Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige kwaliteit.
Lees deze gebruiksaanwijzing alstublieft zorgvuldig door, zo kunt u zeker zijn van optimale en professionele prestaties van uw apparaat. De handleiding zal u in staat stellen
om alle processen perfect en op de meest efficiënte wijze te laten verlopen. Wij advise-
raadplegen. Geef deze handleiding ook aan een eventuele toekomstige eigenaar van het
Inhoud
ren u deze handleiding op een veilige plaats te bewaren, dan kunt u hem te allen tijde
apparaat.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
Gebruiksaanwijzing 3
Veiligheidsvoorschriften 3
Beschrijving van het apparaat 4
De elektronische ovenbesturing 8
Snelopwarmen 11
Ovenfuncties 11
Rooster, baakplaat en vetopvangbak
plaatsen 12
Vetfilter plaatsen/verwijderen 13
Culisensor 13
Extra functies 16
Overige functies 23
Toepassingen, tabellen en tips 25
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over het voorkomen
van schade aan het apparaat.
3Algemene informatie en tips
Bakken 25
Braden 31
Op lage temperatuur bereiden 33
Vlak-grilleren 34
Ontdooien 35
Drogen met hetelucht 36
Wecken 36
Reiniging en onderhoud 37
Buitenkant apparaat 37
Ovenruimte 38
Accessoires 38
Vetfilter 38
Pyrolytische reiniging 38
Herinnering 39
Inschuifroosters 39
Ovenverlichting 40
Bakovendeur 42
Het glas van deur van de bakoven 43
Wat is er aan de hand als … 46
Afvalverwerking 48
Service 49
2Milieu-informatie
Page 3
Gebruiksaanwijzing
1Veiligheidsvoorschriften
Elektrische veiligheid
• Het apparaat mag uitsluitend door een erkend installateur worden aangesloten.
• In geval van storingen of beschadiging van het apparaat: zekeringen in de huisinstal-
latie uitschakelen.
• Reparaties aan het apparaat mogen uitsluitend door vakmensen worden uitge-
voerd. Door onvakkundig uitgevoerde reparaties kunnen grote gevaren ontstaan.
Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afdeling of uw vakhandel.
Veiligheid voor kinderen
• Kleine kinderen nooit alleen laten terwijl het apparaat in gebruik is.
Veiligheid tijdens het gebruik
• Personen (waaronder begrepen kinderen) die op grond van hun fysieke, sensorische of
verstandelijke vermogens, dan wel op grond van onervarenheid of onkunde niet in
staat zijn het apparaat veilig te gebruiken, dienen dit apparaat niet zonder het toezicht of zonder de instructies van een verantwoordelijke persoon te gebruiken.
• Dit apparaat mag alleen in het huishouden voor koken, braden, bakken van levensmiddelen worden gebruikt.
• Wees voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten op stopcontacten in de
buurt van het apparaat. Snoeren mogen niet in aanraking komen of onder de hete
ovendeur ingeklemd raken.
• Waarschuwing: Verbrandingsgevaar! Bij gebruik wordt de ovenruimte heet.
• Als u alcoholische ingrediënten in de oven gebruikt, kan evt. een licht ontvlambaar al-
cohol-luchtmengsel ontstaan. Open de deur in dat geval voorzichtig. Kom niet met
vuur of vonken in de buurt van de oven.
3Gebruiksaanwijzing
3Aanwijzing met betrekking tot acrylamide
Volgens de laatste wetenschappelijke inzichten kan een intensieve bruining van levensmiddelen, met name bij zetmeelhoudende producten, een gevaar voor de gezondheid
door acrylamide veroorzaken. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel mogelijk bij lage temperaturen te bereiden en de gerechten niet te veel te bruinen.
Op deze manier voorkomt u beschadiging van het apparaat
• Bekleed de oven niet met aluminiumfolie en plaats geen bakplaten, pannen, enzovoort op de bodem omdat daarmee het email van de oven door de ontstane hitteconcentratie wordt beschadigd.
• Fruitsappen die van de bakplaat druppelen, veroorzaken vlekken die niet kunnen worden verwijderd. Gebruik een diepe bakplaat voor gebak dat erg vochtig is.
• Plaats geen gewicht op de geopende ovendeur.
• Giet water nooit rechtstreeks in de hete oven. Hierdoor kan het email worden bescha-
digd en kunnen verkleuringen ontstaan.
Page 4
Beschrijving van het apparaat4
• Als gevolg van heftige stoten, vooral op de randen van de buitenste glasplaat, kan het
glas breken.
• Bewaar geen brandbaar materiaal in de oven. Bij het inschakelen van de oven kan dit
ontbranden.
• Bewaar geen vochtige levensmiddelen in de oven. Het email kan hierdoor beschadigd
raken.
• Bewaar na het uitschakelen van de koelventilator geen open gerechten in de oven. In
de ovenruimte of op de deurruiten kan vocht neerslaan dat ook op uw meubelen terecht kan komen.
3Informatie emaillaag
Kleurveranderingen van de emaillaag van de oven als gevolg van het gebruik zijn niet
van invloed op de deugdelijkheid van het apparaat voor regulier of contractueel gebruik.
Dit zijn derhalve geen gebreken in de zin van het recht op garantie.
Beschrijving van het apparaat
Totaalaanzicht
Bedieningspaneel
Deurgreep
Glazen deur
Page 5
Bedieningspaneel
Uitrusting oven
5Beschrijving van het apparaat
Oven - indicaties
Functietoetsen
Oven
Bovenwarmte en grillelement
Inzetniveaus
Ovenverlichting
Aansluitpunt voor vleesspit
Vetfilter
Ovenverlichting
Verwarmingselement in de
achterwand
Ventilator
Onderwarmte
Uitneembaar inschuifrooster
Page 6
Beschrijving van het apparaat6
Binnenkant deur
Aan de binnenkant van de ovendeur is de nummering van de inzetniveaus van de ovenweergegeven.
Bovendien treft u beknopte informatie aan over
de ovenfuncties, aanbevolen inzetniveaus en
temperaturen voor de bereiding van de meest
gebruikelijke gerechten.
Accessoires oven
Rooster
Voor servies, bak- en braadvormen, braden en
grillen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Vetopvangbak
De vetopvangbak dient bij het baken en braden
resp. als opvangbak voor het vet.
Vleesthermometer
Om precies te bepalen hoe gaar een stuk vlees
is.
Page 7
Voor het in gebruik nemen
Dagtijd instellen
3De oven functioneert alleen als u de tijd hebt ingesteld.
Na het aansluiten van de elektriciteit of na een
stroomstoring knippert Dagtijd automatisch.
Met de toets of de actuele dagtijd instellen.
