AEG 40006 VS-WN User Manual [nl]

40006VS NL Gebruiksaanwijzing 2
FR Notice d'utilisation 30
www.aeg.com
2
INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
6. KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
9. OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
10. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
11. PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
12. MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.aeg.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan. Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt. De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie. Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor in­stallatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente inva­liditeit.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte licha­melijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan van een volwassene of van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin­deren.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het ap­paraat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
• Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveili­ging, raden wij aan dit te activeren.
• Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
NEDERLANDS 3
1.2 Algemene veiligheid
• Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselemen­ten niet aanraken.
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart afstandbedieningssysteem.
www.aeg.com
4
• Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
• Probeer brand nooit met water te blussen, maar scha­kel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
• Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet op de kookplaat worden ge­plaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
• Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen bre­ken.
• Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze kan heet worden.
• Om de inschuifrailen te verwijderen trekt u eerst de voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden. Installeer de inschuifrail in de omge­keerde volgorde.
• Als de glaskeramische oppervlakte gebarsten is, schakel het apparaat dan uit om het risico op elektri­sche schokken te voorkomen.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
• Volg de installatie-instructies op die
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatie­technicus mag het apparaat in­stalleren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen
• Trek het apparaat nooit aan de hand-
• Houd de minimumafstand naar andere
zijn meegeleverd met het apparaat.
van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen.
greep van zijn plaats.
apparaten en units in acht.
• Zorg ervoor dat het apparaat onder en
naast veilige installaties wordt geïn­stalleerd.
• De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van de­zelfde hoogte.
• Installeer het apparaat niet op een
platform.
• Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt dat hete pennen van het apparaat val­len als de deur of het raam wordt geo­pend.
WAARSCHUWING!
Installeer een stabilisator om te voorkomen dat het apparaat kan­telt. Raadpleeg de installatiegids.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromon­teur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangeslo-
ten op een geaard stopcontact.
• Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromon­teur.
• Gebruik altijd een correct geïnstal-
leerd, schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Neem contact op met de service-afdeling of een elektro­monteur om een beschadigde hoofd­kabel te vervangen.
• Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat, met name niet als deze heet is.
• De schokbescherming van delen on-
der stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden beves­tigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcon-
tact als de installatie is voltooid. Zorg
NEDERLANDS 5
ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het ap­paraat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie-appa­raten: stroomonderbrekers, zekerin­gen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlek­schakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een iso­latieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet af­gesloten kan worden. Het isolatieap­paraat moet een contactopening heb­ben met een minimale breedte van 3 mm.
2.2 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken
• Gebruik dit apparaat in een huishou­delijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopenin­gen niet geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat telkens na ge­bruik uit.
• Van binnen wordt het apparaat heet als het in werking is. Raak de verwar­mingselementen in het apparaat niet aan. Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of kookgerei te plaat­sen of verwijderen.
• Wees voorzichtig met het openen van de deur van het apparaat als het ap­paraat aan staat. Er kan hete lucht ont­snappen.
• Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
• Oefen geen kracht uit op een geopen­de deur.
• Bedien het apparaat niet met een ex­terne timer of een apart afstandbedie­ningssysteem.
www.aeg.com
6
• Houd de deur van het apparaat altijd dicht als het apparaat in werking is.
• Leg geen bestek of pandeksels op de kookzones. Ze worden heet.
• Zet de kookzone op "uit" na elk ge­bruik.
• Het apparaat mag niet worden ge­bruikt als werkblad of aanrecht.
• Sluit het apparaat direct af van de stroomtoevoer als het oppervlak van het apparaat gebroken is. Dit om elek­trische schokken te voorkomen.
WAARSCHUWING!
Brand- of explosiegevaar.
• Verhitte vetten en olie kunnen ont­vlambare damp afgeven. Houd vlam­men of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft kun­nen spontane ontbranding veroorza­ken.
• Gebruikte olie die voedselresten be­vat kan brand veroorzaken bij een la­gere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlamba­re producten in, bij of op het appa­raat.
• Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur.
