Acronis DISK DIRECTOR SUITE 10.0 User Manual [de]

Copyrights © 2005 Acronis Inc. © 2006 Easy Computing 1ste druk 2006
Uitgever Easy Computing n.v. Horzelstraat 100 1180 Brussel
Easy Computing b.v. Jansweg 40 2011 KN Haarlem
Website www.easycomputing.com
Productmanagement Jo Burssens
Vormgeving Phaedra creative communications, Westerlo
ISBN 90-456-3823-1 NUR 043 Wettelijk Depot D/2005/6786/153
Alle rechten voorbehouden. Zonder voorafgaande schri elijke toe stem ming van
Easy Computing mag niets van deze uitgave worden verveelvoudigd, bewerkt en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, mi cro  lm, magneti­sche media of op welke andere wijze dan ook.
Belangrijke opmerking
De methodes en programma’s in deze handleiding worden zonder inachtneming van eni ge pa ten ten ver meld.
Ze dienen enkel voor amateur- en stu die doel ein den.
Alle technische gegevens en programma’s in dit boek werden door de auteurs met de groot ste zorg vul dig heid
sa men ge steld en na een grondige con tro le gereproduceerd. Toch zijn fouten niet vol le dig uit te slui ten. Easy
Computing ziet zich daar om ge dwon gen erop te wijzen dat ze noch eni ge garantie, noch enige juridische
ver ant woor de lijk heid of welke vorm van aan spra ke lijk heid dan ook op zich kan nemen voor gevolgen die
voort vloeien uit foutieve informatie. Het melden van even tue le fou ten wordt door de auteurs altijd op prijs
gesteld.
Wij willen u erop wijzen dat de soft- en hardwarebenamingen die in dit boek worden ver meld, even als de
merknamen van de betreffende fi rma’s over het algemeen door fa brieks mer ken, han dels mer ken of door het
patentrecht zijn beschermd.
EASY COMPUTING TECHNICAL SUPPORT
Om te kunnen genieten van Technical Support dient u zich zo snel mogelijk te registreren.
Dit kunt u doen tijdens de installatie van het programma (On-line via internet of Off-line via fax/post).
SNEL, GRATIS en 24 UUR/dag support via Internet
http://www.easycomputing.com/nl/support/
Indien u geen internetverbinding heeft, dan kunt u contact opnemen
Betalend support voor 0,45 € per minuut (als u geen internetverbinding hebt):
van maandag tot vrijdag van 11.00 tot 12.30 uur en van 13.30 tot 17.00 u.
Voor België: 0900/10 383 (0,45 /minuut incl. BTW ) - Voor Nederland: 0900/202.18.38 (0,45 €/minuut incl. BTW)
Meer dan 90% van de meest gestelde vragen en bekende problemen worden 24 uur per dag
op de support-pagina’s van onze website beantwoord en/of opgelost (www.easycomputing.com).
Voor technische vragen die nog niet op onze website worden beantwoord,
kunt u een supportformulier invullen (te vinden op de support-pagina’s van onze website).
met onze technische dienst per post of per fax.
België: Easy Computing Technical Support Horzelstraat 100 1180 Brussel fax: 02/ 346 01 20
Het antwoord op uw vraag volgt snel.
Nederland: Easy Computing Technical Support Jansweg 40 2011 KN Haarlem fax: 023/ 542 08 36
4 Disk Director Suite
INHOUD
DE SOFTWARE INSTALLEREN 9
Starten van het programma 10
INLEIDING 11
Wat is Disk Director Suite? 11 Wat is er nieuw in Disk Director Suite 10.0? 11 Gebruiksvoorwaarden voor de software 12 Technische ondersteuning 13
INSTALLATIE EN GEBRUIK 14
Systeemvereisten 14 Installatie 14
Disk Director Suite installeren 14
OS Selector installeren 14 Disk Director Suite opwaarderen 15 Software verwijderen 15 De gebruikersinterface 15 Voordat u Disk Director Suite start 16 Aan de slag met Disk Director Suite 17
Onder Windows 17
Disk Director Suite voor het eerst starten 17
Vanaf opstartdiskettes of cd starten 17
AAN DE SLAG 18
De logische opbouw van Disk Director Suite 18
Partities automatisch beheren 18
Partities handmatig beheren 18
Tussen de modi omschakelen 18 Het hoofdvenster van Disk Director Suite 19
Informatie over schijven en partities 20
Het uiterlijk van het hoofdvenster aanpassen 20 Bewerkingen uitvoeren op partities 21
Basisbewerkingen uitvoeren op partities 21
Geavanceerde bewerkingen 22
Een wizard uitvoeren 22 Algemene informatie over bewerkingen op partities 22
Het resultaat van een bewerking weergeven 22
Geplande bewerkingen 22
De lijst met geplande bewerkingen weergeven 23
De instellingen wijzigen voor geplande bewerkingen 24
Gebruikersacties ongedaan maken 24
Wizards gebruiken 25 Disk Director Suite met een wachtwoord beveiligen 26 Logboeken bekijken 27
Disk Director Suite 5
PARTITIES AUTOMATISCH BEHEREN 29
Een nieuwe partitie maken 29 De vrije ruimte van een partitie vergroten 40 Partities kopiëren 43
PARTITIES HANDMATIG BEHEREN 48
Basisbewerkingen voor partities 48
Een nieuwe partitie maken 48
Een partitie naar een gebied met niet-toegewezen schijfruimte kopiëren 50