7Voor het in gebruik nemen
Na ca. 5 seconden stopt het knipperen en geeft
de klok de ingestelde dagtijd weer.
Het apparaat is klaar voor gebruik.
Eerste reiniging
Alvorens de oven in gebruik te nemen, moet u hem reinigen.
1Let op: Gebruik geen scherpe schuurmiddelen! U zou de oppervlakken kunnen bescha-
digen.
3Gebruik bij ovens met een metalen voorzijde de hiervoor in de handel verkrijgbare on-
derhoudsmiddelen.
Page 8
Bedienen van de oven8
1. Open de ovendeur.
De verlichting in de oven is nu ingeschakeld.
2. Neem alle accessoires en geleiderails uit de oven en reinig deze met een warm sopje.
3. Maak de oven ook schoon met een warm sopje en droog hem daarna.
4. Veeg de voorzijde van de oven af met een vochtige doek.
Bedienen van de oven
De elektronische ovenbesturing
Temperatuur/Dagtijd
Klokfuncties/bedrijfstijdOvenfuncties
Verwarmings-
indicatie
Aan/uit
Ovenfunctie - selectie
3Algemene aanwijzingen
• Schakel het apparaat altijd eerst met de toets Aan/Uit in.
• Wanneer de gekozen functie brandt, gaat de oven opwarmen of begint de ingestelde
tijd te lopen.
• De indicatie van de bedrijfstijd geeft aan hoe lang de oven reeds ingeschakeld is. De
indicatie is alleen zichtbaar als geen van de klokfuncties Kookwekker, Duur of Einde is
ingesteld.
• De ovenverlichting is ingeschakeld, zodra een ovenfunctie is geselecteerd.
• Wanneer de gekozen temperatuur is bereikt, klinkt er een zoemer.
• Schakel het apparaat met de toets Aan/Uit uit.
S
Insteltoetsen
Klokfuncties
Vleesspit
n
e
r
e
w
a
r
m
v
l
e
n
Page 9
Ovenfunctie selecteren
1. Apparaat met de toets Aan/Uit inschakelen.
2. Toets of zo vaak indrukken tot de ge-
wenste ovenfunctie verschijnt.
• Op het temperatuurdisplay verschijnt een
voorstel voor de temperatuur.
• Als de voorgestelde temperatuur niet binnen
ca. 5 seconden wordt gewijzigd, begint de
oven op te warmen.
3De ovenfunctie kan tijdens de werking worden
gewijzigd.
Oventemperatuur wijzigen
Met de toets of de temperatuur naar boven of naar beneden wijzigen.
De instelling vindt plaats in stappen van 5×C.
9Bedienen van de oven
Temperatuur opvragen
De toetsen en tegelijk indrukken. De
oventemperatuur van dat moment verschijnt in
de temperatuurindicatie.
3Het opvragen van de temperatuur werkt niet bij
ovenfuncties waarbij de voorgestelde temperatuur niet gewijzigd kan worden, zoals bijv. Op
lage temperatuur bereiden.
Ovenfunctie uitschakelen
Voor het uitschakelen van de oven toets
of zo vaak indrukken tot er geen ovenfunctie
meer wordt weergegeven.
Page 10
Bedienen van de oven10
Oven uitschakelen
Apparaat met toets Aan/Uit uitschakelen.
3Koelventilator
Zodra de oven in gebruik wordt genomen wordt de ventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Nadat de oven is uitgeschakeld
blijft de ventilator nog verder lopen om het apparaat af te koelen en wordt dan automatisch uitgeschakeld.
3Graden-indicatie
Indicatie Opwarmen
Na het inschakelen geven de ovenfuncties de
langzaam na elkaar oplichtende balken aan, tot
hoever de oven reeds verwarmd is.
Indicatie Snelverwarmen
Na het inschakelen van de functie Snelopwarmen geven de na elkaar knipperende bal-
ken aan dat de functie Snelverwarmen in
werking is.
Indicatie Restwarmte
Na het uitschakelen van de oven geven de nog
oplichtende balken de resterende restwarme
van de oven aan.
Page 11
11Bedienen van de oven
Snelopwarmen
Na het selecteren van een ovenfunctie kan met behulp van de extrafunctie Snelopwarmen de lege oven in relatief korte tijd worden voorverwarmd.
1Let op: Te garen producten a.u.b. eerst in de ovenplaatsen, als Snelopwarmen beëin-
digd is en de oven in de gewenste functie werkt.
1. Ovenfunctie en temperatuur selecteren (bijv. Conventioneel). Evt. temperatuurvoor-
stel wijzigen.
2. Toets Snelopwarmen indrukken.
De achtereenvolgend knipperende balken geven aan dat Snelopwarmen inwerking is.
Bij het bereiken van de ingestelde temperatuur branden de balken van de temperatuurindicatie. Er klinkt een zoemer.
De oven verwarmt nu in de vooringestelde ovenfunctie en temperatuur verder. U kunt
de te garen producten nu in de oven plaatsen.
3De functie Snelopwarmen kan bij de ovenfuncties Hete luchtmet ring, Pizza
hetelucht, Conventioneel en Infratherm tevens ingeschakeld worden.
Ovenfuncties
Voor de oven zijn de volgende functies beschikbaar:
OvenfunctieToepassing
Hete luchtmet ring Voor het bakken op maximaal drie niveaus tegelijk.
Pizza heteluchtVoor het bakken op een niveau voor gerechten die een inten-
Op lage
temperatuur
bereiden
ConventioneelVoor het bakken en braden op één niveau.
InfrathermVoor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte op één
Grill groot Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen in grotere hoe-
Grill klein Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen, die in het mid-
WarmhoudenVoor het warmhouden van gerechten.
OntdooienVoor het gedeeltelijk of geheel ontdooien van bijvoorbeeld
Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij
boven-/onderwarmte.
sievere bruining en knapperigheid van de bodem vragen.
Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij
boven-/onderwarmte.
Voor het bereiden van bijzonder mals en sappig braadvlees.
niveau.
Deze functie is ook geschikt voor gratineren.
veelheden en om te roosteren.
den van het rooster worden geplaatst en om te roosteren.
gebak, boter, brood, fruit of andere bevroren levensmiddelen.
Page 12
Bedienen van de oven12
OvenfunctieToepassing
OnderwarmteVoor het afbakken van gebak met een brosse bodem.
PyrolyseVoor pyrolytische zelfreiniging van de oven. Hierbij wordt ach-
tergebleven vuil in de oven verbrand. Na het afkoelen kunnen
de resten vervolgens uit de oven worden geveegd. De oven
wordt verhit tot circa 500 °C.
Rooster, baakplaat en vetopvangbak plaatsen
3Uittrek- en kantelbeveiliging
Ter beveiliging tegen het uittrekken, hebben alle inschuifdelen aan de linker kant een
kleine bolling naar onderen.
Schuif de inschuifdelen er zo in dat de bolling in het bakgedeelte zich achterin bevindt.
Deze bolling is ook belangrijk voor de kantelbeveiliging van de inschuifdelen.
Baakplaat resp. vetopvangbak plaatsen:
Schuif de bakplaat resp. de vetopvangbak tussen de geleidestangen van het gekozen niveau.
Rooster plaatsen:
Plaats het rooster zodanig, dat de beide voetjes
naar onder wijzen.
Schuif het rooster tussen de geleidestangen
van het gekozen niveau.
3Door de verhoogde lijst die om het rooster
loopt, is het vaatwerk bovendien beschermd tegen afglijden.
Page 13
Rooster en vetopvangbak plaatsen:
Plaats het rooster op de vetopvangbak.
Schuif de vetopvangbak tussen de geleidestangen van het gekozen niveau.
Vetfilter plaatsen/verwijderen
Het vetfilter alleen gebruiken bij het braden, om het verwarmingselement in de achter-
wand te beschermen tegen vetspatten.
Vetfilter plaatsen
Vetfilter bij de greep vastpakken en de
beide steuntjes van boven naar beneden
in de opening tegen de achterwand van
de oven (ventilatoropening) plaatsen.
Vetfilter verwijderen
Het vetfilter bij de greep vastpakken en
naar boven uit de oven nemen.
13Bedienen van de oven
Culisensor
Voor het exact uitschakelen van de oven bij het bereiken van een ingestelde kerntemperatuur.
Er dient met twee temperaturen rekening te worden gehouden:
– De oventemperatuur: Zie braadtabel
– De kerntemperatuur: Zie tabel Culisensor
1Let op: Alleen de meegeleverde vleesthermometer mag worden gebruikt! Bij vervanging
alleen het originele vervangingsonderdeel gebruiken!
1. Apparaat met de toets Aan/Uit inschakelen.
Page 14
Bedienen van de oven14
2. Uiteinde van de vleesthermometer zo in het gerecht steken dat het zich in het midden van het
gerecht bevindt..
3. Stekker van de vleesthermometer zo ver mogelijk in de contactdoos in de zijwand van de oven
steken.
4. Met de toets of de gewenste kerntemperatuur instellen.
De indicatie schakelt over naar de actuele kerntemperatuur.
Wordt de actuele kerntemperatuur al aangegeven, voordat de gewenste kerntemperatuur is
ingesteld, dient de toets Selectie zo vaak te
worden ingedrukt tot de functie Culisensor begint te knipperen en moet vervolgens de instelling worden uitgevoerd..
3De kerntemperatuur wordt vanaf 30×C aange-
geven.
5. Ovenfunctie en -temperatuur instellen.
Zodra de ingestelde kerntemperatuur bereikt is,
klinkt er een signaal en de oven schakelt auto-
matisch uit.
6. Op een willekeurige toets drukken om het geluidssignaal uit te schakelen.
Page 15
3Binnen enkele minuten wordt een voorlopige eindtijd berekend waarin de ingestelde
kerntemperatuur zal zijn bereikt. Deze tijd wordt constant opnieuw berekend en bijgewerkt in het display. Voor het systeem is het noodzakelijk dat de vleesthermometer aan
het begin van het bereidingsproces zowel in het gerecht als in het stopcontact wordt gestoken en tijdens de bereiding niet wordt verwijderd.
Tijdens de berekeningsfase toont de indicatie voor Dagtijd en Vleeskerntemperatuur een
"knipperende rechthoek".
Berekenen van de eindtijd.
1Waarschuwing: De vleesthermometer is heet!
Bij het uittrekken van de stekker en het uiteinde
van de thermometer bestaat er verbrandingsgevaar!
7. Stekker van de vleesthermometer uit het stopcontact trekken en het gerecht uit de oven nemen.
8. Apparaat uitschakelen.
15Bedienen van de oven
Kerntemperatuur opvragen of wijzigen
– Toets Selectie zo vaak indrukken tot de functie Culisensor begint te knipperen en de
ingestelde kerntemperatuur op het display verschijnt.
– Temperatuur eventueel met of wijzigen.
Oventemperatuur opvragen of wijzigen
– Temperatuur eventueel met of wijzigen.
Page 16
Bedienen van de oven16
Extra functies
Klokfuncties
Tijdsindicatie
Dagtijd
Duur/Einde/Bedrijfstijd
Insteltoetsen
Klokfuncties
Vleesspit
Kookwekker
Om een korte tijd in te stellen. Na afloop klinkt een signaal.
Deze functie heeft geen invloed op de werking van de oven.
Duur
Om in te stellen hoe lang de oven ingeschakeld moet zijn.
Einde
Om in te stellen wanneer de oven weer moet worden uitgeschakeld.
Dagtijd
Met deze functie kunt u de dagtijd instellen, veranderen of opvragen
(zie ook het hoofdstuk „Voor het in gebruik nemen“).
Heat+Hold
De functie Heat+Hold houdt uw klaargemaakte gerecht 30 minuten warm, nadat het
bak- resp. braadproces is beÎindigd.
Herinnering
De Herinneringherkent wanneer een pyrolytische reiniging noodzakelijk is en wijst hierop.
Page 17
3Aanwijzingen met betrekking tot de klokfuncties
• Na het kiezen van een klokfunctie knippert de bijbehorende functie ong. 5 seconden.
Gedurende deze tijd kunt u met de toetsof de gewenste tijden instellen of veranderen.
• Na het instellen van de gewenste tijd knippert de functie opnieuw ong. 5 seconden.
Daarna is de functie verlicht. De ingestelde tijd begint te lopen.
• Bij kookwekker moet ook de oven zijn ingeschakeld om de klokfunctie in te stellen.
• Door het tegelijk indrukken van en kan de ingestelde tijd
worden teruggezet.
3Opvragen van de ingestelde of resterende tijd
De toets Selectie zo vaak indrukken tot de betreffende klokfunctie knippert of de resterende tijd wordt aangegeven.
2Gebruik van de restwarmte met de klokfunctie Duur en Einde
Bij gebruik van de klokfuncties Duur en Einde schakelt de oven de verwarmingselementen uit als 90% van de ingestelde of berekende tijd is bereikt. De beschikbare restwarmte
wordt gebruikt om het gaarproces tot het verlopen van de ingestelde tijd voort te zetten
(3 tot 20 min.).
Kookwekker
1. Toets Selectie zo vaak indrukken, tot Kookwek-
ker knippert.
