Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen
om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het
leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht
niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente
invaliditeit.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat
is heet.
• Als het apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging,
dan dient dit geactiveerd te worden.
• Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet
worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
NEDERLANDS
3
1.2
Algemene veiligheid
•
Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren en de kabel vervangen.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op het
stroomnet met een kabel van het type H05VV-F om de
temperatuur van het achterpaneel te kunnen
weerstaan.
4
www.aeg.com
• Het apparaat kan worden gebruikt tot een maximum
van 2000 m boven zeeniveau.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik op schepen,
boten of vaartuigen.
• Installeer het apparaat ter voorkoming van
oververhitting niet achter een decoratieve deur.
• Installeer het apparaat niet op een platform.
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
• WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een
kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en
brandgevaar opleveren.
• Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek
de vlam bijv. met een deksel of blusdeken.
• LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet
onder constant toezicht staan.
• WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookplaten.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
• Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur of de
glazen afdekplaat van de kookplaat schoon te maken.
Deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak,
waardoor het glas zou kunnen breken.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden
geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
• Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten
is, schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit
het stopcontact. In het geval het apparaat direct op
de stroom is aangesloten met een aansluitdoos,
verwijdert u de zekering om het apparaat van de
stroom te halen. Neem in beide gevallen contact op
met de erkende servicedienst.
• Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met
NEDERLANDS
de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de
pandetector.
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U
dient op te passen dat u de verwarmingselementen
niet aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de
buurt of onder permanent toezicht.
• Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
• Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te
plegen.
• Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat
u de lamp vervangt om elektrische schokken te
voorkomen.
• Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
• Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze
kan heet worden.
• Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit
de zijwanden. Installeer de inschuifrails in de
omgekeerde volgorde.
• De middelen voor het uitschakelen moeten
opgenomen worden in de vaste bedrading
overeenkomstig de regels voor de bedrading.
• WAARSCHUWING: Gebruik alleen
kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het
kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van
het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn
aangegeven of kookplaatbeschermers die in het
apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van
ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken
veroorzaken.
5
www.aeg.com6
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
• Wees altijd voorzichtig bij het
verplaatsen van het apparaat omdat
het zwaar is. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
• Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
• De afmetingen van de keukenkast en
de uitsparing moeten kloppen.
• Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
• Zorg ervoor dat het apparaat onder
en naast veilige installaties wordt
geïnstalleerd.
• Delen van het apparaat staan onder
stroom. Sluit het apparaat met
meubel om te voorkomen dat de
gevaarlijke delen worden aangeraakt.
• De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van
dezelfde hoogte.
• Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
• Installeer een stabilisator om te
voorkomen dat het apparaat kantelt.
Raadpleeg de installatiegids.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
• Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
• De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatieapparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden
verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
• De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
• Sluit de deur van het apparaat
volledig voordat u de stekker in het
stopcontact steekt.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Risico op letsel en
brandwonden.
Gevaar voor elektrische
schokken!
NEDERLANDS
7
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
• Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
• Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
• Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
• Gebruikers met een pacemaker
moeten een afstand van minimaal 30
cm bewaren van de
inductiekookzones als het apparaat in
werking is.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
• Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen
uit de buurt van vet en olie als u er
mee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten
bevat, kan brand veroorzaken bij een
lagere temperatuur dan olie die voor
de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten
of gerechten die vochtig zijn gemaakt
met ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
• Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
• Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
• Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
– zet geen kookgerei of andere
voorwerpen direct op de bodem
van het apparaat.
– Plaats geen water direct in het
hete apparaat.
– haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
– Wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van
accessoires.
• Verkleuring van het email of roestvrij
staal is niet van invloed op de werking
van het apparaat.
• Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
• Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
• Leg geen aluminiumfolie op het
apparaat of direct op de bodem van
het apparaat.
• Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken. Til deze
voorwerpen altijd op als u ze moet
verplaatsen op de kookplaat.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
2.4 Reiniging en onderhoud
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat voor onderhoud
uit.
Trek de stekker uit het stopcontact.
• Zorg ervoor dat het apparaat is
afgekoeld. Er bestaat een risico dat
de glasplaten kunnen breken.
• Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
8
www.aeg.com
contact op met de erkende
servicedienst.
• Wees voorzichtig als u de deur van
het apparaat verwijdert. De deur is
zwaar!
• Achterblijvend vet of voedsel in het
apparaat kan brand veroorzaken.
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Zorg ervoor dat de ovenruimte en de
deur na elk gebruik worden
afgeveegd. Stoom geproduceerd
tijdens de werking van het apparaat
condenseert op de wanden en kan
roest veroorzaken. Om de condens te
verminderen, dient u het apparaat 10
minuten te laten voorverwarmen.
• Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
• Raadpleeg als u een ovenspray
gebruikt eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
• Reinig niet het katalytisch email
(indien van toepassing) met een
schoonmaakmiddel.
2.5 Binnenverlichting
• De gloeilampen of halogeenlampen
in dit apparaat zijn uitsluitend
bedoeld voor gebruik in
huishoudelijke apparaten. Gebruik
deze niet voor andere doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
• Voordat u het lampje vervangt, dient
u de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
• Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.6 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om
te voorkomen dat kinderen of
huisdieren binnen in het apparaat vast
komen te zitten.
2.7 Servicedienst
• Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
5
4
3
2
1
5
8
10
13
24
6
7
9
210 mm
180 mm
140 mm
180 mm
13
64
5
2
3.1 Algemeen overzicht
Knop voor de ovenfuncties
1
Elektronische tijdschakelklok
2
Knop voor de temperatuur
3
Temperatuurindicator / symbool
4
Verwarmingselement
5
Lampje
6
Verwijderbare inschuifrail
7
Ventilator
8
Verheven gedeelte ovenruimte
9
Roosterhoogtes
10
3.2 Indeling kookplaat
Inductiekookzone 1400 W met
1
powerfunctie 2500 W
Stoomuitlaat - aantal en positie
2
afhankelijk van het model
Inductiekookzone 1800 W met
3
powerfunctie 2800 W
Inductiekookzone 1800 W met
4
powerfunctie 2800 W
Bedieningspaneel
5
Inductiekookzone 2300 W met
6
powerfunctie 3600 W
NEDERLANDS9
3.3 Accessoires
• Bakrooster
• Bakplaat
• Grill-/braadpan
Voor kookgerei, bak- en
braadvormen.
Voor gebak en koekjes.
Voor braden en roosteren of als
schaal om vet op te vangen.
• Teleskopauszüge
Voor roosters en bakplaten.
• Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich
een bewaarlade.
www.aeg.com10
4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
4.1 Eerste reiniging
Verwijder all accessoires en
verwijderbare inschuifrails uit de oven.
Zie het hoofdstuk
'Onderhoud en reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het
eerste gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
4.2 De tiptoetsen gebruiken
Raak om een functie te activeren het
geselecteerde symbool op het display
minimaal 1 seconde aan.
4.3 Tijd instellen
U moet de tijd instellen voordat u de
oven bedient.
De aanduiding knippert als u het
apparaat aansluit op het stopcontact, als
er een stroomstoring is geweest of als de
timer niet is ingesteld.
Druk op of om de correcte tijd in
te stellen.
Na ongeveer 5 seconden stopt het
knipperen en geeft de klok de ingestelde
tijd van de dag weer.
4.4 Tijd veranderen
U kunt de tijd van de dag
niet wijzigen als de functie
Bereidingsduur of Einde
werken.
Blijf op drukken tot het symbool voor
de functie knippert.