Een partitie naar een gebied met niet-toegewezen schijfruimte verplaatsen 53
Een partitie verplaatsen en/of de grootte ervan wijzigen 57
Partities splitsen 58
Partities samenvoegen 59
Partities verkennen 60
De naam van een partitie wijzigen 60
Een partitie formatteren 61
Een partitie verwijderen 62
Een partitie op fouten controleren 64
Een partitie defragmenteren 65
Niet-toegewezen schijfruimte grondig wissen 66
Een volledige harde schijf wissen 67 Geavanceerde bewerkingen voor partities 68
De naam van een partitie wijzigen 68
Bestandssystemen converteren 69
Een partitie verbergen 71
Een partitie opnieuw weergeven 72
De actieve partitie instellen 73
De grootte van de root-directory wijzigen 74
De clustergrootte wijzigen 75
Het type partitie wijzigen 77
De grootte van de INODE-tabel wijzigen in Linux Ext2/Ext3 78
RECOVERY EXPERT 80
Automatisch herstellen 81 Handmatig herstel 85
DISK EDITOR 88
Algemene informatie 88 Een partitie of schijf voor bewerking selecteren 88 Hoofdvenster 89 Harde schijven bewerken 90 Een blok in een bestand plaatsen en een bestand lezen 92 Beeld 93 Zoeken 94 Met verschillende coderingen werken 95
6 Disk Director Suite
WERKEN MET OS SELECTOR 96
Algemene informatie 96 Aan de slag 96 Het opstartmenu instellen 98 Een besturingssysteem laden 98
Een besturingssysteem vanuit het opstartmenu laden 98
Het besturingssysteem vanuit het hoofdvenster laden 99 Als standaardbesturingssysteem instellen 99 Een besturingssysteem met een wachtwoord beveiligen 99 De eigenschappen van een besturingssysteem instellen 100
Algemene instellingen 100
Opstartinstellingen 100
Partities 101
Schijven 102
Mappen 102
Bestanden 103
Geavanceerd 104 Een besturingssysteem verbergen 104 Snelkoppelingen gebruiken 105 Een besturingssysteem uit het opstartmenu verwijderen 105 Besturingssystemen detecteren 106 De naam van een besturingssysteem wijzigen 106 Een besturingssysteem kopiëren 107 De opties van OS Selector instellen 107
Algemene instellingen 107
Opstartopties 108
Beeldscherminstellingen 109
Wachtwoorden 109
Invoerapparaten 110
VERSCHILLENDE BESTURINGSSYSTEMEN OP DEZELFDE PC INSTALLEREN EN GEBRUIKEN 112
Inleiding 112
Het opstartmenu van OS Selector opnieuw inschakelen 113 Meerdere kopieën van Windows op dezelfde pc installeren 113
Algemene informatie 113
Een andere versie van Windows op een aparte partitie installeren 114
Een andere versie van Windows op dezelfde partitie installeren 114
Een andere versie van Windows op een andere schijf installeren 115
Extra kopieën van Windows installeren 115
De wizard Nieuw besturingssysteem 115 Linux en Windows op dezelfde pc installeren 117
Algemene informatie 117
Bijzonderheden van Linux 117
Partities voorbereiden op de installatie van Linux 117
Linux installeren 117
BOOTABLE MEDIA BUILDER 119
Algemene informatie 119 Opstartmedia maken 119
Disk Director Suite 7
APPENDIX A HARDE SCHIJF EN BESTURINGSSYSTEMEN 121
De organisatie van de harde schijf 121 Partities 122 Soorten partities 122 Primaire partities 123 Uitgebreide partities 123 Logische partities 123 Harde schijven formatteren 124 Bestandssystemen 124 De voornaamste specifi caties van bestandssystemen 125
Overzicht van de specifi caties van bestandssystemen 125
FAT16 126
FAT32 127
NTFS 127
Linux Ext2 128
Linux Ext3 128
Linux ReiserFS 128
APPENDIX B BIJZONDERHEDEN VAN BESTURINGSSYSTEMEN 129
DOS-achtige besturingssystemen 129
Disk Director Suite ondersteunt deze versies
van DOS-achtige besturingssystemen 129
Opstartvolgorde 130
Systeem- en confi guratiebestanden 130
Beperkingen 131 Windows 95/98/ME 131
Ondersteunde versies 131
Details en beperkingen van het starten 131
Systeemmappen 132 Windows NT/2000/XP 132
Ondersteunde versies 132
Bijzonderheden bij het opstarten 132
Systeem- en confi guratiebestanden 133
Systeemmappen 133
Beperkingen 133 Linux 134 Andere besturingssystemen 134
APPENDIX C WOORDENLIJST 135
8 Disk Director Suite
DE SOFTWARE INSTALLEREN
Sluit alle andere toepassingen voordat je het programma installeert, zodat de software probleemloos wordt geïnstalleerd.
• Als de AutoRun-functie is ingeschakeld op je computer, wordt het instal latieprogramma automatisch gestart zodra je de cd-rom in je cd-romspeler plaatst. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien en start de computer daarna opnieuw.
• Als de AutoRun-functie niet is ingeschakeld op je computer, moet je als volgt te werk gaan om het programma te installeren:
1 Kies in het Start-menu de opdracht Uitvoeren.
2 Typ D:\ECSETUPX.EXE (waarbij de letter D voor de stationsletter staat die op je systeem aan de
cd-romspeler is toegewezen).