• Open de deur van het apparaat voor­zichtig. Als u alcoholische toevoegin­gen gebruikt, kan er alcohol-lucht­mengsel ontstaan.
• Probeer een brand niet te blussen met water. Haal het apparaat uit het stop­contact en dek de vlammen af met een deksel of blusdeken.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het appa­raat.
• Om schade of verkleuring van het email te voorkomen:
– Zet geen kookgerei of andere voor-
werpen direct op de bodem van het apparaat.
– Leg geen aluminiumfolie op de bo-
dem van het apparaat.
– Plaats geen water direct in het hete
apparaat.
– haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar bent met koken.
– Wees voorzichtig bij het verwijderen
of bevestigen van accessoires.
• Verkleuring van het email heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat. Dit is geen defect dat geldt voor het recht op garantie.
• Gebruik een diepe braadpan voor vochtige taarten. Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken.
• Zet geen hete pannen op het bedie­ningspaneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop.
• Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken in het glaskera­miek. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op het kookop­pervlak.
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Zorg ervoor dat het apparaat is afge­koeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
• Vervang direct de glazen deurpanelen als deze beschadigd zijn. Neem con­tact op met de service-afdeling.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar!
• Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.
• Resterend vet of voedsel in het appa­raat kan brand veroorzaken.
• Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Ge­bruik geen schuurmiddelen, schuur­sponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
• Raadpleeg als u een ovenspray ge­bruikt eerst de aanwijzingen op de verpakking.
• Reinig niet het katalytisch emaille (in­dien van toepassing) met een schoon­maakmiddel.
• Voordat u het lampje vervangt, dient u de stekker van het apparaat uit het stopcontact te halen.
• Gebruik alleen lampjes met dezelfde specificaties.
2.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer van het apparaat af
2.4 Binnenverlichting
• De gloeilampen of halogeenlampen in dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in huishoudelijke appara-
en gooi dit weg.
• Verwijder de deurgreep om te voorko­men dat kinderen en huisdieren opge­sloten raken in het apparaat.
ten. Gebruik deze niet voor andere doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schok­ken!
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
NEDERLANDS 7
3.1 Algemeen overzicht
2 3
1
5 4 3
8
2 1
Knop voor de ovenfuncties
1
Knop voor de temperatuur
2
4
5
6
7
Temperatuurweergave
3
Toetsen voor de kookplaat
4
Verwarmingselement
5
Ovenlampje
6
Ventilator- en verwarmingselement
7
Rekstanden
8
www.aeg.com
8
3.2 Indeling kookplaat
1 2 3
145 mm
140/210 mm
170 mm 265 mm
145 mm
456
3.3 Accessoires
Ovenrek Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Vlakke bakplaat Voor gebak en koekjes.
Braadpan
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
4.1 Eerste reiniging
• Verwijder alle accessoires en uitneem­bare rails (indien van toepassing).
• Reinig het apparaat voor het eerste gebruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
4.2 Voorverwarmen
Verwarm het apparaat voor om het res­terende vet weg te branden.
Kookzone 1200 W
1
Stoomuitlaat
2
Kookzone 1500/2400 W
3
Kookzone 1200 W
4
Restwarmte-indicatie
5
Kookzone 1000/2200 W
6
Voor braden en roosteren of als pan om vet op te vangen.
Bewaarlade Onder de ovenruimte bevindt zich een
bewaarlade.
1.
Stel de functie en de maximum­temperatuur in.
2.
Laat het apparaat een uur aan staan.
3.
Stel de functie en de maximum­temperatuur in.
4.
Laat het apparaat tien minuten aan staan.
5.
Stel de functie en de maximum­temperatuur in.
6.
Laat het apparaat tien minuten aan
staan. Accessoires kunnen heter worden dan normaal. Het apparaat kan een vreemde geur en rook afgeven. Dit is normaal. Zorg dat er voldoende luchtcirculatie is.
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
5.1 Temperatuurinstelling
Toets Functie
Warmhouden
0 Uit-stand
1-9 Kookstanden
(1 - laagste kookstand; 9 ­hoogste kookstand)
1.
