Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren
uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen
maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd
om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.aeg.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt
door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van
het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van
8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan van een volwassene of van iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is
heet.
• Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren.
• Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
NEDERLANDS3
1.2 Algemene veiligheid
• Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan
worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselementen niet aanraken.
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
www.aeg.com
4
• Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of
olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
• Probeer brand nooit met water te blussen, maar schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de
vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
• Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
• Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur
schoon te maken, deze kunnen krassen veroorzaken
op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken.
• Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze
kan heet worden.
• Om de inschuifrailen te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit
de zijwanden. Installeer de inschuifrail in de omgekeerde volgorde.
• Als de glaskeramische oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit om het risico op elektrische schokken te voorkomen.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
• Volg de installatie-instructies op die
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen
• Trek het apparaat nooit aan de hand-
• Houd de minimumafstand naar andere
zijn meegeleverd met het apparaat.
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
greep van zijn plaats.
apparaten en units in acht.
• Zorg ervoor dat het apparaat onder en
naast veilige installaties wordt geïnstalleerd.
• De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van dezelfde hoogte.
• Installeer het apparaat niet op een
platform.
• Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat hete pennen van het apparaat vallen als de deur of het raam wordt geopend.
WAARSCHUWING!
Installeer een stabilisator om te
voorkomen dat het apparaat kantelt. Raadpleeg de installatiegids.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangeslo-
ten op een geaard stopcontact.
• Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met
de stroomvoorziening. Zo niet, neem
dan contact op met een elektromonteur.
• Gebruik altijd een correct geïnstal-
leerd, schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Neem contact op met
de service-afdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen.
• Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
• De schokbescherming van delen on-
der stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap
kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcon-
tact als de installatie is voltooid. Zorg
NEDERLANDS5
ervoor dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op een
losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie-apparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de
houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3
mm.
2.2 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden
of elektrische schokken
• Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat telkens na gebruik uit.
• Van binnen wordt het apparaat heet
als het in werking is. Raak de verwarmingselementen in het apparaat niet
aan. Gebruik altijd ovenhandschoenen
om accessoires of kookgerei te plaatsen of verwijderen.
• Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het apparaat aan staat. Er kan hete lucht ontsnappen.
• Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
• Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart afstandbedieningssysteem.
www.aeg.com
6
• Houd de deur van het apparaat altijd
dicht als het apparaat in werking is.
• Leg geen bestek of pandeksels op de
kookzones. Ze worden heet.
• Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
• Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van
het apparaat gebroken is. Dit om elektrische schokken te voorkomen.
WAARSCHUWING!
Brand- of explosiegevaar.
• Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de
buurt van vet en olie als u er mee
kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de
eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
• Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-luchtmengsel ontstaan.
• Probeer een brand niet te blussen met
water. Haal het apparaat uit het stopcontact en dek de vlammen af met
een deksel of blusdeken.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
– Zet geen kookgerei of andere voor-
werpen direct op de bodem van het
apparaat.
– Leg geen aluminiumfolie op de bo-
dem van het apparaat.
– Plaats geen water direct in het hete
apparaat.
– haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
– Wees voorzichtig bij het verwijderen
of bevestigen van accessoires.
• Verkleuring van het email heeft geen
ongewenst effect op de werking van
het apparaat. Dit is geen defect dat
geldt voor het recht op garantie.
• Gebruik een diepe braadpan voor
vochtige taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
• Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
• Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken in het glaskeramiek. Til deze voorwerpen altijd op als
u ze moet verplaatsen op het kookoppervlak.
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
• Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de
glasplaten kunnen breken.
• Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem contact op met de service-afdeling.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen
van de deur uit het apparaat. De deur
is zwaar!
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Resterend vet of voedsel in het apparaat kan brand veroorzaken.
• Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
• Raadpleeg als u een ovenspray gebruikt eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
• Reinig niet het katalytisch emaille (indien van toepassing) met een schoonmaakmiddel.
• Voordat u het lampje vervangt, dient u
de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
• Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer van het apparaat af
2.4 Binnenverlichting
• De gloeilampen of halogeenlampen in
dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld
voor gebruik in huishoudelijke appara-
en gooi dit weg.