U komt nu in de installatiebrowser:
Via de installatiebrowser kunt u drie dingen doen:
• Installatie van Disk Director Suite 10
• Naar onze supportpagina’s gaan
• Cd-rom verkennen
Disk Director Suite 9
Om het pakket Disk Director Suite 10 te installeren dubbelklikt u op de betreffende knop in de browser.
STARTEN VAN HET PROGRAMMA
Kies in het Start-menu de opdracht Programma’s/Easy Computing/Disk Director/ Disk Director om het pakket te starten.
10 Disk Director Suite
INLEIDING
Wat is Disk Director Suite?
Disk Director Suite is een complex programma dat partitie- en bootmanagers bevat, en hulpmiddelen voor het bewerken van gegevens op de harde schijf. Hiermee kunt u:
partities op de harde schijf maken
de afmetingen van partities veranderen, deze verplaatsen, splitsen en samenvoegen, zonder gegevens-
verlies
partities naar andere bestandssystemen converteren zonder gegevensverlies
de inhoud van partities kopiëren (verplaatsen)
partities verwijderen
partities van harde schijven terugzetten die per ongeluk zijn verwijderd of beschadigd door een fout
in de hardware of software
partities formatteren, een label geven, stationsletters toewijzen, verbergen en zichtbaar maken, actief maken en aanvullende beheershandelingen verrichten
meerdere besturingssystemen op een enkele pc installeren
geïnstalleerde besturingssystemen van elke schijfpartitie starten
geïnstalleerde besturingssystemen vanuit Windows starten
meerdere besturingssystemen op een enkele partitie installeren
elk besturingssysteem op een pc verbergen of met een wachtwoord beveiligen
geïnstalleerde besturingssystemen dupliceren en verschillende confi guraties voor elke kopie defi nië-
ren
opstartrecords, bestanden en mapstructuren herstellen, verdwenen clusters opsporen, virussen ver­wijderen enzovoort.
Een aantal termen uit deze gids komen u misschien onbekend voor. In Bijlage A ‘Harde schijf en besturingssysteem’ en Bijlage C ‘Woordenlijst’ vindt u beschrijvingen van schijfonderdelen en de gebruikte terminologie.
Wat is er nieuw in Disk Director Suite 10.0?
Partities splitsen/samenvoegen
U kunt een partitie in twee partities splitsen, de geselecteerde mappen naar de nieuwe partitie ver­plaatsen en de rest van de gegevens op de oude partitie achterlaten. U kunt deze handeling ook gebruiken om een lege partitie te maken van de vrije ruimte van een andere partitie. U kunt twee partities samenvoegen, ook als de bestandssystemen verschillen. Alle gegevens blijven intact op de resulterende partitie staan.
Disk Director Suite 11
De inhoud van partities doorzoeken en beheren
U kunt rechtstreeks vanuit Disk Director Suite de inhoud van partities doorzoeken of beheren voor­dat u handelingen op die partities uitvoert. U kunt bestanden en mappen kopiëren, plakken en ver­wijderen, en u kunt mappen op de geselecteerde partitie maken.
Opties vanaf cd starten in het OS Selector startmenu
Als u een opstartbare cd/dvd plaatst, wordt deze gedetecteerd en weergegeven in het OS Selector startmenu/hoofdvenster samen met de beschikbare besturingssystemen. De cd/dvd kan een wille­keurig besturingssysteem of opstartbaar programma bevatten – het pictogram verschijnt in het start­menu. Hiermee kunt u een besturingssysteem starten of vanaf cd installeren.
Wizard OS Detectie
Het OS detectiehulpmiddel helpt u bij het opsporen van een besturingssysteem dat per ongeluk is verwijderd zodat u dit aan het OS Selector-startmenu kunt toevoegen. Verder kunt u dit tool gebrui­ken om een besturingssysteem op een nieuw aangesloten schijf toe te voegen aan het startmenu, als dit niet automatisch is gedetecteerd.
Vanaf een tweede harde schijf starten
Standaard kan Windows alleen vanaf een harde schijf starten als het opstartbestand op de eerste harde schijf (volgens het BIOS) staat. Als u een systeemschijf verbindt die uit een andere computer is gehaald (waar deze de eerste schijf was), zodat het in uw computer de tweede schijf wordt (of de derde, enzovoort) , is het onmogelijk om van die harde schijf te starten, ook al is de hardware van beide computers identiek. OS Selector kan dergelijke situaties nu beheren en automatisch de schijf­volgorde instellen die nodig is om het geselecteerde besturingssysteem te starten.
U kunt ook de schijfvolgorde instellen als u een extra versie van Windows installeert, zodat de op­startbestanden worden geïnstalleerd op de tweede schijf (of de derde, enzovoort).
Logboeken bekijken
Disk Director Suite houdt nu ook logboeken bij. Hierin wordt informatie opgeslagen over de handelin­gen die op partities zijn uitgevoerd, waaronder de redenen waarom iets mislukt is.
De nieuwe tool Opstartmedia maken is dezelfde in alle producten
De nieuwe tool Opstartmedia maken is in staat om opstartmedia te maken voor elk programma van Acronis dat op de computer is geïnstalleerd, of een opstartschijf voor verschillende producten. Ook het maken van een ISO-image voor een opstartschijf op de harde schijf en het opslaan van opstartbare programma’s op een PXE-server worden ondersteund.
Gebruiksvoorwaarden voor de software
De voorwaarden voor het gebruik van Disk Director Suite zijn te vinden in de bijgeleverde ‘Gebruikers­overeenkomst’. Het unieke serienummer bevestigt uw geldige aankoop en het gebruik van Disk Director Suite op uw computer.
Onder de huidige wetgeving wordt de ‘Gebruikersovereenkomst’ beschouwd als een contract tussen u en Easy Computing.
Het contract is een wettelijk document en overtreding kan gerechtelijke stappen tot gevolg hebben. Il­legaal gebruik en/of verspreiding van deze software kan leiden tot gerechtelijke vervolging.
12 Disk Director Suite
Technische ondersteuning
Gebruikers die een exemplaar van Disk Director Suite hebben aangeschaft en geregistreerd, ontvangen gratis technische ondersteuning van Easy Computing. Als u problemen hebt bij de installatie of het gebruik die u zelf niet kunt oplossen aan de hand van deze handleiding en het bestand readme.txt, kunt u een bericht sturen naar het technische ondersteuningsteam. U moet het serienummer opgeven dat bij het programma is meegeleverd.
Voordat u dat doet, moet u uw exemplaar registreren op http://www.easycomputing.com of per post.
Ondersteuning: http://www.easycomputing.com/support/
Disk Director Suite 13
INSTALLATIE EN GEBRUIK
SYSTEEMVEREISTEN
Om volledig gebruik te kunnen maken van Disk Director Suite moet u beschikken over:
een pc met een Pentium of soortgelijke CPU;
128 MB RAM;
een diskettestation of een cd-rw-station;
een muis (aanbevolen);
Microsoft Windows 98/Me/NT/2000/XP.
INSTALLATIE
Disk Director Suite installeren
Op de volgende manier installeert u Disk Director Suite.
1 Start het installatieprogramma van Disk Director Suite.
2 Volg de aanwijzingen van het installatieprogramma.
3 U wordt gevraagd om een Standaard, Aangepaste of Volledige installatie te kiezen. Nadat u op Aange-
past hebt geklikt, kunt u kiezen of u Opstartmedia maken wilt installeren. Dit is een hulpmiddel voor het maken van opstartmedia (zie hoofdstuk 9, ‘Opstartmedia maken’). U hebt dit hulpmiddel niet nodig als u het programma op cd hebt gekocht, omdat daarbij een start-cd wordt meegeleverd.
Als u over een ander programma beschikt dat de optie Opstartmedia maken bevat, zoals True Image, herkent het installatieprogramma dit automatisch en zal het Opstart­media maken niet installeren, ongeacht de door u gekozen instelling. U kunt met elk programma van Acronis opstartmedia maken.
U kunt ook opgeven of u de OS Selector moet installeren.
4 Nadat u de Disk Director Suite hebt geïnstalleerd, herstart u de pc.
Acronis Disk Director Suite ondersteunt ook het programma Microsoft Installer (msiexec.exe) met alle opdrachten.
OS Selector installeren
Tijdens de installatie van OS Selector wordt de verborgen systeemmap BOOTWIZ op uw pc gemaakt die de programmalader bevat. OS Selector kopieert ook de systeembestanden van de besturingssyste-
14 Disk Director Suite
men op uw pc naar deze map om problemen tijdens het starten te voorkomen en om in de toekomst eenvoudige besturingssystemen te kunnen toevoegen.
U kunt OS Selector Standaard of Aangepast installeren.
Tijdens de standaardinstallatie wordt de map BOOTWIZ gemaakt op de partitie die de mappen en bestanden van Windows bevat.
Als u de optie Aangepast kiest, kunt u de locatie van de map BOOTWIZ opgeven. Dat is handig als per ongeluk een systeempartitie is beschadigd of vernietigd. In dat geval kunt u het startmenu van de OS Selector ook gebruiken als de systeempartitie onbereikbaar is. Vanuit dit menu kunt u de zelfstandige versie van Disk Director Suite starten die eveneens in de map BOOTWIZ is opgeslagen, zodat u partities kunt maken en herstellen en het programma Disk Editor kunt gebruiken.
DISK DIRECTOR SUITE OPWAARDEREN
Als u Disk Director Suite al op uw pc hebt geïnstalleerd, vraagt het installatieprogramma of u dit wilt vervangen door de nieuwe versie.
U kunt upgrades (met bug  xes) aanvragen bij de support van Easy Computing op http://www.easycomputing.com/support
SOFTWARE VERWIJDEREN
Kies om het programma te verwijderen Start > Confi guratiescherm > Software > Disk Director > Ver­wijderen. Een dialoogvenster verschijnt waarin u het verwijderen moet bevestigen. Klik op Ja om het
verwijderen te bevestigen, waarna de Disk Director Suite volledig wordt verwijderd.
Om alleen de OS Selector te verwijderen, selecteert u Easy Computing > Disk Director > Installeer OS Selector. Selecteer vervolgens in het dialoogvenster ‘OS Selector verwijderen’.
DE GEBRUIKERSINTERFACE
Als de Disk Director Suite is geïnstalleerd, werkt u met een grafi sche gebruikersinterface. U kunt deze besturen met de muis of met de toetsen Tab, Shift+Tab, Links, Rechts, Omhoog, Omlaag, Spatie, Enter en Escape.