Draai de bedieningsknop in de ge­wenste kookstand.
2.
Zet de bedieningsknop op stand 0 om het kookproces stop te zetten.
Gebruik de restwarmte om het energieverbruik te verlagen. Zet de kookzone ongeveer 5-10 mi­nuten voordat het koken is vol­tooid uit.
5.2 Gebruik van de dubbele zone
LET OP!
Draai de knop naar rechts om de dubbele zone te activeren. Draai de knop niet door de stopposi­tie.
NEDERLANDS 9
1.
Draai de knop rechtsom naar positie
9.
2.
Draai de knop langzaam naar het
symbool
De twee kookzones zijn nu aan.
3.
Raadpleeg 'Kookstanden' om de no-
dige kookstanden in te stellen.
tot u een klik hoort.
5.3 Restwarmte-indicatie
De restwarmte-indicatie geeft aan wan­neer een kookzone heet is.
WAARSCHUWING!
Er bestaat verbrandingsgevaar door restwarmte.
6. KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
6.1 Kookgerei
• De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
• Kookgerei gemaakt van geë­mailleerd staal of met alumini­um of kopperen bodems, kun­nen tot verkleuringen leiden van de glazen keramische kookplaat.
6.2 Energie besparen
• Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan.
• Zet de pan op de kookzone voordat u deze inschakelt.
• Schakel voor het einde van de bereidingstijd de kookzones uit, om gebruik te maken van de restwarmte.
• De bodems van de pannen en kookzones dienen dezelfde af­meting te hebben.
6.3 De voorbeelden van kooktoepassingen
De gegevens in de volgende tabel die­nen slechts als richtlijn.
www.aeg.com
10
Tem-
Te gebruiken voor: Tijd Tips pera­tuur­instel­ling
Het door u gekookte eten warm
1
te houden
naar be-
Leg een deksel op de pan.
hoefte
1-2 Hollandaise saus, boter smel-
ten, chocolade, gelatine 1-2 Stollen: luchtige omeletten, ge-
bakken eieren 2-3 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk-
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen 3-4 Stomen van groenten, vis en
vlees 4-5 Aardappelen stomen 20-60
4-5 Bereiden van grotere hoeveel-
heden voedsel, stoofschotels
5-25 min.
10-40 min.
25-50 min.
20-45 min.
min. 60-150
min.
Meng het geheel van tijd tot tijd.
Met deksel bereiden
Voeg minstens tweemaal zo­veel vloeistof toe als rijst, melkgerechten tijdens het bereiden tussendoor roeren.
Enkele eetlepels vloeistof toevoegen
Gebruik max. ¼ l water voor 750 g aardappelen
Tot 3 l vloeistof plus ingre­diënten
en soepen 6-7 Lichtjes braden: kalfsoester,
kalfs cordon bleu, koteletten,
zoals nodig
Halverwege de bereidings-
tijd omdraaien rissoles, worstjes, lever, roux, ei­eren, pannenkoeken, donuts
7-8 Door-en-door gebraden, opge-
bakken aardappelen, lenden-
5-15 min.
Halverwege de bereidings-
tijd omdraaien biefstukken, steaks
9 Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken,
aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
Reinig het apparaat telkens na gebruik Gebruik altijd pannen met een schone bodem.
Krassen of donkere vlekken in de glaskeramiek hebben geen in­vloed op de werking van het ap­paraat.
Vuil verwijderen:
1.
Verwijder direct:gesmolten plas-
tic, gesmolten folie en suikerhou­dende gerechten. Anders kan het vuil het apparaat beschadigen. Gebruik een speciale schraper voor de glazen plaat. Plaats de schraper schuin op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schui­ven.
Verwijder nadat het apparaat
voldoende is afgekoeld: kalkvlek­ken, waterkringen, vetvlekken en glimmende metaalachtige ver­kleuringen. Gebruik een speciaal schoonmaakmiddel voor glaskera­miek of roestvrij staal.