• Verwijder de deurgreep om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat.
ten. Gebruik deze niet voor andere
doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken!
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
NEDERLANDS7
3.1 Algemeen overzicht
2 3
1
5
4
3
8
2
1
Knop voor de ovenfuncties
1
Knop voor de temperatuur
2
4
5
6
7
Temperatuurweergave
3
Toetsen voor de kookplaat
4
Verwarmingselement
5
Ovenlampje
6
Ventilator- en verwarmingselement
7
Rekstanden
8
www.aeg.com
8
3.2 Indeling kookplaat
123
145 mm
140/210 mm
170 mm
265 mm
145 mm
456
3.3 Accessoires
• Ovenrek
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
• Vlakke bakplaat
Voor gebak en koekjes.
• Braadpan
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
4.1 Eerste reiniging
• Verwijder alle accessoires en uitneembare rails (indien van toepassing).
• Reinig het apparaat voor het eerste
gebruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud
en reiniging".
4.2 Voorverwarmen
Verwarm het apparaat voor om het resterende vet weg te branden.
Kookzone 1200 W
1
Stoomuitlaat
2
Kookzone 1500/2400 W
3
Kookzone 1200 W
4
Restwarmte-indicatie
5
Kookzone 1000/2200 W
6
Voor braden en roosteren of als pan
om vet op te vangen.
• Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich een
bewaarlade.
1.
Stel de functie en de maximumtemperatuur in.
2.
Laat het apparaat een uur aan staan.
3.
Stel de functie en de maximumtemperatuur in.
4.
Laat het apparaat tien minuten aan
staan.
5.
Stel de functie en de maximumtemperatuur in.
6.
Laat het apparaat tien minuten aan
staan.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. Het apparaat kan een vreemde
geur en rook afgeven. Dit is normaal.
Zorg dat er voldoende luchtcirculatie is.
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
5.1 Temperatuurinstelling
ToetsFunctie
Warmhouden
0Uit-stand
1-9Kookstanden
(1 - laagste kookstand; 9 hoogste kookstand)
1.
Draai de bedieningsknop in de gewenste kookstand.
2.
Zet de bedieningsknop op stand 0
om het kookproces stop te zetten.
Gebruik de restwarmte om het
energieverbruik te verlagen. Zet
de kookzone ongeveer 5-10 minuten voordat het koken is voltooid uit.
5.2 Gebruik van de dubbele
zone
LET OP!
Draai de knop naar rechts om de
dubbele zone te activeren. Draai
de knop niet door de stoppositie.
NEDERLANDS9
1.
Draai de knop rechtsom naar positie
9.
2.
Draai de knop langzaam naar het
symbool
De twee kookzones zijn nu aan.
3.
Raadpleeg 'Kookstanden' om de no-
dige kookstanden in te stellen.
tot u een klik hoort.
5.3 Restwarmte-indicatie
De restwarmte-indicatie geeft aan wanneer een kookzone heet is.
WAARSCHUWING!
Er bestaat verbrandingsgevaar
door restwarmte.
6. KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
6.1 Kookgerei
• De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk
zijn.
• Kookgerei gemaakt van geëmailleerd staal of met aluminium of kopperen bodems, kunnen tot verkleuringen leiden
van de glazen keramische
kookplaat.
6.2 Energie besparen
• Doe indien mogelijk altijd een
deksel op de pan.
• Zet de pan op de kookzone
voordat u deze inschakelt.
• Schakel voor het einde van de
bereidingstijd de kookzones
uit, om gebruik te maken van
de restwarmte.
• De bodems van de pannen en
kookzones dienen dezelfde afmeting te hebben.
6.3 De voorbeelden van
kooktoepassingen
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Voeg minstens tweemaal zoveel vloeistof toe als rijst,
melkgerechten tijdens het
bereiden tussendoor roeren.
Enkele eetlepels vloeistof
toevoegen
Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen
Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten
en soepen
6-7Lichtjes braden: kalfsoester,
kalfs cordon bleu, koteletten,
zoals
nodig
Halverwege de bereidings-
tijd omdraaien
rissoles, worstjes, lever, roux, eieren, pannenkoeken, donuts
7-8Door-en-door gebraden, opge-
bakken aardappelen, lenden-
5-15
min.