17Bedienen van de oven
2. Stel met de toets of de gewenste korte
tijd in.
Page 18
Bedienen van de oven18
Na ca. 5 seconden geeft de indicatie de resterende tijd aan.
Kookwekker brandt.
Als 90% van de ingestelde tijd verlopen is, klinkt
een zoemer.
Na het verstrijken van de tijd klinkt er gedurende 1 minuten een zoemer.
“00.00“ en Kookwekker knipperen.
Het knipperen en de zoemer uitschakelen:
Willekeurige toets indrukken
Duur
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Toets Selectiezo vaak indrukken, tot Duur knip-
pert.
3. Met de toets of de gewenste gaartijd in-
stellen instellen
Page 19
Duur brandt.
Als de ingestelde tijd verlopen is, knippert
”00,00“ en Duur.
Er klinkt gedurende 2 minuten een zoemer.
De oven wordt uitgeschakeld.
Het knipperen en de zoemer uitschakelen:
Willekeurige toets indrukken
Einde
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Toets Selectiezo vaak indrukken, tot Einde knip-
pert.
19Bedienen van de oven
3. Met de toets of de gewenste uitschakel-
tijd instellen.
Page 20
Bedienen van de oven20
Einde brandt en de uitschakeltijd wordt
aangegeven.
Als de ingestelde tijd verlopen is, knippert
”00,00“ en Einde.
Er klinkt gedurende 2 minuten een zoemer.
De oven wordt uitgeschakeld.
Het knipperen en de zoemer uitschakelen:
Willekeurige toets indrukken
Duur en Einde in combinatie
3Duur en Eindekunnen gelijktijdig worden gebruikt wanneer de oven op een later tijd-
stip automatisch moet worden in- en uitgeschakeld.
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Met de functie Duur kunt u de benodigde gaar-
tijd voor het gerecht instellen,
bijvoorbeeld: 1 uur.
Page 21
21Bedienen van de oven
3. Met de functie Einde kunt u het tijdstip instellen waarop het gerecht klaar moet zijn,
bijvoorbeeld: 14:05 uur.
Duur en Einde branden.
De oven wordt automatisch ingeschakeld op
het berekende tijdstip, bijvoorbeeld: 13:05 uur.
Na het verstrijken van de ingestelde Duur klinkt
er een zoemer gedurende 2 minuten en wordt
de oven automatisch uitgeschakeld,
bijvoorbeeld: 14:05 uur.
Dagtijd wijzigen
3U kunt de dagtijd alleen veranderen, wanneer de kinderbeveiliging is uitgeschakeld, geen
klokfuncties Duur of Einde en geen ovenfunctie is ingesteld.
1. Toets Selectie zo vaak indrukken, tot Dagtijd
knippert..
2. Met de toets of de actuele dagtijd instellen.
Page 22
Bedienen van de oven22
Na ca. 5 seconden stopt het knipperen en geeft
de klok de ingestelde dagtijd weer.
Het apparaat is klaar voor gebruik.
3Heat+Hold
De functie Heat+Hold houdt uw klaargemaakte gerecht 30 minuten warm, nadat het
bak- resp. braadproces is beÎindigd.
Dit is bijvoorbeeld handig in het geval uw gasten te laat zijn.
Voorwaarde voor Heat+Hold:
• Ingestelde temperatuur is hoger dan 80×C
Heat+Hold inschakelen
1. Klokfuncties Duur en/of Einde instellen.
2. Toets Selectie zo vaak indrukken tot het symbool Warmhouden op het display ver-
schijnt.
3. Toets indrukken. Op het display verschijnt “00:30”,
4. Zodra de functie is beÎindigd klinkt er een signaal en Heat+Hold start.
De ingestelde ovenfunctie loopt 30 minuten bij 80×C .
Zodra de 30 minuten met Heat+Hold zijn beÎindigd, schakelt de oven uit.
3Onafhankelijk van de ingestelde ovenfunctie blijft Heat+Hold actief. U kunt tus-
sen de ovenfuncties wisselen.
Herinnering voor pyrolytische reiniging
De Herinneringherkent wanneer een pyrolytische reiniging noodzakelijk is en geeft dit
als volgt aan:
Na het uitschakelen van de ovenfunctie knippert het symbool Pyrolyse ca.
10 seconden.
Door het tegelijk indrukken van of kan de Herinnering worden teruggezet.
Dit knipperen wordt na het beÎindigen van langere bak-/braadprocessen herhaald tot
een pyrolytische reiniging wordt uitgevoerd.
Deze functie is bij de levering van het apparaat ingeschakeld.
U kunt de Herinnering uit- en inschakelen:
Page 23
Herinnering in- of uitschakelen
1. Apparaat met de toets Aan/Uit inschakelen.
2. Toets Selectie indrukken tot het symbool
Pyrolyse knippert.
3. Eventueel met de toetsen / de Herinnering inschakelen (ON) resp. uitschakelen (OFF).
4. Toets Selectie kort indrukken.
23Bedienen van de oven
Overige functies
Indicatie-uitschakeling
2U kunt energie besparen door de tijdindicatie uit te schakelen.
Tijdindicatie uitschakelen
1. Schakel het apparaat zo nodig met de toets Aan/Uit uit.
2. Houd de toetsen Selectie en tegelijk inge-
drukt, totdat de indicatie donker wordt.
3De indicatie wordt automatisch ingeschakeld
wanneer het apparaat weer in gebruik wordt
genomen.
Wanneer u het apparaat weer uitschakelt, gaat
de dagtijdindicatie weer uit.
Wanneer u wilt dat de dagtijd weer blijvend
wordt aangegeven, moet u de tijdindicatie weer
inschakelen.
Tijdindicatie inschakelen
1. Schakel het apparaat zo nodig met de toets Aan/Uit uit.
2. Houd de toetsen Selectie en tegelijk ingedrukt, totdat de indicatie weer verschijnt.
Page 24
Bedienen van de oven24
Kinderbeveiliging
Zodra de kinderbeveiliging is ingeschakeld, kan het apparaat niet worden gebruikt.
Kinderbeveiliging inschakelen
1. Het apparaat zo nodig met de toets Aan/Uit inschakelen.
Er mag geen ovenfunctie zijn gekozen.
2. Houd de toetsen Selectie en tegelijk inge-
drukt totdat ”SAFE“ in de indicatie verschijnt.
De kinderbeveiliging is nu ingeschakeld.
Kinderbeveiliging uitschakelen
1. Het apparaat zo nodig met de toets Aan/Uit inschakelen.
2. Houd de toetsen Selectie en tegelijk ingedrukt totdat ”SAFE“ in de indicatie uit gaat.
De kinderbeveiliging is nu uitgeschakeld en de oven weer klaar voor gebruik.
