AEG CIB6641ABW User manual

Page 1
USER MANUAL
CIB6641ABW
NL Gebruiksaanwijzing
Fornuis
Page 2
www.aeg.com
2

INHOUDSOPGAVE

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.........................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................6
3. MONTAGE ..................................................................................................................8
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT......................................................................11
5. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT....................12
6. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK......................................................................12
7. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS...............................................................17
8. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING.......................................................19
9. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK .................................................................................19
10. OVEN - KLOKFUNCTIES........................................................................................ 22
11. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS........................................................................ 24
12. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING................................................................ 36
13. PROBLEEMOPLOSSING.........................................................................................39
14. ENERGIEZUINIGHEID.............................................................................................42
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer. Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
Page 3

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen

WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Makkelijk toegankelijke onderdelen kunnen heet worden tijdens gebruik.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
NEDERLANDS
3
Page 4
4
www.aeg.com
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.

1.2 Algemene veiligheid

Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat en de kabel vervangen.
Dit apparaat moet worden aangesloten op het
stroomnet met een kabel van het type H05VV-F om de
temperatuur van het achterpaneel te kunnen
weerstaan.
Het apparaat kan worden gebruikt tot een maximum
van 2000 m boven zeeniveau.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik op schepen,
boten of vaartuigen.
Installeer het apparaat ter voorkoming van
oververhitting niet achter een decoratieve deur.
Installeer het apparaat niet op een platform.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
WAARSCHUWING: Onbewaakt koken op een fornuis
met vet of olie kan gevaarlijk zijn en tot brand leiden.
Probeer NOOIT om een brand te blussen met water.
Schakel het apparaat uit en bedek dan de vlam, bv.
met een deksel of een vuurdeken.
LET OP: Het kookproces moet bewaakt worden. Een
kort kookproces moet voortdurend bewaakt worden.
WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookplaten.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur of de
glazen afdekplaat van de kookplaat schoon te maken.
Deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak,
waardoor het glas zou kunnen breken.
Page 5
NEDERLANDS
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten
is, schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit het stopcontact. In het geval het apparaat direct op de stroom is aangesloten met een aansluitdoos, verwijdert u de zekering om het apparaat van de stroom te halen. Neem in beide gevallen contact op met de erkende servicedienst.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met
de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient te voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te
plegen.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het apparaat is
uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze
kan heet worden.
Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden. Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde.
De middelen voor het uitschakelen moeten
opgenomen worden in de vaste bedrading overeenkomstig de regels voor de bedrading.
5
Page 6
www.aeg.com
6
WAARSCHUWING: Gebruik alleen
kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het
kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van
het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn
aangegeven of kookplaatbeschermers die in het
apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van
ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken
veroorzaken.

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

2.1 Installatie

WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.
• De afmetingen van de keukenkast en de uitsparing moeten kloppen.
• Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht.
• Installeer het apparaat op een veilige en geschikte plaats die aan alle installatie-eisen voldoet.
• Delen van het apparaat staan onder stroom. Sluit het apparaat met meubel om te voorkomen dat de gevaarlijke delen worden aangeraakt.
• De zijkanten van het apparaat moeten naast apparaten of units staan van dezelfde hoogte.
• Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend.
• Installeer een stabilisator om te voorkomen dat het apparaat kantelt. Raadpleeg het hoofdstuk Installatie.

2.2 Aansluiting op het elektriciteitsnet

WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• Alle elektrische verbindingen moeten worden uitgevoerd door een erkend elektricien.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Laat de stroomkabel niet in aanraking komen met de deur van het apparaat of de niche onder het apparaat, met name niet als deze werkt of als de deur heet is.
• De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Page 7
NEDERLANDS
7
• Gebruik enkel correcte isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm.
• Sluit de deur van het apparaat volledig voordat u de stekker in het stopcontact steekt.

2.3 Gebruik

WAARSCHUWING!
Risico op letsel en brandwonden. Gevaar voor elektrische schokken!
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik.
• De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat telkens na gebruik uit.
• Wees voorzichtig met het openen van de deur van het apparaat als het apparaat aan staat. Er kan hete lucht ontsnappen.
• Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
• Gebruikers met een pacemaker moeten een afstand van minimaal 30 cm bewaren van de inductiekookzones als het apparaat in werking is.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
• Wanneer ze verwarmd worden, kunnen vetten en oliën ontvlambare dampen afgeven. Houd vlammen of
verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u hiermee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur.
• Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-luchtmengsel ontstaan.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het email te voorkomen:
– zet geen kookgerei of andere
voorwerpen direct op de bodem van het apparaat.
– leg geen aluminiumfolie op het
apparaat of direct op de bodem van de uitsparing.
– plaats geen water direct in het
hete apparaat.
– haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar bent met koken.
– wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van accessoires.
• Verkleuring van het email of roestvrij staal is niet van invloed op de werking van het apparaat.
• Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten. Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken.
• Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen
Page 8
www.aeg.com8
krassen veroorzaken. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op het kookoppervlak.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer.

2.4 Reiniging en onderhoud

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat voor onderhoud uit. Haal de netstekker uit het stopcontact.
• Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
• Vervang direct de glazen deurpanelen als deze beschadigd zijn. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
• Wees voorzichtig als u de deur van het apparaat verwijdert. De deur is zwaar!
• Vet en voedsel dat in het apparaat achterblijft, kan brand veroorzaken.
• Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.
• Zorg ervoor dat de ovenruimte en de deur na elk gebruik worden afgeveegd. Stoom geproduceerd tijdens de werking van het apparaat condenseert op de wanden en kan roest veroorzaken. Om de condens te verminderen, dient u het apparaat 10 minuten te laten voorverwarmen.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
• Volg als u een ovenspray gebruikt de aanwijzingen op de verpakking.
• Reinig niet het katalytisch email (indien van toepassing) met een schoonmaakmiddel.

2.5 Binnenverlichting

WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken.
• Het type gloeilampje of halogeenlampje dat voor dit apparaat wordt gebruikt, is alleen geschikt voor huishoudelijke apparaten. Gebruik het niet voor de verlichting in huis.
• Voordat u het lampje vervangt, dient u de stekker van het apparaat uit het stopcontact te halen.
• Gebruik alleen lampjes met dezelfde specificaties.

2.6 Service

• Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.

2.7 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in het apparaat vast komen te zitten.

MONTAGE

3.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

3.1 Technische gegevens

Afmetingen
In hoogte 847 - 867 mm
Breedte 596 mm
Page 9
Afmetingen
A
Diepte 600 mm

3.2 Locatie van het apparaat

U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten aan een of twee zijden en in de hoek plaatsen.
Minimum afstanden
Afmetingen mm
A 685
NEDERLANDS

3.4 Anti-kantelbescherming

LET OP!
Monteer de anti­kantelbescherming zodat het apparaat niet valt als het incorrect wordt geladen. De antikantelbescherming werkt alleen als het apparaat in een correcte ruimte is geplaatst. Uw apparaat is voorzien van het symbool weergegeven in de afbeelding (indien van toepassing) om u te herinneren aan de montage van de anti­kantelbescherming.
9
3.3 Het apparaat waterpas
zetten
Gebruik kleine pootjes aan de onderkant van het apparaat om het kookoppervlak aan de bovenkant waterpas met andere oppervlakken te brengen.
LET OP!
Zorg dat u de anti­kantelbescherming op de correcte hoogte installeert.
Zorg ervoor dat het oppervlak achter het apparaat glad is.
1. Stel de correcte hoogte in en bepaal
waar op het apparaat u de anti­kantelbescherming gaat plaatsen.
2. Installeer de anti-kantelbescherming
176 mm onder het bovenvlak van het apparaat en 24 mm van de linkerkant
Page 10
1
24 mm
176 mm
www.aeg.com10
van het apparaat in de ronde opening op een steun. Zie afbeelding. Schroef de beveiliging stevig in solide materiaal of gebruik geschikte versteviging (muur).
3. U vindt het gat aan de
linkerachterkant van het apparaat. Zie afbeelding. Zet het apparaat in het midden van de ruimte tussen de kastjes (1). Als de afstand tussen de aanrechtkastjes groter is dan de breedte van het apparaat, moet u de zijmaten aanpassen als u het apparaat wilt centreren.

3.5 Elektrische installatie

Dit apparaat wordt geleverd zonder stekker en zonder netsnoer.
Toepasselijke kabelsoorten voor verschillende fasen:
Fase Minimumformaat
kabel
1 3 x 6,0 mm²
3 met neutraal 5 x 1,5 mm²
WAARSCHUWING!
De stroomkabel mag het onderdeel van het apparaat dat getoond wordt in de illustratie niet raken.
WAARSCHUWING!
De fabrikant is niet aansprakelijk indien u deze veiligheidsmaatregelen uit hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie' niet opvolgt.
Page 11

4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

5 4 3 2 1
5
8
10
1 3
2 4
6
7
9
210 mm
180 mm
140 mm
180 mm
1 3
6 4
5
2

4.1 Algemeen overzicht

Knop voor verwarmingsfuncties
1
Scherm
2
Bedieningsknop (voor de
3
temperatuur) Temperatuurindicator/symbool
4
Verwarmingselement
5
Lamp
6
Verwijderbare inschuifrail
7
Ventilator
8
Uitholling reliëf
9
Roosterhoogtes
10

4.2 Indeling kookplaat

Inductiekookzone 1400 W met de
1
PowerBoost 2500 W Stoomuitlaat - nummer en positie
2
afhankelijk van het model Inductiekookzone 1800 W met de
3
PowerBoost 2800 W Inductiekookzone 1800 W met de
4
PowerBoost 2800 W Kookplaat bedieningspaneel
5
Inductiekookzone 2300 W met de
6
PowerBoost 3600 W
NEDERLANDS 11

4.3 Accessoires

Bakrooster
Bakplaat
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Voor gebak en koekjes.
Grill-/braadpan
Voor braden en roosteren of als schaal om vet op te vangen.
Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich een bewaarlade.
Page 12
www.aeg.com12
5. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

5.1 Eerste reiniging

Verwijder all accessoires en verwijderbare inschuifrails uit de oven.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het eerste gebruik. Zet de accessoires en verwijderbare inschuifrails terug in de beginstand.

5.2 De tiptoetsen gebruiken

Raak om een functie te activeren het geselecteerde symbool op het display minimaal 1 seconde aan.

5.3 Tijd instellen

U moet de tijd instellen voordat u de oven bedient.
De aanduiding apparaat aansluit op het stopcontact, als er een stroomstoring is geweest of als de timer niet is ingesteld.
Druk op of om de correcte tijd in te stellen. Na ongeveer 5 seconden stopt het knipperen en geeft de klok de ingestelde tijd van de dag weer.
knippert als u het

5.4 Tijd veranderen

U kunt de tijd van de dag niet wijzigen als de functie
Bereidingsduur of Einde
werken.
Blijf op drukken tot het symbool voor de functie knippert. Zie "De duur instellen" om een nieuwe tijd in te stellen.

5.5 Voorverwarmen

Warm de lege oven voor het eerste gebruik voor.
1. Stel de functie in.Stel de
maximale temperatuur in.
2. Laat de oven een uur werken.
3. Stel de functie
temperatuur in.
4. Laat de oven 15 minuten werken.
5.
Stel de functie . Stel de maximale temperatuur in.
6. Laat de oven 15 minuten werken.
7. Zet de oven uit en laat deze
afkoelen. Accessoires kunnen heter worden dan normaal. De oven kan een vreemde geur en rook afgeven. Zorg dat er voldoende luchtcirculatie in de ruimte is.
. Stel de maximale

KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK

6.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
Page 13
642 3
8 7
51
10 9
NEDERLANDS 13

6.1 Besturingspaneel van kookplaat

Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
Tip­toets
1
2
3
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
4
- Timerindicatie voor de
5
- Timerdisplay De tijd in minuten weergeven.
6
7
8
9
- Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
10
Functie Opmerking
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
Vergrendelen / Kinderbe­veiligingsinrichting
STOP+GO De functie in- en uitschakelen.
kookzones
- Om de kookzone te selecteren.
- De tijd verlengen of verkorten.
/
PowerBoost De functie in- en uitschakelen.

6.2 Kookstanddisplays

Display Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
Het bedieningspaneel vergrendelen/ ontgrendelen.
Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
-
De kookzone wordt gebruikt.
STOP+GO werkt.
Automatisch opwarmen werkt.
Page 14
14
www.aeg.com
Display Beschrijving
PowerBoost werkt.
+ cijfer
/ /
Er is een storing.
OptiHeat Control (3 stappen Restwarmte-indicator): doorgaan met koken / warmhoudstand / restwarmte.
Vergrendelen /Kinderbeveiligingsinrichting werkt.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone geplaatst.
Automatische uitschakeling werkt.

6.3 OptiHeat Control (3 stappen Restwarmte-indicator)

WAARSCHUWING!
/ / Er bestaat verbrandingsgevaar door restwarmte.
De aanduidingen tonen het niveau van de restwarmte voor de kookzones die u momenteel gebruikt. De aanduidingen kunnen ook aangaan voor de nabijgelegen kookzones, zelfs als u deze niet gebruikt.
De inductiekookzones creëren de voor het kookproces benodigde warmte direct in de bodem van de pan. Het glaskeramiek wordt verwarmd door de warmte van de pannen.
geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig het bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt (b.v. als een pan droogkookt). De kookzone moet afgekoeld zijn voordat u de kookplaat weer kunt gebruiken.
• u ongeschikte pannen gebruikt. Het symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone automatisch uit.
• u een kookzone niet uitschakelt of de kookstand verandert. Na enige tijd
gaat branden en wordt de kookplaat uitgeschakeld.
De verhouding tussen kookstand en de tijd waarna de kookplaat uitschakelt:

6.4 In- of uitschakelen

Raak 1 seconde aan om de kookplaat in– of uit te schakelen.

6.5 Automatische uitschakeling

De functie schakelt de kookplaat automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld.
• u de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat hebt ingeschakeld.
• u iets hebt gemorst of iets langer dan 10 seconden op het bedieningspaneel hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt een
Kookstand De kookplaat
wordt uitgescha­keld na
, 1 - 3
4 - 7 5 uur
8 - 9 4 uur
10 - 14 1,5 uur
6 uur

6.6 De kookstand

Voor het instellen of wijzigen van de kookstand:
Page 15
NEDERLANDS
15
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste kookstand of beweeg uw vinger langs de bedieningsstrip totdat u de jusite kookstand heeft bereikt.

6.7 Automatisch opwarmen

Activeer deze functie om in een kortere tijd een gewenste kookstand te krijgen. Als het aan staat, werkt de zone in het begin op de hoogste kookstand en gaat daarna verder met koken op de gewenste kookstand.
Om de functie in werking te stellen moet de kookzone koud zijn.
Om de functie voor een kookzone in te schakelen: tik op ( gaat aan).
Raak meteen de gewenste kookstand aan. Na 3 seconden gaat Om de functie uit te schakelen: wijzig
de warmte-instelling.
branden.

6.8 PowerBoost

Deze functie maakt meer vermogen beschikbaar voor de inductiekookzones. De functie kan voor een beperkte tijdsduur voor uitsluitend de inductiekookzone worden geactiveerd. Daarna wordt de inductiekookzone automatisch teruggeschakeld naar de hoogste kookstand.
Om de functie voor een kookzone in te schakelen: raak aan. gaat aan. Om de functie uit te schakelen: wijzig
de kookstand.

6.9 Timer

Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te stellen hoe lang de kookzone moet werken voor een kooksessie.
Stel eerst de warmtestand voor de kookzone in en dan de functie.
Kookzone instellen:raak meerdere malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak van de timer aan om de tijd in te stellen (00 - 99 minuten). Als het lampje van de kookzone langzaam gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld.
Resterende tijd weergeven:selecteer de kookzone met . Het indicatielampje
van de kookzone gaat sneller knipperen. Op het display wordt de resterende tijd weergegeven.
Om het juiste tijdstip van de dag te wijzigen:selecteer de kookzone met
Raak of aan. De functie uitschakelen: stel de kookzone in met
resterende tijd telt af naar 00. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit.
Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00. De kookzone wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: raak aan.
CountUp Timer (De timer met optelfunctie)
Gebruik deze functie om in de gaten te houden hoe lang de kookzone werkt.
Kookzone instellen:raak meerdere malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak van de timer aan. gaat aan. Als het lampje
van de kookzone langzaam knippert, wordt de tijd opgeteld. De display
schakelt tussen (minuten).
Om in de gaten te houden hoe lang de kookzone werkt:selecteer de kookzone
met . Het indicatielampje van de
en raak aan. De
en getelde tijd
.
Page 16
16
www.aeg.com
kookzone gaat sneller knipperen. De display geeft aan hoe lang de zone werkt.
De functie uitschakelen:stel de kookzone in met en raak of
aan. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als Kookwekker terwijl de kookplaat is ingeschakeld en de kookzones niet werken. De warmtestand op het display
toont .
De functie inschakelen: raak Raak
tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert
00.
Het geluidssignaal stopzetten: raak
aan.
of van de timer aan om de
De functie heeft geen invloed op de werking van de kookzones.
aan.

6.10 STOP+GO

Deze functie stelt alle kookzones die in werking zijn in op de laagste kookstand.
Als de functie in gebruik is, kunt u de kookstand niet wijzigen.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Om de functie in te schakelen: raak aan. gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: raak aan. De vorige kookstand gaat aan.

6.11 Vergrendelen

U kunt het bedieningspaneel vergrendelen terwijl de kookzones in werking zijn. Hiermee wordt voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat gedurende 4 seconden aan.De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: raak aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt u deze functie ook.
6.12

Kinderbeveiligingsinrichting

Deze functie voorkomt dat de kookplaat onbedoeld wordt gebruikt.
De functie inschakelen: schakel de kookplaat in met kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Schakel de kookplaat uit
met . De functie uitschakelen: schakel de kookplaat in met kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Schakel de kookplaat uit
met .
De functie gedurende één kooksessie onderdrukken: zet de kookplaat aan
. gaat aan. Raak 4 seconden
met aan. Stel de kookstand in binnen 10 seconden. U kunt de kookplaat bedienen. Als u de kookplaat uitschakelt
, treedt de functie weer in
met werking.
. Stel geen
. Stel geen

6.13 OffSound Control (De geluiden in- en uitschakelen)

Schakel de kookplaat uit. Raak 3 seconden aan. Het display gaat aan en
uit. Raak 3 seconden aan. of gaat branden. Raak aan om één van
het volgende te kiezen:
- de signalen zijn uit
- de signalen zijn aan
• Om uw keuze te bevestigen moet u wachten tot de kookplaat automatisch uitschakelt.
Als de functie op staat, kunt u de geluiden alleen horen als:
u aanraakt
• Kookwekker naar beneden komt
Page 17
NEDERLANDS 17
• Timer met aftelfunctie naar beneden komt
• u iets op het bedieningspaneel plaatst.
6.14 Vermogensbeheer -
• De functie verlaagt het vermogen naar de andere kookzones aangesloten op dezelfde fase.
• Het warmte-instellingsdisplay van de verlaagde zone verandert tussen twee niveaus.
functie
• De kookzones zijn gegroepeerd volgens locatie en aantal fasen van de kookplaat. Zie afbeelding.
• Elke fase heeft een maximale elektriciteitslading.
• De functie verdeelt het vermogen tussen de kookzones aangesloten op dezelfde fase.
• De functie wordt geactiveerd als de totale elektriciteitslading van de kookzones aangesloten op een enkele fase wordt overschreden.

7. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

7.1 Kookgerei

Bij een inductiekookzone zorgt een sterk elektromagnetisch veld ervoor dat het kookgerei erg snel heet wordt.
Gebruik de inductiekookzones met geschikte pannen.
Materiaal van het kookgerei
correct: gietijzer, staal, geëmailleerd staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt als geschikt door de fabrikant).
niet correct: aluminium, koper, messing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een inductiekookplaat als:
• water op de hoogste kookstand binnen korte tijd wordt verwarmd.
• een magneet vast blijft zitten aan de bodem van het kookgerei.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de afmeting van het kookgerei aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft betrekking op de diameter van het kookgerei. Kookgerei met een diameter die kleiner is dan het minimum, ontvangt slechts een deel van het vermogen dat door de kookzone wordt gegenereerd.

7.2 Minimale diameter van het kookgerei

De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn. Zorg ervoor dat bodems schoon en droog zijn voordat ze op de kookplaat worden gezet.
Kookzone Diameter van
Linksachter 125 - 140
Rechtsachter 145 - 180
het kookgerei (mm)
Page 18
www.aeg.com18
Kookzone Diameter van
het kookgerei (mm)
Rechtsvoor 145 - 180
Linksvoor 180 - 210

7.4 Öko Timer (Eco Timer)

Om energie te besparen schakelt het verwarmingselement van de kookzone eerder uit dan het signaal van de timer met aftelfunctie klinkt. Het verschil in werkingstijd hangt af van het niveau van de kookstand en de tijd dat u kookt.

7.3 Lawaai tijdens gebruik

Als u dit hoort:
• kraakgeluid: kookgerei is gemaakt van verschillende materialen (sandwich­constructie).
• fluitend geluid: bij gebruik van een kookzone met een hoge kookstand en als het kookgerei is gemaakt van verschillende materialen (een sandwich-constructie).
• bromgeluid: als u een hoge kookstand gebruikt.
• klikken: er treedt elektrische schakeling op.

7.5 Voorbeelden van kooktoepassingen

De correlatie tussen de kookstand en het stroomverbruik van de kookzone is niet lineair. Wanneer u de kookstand verhoogt, is dit niet proportioneel met de toename in stroomverbruik van de kookzone. Het betekent dat een kookzone op de medium kookstand minder dan de helft van het vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
• sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben niets met een defect te maken.
Warmte-in­stelling
- 1
1 - 3 Hollandaisesaus, smelten: bo-
1 - 3 Stollen: luchtige omeletten,
3 - 5 Zachtjes aan de kook brengen
5 - 7 Stomen van groenten, vis en
7 - 9 Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor
7 - 9 Bereiden van grotere hoeveel-
Gebruik om: Tijd
(min)
Bereide gerechten warmhou­den.
ter, chocolade, gelatine.
gebakken eieren.
van rijst en gerechten op melk­basis, reeds bereide gerechten opwarmen.
vlees.
heden voedsel, stoofschotels en soepen.
zoals nodig
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
10 - 40 Met deksel bereiden.
25 - 50 Voeg minimaal twee keer zo
20 - 45 Voeg een paar eetlepels vocht
60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingre-
Tips
Een deksel op het kookgerei doen.
veel vocht toe als rijst en roer gerechten op melkbasis hal­verwege de procedure door.
toe.
750 g aardappelen.
diënten
Page 19
NEDERLANDS 19
Warmte-in­stelling
9 - 12 Zacht bakken: kalfsoester, cor-
12 - 13 Door-en-door gebraden, op-
14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (gou-
Gebruik om: Tijd
(min)
zoals don bleu van kalfsvlees, kote­letten, rissoles, worstjes, lever, roux, eieren, pannenkoeken, donuts.
gebakken aardappelen, len­denbiefstukken, steaks.
lash, stoofvlees), frituren van friet.
Kook grote hoeveelheden water. PowerBoost wordt geactiveerd.
nodig
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd
Tips
Halverwege de bereidingstijd omdraaien.
omdraaien.

8. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

8.1 Algemene informatie

• Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon.
• Gebruik altijd kookgerei met een schone bodem.
• Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat.
• Gebruik een speciale schraper voor de glazen plaat.
8.2 De kookplaat
schoonmaken
Verwijder direct: gesmolten kunststof, plastic folie, suiker en
suikerhoudend voedsel, anders kan dit schade aan de kookplaat veroorzaken. Doe voorzichtig om brandwonden te voorkomen. Gebruik de speciale schraper op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat voldoende is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje niet-schurend reinigingsmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek.
Verkleuring glanzende metalen verwijderen: reinig het glazen oppervlak met een doek en een oplossing van water met azijn.

9. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
Page 20
20
www.aeg.com

9.1 Ovenfuncties

Symbool Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand De oven is uitgeschakeld.
Hetelucht Voor het bakken op maximaal twee rekniveaus te-
gelijk en om voedsel te drogen. Stel de temperatuur 20 °C tot 40 °C lager in dan voor Conventioneel koken.
Pizza Hetelucht Om gerechten op één niveau te bakken met inten-
sief bruinen en een krokante korst.
Conventioneel koken Voor het bakken en braden op één ovenniveau.
Koken met hete lucht PLUS
Grill Intens Voor het roosteren van plat voedsel in grote hoe-
Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevo-
Hetelucht (vochtig) Deze functie is ontworpen om tijdens de bereiding
Om tijdens de bereiding vocht toe te voegen. Om tijdens het bakken de juiste kleur en knapperigheid te krijgen. Om bij het opwarmen meer sappigheid te geven.
veelheden en voor het maken van toast.
gelte met botten op één niveau. Ook om te gratine­ren en te bruinen.
energie te besparen. Zie het hoofdstuk 'Hints and tips’, Hetelucht (vochtig) voor bereidingsinstructies. De ovendeur dient tijdens de bereiding gesloten te zijn zodat de functie niet wordt onderbroken en om ervoor te zorgen dat de oven werkt op de hoogst mogelijke energie-efficiëntie. Bij het gebruik van deze functie kan de temperatuur in de ruimte ver­schillen van de ingestelde temperatuur. Het verwar­mingsvermogen kan worden verminderd. Zie voor algemene aanbevelingen voor energiebesparing het hoofdstuk ‘Energie-efficiëntie’, Energiebespa­ring. Deze functie wordt gebruikt om de energie-ef­ficiëntieklasse vast te stellen overeenkomstig EN 60350-1. Als u deze functie gebruikt, schakelt de verlichting automatisch uit.
Page 21
NEDERLANDS
21
9.2 De oven in- en
uitschakelen
Het hangt van het model of uw apparaat knopsymbolen, indicatielampjes of lampjes heeft:
• Het indicatielampje gaat aan wanneer de oven opwarmt.
• Het lampje gaat aan als het apparaat in werking is.
• Het symbool geeft aan of de knop de kookzones, de ovenfuncties of de temperatuur bedient.
1. Draai aan de knop voor de
ovenfuncties om een ovenfunctie te selecteren.
2. Draai de knop voor de temperatuur
naar een temperatuur.
3. Draai om de oven uit te schakelen,
de knop voor de ovenfuncties en de knop voor de temperatuur naar de uit-stand.

9.3 Inschakelen van de functie: Koken met hete lucht PLUS

Deze functie zorgt voor een betere vochtigheidsgraad tijdens de bereiding.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brandwonden en schade aan het apparaat.
Vul uitsluitend de uitsparing van de ovenruimte met water als de oven koud is.
3. Draai de knop voor de functie>
Koken met hete lucht PLUS
4. Draai aan de temperatuurknop om
een temperatuur te kiezen.
5. Zet het voedsel in het apparaat en
sluit de ovendeur.
LET OP!
Vul de uitsparing in de ovenruimte niet met water bij tijdens de bereiding of als de oven heet is.
6. Draai om het apparaat uit te
schakelen, de knop voor de ovenfuncties en de knop voor de temperatuur naar de uit-stand.
7. Verwijder het water uit de uitsparing
van de ovenruimte.
WAARSCHUWING!
Zorg dat het apparaat is afgekoeld voordat u het resterende water uit de uitsparing van de ovenruimte verwijdert.
.

9.4 Koelventilator

Als de oven in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van de oven koel te houden. Na het uitschakelen van de oven blijft de ventilator doorgaan, totdat de oven is afgekoeld.
Vrijgekomen vocht kan brandwonden veroorzaken:
• Open de deur van het apparaat niet wanneer de functie in gebruik is: Koken met hete lucht PLUS.
• De deur van het apparaat voorzichtig openen nadat de functie stopt: Koken met hete lucht PLUS.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en tips'.
1. Open de ovendeur.
2. Vul de uitsparing in de ovenruimte
met kraanwater. De maximumcapaciteit van de uitsparing in de ovenruimte is 250 ml.

9.5 Ovenaccessoires plaatsen

Braadpan:
Plaats de braadpan tussen de geleidestangen van de inschuifrails.
Bakrooster en braadpan samen:
Page 22
A B C
www.aeg.com22
Schuif de braadpan tussen de geleidestangen van de roostersteun en het rooster op de roostersteun erboven.

10. OVEN - KLOKFUNCTIES

10.1 Display

• Alle accessoires hebben links en rechts bovenaan kleine inkepingen om de veiligheid te verhogen. Deze inkepingen zorgen er ook voor dat ze niet omkantelen.
• Door de verhoogde lijst die om het rooster loopt, is kookgerei beveiligd tegen wegglijden.
A. Klokfuncties B. Timer C. Klokfunctie

10.2 Toetsen

Knop Functie Beschrijving

10.3 Tabel met klokfuncties

Klokfunctie Applicatie
DAGTIJD Met deze functie kunt u de dagtijd instellen, wijzigen of
BEREIDINGS­DUUR
EINDE Instellen wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.
TIJDVERTRAGING Om de functies BEREIDINGSDUUR en EINDE te combine-
MIN Om de tijd in te stellen.
KLOK De klokfunctie instellen.
PLUS Om de tijd in te stellen.
controleren.
Instellen hoe lang het apparaat in werking is.
ren.
Page 23
Klokfunctie Applicatie
KOOKWEKKER Voor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft geen
invloed op de werking van het apparaat. U kunt de KOOK­WEKKER op elk gewenst moment instellen, ook als het ap­paraat uit staat.
NEDERLANDS
23
10.4 De BEREIDINGSDUUR
instellen
1. Stel een ovenfunctie en de
temperatuur in.
2. Blijf op drukken totdat begint
te knipperen.
3. Druk op of om de tijd voor de
BEREIDINGSDUUR in te stellen.
Op het display verschijnt .
4. Wanneer de ingestelde tijd is
verstreken, knippert en hoort u een geluidssignaal. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld.
5. Druk op een willekeurige toets om
het geluidssignaal uit te zetten.
6. Draai de knop voor de ovenfuncties
en de knop voor de temperatuur naar de uit-stand.

10.5 Het EINDE instellen

1. Stel een ovenfunctie en de
temperatuur in.
2. Blijf op
te knipperen.
3. Druk op of om de tijd in te
stellen.
Op het display verschijnt
4. Wanneer de ingestelde tijd is
verstreken, knippert en hoort u een geluidssignaal. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld.
5. Druk op een willekeurige toets om
het signaal uit te zetten.
6. Draai de knop voor de ovenfuncties
en de knop voor de temperatuur naar de uit-stand.
drukken totdat begint
.

10.6 De functie TIJDVERTRAGING instellen

1. Stel een ovenfunctie en de
temperatuur in.
2. Blijf op drukken totdat begint
te knipperen.
3. Druk op of om de
BEREIDINGSDUUR in te stellen.
4. Druk op .
5. Druk op
EINDE in te stellen.
6. Druk op om te bevestigen. Het apparaat gaat later automatisch aan, werkt voor de ingestelde BEREIDINGSDUUR en stop aan op de ingestelde EINDTIJD. Op de ingestelde tijd, weerklinkt er een geluidssignaal.
7. Het apparaat wordt automatisch
uitgeschakeld. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te zetten.
8. Draai de knop voor de ovenfuncties
en de knop voor de temperatuur naar de uit-stand.
of om de tijd voor

10.7 De KOOKWEKKER instellen

1.
Blijf op te knipperen.
2. Druk op or om de gewenste
tijd in te stellen. De KOOKWEKKER start automatisch na vijf seconden.
3. Wanneer de ingestelde tijd voorbij is,
klinkt er een geluidssignaal. Druk op
een willekeurige toets om het
geluidssignaal uit te zetten.
4. Draai de knop voor de ovenfuncties
en de temperatuurknop naar de uit-
stand.
drukken totdat begint

10.8 De klokfuncties annuleren

1. Blijf op de drukken tot het
symbool voor de benodigde
ovenfunctie begint te knipperen.
2. Houd
ingedrukt.
Page 24
www.aeg.com24
De klokfunctie gaat na een paar seconden uit.

11. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
Bij het bereiden van cake op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15 minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is, De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
wordt de cake niet overal even bruin. Als
de cake niet overal even bruin wordt,
hoeft u de temperatuurinstelling niet te
wijzigen. De verschillen verminderen
tijdens het bakken.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten in
de oven vervormen. Wanneer de
bakplaten afkoelen, verdwijnt de

11.1 Bakken

vervorming.
Gebruik de eerste keer de laagste temperatuur.

11.2 Baktips

Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de cake is niet voldoende gebakken.
De cake zakt in en wordt klef, of streperig.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te
De cake wordt ongelijk­matig gebakken.
De cake wordt niet gaar binnen de in het recept aangegeven baktijd.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere rek-
stand.
De oventemperatuur is te hoog.
Te korte baktijd. Stel volgende keer een langere
laag.
Te lange baktijd. Stel volgende keer een kortere
De oventemperatuur is te hoog en de baktijd te kort.
Het cakebeslag is niet ge­lijkmatig verdeeld.
De oventemperatuur is te laag.
Stel de volgende keer de oven­temperatuur iets lager in.
baktijd en een lagere oventempe­ratuur in.
Stel de volgende keer de oven­temperatuur hoger in.
baktijd in.
De oventemperatuur lager instel­len en de baktijd verlengen.
Verspreid de volgende keer het cakebeslag gelijkmatig over de bakplaat.
Stel de volgende keer de oven­temperatuur iets hoger in.
Page 25
NEDERLANDS 25

11.3 Bereiding met hete lucht

Bakken op 1 ovenniveau
Bakken in een bakblik
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Tulband of brioche 150 - 160 50 - 70 2
Zandgebak/vruchtencake 140 - 160 50 - 90 1 - 2
Biscuittaart zonder vet
150 - 160
1)
Taartbodem - zacht cakedeeg 150 - 170 20 - 25 2
1)
Oven voorverwarmen.
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
Kruimeltaart (droog) 150 - 160 20 - 40 3
Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/ roerdeeg)
1)
150 35 - 55 3
Vruchtentaart met kruimeldeeg 160 - 170 40 - 80 3
1)
Gebruik braadpan.
Koekjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
Zandkoekjes 150 - 160 10 - 20 3
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes 140 20 - 35 3
Koekjes gemaakt van roerdeeg 150 - 160 15 - 20 3
Eiwitgebak / schuimgebak 80 - 100 120 - 150 3
Bitterkoekjes 100 - 120 30 - 50 3
Koekjes gemaakt van gistdeeg 150 - 160 20 - 40 3
Klein bladerdeeggebak
Broodjes
1)
Oven voorverwarmen.
170 - 180
160
1)
1)
25 - 40 3
hoogte
hoogte
20 - 30 3
10 - 35 3
Page 26
www.aeg.com26
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
Stokbroden bedekt met gesmolten kaas
160 - 170
1)
15 - 30 1
Gevulde groente 160 - 170 30- 60 1
1)
Oven voorverwarmen.
Bakken op meerdere niveaus
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
Roomsoezen / Eclairs
160 - 180
1)
25 - 45 2 / 4
Kruimeltaart 150 - 160 30 - 45 2 / 4
1)
Oven voorverwarmen.
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
Zandkoekjes 150 - 160 20 - 40 2 / 4
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes 140 25 - 45 2 / 4
Koekjes gemaakt van roerdeeg 160 - 170 25 - 40 2 / 4
Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 130 - 170 2 / 4
Bitterkoekjes 100 - 120 40 - 80 2 / 4
Koekjes gemaakt van gistdeeg 160 - 170 30 - 60 2 / 4
Klein bladerdeeggebak
Broodjes
1)
Oven voorverwarmen.
170 - 180
1)
180
1)
30 - 50 2 / 4
25- 40 2 / 4
hoogte
hoogte
2 standen
hoogte
2 standen

11.4 Boven- en onderwarmte op één niveau

Bakken in een bakblik
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Tulband of brioche 160 - 180 50 - 70 2
Page 27
NEDERLANDS 27
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Moskovisch gebak / vruchtencake 150 - 170 50 - 90 1 - 2
Taartbodem - zandtaartdeeg
190 - 210
1)
10 - 25 2
Taartbodem - zacht cakedeeg 170 - 190 20 - 25 2
Hartige taart (bijv. quiche lorraine) 180 - 220 35 - 60 1
Kwarktaart 160 - 180 60 - 90 1 - 2
1)
Oven voorverwarmen.
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Vlechtbrood/broodkrans 170 - 190 40 - 50 2
Kerststol
Brood (roggebrood):
1. Eerste deel van het bakproces.
2. Tweede deel van het bakproces.
Roomsoezen / Eclairs
Koninginnenbrood (opgerolde cake met jam)
160 - 180
1. 230
1)
1)
2. 160 - 180
190 - 210
180 - 200
1)
1)
50 - 70 2
1. 20
2. 30 - 60
1)
20 - 35 3
10 - 20 3
1 - 2
Kruimeltaart (droog) 160 - 180 20 - 40 3
Amandelcake/suikertaart
Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/ roerdeeg)
2)
190 - 210
1)
170 35 - 55 3
20 - 30 3
Vruchtentaart met kruimeldeeg 170 - 190 40 - 60 3
Plaatkoek met kwetsbare garnering (bijv. kwark, room, puddingvulling)
160 - 180
1)
40 - 80 3
Ongedesemd brood 230 - 250 10 - 15 1
Vlaaien (CH) 210 - 230 35 - 50 1
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik braadpan.
Koekjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Zandkoekjes 170 - 190 10 - 20 3
Page 28
www.aeg.com28
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes
160
1)
20 - 35 3
Roerdeegkoekjes 170 - 190 20 - 30 3
Eiwitgebak / schuimgebak 80 - 100 120 - 150 3
Bitterkoekjes 120 - 130 30 - 60 3
Koekjes gemaakt van gistdeeg 170 - 190 20 - 40 3
Klein bladerdeeggebak
Broodjes
1)
Oven voorverwarmen.
190 - 210
190 - 210
1)
1)
20 - 30 3
10 - 55 3
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
Pastaschotel 180 - 200 45 - 60 1
Lasagne 180 - 200 35 - 50 1
Groentegratin
Stokbroden bedekt met gesmolten kaas
180 - 200
200 - 220
1)
1)
15 - 30 1
15 - 30 1
Zoete ovenschotels 180 - 200 40 - 60 1
Visschotels 180 - 200 40 - 60 1
Gevulde groente 180 - 200 40 - 60 1
1)
Oven voorverwarmen.
hoogte
hoogte

11.5 Pizzastand

Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Pizza (dunne korst)
1)
Pizza (met veel garnering)
200 - 230
1)
180 - 200 20 - 35 1 - 2
2)
Taarten 170 - 200 35 - 55 1 - 2
Spinazietaart 160 - 180 45 - 60 1 - 2
Quiche Lorraine (hartige taart) 170 - 190 45 - 55 1 - 2
Zwitserse flan 170 - 200 35 - 55 1 - 2
10 - 20 1 - 2
Page 29
NEDERLANDS 29
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90 1 - 2
Groentetaart 160 - 180 50 - 60 1 - 2
Ongedesemd brood
Bladerdeegtaart
Flammekuchen
Piroggen (Russische variant op cal­zone)
1)
Gebruik braadpan.
2)
Oven voorverwarmen.
230 - 250
160 - 180
230 - 250
180 - 200
2)
2)
2)
2)
10 - 20 2 - 3
45 - 55 2 - 3
12 - 20 2 - 3
15 - 25 2 - 3

11.6 Hetelucht (vochtig)

Brood en pizza
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Broodjes 180 25 - 35 3
Bevroren pizza 350 g 190 25 - 35 3
Cake in bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Koninginnenbrood (opgerolde
180 20 - 30 3
cake met jam)
Brownie 180 30 - 40 3
Cake in bakblik
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Soufflé 200 30 - 40 3
Luchtige vlaaibodem 180 20 - 30 3
Victoriataart met jamvulling 150 25 - 35 3
Vis
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Vis in zakjes 300 g 180 25 - 35 3
Page 30
www.aeg.com30
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
Hele vis 200 g 180 25 - 35 3
Visfilets 300 g 180 25 - 35 3
Vlees
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
Vlees in zakje 250 g 200 25 - 35 3
Vleesspiesjes 500 g 200 30 - 40 3
Kleine gebakken items
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
Koekjes 180 25 - 35 3
Makarons 160 25 - 35 3
Muffins 180 25 - 35 3
Smakelijke cracker 170 20 - 30 3
Kruimeldeegkoekjes 150 25 - 35 3
Tartelettes 170 15 - 25 3
hoogte
hoogte
hoogte
Vegetarisch
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Groentemix in zakjes 400 g 180 25 - 35 3
Omelet 200 20 - 30 3
Groenten op plaat 700 g 180 25 - 35 3

11.7 Koken met hete lucht PLUS

Bakkerij
Gerecht Temperatuur
(°C)
Witbrood 180 150 10 30 - 40 2
Broodjes 200 150 5 20 - 25 2
Water in de uitholling in de oven­ruimte (ml)
Voorverwar­men (minu­ten)
Tijd (min) Roos-
ter­hoog­te
Page 31
NEDERLANDS 31
Gerecht Temperatuur
(°C)
Focaccia 190 150 10 20 - 25 1
Zelfgemaakte pizza
Koekjes, scones, croissants
Pruimentaart, kaneelbroodjes
230 150 10 15 - 20 2
160 150 10 10 - 20 2
160 150 10 70 - 80 2
Water in de uitholling in de oven­ruimte (ml)
Voorverwar­men (minu­ten)
Tijd (min) Roos-
Bevroren gerechten
Gerecht Temperatuur
(°C)
Pizza 200 100 10 15 2
Croissant 170 50 10 25 2
Lasagne 200 200 10 35 - 45 2
Water in de uitholling in de oven­ruimte (ml)
Voorverwar­men (minu­ten)
Tijd (min) Roos-
Voedselherstel
Gerecht Temperatuur
(°C)
Witbrood 110 100 - 30 - 40 2
Broodjes 110 100 - 20 - 25 2
Zelfgemaakte pizza
Focaccia 110 100 - 20 - 30 2
Groenten 110 100 - 15 - 25 2
Rijst 110 100 - 15 - 26 2
Pasta 110 100 - 15 - 27 2
Vlees 110 100 - 15 - 28 2
110 100 - 15 - 20 2
Water in de uitholling in de oven­ruimte (ml)
Voorverwar­men (minu­ten)
Tijd (min) Roos-
ter­hoog­te
ter­hoog­te
ter­hoog­te
Page 32
www.aeg.com32
Braden
Gerecht Tempera-
tuur (°C)
Kip 210 200 - 70 - 75 2
Halve kip 210 200 - 35 - 50 2
Geroosterd var­kensvlees
Rosbief, 1 - 1,5 kg
1. Saignant
2. Medium
3. Bien cuit
Geroosterde kal­koen
180 200 - 65 - 70 2
200 200 - 1. 50 - 55
200 200 - 70 - 85 2
Water in de uitholling in de ovenruim­te (ml)
Voorver­warmen (minuten)
Tijd (min) Roos-
2. 60 - 65
3. 65 - 70
ter­hoogte
2

11.8 Tips voor braden

Gebruik hittebestendig kookgerei. Braad mager vlees afgedekt. Braad grote vleesstukken direct in de
diepe bakplaat of op een bakrooster boven de bakplaat.
Draai het braadstuk na 1/2 - 2/3 van de
gaartijd.
Rooster vlees en vis in grote stukken (1
kg of meer).
Bedruip vleesstukken meerdere malen
met hun eigen sap tijdens het roosteren.
Doe wat water in de bakplaat om te voorkomen dat druipend vet verbrandt.

11.9 Boven- en onderwarmte roosteren

Rundvlees
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur
(°C)
Stoofvlees 1 – 1,5 kg 200 - 230 105 - 150 1
Varkensrug
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur
(°C)
Schouderstuk, nekstuk, hamlap
Kotelet, ribbetje 1 – 1,5 kg 180 - 190 60 - 90 1
Gehaktbrood 750 g - 1 kg 170 - 190 50 - 60 1
Varkensschenkel(voor­gekookt)
1 – 1,5 kg 210 - 220 90 - 120 1
750 g - 1 kg 200 - 220 90 - 120 1
Tijd (min) Rooster-
Tijd (min) Rooster-
hoogte
hoogte
Page 33
NEDERLANDS 33
Kalfsvlees
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur
Tijd (min) Rooster-
(°C)
1 kg 210 - 220 90 - 120 1
Geroosterd kalfsvlees
1)
Kalfsschenkel 1,5 – 2 kg 200 - 220 150 - 180 1
1)
Gebruik een afgesloten braadpan.
Lamsvlees
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur
Tijd (min) Rooster-
(°C)
Lamsbout, geroosterd
1 – 1,5 kg 210 - 220 90 - 120 1
lamsvlees
Lamsrug 1 – 1,5 kg 210 - 220 40 - 60 1
Game
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur
Tijd (min) Rooster-
(°C)
Hazenrug, hazenbout tot 1 kg
220 - 240
30 - 40 1
1)
Rug 1,5 – 2 kg 210 - 220 35 - 40 1
Reebout, hertenbout 1,5 – 2 kg 200 - 210 90 - 120 1
1)
Oven voorverwarmen.
Gevogelte
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur
Tijd (min) Rooster-
(°C)
Stukken gevogelte 200 – 250 g elk 220 - 250 20 - 40 1
eend 1,5 – 2 kg 210 - 220 80 - 100 1
gans 3,5 – 5 kg 200 - 210 150 - 180 1
Turkije 2,5 – 3,5 kg 200 - 210 120 - 180 1
Turkije 4 – 6 kg 180 - 200 180 - 240 1
hoogte
hoogte
hoogte
hoogte
Vis
Gerecht Hoeveelheid Tempera-
Tijd (min) Rooster-
tuur (°C)
Hele vis 1 – 1,5 kg 210 - 220 40 - 70 1
hoogte
Page 34
www.aeg.com34

11.10 Braden met circulatiegrill

Varkensrug
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur
(°C)
Schouderstuk, nekstuk, hamlap
Kotelet, ribbetje 1 – 1,5 kg 170 - 180 60 - 90 1
Gehaktbrood 750 g - 1 kg 160 - 170 50 - 60 1
Varkensschenkel(voorge­kookt)
1 – 1,5 kg 160 - 180 90 - 120 1
750 g - 1 kg 150 - 170 90 - 120 1
Kalfsvlees
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur
(°C)
Geroosterd kalfsvlees 1 kg 160 - 180 90 - 120 1
Kalfsschenkel 1,5 – 2 kg 160 - 180 120 - 150 1
Lamsvlees
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur
(°C)
Lamsbout, geroosterd lamsvlees
Lamsrug 1 – 1,5 kg 160 - 180 40 - 60 1
1 – 1,5 kg 150 - 170 100 - 120 1
Tijd (min) Rooster-
Tijd (min) Rooster-
Tijd (min) Rooster-
hoogte
hoogte
hoogte
Gevogelte
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur
(°C)
Stukken gevogelte 200 – 250 g elk 200 - 220 30 - 50 1
eend 1,5 – 2 kg 180 - 200 80 - 100 1
gans 3,5 – 5 kg 160 - 180 120 - 180 1
Turkije 2,5 – 3,5 kg 160 - 180 120 - 150 1
Turkije 4 – 6 kg 140 - 160 150 - 240 1

11.11 Grillen in het algemeen

WAARSCHUWING!
Tijdens het grillen moet de
• Zet de diepe ovenschaal om vet op te vangen altijd op de eerste rekstand.
• Alleen platte stukken vlees of vis grillen.
Tijd (min) Rooster-
ovendeur altijd gesloten zijn.
Grill altijd met de maximale
temperatuurinstelling.
• Rooster in de rekstand plaatsen zoals aanbevolen in grilltabel.
hoogte
Page 35
Het grilgedeelte is ingesteld in het midden van het rooster.

11.12 Aanwijzingen voor testinstituten

NEDERLANDS 35
Gerecht -functie Tempe-
ratuur (°C)
Kleine cakes (20 ca­kejes per bakplaat)
Kleine cakes (20 ca­kejes per bakplaat)
Kleine cakes (20 ca­kejes per bakplaat)
Appeltaart, 2 blikken (ø 20 cm) op het rooster, diagonaal verdeeld
Appeltaart, 2 blikken (ø 20 cm) op het rooster, diagonaal verdeeld
Appeltaart, 2 blikken (ø 20 cm) op het rooster, diagonaal verdeeld
Appeltaart, 2 blikken (ø 20 cm) op het rooster, diagonaal
verdeeld.
Vetvrije cake, 1 blik (ø 26 cm) op het rooster
Vetvrije cake, 1 blik (ø 26 cm) op het rooster
Vetvrije cake, 1 blik (ø 26 cm) op het rooster
1)
Conventioneel koken
Hetelucht 150 20 - 35 Bakplaat 3
Hetelucht 150 20 - 40 Bakplaat 1 / 4
Conventioneel koken
Hetelucht 160 70 - 90 Rooster 2
Pizza Hetelucht 170 70 - 90 Rooster 1
Koken met hete lucht PLUS
Conventioneel koken
Hetelucht 150 30 - 45 Rooster 2
Hetelucht 150 30 - 50 Rooster 1 / 4
170 20 - 30 Bakplaat 3
180 70 - 90 Rooster 1
160 70 - 80 Bakplaat 2
160 30 - 45 Rooster 3
Tijd (min) Accessoi-
res
Rooster­hoogte
Page 36
www.aeg.com36
Gerecht -functie Tempe-
ratuur (°C)
Zandkoek/Geba­kreep
Zandkoek/Geba­kreep
Zandkoek/Geba­kreep
Geroosterd brood Grill Max. 5 - 9 Rooster 4
Runderburger Grill Max. 15 - 20 eer-
1)
Voeg 150 ml water toe aan de uitsparing in de ovenruimte.
Hetelucht 140 20 - 35 Bakplaat 3
Hetelucht 140 25 - 45 Bakplaat 1 / 4
Conventioneel koken
160 20 - 35 Bakplaat 3
Tijd (min) Accessoi-
ste kant. 10 - 15 twee­de kant.

12. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

12.1 Opmerkingen over schoonmaken

Maak de voorkant van de oven schoon met een zachte doek, warm water en een mild reinigingsmiddel.
Gebruik voor metalen oppervlakken een specifiek reinigingsmiddel.
Reinigings­middelen
Verwijder hardnekkige vlekken met een speciale ovenreiniger.
res
Rooster/ druipbak
Rooster­hoogte
4
Dagelijks ge­bruik
Accessoires
Reinig de uitsparing in de oven na elk gebruik. Vetophoping of andere voedingsresten kunnen brand veroorzaken. Het gevaar is groter voor de grillpan.
Droog de uitsparing na elk gebruik met een zachte doek.
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een zachte doek met een warm sopje en een reinigingsmiddel. De accessoi­res niet in de afwasmachine reinigen.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met agressieve middelen, scherpe voorwerpen of in een vaatwasser.
Page 37
2
1
1
2
NEDERLANDS
37
12.2 Ovens van roestvrij staal
of aluminium
Maak de ovendeur alleen met een vochtige doek of natte spons schoon. Droog maken met een zachte doek.
Vermijd het gebruik van staalwol, zure of schurende producten, deze kunnen de oppervlakken van de oven beschadigen. Maak het bedieningspaneel van de oven net zo voorzichtig schoon

12.3 Reinigen van de uitsparing in de binnenkant van de oven

De reinigingsprocedure verwijdert kalkresten van de bodemuitsparing na het bereidingsproces met stoom.
Voor de functie: Koken met hete lucht PLUSwe raden aan de reinigingsprocedure na minstens iedere 5 -10 kookcycli uit te voeren.
1.
Doe 250 ml witte azijn in de uitsparing onderin de oven. Gebruik maximaal 6% azijn zonder toevoegingen.
2. Laat de azijn de kalkresten
gedurende 30 minuten op kamertemperatuur oplossen.
3. Reinig de uitsparing met warm water
en een zachte doek.
2. Trek de inschuifrail bij de achterkant
uit de zijwand en verwijder deze.
Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde.
LET OP!
Zorg ervoor dat de langste bevestigingsdraad voorin wordt aangebracht. De uiteinden van de twee draden moeten naar achteren wijzen. Incorrecte installatie kan schade aan het email toebrengen.

12.5 Uitnemen van de ovendeur

Om het reinigen te vergemakkelijken, verwijdert u best de ovendeur.

12.4 Verwijderen van de inschuifrails

Om de oven te reinigen, verwijdert u de inschuifrails.
1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
1. Open de deur helemaal.
2. Verplaats de schuif totdat u een klik
hoort.
3. Sluit de deur tot de schuif
vergrendelt.
4. Verwijder de deur.
Om de deur te verwijderen, trek de deur eerst aan de ene zijde naar buiten en daarna aan de andere zijde.
Page 38
1
2
B
38
www.aeg.com
Wanneer u klaar bent met reinigen, plaatst u de ovendeur terug in omgekeerde volgorde. Zorg ervoor dat u een klik hoort wanneer u de deur terugplaatst. Gebruik indien nodig enige kracht.
12.6 Verwijderen en reinigen
van de deurglazen
De glasplaten van de ovendeur op uw product kunnen in type en vorm verschillen van de voorbeelden die u hier ziet. Het aantal glasplaten kan ook verschillen.
1. Deurafdekking B aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten vastpakken en naar binnen drukken om de klemsluiting te ontgrendelen.
2. Trek de deur naar voren om hem te
verwijderen.
3. Houd de glasplaten aan de
bovenkant vast en trek deze een voor een omhoog uit de geleiding.

12.7 Hoe vervangt u: Lamp

WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken. Het lampje kan heet zijn.
1. Oven uitschakelen. Wacht tot de
oven afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Leg een doek op de bodem van de
ovenruimte.

De lamp aan de achterkant.

Het afdekglas van het lampje bevindt zich in de achterkant van de ovenruimte.
1.
Draai het afdekglas van de lamp naar rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang het ovenlampje met de
relevante tegen 300 °C hittebestendig ovenlampje. Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4. Plaats het afdekglas terug.

12.8 De lade verwijderen

WAARSCHUWING!
Wanneer de oven in gebruik is, kan de lade heet worden. Bewaar geen ontvlambare dingen in de oven (bijv. schoonmaakmiddelen, plastic zakken, ovenhandschoenen, papier, reinigingssprays, enz).
De lade onder de oven kan worden verwijderd om gemakkelijker te worden schoongemaakt.
1. Trek de lade volledig naar buiten, tot
4. Reinig de glasplaten.
Om de panelen te plaatsen, moet u de stappen in omgekeerde volgorde uitvoeren.
deze niet verder kan.
Page 39
1
2

13. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

13.1 Wat moet u doen als...

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt het apparaat niet ac­tiveren.
U kunt het apparaat niet ac­tiveren.
U kunt de kookplaat niet in­schakelen of bedienen.
U kunt de kookplaat niet in­schakelen of bedienen.
U kunt de kookplaat niet in­schakelen of bedienen.
Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uit­geschakeld. Er klinkt een geluidssignaal als de kookplaat wordt uit­geschakeld.
Het apparaat is niet aange­sloten op een stopcontact of is niet goed geïnstalleerd.
De zekering is doorgesla­gen.
U hebt 2 of meer sensorvel­den tegelijk aangeraakt.
De functie STOP+GO is in werking.
Er ligt water of er zitten vet­spatten op het bedienings­paneel.
U hebt een of meer tiptoet­sen afgedekt.
NEDERLANDS 39
2. Til de lade iets schuin omhoog en
verwijder de lade uit de steunrails.
De lade plaatsen:
1. Plaats de lade op de steunrails van
de lade. Zorg ervoor dat de uitsparingen goed in de rails vallen.
2. Laat de lade tot horizontale stand
zakken en duw de lade naar binnen.
Controleer of het apparaat goed is aangesloten op het lichtnet.
Ga na of de zekering de oor­zaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neemt u contact op met een erkende installa­teur.
Raak slechts één tiptoets te­gelijk aan.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Kookplaat - Dagelijks ge­bruik'.
Reinig het bedieningspa­neel.
Verwijder het voorwerp van de tiptoetsen.
Page 40
www.aeg.com40
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De kookplaat schakelt uit.
De restwarmte-indicator gaat niet aan.
U hebt iets op sensorveld gezet.
De zone is niet heet, omdat hij slechts kortstondig is ge­bruikt.
Verwijder het object van het sensorveld.
Als de kookzone lang ge­noeg in werking is geweest om heet te zijn, neemt u contact op met de klanten­service.
De automatische opwarm­functie start niet.
De automatische opwarm­functie start niet.
De zone is heet. Laat de zone voldoende af-
koelen.
De hoogste verwarmings­stand is ingesteld.
De hoogste kookstand heeft hetzelfde vermogen als de functie.
De kookstand schakelt tus­sen twee kookstanden.
De Powerfunctie is in werk­ing.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Kookplaat - Dagelijks ge­bruik'.
De sensorvelden worden warm.
Er klinkt geen signaal wan­neer u de sensorvelden van het bedieningspaneel aan­raakt.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
Het kookgerei is te groot of staat te dicht bij het bedie­ningspaneel.
De signalen zijn uitgescha­keld.
Plaats groter kookgerei op de achterste kookzones in­dien nodig.
Schakel de signalen in. Raadpleeg het hoofdstuk 'Kookplaat - Dagelijks ge­bruik'.
De automatische uitschake­ling is in werking getreden.
De kinderbeveiliging of de vergrendelfunctie is actief.
Schakel de kookplaat uit en weer in.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Kookplaat - Dagelijks ge­bruik'.
Er staat geen kookgerei op
Zet kookgerei op de zone.
de zone.
Het kookgerei is niet goed. Gebruik het juiste kookgerei.
Zie het hoofdstuk 'Kookplaat
- Nuttige aanwijzingen en tips'.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
De diameter aan de bodem van het kookgerei is te klein voor de zone.
Gebruik kookgerei met de juiste afmetingen. Zie het hoofdstuk 'Kookplaat - Nut­tige aanwijzingen en tips'.
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
Page 41
NEDERLANDS 41
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
Op het display wordt "12.00" weergegeven.
Stoom en condens slaan neer op de gerechten en in de ovenruimte.
Er worden geen goede koo­kresultaten verkregen met de functie: Koken met hete lucht PLUS.
Het water in de uitholling van de ovenruimte kookt niet.
Het water komt uit de uithol­ling in de ovenruimte.
Er is een stroomstoring ge­weest.
Het gerecht heeft te lang in de oven gestaan.
U heeft de uitholling van de ovenruimte niet met water gevuld.
De temperatuur is te laag. Stel de temperatuur min-
Er zit te veel water in de uit­holling van de ovenruimte.
Zorg ervoor dat de instellin­gen correct zijn.
Stel de klok opnieuw in.
Laat gerechten na het berei­den niet langer dan 15 - 20 minuten in de oven staan.
Raadpleeg "De functie Ko­ken met hete lucht PLUS ac­tiveren".
stens in op 110°C. Raad­pleeg het hoofdstuk ‘Nutti­ge aanwijzingen en tips’.
Zet de oven uit en zorg dat het apparaat koud is. Veeg het water weg met een spons of een doek. Voeg de juiste hoeveelheid water toe aan de uitholling van de ovenruimte. Raadpleeg "De functie Koken met hete lucht PLUS activeren".

13.2 Onderhoudsgegevens

Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper ofeen erkende serviceafdeling.
Het typeplaatje bevindt zich aan de voorkant van de binnenkant van de oven. Verwijder het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
Page 42
www.aeg.com42

14. ENERGIEZUINIGHEID

14.1 Productinformatie voor kookplaat volgens EU-richtlijn
66/2014
Modelidentificatie CIB6641ABW
Type kookplaat Kookplaat in vrijstaand fornuis
Aantal kookzones 4
Verwarmingstechnologie Inductie
Diameter ronde kookzones (Ø)
Energieverbruik per kookzone (EC electric cooking)
Energieverbruik van de kookplaat (EC electric hob) 169,4 Wh/kg
Links voor Linksachter Rechts voor Rechtsachter
Links voor Linksachter Rechts voor Rechtsachter
21,0 cm 14,0 cm 18,0 cm 18,0 cm
173,2 Wh/kg 170,1 Wh/kg 168,5 Wh/kg 165,7 Wh/kg
EN 60350-2 - Huishoudelijke elektrische kookapparaten - deel 2: Kookplaten ­Methodes voor het meten van de prestatie.
• Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan.
• Zet uw kookgerei op de kookzone voordat u deze activeert.
• Zet kleiner kookgerei op kleinere
14.2 Kookplaat ­Energiebesparing
U kunt elke dag energie besparen tijdens het koken door de onderstaande tips te
kookzones.
• Plaats het kookgerei precies in het midden van de kookzone.
• Gebruik de restwarmte om het eten warm te houden of te smelten.
volgen.
• Warm alleen de hoeveelheid water op die u nodig heeft.

14.3 Productinformatie voor ovens en productinformatieblad*

Naam leverancier AEG
Modelidentificatie CIB6641ABW
Energie-efficiëntie-index 95,3
Energie-efficiëntieklasse A
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand boven + onderwarmte
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand hetelucht
0,95 kWh/cyclus
0,82 kWh/cyclus
Page 43
NEDERLANDS 43
Aantal holtes 1
Warmtebron Elektriciteit
Volume 73 l
Soort oven Oven in vrijstaand fornuis
Massa 51.7 kg
* Voor de Europese Unie overeenkomstig EU-verordeningen 65/2014 en 66/2014. Voor de Republiek Belarus overeenkomstig STB 2478-2017, aanhangsel G; STB 2477-2017, bijlagen A en B. Voor Oekraïne overeenkomstig 568/32020.
De energie-efficiëntieklasse is niet van toepassing op Rusland.
EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke kookapparaten - Deel 1: Range-ovens, ovens, stoomovens en grills - Methoden voor prestatiemeting.

14.4 Oven - Energiebesparing

Deze oven bevat functies die u helpen energie te besparen tijdens het dagelijks koken.
Zorg ervoor dat de ovendeur goed gesloten is als u de oven in werking stelt. De deur niet openen tijdens de bereiding met stoom. Houd het deurrubber schoon en zorg ervoor dat het goed op zijn plaats vastzit.
Gebruik metalen kookgerei om meer energie te besparen.
Verwarm de oven indien mogelijk niet voor het koken voor.
Houd de onderbrekingen tussen het bakken zo kort mogelijk als u een aantal gerechten tegelijkertijd bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties met hete lucht om energie te besparen.
15. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een
Restwarmte
Wanneer de kookduur langer is dan 30 minuten, verlaag dan de oventemperatuur tot minimaal 3-10 minuten voor het einde van het koken. De restwarmte in de oven zorgt ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om andere maaltijden op te warmen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke temperatuurinstelling om de restwarmte te gebruiken en een maaltijd warm te houden.
Hetelucht (vochtig)
Functie is ontworpen om tijdens de bereiding energie te besparen.
correcte manier het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
Page 44
44
www.aeg.com
bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
*
Page 45
NEDERLANDS 45
Page 46
www.aeg.com46
Page 47
NEDERLANDS 47
Page 48
www.aeg.com/shop
867338758-A-342019
Loading...