Halverwege de bereidings-
tijd omdraaien
biefstukken, steaks
9Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken,
aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
Reinig het apparaat telkens na gebruik
Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
Krassen of donkere vlekken in de
glaskeramiek hebben geen invloed op de werking van het apparaat.
Vuil verwijderen:
1.
– Verwijder direct:gesmolten plas-
tic, gesmolten folie en suikerhoudende gerechten. Anders kan het
vuil het apparaat beschadigen.
Gebruik een speciale schraper
voor de glazen plaat. Plaats de
schraper schuin op de glazen
plaat en verwijder resten door het
blad over het oppervlak te schuiven.
– Verwijder nadat het apparaat
voldoende is afgekoeld: kalkvlekken, waterkringen, vetvlekken en
glimmende metaalachtige verkleuringen. Gebruik een speciaal
schoonmaakmiddel voor glaskeramiek of roestvrij staal.
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
NEDERLANDS11
2.
Reinig het apparaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel.
3.
Wrijf het apparaat ten slotte droog
met een schone doek.
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
2.
8.1 Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat
koel te houden. Na het uitschakelen van
het apparaat blijft de ventilatie door
werken totdat de temperatuur in het apparaat is afgekoeld.
3.
8.2 Het apparaat aan- en
uitzetten
1.
Draai de knop voor de ovenfuncties
naar een ovenfunctie.
8.3 Ovenfuncties
OvenfunctieApplicatie
Uit-standHet apparaat staat uit.
Voor het braden of braden en bakken van gerechten
Multi hete-
lucht
Boven + On-
derwarmte
Pizzafunctie
Circulatiegrill
waarvoor dezelfde bereidingstemperatuur nodig is, op
meer dan één steunhoogte, zonder dat er smaken worden overgebracht van het ene naar het andere gerecht.
Stel de oventemperatuur (20-40 °C) lager in dan bij bereiding met onder- en bovenwarmte.
Bakken en braden op één ovenniveau. De bovenste en
onderste verwarmingselementen worden gelijktijdig ingeschakeld.
Om pizza, quiche of pasteitjes te maken. Stel de oventemperatuur (20-40 °C) lager in dan bij bereiding met
onder- en bovenwarmte.
Voor het bakken van grote stukken vlees. Het grillelement en de ovenventilator werken samen, zodat de hetelucht rond de gerechten circuleert.
Draai de knop voor de temperatuur
naar een temperatuur.
Het temperatuurlampje gaat aan zolang de temperatuur in het apparaat
stijgt.
Draai om het apparaat uit te schakelen, de knop voor de ovenfuncties
en de knop voor de temperatuur in
de uit-stand.
www.aeg.com
12
OvenfunctieApplicatie
Voor het grillen van plat voedsel in grote hoeveelhe-
Grill intens
Drogen
OntdooienVoor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
den. Voor het maken van toast. Het volledige grillelement wordt geactiveerd.
Voor het drogen van gesneden fruit (zoals appels, pruimen, perziken) en groenten (zoals tomaten, courgette
of champignons).
Ovenlampje
Het ovenlampje activeren zonder een bereidingsfunctie.
8.4 De ovenaccessoires plaatsen
De diepe pan en het ovenrooster
hebben zijranden. Deze randen
en de vorm van de geleidestangen vormen een speciaal accessoire om te zorgen dat het kookgerei niet verschuift.
Het ovenrooster en de diepe pan samen plaatsen
Plaats het ovenrooster op de diepe pan.
Plaats de diepe pan tussen de geleidestangen van een van de ovenniveaus.
9. OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
De temperaturen en baktijden in
de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk
van de recepten en de kwaliteit
en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
LET OP!
Gebruik voor cakes met veel
vocht een diep bakblik. Vruchtensappen kunnen het emaille
beschadigen.
9.1 Bakken
Algemene aanwijzingen
• Uw nieuwe oven kan een andere bak-/
braadverhouding hebben dan het ap-
paraat dat u tot nu toe gebruikt heeft.
Pas uw normale instellingen (temperatuur, gaartijden) en de ovenniveaus
aan de tabelwaarden aan.