Toetsenvergrendeling
Met deze functie voorkomt u dat ingestelde ovenfuncties per abuis worden gewijzigd.
Toetsenvergrendeling inschakelen
1. Schakel het apparaat zo nodig met de toets Aan/Uit in.
2. Kies een ovenfunctie.
3. Houd de toetsen Selectie en tegelijk inge-
drukt, totdat in de indicatie ”LOC“ verschijnt.
De toetsenvergrendeling is nu ingeschakeld.
Toetsenvergrendeling uitschakelen
Houd de toetsen Selectie en tegelijk ingedrukt totdat ”LOC“ in de indicatie uit gaat.
De toetsenvergrendeling wordt automatisch opgeheven als de ovenfunctie wordt uitgeschakeld.
Automatische uitschakeling van de oven
3Als de oven na een bepaalde tijd niet wordt uitgeschakeld of wanneer de temperatuur
niet wordt veranderd, dan wordt de oven automatisch uitgeschakeld.
In de temperatuurindicatie knippert de laatst ingestelde temperatuur.
De oven schakelt automatisch uit bij een oventemperatuur van.
Schakel de oven helemaal uit.
Daarna kunt u de oven weer in gebruik nemen.
3De automatische uitschakeling wordt opgeheven als de klokfunctie Duur of Einde inge-
steld is.
Toepassingen, tabellen en tips
Bakken
Ovenfunctie: Hete luchtmet ring of Conventioneel
Bakvormen
• Voor Conventioneel zijn vormen van donker metaal en gecoate vormen geschikt.
• Voor Hete luchtmet ring zijn ook vormen van licht metaal geschikt.
Inbrengsleuven
• Bakken met Conventioneel is altijd slechts op één niveau mogelijk.
• Met Hete luchtmet ring kunt u op maximaal 3 bakplaten tegelijk bakken:
1 bakplaat:
bijvoorbeeld inzetniveau 3
1 bakvorm:
bijvoorbeeld inzetniveau 1
2 bakplaten:
bijvoorbeeld inzetniveau 1 en 3
Page 26
Toepassingen, tabellen en tips26
3 bakplaten:
inzetniveau 1, 3 en 5
Algemene aanwijzingen
• Bakblik met de schuine kant naar voren plaatsen!
• U kunt met Conventioneel of Hete luchtmet ring ook twee vormen tegelijk
naast elkaar op het rooster bakken. Het bakproces duurt nauwelijks langer.
3Bij diepgevroren gerechten kunnen de geplaatste bakplaten tijdens het gaarproces kr-
omtrekken. Dit wordt veroorzaakt door het grote temperatuurverschil tussen het diepgevroren gerecht en de oventemperatuur. Als de bakplaten zijn afgekoeld trekken ze
weer recht.
Aanwijzingen bij de baktabellen
In de tabellen vindt u een keuze aan gerechten met de bijbehorende temperatuurvoorschriften, tijden en inzetniveaus.
• De temperaturen en baktijden zijn richtwaarden. De waarden zijn namelijk afhankelijk
van de samenstelling van het deeg, de hoeveelheid en de bakvorm.
• Wij adviseren om de eerste keer de laagste temperatuurwaarde in te stellen en pas indien gewenst, bijv. als een sterkere bruining is gewenst of als de baktijd te lang duurt,
een hogere temperatuur te kiezen.
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij een
soortgelijk gebak.
• Bij het op meerdere niveaus bakken van gebak op bakplaten of in vormen kan de baktijd 10-15 minuten langer zijn.
• Bereid vochtig gebak, zoals bijvoorbeeld pizza's en vruchtengebak, op één niveau.
• Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces
niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. In de
loop van het bakproces wordt het gebak overal even bruin.
• Uw nieuwe oven kan een ander bak-/braadgedrag vertonen als uw oude apparaat. Pas
daarom de instellingen (temperatuur, baktijden) en inzetniveaus zoals u die gewend
bent aan de aanbevelingen in de onderstaande tabel aan.
2Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uit-
schakelen, om de nawarmte te gebruiken.
Tenzij anders aangegeven, gelden de waarden in de tabellen voor het plaatsen van een
gerecht in de koude oven.
Page 27
Baktabel
Bakken op één inzetniveau
27Toepassingen, tabellen en tips
Soort
gebak
Ovenfunctie
Inzet-ni-
veau
Tempe-ra-
tuur
°C
Tijd
uur: min.
Gebak in vormen
TulbandHete luchtmet ring1150-1600:50-1:10
Zandgebak/koningstaartHete luchtmet ring1140-1601:10-1:30
BiscuittaartHete luchtmet ring11400:25-0:40
BiscuittaartConventioneel11600:25-0:40
Taartbodem van zandtaart-
Hete luchtmet ring3170-180
1)
0:10-0:25
deeg
Taartbodem van roerdeegHete luchtmet ring3150-1700:20-0:25
Dichte appeltaartConventioneel1170-1900:50-1:00
Appeltaart (2vormen
Koekjes van zandtaartdeegHete luchtmet ring3150-1600:06-0:20
SpritsHete luchtmet ring31400:20-0:30
SpritsConventioneel3160
1)
0:20-0:30
Koekjes van roerdeegHete luchtmet ring3150-1600:15-0:20
Schuimgebak, baiserHete luchtmet ring380-1002:00-2:30
BitterkoekjesHete luchtmet ring3100-1200:30-0:60
Koekjes van gistdeegHete luchtmet ring3150-1600:20-0:40
Koekjes van bladerdeegHete luchtmet ring3170-180
BroodjesHete luchtmet ring3160
BroodjesConventioneel3180
Kleine cakejes (20stuks/blik)Hete luchtmet ring3140
Kleine cakejes (20stuks/blik)Conventioneel3170
1)
0:20-0:30
1)
1)
1)
1)
0:20-0:35
0:20-0:35
0:20-0:30
0:20-0:30
1) Oven voorverwarmen
2) Opvangplaat of braadslede gebruiken
Bakken op meerdere niveaus
Soort gebak
Hetelucht met
ring
Niveau van onderen
2 niveaus3 niveaus
Hete luchtmet
ring
Tempera-
tuur ºC
Tijd
uur: min.
Gebak op de bakplaat
Roomsoezen/tompoezen1/4---160-180
1))
0:35-0:60
Droog kruimelgebak1/3---140-1600:30-0:60
Koekjes
Koekjes van zandtaartdeeg1/31/3/5150-1600:15-0:35
Sprits1/31/3/51400:20-0:60
Koekjes van roerdeeg1/3---160-1700:25-0:40
Schuimgebak, baiser1/3---80-1002:10-2:50
Bitterkoekjes1/3---100-1200:40-1:20
Page 29
29Toepassingen, tabellen en tips
Soort gebak
Hetelucht met
ring
Niveau van onderen
2 niveaus3 niveaus
Hete luchtmet
ring
Tempera-
tuur ºC
Tijd
uur: min.
Met gist gebakken koekjes1/3---160-1700:30-0:60
Koekjes van bladerdeeg1/3---170-180
1)
0:30-0:50
Broodjes1/4---1600:30-0:45
Kleine cakejes (20stuks/blik)1/4---140
1)
0:25-0:40
1) Oven voorverwarmen
Baktips
BakresultaatMogelijke oorzaakOplossing
De onderkant van het gebak is te licht van kleur
Het gebak zakt in (wordt
klef, papperig, vochtig)
Gebak is te droogTe lage baktemperatuurBaktemperatuur hoger instellen
Gebak wordt ongelijkmatig bruin
Gebak wordt niet gaar
binnen de aangegeven
baktijd
Verkeerde inschuifhoogteGebak lager inschuiven
Te hoge baktemperatuurBaktemperatuur iets lager in-
stellen
Te korte baktijdBaktijd verlengen
Baktijden kunnen niet worden
verkort door een hogere baktemperatuur
Te veel vocht in het deegGebruik minder vloeistof
Let op de kneedtijden, in het bijzonder bij het gebruik van keukenmachines
Te lange baktijdBaktijd verkorten
Te hoge baktemperatuur en te
korte baktijd
Het deeg is ongelijkmatig ver-
deeld
Baktemperatuur lager instellen
en baktijd verlengen
Het deeg gelijkmatig over de
bakplaat verdelen
Vetfilter is geplaatstVetfilter verwijderen
Te lage temperatuurBaktemperatuur iets hoger in-
stellen
Vetfilter is geplaatstVetfilter verwijderen
Met de ovenfunctie Op lage temperatuur bereiden blijft het braadstuk lekker mals en
bijzonder sappig.
Op lage temperatuur bereiden adviseren wij zachte, magere stukken vlees en vis.
Op lage temperatuur bereiden is niet geschikt voor suddervlees of varkensbraadstuk.
De oven verwarmt tot de gewenste of ingestelde temperatuur. Er klinkt een zoemer zodra deze temperatuur is bereikt. Daarna schakelt de oven automatisch naar een lagere
temperatuur om.
Normaal adviseren wij voor kleinere stukken vlees, bijv. steak.
adviseren wij voor grotere stukken vlees, bijv. runderbiefstuk.
Profi
1Let op:Plaats bij het braden het vetfilter in de oven!
3Met de ovenfunctie Op lage temperatuur bereiden altijd open, zonder deksel bra-
den.
1. Het braadvlees in de pan zeer heet aanbraden.
2. In een braadslede of direct op het rooster met een daaronder geplaatst opvangblik
plaatsen.
3. In de ovenplaatsen. Ovenfunctie Op lage temperatuur bereiden kiezen, event. de te-
peratuur wijzigen en verder braden (zie tabel).
3De ovenfunctie Op lage temperatuur bereiden kan niet tegelijkertijd met de
Rosbief of ossenhaas van binnen rood (rare)
van binnen roze (medium)
doorbakken (well-done)
Varkensvlees
Schouderkarbonade, hamlap80-82 °C
Tussenribstuk, kasselerrib75-80 °C
Gehakt75-80 °C
Kalfsvlees
Kalfsbraadstuk75-80 °C
Kalfsgehakt85-90 °C
Schapenvlees / lamsvlees
Schapenbout80-85 °C
Schapenrug80-85 °C
Lamsbout, lamsbraadstuk70-75 °C
Wild
Hazenrug70-75 °C
Hazenpoot, hazenbout70-75 °C
Gehele haas70-75 °C
Reerug, hertenrug70-75 °C
Reebout, hertenbout70-75 °C
Vlak-grilleren
Ovenfunctie: Grill klein of Grill groot met maximale temperatuurinstelling
1Let op: bij het grilleren moet de ovendeur altijd gesloten zijn.
45-50 °C
60-65 °C
70-75 °C
3De lege oven met de grillfuncties altijd 5 minuten voorverwarmen!
• Voor grillen het rooster op het aanbevolen gebruiksniveau plaatsen.
• De opvangbak altijd op het 1e gebruiksniveau van onderaf plaatsen.
• De grilltijden zijn richtwaarden.
• Grilleren is bijzonder geschikt voor platte stukken vlees en vis.
Page 35
Grilltabel
35Toepassingen, tabellen en tips
Frikadellen48-10 min.6-8 min.
Varkenshaas410-12 min.6-10 min.
Braadworst48-10 min.6-8 min.
Runderhaas, kalfsfilet46-7 min.5-6 min.
Runderfilet, rosbief (ca. 1 kg)310-12 min.10-12 min.
Geroosterd brood
Snacks op toast36-8 min.---
• Uitgepakte etenswaren op een bord op het rooster plaatsen.
• Gebruik voor het afdekken geen borden of schotels, omdat deze de ontdooitijd aan-
• Om te ontdooien plaatst u het rooster op het eerste niveau van onderen.
Ontdooitabel
Kip, 1000 g100-14020-30
Vlees, 1000g100-14020-30Na de helft van de tijd keren
Vlees, 500g90-12020-30Na de helft van de tijd keren
Forel, 150g25-3510-15--Aardbeien, 300g30-4010-20--Boter, 250g30-4010-15---
Slagroom, 2 x 200g80-10010-15
Gebak, 1400g6060---
GerechtInzetniveau
1)
zienlijk verlengen.
Gerecht
Ontdooitijd
min.
Tijd
1e zijde2e zijde
34-6 min.3-5 min.
Nadooitijd
min.
Kip op een omgekeerd schoteltje in een
groot bord leggen
Na de helft van de tijd keren
Slagroom kan ook met nog licht bevroren
deeltjes goed worden geklopt
Opmerking
Page 36
Toepassingen, tabellen en tips36
Drogen met hetelucht
Ovenfunctie: Hete luchtmet ring
• Gebruik hiervoor een met boterhampapier of bakpapier belegd rooster.
• U bereikt een beter resultaat als u na de helft van de tijd de oven uitschakelt, opent en
1Waarschuwing: Voor het reinigen moet het apparaat zijn uitgeschakeld en zijn afge-
koeld.
Waarschuwing: Om veiligheidsredenen het apparaat niet reingen met een stoom- of
hogedrukreiniger.
Let op: geen schuurmiddelen, scherp reinigingsgereedschap of schuursponsjes
gebruiken.
Geen bijtende schuurmiddelen of scherpe metalen schrapers gebruiken om het
glas van de ovendeur te reinigen. Hierdoor kan het oppervlak bekrast raken en
kan het glas uiteindelijk breken.
Buitenkant apparaat
• De voorkant van het apparaat met een zachte doek en een warm sopje afnemen.
• Bij een metalen front een in de handel verkrijgbaar onderhoudsmiddel gebruiken.
• Geen schuurmiddelen en schuursponsjes gebruiken.
Page 38
Reiniging en onderhoud38
Ovenruimte
1Waarschuwing: Voor het reinigen moet de oven uitgeschakeld en afgekoeld zijn.
3Reinig het apparaat elke keer na het gebruik. Verontreinigingen zijn dan makkelijk te
verwijderen en kunnen niet inbranden. Door de Pyrolyse kan niet verwijderde aanslag
verkleuring van de oppervlakte van het materiaal veroorzaken.
1. Bij het openen van de ovendeur wordt automatisch de ovenverlichting ingeschakeld.
2. De oven elke keer na het gebruik met een sopje afnemen en drogen.
3Bij hardnekkige verontreiniging met Pyrolyse reinigen.
1Attentie! Als u ovenspray gebruikt, beslist de aanwijzingen van de fabrikant opvolgen.
Accessoires
Alle inschuifdelen (rooster, bakplaat, inschuifroosters enz.) elke keer na het gebruik afwassen en goed afdrogen. Kort laten inweken zorgt voor makkelijker schoonmaken.
Vetfilter
1. Het vetfilter in een heet sopje of in de afwasautomaat reinigen.
2. Als het vuil sterk is ingebrand in wat water en 2-3 eetlepels afwasmiddel voor afwasauto-
maten uitkoken.
Pyrolytische reiniging
1Waarschuwing: De oven wordt tijdens dit proces zeer heet. Kleine kinderen absoluut uit
de buurt houden.
1Let op! Alvorens de pyrolytische reiniging uit te voeren moeten alle uitneembare delen,
inclusief de inschuifroosters uit de oven worden verwijderd.
3Als u gebruik maakt van de als extra accessoires leverbare bakwagens, moeten deze
voorafgaand aan de pyrolytische reiniging worden verwijderd.
Als niet alle inschuifroosters of bakwagens zijn verwijderd, verschijnt in de tijdindicatie
íC1í.
De pyrolyse kan in dat geval door een veiligheidsuitschakeling ter bescherming van de
inschuifroosters/bakwagens niet worden gestart.
Verschijnt in de tijdindicatie "C3", start de pyrolytische reiniging niet. Ovendeur correct
sluiten.
Pyrolytische reiniging
1. Grove stukken vuil eerst met de hand verwijderen.
2. Ovenfunctie Pyrolyse kiezen.
– Op het temperatuurdisplay verschijnt P2
– In de tijdindicatie verschijnt "2:45",
– Het symbool Duur knippert ca. 5 seconden.
Daarna start de pyrolytische reiniging.
Page 39
39Reiniging en onderhoud
3Tijdens de opwarmtijd de ovendeur niet openen, omdat het proces anders wordt afge-
broken.
3De Licht is buiten werking.
Bij het bereiken van een vastgelegde temperatuur wordt de ovendeur vergrendeld.
Het symbool is actief en de balkjes van de verwarmingsindicatie lichten op totdat de
deur weer is ontgrendeld.
3Wordt het proces tijdens de vergrendeling afgebroken, kan als volgende functie alleen
een pyrolytische reiniging worden gekozen. Dit geldt alleen zolang de oven vergrendeld
is.
Duur wijzigen
1. Te werk gaan zoals beschreven bij "Pyrolytische reiniging".
2. Zolang Duur knippert, met of de gewenste duur selecteren:
– 2:15 voor licht vervuilde oven,
– 2:45 voor normaal vervuilde oven,
– 3:15 voor sterk vervuilde oven.
Duur knippert ca. 5 seconden.
Daarna start de pyrolytische reiniging.
3Indien Duur niet meer knippert, wederom de toets Selectie indrukken en vervolgens de
instelling uitvoeren.
3. Na afloop van de pyrolytische reiniging voor het beÎindigen een willekeurige toets indrukken.
Uitschakeltijd van de pyrolytische reiniging veranderen
De uitschakeltijd kan met de klokfunctie Einde worden veranderd (binnen 2 min. na het
starten van de pyrolytische reiniging).
Herinnering
De Herinneringherkent wanneer een pyrolytische reiniging noodzakelijk is en wijst hierop.
3De Herinneringkan in- en uitgeschakeld worden (zie hoofdstuk “Bedienen van de oven”).
Inschuifroosters
Om de zijwanden schoon te maken kunnen de inschuifroosters links en rechts in de oven
worden losgenomen.
Inschuifroosters losnemen
Roosters eerst voor van de ovenwand wegtrekken (1) en dan achter losnemen (2).
Page 40
Reiniging en onderhoud40
Inschuifroosters inzetten
3Belangrijk! De afgeronde einden van de gelei-
dingsstangetjes moeten naar voren wijzen!
Bij het inzetten de roosters eerst achter weer
inhangen (1) en dan voor inzetten en aandrukken (2).
Ovenverlichting
1Waarschuwing: Kans op kortsluiting! Voor het vervangen van de ovenlamp:
– oven uitschakelen!
– zekeringen in de huisinstallatie uitdraaien resp. uitschakelen.
3Om de ovenlamp en het afdekglas te beschermen een doekje op de bodem van de oven
leggen.
Page 41
Ovenlamp vervangen/glas reinigen
1. Afdekglas linksom draaien, losnemen en
schoonmaken.
2. Indien nodig:
oververlichting 40 watt, 230 V 300 °C hittebestendig
vervangen.
3. Afdekglas weer aanbrengen.
Ovenlamp aan de zijkant vervangen/
glas reinigen.
1. Linker inschuifrooster losnemen.
2. Afdekglas met behulp van een smal, stomp
voorwerp (bijv. theelepeltje) losnemen en reinigen.
3. Indien nodig: ovenlamp (halogeen) vervangen.
Reservelamp via serviceafdeling bestellen (zie
onder service/serviceafdeling).
41Reiniging en onderhoud
3Halogeenverlichting altijd met een doek aan-
pakken, om te voorkomen dat vetresten inbranden.
4. Afdekglas weer aanbrengen.
5. Inschuifrooster inzetten.
Page 42
Reiniging en onderhoud42
Bakovendeur
Om het binnenste van de bakoven gemakkelijker te kunnen kunt u de bakovendeur van
uw apparaat eruit halen.