Zie "De duur instellen" om een nieuwe
tijd in te stellen.
4.5 Voorverwarmen
Warm de lege oven voor het eerste
gebruik voor.
1. Stel de functie en de
maximumtemperatuur in.
2. Laat het apparaat een uur werken.
3. Stel de functie
maximumtemperatuur in.
4. Laat de oven 15 minuten werken.
5.
Stel de functie en stel de
maximumtemperatuur in.
6. Laat de oven 15 minuten werken.
7. Zet de oven uit en laat deze
afkoelen.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. De oven kan een vreemde geur
en rook afgeven. Zorg dat er voldoende
luchtcirculatie in de ruimte is.
en stel de
KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
5.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6423
87
51
109
NEDERLANDS11
5.1 Besturingspaneel van kookplaat
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en
geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
Tiptoets
1
2
3
-KookstanddisplayDe kookstand weergeven.
4
-Timerindicatie voor de
5
-TimerdisplayDe tijd in minuten weergeven.
6
7
8
9
-BedieningsstripHet instellen van de kookstand.
10
FunctieOpmerking
AAN/UITDe kookplaat in- en uitschakelen.
Blokkering / Kinderbeveiliging van de oven
STOP+GODe functie in- en uitschakelen.
kookzones
-Om de kookzone te selecteren.
-De tijd verlengen of verkorten.
/
PowerBoostDe functie in- en uitschakelen.
5.2 Kookstanddisplays
DisplayBeschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
Het bedieningspaneel vergrendelen/
ontgrendelen.
Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
-
De kookzone wordt gebruikt.
STOP+GO werkt.
Automatisch opwarmen werkt.
12
www.aeg.com
DisplayBeschrijving
PowerBoost werkt.
+ cijfer
/ /
Er is een storing.
OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicatie): doorgaan met koken / warmhoudstand / restwarmte.
Blokkering /Kinderbeveiliging van de oven werkt.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op
de kookzone geplaatst.
Automatisch uitschakelen werkt.
5.3 OptiHeat Control (3-staps
restwarmte-indicatie)
WAARSCHUWING!
/ / Er bestaat
verbrandingsgevaar door
restwarmte. Het
controlelampje geeft het
niveau van de restwarmte
aan.
De inductiekookzones creëren de voor
het kookproces benodigde warmte
direct in de bodem van de pan. Het
glaskeramiek wordt verwarmd door de
warmte van de pannen.
5.4 In- of uitschakelen
Raak 1 seconde aan om de kookplaat
in– of uit te schakelen.
5.5 Automatisch uitschakelen
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld.
• u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
• u iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het
bedieningspaneel hebt gelegd (een
pan, doek, etc.). Er klinkt een
geluidssignaal en de kookplaat wordt
uitgeschakeld. Verwijder het
voorwerp of reinig het
bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt (b.v. als
een pan droogkookt). De kookzone
moet afgekoeld zijn voordat u de
kookplaat weer kunt gebruiken.
• u ongeschikte pannen gebruikt. Het
symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone
automatisch uit.
• u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na enige tijd
gaat branden en wordt de
kookplaat uitgeschakeld.
De verhouding tussen kookstand en
de tijd waarna de kookplaat
uitschakelt:
KookstandDe kookplaat
wordt uitgeschakeld na
, 1 - 3
4 - 75 uur
8 - 94 uur
10 - 141,5 uur
6 uur
5.6 De kookstand
Voor het instellen of wijzigen van de
kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste
kookstand of beweeg uw vinger langs de
bedieningsstrip totdat u de jusite
kookstand heeft bereikt.
5.7 Automatisch opwarmen
Activeer deze functie om in een kortere
tijd een gewenste kookstand te krijgen.
Als het aan staat, werkt de zone in het
begin op de hoogste kookstand en gaat
daarna verder met koken op de
gewenste kookstand.
Om de functie in werking te
stellen moet de kookzone
koud zijn.
Om de functie voor een kookzone in
te schakelen: raak aan ( gaat aan).
Raak meteen de gewenste kookstand
aan. Na 3 seconden gaat
De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.
branden.
5.8 PowerBoost
Deze functie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones.
De functie kan voor een beperkte
tijdsduur voor uitsluitend de
inductiekookzone worden geactiveerd.
Daarna wordt de inductiekookzone
automatisch teruggeschakeld naar de
hoogste kookstand.
Om de functie voor een kookzone in
te schakelen: raak aan. gaat aan.
Om de functie uit te schakelen: wijzig
de kookstand.
5.9 Timer
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te
stellen hoe lang de kookzone moet
werken voor een kooksessie.
Stel eerst de warmtestand voor de
kookzone in en dan de functie.
Kookzone instellen:raak meerdere
malen aan tot het lampje van de
gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak van de
timer aan om de tijd in te stellen (00 - 99
minuten). Als het lampje van de
kookzone langzaam gaat knipperen,
wordt de tijd afgeteld.
Resterende tijd weergeven: selecteer
de kookzone met . Het indicatielampje
van de kookzone gaat sneller knipperen.
Op het display wordt de resterende tijd
weergegeven.
Om het juiste tijdstip van de dag te
wijzigen: selecteer de kookzone met .
Raak
De functie uitschakelen: stel de
kookzone in met
resterende tijd telt af naar 00. Het
indicatielampje van de kookzone gaat
uit.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak
aan.
CountUp Timer (De timer met
optelfunctie)
Gebruik deze functie om in de gaten te
houden hoe lang de kookzone werkt.
Kookzone instellen:raak meerdere
malen aan tot het lampje van de
gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak van de
timer aan.
van de kookzone langzaam knippert,
wordt de tijd opgeteld. De display
schakelt tussen en getelde tijd
(minuten).
Om in de gaten te houden hoelang de
kookzone werkt: selecteer de kookzone
met . Het indicatielampje van de
kookzone gaat sneller knipperen. De
display geeft aan hoe lang de zone
werkt.
of aan.
Als de tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal
en knippert 00. De kookzone
wordt uitgeschakeld.
gaat aan. Als het lampje
NEDERLANDS
en raak aan. De
13
14
www.aeg.com
De functie uitschakelen: stel de
kookzone in met en raak of
aan. Het indicatielampje van de
kookzone gaat uit.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als
kookwekker terwijl de kookplaat is
ingeschakeld en de kookzones niet
werken. De warmtestand op het display
toont
De functie inschakelen: Raak aan.
Raak of van de timer aan om de
tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal en knippert
00.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak
aan.
.
De functie heeft geen
invloed op de werking van
de kookzones.
5.10 STOP+GO
Deze functie stelt alle kookzones die in
werking zijn in op de laagste kookstand.
Als de functie in gebruik is, kunt u de
kookstand niet wijzigen.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
5.11 Blokkering
U kunt het bedieningspaneel
vergrendelen terwijl de kookzones in
werking zijn. Hiermee wordt voorkomen
dat de kookstand per ongeluk wordt
veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat gedurende 4 seconden
aan.De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet,
stopt u deze functie ook.
5.12 Kinderbeveiliging van de
oven
Deze functie voorkomt dat de kookplaat
onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: schakel
de kookplaat in met
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Schakel de kookplaat uit
.
met
Om de functie uit te schakelen: schakel
de kookplaat in met . Stel geen
kookstand in. Raak
gaat aan. Schakel de kookplaat uit
.
met
De functie gedurende één kooksessie
onderdrukken: zet de kookplaat aan
met . gaat aan. Raak 4 seconden
aan. Stel de kookstand in binnen 10seconden. U kunt de kookplaat
bedienen. Als u de kookplaat uitschakelt
, treedt de functie weer in
met
werking.