• Bij langere baktijden kunt u de oven
ca. 10 minuten voor het einde van de
baktijd uitschakelen, om te profiteren
van de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmiddelen gebruikt, kunnen de platen in
de oven tijdens het bakken vervormen. Wanneer de platen afkoelen,
verdwijnt de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
• Wij raden aan om de eerste keer de
lagere temperatuur in te stellen.
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt
vinden voor uw eigen recept, kijkt u
dan bij een soortgelijk product.
• Bij het bakken van gebak op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minuten langer zijn.
• Als het gebak niet overal even hoog
is, wordt het gebak in het begin van
het bakproces niet overal even bruin.
Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschillen verminderen tijdens het bakproces.
9.2 Baktips
BakresultaatMogelijke oorzaakOplossing
De onderkant van de cake is te licht van kleur.
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
De cake is te droog.
De cake is te droog.Te lange baktijd.
De cake wordt ongelijkmatig bruin.
De cake wordt ongelijkmatig bruin.
De cake wordt niet gaar
binnen de aangegeven
baktijd.
Verkeerde rekstand.Plaats de cake lager.
De oventemperatuur is
te hoog.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur lager in.
Baktijd verlengen. Bak-
Te korte baktijd.
tijden kunnen niet worden verkort door hoge-
re baktemperaturen.
Minder vocht gebruiken.
Er zit te veel vloeistof in
het mengsel.
Let op de kneedtijden,
vooral bij het gebruik
van keukenmachines.
De volgende keer dat u
De oventemperatuur is
te laag.
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur hoger
De volgende keer dat u
een cake bakt, gebruikt
u een kortere baktijd.
De oventemperatuur is
te hoog en de baktijd te
De baktemperatuur la-
ger instellen en de bak-
kort.
Het deeg is niet gelijk-
matig verdeeld.
Verdeel het deeg gelijk-
matig over de bakplaat.
De volgende keer dat u
De oventemperatuur is
te laag.
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur een
NEDERLANDS13
in.
tijd verlengen.
beetje hoger in.
www.aeg.com
14
9.3 Multi hetelucht
Bakken op één gebruiksniveau
Bakken in vormen
Verwarmings-
soort
Tulband of brioche
Zandgebak/vruchtencake
Fatless sponge
cake
Taartbodem van
zandtaartdeeg
Taartbodem roerdeeg
Apple pie (2 vormen Ø20cm, diagonaal geplaatst)
1)
Oven voorverwarmen
PlaathoogteTemperatuur °CTijd in min.
2150 - 16050 - 70
1 - 2140 - 16050 - 90
3
2
2150 - 17020 - 25
2 - 316060 - 90
150 - 160
170-180
1)
1)
25 - 40
10 - 25
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Kruimeltaart
(droog)
PlaathoogteTemperatuur °CTijd in min.
3150 - 16020 - 40
Vruchtentaart (op
gistdeeg/roer-
1)
deeg)
Vruchtentaart met
kruimeldeeg
1)
Gebruik diepe pan
315035 - 55
3160 - 17040 - 80
Koekjes
Verwarmings-
soort
PlaathoogteTemperatuur °CTijd in min.
Zandkoekjes3150 - 16010 - 20
Short bread / Pa-
stry Stripes
314020 - 35
Roerdeegkoekjes3150 - 16015 - 20
Eiwitgebak,
schuimgebak
380 - 100120 - 150
Bitterkoekjes3100 - 12030 - 50
NEDERLANDS15
Verwarmings-
soort
Klein gerezen gebak
Klein bladerdeeggebak
Bolletjes3
Small cakes (20
per plaat)
1)
Oven voorverwarmen
PlaathoogteTemperatuur °CTijd in min.
3150 - 16020 - 40
160
150
1)
1)
1)
20 - 30
10 - 35
20 - 35
3
170 - 180
3
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
SchotelPlaathoogteTemperatuur °CTijd in min.
Stokbroden bedekt met gesmol-
1
160 - 170
1)
15 - 30
ten kaas
Gevulde groente1160 - 17030- 60
1)
Oven voorverwarmen
Bakken op meerdere niveaus
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Roomsoezen/
tompoezen
Kruimeltaart2/4150 - 16030 - 45
1)
Oven voorverwarmen
Plaathoogte
2 niveaus
2/4
Temperatuur °CTijd in min.