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
NEDERLANDS 11
2.
Reinig het apparaat met een vochti­ge doek en een beetje afwasmiddel.
3.
Wrijf het apparaat ten slotte droog met een schone doek.
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
2.
8.1 Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Na het uitschakelen van het apparaat blijft de ventilatie door werken totdat de temperatuur in het ap­paraat is afgekoeld.
3.
8.2 Het apparaat aan- en
uitzetten
1.
Draai de knop voor de ovenfuncties naar een ovenfunctie.
8.3 Ovenfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Voor het braden of braden en bakken van gerechten
Multi hete-
lucht
Boven + On-
derwarmte
Pizzafunctie
Circulatiegrill
waarvoor dezelfde bereidingstemperatuur nodig is, op meer dan één steunhoogte, zonder dat er smaken wor­den overgebracht van het ene naar het andere gerecht. Stel de oventemperatuur (20-40 °C) lager in dan bij be­reiding met onder- en bovenwarmte.
Bakken en braden op één ovenniveau. De bovenste en onderste verwarmingselementen worden gelijktijdig in­geschakeld.
Om pizza, quiche of pasteitjes te maken. Stel de oven­temperatuur (20-40 °C) lager in dan bij bereiding met onder- en bovenwarmte.
Voor het bakken van grote stukken vlees. Het grillele­ment en de ovenventilator werken samen, zodat de he­telucht rond de gerechten circuleert.
Draai de knop voor de temperatuur naar een temperatuur.
Het temperatuurlampje gaat aan zo­lang de temperatuur in het apparaat stijgt.
Draai om het apparaat uit te schake­len, de knop voor de ovenfuncties en de knop voor de temperatuur in de uit-stand.
www.aeg.com
12
Ovenfunctie Applicatie
Voor het grillen van plat voedsel in grote hoeveelhe-
Grill intens
Drogen
Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
den. Voor het maken van toast. Het volledige grillele­ment wordt geactiveerd.
Voor het drogen van gesneden fruit (zoals appels, prui­men, perziken) en groenten (zoals tomaten, courgette of champignons).
Ovenlampje
Het ovenlampje activeren zonder een bereidingsfunc­tie.
8.4 De ovenaccessoires plaatsen
De diepe pan en het ovenrooster hebben zijranden. Deze randen en de vorm van de geleidestan­gen vormen een speciaal acces­soire om te zorgen dat het kook­gerei niet verschuift.
Het ovenrooster en de diepe pan sa­men plaatsen
Plaats het ovenrooster op de diepe pan. Plaats de diepe pan tussen de geleides­tangen van een van de ovenniveaus.
9. OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richt­lijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de ge­bruikte ingrediënten.
LET OP!
Gebruik voor cakes met veel vocht een diep bakblik. Vruch­tensappen kunnen het emaille beschadigen.
9.1 Bakken
Algemene aanwijzingen
• Uw nieuwe oven kan een andere bak-/ braadverhouding hebben dan het ap-
paraat dat u tot nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale instellingen (tempera­tuur, gaartijden) en de ovenniveaus aan de tabelwaarden aan.
• Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uitschakelen, om te profiteren van de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmid­delen gebruikt, kunnen de platen in de oven tijdens het bakken vervor­men. Wanneer de platen afkoelen, verdwijnt de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
• Wij raden aan om de eerste keer de lagere temperatuur in te stellen.
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij een soortgelijk product.
• Bij het bakken van gebak op meerde­re niveaus kan de baktijd ca. 10-15 mi­nuten langer zijn.
• Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuur­instelling niet. De verschillen vermin­deren tijdens het bakproces.
9.2 Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de ca­ke is te licht van kleur.
De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
De cake is te droog.
De cake is te droog. Te lange baktijd.
De cake wordt ongelijk­matig bruin.
De cake wordt ongelijk­matig bruin.
De cake wordt niet gaar binnen de aangegeven baktijd.
Verkeerde rekstand. Plaats de cake lager.
De oventemperatuur is
te hoog.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur lager in.
Baktijd verlengen. Bak-
Te korte baktijd.
tijden kunnen niet wor­den verkort door hoge-
re baktemperaturen.
Minder vocht gebruiken.
Er zit te veel vloeistof in
het mengsel.
Let op de kneedtijden,
vooral bij het gebruik van keukenmachines.
De volgende keer dat u
De oventemperatuur is
te laag.
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur hoger
De volgende keer dat u een cake bakt, gebruikt
u een kortere baktijd.
De oventemperatuur is
te hoog en de baktijd te
De baktemperatuur la-
ger instellen en de bak-
kort.
Het deeg is niet gelijk-
matig verdeeld.
Verdeel het deeg gelijk-
matig over de bakplaat. De volgende keer dat u
De oventemperatuur is
te laag.
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur een
NEDERLANDS 13
in.
tijd verlengen.
beetje hoger in.
www.aeg.com
14
9.3 Multi hetelucht
Bakken op één gebruiksniveau
Bakken in vormen
Verwarmings-
soort
Tulband of brio­che
Zandgebak/vruch­tencake
Fatless sponge cake
Taartbodem van zandtaartdeeg
Taartbodem ­roerdeeg
Apple pie (2 vor­men Ø20cm, dia­gonaal geplaatst)
1)
Oven voorverwarmen
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
2 150 - 160 50 - 70
1 - 2 140 - 160 50 - 90
3
2
2 150 - 170 20 - 25
2 - 3 160 60 - 90
150 - 160
170-180
1)
1)
25 - 40
10 - 25
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Kruimeltaart (droog)
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
3 150 - 160 20 - 40
Vruchtentaart (op gistdeeg/roer-
1)
deeg) Vruchtentaart met
kruimeldeeg
1)
Gebruik diepe pan
3 150 35 - 55
3 160 - 170 40 - 80
Koekjes
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Zandkoekjes 3 150 - 160 10 - 20 Short bread / Pa-
stry Stripes
3 140 20 - 35
Roerdeegkoekjes 3 150 - 160 15 - 20 Eiwitgebak,
schuimgebak
3 80 - 100 120 - 150
Bitterkoekjes 3 100 - 120 30 - 50
NEDERLANDS 15
Verwarmings-
soort
Klein gerezen ge­bak
Klein bladerdeeg­gebak
Bolletjes 3 Small cakes (20
per plaat)
1)
Oven voorverwarmen
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
3 150 - 160 20 - 40
160
150
1)
1)
1)
20 - 30
10 - 35
20 - 35
3
170 - 180
3
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Stokbroden be­dekt met gesmol-
1
160 - 170
1)
15 - 30
ten kaas Gevulde groente 1 160 - 170 30- 60
1)
Oven voorverwarmen
Bakken op meerdere niveaus
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Roomsoezen/ tompoezen
Kruimeltaart 2/4 150 - 160 30 - 45
1)
Oven voorverwarmen
Plaathoogte
2 niveaus
2/4
Temperatuur °C Tijd in min.
160 - 180
1)
25 - 45
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes
Verwarmings-
soort
Plaathoogte
2 niveaus
Temperatuur °C Tijd in min.
Zandkoekjes 2/4 150 - 160 20 - 40 Zandtaartdeeg/
Deegreepjes
2/4 140 25 - 45
Roerdeegkoekjes 2/4 160 - 170 25 - 40 Eiwitgebak,
schuimgebak
2/4 80 - 100 130 - 170
Bitterkoekjes 2/4 100 - 120 40 - 80 Klein gerezen ge-
bak
2/4 160 - 170 30 - 60
www.aeg.com
16
Verwarmings-
soort
Klein bladerdeeg­gebak
Bolletjes 2/4 Small cakes (20
per plaat)
1)
Oven voorverwarmen
Plaathoogte
2 niveaus
2/4
2/4
Temperatuur °C Tijd in min.