. Stel geen
4 seconden aan.
5.13 OffSound Control (De
geluiden in- en uitschakelen)
Schakel de kookplaat uit. Raak 3
seconden aan. Het display gaat aan en
uit. Raak
gaat branden. Raak aan om één van
het volgende te kiezen:
• - de signalen zijn uit
•
Om uw keuze te bevestigen moet u
wachten tot de kookplaat automatisch
uitschakelt.
Als de functie op staat, kunt u de
geluiden alleen horen als:
• u
• Kookwekker naar beneden komt
• Timer met aftelfunctie naar beneden
komt
3 seconden aan. of
- de signalen zijn aan
aanraakt
NEDERLANDS15
• u iets op het bedieningspaneel
plaatst.
• Het warmte-instellingsdisplay van de
verlaagde zone verandert tussen twee
niveaus.
5.14 Vermogensbeheer-functie
• De kookzones zijn gegroepeerd
volgens locatie en aantal fasen van de
kookplaat. Zie afbeelding.
• Elke fase heeft een maximale
elektriciteitslading.
• De functie verdeelt het vermogen
tussen de kookzones aangesloten op
dezelfde fase.
• De functie wordt geactiveerd als de
totale elektriciteitslading van de
kookzones aangesloten op een
enkele fase wordt overschreden.
• De functie verlaagt het vermogen
naar de andere kookzones
aangesloten op dezelfde fase.
6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Kookgerei
Bij een inductiekookzone
zorgt een sterk
elektromagnetisch veld
ervoor dat het kookgerei erg
snel heet wordt.
Gebruik de
inductiekookzones met
geschikt kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
• correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse
bodem (aangemerkt als geschikt voor
inductie door de fabrikant).
• niet correct: aluminium, koper,
messing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
• een beetje water kookt snel op een
zone die ingesteld is op de hoogste
instelling.
• een magneet vast blijft zitten aan de
bodem van het kookgerei.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
grootte van de bodem van de pan aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft
betrekking op de diameter van het
kookgerei. Kookgerei met een diameter
die kleiner is dan het minimum, ontvangt
slechts een deel van het vermogen dat
door de kookzone wordt gegenereerd.
6.2 Minimale diameter van het
kookgerei
De bodem van het
kookgerei moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
KookzoneDiameter van
Linksachter125 - 140
Rechtsachter145 - 180
Rechtsvoor145 - 180
Linksvoor180 - 210
het kookgerei
(mm)
www.aeg.com16
6.3 Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
• krakend geluid: de pan is gemaakt
eerder uit dan het signaal van de timer
met aftelfunctie klinkt. Het verschil in
werkingstijd hangt af van het niveau van
de kookstand en de tijd dat u kookt.
van verschillende materialen
(sandwich-constructie).
• fluitend geluid: bij gebruik van de
kookzone met een hoge kookstand
en als de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwichconstructie).
• zoemen: als u hoge kookstanden
gebruikt.
• klikken: er treedt elektrische
schakeling op.
• sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben
niets met een defect van de kookplaat
te maken.
6.4 Öko Timer (Eco-timer)
6.5 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De correlatie tussen de kookstand en het
stroomverbruik van de kookzone is niet
lineair. Wanneer u de kookstand
verhoogt, is dit niet proportioneel met
de toename in stroomverbruik van de
kookzone. Het betekent dat een
kookzone op de medium kookstand
minder dan de helft van het vermogen
gebruikt.
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als
richtlijn.
Om energie te besparen schakelt het
verwarmingselement van de kookzone
Verwarmingsstand
- 1
1 - 3Hollandaisesaus, smelten: bo-
1 - 3Stollen: luchtige omeletten,
3 - 5Zachtjes aan de kook brengen
5 - 7Stomen van groenten, vis en
7 - 9Aardappelen stomen.20 - 60Gebruik max. ¼ l water voor
7 - 9Bereiden van grotere hoeveel-
Gebruik om:Tijd
(min)
Bereide gerechten warmhouden.
ter, chocolade, gelatine.
gebakken eieren.
van rijst en gerechten op melkbasis, reeds bereide gerechten
opwarmen.
vlees.
heden voedsel, stoofschotels
en soepen.
zoals
nodig
5 - 25Van tijd tot tijd mengen.
10 - 40Met deksel bereiden.
25 - 50Voeg minimaal twee keer zo
20 - 45Voeg een paar eetlepels vocht
60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingre-
Tips
Een deksel op het kookgerei
doen.
veel vocht toe als rijst en roer
gerechten op melkbasis halverwege de procedure door.
toe.
750 g aardappelen.
diënten
NEDERLANDS17
Verwarmingsstand
9 - 12Lichtjes braden: kalfsoester,
12 - 13Door-en-door gebraden, op-
14Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (gou-
Gebruik om:Tijd
(min)
zoals
cordon bleu van kalfsvlees, koteletten, rissoles, worstjes, lever, roux, eieren, pannenkoeken, donuts.
gebakken aardappelen, lendenbiefstukken, steaks.
lash, stoofvlees), frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. PowerBoost is geactiveerd.
nodig
5 - 15Halverwege de bereidingstijd
Tips
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
omdraaien.
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Algemene informatie
• Maak de kookplaat na ieder gebruik
schoon.
• Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
• Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op
de werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het
oppervlak van de kookplaat.
• Gebruik een speciale schraper voor
de glazen plaat.
7.2 De kookplaat
schoonmaken
• Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie, suiker en
suikerhoudende gerechten. Anders
kan het vuil de kookplaat
beschadigen. Doe voorzichtig om
brandwonden te voorkomen. Plaats
de speciale schraper schuin op de
glazen plaat en verwijder resten door
het blad over het oppervlak te
schuiven.
• Verwijder nadat de kookplaatvoldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende
verkleuringen. Reinig de kookplaat
met een vochtige doek en een beetje
niet-schurend reinigingsmiddel.
Droog de kookplaat na reiniging af
met een zachte doek.
• Verkleuring glanzende metalenverwijderen: reinig het glazen
oppervlak met een doek en een
oplossing van water met azijn.
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
www.aeg.com18
8.1 Ovenfuncties
SymboolOvenfunctieApplicatie
Uit-standHet apparaat staat uit.
OvenlampHet lampje activeren zonder een bereidingsfunctie.
HeteluchtOm op twee ovenniveaus te bakken of om voedsel
Pizza HeteluchtOm gerechten op één niveau te bakken met inten-
Boven + Onderwarm-teVoor het bakken en braden op een ovenniveau.
OnderwarmteVoor het bakken van taarten met een knapperige
OntdooienDeze functie kan gebruikt worden om bevroren
Multi hetelucht PLUSOm tijdens de bereiding vocht toe te voegen. Om
Grill IntensVoor het roosteren van plat voedsel in grote hoe-
te drogen.Stel de temperatuur 20 - 40°C lager in
dan voor Boven + Onderwarmte
sief bruineren en een krokantere korst. Stel de temperatuur 20 - 40°C lager in dan voor boven- en onderwarmte.
bodem en het inmaken van voedsel.
voedsel te ontdooien zoals groente en fruit. De ontdooitijd hangt af van de hoeveelheid en dikte van
het voedsel.
tijdens het bakken de juiste kleur en knapperigheid
te krijgen. Om bij het opwarmen meer sappigheid
te geven.
veelheden en voor het maken van toast.
CirculatiegrillVoor het braden van grotere stukken vlees of gevo-
gelte met botten op één niveau. Ook om te gratineren en te bruinen.
NEDERLANDS
19
8.2 De oven in- en
uitschakelen
Het hangt van het model
of uw apparaat
knopsymbolen,
indicatielampjes of lampjes
heeft:
• Het indicatielampje gaat
aan wanneer de oven
opwarmt.
• Het lampje gaat aan als
het apparaat in werking
is.
• Het symbool geeft aan of
de knop de kookzones,
de ovenfuncties of de
temperatuur bedient.
1. Draai aan de knop voor de
ovenfuncties om een ovenfunctie te
selecteren.
2. Draai de knop voor de temperatuur
naar een temperatuur.
3. Draai om de oven uit te schakelen,
de knop voor de ovenfuncties en de
knop voor de temperatuur naar de
uit-stand.
8.3 Inschakelen van de functie:
Multi hetelucht PLUS
Deze functie zorgt voor een betere
vochtigheidsgraad tijdens de bereiding.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brandwonden
en schade aan het apparaat.
Vul uitsluitend de uitsparing van de
ovenruimte met water als de oven
koud is.
3. Draai de knop voor de functie> Multi
hetelucht PLUS
4. Draai aan de temperatuurknop om
een temperatuur te kiezen.
5. Zet het voedsel in het apparaat en
sluit de ovendeur.
LET OP!
Vul de uitsparing in de
ovenruimte niet met
water bij tijdens de
bereiding of als de oven
heet is.
6. Draai om het apparaat uit te
schakelen, de knop voor de
ovenfuncties en de knop voor de
temperatuur naar de uit-stand.
7. Verwijder het water uit de uitsparing
van de ovenruimte.
WAARSCHUWING!
Zorg dat het apparaat is
afgekoeld voordat u het
resterende water uit de
uitsparing van de
ovenruimte verwijdert.
.
8.4 Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van de oven koel te
houden. Na het uitschakelen van de
oven blijft de ventilatie doorgaan totdat
de oven is afgekoeld.
Vrijgekomen vocht kan brandwonden
veroorzaken:
• Open de deur van het apparaat niet
wanneer de functie in gebruik is: Multi
hetelucht PLUS.
• De deur van het apparaat voorzichtig
openen nadat de functie stopt: Multi
hetelucht PLUS.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige
aanwijzingen en tips'.
1. Open de ovendeur.
2. Vul de uitsparing in de ovenruimte
met kraanwater.
De maximumcapaciteit van de
uitsparing in de ovenruimte is 250 ml.
8.5 Ovenaccessoires plaatsen
Braadpan:
Plaats de braadpan tussen de
geleidestangen van de inschuifrails.
Bakrooster en braadpan samen:
20
www.aeg.com
Schuif de braadpan tussen de
geleidestangen van de roostersteun en
het rooster op de roostersteun er boven.
• Alle accessoires hebben
links en rechts bovenaan
kleine inkepingen om de
veiligheid te verhogen.
Deze inkepingen zorgen
er ook voor dat ze niet
omkantelen.
• Door de verhoogde lijst
die om het rooster loopt,
is kookgerei beveiligd
tegen wegglijden.
8.6 Telescopische geleiders de ovenaccessoires plaatsen
Bewaar de montageinstructies voor de
telescopische geleiders om
later terug te kunnen lezen.
Plaats het bakrooster op de
telescopische geleiders zodat de pootjes
naar beneden zijn gericht.
Plaats de bakplaat of braadpan op de
telescopische geleiders.
Plaats het bakrooster op de diepe pan.
Plaats het rooster en de diepe pan op de
telescopische geleiders.
Met de telescopische geleiders kunt u de
roosters eenvoudig plaatsen en
verwijderen.
9. OVEN - KLOKFUNCTIES
ABC
9.1 Display
9.2 Toetsen
KnopFunctieBeschrijving
MINOm de tijd in te stellen.
KLOKDe klokfunctie instellen.
PLUSOm de tijd in te stellen.
9.3 Tabel met klokfuncties
A. Functie-indicatielampjes
B. Tijdindicatie
C. Functie-indicatie
NEDERLANDS21
KlokfunctieApplicatie
DAGTIJDMet deze functie kunt u de dagtijd instellen, wijzigen of
DUURInstellen hoe lang het apparaat in werking is.
EINDEInstellen wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.
VERTRAGINGSTIJD
KOOKWEKKERVoor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft geen
9.4 De BEREIDINGSDUUR
instellen
1. Stel een ovenfunctie en de
temperatuur in.
2. Blijf op drukken totdat begint
te knipperen.
3. Druk op of om de tijd voor de
BEREIDINGSDUUR in te stellen.
controleren.
Om de functies BEREIDINGSDUUR en EINDE te combineren.
invloed op de werking van het apparaat. U kunt de KOOKWEKKER op elk gewenst moment instellen, ook als het apparaat uit staat.
Op het display verschijnt .
4. Wanneer de ingestelde tijd is
verstreken, knippert en hoort u
een geluidssignaal. Het apparaat
wordt automatisch uitgeschakeld.
5. Druk op een willekeurige toets om
het geluidssignaal uit te zetten.
6. Draai de knop voor de ovenfuncties
en de knop voor de temperatuur
naar de uit-stand.
www.aeg.com22
9.5 Het EINDE instellen
1. Stel een ovenfunctie en de
temperatuur in.
2. Blijf op drukken totdat begint
te knipperen.
3. Druk op of om de tijd in te
stellen.
Op het display verschijnt
4. Wanneer de ingestelde tijd is
verstreken, knippert en hoort u
een geluidssignaal. Het apparaat
wordt automatisch uitgeschakeld.
5. Druk op een willekeurige toets om
het signaal uit te zetten.
6. Draai de knop voor de ovenfuncties
en de knop voor de temperatuur
naar de uit-stand.
.
9.6 De functie
TIJDVERTRAGING instellen
1. Stel een ovenfunctie en de
temperatuur in.
2. Blijf op
te knipperen.
3. Druk op
BEREIDINGSDUUR in te stellen.
4. Druk op .
5. Druk op
EINDE in te stellen.
6. Druk op om te bevestigen.
Het apparaat gaat later automatisch aan,
werkt voor de ingestelde
drukken totdat begint
of om de
of om de tijd voor
BEREIDINGSDUUR en stop aan op de
ingestelde EINDTIJD. Op de ingestelde
tijd, weerklinkt er een geluidssignaal.
7. Het apparaat wordt automatisch
uitgeschakeld. Druk op een
willekeurige toets om het signaal uit
te zetten.
8. Draai de knop voor de ovenfuncties
en de knop voor de temperatuur
naar de uit-stand.
9.7 De KOOKWEKKER
instellen
1.
Blijf op
te knipperen.
2. Druk op or om de gewenste
tijd in te stellen.
De KOOKWEKKER start automatisch na
vijf seconden.
3. Wanneer de ingestelde tijd voorbij is,
klinkt er een geluidssignaal. Druk op
een willekeurige toets om het
geluidssignaal uit te zetten.
4. Draai de knop voor de ovenfuncties
en de temperatuurknop naar de uit-
stand.
drukken totdat begint
9.8 De klokfuncties annuleren
1. Blijf op de drukken tot het
symbool voor de benodigde
ovenfunctie begint te knipperen.
2. Houd ingedrukt.
De klokfunctie gaat na een paar
seconden uit.
10.
OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De temperaturen en
baktijden in de tabellen zijn
slechts als richtlijn bedoeld.
Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en
de hoeveelheid van de
gebruikte ingrediënten.
Verwarm de lege oven altijd
20 minuten voordat u gaat
koken voor op de vereiste
temperatuur voor het
voedsel.
NEDERLANDS23
10.1 Bakken
• Gebruik de eerste keer de laagste
temperatuur.
• Bij het bereiden van cake op
meerdere niveaus kan de baktijd ca.
10 - 15 minuten langer zijn.
• Als de cake niet overal even hoog is,
wordt de cake niet overal even bruin.
wordt, hoeft u de
temperatuurinstelling niet te wijzigen.
De verschillen verminderen tijdens
het bakken.
• Tijdens het bakken kunnen bakplaten
in de oven vervormen. Wanneer de
bakplaten afkoelen, verdwijnt de
vervorming.
Als de cake niet overal even bruin
10.2 Baktips
BakresultaatMogelijke oorzaakOplossing
De onderkant van de cake is
niet voldoende gebruind.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
De cake is te droog.De oventemperatuur is te
De cake is te droog.Te lange baktijd.De volgende keer dat u een
De cake wordt ongelijkmatig
bruin.
De cake wordt ongelijkmatig
bruin.
De cake wordt niet gaar binnen de aangegeven baktijd.
De rekstand is incorrect.Plaats de cake op een lagere
rekstand.
De oventemperatuur is te
hoog.
Te korte baktijd.Baktijd verlengen. U kunt de
Er zit te veel vloeistof in het
mengsel.
laag.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
Het deeg is niet gelijkmatig
verdeeld.
De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktemperatuur lager in.
baktijd niet verlagen door
een hogere temperatuur in
te stellen.
Minder vocht gebruiken. Let
op de kneedtijden, vooral bij
het gebruik van keukenmachines.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktemperatuur hoger in.
cake bakt, gebruikt u een
kortere baktijd.
De baktemperatuur lager instellen en de baktijd verlengen.
Verdeel het deeg gelijkmatig over de bakplaat.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktemperatuur een beetje hoger
in.
www.aeg.com24
10.3 Bereiding met hete lucht
Bakken op 1 ovenniveau
Bakken in een bakblik
GerechtTemperatuur (°C) Tijd (min)Rooster-
Tulband of brioche150 - 16050 - 702
Zandgebak/vruchtencake140 - 16050 - 901 - 2
Biscuittaart zonder vet
150 - 160
1)
Taartbodem - zacht cakedeeg150 - 17020 - 252
1)
Oven voorverwarmen.
Gebak op bakplaat
GerechtTemperatuur (°C) Tijd (min)Rooster-
Kruimeltaart (droog)150 - 16020 - 403
Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/
roerdeeg)
1)
15035 - 553
Vruchtentaart met kruimeldeeg160 - 17040 - 803
1)
Gebruik braadpan.
Koekjes
GerechtTemperatuur (°C) Tijd (min)Rooster-
Zandkoekjes150 - 16010 - 203
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes14020 - 353
Koekjes gemaakt van roerdeeg150 - 16015 - 203
Eiwitgebak / schuimgebak80 - 100120 - 1503
Bitterkoekjes100 - 12030 - 503
Koekjes gemaakt van gistdeeg150 - 16020 - 403
Klein bladerdeeggebak
Broodjes
1)
Oven voorverwarmen.
170 - 180
160
1)
1)
25 - 403
20 - 303
10 - 353
hoogte
hoogte
hoogte
NEDERLANDS25
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Plaatkoek met kwetsbare garnering
(bijv. kwark, room, puddingvulling)
160 - 180
1)
40 - 803
Ongedesemd brood230 - 25010 - 151
Vlaaien (CH)210 - 23035 - 501
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik braadpan.
Koekjes
GerechtTemperatuur (°C) Tijd (min)Rooster-
Zandkoekjes170 - 19010 - 203
hoogte
hoogte
1 - 2
hoogte
GerechtTemperatuur (°C) Tijd (min)Rooster-
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes
Roerdeegkoekjes170 - 19020 - 303
Eiwitgebak / schuimgebak80 - 100120 - 1503
Bitterkoekjes120 - 13030 - 603
Koekjes gemaakt van gistdeeg170 - 19020 - 403
Klein bladerdeeggebak
Broodjes
1)
Oven voorverwarmen.
1)
160
190 - 210
190 - 210
1)
1)
20 - 353
20 - 303
10 - 553
NEDERLANDS27
hoogte
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
GerechtTemperatuur (°C) Tijd (min)Rooster-
hoogte
Pastaschotel180 - 20045 - 601
Lasagne180 - 20035 - 501
Groentegratin
Stokbroden bedekt met gesmolten
kaas
Zoete ovenschotels180 - 20040 - 601
Visschotels180 - 20040 - 601
Gevulde groente180 - 20040 - 601
1)
Oven voorverwarmen.
180 - 200
200 - 220
1)
1)
15 - 301
15 - 301
10.5 Inmaken - Onderwarmte
• Gebruik alleen weckpotten van
dezelfde afmetingen.
• Gebruik geen wekglazen met een
draai- of bajonetsluiting en metalen
bakken.
• Gebruik het eerste rooster van de
bodem van deze functie.
• Zet niet meer dan zes weckflessen van
1 liter op het bakrooster.
• Vul de flessen tot hetzelfde niveau en
sluit ze af met een klem.
• De weckpotten mogen elkaar niet
raken.
• Vul ca. 1/2 liter water op de bakplaat,
zodat er voldoende vocht in de oven
ontstaat.
• Zodra de vloeistof in de eerste
weckpotten begint te borrelen (na
circa 35 - 60 minuten bij 1 literglazen), schakelt u de oven uit of
verlaagt u de temperatuur tot 100 °C
(zie tabel).
Gebruik hittebestendig kookgerei.
Braad grote braadstukken direct in de
diepe bakplaat of op een bakrooster
boven de bakplaat.
Giet wat water op de bakplaat om het
inbranden van vrijkomende vleessappen
of vet te voorkomen.
Vlees met een korst kan in de braadslede
Draai het braadstuk na 1/2 - 2/3 van de
gaartijd.
Om het vlees sappiger te houden:
• Braad mager vlees in een braadpan
met deksel of gebruik een braadzak.
• Rooster vlees en vis in grote stukken
(1 kg of meer).
• Besprenkel grote braadstukken en
gevogelte diverse keren tijdens het
braden met het eigen vleessap.
zonder deksel worden gebraden.
10.9 Boven- en onderwarmte roosteren
Rundvlees
GerechtGewichtTemperatuur
(°C)
Stoofvlees1 – 1,5 kg200 - 230105 - 1501
Varkensrug
GerechtGewichtTemperatuur
(°C)
Schouderstuk, nekstuk,
hamlap
Kotelet, ribbetje1 – 1,5 kg180 - 19060 - 901
Gehaktbrood750 g - 1 kg170 - 19050 - 601
Varkensschenkel(voorgekookt)
1 – 1,5 kg210 - 22090 - 1201
750 g - 1 kg200 - 22090 - 1201
Tijd (min)Rooster-
Tijd (min)Rooster-
hoogte
hoogte
Kalfsvlees
GerechtGewichtTemperatuur
(°C)
1 kg210 - 22090 - 1201
Geroosterd kalfsvlees
Kalfsschenkel1,5 – 2 kg200 - 220150 - 1801
1)
Gebruik een afgesloten braadpan.
1)
Tijd (min)Rooster-
Lamsvlees
GerechtGewichtTemperatuur
(°C)
Lamsbout, geroosterd
lamsvlees
Lamsrug1 – 1,5 kg210 - 22040 - 601
1 – 1,5 kg210 - 22090 - 1201
Tijd (min)Rooster-
hoogte
hoogte
NEDERLANDS31
Game
GerechtGewichtTemperatuur
(°C)
Hazenrug, hazenbouttot 1 kg
Rug1,5 – 2 kg210 - 22035 - 401
Reebout, hertenbout1,5 – 2 kg200 - 21090 - 1201
1)
Oven voorverwarmen.
220 - 240
Tijd (min)Rooster-
30 - 401
1)
Gevogelte
GerechtGewichtTemperatuur
(°C)
Stukken gevogelte200 – 250 g elk220 - 25020 - 401
eend1,5 – 2 kg210 - 22080 - 1001
gans3,5 – 5 kg200 - 210150 - 1801
Turkije2,5 – 3,5 kg200 - 210120 - 1801
Turkije4 – 6 kg180 - 200180 - 2401
Tijd (min)Rooster-
Vis
GerechtGewichtTempera-
tuur (°C)
Hele vis1 – 1,5 kg210 - 22040 - 701
Tijd (min)Rooster-
hoogte
hoogte
hoogte
10.10 Braden met circulatiegrill
Varkensrug
GerechtGewichtTemperatuur
(°C)
Schouderstuk, nekstuk,
hamlap
Kotelet, ribbetje1 – 1,5 kg170 - 18060 - 901
Gehaktbrood750 g - 1 kg160 - 17050 - 601
Varkensschenkel(voorgekookt)
1 – 1,5 kg160 - 18090 - 1201
750 g - 1 kg150 - 17090 - 1201
Kalfsvlees
GerechtGewichtTemperatuur
(°C)
Geroosterd kalfsvlees1 kg160 - 18090 - 1201
Kalfsschenkel1,5 – 2 kg160 - 180120 - 1501
Tijd (min)Rooster-
Tijd (min)Rooster-
hoogte
hoogte
www.aeg.com32
Lamsvlees
GerechtGewichtTemperatuur
(°C)
Lamsbout, geroosterd
lamsvlees
Lamsrug1 – 1,5 kg160 - 18040 - 601
1 – 1,5 kg150 - 170100 - 1201
Tijd (min)Rooster-
Gevogelte
GerechtGewichtTemperatuur
(°C)
Stukken gevogelte200 – 250 g elk200 - 22030 - 501
eend1,5 – 2 kg180 - 20080 - 1001
gans3,5 – 5 kg160 - 180120 - 1801
Turkije2,5 – 3,5 kg160 - 180120 - 1501
Turkije4 – 6 kg140 - 160150 - 2401
Tijd (min)Rooster-
10.11 Grillen in het algemeen
WAARSCHUWING!
Tijdens het grillen moet de
ovendeur altijd gesloten zijn.
hoogte
hoogte
• Grill altijd met de maximale
temperatuurinstelling.
• Rooster in de rekstand plaatsen zoals
Het grilgedeelte is ingesteld in het
midden van het rooster.
aanbevolen in grilltabel.
• Zet de diepe ovenschaal om vet op te
vangen altijd op de eerste rekstand.
• Alleen platte stukken vlees of vis
grillen.
10.12 Grill intens
GerechtTemperatuur (°C)Tijd (min)Rooster-
1e kant2e kant
Burgers
VarkensfiletMaximaal10 - 126 - 104
WorstjesMaximaal10 - 126 - 84
Runderfilet, kalfsbiefstukkenMaximaal7 - 106 - 84
Geroosterd brood
Brood met iets eropMaximaal6 - 8-4
1)
De oven voorverwarmen
max
max
1)
1)
9 - 158 - 134
1 - 41 - 44 - 5
hoogte
NEDERLANDS33
10.13 Ontdooien
• Gebruik de eerste rekstand van de
oven. Het inzetniveau onderaan.
• Haal het voedsel uit de verpakking.
Doe het voedsel op een bord.
• Gebruik voor het afdekken geen
borden of schotels. Hierdoor kan de
ontdooitijd worden verlengd.
GerechtGewichtOntdooitijd
(min.)
Kip1 kg100 - 14020 - 30Kip op een omgedraaid scho-
Vlees1 kg100 - 14020 - 30Halverwege de bereidingstijd
Vlees500 g90 - 12020 - 30Halverwege de bereidingstijd
Forel150 g25 - 3510 - 15-
Aardbeien300 g30 - 4010 - 20-
Boter250 g30 - 4010 - 15-
Room2 x 200 g80 - 10010 - 15Klop de nog licht bevroren
Cake1,4 kg6060-
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
teltje in een groot bord leggen. Halverwege de bereidingstijd omdraaien.
omdraaien.
omdraaien.
slagroom.
10.14 Aanwijzingen voor testinstituten
GerechtFunctieTempe-
ratuur
(°C)
Kleine cakes (20 cakejes per bakplaat)
Kleine cakes (20 cakejes per bakplaat)
Kleine cakes (20 cakejes per bakplaat)
Appeltaart, 2 blikken
(ø 20 cm) op het
rooster, diagonaal
verdeeld
Boven + Onderwarmte
Hetelucht15020 - 35Bakplaat3
Hetelucht15020 - 40Bakplaat1 / 4
Boven + Onderwarmte
17020 - 30Bakplaat3
18070 - 90Rooster1
Tijd (min)Accessoi-
res
Roosterhoogte
www.aeg.com34
GerechtFunctieTempe-
ratuur
(°C)
Appeltaart, 2 blikken
(ø 20 cm) op het
rooster, diagonaal
verdeeld
Appeltaart, 2 blikken
(ø 20 cm) op het
rooster, diagonaal
verdeeld
Vetvrije cake, 1 blik
(ø 26 cm) op het
rooster
Vetvrije cake, 1 blik
(ø 26 cm) op het
rooster
Vetvrije cake, 1 blik
(ø 26 cm) op het
rooster
Zandkoek/Gebakreep
Zandkoek/Gebakreep
Zandkoek/Gebakreep
Geroosterd broodGrillenMax.5 - 9Rooster4
RunderburgerGrillenMax.15 - 20 eer-
Hetelucht16070 - 90Rooster2
Pizza Hetelucht17070 - 90Rooster1
Boven + Onderwarmte
Hetelucht15030 - 45Rooster2
Hetelucht15030 - 50Rooster1 / 4
Hetelucht14020 - 35Bakplaat3
Hetelucht14025 - 45Bakplaat1 / 4
Boven + Onderwarmte
16030 - 45Rooster3
16020 - 35Bakplaat3
Tijd (min)Accessoi-
res
Rooster/
ste kant.
10 - 15 tweede kant.
druipbak
Roosterhoogte
4
11. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
11.1 Opmerkingen over
schoonmaken
• Maak de voorkant van de oven
schoon met een zachte doek, warm
water en een mild reinigingsmiddel.
• Gebruik voor metalen oppervlakken
een specifiek reinigingsmiddel.
• Reinig de binnenkant van de oven na
elk gebruik. Vetophoping of andere
voedingsresten kunnen brand
veroorzaken. Het gevaar is groter
voor de grillpan.
• Verwijder hardnekkig vuil met een
speciale ovenreiniger.
• Reinig alle accessoires na elk gebruik
en laat ze drogen. Gebruik een zachte
1
2
NEDERLANDS
35
doek met een warm sopje en een
reinigingsmiddel.
• Toebehoren met antiaanbaklaag
mogen niet worden schoongemaakt
met een agressief reinigingsmiddel,
voorwerpen met scherpe randen of
een afwasautomaat. Dit kan de
antiaanbaklaag beschadigen.
11.2 Apparaten van roestvrij
staal of aluminium
Maak de ovendeur alleen
met een vochtige doek of
natte spons schoon. Droog
maken met een zachte doek.
Vermijd het gebruik van
staalwol, zure of schurende
producten, deze kunnen de
oppervlakken van de oven
beschadigen. Maak het
bedieningspaneel van de
oven net zo voorzichtig
schoon.
11.3 Reinigen van de
uitsparing in de binnenkant
van de oven
De reinigingsprocedure verwijdert
kalkresten van de bodemuitsparing na
het bereidingsproces met stoom.
Voor de functie: Multi
hetelucht PLUSwe raden aan
de reinigingsprocedure na
minstens iedere 5 -10
kookcycli uit te voeren.
1. Doe 250 ml witte azijn in de
uitsparing onderin de oven.
Gebruik maximaal 6% azijn zonder
toevoegingen.
2. Laat de azijn de kalkresten
gedurende 30 minuten op
kamertemperatuur oplossen.
3. Reinig de uitsparing met warm water
en een zachte doek.
1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
2. Trek de geleider bij de achterkant uit
de zijwand en verwijder deze.
De pinnetjes op de
telescopische geleiders
moeten naar voren wijzen.
Installeer de inschuifrails in omgekeerde
volgorde.
LET OP!
Zorg ervoor dat de langste
bevestigingsdraad voorin
wordt aangebracht. De
uiteinden van de twee
draden moeten naar
achteren wijzen. Incorrecte
installatie kan schade aan
het email toebrengen.
11.5 Uitnemen van de
ovendeur
Om het reinigen te vergemakkelijken,
verwijdert u best de ovendeur.
11.4 Verwijderen van de
inschuifrails
Om de oven te reinigen, verwijdert u de
inschuifrails.
1
2
1
2
B
36
www.aeg.com
2. Trek de deur naar voren om hem te
verwijderen.
3. Houd de glasplaten aan de
bovenkant vast en trek deze een voor
een omhoog uit de geleiding.
1. Open de deur helemaal.
2. Verplaats de schuif totdat u een klik
hoort.
3. Sluit de deur tot de schuif
vergrendelt.
4. Verwijder de deur.
Om de deur te verwijderen, trek de
deur eerst aan de ene zijde naar
buiten en daarna aan de andere
zijde.
Wanneer u klaar bent met reinigen,
plaatst u de ovendeur terug in
omgekeerde volgorde. Zorg ervoor dat u
een klik hoort wanneer u de deur
terugplaatst. Gebruik indien nodig enige
kracht.
11.6 Verwijderen en reinigen
van de deurglazen
De glasplaten van de
ovendeur op uw product
kunnen in type en vorm
verschillen van de
voorbeelden die u hier ziet.
Het aantal glasplaten kan
ook verschillen.
1. Deurafdekking B aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten
vastpakken en naar binnen drukken
om de klemsluiting te ontgrendelen.
4. Reinig de glasplaten.
Om de panelen te plaatsen, moet u de
stappen in omgekeerde volgorde
uitvoeren.
11.7 Het lampje vervangen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
Het lampje kan heet zijn.
1.
Oven uitschakelen.
Wacht totdat de oven afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Leg een doek op de bodem van de
ovenruimte.
De lamp aan de achterkant.
Het afdekglas van het
lampje bevindt zich in de
achterkant van de
ovenruimte.
1. Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang het ovenlampje met de
relevante tegen 300 °C
hittebestendig ovenlampje.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4. Plaats het afdekglas terug.
11.8 De lade verwijderen
1
2
WAARSCHUWING!
Wanneer de oven in gebruik
is, kan de lade heet worden.
Bewaar geen ontvlambare
dingen in de oven (bijv.
schoonmaakmiddelen,
plastic zakken,
ovenhandschoenen, papier,
reinigingssprays, enz).
NEDERLANDS37
De lade onder de oven kan worden
verwijderd om gemakkelijker te worden
schoongemaakt.
1. Trek de lade volledig naar buiten, tot
deze niet verder kan.
12. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Problemen oplossen
StoringMogelijke oorzaakoplossing
U kunt het apparaat niet activeren.
U kunt het apparaat niet activeren.
U kunt de kookplaat niet inschakelen of bedienen.
U kunt de kookplaat niet inschakelen of bedienen.
U kunt de kookplaat niet inschakelen of bedienen.
Het apparaat is niet aangesloten op een stopcontact of
is niet goed geïnstalleerd.
De zekering is doorgeslagen.
U hebt twee of meer tiptoetsen tegelijk aangeraakt.
STOP+GO-functie is in werking.
Er ligt water of er zitten vetspatten op het bedieningspaneel.
2. Til de lade iets schuin omhoog en
verwijder de lade uit de steunrails.
De lade plaatsen:
1. Plaats de lade op de steunrails van
de lade. Zorg ervoor dat de
uitsparingen goed in de rails vallen.
2. Laat de lade tot horizontale stand
zakken en duw de lade naar binnen.
Controleer of het apparaat
goed is aangesloten op het
lichtnet.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installateur.
Raak slechts één tiptoets tegelijk aan.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Kookplaat - Dagelijks gebruik'.
Reinig het bedieningspaneel.
www.aeg.com38
StoringMogelijke oorzaakoplossing
Er klinkt een geluidssignaal
en de kookplaat wordt uitgeschakeld.
Er weerklinkt een geluidssignaal als de kookplaat wordt
uitgeschakeld.
De kookplaat schakelt uit.U hebt iets op de tiptoets
De restwarmte-indicator
gaat niet aan.
De automatische opwarmfunctie start niet.
De automatische opwarmfunctie start niet.
De kookstand schakelt tussen twee kookstanden.
De sensorvelden worden
warm.
Er klinkt geen signaal wanneer u de sensorvelden van
het bedieningspaneel aanraakt.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
U hebt een of meer tiptoetsen afgedekt.
geplaatst.
De zone is niet heet, omdat
hij slechts kortstondig is gebruikt.
De zone is heet.Laat de zone voldoende af-
De hoogste verwarmingsstand is ingesteld.
De Powerfunctie is in werking.
Het kookgerei is te groot of
staat te dicht bij het bedieningspaneel.
De signalen zijn uitgeschakeld.
De automatische uitschakeling is in werking getreden.
Het kinderbeveiliging of de
vergrendelfunctie is actief.
Er staat geen kookgerei op
de zone.
Het kookgerei is niet goed.Gebruik het juiste kookgerei.
Verwijder het voorwerp van
de tiptoetsen.
Verwijder het object van de
tiptoets.
Als de kookzone lang genoeg in werking is geweest
om heet te zijn, neemt u
contact op met de klantenservice.
koelen.
De hoogste kookstand heeft
hetzelfde vermogen als de
functie.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Kookplaat - Dagelijks gebruik'.
Plaats groter kookgerei op
de achterste kookzones indien nodig.
Schakel de signalen in.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Kookplaat - Dagelijks gebruik'.
Schakel de kookplaat uit en
weer in.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Kookplaat - Dagelijks gebruik'.
Zet kookgerei op de zone.
Zie het hoofdstuk 'Kookplaat
- Nuttige aanwijzingen en
tips'.
StoringMogelijke oorzaakoplossing
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
De oven wordt niet warm.De oven is uitgeschakeld.Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm.De klok is niet ingesteld.Stel de klok in.
De oven wordt niet warm.De benodigde kookstanden
Het lampje brandt niet.Het lampje is stuk.Vervang het lampje.
Op het display wordt
"12.00" weergegeven.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
U krijgt geen goede kookresultaten met gebruik van de
functie multi hetelucht PLUS.
Het water in de uitholling
van de ovenruimte kookt
niet.
Het water komt uit de uitholling in de ovenruimte.
De diameter aan de bodem
van het kookgerei is te klein
voor de zone.
zijn niet ingesteld.
Er is een stroomstoring geweest.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
U heeft de uitholling van de
ovenruimte niet met water
gevuld.
De temperatuur is te laag.Stel de temperatuur min-
Er zit te veel water in de uitholling van de ovenruimte.
Gebruik kookgerei met de
juiste afmetingen. Zie het
hoofdstuk 'Kookplaat - Nuttige aanwijzingen en tips'.
Zorg ervoor dat de instellingen correct zijn.
Stel de klok opnieuw in.
Laat gerechten na het bereiden niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
Raadpleeg "Het activeren
van de functie multi hetelucht PLUS".
stens in op 110°C. Raadpleeg het hoofdstuk "Nuttige aanwijzingen en tips".
Zet de oven uit en zorg dat
het apparaat koud is. Veeg
het water weg met een
spons of een doek. Voeg de
juiste hoeveelheid water toe
aan de uitholling van de
ovenruimte. Raadpleeg "Het
activeren van de functie multi hetelucht PLUS".
NEDERLANDS39
12.2 Onderhoudgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
Het typeplaatje bevindt zich voor aan de
binnenkant van het apparaat. Verwijder
het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
verkoper of de serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.).........................................
U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten
aan een of twee zijden en in de hoek
plaatsen.
Minimum afstanden
Afmetingenmm
A685
13.3 Het apparaat waterpas
zetten
Gebruik kleine pootjes aan de onderkant
van het apparaat om het kookoppervlak
aan de bovenkant waterpas met andere
oppervlakken te brengen.
13.4 Anti-kantelbescherming
LET OP!
Monteer de antikantelbescherming zodat
het apparaat niet valt als het
incorrect wordt geladen. De
antikantelbescherming werkt
alleen als het apparaat in
een correcte ruimte is
geplaatst.
Uw apparaat is voorzien van
het symbool weergegeven in
de afbeelding (indien van
toepassing) om u te
herinneren aan de montage
van de antikantelbescherming.
LET OP!
1
24 mm
176 mm
Zorg dat u de antikantelbescherming op de
correcte hoogte installeert.
Zorg ervoor dat het oppervlak achter het
apparaat glad is.
1. Stel de correcte hoogte in en bepaal
waar op het apparaat u de antikantelbescherming gaat plaatsen.
2. Installeer de anti-kantelbescherming
176 mm onder het bovenvlak van het
apparaat en 24 mm van de linkerkant
van het apparaat in de ronde
opening op een steun. Zie
afbeelding. Schroef de beveiliging
stevig in solide materiaal of gebruik
geschikte versteviging (muur).
3. U vindt het gat aan de
linkerachterkant van het apparaat.
Zie afbeelding. Zet het apparaat in
het midden van de ruimte tussen de
kastjes (1). Als de afstand tussen de
aanrechtkastjes groter is dan de
breedte van het apparaat, moet u de
zijmaten aanpassen als u het
apparaat wilt centreren.
NEDERLANDS41
13.5 Elektrische installatie
WAARSCHUWING!
De fabrikant is niet
verantwoordelijk indien u
deze veiligheidsmaatregelen
uit hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie' niet
opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd zonder
stekker en netsnoer.
Toepasselijke kabelsoorten voor
verschillende fasen:
FaseMinimumformaat
kabel
13 x 6,0 mm²
3 met neutraal5 x 1,5 mm²
WAARSCHUWING!
De stroomkabel mag het
onderdeel van het apparaat
dat getoond wordt in de
illustratie niet raken.
www.aeg.com42
14. ENERGIEZUINIGHEID
14.1 Productinformatie voor kookplaat volgens EU-richtlijn
66/2014
ModelidentificatieCIB6642ABM
Type kooktoestelKookplaat in vrijstaand fornuis
Aantal kookzones4
VerwarmingstechnologieInductie
Diameter ronde kookzones
(Ø)
Energieverbruik per kookzone
(EC electric cooking)
Energieverbruik van de kookplaat (EC electric hob)169,5 Wh / kg
Linksvoor
Linksachter
Rechtsvoor
Rechtsachter
Linksvoor
Linksachter
Rechtsvoor
Rechtsachter
21,0 cm
14,0 cm
18,0 cm
18,0 cm
173,2 Wh / kg
170,4 Wh / kg
168,5 Wh / kg
165,7 Wh / kg
EN 60350-2 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - Deel 2: Kookplaten Methodes voor het meten van de
prestatie.
14.2 Kookplaat Energiebesparing
U kunt elke dag energie besparen tijdens
het koken door de onderstaande tips te
volgen.
• Warm alleen de hoeveelheid water op
die u nodig heeft.
• Doe indien mogelijk altijd een deksel
op de pan.
• Zet uw kookgerei op de kookzone
voordat u deze activeert.
• Zet kleiner kookgerei op kleinere
kookzones.
• Plaats het kookgerei precies in het
midden van de kookzone.
• Gebruik de restwarmte om het eten
warm te houden of te smelten.
14.3 Productkaart en informatie voor ovens volgens EU
65-66/2014
Naam leverancierAEG
ModelidentificatieCIB6642ABM
Energie-efficiëntie Index104.7
Energie-efficiëntieklasseA
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand
boven + onderwarmte
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand
hetelucht
0.95 kWh/cyclus
0.90 kWh/cyclus
Aantal ruimten1
WarmtebronElektriciteit
Volume73 l
Soort ovenOven in vrijstaand fornuis
Massa51.9 kg
NEDERLANDS
43
EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - deel 1: Reeksen, ovens,
stoomovens en grills - Methoden voor
prestatiemeting.
14.4 Oven - Energiebesparing
Deze oven bevat functies die
u helpen energie te
besparen tijdens het
dagelijks koken.
Algemene tips
Zorg ervoor dat de ovendeur goed
gesloten is als u het apparaat in werking
stelt. De deur niet openen tijdens de
bereiding met stoom. Houd het
deurrubber schoon en zorg ervoor dat
het goed op zijn plaats vastzit.
Gebruik metalen schalen om meer
energie te besparen.
Indien mogelijk de oven niet
voorverwarmen voordat u er voedsel in
plaatst.
15. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
Verlaag bij een bereidingsduur langer
dan 30 minuten de oventemperatuur met
minimaal 3 - 10 minuten, afhankelijk van
de bereidingsduur voordat de kooktijd
verstrijkt. De restwarmte in de oven zorgt
ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om
andere maaltijden op te warmen.
Houd de onderbrekingen tussen het
bakken zo kort mogelijk als u een aantal
gerechten tegelijkertijd bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de
bereidingsfuncties met hete lucht om
energie te besparen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om de restwarmte
te gebruiken en een maaltijd warm te
houden.
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
*
www.aeg.com/shop
867337250-B-082018
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.