160 - 180
1)
25 - 45
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes
Verwarmings-
soort
Plaathoogte
2 niveaus
Temperatuur °CTijd in min.
Zandkoekjes2/4150 - 16020 - 40
Zandtaartdeeg/
Deegreepjes
2/414025 - 45
Roerdeegkoekjes2/4160 - 17025 - 40
Eiwitgebak,
schuimgebak
2/480 - 100130 - 170
Bitterkoekjes2/4100 - 12040 - 80
Klein gerezen ge-
bak
2/4160 - 17030 - 60
www.aeg.com
16
Verwarmings-
soort
Klein bladerdeeggebak
Bolletjes2/4
Small cakes (20
per plaat)
1)
Oven voorverwarmen
Plaathoogte
2 niveaus
2/4
2/4
Temperatuur °CTijd in min.
170 - 180
1)
180
1)
150
1)
30 - 50
25- 40
20 - 40
9.4 Bakken op één niveau:
Bakken in vormen
Verwarmings-
soort
Tulband of brioche
Zandgebak/vruchtencake
Fatless sponge
cake
Taartbodem van
zandtaartdeeg
Taartbodem roerdeeg
Apple pie (2 vormen Ø20cm, diagonaal geplaatst)
Hartige taart (bijv.
quiche lorraine)
Kwarktaart1 - 2160 - 18060 - 90
1)
Oven voorverwarmen
PlaathoogteTemperatuur °CTijd in min.
2160 - 18050 - 70
1 - 2150 - 17050 - 90
3
2
1)
170
190 - 210
25 - 40
1)
10 - 25
2170 - 19020 - 25
1 - 218060 - 90
1180 - 22035- 60
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
PlaathoogteTemperatuur °CTijd in min.
Vlechtbrood/
broodkrans
Kerststol2
2170 - 19040 - 50
160 - 180
1)
50 - 70
NEDERLANDS17
Verwarmings-
soort
PlaathoogteTemperatuur °CTijd in min.
Brood (roggebrood):
1.
Eerste deel
van het bakproces.
2.
Tweede deel
1 - 2
1.
2.
1)
230
160 - 180
1.
2.
1)
30 - 60
van het bakproces.
Roomsoezen/
tompoezen
3
190 - 210
1)
20 - 35
Koninginnenbrood (opgerolde
3
180 - 200
1)
10 - 20
cake met jam)
Kruimeltaart
(droog)
Amandelcake/sui-
kertaart
3160 - 18020 - 40
3
190 - 210
1)
20 - 30
Vruchtentaart (op
gistdeeg/roer-
2)
deeg)
Vruchtentaart met
kruimeldeeg
317035 - 55
3170 - 19040 - 60
Plaatkoek met
kwetsbare garnering (bijv. kwark,
3
160 - 180
1)
40 - 80
room, puddingvulling)
Pizza (met veel
garnering)
2)
Pizza (dunne
korst)
Ongedesemd
brood
1 - 2
1 - 2
190 - 210
220 - 250
1230 - 25010 - 15
1)
1)
30 - 50
15 - 25
Vlaaien (CH)1210 - 23035 - 50
1)
Oven voorverwarmen
2)
Gebruik diepe pan
20
Koekjes
Verwarmings-
soort
InzetniveausTemperatuur °CTijd in min.
Zandkoekjes3170 - 19010 - 20
Short bread/ Pa-
stry Stripes
3
160
1)
20 - 35
www.aeg.com
18
Verwarmings-
soort
InzetniveausTemperatuur °CTijd in min.
Roerdeegkoekjes3170 - 19020 - 30
Eiwitgebak,
schuimgebak
380 - 100120- 150
Bitterkoekjes3120 - 13030 - 60
Klein gerezen ge-
bak
Klein bladerdeeg-
gebak
Bolletjes3
Small cakes (20
per plaat)
1)
Oven voorverwarmen
3170 - 19020 - 40
170
1)
1)
1)
20 - 30
10 - 55
20 - 30
3
3 - 4
190 - 210
190 - 210
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten