Aeg CCB6672APM, 940 002 906 User Manual [nl]

Page 1
CCB6672APM
NL Gebruiksaanwijzing | Fornuis
Page 2
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat je voor dit AEG-product hebt gekozen. We hebben het gecreëerd om jarenlang onberispelijke prestaties te leveren, met innovatieve technologieën die het leven eenvoudiger maken – functies die je wellicht niet op gewone apparaten aantreft. Neem een paar minuten de tijd om het beste uit het apparaat te halen.
Ga naar onze website voor:
www.aeg.com/support
Registreer je product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor je apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de volgende gegevens tot uw beschikking hebt: Model, PNC, serienummer. De informatie vindt u op het typeplaatje.
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.

INHOUDSOPGAVE

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................6
3. MONTAGE ..................................................................................................... 9
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT........................................................ 11
5. VOORAFGAAND AAN HET EERSTE GEBRUIK......................................... 12
6. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK........................................................ 13
7. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS................................................... 14
8. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING............................................ 15
9. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK ................................................................... 16
10. OVEN - KLOKFUNCTIES........................................................................... 20
11. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS.............................................................22
12. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING......................................................32
13. PROBLEEMOPLOSSING........................................................................... 35
14. ENERGIEZUINIGHEID............................................................................... 37
15. MILIEUBESCHERMING..............................................................................39
2 NEDERLANDS
Page 3

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare personen

• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met een beperkt lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk vermogen of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de gevaren begrijpen. Kinderen jonger dan 8 jaar en personen met zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan.
• Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat zij met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op passende wijze weg.
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat tijdens het gebruik en bij het afkoelen.
• Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te worden geactiveerd.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.

1.2 Algemene veiligheid

• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken.
NEDERLANDS 3
Page 4
• Dit apparaat is bedoeld voor binnenshuis huishoudelijk gebruik.
• Dit apparaat kan worden gebruikt in kantoren, hotelkamers, bed & breakfast-kamers, boerderijgasthuizen en andere soortgelijke accommodaties waar dergelijk gebruik de (gemiddelde) huishoudelijke gebruiksniveaus niet overschrijdt.
• Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat en de kabel vervangen.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op het stroomnet met een kabel van het type H05V2V2-F om de temperatuur van het achterpaneel te kunnen weerstaan.
• Het apparaat kan worden gebruikt tot een maximum van 2000 m boven zeeniveau.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik op schepen, boten of vaartuigen.
• Installeer het apparaat ter voorkoming van oververhitting niet achter een decoratieve deur.
• Installeer het apparaat niet op een platform.
• Bedien het apparaat niet door middel van een externe timer of een apart afstandsbedieningssysteem.
• WAARSCHUWING: Onbewaakt koken op een kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en tot brand leiden.
• Gebruik nooit water om het kookvuur te blussen. Schakel het apparaat uit en bedek de vlammen met bijv. een branddeken of deksel.
• LET OP: Het kookproces moet bewaakt worden. Een kort kookproces moet voortdurend bewaakt worden.
• WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen voorwerpen op de kookoppervlakken.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.
• Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe metalen schrapers om de glazen deur of de glazen afdekplaat van de kookplaat schoon te maken. Deze
4 NEDERLANDS
Page 5
kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet op het oppervlak van de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
• Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is, schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit het stopcontact. In het geval het apparaat rechtstreeks op de stroom is aangesloten met een aansluitdoos, verwijdert u de zekering om het apparaat van de stroom te halen. Neem altijd contact op met de erkende servicedienst.
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik. U dient te voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
• Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of ovenschalen te verwijderen of erin te plaatsen.
• Haal, vóór pyrolytische reiniging, alle accessoires en overmatige afzettingen/morsingen uit de ovenruimte van het apparaat.
• Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te plegen.
• WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen.
• Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkend servicecentrum of een gekwalificeerde persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties met elektriciteit te voorkomen.
• Wees voorzichtig als je de opslaglade aanraakt. Deze kan heet worden.
• Om de inschuifrailen te verwijderen trek eerst de voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden. Plaats de inschuifrails in omgekeerde volgorde.
• De middelen voor ontkoppeling moeten worden geïncorporeerd in de vaste bedrading, in overeenstemming met de bedradingsregels.
NEDERLANDS 5
Page 6
• WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

2.1 Installatie

WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.
• De afmetingen van de keukenkast en de uitsparing moeten kloppen.
• Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht.
• Installeer het apparaat op een veilige en geschikte plaats die aan alle installatie­eisen voldoet.
• Delen van het apparaat staan onder stroom. Sluit het apparaat met meubel om te voorkomen dat de gevaarlijke delen worden aangeraakt.
• De zijkanten van het apparaat moeten naast apparaten of units staan van dezelfde hoogte.
• Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend.
• Installeer een stabilisator om te voorkomen dat het apparaat kantelt. Raadpleeg het hoofdstuk Installatie.

2.2 Aansluiting op het elektriciteitsnet

WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• Alle elektrische verbindingen moeten worden uitgevoerd door een erkend elektricien.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en verlengkabels.
• Laat de stroomkabel niet in aanraking komen met de deur van het apparaat of de niche onder het apparaat, met name niet als deze werkt of als de deur heet is.
• De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Als het stopcontact los zit, mag u de stekker niet in het stopcontact steken.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Gebruik enkel correcte isolatievoorzieningen:
6 NEDERLANDS
Page 7
stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm.
• Sluit de deur van het apparaat volledig voordat u de stekker in het stopcontact steekt.

2.3 Gebruik

WAARSCHUWING!
Risico op letsel en brandwonden. Risico op elektrische schokken.
• De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd worden.
• Laat het apparaat tijdens de werking niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
• Wees voorzichtig met het openen van de deur van het apparaat wanneer het apparaat in werking is. Er kan hete lucht vrijkomen.
• Gebruik het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
• Gebruik het apparaat niet als werkblad of als opslagoppervlak.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
• Wanneer ze verwarmd worden, kunnen vetten en oliën ontvlambare dampen afgeven. Houd open vuur of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vetten en oliën wanneer u ermee kookt.
• De dampen die boven erg hete olie ontstaan kunnen spontaan ontbranden.
• Gebruikte olie, die voedselresten kan bevatten, kan ontbranden bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of artikelen die vochtig zijn met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Laat geen vonken of open vlammen in contact met het apparaat komen wanneer u de deur opent.
• Open de deur van het apparaat voorzichtig. Het gebruik van ingrediënten met alcohol kan een mengsel van alcohol en lucht veroorzaken.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het email te voorkomen:
– plaats ovenschalen of andere
voorwerpen niet rechtstreeks op de bodem van het apparaat.
– leg geen aluminiumfolie op het
apparaat of direct op de bodem van de uitsparing.
– plaats geen water direct in het hete
apparaat.
– bewaar geen vochtige gerechten en
voedsel in het apparaat nadat u klaar bent met koken.
– wees voorzichtig bij het verwijderen of
bevestigen van accessoires.
• Verkleuring van het email of roestvrij staal is niet van invloed op de werking van het apparaat.
• Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten. Vruchtensappen veroorzaken vlekken die permanent kunnen zijn.
• Laat geen heet kookgerei op het bedieningspaneel staan.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Zorg ervoor dat je geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat laat vallen. Het oppervlak kan beschadigd raken.
• Schakel de kookzones niet terwijl er leeg kookgerei of geen kookgerei op geplaatst is.
• Kookgerei gemaakt van gietijzer, aluminium of met een beschadigde bodem kan krassen veroorzaken. Til deze voorwerpen altijd op als je ze op de kookplaat moet verplaatsen.
NEDERLANDS 7
Page 8

2.4 Reiniging en onderhoud

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat voor onderhoud uit. Haal de netstekker uit het stopcontact.
• Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
• Vervang direct de glazen deurpanelen als deze beschadigd zijn. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
• Wees voorzichtig als u de deur van het apparaat verwijdert. De deur is zwaar!
• Vet en voedsel dat in het apparaat achterblijft, kan brand veroorzaken.
• Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.
• Zorg ervoor dat de ovenruimte en de deur na elk gebruik worden afgeveegd. Stoom geproduceerd tijdens de werking van het apparaat condenseert op de wanden en kan roest veroorzaken. Om de condens te verminderen, dient u het apparaat 10 minuten te laten voorverwarmen.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
• Volg als u een ovenspray gebruikt de aanwijzingen op de verpakking.
• Reinig niet het katalytisch email (indien van toepassing) met een schoonmaakmiddel.

2.5 Pyrolytische reiniging

Risico op letsel/Brand/Chemische uitstoot (dampen) in pyrolitische modus.
• Voordat je een pyrolytische zelfreinigingsfunctie of de functie voor het eerste gebruik uitvoert, dien je het volgende uit de ovenruimte te verwijderen:
– Overtollig voedselresten, olie of vet/
resten.
– Eventuele verwijderbare voorwerpen
(inclusief legplanken, zijrails, enz. die
bij het product zijn geleverd), met name pannen met anti-aanbaklaag, pannen, bakgerei, enz.
• Lees zorgvuldig alle instructies voor pyrolytische reiniging.
• Houd kinderen uit de buurt van het apparaat als de pyrolytische reiniging in werking is. Het apparaat wordt erg heet en er wordt hete lucht uit de voorste koelventilatie vrijgegeven.
• Pyrolytische reiniging is een hoge temperatuur die dampen kan vrijgeven van kookresten en constructiematerialen. Zo wordt de consument geadviseerd om:
– Zorg voor goede ventilatie tijdens en
na elke pyrolytische reiniging.
– Zorg voor goede ventilatie tijdens en
na het eerste gebruik bij maximale temperatuurwerking.
• In tegenstelling tot alle mensen kunnen bepaalde vogels en reptielen uiterst gevoelig zijn voor mogelijke rookgassen die tijdens het reinigingsproces van alle pyrolytische ovens worden uitgestoten.
– Verwijder huisdieren (met name
vogels) uit de buurt van de locatie van het apparaat tijdens en na de pyrolytische reiniging en gebruik eerst de maximale temperatuur in een goed geventileerde ruimte.
• Kleine huisdieren kunnen ook zeer gevoelig zijn voor de plaatselijke temperatuurwijzigingen in de nabijheid van alle pyrolytische ovens wanneer de pyrolytische reiniging in werking is.
• Antiaanbakoppervlakken op potten, pannen, bakgerei, keukengerei enz. kunnen worden beschadigd door de hoge temperatuur van de pyrolytische reiniging van alle pyrolytische ovens. Ook kunnen ze een bron zijn voor schadelijke dampen op laag niveau.
• Rookgassen die vrijkomen uit alle pyrolytische ovens/kookresten zoals beschreven, zijn niet schadelijk voor mensen, inclusief kinderen of personen met medische aandoeningen.
8 NEDERLANDS
Page 9

2.6 Binnenverlichting

A
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten.
• Dit product bevat een lichtbron van energie-efficiëntieklasse G.
• Gebruik alleen lampjes met dezelfde specificaties.

2.7 Service

• Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat.

3. MONTAGE

• Gebruik alleen originele reserveonderdelen.

2.8 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Neem contact op met uw plaatselijke overheid voor informatie over het afvoeren van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in het apparaat vast komen te zitten.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

3.1 Technische gegevens

Afmetingen
Hoogte 847 - 867 mm
Breedte 596 mm
Diepte 600 mm

3.2 Locatie van het apparaat

U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten aan een of twee zijden en in de hoek plaatsen.
Minimum afstanden
Afmetingen mm
A 685
NEDERLANDS 9
Page 10

3.3 Het apparaat waterpas zetten

1
24 mm
176 mm
Gebruik kleine pootjes aan de onderkant van het apparaat om het kookoppervlak aan de bovenkant waterpas met andere oppervlakken te brengen.

3.4 Anti-kantelbescherming

LET OP!
Monteer de anti-kantelbescherming zodat het apparaat niet valt als het incorrect wordt geladen. De antikantelbescherming werkt alleen als het apparaat in een correcte ruimte is geplaatst. Uw apparaat is voorzien van het symbool weergegeven in de afbeelding (indien van toepassing) om u te herinneren aan de montage van de anti­kantelbescherming.
LET OP!
Zorg dat u de anti-kantelbescherming op de correcte hoogte installeert.
Zorg ervoor dat het oppervlak achter het apparaat glad is.
1. Stel de correcte hoogte in en bepaal waar
op het apparaat u de anti­kantelbescherming gaat plaatsen.
2. Installeer de anti-kantelbescherming 176
mm onder het bovenvlak van het apparaat en 24 mm van de linkerkant van het apparaat in de ronde opening op een steun. Zie afbeelding. Schroef de beveiliging stevig in solide materiaal of gebruik geschikte versteviging (muur).
3. U vindt het gat aan de linkerachterkant
van het apparaat. Zie afbeelding. Zet het apparaat in het midden van de ruimte tussen de kastjes (1). Als de afstand tussen de aanrechtkastjes groter is dan de breedte van het apparaat, moet u de zijmaten aanpassen als u het apparaat wilt centreren.
10 NEDERLANDS
Page 11

3.5 Elektrische installatie

5 4 3 2 1
5
8
10
1 3
4
2
6
7
9
WAARSCHUWING!
De fabrikant is niet verantwoordelijk als u zich niet houdt aan de
WAARSCHUWING!
De stroomkabel mag het in de illustratie gearceerde onderdeel van het apparaat niet raken.
veiligheidsvoorschriften in het hoofdstuk Veiligheid.
Dit apparaat wordt geleverd zonder een stekker of netsnoer.
Toepasselijke kabelsoorten voor verschillende fasen:
Fase Minimumformaat ka‐
1 3 x 6,0 mm²
3 met neutraal 5 x 1,5 mm²
bel

4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

4.1 Algemeen overzicht

Ovenfunctieknop
1
Display
2
Temperatuurinstelknop
3
Knoppen voor de kookplaat
4
Verwarmingselement
5
Lamp
6
Inschuifrails, verwijderbaar
7
Ventilator
8
Uitsparing in de ovenruimte
9
Inzetniveaus
10
NEDERLANDS 11
Page 12

4.2 Overzicht kookplaat

170 mm
265 mm
170 mm
265 mm
120/210mm140/210
mm
145 mm
145 mm
11
1 1
2
Kookzone
1
Restwarmte-indicator
2

4.3 Accessoires

Bakrooster Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat Voor gebak en koekjes.
Grill-/braadpan Om te bakken en braden of als pan om vet
Telescopische geleiders Voor platen en plateaus.
Opslaglade De opslaglade bevindt zich onder de ovenruimte. Druk op de lade om deze te openen. De lade opent.
in op te vangen.

5. VOORAFGAAND AAN HET EERSTE GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

5.1 Eerste reiniging

Verwijder all accessoires en verwijderbare inschuifrails uit de oven.
De deur is voorzien van een traag sluitsysteem. Probeer in dat geval de deur niet te forceren.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het eerste gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare inschuifrails terug in de beginstand.

5.2 Tijd instellen

Wacht na de eerste aansluiting op het stopcontact totdat het display en '12:00'
weergeeft. '12' knippert.
1. Gebruik de knop voor de temperatuur om
de uren in te stellen.
2. Druk op om het te bevestigen en om
naar het instellen van de minuten te gaan.
Op het display wordt uur weergegeven '00' knippert.
3. Gebruik de knop voor de temperatuur om
de minuten in te stellen.
4. Druk op om te bevestigen of de
ingestelde dagtijd na vijf seconden automatisch zal worden opgeslagen.
Het display toont de nieuwe tijd.
en het ingestelde
12 NEDERLANDS

5.3 Tijd veranderen

Je kunt de dagtijd alleen wijzigen als de oven uitstaat.
Page 13
Druk op tot het indicatielampje van de dagtijd knippert op het display.
Zie 'De tijd instellen' om een nieuwe tijd in te stellen.

5.4 Verzonken knoppen

Om het apparaat te bedienen, moet u de bedieningsknop indrukken. De knop komt dan naar buiten.

5.5 Voorverwarmen

Warm de lege oven voor het eerste gebruik voor.
2. Laat de oven een uur werken.
3. Stel de functie . Stel de maximale
temperatuur in.
4. Laat de oven 15 minuten werken.
5. Stel de functie . Stel de maximale
temperatuur in.
6. Laat de oven 15 minuten werken.
7. Zet de oven uit en laat deze afkoelen.
Accessoires kunnen heter worden dan normaal. De oven kan een vreemde geur en rook afgeven. Zorg dat er voldoende luchtcirculatie in de ruimte is.
1. Stel de functie temperatuur in.
in.Stel de maximale

6. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

6.1 Kookstand

Symbolen Functie
Uit-stand
Dubbele zone
Warm houden
1 - 9 Kookstanden
Gebruik de restwarmte om het energieverbruik te verminderen. Schakel de kookzone ongeveer 5 - 10 minuten uit voordat het kookproces is voltooid.
Draai de knop voor de geselecteerde kookzone naar de gewenste warmte­instelling.
Draai de knop naar de uit-stand om het kookproces te voltooien.

