Deze handleiding moet u helpen de machine te leren kennen en
te weten welke mogelijkheden ze in het kader van een correct
gebruik biedt.
De gebruiksaanwijzing bevat belangrijke aanwijzingen voor een
veilig, doelmatig en economisch gebruik met de machine. Wie
zich aan deze aanwijzingen houdt, vermijdt gevaren, spaart
reparatiekosten, vermindert storingsduur en verhoogt de
betrouwbaarheid en de levensduur van de machine.
De gebruiksaanwijzing is een aanvulling op de voorschriften op
basis van bestaande nationale voorschriften ter voorkoming van
ongelukken en ter bescherming van het milieu.
De gebruiksaanwijzing moet steeds op de plaats waar de
machine/ installatie wordt gebruikt, te vinden zijn.
De gebruiksaanwijzing moet door iedereen gelezen en
opgevolgd worden, die aan of bij de machine werkzaamheden
moet verrichten. Zulke werkzaamheden zijn:
–
Bediening, inclusief het installeren, bedrijfsklaar maken en
het verhelpen van storingen, verwijdering van produktieafval,
dagelijkse onderhoud
De operator moet mede daarvoor zorgen dat alleen bevoegde
personen aan de machine werken.
De operator is verplicht tenminste eenmaal per ploegendienst te
controleren, of er aan de buitenkant van de machine
beschadigingen of fouten vast te stellen zijn. De door hem
vastgestelde veranderingen (ook veranderingen in het
functioneren van de machine) die een gevaar voor de veiligheid
zouden kunnen vormen, moeten dadelijk worden gemeld.
Het betreffende bedrijf moet ervoor zorgen dat met de machine
alleen maar dan gewerkt wordt, als ze volledig in orde is.
Principieel mogen geen veiligheidsinrichtingen gedemonteerd of
buiten gebruik gesteld worden.
Als de demontage van zulke veiligheidsinrichtingen bij het
installeren, repareren of het onderhoud van de machine nodig
zou zijn, moeten deze veiligheidsinrichtingen onmiddellijk na het
beeindiging van zulke onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
weer gemonteerd worden.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schaden tengevolge
eigenmachtige veranderingen van de machine.
Alle veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen in acht nemen!
Plaatsen met gevaar voor bijv. kneuzingen, snij- of
schaafwonden of stoten, zijn met geel/zwart gestreepte vlakken
gekenmerkt.
Neem naast de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing de
algemeen geldende veiligheidsvoorschriften in acht.
Algemene veiligheidsvoorschriften
Het niet opvolgen van de volgende veiligheidsvoorschriften kan blessures
veroorzaken alsook shcade aan de machine veroorzaken.
1.De machine mag pas na het dooriezen van de bijbehorende handleiding en
alleen door orereenkomstig geschood bedieningspersoneel bediend worden.
2.Lees voor de inbedrijfstelling ook de veiligheidsinstructies en de handleiding
van de motorproducent door.
3.De machine mag alleen volgens het principe waarvoor deze ontworpen is, en
niet zonder de bijbehorende veiligheidsinrichtingen bedient worden; daarbij
moet ook gelet worden op alle desbetreffende veiligheidsvoorschriften.
4.Bij het vervangen van naaigereedschap (zoals b.v. naald, naaivoet, stikplaat,
stofschuiver en spoel), bij het insteken van de draad, bij het verlaten van de
werkplek alsmede bij onderhouds- werkzaamheden moet de machine door het
bedienen van de hoofdschakelaar of door het uittrekken van de het net
gehaald worden.
5.De dagelijkse onderhoudswerkzaamheden mogen alleen door
overeenskomstig geschoolde personen uitgevoerd worden.
6.Reparatiewerkzaamheden alsmede speciale onderhouds- werkzaamheden
mogen alleen door vakmensen resp. overeenkomstig geschoolde personen
uitgevoerd worden.
7.Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan pneumatische inrichtingen
moet de machine van het pneumatische toevoernet gehaald worden (max.
7-10 bar).
Voor het uit elkaar nemen is eerst een vermindering van de druk aan de
manometer voor het pneumatische toevoernet door te voeven.
Uitzonderingen zijn alleen bij instelwerkzaamheden en functiecontroles door
overeenkomstig geschoolde vakmensen toegestaan.
8.Werkzaamheden aan de elektrische uitrusting mogen alleen door davoor
gekwalificeerde vakmensen uitgevoerd worden.
9.Werkzaamheden aan onder spanning staande delen en inrichtingen zijn niet
toegestaan.
Uitzonderingen worden geregeld in de voorschriften DIN VDE 0105.
10.Het ombouwen resp. veranderen van de machine mag alleen met
inachtneming van alle desbetreffende veiligheidsvoorschriften uitgevoerd
worden.
11.Bij reparaties mogen alleen de door ons voor gebruik vrijgegeven
reserveonderdelen gebruikt worden.
12.De inbedrijfstelling van het bovendeel is zolang verboden totdat er vastgesteld
werd dat de gehele naai-eenheid voldoet aan de bepalingen van de
EG-richtlijnen.
De leveringsomvang is afhankelijk van uw bestelling.
Controleer of alle vereiste onderdelen voorhanden zijn alvorens de
machine te plaatsen.
Deze beschrijving geldt voor een speciaalnaaimachine waarvan
verschillende onderdelen compleet door Dürkopp Adler AG worden
geleverd.
–
1Bovendeel
Dürkopp-Adler meegeleverd met:
–
2Garenhouder
beschermhoes (niet afgebeeld)
11 Oliereservoir
Onderdelenset elektro, afhankelijk van bestelling, voor:
Machines met directe aandrijving
–
4Efka regeling
–
1Bedieningspaneel
–
12 Afdekking
Machines met positioneringsaandrijving
–
Hoofdschakelaar
–
Naaimachinemotor
–
Pulsgever
–
Riemafscherming
Accessoires
–
7Onderstel (optioneel)
–
6Pedaal en stangen (optioneel)
–
3Tafelblad (optioneel)
–
4Lade (optioneel)
–
Knieschakelaar
2.Algemeen en transportbeveiliging
LET OP!
Deze speciaalnaaimachine mag uitsluitend door speciaal daartoe
opgeleid personeel worden geplaatst.
NL
Transportbeveiligingen
Wanneer u een reeds gemonteerde speciaalnaaimachine heeft
gekocht, verwijder dan de volgende transportbeveiligingen:
–
Verpakkingstape en houten blokjes voor machinebovendeel,
tafelblad en onderstel.
–
Borgblok- en tape bij naaimachinemotor.
5
Op markering in tafelblad letten!
13
12
1
2
3
11
10
4
5
6
7
9
8
6
3.Onderstel monteren
3.1Onderdelen onderstel monteren
–
Losse onderdelen van het onderstel zoals hiernaast afgebeeld,
monteren.
–
Stelbout 8 verdraaien voor een stabiel staan van het onderstel.
Het onderstel moet met alle vier de poten op de vloer rusten!
3.2Tafelblad compleet maken en op onderstel monteren
Lade 10 met de ladegeleiders links onder het tafelblad schroeven.
–
Oliereservoir 7 onder het tafelblad schroeven.
–
Hoofdschakelaar 5* rechts onder het tafelblad schroeven.
–
Kabelgoot 4* achter hoofdschakelaar 5 onder het tafelblad
schroeven
–
Houder 3 voor de trekontlasting van de aansluitkabel achter
kabelgoot 4 onder het tafelblad schroeven.
–
Trafo naailampje 6 (optioneel) onder het tafelblad schroeven.
–
Bovendeelpaspennen 13 in de daartoe bestemde boorgaten in het
tafelblad plaatsen.
–
Onderstuk scharnieren 12 voor het machinebovendeel in de
uitsparing in het tafelblad 9 plaatsen en vastschroeven.
–
Rubber hoekjes 2 plaatsen.
–
Tafelblad 11 met houtschroeven (B8 x 35) op het onderstel
bevestigen. (zie afbeelding voor de juiste positie)
–
Garenhouder 1 in het daartoe bestemde boorgat in het tafelblad
plaatsen en met moeren en onderlegringen bevestigen.
Garenkloshouder en afwikkelhouder monteren en uitlijnen.
Garenkloshouder en afwikkelarm moeten boven elkaar staan.
–
Houder voor smeerolieflesjes 9 op linker onderstelpoot
schroeven.
NL
* Vervalt bij machines met directe aandrijving.
7
3.3Werkhoogte instellen
1
1
–
De werkhoogte is instelbaar tussen 750 en 900 mm (gemeten tot
aan de bovenzijde van het tafelblad).
–
Schroeven 1 op de poot van het onderstel losdraaien.
–
Tafelblad op de gewenste werkhoogte waterpas plaatsen.
Om te voorkomen dat het tafelblad schuin komt te staan, dit aan
beide zijden tegelijk omhoog te trekken resp. omlaag te duwen.
867-394242Efka DC1600/DA82GA
867-392242Efka DC 1550/DA321G
867-393242
867-190322Efka VD552/6F82FAEfka DC1600/DA82GA
867-190342Efka DC 1550/DA321G
867-190325Efka DC1600/DA82GA
867-190345Efka DC 1550/DA321G
867-290322Efka VD552/6F82FAEfka DC1600/DA82GA
867-290342
867-290325Efka DC1600/DA82GA
867-290345
* Deze koppelingsmotor bevat een elektromagnetische rem die na
uitschakelen van de motor ervoor zorgt dat de nadraaiende rotor
binnen korte tijd tot stilstand wordt gebracht. Op deze wijze wordt
voorkomen dat de naaimachine zonder toezicht aanloopt, wanneer na
het uitschakelen het pedaal wordt bediend.
NL
9
4.2Onderdelen van de aandrijfunits
De gewenste aandrijving wordt als complete ‘Aandrijfunit’ geleverd,
deze omvat naast de naaimachinemotor ook de volgende onderdelen:
riempoelie, V-riem, aansluitkabel, pedaalstangen, montagemateriaal
en aansluitschema’s .
Aandrijfunit
Naaimachinemotor typeFIR 1147-F752.3FIR 1148-752.3
Nom. spanning3 x 230 - 400 V/ 50 Hz3 x 230 - 400 V/ 60 Hz
Aansluitschema9800 110002 A9800 110002 D
Riempoelie100 mm100 mm
V-riem10 x 116510 x 1165
Leiding k; met stekker
en hoofdschakelaar
PedaalstangenMG43 000410MG43 000410
Bevestigingsmateriaal9880 8670019880 867000
(op verzoek)
Nom. spanning1 x 20 V 50/60 Hz1 x 190-240 V 50/60 Hz
Aansluitschema9800 130014 R98001301XXX R
Specificatieblad
Riempoelie63 mm
V-riem10 x 1100
PedaalstangenMG43 000401
Bevestigingsmateriaal9880 867004
10
4.3Naaimachinemotor monteren
8
7
1
6
5
4.4Pedaal monteren
2
3
4
–
Naaimachinemotor 2 met voetstuk 1 aan de onderzijde van het
tafelblad bevestigen.
Hiertoe de drie zeskantbouten 3 (M8x15) met onderlegringen in de
moeren 8 in het tafelblad draaien.
–
Pedaal 4 op onderstel 3 bevestigen.
–
Uit ergonomisch oogpunt het pedaal 4 als volgt uitlijnen:
Het hart van het pedaal moet zich ongeveer onder de naald
bevinden.
Onderstel 3 is t.b.v. het uitlijnen van het pedaal van slobgaten
voorzien.
–
Kogelnootbouten in het middelste en voorste boorgat van de
hefboom 7 schroeven.
–
Pedaalstangen 5 inhangen.
–
Schroef 6 iets losdraaien.
–
Pedaalstangen 5 in hoogte als volgt afstellen:
Het pedaal 4 dient onder een hoek van ca. 10° te staan als dit niet
wordt bediend.
–
Schroef 6 vastdraaien.
4
NL
11
Loading...
+ 35 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.