Als u regelmatig met Windows werkt, zult u geen problemen hebben met de interface van Disk Director Suite.
Disk Director Suite 15
Disk Director Suite gebruikt een reeks dialoogvensters waarin de gebruiker verschillende handelingen moet selecteren, of partities of schijven moet markeren die moeten worden bewerkt.
VOORDAT U DISK DIRECTOR SUITE START
NB: Wees voorzichtig met handelingen op systeem-, programma- of gegevenspartities, om problemen te voorkomen met het starten vanaf een harde schijf of met gegevensopslag.
Disk Director Suite is uitgebreid getest op de samenwerking met een groot aantal harde schijven. Als er problemen optreden, worden deze waarschijnlijk door onjuist gebruik veroorzaakt, niet door de so ware.
Stroomstoringen, de pc uitschakelen of op de Reset-knop op de pc drukken terwijl u een partitionering uitvoert, kan leiden tot een beschadigde partitie en gegevensverlies.
Neem alle noodzakelijke voorzorgen en volg deze eenvoudige regels:
1 Maak een schijfback-up van de schijf waarop u partities wilt wijzigen. Zo zorgt u ervoor dat u uw
gegevens nooit verloren gaan.
Vrijwel alle moderne pc’s beschikken over een cd-rw-station. Door een back-up te maken van de
belangrijkste gegevens op een harde schijf of cd, kunt u met een gerust hart aan de slag gaan met schijfpartities zonder dat u zich over het verlies van gegevens hoeft te bekommeren.
Easy Computing levert een bijzonder e ectief programma voor het maken van back­ups van harde schijven en partities: True Image (zie http://www.easycomputing.com). True Image maakt een back-up in een gecomprimeerd archie estand, waarvan u de inhoud op elk gewenst moment kunt terughalen.
2 Test de schijf om er zeker van te zijn dat deze goed werkt en geen slechte sectoren of fouten in het
bestandssysteem bevat.
U kunt de controle van de harde schijf rechtstreeks van uit Disk Director Suite uit­voeren door Schijf > Controleren te selecteren of door op de knop Controleren in de werkbalk te klikken.
3 Ga niet partitioneren zolang er andere programma’s actief zijn die schijftoegang op een laag niveau
hebben, zoals antivirus- of back-upprogramma’s. Sluit deze programma’s voordat u met Disk Direc­tor Suite aan de slag gaat.
Als u deze eenvoudige regels volgt, beschermt u uzelf tegen het verlies van gegevens.
16 Disk Director Suite
AAN DE SLAG MET DISK DIRECTOR SUITE
Onder Windows
Onder Windows, start u Disk Director Suite door Start > Alle programma’s > Easy Computing > Disk Director
> Disk Director te selecteren.
Onder Windows kan Disk Director Suite handelingen op alle partities uitvoeren, inclu­sief primaire, logische, systeem- of gegevenspartities, zonder de pc te herstarten.
Disk Director Suite voor het eerst starten
Als u Disk Director Suite voor het eerst start, wordt u gevraagd om te kiezen of u in de automatische mo­dus (Partities automatisch beheren) of handmatige modus (Partities handmatig beheren) wilt werken.
De automatische modus biedt voldoende mogelijkheden om zo ongeveer elke partitieconfi guratie te maken op de harde schijven van uw pc.
Als u behoefte hebt aan een uitgebreide weergave van de partitiestructuur met de complete reeks op­drachten en besturingselementen voor het partitioneren, kiest u de handmatige modus.
U kunt altijd omschakelen tussen deze twee modi (zie paragraaf 2.1.3, ‘Tussen modi omschakelen’).
Vanaf opstartdiskettes of cd starten
We hebben al uitgelegd hoe u opstartdiskettes of een cd moet maken (zie 1.2 ‘Het installatieproces’). Tijdens het werken met Disk Director Suite hebt u de opstartmedia nodig: (1) na een ernstige fout in Windows of (2) om te werken op een pc onder Linux. (Zie ook hoofdstuk 9, ‘Opstartmedia maken’.)
U moet het BIOS van de pc instellen zodat deze de software kan starten vanaf opstartdiskettes of cd.
Disk Director Suite 17
AAN DE SLAG
DE LOGISCHE OPBOUW VAN DISK DIRECTOR SUITE
Disk Director Suite kent twee werkmodi (zie paragraaf 1.7, ‘Aan de slag met Disk Director Suite’):
'Partities automatisch beheren' is bedoeld voor de meest gebruikte handelingen, die voor het meren-
deel van de gebruikers voldoende zijn.
'Partities handmatig beheren’ is de modus voor alle partitioneringshandelingen. Deze modus is be­doeld voor ervaren gebruikers die op de hoogte zijn van de structuur van gegevensopslag; hiermee hebt u een volledige controle over de handelingen
Partities automatisch beheren
In deze modus worden alle handelingen uitgevoerd met op taken gebaseerde wizards.
• Wizard partitie maken – hiermee maakt u een partitie van niet-toegewezen schijfruimte of andere partities
• Wizard schijfruimte vergroten – vergroot de partitie waarbij u niet-toegewezen schijfruimte of an­dere partities gebruikt
• Wizard partitie kopiëren – hiermee kunt u een partitie kopiëren
• Wizard partities herstellen – hiermee kunt u gewiste of beschadigde partities herstellen. Het werken
met de wizard Partitie herstellen wordt uitgebreid beschreven in een apart hoofdstuk in deze gids.
Zie hoofdstuk 5, ‘Werken met de wizard Partitie herstellen’. Met deze wizards kan zelfs een onervaren
gebruiker herstelhandelingen uitvoeren aan de hand van stapsgewijze aanwijzingen.
Partities handmatig beheren
In deze modus hebben ervaren gebruikers toegang tot alle opties van Disk Director Suite.
Partitionering wordt uitgevoerd door de gewenste parameters in dialoogvensters te typen.
Het voornaamste verschil tussen automatische en handmatige modus is dat de wizards in de automati­sche modus een reeks handelingen uitvoeren en in de handmatige modus slechts één enkele handeling op een schijf of partitie uitvoeren.
Tussen de modi omschakelen
Als u tijdens de installatie een werkmodus hebt geselecteerd (zie 1.2 ?’Het installatieproces’) kunt u altijd achteraf naar een andere modus omschakelen. Kies Beeld > Partities automatisch beheren voor de automatische modus of Beeld > Partities handmatig beheren voor de handmatige modus.
18 Disk Director Suite
HET HOOFDVENSTER VAN DISK DIRECTOR SUITE
Disk Director Suite wordt vanuit het hoofdvenster bestuurd. Dat bevat een menubalk, een werkbalk, een boomstructuur van de beschikbare schijven en partities (die u kunt weergeven/verbergen via het menu Beeld). Deze toont de lijst met schijven en partities van de computer.
Het uiterlijk van het hoofdvenster is afhankelijk van de geselecteerde modus (zie hoofdstuk 2, ‘Aan de slag’). Het verschil blijkt uit de beschikbare opdrachten in het hoofdmenu, de snelmenu’s, het taakven­ster en de werkbalk, en uit de hoeveelheid informatie die wordt weergegeven over de partitiestructuur.
Het hoofdvenster in de modus Partities automatisch beheren
Disk Director Suite 19
In de modus Partities handmatig beheren wordt ook informatie weergegeven over de niet-toegewezen schijfruimte, terwijl in de modus Partities automatisch beheren alleen een overzicht van de beschikbare partities wordt weergegeven. De wizards Partitie maken, Schijfruimte vergroten en Partitie kopiëren herkennen in deze modus automatisch de niet-toegewezen schijfruimte.
Het hoofdvenster in de modus Partities handmatig beheren
Informatie over schijven en partities
In het hoofdvenster wordt informatie weergegeven over het schijfnummer van de partitie, de toegewe­zen stationsletter, het label, het type, de status, de grootte, de vrije ruimte en het bestandssysteem. In de boomstructuur staat ook informatie over schijven en partities.
Onder in het hoofdvenster wordt een grafi sche representatie weergegeven van de geselecteerde schijf en de partities als rechthoeken met allerlei basisgegevens (naam, stationsletter, grootte, type, bestands­systeem).
Het uiterlijk van het hoofdvenster aanpassen
Met de opties in het menu Beeld kunt u het uiterlijk van het hoofdvenster aanpassen. U kunt met name bepaalde onderdelen weergeven of verbergen, zoals het taakvenster, de werkbalken en de weergave van de beschikbare schijven en partities.
20 Disk Director Suite
Het aangepaste hoofdvenster
BEWERKINGEN UITVOEREN OP PARTITIES
Alle bewerkingen die u op een partitie uitvoert, worden in beide modi simultaan aangeroepen en uit­gevoerd.
Basisbewerkingen uitvoeren op partities
U kunt allerlei basisbewerkingen uitvoeren op partities door:
een menuoptie te kiezen in het menu Schijf;
op een knop te klikken in één van de werkbalken;
het snelmenu van een partitie te openen (vanuit het hoofdvenster of de grafi sche representatie) en de
gewenste optie te kiezen;
op een optie te klikken in de taakvensters Bewerkingen en Geavanceerd.
Welke bewerkingen er precies beschikbaar zijn in het menu Schijf en het taakvenster Bewerkingen is a ankelijk van het type partitie dat u hebt geselecteerd. Dit geldt ook
voor niet-toegewezen schijfruimte.
Disk Director Suite 21
Geavanceerde bewerkingen
Geavanceeerde bewerkingen zijn:
Converteren: een FAT16-partitie converteren naar een FAT32-partitie, een Ext2-partitie naar een Ext3-partitie omzetten, en omgekeerd.
Verbergen/Weergeven: een partitie verbergen of weergeven.
Als actieve partitie instellen: een partitie actief maken.
Grootte root-directory wijzigen: de grootte wijzigen van de Root-directory van een FAT16-partitie.
Schijfruimte per i-node wijzigen: de grootte van de i-node-tabel wijzigen (Linux Ext2/Ext3).
Clustergrootte wijzigen: de clustergrootte van een FAT16/FAT32-partitie wijzigen.
Type partitie wijzigen: het type partitie wijzigen
Herstel: gewiste of beschadigde partities herstellen (zie hoofdstuk 5, ´Recovery Expert’).
Bewerk: gegevens op de harde schijf bewerken (zie hoofdstuk 6, ‘Disk Editor´).
Roep geavanceerde bewerkingen aan in het taakvenster Geavanceerd, het vervolgmenu Geavanceerd in het snelmenu of klik op de overeenkomstige knop in de werkbalk Geavanceerd.
Welke geavanceerde bewerkingen er precies beschikbaar zijn, is a ankelijk van het type
partitie dat u hebt geselecteerd. Het FAT16-partitiemenu bevat bijvoorbeeld Geavan- ceerd > Grootte root-directory wijzigen; dit ontbreekt in het FAT32-partitiemenu. Het snelmenu van partities die met Ext2/Ext3 zijn geformatteerd (Linux) bevat de optie Geavanceerd > Schijfruimte per i-node wijzigen. Deze optie is niet beschikbaar voor FAT-partities.
Een wizard uitvoeren
Voer wizards uit vanuit het submenu Wizards en de gelijknamige lijst in het taakvenster. Klik bijvoor­beeld op Wizards > Partitie maken als u de wizard Partitie maken wilt uitvoeren.
ALGEMENE INFORMATIE OVER BEWERKINGEN OP PARTITIES
Het resultaat van een bewerking weergeven
In het hoofdvenster van het programma wordt onmiddellijk het resultaat weergegeven van de bewer­kingen die u uitvoert op partities.
Als u een nieuwe partitie maakt, verschijnt deze meteen in de lijst met bestaande partities en in de gra­fi sche voorstelling onderaan het hoofdvenster.
Ook wijzigingen in bestaande partities, zoals het wijzigen van de grootte, locatie of naam, worden on­middellijk weergegeven in het hoofdvenster.
Geplande bewerkingen
22 Disk Director Suite
Alle bewerkingen die u selecteert, worden in een wachtrij geplaatst totdat u opdracht geeft om de wijzi­gingen permanent vast te leggen. Disk Director Suite geeft echter wel meteen aan hoe de nieuwe parti­tiestructuur er zal uitzien nadat de geplande bewerkingen daadwerkelijk zijn uitgevoerd.
Daardoor kunt u eerst de grafi sche weergave van de nieuwe partitiestructuur bekijken en vervolgens bepalen of u bepaalde bewerkingen wel of niet wilt uitvoeren.
De lijst met geplande bewerkingen weergeven
Allerlei bewerkingen die nog niet zijn uitgevoerd, worden automatisch aan een ´wachtrij´ toegevoegd. Kies Bewerkingen > Weergeven om de lijst met geplande bewerkingen weer te geven in het venster Uit te
voeren bewerkingen.
De lijst met uit te voeren bewerkingen
Op deze manier kunt u alle geplande bewerkingen nogmaals controleren, en ze geheel of gedeeltelijk ongedaan maken als dat nodig is.
Geplande bewerkingen uitvoeren
Om de geplande bewerkingen uit te voeren, moet de gebruiker één van de twee volgende opdrachten selecteren:
Kies Bewerkingen > Uitvoeren in de menubalk.
Klik op de knop Uitvoeren in de werkbalk.
Disk Director Suite 23
Hiermee voert u alle geplande bewerkingen uit. Houd er rekening mee dat u acties of bewerkingen niet meer ongedaan kunt maken nadat deze zijn uitgevoerd.
De instellingen wijzigen voor geplande bewerkingen
Telkens wanneer u een actie uitvoert, wordt een nieuwe ´geplande bewerking´ gemaakt. U kunt bijvoor­beeld een nieuwe partitie maken door het type, het bestandssysteem, de grootte, de locatie en de naam op te geven. U kunt de geplande bewerking voor de partitie waarmee u werkt snel bekijken (zie 2.4.3 ´De lijst met geplande bewerkingen weergeven`).
U kunt de instellingen voor een bepaalde bewerking op elk moment wijzigen, zoals het type, het be­standssysteem, de grootte, de locatie, enzovoort, voordat u de bewerking uitvoert. Merk op dat uw acties niet in een nieuwe geplande bewerking resulteren als u de opties Type partitie wijzigen, Converteren, Verplaatsen, Grootte wijzigen, enzovoorts selecteert in het taakvenster. In dat geval worden alleen de instellingen voor de bestaande geplande bewerkingen gewijzigd.
Als u de naam wijzigt van een andere bestaande partitie, maakt Disk Director Suite onmiddellijk een nieuwe geplande bewerking. Acties kunnen op deze manier zowel tot het creëren van een nieuwe ge­plande bewerking als het wijzigen van een bestaande bewerking leiden.
Gebruikersacties ongedaan maken
Het oproepen van een wizard of dialoogvenster om schijfbewerkingen te plannen, zijn gebruikersacties. Hierbij geeft de gebruiker de parameters voor de overeenkomstige bewerking op in de afzonderlijke pagina´s van een wizard of een dialoogvenster.
U kunt met een gebruikersactie een lijst maken met partitiebewerkingen, bijvoorbeeld het oproepen van een wizard om een partitie te maken of de grootte te wijzigen. (U kunt uw acties gemakkelijk controle­ren in het venster Uit te voeren bewerkingen nadat de wizard is voltooid.)
U kunt ook een nieuwe partitie maken door Schijf > Partitie maken te kiezen. Hierbij moet u allerlei ac- ties uitvoeren (een naam opgeven, een partitietype, een bestandssysteem, grootte en locatie selecteren). Het resultaat is één bewerking: het maken van een nieuwe partitie.
Het verschil tussen gebruikersacties en bewerkingen op partities is van essentieel belang als u gebrui­kersacties ongedaan wilt maken.