170 - 180
1)
180
1)
150
1)
30 - 50
25- 40
20 - 40
9.4 Bakken op één niveau:
Bakken in vormen
Verwarmings-
soort
Tulband of brio­che
Zandgebak/vruch­tencake
Fatless sponge cake
Taartbodem van zandtaartdeeg
Taartbodem ­roerdeeg
Apple pie (2 vor­men Ø20cm, dia­gonaal geplaatst)
Hartige taart (bijv. quiche lorraine)
Kwarktaart 1 - 2 160 - 180 60 - 90
1)
Oven voorverwarmen
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
2 160 - 180 50 - 70
1 - 2 150 - 170 50 - 90
3
2
1)
170
190 - 210
25 - 40
1)
10 - 25
2 170 - 190 20 - 25
1 - 2 180 60 - 90
1 180 - 220 35- 60
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Vlechtbrood/ broodkrans
Kerststol 2
2 170 - 190 40 - 50
160 - 180
1)
50 - 70
NEDERLANDS 17
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Brood (rogge­brood):
1.
Eerste deel van het bak­proces.
2.
Tweede deel
1 - 2
1.
2.
1)
230
160 - 180
1.
2.
1)
30 - 60
van het bak­proces.
Roomsoezen/ tompoezen
3
190 - 210
1)
20 - 35
Koninginnen­brood (opgerolde
3
180 - 200
1)
10 - 20
cake met jam) Kruimeltaart
(droog) Amandelcake/sui-
kertaart
3 160 - 180 20 - 40
3
190 - 210
1)
20 - 30
Vruchtentaart (op gistdeeg/roer-
2)
deeg) Vruchtentaart met
kruimeldeeg
3 170 35 - 55
3 170 - 190 40 - 60
Plaatkoek met kwetsbare garne­ring (bijv. kwark,
3
160 - 180
1)
40 - 80 room, pudding­vulling)
Pizza (met veel garnering)
2)
Pizza (dunne korst)
Ongedesemd brood
1 - 2
1 - 2
190 - 210
220 - 250
1 230 - 250 10 - 15
1)
1)
30 - 50
15 - 25
Vlaaien (CH) 1 210 - 230 35 - 50
1)
Oven voorverwarmen
2)
Gebruik diepe pan
20
Koekjes
Verwarmings-
soort
Inzetniveaus Temperatuur °C Tijd in min.
Zandkoekjes 3 170 - 190 10 - 20 Short bread/ Pa-
stry Stripes
3
160
1)
20 - 35
www.aeg.com
18
Verwarmings-
soort
Inzetniveaus Temperatuur °C Tijd in min.
Roerdeegkoekjes 3 170 - 190 20 - 30 Eiwitgebak,
schuimgebak
3 80 - 100 120- 150
Bitterkoekjes 3 120 - 130 30 - 60 Klein gerezen ge-
bak Klein bladerdeeg-
gebak Bolletjes 3 Small cakes (20
per plaat)
1)
Oven voorverwarmen
3 170 - 190 20 - 40
170
1)
1)
1)
20 - 30
10 - 55
20 - 30
3
3 - 4
190 - 210
190 - 210
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Inzetniveaus Temperatuur °C Tijd in min.
Pastaschotel 1 180 - 200 45 - 60 Lasagne 1 180 - 200 35 - 50 Groentegratin 1
Stokbroden be­dekt met gesmol-
180 - 200
1
200 - 220
1)
1)
15 - 30
15 - 30
ten kaas Zoete ovenscho-
1 180 - 200 40 - 60
tels Visschotels 1 180 - 200 40 - 60 Gevulde groente 1 180 - 200 40 - 60
1)
Oven voorverwarmen
9.5 Pizzafunctie
Verwarmings-
soort
Pizza (dunne
1)
korst) Pizza (met veel
garnering)
1)
Taarten 1 - 2 170 - 200 35 - 55 Spinazietaart 1 - 2 160 - 180 45 - 60 Quiche Lorraine
(hartige taart)
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd min.
1 - 2
200 - 230
2)
10 - 20
1 - 2 180 - 200 20 - 35
1 - 2 170 - 190 45 - 55
Loading...
+ 42 hidden pages