6.2 Activeren en deactiveren van de buitenringen

Het verwarmingsvlak kan worden aangepast aan de grootte van de pannen.
Om de buitenste ring in te schakelen: draai de knop rechtsom door een lichte weerstand
naar . Draai vervolgens de knop linksom naar de juiste kookstand.
Om de buitenste ring uit te schakelen: de timerknop op de uitstand zetten. Het controlelampje gaat uit.

6.3 Restwarmte-indicator

WAARSCHUWING!
Zolang het indicatielampje aanstaat, bestaat er een risico op brandwonden door restwarmte.
Het controlelampje gaat aan als een kookzone heet is, maar het werkt niet als de hoofdstroom is onderbroken.
Het indicatielampje kan ook verschijnen:
• voor de aangrenzende kookzones, zelfs als je ze niet gebruikt,
• als er heet kookgerei op de koude kookzone wordt geplaatst,
• als de kookplaat is uitgeschakeld, maar de kookzone nog heet is.
NEDERLANDS 13
Page 14
Het indicatielampje verdwijnt als de kookzone is afgekoeld.

7. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

7.1 Pannen

De kookresultaten zijn afhankelijk van het kookgerei
De bodem van de pannen moet zo dik en vlak mogelijk zijn. Zorg ervoor dat bodems schoon en droog zijn voordat de pannen op de kookplaat worden gezet.
Gebruik geen kookgerei op de keramische kookplaat met bodems met uitgesproken randen of richels, bijv. gietijzeren pannen. Deze kunnen het oppervlak van de kookplaat permanent bekrassen of schuren.
Pannen gemaakt van geëmailleerd staal of met aluminium of koperen bodems kunnen tot verkleuringen van de glazen keramische kookplaat leiden.
Om energie te besparen en ervoor te zorgen dat de kookplaat goed werkt, moet de bodem
van het kookgerei een geschikte minimumdiameter hebben.

7.2 Minimale pandiameter

Kookzone Diameter van
Links achter Φ 145 1200
Rechtsach‐ ter
Rechtsvoor Φ 145 1200
Links voor 140-210 1000/2200
het kookgerei (mm)
170-265 1400/2200
Vermogen (W)
7.3 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De gegevens in de tabel dienen alleen als richtlijn.
Warmte-instel‐ ling
- 1
1 - 2 Hollandaisesaus, smelten: boter, cho‐
2 Stollen: luchtige omeletten, gebakken
Gebruik om het volgende te doen:
Houd gekookt voedsel warm. indien no‐
colade, gelatine.
eieren.
14 NEDERLANDS
Tijd (min)
dig
5 - 25 Roer af en toe.
10 - 40 Kook met een deksel erop.
Tips
Doe een deksel op het kookgerei.
Page 15
Warmte-instel‐ ling
2 - 3 Zachtjes aan de kook brengen van rijst
3 - 4 Stoofgroenten, vis, vlees. 20 - 45 Voeg een paar eetlepels water toe.
4 - 5 Stoom aardappelen en andere groen‐
4 - 5 Kook grotere hoeveelheden voedsel,
6 - 7 Zacht bakken: escalope, kalfscordon
7 - 8 Flink bakken, hash browns, lendenbief‐
9 Kook water, kook pasta, schroei vlees (goulash, braadpan), frituur frietjes.
Gebruik om het volgende te doen:
en gerechten op melkbasis, reeds be‐ reide gerechten opwarmen.
ten.
stoofschotels en soepen.
bleu, koteletten, rissoles, worstjes, le‐ ver, roux, eieren, pannenkoeken, do‐ nuts.
stuk, steaks.
Tijd
Tips
(min)
25 - 50 Voeg minimaal twee keer zo veel
20 - 60 Bedek de bodem van de pan met 1-2
60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten.
indien no‐ dig
5 - 15 Draai om wanneer nodig.
vocht toe als rijst en roer gerechten op melkbasis halverwege de procedure door.
Controleer de hoeveelheid water tij‐ dens het proces.
cm water. Controleer het waterpeil tij‐ dens het proces. Houd het deksel op de pan.
Draai om wanneer nodig.

8. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

8.1 Algemene informatie

• Reinig de kookplaat na elk gebruik.
• Gebruik altijd kookgerei met een schone bodem.
• Krassen of donkere vlekken op het oppervlak hebben geen invloed op de werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat.
• Gebruik een speciale schraper voor het glas.

8.2 De kookplaat reinigen

Verwijder onmiddellijk: gesmolten kunststof, plastic folie, zout, suiker en
suikerhoudend voedsel, anders kan dit schade aan de kookplaat veroorzaken. Doe voorzichtig om brandwonden te voorkomen. Gebruik de speciale schraper op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven.
Verwijder dit als de kookplaat voldoende afgekoeld is: kalkringen, waterringen, vetvlekken, glanzende metaalverkleuring. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje niet­schurend reinigingsmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek.
Verwijder glanzende metaalverkleuring: reinig het glazen oppervlak met een doek en een oplossing van water met azijn.
NEDERLANDS 15
Page 16

9. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK

A B C
D
EH FG
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

9.1 Scherm

A. Timer / Temperatuur B. Opwarmen en restwarmte-indicatie C. Waterreservoirindicator (alleen
geselecteerde modellen)
D. Vleesthermometer (alleen geselecteerde
modellen)
E. Deurslot (alleen geselecteerde modellen) F. Uren/minuten G. Demomodus (alleen geselecteerde
modellen)
H. Klokfuncties

9.2 Sensorveld / Knoppen

Sensorveld / Knop Functie Beschrijving
KLOK Om een klokfunctie in te stellen.
KOOKWEKKER Om de KOOKWEKKER in te stellen. Raak de toets
TEMPERATUUR De oventemperatuur of de temperatuur van de kern‐

9.3 Ovenfuncties

Symbool Ovenfunctie Toepassing
Uit-positie De oven staat uit.
Fast Heat Up Om de opwarmtijd te verkorten.
Echte hetelucht Voor het bakken op maximaal twee rekniveaus tegelijk en om
voedsel te drogen. Stel de temperatuur 20 - 40 °C lager in dan voor Boven + onder‐ warmte.
16 NEDERLANDS
aan en houd hem langer dan 3 seconden ingedrukt om de ovenlamp in of uit te schakelen.
temperatuursensor controleren (indien van toepas‐ sing). Alleen gebruiken indien er een ovenfunctie in werking is.
Page 17
Symbool Ovenfunctie Toepassing
Pizza-instelling Voor het bakken van voedsel op één niveau voor een intensieve‐
Boven + onderwarmte Voor het bakken en roosteren op één ovenniveau.
re bruining en een krokante bodem.
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een krokante bodem en het be‐
Warmelucht (vochtig) Deze functie wordt gebruikt om te voldoen aan de energie-effi‐
True Fan Cooking PLUS Om tijdens de bereiding vocht toe te voegen. Om tijdens het bak‐
Grillen Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren.
Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte met bot
Pyro-reiniging Voor inschakeling van pyrolytische reiniging van de oven. Deze
waren van voedsel.
ciëntieklasse en ecodesign-vereisten (overeenkomstig EU 65/2014 en EU 66/2014). Testen in overeenstemming met: IEC/EN 60350-1 . De ovendeur dient tijdens de bereiding gesloten te zijn zodat de functie niet wordt onderbroken en om ervoor te zorgen dat de oven werkt op de hoogst mogelijke energie-efficiëntie. Bij het gebruik van deze functie kan de temperatuur in de ruimte verschillen van de ingestelde temperatuur. Het verwarmingsver‐ mogen kan worden verminderd. Zie voor algemene aanbevelin‐ gen voor energiebesparing het hoofdstuk ‘Energie-efficiëntie’, Energiebesparing. Deze functie is ontworpen om energie te besparen tijdens het ko‐ ken. Raadpleeg voor de bereidingsinstructies het hoofdstuk "Aan‐ wijzingen en tips", Warmelucht (vochtig). Als je deze functie gebruikt, gaat de verlichting na 30 seconden automatisch uit.
ken de juiste kleur en knapperigheid te krijgen. Om bij het opwar‐ men meer sappigheid te geven.
op één niveau. Voor gratineren en bruinen.
functie verbrandt achtergebleven vuil in de oven.
NEDERLANDS 17
Page 18

9.4 De oven activeren en deactiveren

Het hangt van het model of je apparaat knopsymbolen, indicatielampjes of lampjes heeft:
• Het indicatielampje gaat aan wanneer de oven opwarmt.
• Het lampje gaat aan wanneer de oven in werking is.
• Het symbool geeft aan of de knop een van de kookzones, de ovenfuncties of de temperatuur regelt.
1. Draai aan de knop voor de ovenfuncties om een ovenfunctie te selecteren.
2. Om de oven uit te schakelen, draai je de knoppen voor de ovenfuncties naar de uit-stand.
9.5 De functie activeren: True Fan
Cooking PLUS
Deze functie verhoogt de vochtigheid tijdens het koken.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brandwonden en schade aan het apparaat.
Vrijgekomen vocht kan brandwonden veroorzaken:
• Open de deur van het apparaat niet als u
de functie True Fan Cooking PLUS gebruikt.
• De deur van het apparaat voorzichtig
openen nahet gebruik van de functie: True Fan Cooking PLUS.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en tips'.
1. Open de ovendeur.
2. Vul de uitsparing in de ovenruimte met
kraanwater. De maximumcapaciteit van de uitsparing in de ovenruimte is 250 ml ml. Vul uitsluitend de uitsparing van de ovenruimte met water als de oven koud is.
3. Draai de functieknop: True Fan Cooking PLUS .
4. Draai aan de temperatuurknop om een temperatuur in te stellen.
5. Zet het voedsel in het apparaat en sluit de ovendeur.
LET OP!
Vul de uitsparing in de ovenruimte niet met water bij tijdens de bereiding of als de oven heet is.
6. Om het apparaat uit te schakelen, draait u de knoppen voor de ovenfuncties en temperatuur naar de uit-stand.
7. Verwijder het water uit de uitsparing van de ovenruimte.
WAARSCHUWING!
Zorg dat het apparaat koud is voordat u het resterende water uit de uitsparing van de ovenruimte verwijdert.

9.6 Restwarmte-indicatie

Als u de oven uitschakelt, toont het display de restwarmte-indicator bij een
oventemperatuur van boven de 40 °C.Draai de temperatuurknop naar links of rechts om de oventemperatuur te controleren.
9.7 Indicatielampje bij
voorverwarmen
Wanneer de ovenfunctie actief is, verschijnen de balkjes in het display
wanneer de temperatuur in de oven stijgt en verdwijnen ze wanneer de temperatuur daalt.
één voor één

9.8 Het kinderslot gebruiken

Als het kinderslot aanstaat, kan de oven niet per ongeluk worden geactiveerd. De deur wordt vergrendeld.
1. Zorg dat de knop voor de ovenfuncties in de uit-stand staat.
2. Houd en gedurende 2 seconden tegelijkertijd ingedrukt.
Het signaal klinkt. SAFE en verschijnen op het display. De deur wordt vergrendeld.
18 NEDERLANDS
Page 19
Het symbool verschijnen ook op het display als de pyrolysefunctie in werking is.
Herhaal stap 2 om het kinderslot uit te schakelen.

9.9 De toetsblokkering gebruiken

Je kunt de toetsblokkering alleen inschakelen als het apparaat in werking is.
Als de toetsblokkering is ingeschakeld, kunnen de instellingen voor de temperatuur en tijd van een werkende oven niet per ongeluk worden gewijzigd. De deur wordt vergrendeld.
1. Selecteer een ovenfunctie en stel het in volgens je voorkeur.
2. Houd tegelijkertijd ingedrukt.
Het signaal klinkt. Loc verschijnt 5 seconden op het display.
Loc verschijnt op het display als je aan de temperatuurknop draait of op een willekeurige knop drukt en de toetsblokkering is ingeschakeld.
Als je aan de knop voor de ovenfuncties draait, gaat de oven uit.
en gedurende 2 seconden

9.10 Automatische uitschakeling

Omwille van veiligheidsredenen schakelt de oven na bepaalde tijd automatisch uit als er een verwarmingsfunctie in werking is en u de oventemperatuur niet wijzigt.
Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u)
30 - 115 12.5
120 - 195 8.5
200 - 245 5.5
250 - maximum 1.5
Druk na een automatische uitschakeling op een willekeurige knop om de oven opnieuw te activeren.
De automatische uitschakeling werkt niet met de functies: licht, duur, einde.

9.11 Koelventilator

Als de oven in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van de oven koel te houden. Als je de oven uitschakelt, blijft de ventilator doorgaan, totdat de oven is afgekoeld.

9.12 De ovenaccessoires plaatsen

Diepe schaal:
Plaats de braadpan tussen de geleidestangen van de inschuifrails.
Als je het apparaat uitschakelt terwijl de toetsblokkering aan is, schakelt de toetsblokkering automatisch over naar het kinderslot. Zie 'Het kinderslot gebruiken'.
Als de pyrolysefunctie werkt, is de deur vergrendeld en gaat aan op het
display.
Herhaal stap 2 om de toetsblokkering uit te schakelen.
NEDERLANDS 19
Page 20
• Alle accessoires hebben kleine inkepingen aan de aan de bovenkant van de randen rechts en links om de veiligheid te verhogen. De inkepingen zijn ook anti-kantelmechanismen.
• De hoge rand rond het rooster voorkomt dat het kookgerei wegglijdt.

9.13 Telescopische geleiders - de ovenaccessoires plaatsen

Bewaar de installatie-instructies voor de telescopische geleiders voor toekomstig gebruik.
Met telescopische geleiders kun je de plateaus gemakkelijker plaatsen en verwijderen.

10. OVEN - KLOKFUNCTIES

10.1 Tabel klokfuncties

Klokfunctie Toepassing
Met deze functie kun je de dagtijd weergeven of veranderen. Je kunt
DAGTIJD
DUUR
Einde
de dagtijd alleen wijzigen als de oven uitstaat.
Instellen hoelang de oven in werking is. Gebruik dit alleen wanneer de verwarmingsfunctie is ingesteld.
Instellen als de oven uitstaat. Gebruik dit alleen wanneer de verwar‐ mingsfunctie is ingesteld.
Plaats het bakrooster zodanig op de telescopische geleiders dat de pootjes naar beneden wijzen.
Diepe schaal:
Plaats de bakplaat of diepe pan op de telescopische geleiders.
20 NEDERLANDS
Page 21
Klokfunctie Toepassing
Vertragingstijd
KOOKWEKKER
Combinatie van de functies BEREIDINGSDUUR en EINDE.
Gebruik om een afteltijd in te stellen. Deze functie heeft geen invloed op de werking van de oven. Je kunt de KOOKWEKKER op elk ge‐ wenst moment instellen, ook als de oven uitstaat.

10.2 De BEREIDINGSDUUR instellen

1. Stel de ovenfunctie in.
2. Druk op totdat begint te
knipperen.
3. Gebruik de knop voor de temperatuur om de minuten in te stellen.
4. Druk op .
5. Gebruik de knop voor de temperatuur om
de uren in te stellen.
6. Druk ter bevestiging op .
Wanneer de tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende twee minuten een geluidssignaal.
en tijdinstelling knippert in het display. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld.
7. Druk op een willekeurige toets om het
geluidssignaal te stoppen.
8. Draai de knop voor de ovenfuncties naar
de uit-stand.

10.3 Het EINDE instellen

1. Stel de ovenfunctie in.
2. Druk herhaaldelijk op totdat begint
te knipperen.
3. Gebruik de knop voor de temperatuur om
de uren in te stellen.
4. Druk op .
5. Gebruik de knop voor de temperatuur om
de minuten in te stellen.
6. Druk ter bevestiging op .
Op de ingestelde tijd, weerklinkt er gedurende twee minuten een geluidssignaal.
en de tijdinstelling knippert op het display. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld.
7. Druk op een willekeurige toets om het
geluidssignaal te stoppen.
8. Draai de knop voor de ovenfuncties naar
de uit-stand.

10.4 De functie TIJDVERTRAGING instellen

1. Stel de ovenfunctie in.
2. Druk herhaaldelijk op totdat begint
te knipperen.
3. Gebruik de knop voor de temperatuur om de minuten voor de BEREIDINGSTIJD in te stellen.
4. Druk op .
5. Gebruik de knop voor de temperatuur om
de uren voor de BEREIDINGSDUUR in te stellen.
6. Druk ter bevestiging op . Op het display knippert
.
7. Gebruik de knop voor de temperatuur om de uren voor de EINDTIJD in te stellen.
8. Druk op .
9. Gebruik de knop voor de temperatuur om
de minuten voor de EINDTIJD in te stellen.
10. Druk ter bevestiging op .
Het apparaat gaat automatisch aan, werkt voor de ingestelde BEREIDINGSDUUR en stopt op de ingestelde EINDTIJD. Op de ingestelde tijd, weerklinkt er gedurende twee
minuten een geluidssignaal. en tijdinstelling knippert in het display. Het apparaat wordt uitgeschakeld.
11. Druk op een willekeurige toets om het geluidssignaal te stoppen.
12. Draai de knop voor de ovenfuncties naar de uit-stand.

10.5 De TIMER instellen:

De kookwekker kan zowel worden ingesteld bij een ingeschakelde of uitgeschakelde oven.
1. Druk herhaaldelijk op totdat en '00' knippert op het display.
NEDERLANDS 21
Page 22
2. Draai aan de knop voor de temperatuur
om de seconden en daarna de minuten in te stellen.
5. Wanneer de ingestelde tijdsduur eindigt,
Als de ingestelde tijd langer is dan 60 minuten knippert op het display.
3. Stel de uren in.
4. De KOOKWEKKER start automatisch na
vijf seconden.

11. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS

Na 90% van de ingestelde tijd klinkt er een geluidssignaal.
klinkt er gedurende 2 min een geluidssignaal '00:00' en knippert op
het display. Druk op een willekeurige toets om het signaal te stoppen.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
Bij het bereiden van cake op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15 minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is, wordt de cake niet overal even bruin. Als de cake
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
niet overal even bruin wordt, hoeft u de temperatuurinstelling niet te wijzigen. De verschillen verminderen tijdens het bakken.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten in de oven vervormen. Wanneer de bakplaten weer afgekoeld zijn, verdwijnt de vervorming.

11.1 Bakken

Gebruik voor de eerste baksessie de lagere temperatuur.

11.2 Baktips

Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de cake is niet voldoende gebakken.
De cake zakt in en wordt klef, of streperig.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te laag. Stel de volgende keer de oventemperatuur
De cake wordt ongelijkmatig gebakken.
De cake wordt niet gaar bin‐ nen de in het recept aangege‐ ven baktijd.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere rekstand.
De oventemperatuur is te hoog. Stel de volgende keer de oventemperatuur
De oventemperatuur is te hoog en de baktijd te kort.
Te lange baktijd. Stel volgende keer een kortere baktijd in.
De oventemperatuur is te hoog en de baktijd te kort.
Het cakebeslag is niet gelijkmatig verdeeld.
De oventemperatuur is te laag. Stel de volgende keer de oventemperatuur
iets lager in.
Stel volgende keer een langere baktijd en een lagere oventemperatuur in.
hoger in.
Stel volgende keer een langere baktijd en een lagere oventemperatuur in.
Verspreid de volgende keer het cakebe‐ slag gelijkmatig over de bakplaat.
iets hoger in.
22 NEDERLANDS
Page 23

11.3 Bereiding met hete lucht

Bakken op 1 ovenniveau
Bakken in een bakblik
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster‐
Tulband of brioche 150 - 160 50 - 70 2
Zandgebak/vruchtencake 140 - 160 50 - 90 1 - 2
Biscuittaart zonder vet
Taartbodem - zacht cakedeeg 150 - 170 20 - 25 2
1)
Oven voorverwarmen.
150 - 160
1)
25 - 40 3
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster‐
Kruimeltaart (droog) 150 - 160 20 - 40 3
Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/roer‐
1)
deeg)
Vruchtentaart met kruimeldeeg 160 - 170 40 - 80 3
1)
Gebruik braadpan.
150 35 - 55 3
Koekjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster‐
Zandkoekjes 150 - 160 10 - 20 3
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes 140 20 - 35 3
Koekjes gemaakt van roerdeeg 150 - 160 15 - 20 3
Eiwitgebak / schuimgebak 80 - 100 120 - 150 3
Bitterkoekjes 100 - 120 30 - 50 3
Koekjes gemaakt van gistdeeg 150 - 160 20 - 40 3
Klein bladerdeeggebak
Broodjes
1)
Oven voorverwarmen.
170 - 180
1)
160
1)
20 - 30 3
10 - 35 3
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster‐
Stokbroden bedekt met gesmolten kaas
160 - 170
1)
15 - 30 1
hoogte
hoogte
hoogte
hoogte
NEDERLANDS 23
Page 24
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster‐
hoogte
Gevulde groente 160 - 170 30- 60 1
1)
Oven voorverwarmen.
Bakken op meerdere niveaus
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster‐
hoogte
2 standen
Roomsoezen / Eclairs
Kruimeltaart 150 - 160 30 - 45 2 / 4
1)
Oven voorverwarmen.
160 - 180
1)
25 - 45 2 / 4
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster‐
hoogte
2 standen
Zandkoekjes 150 - 160 20 - 40 2 / 4
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes 140 25 - 45 2 / 4
Koekjes gemaakt van roerdeeg 160 - 170 25 - 40 2 / 4
Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 130 - 170 2 / 4
Bitterkoekjes 100 - 120 40 - 80 2 / 4
Koekjes gemaakt van gistdeeg 160 - 170 30 - 60 2 / 4
Klein bladerdeeggebak
Broodjes
1)
Oven voorverwarmen.
170 - 180
1)
180
1)
30 - 50 2 / 4
25- 40 2 / 4

11.4 Boven- en onderwarmte op één niveau

Bakken in een bakblik
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster‐
hoogte
Tulband of brioche 160 - 180 50 - 70 2
Moskovisch gebak / vruchtencake 150 - 170 50 - 90 1 - 2
Taartbodem - zandtaartdeeg
Taartbodem - zacht cakedeeg 170 - 190 20 - 25 2
190 - 210
1)
10 - 25 2
24 NEDERLANDS
Page 25
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster‐
hoogte
Hartige taart (bijv. quiche lorraine) 180 - 220 35 - 60 1
Kwarktaart 160 - 180 60 - 90 1 - 2
1)
Oven voorverwarmen.
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster‐
hoogte
Vlechtbrood/broodkrans 170 - 190 40 - 50 2
Kerststol
Brood (roggebrood):
1. Eerste deel van het bakproces.
2. Tweede deel van het bakproces.
Roomsoezen / Eclairs
Koninginnenbrood (opgerolde cake met jam)
Kruimeltaart (droog) 160 - 180 20 - 40 3
Amandelcake/suikertaart
Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/roer‐
2)
deeg)
Vruchtentaart met kruimeldeeg 170 - 190 40 - 60 3
Plaatkoek met kwetsbare garnering (bijv. kwark, room, puddingvulling)
Ongedesemd brood 230 - 250 10 - 15 1
Vlaaien (CH) 210 - 230 35 - 50 1
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik braadpan.
1)
160 - 180
1)
1. 230
2. 160 - 180
190 - 210
180 - 200
190 - 210
170 35 - 55 3
160 - 180
1)
1)
1)
1)
1)
50 - 70 2
1. 20
2. 30 - 60
20 - 35 3
10 - 20 3
20 - 30 3
40 - 80 3
1 - 2
Koekjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster‐
hoogte
Zandkoekjes 170 - 190 10 - 20 3
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes
Roerdeegkoekjes 170 - 190 20 - 30 3
Eiwitgebak / schuimgebak 80 - 100 120 - 150 3
Bitterkoekjes 120 - 130 30 - 60 3
Koekjes gemaakt van gistdeeg 170 - 190 20 - 40 3
160
1)
20 - 35 3
NEDERLANDS 25
Page 26
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster‐
hoogte
Klein bladerdeeggebak
Broodjes
1)
Oven voorverwarmen.
190 - 210
190 - 210
1)
1)
20 - 30 3
10 - 55 3
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster‐
hoogte
Pastaschotel 180 - 200 45 - 60 1
Lasagne 180 - 200 35 - 50 1
Groentegratin
Stokbroden bedekt met gesmolten kaas
Zoete ovenschotels 180 - 200 40 - 60 1
Visschotels 180 - 200 40 - 60 1
Gevulde groente 180 - 200 40 - 60 1
1)
Oven voorverwarmen.
180 - 200
200 - 220
1)
1)
15 - 30 1
15 - 30 1

11.5 Pizzastand

Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster‐
hoogte
Pizza (dunne korst)
Pizza (met veel garnering)
Taarten 170 - 200 35 - 55 1 - 2
Spinazietaart 160 - 180 45 - 60 1 - 2
Quiche Lorraine (hartige taart) 170 - 190 45 - 55 1 - 2
Zwitserse flan 170 - 200 35 - 55 1 - 2
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90 1 - 2
Groentetaart 160 - 180 50 - 60 1 - 2
Ongedesemd brood
Bladerdeegtaart
Flammekuchen
1)
1)
2)
200 - 230
180 - 200 20 - 35 1 - 2
2)
230 - 250
2)
160 - 180
2)
230 - 250
10 - 20 1 - 2
10 - 20 2 - 3
45 - 55 2 - 3
12 - 20 2 - 3
26 NEDERLANDS
Page 27
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster‐
hoogte
Piroggen (Russische variant op calzone)
1)
Gebruik braadpan.
2)
Oven voorverwarmen.
180 - 200
2)
15 - 25 2 - 3

11.6 Hetelucht (vochtig)

Brood en pizza
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoog‐
Broodjes 180 20 - 30 3
Bevroren pizza 350 g 210 20 - 30 3
Cake in bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoog‐
Koninginnenbrood (opgerolde cake met jam)
Brownie 180 25 - 35 3
180 20 - 30 3
Cake in bakblik
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoog‐
Soufflé 200 25 - 30 3
Luchtige vlaaibodem 180 20 - 30 3
Victoriataart met jamvulling 170 30 - 40 3
te
te
te
Vis
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoog‐
te
Vis in zakjes 300 g 180 25 - 35 3
Hele vis 200 g 180 20 - 30 3
Visfilets 300 g 180 30 - 35 3
Vlees
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoog‐
te
Vlees in zakje 250 g 200 30 - 40 3
Vleesspiesjes 500 g 200 25 - 30 3
NEDERLANDS 27
Page 28
Kleine gebakken items
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoog‐
Koekjes 180 25 - 35 3
Bitterkoekjes 180 30 - 40 3
Muffins 170 20 - 30 3
Smakelijke cracker 180 25 - 30 3
Kruimeldeegkoekjes 150 25 - 35 3
Tartelettes 170 20 - 30 3
te
Vegetarisch
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoog‐
Groentemix in zakjes 400 g 180 20 - 30 3
Omelet 170 25 - 35 3
Groenten op plaat 700 g 190 25 - 30 3
te

11.7 Tips voor braden

Gebruik hittebestendig kookgerei. Geroosterd mager vlees bedekt (u kunt
aluminiumfolie gebruiken). Rooster grote stukken vlees direct op de
bakplaat. Doe wat water in de bakplaat om te
voorkomen dat druipend vet verbrandt.
Draai het braadstuk na 1/2 - 2/3 van de gaartijd.
Rooster vlees en vis in grote stukken (1 kg of meer).
Als niveau 1 wordt aanbevolen, plaatst u het voedsel direct op de bakplaat
Bedruip vleesstukken meerdere malen met hun eigen sap tijdens het roosteren.

11.8 Conventioneel roosteren

Rundvlees
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur
(°C)
Braadpan 1 - 1.5 kg 200 - 230 105 - 150 1
Varkensvlees
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur
(°C)
Schouder, hals, hamgewricht 1 - 1.5 kg 210 - 220 90 - 120 1
Stuk, sparerib 1 - 1.5 kg 180 - 190 60 - 90 1
Vleesbrood 750 g - 1 kg 170 - 190 50 - 60 1
Varkensschenkel, voorgekookt 750 g - 1 kg 200 - 220 90 - 120 1
Tijd (min) Rooster‐
Tijd (min) Rooster‐
hoogte
hoogte
28 NEDERLANDS
Page 29
Kalfsvlees
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur
Tijd (min) Rooster‐
(°C)
Geroosterd kalfsvlees
Schenkel van kalfsvlees 1.5 - 2 kg 200 - 220 150 - 180 1
1)
Gebruik een gesloten braadschaal.
1)
1 kg 210 - 220 90 - 120 1
Lamsvlees
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur
Tijd (min) Rooster‐
(°C)
Been van lamsvlees, geroo‐ sterd lamsvlees
Lamsrug 1 - 1.5 kg 210 - 220 40 - 60 1
1 - 1.5 kg 210 - 220 90 - 120 1
Wild
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur
Tijd (min) Rooster‐
(°C)
Hazenrug, hazenbout tot 1kg
Rug 1.5 - 2 kg 210 - 220 35 - 40 1
Reebout, hertenbout 1.5 - 2 kg 200 - 210 90 - 120 1
1)
Verwarm de oven voor.
220 - 240
1)
30 - 40 1
Gevogelte
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur
Tijd (min) Rooster‐
(°C)
Gevogelte, in porties 200 - 250 g elk 220 - 250 20 - 40 1
Eend 1.5 - 2 kg 210 - 220 80 - 100 1
Gans 3.5 - 5 kg 200 - 210 150 - 180 1
Kalkoen 2.5 - 3.5 kg 200 - 210 120 - 180 1
Kalkoen 4 - 6 kg 180 - 200 180 - 240 1
hoogte
hoogte
hoogte
hoogte
Vis
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur
Tijd (min) Rooster‐
(°C)
Hele vis 1 - 1.5 kg 210 - 220 40 - 70 1
NEDERLANDS 29
hoogte
Page 30

11.9 Braden met Turbo Grilling

Varkensvlees
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur
Schouder, hals, hamgewricht 1 - 1.5 kg 160 - 180 90 - 120 1
Stuk, sparerib 1 - 1.5 kg 170 - 180 60 - 90 1
Vleesbrood 750 g ~ 1 kg 160 - 170 50 - 60 1
Varkensschenkel, voorgekookt 750 g ~ 1 kg 150 - 170 90 - 120 1
(°C)
Kalfsvlees
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur
Geroosterd kalfsvlees 1 kg 160 - 180 90 - 120 1
Schenkel van kalfsvlees 1.5 - 2 kg 160 - 180 120 - 150 1
(°C)
Lamsvlees
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur
Been van lamsvlees, geroosterd lamsvlees
Lamsrug 1 - 1.5 kg 160 - 180 40 - 60 1
1 - 1.5 kg 150 - 170 100 - 120 1
(°C)
Gevogelte
Gerecht Hoeveelheid Temperatuur
Gevogelte, in porties 200 - 250 g elk 200 - 220 30 - 50 1
Eend 1.5 - 2 kg 180 - 200 80 - 100 1
Gans 3.5 - 5 kg 160 - 180 120 - 180 1
Kalkoen 2.5 - 3.5 kg 160 - 180 120 - 150 1
Kalkoen 4 - 6 kg 140 - 160 150 - 240 1
(°C)
Tijd (min) Rooster‐
Tijd (min) Rooster‐
Tijd (min) Rooster‐
Tijd (min) Rooster‐
hoogte
hoogte
hoogte
hoogte

11.10 Grillen in het algemeen

WAARSCHUWING!
Grill altijd met een gesloten ovendeur.
Grill altijd met de maximale
temperatuurinstelling.
• Zet het schap in de rekstand zoals aanbevolen in de grilltafel.
• Als de eerste rekstand wordt aanbevolen, plaats je het voedsel direct op de bakplaat.
30 NEDERLANDS
• Plaats de diepe ovenschaal altijd om vet op te vangen op de eerste rekstand.
• Alleen dunne stukken vlees of vis grillen.
Het grillgedeelte bevindt zich in het midden van het rooster.
Page 31

11.11 Grill

Gerecht Temperatuur
(°C)
Biefstuk, medium 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Runderfilet, medium 230 20 - 30 20 - 30 3
Varkensrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Kalfsrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Lamsrug 210 - 230 25 - 35 20 - 35 3
Hele vis, 500 - 1000g 210 - 230 15 - 30 15 - 30 3 - 4
Tijd (min) Rooster‐
1e kant 2e kant
hoogte

11.12 Informatie voor testinstituten

Gerecht -functie Tempera‐
tuur (°C)
Kleine cakes (20 cakejes per bakplaat)
Kleine cakes (20 cakejes per bakplaat)
Kleine cakes (20 cakejes per bakplaat)
Appeltaart, 2 blikken (ø 20 cm) op het rooster, diago‐ naal verdeeld
Appeltaart, 2 blikken (ø 20 cm) op het rooster, diago‐ naal verdeeld
Appeltaart, 2 blikken (ø 20 cm) op het rooster, diago‐ naal verdeeld
Vetvrije cake, 1 blik (ø 26 cm) op het rooster
Vetvrije cake, 1 blik (ø 26 cm) op het rooster
Vetvrije cake, zacht 1 blik (ø 26 cm) op het rooster
Zandkoek/Gebakreep Echte hetelucht 140 20 - 35 Bakplaat 3
Zandkoek/Gebakreep Echte hetelucht 140 20 - 30 Bakplaat 1 + 4
Zandkoek/Gebakreep Boven + onderwarmte 160 20 - 35 Bakplaat 3
Toast
1)
1)
1)
Boven + onderwarmte 170 20 - 30 Bakplaat 4
Echte hetelucht 150 20 - 30 Bakplaat 2
Echte hetelucht 150 25 - 35 Bakplaat/
Boven + onderwarmte 180 70 - 90 Raster 1
Echte hetelucht 160 70 - 90 Raster 2
Pizza-instelling 160 60 - 80 Raster 2
Boven + onderwarmte 170 30 - 40 Raster 3
Echte hetelucht 150 35 - 45 Raster 2
Echte hetelucht 160 25 - 35 Raster 1 + 4
(Max) Grillen Max 1 - 5 Raster 4
Tijd (min) Accessoi‐
res
afvoerpan
Rooster‐ hoogte
1 + 4
NEDERLANDS 31
Page 32
Gerecht -functie Tempera‐
Tijd (min) Accessoi‐
tuur (°C)
Runderburger Grillen Max 15 - 20 eerste
1)
Warm de oven 10 minuten voor.
kant. 10 - 15 tweede kant.

12. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

12.1 Opmerkingen over de reiniging

Reinig de voorkant van het apparaat uitsluitend met een microvezeldoek met warm water en een mild reinigingsmiddel.
Gebruik een reinigingsoplossing om metalen oppervlakken te reinigen.
Reinigingsmid‐
delen
Dagelijks gebruik
Reinig vlekken met een mild reinigingsmiddel.
Reinig de uitsparing telkens na gebruik. Vetophoping of andere resten kunnen brand veroor‐ zaken.
Bewaar het voedsel niet langer dan 20 minuten in het apparaat. Droog de ruimte na elk ge‐ bruik uitsluitend met een microvezeldoek.
res
Rooster/ druipbak
Rooster‐ hoogte
4 + 1
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik alleen een zachte doek met warm water en een mild reinigingsmiddel. De accessoires niet in een afwasmachine rei‐ nigen.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met agressieve reinigingsmiddelen of scherpe voor‐
Accessoires
werpen.

12.2 Reinigen van de uitsparing in de binnenkant van de oven

De reinigingsprocedure verwijdert kalkresten van de bodemuitsparing na het bereidingsproces met stoom.
Voor de functie: True Fan Cooking PLUSwe raden aan de reinigingsprocedure na minstens iedere 5
-10 kookcycli uit te voeren.
32 NEDERLANDS
1. Doe 250 ml witte azijn in de uitsparing
onderin de oven. Gebruik maximaal 6% azijn zonder toevoegingen.
2. Laat de azijn de kalkresten gedurende 30
minuten op kamertemperatuur oplossen.
3. Reinig de uitsparing met warm water en
een zachte doek.
Page 33

12.3 Pyrolyse

LET OP!
Verwijder alle accessoires uit de oven en de verwijderbare inschuifrails.
Start de pyrolyse niet als je de ovendeur niet volledig hebt gesloten. Bij sommige modellen toont het display 'C3' als deze fout optreedt.
vervolgens op draai aan de knop voor de temperatuur.
6. Wanneer de oven de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, wordt de deur vergrendeld. Het display toont en de
balkjes van de warmteaanduiding tot de deur wordt vergrendeld.
7. Na afloop van de pyrolytische reiniging
geeft het display de tijd van de dag aan. De ovendeur blijft vergrendeld.
8. Wanneer de oven weer koel is, wordt de
deur ontgrendeld.
WAARSCHUWING!
De oven wordt erg heet. Er bestaat gevaar voor brandwonden.
LET OP!
Gebruik de kookplaat niet tegelijkertijd als pyrolytische functie. Dit kan de oven beschadigen.
1. Veeg de ruimte schoon met een natte, zachte doek.
2. Reinig de binnenkant van de deur met heet water, zodat de resten niet branden uit de hete lucht.
3. Stel de pyrolytische functie in. Raadpleeg 'Dagelijks gebruik' in het hoofdstuk 'Ovenfuncties'.
4. Als
De pyrolyse start automatisch na 5 seconden. Druk op om de pyrolyse te starten.
U kunt de EINDE-functie gebruiken om de start van de reiniging uit te stellen. Tijdens de pyrolytische reiniging is het ovenlampje uit.
5. Je kunt de standaardlengte van de
knippert, waarna je draait aan de temperatuurknop om de pyrolyseduur in te stellen:
Optie Beschrijving
P1 Licht reinigen. Duur: 1 uur 30
P2 Normaal reinigen. Duur: 2 uur
pyrolyse P1 of P2) wijzigen door op drukken om
min.
30 min.
in te stellen. Druk
te

12.4 Schoonmaakherinnering

De oven herinnert je eraan dat je hem moet reinigen met: pyrolytische reiniging.
PYR - knippert in het display gedurende 10 sec na elke in- en uitschakeling van de oven.
Om de herinnering uit te schakelen, opent u het menu en selecteert u Instellingen, Reinigingsherinnering.

12.5 Verwijderen van de inschuifrails

Om de oven te reinigen, verwijdert u de inschuifrails.
1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit de zijwand.
2. Trek de inschuifrail bij de achterkant uit de zijwand en verwijder deze.
NEDERLANDS 33
Page 34
1
2
De pinnetjes op de telescopische
1
2
1
2
B
geleiders moeten naar voren wijzen.
Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde.
LET OP!
Zorg ervoor dat de langste bevestigingsdraad voorin wordt aangebracht. De uiteinden van de twee draden moeten naar achteren wijzen. Incorrecte installatie kan schade aan het email toebrengen.

12.6 Uitnemen van de ovendeur

Om het reinigen te vergemakkelijken, verwijdert u best de ovendeur.
Wanneer u klaar bent met reinigen, plaatst u de ovendeur terug in omgekeerde volgorde. Zorg ervoor dat u een klik hoort wanneer u de deur terugplaatst. Gebruik indien nodig enige kracht.
12.7 Verwijderen en reinigen van de
deurglazen
De glasplaten van de ovendeur op uw product kunnen in type en vorm verschillen van de voorbeelden die u hier ziet. Het aantal glasplaten kan ook verschillen.
1. Deurafdekking B aan de bovenkant van de deur aan beide kanten vastpakken en naar binnen drukken om de klemsluiting te ontgrendelen.
2. Trek de deur naar voren om hem te verwijderen.
3. Houd de glasplaten aan de bovenkant vast en trek deze een voor een omhoog uit de geleiding.
1. Open de deur helemaal.
2. Verplaats de schuif totdat u een klik
hoort.
3. Sluit de deur tot de schuif vergrendelt.
4. Verwijder de deur.
Om de deur te verwijderen, trek de deur eerst aan de ene zijde naar buiten en daarna aan de andere zijde.
34 NEDERLANDS
4. Reinig de glasplaten.
Om de panelen te plaatsen, moet u de stappen in omgekeerde volgorde uitvoeren.

12.8 Het lampje vervangen

WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken. Het lampje kan heet zijn.
Page 35
1. Schakel de oven uit. Wacht tot de oven afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Plaats een doek op de bodem van de
holte.
LET OP!
Houd de halogeenlamp altijd met een doek vast om te voorkomen dat er vetrestjes op de ovenlamp verbranden.

De lamp aan de achterkant.

Het afdekglas van het lampje bevindt zich in de achterkant van de ovenruimte.
1. Draai het afdekglas van de lamp naar rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang het ovenlampje met de relevante
tegen 300 °C hittebestendig ovenlampje. Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4. Plaats het afdekglas terug.

12.9 De lade

WAARSCHUWING!
Plaats geen voedsel in de lade.
WAARSCHUWING!
Bewaar geen ontvlambare voorwerpen zoals schoonmaakmiddelen, plastic zakken, ovenhandschoenen, papier, schoonmaakmiddelen, spuitbussen, plastic voorwerpen) in de lade. Als u de oven gebruikt, kan de lade heet worden. Er bestaat een risico op brand.
De lade onder de oven eruit worden gehaald voor reiniging.
De lade verwijderen:
1. Trek de lade naar buiten totdat hij stopt.
2. Til de lade iets op, zodat deze onder een
hoek van de ladegeleiders omhoog kan
worden getild.
Volg de procedure in omgekeerde volgorde om de lade te monteren.

13. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

13.1 Wat te doen als...

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Je kunt het apparaat niet inschake‐ len.
Je kunt het apparaat niet inschake‐ len.
Het apparaat is niet aangesloten op een stopcontact of niet goed geïn‐ stalleerd.
De zekering is doorgeslagen. Verzeker je ervan dat de zekering
Controleer of het apparaat goed is aangesloten op de elektriciteitsvoor‐ ziening.
de oorzaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neem je contact op met een erken‐ de installateur.
NEDERLANDS 35
Page 36
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De restwarmte-indicator gaat niet aan.
Je kunt de buitenste ring niet in‐ schakelen.
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde instellingen zijn niet
De oven wordt niet warm. De automatische uitschakeling
De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geactiveerd. Zie 'Het kinderslot gebruiken'.
De lamp werkt niet. De lamp is defect. Vervang de lamp.
Het bereiden van gerechten gaat te langzaam of te snel.
Er slaat stoom en condens neer op het voedsel en in de ovenruimte.
Op het ovendisplay verschijnt 'F102'.
Het display toont een foutcode die niet in deze lijst voorkomt.
De zone is niet heet, omdat hij slechts kortstondig is bediend.
Activeer eerst de binnenring.
ingesteld.
wordt geactiveerd.
De temperatuur is te laag of te hoog.
Je hebt het gerecht te lang in de oven achtergelaten.
• Je hebt de deur niet volledig ge‐ sloten.
• De deurvergrendeling is stuk.
Er is een elektrische storing. Schakel het apparaat uit via de (au‐
Als de zone voldoende lang gebruikt is om heet te zijn, neem je contact op met een erkende servicedienst.
Controleer of de instellingen correct zijn.
Raadpleeg 'Automatisch uitschakel‐ en'.
Pas de temperatuur zo nodig aan. Volg het advies in de gebruikers‐ handleiding.
Laat de gerechten na afloop van het kookproces niet langer dan 15 - 20 minuten in de oven staan.
• Sluit de deur volledig.
• Schakel de oven uit via de (au‐ tomatische) zekering of de hoofdschakelaar in de meterkast en schakel deze opnieuw in.
• Als het display weer 'F102' weergeeft, neem dan contact op met de klantenservice.
tomatische) zekering of de hoofd‐ schakelaar in de meterkast en scha‐ kel deze opnieuw in. Neem contact op met de klantenservice als de foutcode opnieuw op het display wordt weergegeven weergeeft.

13.2 Service-informatie

Als je niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met je verkoper of een erkende serviceafdeling.
De contactgegevens van de servicedienst staan op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich op het voorframe van de apparaatruimte. Verwijder het typeplaatje niet uit de apparaatruimte.
Wij raden je aan om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
36 NEDERLANDS
Page 37
Wij raden je aan om de gegevens hier te noteren:
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................

14. ENERGIEZUINIGHEID

14.1 Productinformatie volgens EU Ecodesign-voorschriften voor kookplaat

Modelnummer CCB6672APM
Type kookplaat Oven in vrijstaand fornuis
Aantal kookzones 4
Verwarmingstechnologie Stralingsverwarmer
Diameter van ronde kookzones (Ø) Links voor
Lengte (L) en breedte (W) van niet­ronde kookzone
Energieverbruik per kookzone (EC electric cooking)
Energieverbruik van de kookplaat (EC electric hob) 179.2 Wh/kg
IEC/EN 60350-2 - Huishoudelijke elektrische kookapparaten - Deel 2: Kookplaten - Methoden voor het meten van prestaties.
Links achter Rechtsvoor
Rechtsachter L F26.5 cm
Links voor Links achter Rechtsvoor Rechtsachter
21.0 cm
14.5 cm
14.5 cm
W F17.0 cm
178.9 Wh/kg
181.8 Wh/kg
181.8 Wh/kg
174.1 Wh/kg

14.2 kookplaat - Energiebesparend

Je kunt energie besparen tijdens het dagelijks koken als je de onderstaande aanwijzingen volgt.
• Gebruik bij het opwarmen van water alleen de hoeveelheid die je nodig hebt.
• Plaats, indien mogelijk, altijd de deksels op het kookgerei.
• Plaats het kookgerei op de kookzone
• De bodem van het kookgerei moet dezelfde diameter hebben als de kookzone.
• Plaats het kleinere kookgerei op de kleinere kookzones.
• Plaats het kookgerei direct in het midden van de kookzone.
• Gebruik de restwarmte om het voedsel warm te houden of om het te laten smelten.
voordat je deze inschakelt.
14.3 Productinformatie en productinformatieblad volgens de EU­voorschriften voor ecologisch ontwerp en energie-etikettering voor ovens
Naam leverancier AEG
Modelnummer CCB6672APM 940002906
NEDERLANDS 37
Page 38
Energie-efficiëntie-index 81.4
Energie-efficiëntieklasse A+
Energieverbruik met een standaard belading, conventionele modus 0.98kWh/cyclus
Energieverbruik met een standaard belasting, heteluchtmodus 0.70kWh/cyclus
Aantal holtes 1
Warmtebron Elektriciteit
Volume 73l
Soort oven Oven in vrijstaand fornuis
Massa 55.2kg
IEC/EN 60350-1 - Huishoudelijke elektrische kooktoestellen - Deel 1: Fornuizen, ovens, stoomovens en grills ­Methoden voor het meten van prestaties.

14.4 Oven - Energiebesparing

Dit apparaat heeft functies die u helpen energie te besparen tijdens het dagelijks koken.
Zorg ervoor dat de deur van het apparaat gesloten is als het apparaat in werking is. Open de deur van het apparaat niet te vaak tijdens het koken. Houd het deurrubber schoon en zorg ervoor dat het goed op zijn plaats vastzit.
Gebruik metalen kookgerei om meer energie te besparen.
Verwarm het apparaat niet voor alvorens te koken als dat niet hoeft.
Houd onderbrekingen tussen het bakken zo kort mogelijk als je een aantal gerechten tegelijkertijd bereidt.
Koken met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties met hete lucht om energie te besparen.
Restwarmte
Als een programma met Duration wordt geactiveerd en de bereidingstijd langer is dan 30 minuten, worden de
verwarmingselementen bij sommige functies van het apparaat automatisch eerder uitgeschakeld.
De ventilator en lamp blijven werken. Wanneer je de oven uitschakelt, geeft het display de restwarmte aan. U kunt die warmte gebruiken om het eten warm te houden.
Wanneer de kookduur langer is dan 30 minuten, verlaag dan de oventemperatuur tot minimaal 3-10 minuten voor het einde van het koken. De restwarmte binnen in het apparaat zal blijven koken.
Je kunt de restwarmte gebruiken om andere maaltijden op te warmen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke temperatuurinstelling om de restwarmte te gebruiken en een maaltijd warm te houden. Het indicatielampje van de restwarmte of temperatuur verschijnt op het display.
Warmelucht (vochtig)
Functie is ontworpen om tijdens de bereiding energie te besparen.
Als je deze functie gebruikt, gaat de verlichting na 30 sec. automatisch uit.
38 NEDERLANDS
Page 39
15. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
Electrolux Appliances AB - Contact Address: Al. Powstańców Śląskich 26, 30-570 Kraków, Poland
NEDERLANDS 39
*
Page 40
867363011-D-112023
Loading...