Bakovendeur eruit halen
1. Bakovendeur volledig openen.
2. Klemhendel (A) aan de beide scharnieren van de deur volledig uitklappen.
3. Sluit de bakovendeur tot de eerste vergrendel-
stand (circa 45°).
4. Pak met beide handen de zijkanten van de bakovendeur vast en trek de deur van de bakoven
schuin naar boven er uit (Let op : Zwaar!).
3Leg de bakovendeur met de buitenkant naar
boven op een zacht, vlak oppervlak neer, bijvoorbeeld op een deken, om krassen te vermijden.
Page 43
Bakovendeur erin schuiven
1. Pak met beide handen de bakovendeur aan de
kant van de greep vast en houd deze in een
hoek van circa 45°.
Plaats de uitsparingen aan de onderkant van de
bakovendeur op de scharnieren van de bakoven.
Laat de deur tot de aanslag naar onder glijden.
2. Bakovendeur volledig openen.
3. Zet de klemhendel (A) aan de beide deur-
scharnieren terug in de oorspronkelijke positie.
43Reiniging en onderhoud
4. Bakovendeur sluiten.
Het glas van deur van de bakoven
De bakovendeur is uitgerust met vier achter elkaar aangebrachte glasplaten. De binnenste glasplaten kunnen eraf gehaald worden, tijdens het reinigen.
1Let op! Als er kracht wordt uitgeoefend, vooral aan de zijkanten van de voorruit, kan het
glas breken.
Page 44
Reiniging en onderhoud44
De glasplaten van de deur demonteren
1. Bakovendeur volledig openen.
2. Klemhendel (A) aan de beide scharnieren van de deur volledig uitklappen.
3. Sluit de bakovendeur tot de eerste vergrendel-
stand (circa 45°).
4. Pak de deurafschermer (B) aan de bovenkant
van de deuraan beide kanten vast en druk deze
naar binnen om de klemvergrendeling los te
maken. Trek vervolgens de deurafschermer van
boven eraf.
5. Pak de glasplaten een voor een aan de rand vast
en trek ze uit de geleiding vanaf boven eruit.
Reinig de glasplaten
Reinig grondig de glasplaten met spoelmiddel. Droog daarna de glasplaat goed af.
Page 45
Glasplaten weer terug in de deur zetten
1. Schuif aan de onderkant van deur de glasplaten
een voor een schuin vanaf boven in het profiel
van de deur en laat ze zakken.
3De beide kleine glasplaten eerst en daarna de
grote glasplaat.
2. Pak de deurafschermer (B) aan de zijkanten
vast, breng deze aan de binnenkant van de rand
van de deur aan en steek vervolgens de deurafschermer (B) op de bovenkant van de deur.
3Aan de openzijde van de deurafschermer (B)
bevindt zich een geleiderail (C). Deze moet tussen de buitenste deurruit en de geleidehoek (D)
erin worden geschoven.
De klemvergrendeling (E) moet vast gezet zijn.
45Reiniging en onderhoud
Page 46
Wat is er aan de hand als …46
3. Bakovendeur volledig openen.
4. Zet de klemhendel (A) aan de beide deurschar-
nieren terug in de oorspronkelijke positie.
5. Bakovendeur sluiten.
Wat is er aan de hand als …
StoringMogelijke oorzaakOplossing
De oven wordt niet warmDe oven is niet ingeschakeldOven inschakelen
De dagtijd is niet ingesteldDagtijd instellen
De noodzakelijke instellingen
zijn niet uitgevoerd
De automatische uitschakeling
heeft de oven uitgeschakeld
De zekering in de huisinstallatie (stoppenkast) is doorgebrand
De ovenverlichting valt uit De ovenlamp is kapotOvenlamp vervangen
Instellingen controleren
Zie Automatische uitschakeling
Zekering controleren Als de
zekeringen meerdere malen
worden uitgeschakeld, neem
dan contact op met een erkend elektro-installateur
Page 47
StoringMogelijke oorzaakOplossing
47Wat is er aan de hand als …
De pyrolyse functioneert
niet (in de tijdindicatie verschijnt „C1”)
De pyrolyse functioneert
niet (in de tijdindicatie verschijnt „C3“)
In de tijdindicatie verschijnt F11
In de tijdindicatie verschijnt F2
In de tijdindicatie verschijnt een niet bovengenoemde foutcode
Wanneer u de storing niet kunt verhelpen met de hierboven gegeven aanwijzin-
Inschuifroosters/braadsleden
zijn niet uit de oven verwijderd
De deur is niet goed gesloten
of de deurvergrendeling is defect
De vleesthermometer heeft
kortsluiting of de stekker van
de vleesthermometer zit niet
vast in het contact
Deur niet juist gesloten of
deurvergrendeling defect
Elektronisch defectHet apparaat via de huisinstal-
Verwijder de inschuifroosters/
braadsleden
Sluit de deur goed
Steek de stekker van de vleesthermometer tot de eindaanslag in het contact in de
zijwand van de oven.
Deur goed sluiten;
Het apparaat via de huisinstallatie of de veiligheidsschakelaar van de stoppenkast
uit- en weer inschakelen.
Neem bij herhaalde indicatie
a.u.b. contact op met de klantenservice
latie of de veiligheidsschakelaar van de zekeringkast
uitschakelen en vervolgens
weer inschakelen.
Neem bij herhaalde indicatie
a.u.b. contact op met de klantenservice
gen, neem dan contact op met uw vakhandel of met onze service-afdeling.
1Waarschuwing! Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen worden
uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker
leiden.
3Bij een onjuiste bediening wordt het bezoek van de servicetechnicus ook tijdens de ga-
rantieperiode in rekening gebracht.
3Aanwijzingen voor apparaten met een metalen voorzijde:
Vanwege de koele voorzijde van uw apparaat kan er zich, na het openen van de ovendeur tijdens of kort na het bakken of braden, gedurende korte tijd condens vormen op de
binnenkant van het deurvenster.
Page 48
Afvalverwerking48
Afvalverwerking
2Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv. >PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpakkingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke
inzamelplaatsen in de daarvoor bestemde containers.
2Oud apparaat verwijderen
Het symbool
huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt
dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens
en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt
u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met
de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
W op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
1Waarschuwing: Opdat er geen gevaar meer kan ontstaan, moeten afgedankt apparaten
voor het weggooien onbruikbaar worden gemaakt.
Stekker uit het stopcontact trekken en aansluitsnoer van het apparaat verwijderen.
Page 49
Service
Controleer bij technische storingen eerst of u met behulp van de gebruiksaanwijzing
(hoofdstuk „Wat te moet doen als…“) het probleem zelf kunt oplossen.
Wanneer u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met onze service-afdeling.
Om u snel te kunnen helpen, hebben wij de volgende gegevens nodig: