
• Schakel alle branders uit voordat u de deksel sluit.
• Sluit het deksel niet tot de kookplaat en de oven volledig zijn afgekoeld.
• Glazen deksels kunnen breken als ze warm worden (indien van toepassing).

2.7 Binnenverlichting

WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten.
• Dit product bevat een lichtbron van energie-efficiëntieklasse G.
• Gebruik alleen lampjes met dezelfde specificaties.

2.8 Service

• Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat.
• Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
Page 9
A
C
B
NEDERLANDS 9

2.9 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Neem contact op met uw plaatselijke overheid voor informatie over het afvoeren van het apparaat.

3. MONTAGE

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

3.1 Locatie van het apparaat

Installeer het fornuis niet in de buurt van de gootsteen of in de buurt van de kast met gootsteen. Vochtigheids-/ waterdruppels kunnen tussen het zijpaneel en de kast binnendringen en op termijn de verf van het zijpaneel beschadigen.
Je kunt je vrijstaande apparaat met kasten aan één of twee zijden en in de hoek installeren.
Houd een afstand van ongeveer 1 cm tussen het apparaat en de achterwand om ervoor te zorgen dat het deksel opengaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in het apparaat vast komen te zitten.
• Maak de externe gasleidingen plat.
Minimale afstanden
Afmetingen mm
A 400
B 650
C 150

3.2 Technische gegevens

Spanning 230 V
Frequentie 50 - 60 Hz
Apparaatklasse 1
Afmetingen mm
Hoogte 857
Breedte 600
Diepte 600
Controleer de tafel voor minimale afstanden voor de montage.
Page 10
www.aeg.com10

3.3 Overige technische gegevens

Apparaatcategorie: II2EK3B/P
II2L3B/P
Origineel gas: G25.3 (2EK) 25 mbar
G25 (2L) 25 mbar
Gasvervanging: G30/G31 (3B/P) 30/30mbar
G20 (2E) 20 mbar

3.4 Bypass-diameters

BRANDER Ø BYPASS 1/100 mm
Sudderbrander 29
Semi-snel 32
Meervoudige kroon 67

3.5 Gasbranders voor AARDGAS G20 20 mbar

BRANDER NORMAAL VER‐
MOGEN kW
Meervoudige kroon
Semi-snel 1.85 0.43 96
Sudderbrander 0.95 0.35 70
3.7 1.80 146
BEPERKT VERMOGENkWINJECTORMARKE‐
RING 1/100 mm

3.6 Gasbranders voor AARDGAS G25.3 25 mbar / G25 25 mbar

brander NORMAAL VER‐
MOGEN kW
Meervoudige kroon
Semi-snel 1.9 0.43 100
Sudderbrander 0.9 0.35 70
3.8 1.7 147

3.7 Gasaansluiting

WAARSCHUWING!
De volgende instructies over de installatie en het onderhoud moeten opgevolgd worden door vakkundig personeel in overeenstemming met de geldende voorschriften.
BEPERKT VERMOGENkWINJECTORMARKE‐
RING 1/100 mm
Gebruik vaste aansluitingen of een flexibele leiding van roestvrij staal, in overeenstemming met de voorschriften die van kracht zijn. Als u flexibele metalen leidingen gebruikt, moet u opletten dat deze niet in aanraking komen met bewegende onderdelen, of dat ze niet vastgeklemd worden.
De verbinding moet worden aangelegd in overeenstemming met NEN 1078.
Page 11
A B C
NEDERLANDS 11
Controleer of de gastoevoerdruk van het apparaat voldoet aan de aanbevolen waarden. De verstelbare aansluiting wordt op de uitbreidingsbrug bevestigd met behulp van een schroefdraadmoer G 1/2" (NEN 3258). Schroef de onderdelen vast zonder kracht, stel de verbinding in de nodige richting af en draai alles vast.
WAARSCHUWING!
De gasleiding mag het deel van het apparaat niet raken zoals getoond in de afbeelding.

3.8 Flexibele niet-metalen leidingen

Als u gemakkelijk toegang heeft tot de aansluiting, kunt u een flexibele leiding gebruiken. De flexibele leiding moet stevig bevestigd zijn door klemmen.
Gebruik bij de installatie altijd de pijphouder en de pakking. De flexibele leiding kan worden toegepast als:
• deze kan niet warmer worden dan kamertemperatuur, hoger dan 30 °C;
• deze niet langer is dan 1500 mm;
• er geen vernauwing overal is,
• niet gedraaid of vastgedraaid is,
• niet in aanraking komt met scherpe randen of hoeken,
• de condities kunnen gemakkelijk worden gecontroleerd.
Zorg er bij het controleren van de flexibele leiding voor dat:
• deze geen barsten, sneden, sporen van verbranden op de twee uiteinden en over de volledige lengte vertoont;
• het materiaal niet verhard is, maar de correcte elasticiteit vertoont;
• de bevestigingsklemmen niet verroest zijn;
• de levensduur niet verlopen is.
Als er een of meer defecten zichtbaar zijn, mag de leiding niet worden gerepareerd, maar moet deze worden vervangen.
De gastoevoer bevindt zich aan de achterkant van het bedieningspaneel.
3.9 Aanpassing aan
verschillende types gas
Alleen bevoegde personen mogen de afstelling aan verschillende types gas uitvoeren.
Als het apparaat is ingesteld voor aardgas, dan kunt u dit met de geschikte injectors wijzigen naar vloeibaar gas. De hoeveelheid gas wordt aangepast.
WAARSCHUWING!
Voordat u de injectors vervangt, moet u ervoor zorgen dat de gasknoppen zich in de UIT-stand bevinden. Trek de stekker uit het stopcontact. Laat het apparaat afkoelen. U kunt letsel oplopen.
Het apparaat is ingesteld op standaardgas. Om de instelling te wijzigen moet u altijd de afdichtpakking gebruiken.
A. Uiteinde van as met moer B. Pakking C. Elleboog (indien nodig)
Page 12
A
A
www.aeg.com12

3.10 Vervanging van de sproeiers van de kookplaat

Vervang de inspuiters als je het gastype wijzigt.
1. Verwijder de pansteunen.
2. Verwijder de kappen en kronen van de brander.
3. Verwijder de inspuiters met een dopsleutel 7.
4. Vervang de inspuiters door de sproeiers die nodig zijn voor het type gas dat je gebruikt.

Omzetten van aardgas naar vloeibaar gas

1. Draai de bypass-schroef volledig vast.
2. Doe de knop terug.

Omzetten van vloeibaar gas naar aardgas

1. Draai de stand van de bypass­schroef A één draai los.
2. Plaats de knop voor de kookplaat terug.
3. Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
WAARSCHUWING!
Steek de stekker pas in het stopcontact wanneer
5. Vervang het typeplaatje (vlak bij de gastoevoerleiding) door het nieuwe type gastoevoer.
Je vindt deze plaat in de zak die bij het apparaat geleverd is.
Als de druk van de gastoevoer niet constant is of anders is dan de benodigde druk, installeer dan een geschikte drukregelaar op de gastoevoerleiding.
4. Steek de brander aan.
5. Draai de knop voor de kookplaat
6. Verwijder de knop voor de kookplaat
7. Draai de bypass-schroef langzaam
3.11 Aanpassen van de
minimale gasstand op de
8. Plaats de knop voor de kookplaat
fornuisbrander
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de knop voor de kookplaat. Demonteer als de bypass-schroef niet toegankelijk is eerst het bedieningspaneel voor de afstelling.
3. Stel de stand van de bypass-schroef A af met een dunne en platte schroevendraaier. Het model bepaalt de positie van de bypass-schroef A.
alle onderdelen terug op hun oorspronkelijke plaats zitten. U kunt letsel oplopen.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Kookplaat
- Dagelijks gebruik'.
naar een laagste stand.
weer.
vast tot de vlam klein en stabiel wordt.
weer terug.
Page 13
3.12 Het apparaat waterpas
110-115
mm
232- 237
mm
zetten
Gebruik kleine pootjes aan de onderkant van het apparaat om het kookoppervlak aan de bovenkant waterpas met andere oppervlakken te brengen.

3.13 Anti-kantelbescherming

Stel de juiste hoogte en ruimte voor het apparaat in voordat je de anti­kantelbescherming bevestigt.
LET OP!
Zorg ervoor dat je de anti­kantelbescherming op de juiste hoogte installeert.
Zorg ervoor dat het oppervlak achter het apparaat glad is.
Je moet de anti-kantelbescherming installeren. Als je deze niet installeert, kan het apparaat kantelen.
Je apparaat heeft het symbool op de afbeelding (indien van toepassing) om u eraan te herinneren dat je de anti­kantelbescherming installeert.
NEDERLANDS 13
1. Installeer de anti-kantelbescherming 232-237 mm onder het bovenvlak van het apparaat en 110-115 mm van de zijkant van het apparaat in de ronde opening op een steun. Schroef het in het vaste materiaal of gebruik de geschikte versterking (muur).
2. Je vindt het gat aan de linkerkant aan de achterkant van het apparaat. Til de voorkant van het apparaat op en plaats deze in het midden van de ruimte tussen de kastjes. Als de ruimte tussen de aanrechtkastjes groter is dan de breedte van het apparaat, moet je de zijmeting aanpassen om het apparaat te centreren.
Als je de afmetingen van het fornuis hebt gewijzigd, moet je de anti-kantelbeveiliging correct uitlijnen.
LET OP!
Als de ruimte tussen de aanrechtkastjes groter is dan de breedte van het apparaat, moet je de zijmetingen aanpassen aan het midden van het apparaat.
Page 14
3 4 5
6
21
7
9
8
10
1
2
3
4
www.aeg.com14

3.14 Elektrische installatie

WAARSCHUWING!
De fabrikant is niet verantwoordelijk als u zich niet houdt aan de veiligheidsvoorschriften in het hoofdstuk Veiligheid.
Dit apparaat wordt geleverd met een stekker en een netsnoer.
WAARSCHUWING!
De stroomkabel mag het in de illustratie gearceerde onderdeel van het apparaat niet raken.

4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

4.1 Algemeen overzicht

Knop voor de vonkontsteking
1
Knoppen voor de kookplaat
2
Knop voor de kookwekker
3
Temperatuurknop
4
Temperatuurindicator/symbool
5
Knop voor de ovenfuncties
6
Verwarmingselement
7
Lamp
8
Ventilator
9
Inzetniveaus
10
Page 15

4.2 Indeling kookoppervlak

1 2 3
5 4
NEDERLANDS 15
Hulpbrander
1
Stoomuitlaat - nummer en positie
2
afhankelijk van het model Medium brander
3
Medium brander
4
Multikroonbrander
5

4.3 Accessoires

Bakrooster Voor pannen, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor cakes en koekjes.
Opslaglade De bewaarlade bevindt zich onder de ovenruimte.

5. VOORAFGAAND AAN HET EERSTE GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

5.1 Eerste reiniging

Verwijder alle onderdelen van de oven. Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en
reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het eerste gebruik.
Zet de accessoires terug in de beginstand.

5.2 Voorverwarmen

Warm de lege oven voor het eerste gebruik voor.
1. Stel de functie en de
maximumtemperatuur in.
2. Laat de oven een uur werken.
3. Stel de functie in en druk op: . Stel
de maximumtemperatuur in. De maximale temperatuur voor deze functie is 210°C.
4. Laat de oven 15 minuten werken.
5. Stel de functie . Stel de
maximumtemperatuur in.
6. Laat de oven 15 minuten werken.
7. Zet de oven uit en laat deze
afkoelen.
Accessoires kunnen heter worden dan normaal. De oven kan een vreemde geur en rook afgeven. Zorg ervoor dat de luchtstroom in de ruimte voldoende is.

6. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
Page 16
A
B
D
C
www.aeg.com16

6.1 Ontsteking van de fornuisbrander

Ontvlam de brander altijd vóór u het kookgerei erop plaatst.
WAARSCHUWING!
Ga voorzichtig te werk bij het gebruik van branders (open vuur) in de keuken. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden in geval van onjuist gebruik van de vlam.
1. Houd de vonkontstekingsknop ingedrukt.
2. Draai tegelijkertijd de knop voor de kookplaat linksom naar de maximale
gasstand en druk deze naar beneden om de brander te ontsteken.
3. Laat de vonkontstekingsknop los als de brander brandt, maar houd de bedieningsknop 10 seconden of korter ingedrukt zodat het thermokoppel kan opwarmen. Anders zal de gastoevoer worden onderbroken.
4. Stel de vlam af zodra deze regelmatig brandt.
WAARSCHUWING!
Houd de knop niet langer dan 15 seconden ingedrukt. Als de brander na 15 seconden nog niet brandt, de knop loslaten en minstens 1 minuut wachten voordat u opnieuw probeert de vlam te ontsteken.
Als er geen elektriciteit is kunt u de brander zonder de elektrische voorziening aansteken. Breng een vlam dichtbij de brander, druk de bijbehorende knop in en draai de knop naar de maximale stand. Houd de controleknop ingedrukt gedurende 10 seconden of minder om het thermokoppel voor te verwarmen.
Draai als de brander per ongeluk uit gaat de knop naar de uit stand en probeer na minimaal 1 minuut de brander weer aan te steken.
De vonkontsteking kan automatisch starten wanneer u de stekker in het stopcontact steekt, na de installatie of na een stroomonderbreking. Dat is normaal.

6.2 Branderoverzicht

Als de brander na enkele pogingen niet aan gaat, controleer dan of de kroon en het branderdeksel goed op hun plaats zitten.
Page 17
A
B
D
C
A. Branderkap B. Branderkroon C. Ontstekingskaars D. Thermokoppel

6.3 De brander uitschakelen

Om de vlam te doven, de knop naar de off-positie draaien .
WAARSCHUWING!
Draai de vlam altijd lager of schakel hem uit voordat u de pan van de brander haalt

7. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

7.1 Pannen

WAARSCHUWING!
Plaats één pan niet op twee branders.
WAARSCHUWING!
Zet geen instabiele of beschadigde pannen op de brander, om morsen en letsel te voorkomen.
LET OP!
Zorg ervoor dat de handgrepen van pannen zich niet boven de voorrand van de kookplaat bevinden.
LET OP!
Zorg dat de potten zich in het midden van de brander bevinden, voor een maximum aan stabiliteit en lager gasverbruik.

7.2 Diameters van kookgerei

WAARSCHUWING!
Gebruik alleen kookgerei met een bodemdiameter die geschikt is voor de afmeting van de branders.
Brander Diameter van het
Extra brander 120 - 180
Medium brander
Multikroon
1)
Als er maar één pan op de kookplaat wordt ge‐
bruikt.
NEDERLANDS 17
kookgerei (mm)
140 - 220/240
160 - 240/260
1)
1)
WAARSCHUWING!
Gebruik geen vaten met een rand- of convexe bodem op de kookplaat, aangezien er een hoog risico op kantelen bestaat.
Page 18
www.aeg.com18

8. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

8.1 Algemene informatie

• Reinig de kookplaat na elk gebruik.
• Gebruik altijd kookgerei met een
schone bodem.
• Krassen of donkere vlekken op het
oppervlak hebben geen invloed op de werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat.
• Was de onderdelen van roestvrij staal
met water en droog ze vervolgens af met een zachte doek.
8.2 De kookplaat
schoonmaken
Verwijder direct: gesmolten
kunststof, plastic folie, suiker en suikerhoudend voedsel, anders kan dit schade aan de kookplaat veroorzaken. Doe voorzichtig om brandwonden te voorkomen.
Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje niet-schurend reinigingsmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek.
• Was de geëmailleerde delen, deksels
en kronen met een warm sopje en laat ze goed drogen alvorens ze terug te plaatsen.
8.3 Reinigen van de
ontstekingsknop
Dit onderdeel is uitgerust met een keramische ontstekingsbougie met een
metalen elektrode. Reinig deze onderdelen altijd grondig, om moeilijkheden bij het aansteken te voorkomen, en controleer of de branderkroonopeningen niet verstopt zijn.

8.4 Pandragers

De pandragers zijn niet vaatwasserbestendig. Deze moeten met de hand worden afgewassen.
1. Verwijder de pandragers om de kookplaat gemakkelijk te reinigen.
Wees voorzichtig bij het terugzetten van de pandragers om te voorkomen dat de kookplaat beschadigd raakt.
2. De emaillelaag kan soms ruwe randen hebben, dus wees voorzichtig bij het met de hand afwassen en afdrogen van de pandragers. Verwijder hardnekkige vlekken indien nodig met een pastareiniger.
3. Zorg er na het reinigen van de pandragers voor dat deze op de juiste plaats zijn teruggezet.
4. Om ervoor te zorgen dat de brander goed werkt, zorgt u ervoor dat de armen van de pandragers zijn uitgelijnd met het midden van de brander.

8.5 Periodiek onderhoud

Raadpleeg regelmatig uw lokale serviceafdeling, om de staat van de gastoevoerleiding en de drukregelaar (indien gemonteerd) te controleren.
Page 19

9. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK

NEDERLANDS 19
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

9.1 Het in- en uitschakelen van de oven

1. Draai de functieknop van de oven naar een ovenfunctie.
2. Draai de knop voor de temperatuur om de temperatuur te selecteren.
Het lampje gaat aan wanneer de oven in werking is.
3. Om de oven uit te schakelen, draai je

9.2 Veiligheidsthermostaat

Een onjuiste bediening van de oven of defecte componenten kunnen gevaarlijke oververhitting veroorzaken. Om dit te voorkomen is de oven voorzien van een veiligheidsthermostaat die de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer ingeschakeld.

9.3 Ovenfuncties

Symbool Ovenfuncties Toepassing
Uit-positie De oven staat uit.
Boven + onder‐ warmte
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een krokante bo‐
Vochtig bakken Deze functie wordt gebruikt om te voldoen aan de
Grillen Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren.
Voor het bakken en roosteren op één ovenniveau.
dem en het bewaren van voedsel.
energie-efficiëntieklasse en ecodesign-vereisten (overeenkomstig EU 65/2014 en EU 66/2014). Tes‐ ten in overeenstemming met: IEC/EN 60350-1 . De ovendeur dient tijdens de bereiding gesloten te zijn zodat de functie niet wordt onderbroken en om ervoor te zorgen dat de oven werkt op de hoogst mogelijke energie-efficiëntie. Bij het gebruik van deze functie kan de temperatuur in de ruimte verschillen van de ingestelde tempera‐ tuur. Het verwarmingsvermogen kan worden ver‐ minderd. Zie voor algemene aanbevelingen voor energiebesparing het hoofdstuk ‘Energie-efficiën‐ tie’, Energiebesparing. Deze functie is ontworpen om tijdens de bereiding energie te besparen. Zie het hoofdstuk 'Hints and tips’, Vochtig bakken voor bereidingsinstructies.
De maximale temperatuur voor deze functie is 210°C.
de knoppen voor de ovenfuncties en temperatuur naar de uit-stand.
Page 20
www.aeg.com20
Symbool Ovenfuncties Toepassing
Echte hetelucht Voor het bakken op maximaal twee rekniveaus te‐
gelijk en om voedsel te drogen. Stel de temperatuur 20 - 40 °C lager in dan voor Boven + onderwarmte.
Ontdooien Om voedsel te ontdooien (groenten en fruit). De
ontdooitijd is afhankelijk van de hoeveelheid inge‐ vroren voedsel en de grootte daarvan.

10. OVEN - KLOKFUNCTIES

10.1 Minutenteller

Gebruik de kookwekker voor het instellen van een afteltijd.
Deze functie heeft geen invloed op de werking van het apparaat.
1. Stel een ovenfunctie en de temperatuur in.
2. Draai de knop van de timer zover mogelijk en draai deze vervolgens naar de gewenste tijdsperiode.
Na afloop van de tijd klinkt een akoestisch signaal.

11. OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

11.1 Accessoires plaatsen

Bakrooster
Het rooster heeft een speciale vorm aan de achterkant die helpt bij de warmtecirculatie.
plaat:
Duw de bakplaat niet helemaal naar de achterwand van de ovenruimte. Dit voorkomt dat de warmte rond de plaat circuleert. Het voedsel kan verbrand worden, vooral aan de achterkant van de plaat.
Plaats het schap op de juiste rekstand. Zorg ervoor dat de achterwand van de oven niet raakt.
Plaats de bakplaat of braadpan op de rekstand. Zorg ervoor dat de achterwand van de oven niet raakt.
Page 21

12. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS

NEDERLANDS 21
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.

12.1 Algemene informatie

Het apparaat heeft vier rekstanden. Tel de rekstanden vanaf de bodem van het apparaat.
Het apparaat heeft een speciaal systeem dat de lucht circuleert en voor doorlopende recycling van stoom zorgt. Dankzij dit systeem is het mogelijk om voedsel te bereiden in een atmosfeer met stoom en worden de gerechten zacht van binnen en knapperig van buiten. Bovendien worden de bereidingstijd en het energieverbruik tot een minimum beperkt.
Vocht kan in het apparaat of op de glazen deurpanelen condenseren. Dit is normaal. Ga altijd iets terug staan van het apparaat als u de deur van het apparaat tijdens de werking opent. Om de condens te verminderen, dient u het apparaat 10 minuten te laten voorverwarmen.
Veeg na elk gebruik het vocht van het apparaat.
Plaats geen voorwerpen direct op de bodem van het apparaat en bedek de bodem tijdens de bereiding niet met aluminiumfolie. Dit kan de bakresultaten veranderen en de emaillelaag beschadigen.

12.2 Bakken

Gebruik voor de eerste baksessie de lagere temperatuur.
Bij het bereiden van cake op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15 minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is, wordt de cake niet overal even bruin. Als de cake niet overal even bruin wordt, hoeft u de temperatuurinstelling niet te wijzigen. De verschillen verminderen tijdens het bakken.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten in de oven vervormen. Wanneer de bakplaten weer afgekoeld zijn, verdwijnt de vervorming.

12.3 Voor de bereiding van gebak

De ovendeur mag pas worden geopend als driekwart van de baktijd is verstreken.
Als u twee bakplaten tegelijkertijd gebruikt, dient u één niveau ertussen leeg te laten.

12.4 Voor de bereiding van vlees en vis

Laat het vlees ongeveer 15 minuten rusten voordat u het aansnijdt, zodat het vleessap er niet uit stroomt.
Om te veel rook tijdens het braden in de oven te vermijden, kunt u een beetje water in de lekbak gieten. Om rook te vermijden, voegt u water toe wanneer het is opgedroogd.

12.5 Bereidingstijden

De bereidingsduur is afhankelijk van het soort voedsel, de samenstelling en het volume.
Houd in eerste instantie het bereidingsproces in de gaten. Zoek bij het gebruik van dit apparaat de beste instellingen (temperatuur, bereidingsduur, etc.) voor uw kookgerei, recepten en hoeveelheden.
Page 22
www.aeg.com22

12.6 Boven + onderwarmte

Voedsel Gewicht
(g)
1000 160 - 170 30 - 35 2 Bakplaat
Platte cake
Koffiebroodjes
1)
2000 170 - 190 40 - 50 3 Bakplaat
Tempera‐ tuur (°C)
Tijd (min.) Inzetni‐
veau
Accessoires
met appels en gist
Lekbak 1500 160 - 170
45 - 55
2)
2 Bakplaat
KIP, HEEL 1350 200 - 220 60 - 70 2 Bakrooster
1 Bakplaat
Halve kip 1300 190 - 210 35 + 30 3 Bakrooster
1 Bakplaat
Varkensbraad‐ stuk
Flanbrood
Gevulde gistca‐
1)
ke
600 190 - 210 30 - 35 3 Bakrooster
800 230 - 250 10 - 15 2 Bakplaat
1)
1200 170 - 180 25 - 35 2 Bakplaat
1 Bakplaat
Pizza 1000 200 - 220 25 - 35 2 Bakplaat
Kwarktaart 2600 170 - 190 60 - 70 2 Bakplaat
Zwitserse appel‐
1)
flan
Kerstcake
Quiche Lorrai‐
1)
ne
Boerenbrood
Roemeense bis‐
1)
cuittaart
Roemeense bis‐ cuittaart - tradi‐ tioneel
Broodjes
1)
1900 200 - 220 30 - 40 1 Bakplaat
2400 170 - 180
1)
55 - 65
3)
2 Bakplaat
1000 220 - 230 40 - 50 1 1 ronde bakplaat
750 + 750 180 - 200 60 - 70 1 2 lichtbak (leng‐
4)
600 + 600 160 - 170 40 - 50 2 2 lichtbak (leng‐
600 + 600 160 - 170 30 - 40 2 2 lichtbak (leng‐
800 200 - 210 10 - 15 2 Bakplaat
(diameter: 26 cm)
te: 20 cm)
te: 25 cm) op de‐ zelfde rekstand
te: 25 cm) op de‐ zelfde rekstand
Page 23
NEDERLANDS 23
Voedsel Gewicht
(g)
500 150 - 170 15 - 20 1 Bakplaat
Zwitserse rol
1)
Tempera‐ tuur (°C)
Tijd (min.) Inzetni‐
veau
Accessoires
Schuim 400 100 - 120 40 - 50 2 Bakplaat
1500 180 - 190 25 - 35 3 Bakplaat
Kruimeltaart
Botercake
1)
Warm de oven 10 minuten voor.
2)
Laat de cake na het uitschakelen 7 minuten in de oven staan.
3)
Laat de cake 10 minuten in de oven staan nadat je het apparaat hebt uitgeschakeld.
4)
Stel de temperatuur in op 250 °C en warm de oven 10 minuten voor.
1)
600 180 - 200 20 - 25 2 Bakplaat
1)

12.7 Echte hetelucht

Voedsel Gewicht (g) Tempera‐
tuur (°C)
1000 155 35 2 bakplaat
Platte cake
Platte cake
Gistcake met appels
1)
1000 + 1000 145 50 1 + 3 bakplaat
1)
2000 170 - 180 40 - 50 3 bakplaat
1)
Lekbak 1200 150 - 160
KIP, HEEL 1400 200 50 2 bakrooster
Varkensbraad‐
600 180 - 200 30 - 40 2 bakrooster
stuk
800 230 - 250 10 - 15 2 bakplaat
Flanbrood
1)
Gevulde gistca‐ke1200 160 - 170 20 - 30 3 bakplaat
Tijd (min.) Inzetni‐
veau
40 - 50
2)
3 bakplaat
1 bakplaat
1 bakplaat
Accessoires
Kwarktaart 2600 150 - 170 60 - 70 2 bakplaat
Zwitserse appel‐
1)
flan
Kerstcake
Quiche Lorrai‐
1)
ne
1900 180 - 200 50 - 40 3 bakplaat
2400 150 - 170
1)
50 - 60
3)
3 bakplaat
1000 210 - 230 35 - 45 2 1 ronde bak‐
plaat (diame‐ ter: 26 cm)
Page 24
www.aeg.com24
Voedsel Gewicht (g) Tempera‐
tuur (°C)
750 + 750 180 - 190 50 - 60 3 bakplaat
Boerenbrood
Roemeense bis‐ cuittaart
4)
600 + 600 150 - 170 40 - 50 2 2 lichtbak
1)
Tijd (min.) Inzetni‐
veau
Accessoires
(lengte: 25 cm) op de‐ zelfde rek‐ stand
Roemeense bis‐ cuittaart - tradi‐ tioneel
600 + 600 160 - 170 30 - 40 2 2 lichtbak
(lengte: 25 cm) op de‐ zelfde rek‐ stand
Broodjes
Broodjes
1)
1)
Zwitserse rol
800 190 15 3 bakplaat
800 + 800 200 15 1 + 3 bakplaat
500 150 - 170 10 - 15 3 bakplaat
1)
Schuim 400 100 - 120 50 - 60 2 bakplaat
Schuim 400 + 400 100 - 120 55 - 65 1 + 3 bakplaat
1500 170 - 180 20 - 30 2 bakplaat
Kruimeltaart
Biscuittaart
Botercake
1)
Verwarm de oven 10 minuten voor.
2)
Laat de cake na het uitschakelen 7 minuten in de oven staan.
3)
Laat de cake 10 minuten in de oven staan nadat je het apparaat hebt uitgeschakeld.
4)
Stel de temperatuur in op 230°C en verwarm de oven 10 minuten voor.
1)
600 150 - 170 20 - 30 2 bakplaat
1)
600 + 600 150 - 170 20 - 30 1 + 3 bakplaat
1)

12.8 Vochtig bakken

Gerecht Tempe‐
ratuur (°C)
Brood en pizza
Broodjes 190 25 - 30 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Broodjes 200 40 - 45 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Bevroren pizza 350 g 190 25 - 35 2 rooster
Cake in bakplaat
Tijd (min) Roos‐
ter‐ hoogte
Accessoires
Page 25
NEDERLANDS 25
Gerecht Tempe‐
ratuur (°C)
Koninginnenbrood
180 20 - 30 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Tijd (min) Roos‐
ter‐ hoogte
Accessoires
(opgerolde cake met jam)
Brownie 180 35 - 45 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Cake in bakblik
Soufflé 210 35 - 45 2 zes keramieken vormpjes op
rooster
Luchtige vlaaibodem 180 25 - 35 2 flanvorm op rooster
Taart 150 35 - 45 2 cakevorm op rooster
Vis
Vis in zakjes 300 g 180 25 - 35 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Hele vis 200 g 180 25 - 35 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Visfilets 300 g 180 30 - 40 2 pizzavorm op rooster
Vlees
Vlees in zakje 250 g 200 35 - 45 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Vleesspiesjes 500 g 200 30 - 40 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Kleine gebakken items
Koekjes 170 25 - 35 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Makronen 170 40 - 50 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Muffins 180 30 - 40 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Smakelijke cracker 160 25 - 35 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Zandkoekjes 140 25 - 35 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Tartelettes 170 20 - 30 2 bakplaat of grill- / roosterpan
Vegetarisch
Groentemix in zakjes
200 20 - 30 2 bakplaat of grill- / roosterpan
400 g
Omelet 200 30 - 40 2 pizzavorm op rooster
Groenten op plaat
190 25 - 35 2 bakplaat of grill- / roosterpan
700 g
Page 26
www.aeg.com26

12.9 Informatie voor testinstituten

Voedsel Functie Tempera‐
tuur (C°)
Kleine cakes, (16 stuks per bakplaat)
Kleine cakes, (16 stuks per bakplaat)
Appeltaart (2 vor‐ men Ø 20 cm, dia‐ gonaal geplaatst)
Zachte cake zonder vet
Zachte cake zonder vet
Zandtaartdeeg / Ge‐ bakreepjes
Zandtaartdeeg / Ge‐ bakreepjes
1)
Toast
Biefstukburger
1)
Verwarm de oven 5 minuten voor.
2)
Verwarm de oven 10 minuten voor.
Boven + onder‐ warmte
Echte hete‐ lucht
Boven + onder‐ warmte
Boven + onder‐ warmte
Echte hete‐ lucht
Boven + onder‐ warmte
Echte hete‐ lucht
Grillen max. bakrooster 2 2 - 5
Grillen max. bakrooster 3 15 - 20
2)
160 bakplaat 3 20 - 30
160 bakplaat 1 + 3 30 - 40
190 bakrooster 1 65 - 75
180 bakrooster 2 20 - 30
170 bakrooster 1 + 3 30 - 40
140 bakplaat 3 15 - 30
140 bakplaat 1 + 3 15 - 30
Accessoires Inzetni‐
veau
Tijd (min)
eerste kant; 15 ­20 twee‐ de kant

13. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

13.1 Opmerkingen over de reiniging

Maak de voorkant van de oven schoon met een zachte doek, warm water en een mild reinigingsmiddel.
Gebruik voor metalen oppervlakken een specifiek reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van de oven na elk gebruik. Vetaccumulatie of andere
voedselresten kunnen brand veroorzaken.
Maak alle accessoires na elk gebruik schoon en laat ze drogen. Gebruik een zachte doek met een warm sopje en een reinigingsmiddel. De accessoires niet in de afwasmachine reinigen..
Verwijder hardnekkige vlekken met een speciale ovenreiniger.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met agressieve reinigingsmiddelen of voorwerpen met scherpe randen.
Page 27

13.2 Ovens van roestvrij staal of aluminium

Maak de ovendeur alleen met een vochtige doek of natte spons schoon. Droog maken met een zachte doek.
Vermijd het gebruik van staalwol, zure of schurende producten, deze kunnen de oppervlakken van de oven beschadigen. Maak het bedieningspaneel van de oven net zo voorzichtig schoon

13.3 De ovendeur reinigen

De ovendeur heeft twee glasplaten. U kunt de ovendeur en de interne glasplaat verwijderen om het schoon te maken.
De ovendeur kan dichtslaan als je de interne glasplaat probeert te verwijderen als de deur nog gemonteerd is.
LET OP!
Gebruik het apparaat niet zonder de interne glasplaat.
1. Open de deur volledig en houd beide scharnieren vast.
NEDERLANDS 27
3. Sluit de ovendeur halverwege de openingsstand. Til hem daarna op en trek hem naar voren en verwijder hem van zijn plek.
4. Plaats de deur op een zachte doek op een stabiel oppervlak.
2. Til de hendel op beide scharnieren volledig omhoog en draai het.
5. Maak het vergrendelingssysteem los om de interne glasplaat te verwijderen.
6. Draai de bevestigingen 90° en verwijder ze uit hun zittingen.
Page 28
90°
1
2
www.aeg.com28
7. Til eerst voorzichtig op en verwijder vervolgens de glasplaat.
8. Reinig de glasplaten met een sopje. Droog de glasplaten voorzichtig af. Reinig de glasplaten niet in de vaatwasser.
Als de reiniging voltooid is, plaats je de glasplaat en de ovendeur terug. Voer de bovenstaande stappen uit in omgekeerde volgorde.
Zorg ervoor dat je de interne glasplaat correct in de zittingen plaatst.

13.4 De lade verwijderen

WAARSCHUWING!
Bewaar geen ontvlambare dingen in de lade (bijv. schoonmaakmiddelen, plastic zakken, ovenhandschoenen, papier, reinigingssprays, enz). Als u de oven gebruikt, kan de lade heet worden. Er kan brand ontstaan.
De lade onder de oven kan worden verwijderd om gemakkelijker te worden schoongemaakt.
1. Trek de lade volledig naar buiten, tot deze niet verder kan.
2. Til de lade langzaam op.
3. Trek de lade volledig uit.
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om de lade te installeren.

13.5 Het lampje vervangen

WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken. Het lampje kan heet zijn.
1. Schakel de oven uit. Wacht tot de oven afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Plaats een doek op de bodem van de holte.

De achterlamp

1. Draai het afdekglas van de lamp en verwijder het.
2. Reinig de glasafdekking.
Page 29
NEDERLANDS 29
3. Vervang de lamp door een geschikte 300 °C hittebestendige lamp.

14. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

14.1 Wat te doen als...

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er is geen vonk als u pro‐ beert de vonkontsteking te activeren.
De zekering is doorgesla‐
Branderdeksel en kroon zijn
De vlam dooft onmiddellijk na de ontsteking.
De vlamring is ongelijkmatig. De branderkroon is verstopt
De branders werken niet. Er is geen gastoevoer. Controleer de gasaanslui‐
De vlamkleur is oranje of geel.
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De benodigde instellingen
De lamp werkt niet. De lamp is defect. Vervang de lamp.
Stoom en condens slaan neer op het eten en in de ovenruimte.
De kookplaat is niet aange‐ sloten op een stopcontact of niet goed geïnstalleerd.
gen.
niet goed geplaatst.
Het thermokoppel is niet vol‐ doende opgewarmd.
met voedselresten.
De vlam kan in sommige de‐
zijn niet ingesteld.
Je hebt het gerecht te lang in de oven achtergelaten.
4. Installeer het glazen deksel.
Controleer of de kookplaat goed aangesloten is op het lichtnet. Zie het aansluit‐ schema.
Verzeker u ervan dat de ze‐ kering de oorzaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neem je contact op met een erkende installateur.
Plaats de branderdeksel en de kroon op de juiste wijze.
Na het ontsteken van de vlam, de vlamontsteking cir‐ ca 10 sec. ingedrukt houden.
Zorg ervoor dat de injector niet geblokkeerd is en dat de branderkroon schoon is.
ting.
len van de brander oranje of geel lijken. Dit is normaal.
Zorg ervoor dat de instellin‐ gen correct zijn.
Laat gerechten na het berei‐ den niet langer dan 15 - 20 minuten in de oven staan.
Page 30
www.aeg.com30
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het duurt te lang om de ge‐ rechten te bereiden of ze ko‐ ken te snel.
De kamertemperatuur is te laag of te hoog.

14.2 Servicegegevens

Als je niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met je verkoper of een erkende serviceafdeling.
De contactgegevens van de servicedienst staan op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich aan de voorkant van de ovenruimte. Verwijder het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij raden je aan om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................

15. ENERGIEZUINIGHEID

15.1 Productinformatie voor kookplaat conform EU 66/2014

Modelnummer CKB64100BW
Type kookplaat Oven in vrijstaand fornuis
Aantal gas‐ branders
Energetisch rendement per gasbrander (EE gas bur‐ ner)
Energetisch rendement voor het gasfornuis (EE gas hob) 55,7%
4
Linkssachter - Hulp niet van toepassing
Rechtsmidden - Semi-snel 55,0%
Rechtsvoor - Semi-snel 55,0%
Linksvoor - Meervoudige kroonbrander 57,0%
Pas indien nodig de tempe‐ ratuur aan. Volg het advies in de gebruikershandleiding.
EN 30-2-1:EN 30-2-1: Huishoudelijke kooktoestellen die gas verbranden - Deel 2-1 : Ver‐ standig gebruik van energie - Algemeen.
15.2 Kookplaat ­Energiebesparing
U kunt elke dag energie besparen tijdens het koken door de onderstaande tips te volgen.
• Warm alleen de hoeveelheid water op die u nodig heeft.
• Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan.
• Zorg er voor gebruik voor dat de branders en pannendragers goed worden geplaatst.
• De bodem van het kookgerei moet de juiste diameter hebben voor de brandermaat.
Page 31
NEDERLANDS 31
• Zet het kookgerei meteen op de brander en in het midden.
• Wanneer de vloeistof begint te koken, draait u de vlam omlaag, totdat de
• Gebruik indien mogelijk een hogedrukpan. Zie de gebruikshandleiding van de hogedrukpan.
vloeistof zachtjes pruttelt.

15.3 Productinformatie voor ovens en productinformatieblad

Naam leverancier AEG
Modelnummer CKB64100BW 943005249
Energie-efficiëntie-index 94.9
Energie-efficiëntieklasse A
Energieverbruik met een standaard belading, con‐ ventionele modus
Energieverbruik met een standaard belasting, hete‐ luchtmodus
Aantal holtes 1
Warmtebron Elektriciteit
Volume 54 l
Soort oven Oven in vrijstaand fornuis
Massa 47.0 kg
IEC/EN 60350-1 - Huishoudelijke elektrische kooktoestellen - Deel 1: Fornuizen, ovens, stoomovens en grills - Methoden voor het meten van prestaties.
0,84 kWh/cyclus
0,74 kWh/cyclus

15.4 Oven - Energiebesparing

Deze oven bevat functies die u helpen energie te besparen tijdens het dagelijks koken.
Zorg ervoor dat de ovendeur gesloten is als u de oven in werking stelt. Open de ovendeur niet te vaak tijdens gebruik. Houd het deurrubber schoon en zorg ervoor dat het goed op zijn plaats vastzit.
Gebruik metalen kookgerei om meer energie te besparen.
Verwarm de oven niet voor als het niet hoeft.
Houd onderbrekingen tussen het bakken zo kort mogelijk als je een aantal gerechten tegelijkertijd bereidt.
Koken met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties met hete lucht om energie te besparen.
Restwarmte
Wanneer de kookduur langer is dan 30 minuten, verlaag dan de oventemperatuur tot minimaal 3-10 minuten voor het einde van het koken. De restwarmte in de oven blijft koken.
Je kunt de restwarmte gebruiken om andere maaltijden op te warmen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke temperatuurinstelling om de restwarmte te gebruiken en een maaltijd warm te houden.
Vochtig bakken
Functie is ontworpen om tijdens de bereiding energie te besparen. Voor
Page 32
www.aeg.com32
meer details zie hoofdstuk "Oven ­Dagelijks gebruik", Ovenfuncties.
16. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
Electrolux Appliances AB - Contact Address: Al. Powstańców Śląskich 26, 30-570 Kraków, Poland
*
Page 33
Page 34
Page 35
Page 36
www.aeg.com/shop
867354722-C-292022
Loading...