U kunt elke gebruikersactie in Disk Director Suite ongedaan maken of opnieuw uitvoeren voordat u de overeenkomstige bewerking defi nitief uitvoert. Op de volgende manier maakt u een gebruikersactie ongedaan:
Kies Bewerkingen > Ongedaan maken of druk op [Ctrl]+[Z]
Klik op de knop Ongedaan maken in de werkbalk.
Op de volgende manier voert u een gebruikersactie opnieuw uit:
Kies Bewerkingen > Herhalen of druk op [Ctrl]+[Y].
Klik op de knop Herhalen in de werkbalk.
Zoals hiervoor al werd gezegd, resulteren gebruikersacties altijd in geplande bewerkingen op partities. Door gebruikersacties ongedaan te maken, annuleert u één of meer bewerkingen op partities. Om­gekeerd resulteert het herhalen van een gebruikersactie in het toevoegen van één of meer geplande bewerkingen.
24 Disk Director Suite
Afhankelijk van de situatie kunt u door een actie ongedaan te maken een geplande bewerking annuleren of de wijzigingen in een bestaande bewerking ongedaan maken (zie paragraaf 2.4.5, ‘Geplande bewer­kingen aanpassen’).
Op dezelfde manier kunt u een geplande bewerking weer aan de lijst toevoegen of het wijzigen van een parameter van een geplande bewerking herhalen, door een actie opnieuw uit te voeren.
U kunt gebruikersacties één voor één ongedaan maken of ze allemaal in één keer an­nuleren. Kies Bewerkingen > Alles ongedaan maken als u in één keer alle acties onge- daan wilt maken. Op dezelfde manier kunt u gebruikersacties één voor één opnieuw uitvoeren (samen met de bijbehorende gra sche weergave van de partitiecon guratie) of allemaal tegelijk door Bewerkingen > Alles herhalen te kiezen.
Wizards gebruiken
Geplande bewerkingen voor partities die met behulp van een wizard zijn gedefi nieerd, verschillen van gebruikersacties doordat de gebruiker een lijst met vereiste parameters moet opgeven om de bewerking te kunnen uitvoeren. Elke parameter moet op een afzonderlijke pagina van de wizard worden opgege­ven.
Met de knoppen Vo r ig e en Volgende kunt u snel van de ene pagina naar de andere navigeren om de vereiste parameters op te geven, totdat u de pagina met de grafi sche weergave met de knop Voltooien bereikt.
Op deze pagina kunt u op de knop Vo r ig e klikken om terug te keren en parameters te wijzigen.
Nadat u op de laatste pagina van de wizard op Voltooien hebt geklikt:
wordt de nieuwe partitiestructuur grafi sch weergegeven in het hoofdvenster;
maakt de wizard een lijst met geplande bewerkingen; u kunt deze bekijken door Bewerkingen > Weer-
geven te kiezen.
Disk Director Suite 25
Onthoud dat er geen acties worden uitgevoerd op de harde schijf nadat de wizard is voltooid! Als u tevreden bent over de nieuwe structuur kiest u Bewerkingen > Uitvoeren of u klikt op knop Uitvoeren in de werkbalk. Geplande bewerkingen die met een wizard zijn gemaakt, worden vervolgens uitgevoerd.
U kunt uw acties (een wizard oproepen) en de geplande bewerkingen die u met behulp van een wizard hebt gedefi nieerd, op elk moment op de gebruikelijke manier ongedaan maken (kies Bewerkingen >
Ongedaan maken of druk op [Ctrl]+[Z]), of door op Ongedaan maken te klikken voordat u Bewerkingen > Uitvoeren kiest of op Uitvoeren klikt.
Disk Director Suite gee het resultaat van het uitvoeren van een wizard als gebruikers­actie weer door een lijst met geplande bewerkingen samen te stellen. Alle geplande acties kunnen op één van de genoemde manieren volledig ongedaan worden gemaakt. Als u bijvoorbeeld op Ongedaan maken in de werkbalk klikt, worden zowel de betref­fende actie als alle bewerkingen die de wizard hee gepland ongedaan gemaakt.
DISK DIRECTOR SUITE MET EEN WACHTWOORD BEVEILIGEN
Houd er rekening mee dat andere gebruikers mogelijk ongeoorloofd toegang kunnen krijgen tot uw gegevens. Om uw harde schijf, partitie, programma’s en gegevens te beschermen, biedt een Disk Director Suite de mogelijkheid van beveiliging met een wachtwoord.
Als u Disk Director Suite met een wachtwoord wilt beveiligen:
1 Kies Schijf > Wachtwoord instellen.
2 Typ een wachtwoord in de velden Nieuw wachtwoord en Bevestig nieuw wachtwoord in het dialoog-
venster Wachtwoord instellen.
3 Klik op OK om de wachtwoordbeveiliging in te schakelen.
Voortaan wordt altijd om een wachtwoord gevraagd in het venster Wachtwoord invoeren.
26 Disk Director Suite
Als u een verkeerd wachtwoord invoert, wordt u gevraagd het wachtwoord opnieuw in te voeren. Als u op Annuleren klikt, sluit het programma.
Het wachtwoord veranderen:
1 Kies Schijf > Wachtwoord instellen.
2 Voer het oude wachtwoord in het veld Oud wachtwoord en het nieuwe wachtwoord in de velden
Nieuw wachtwoord en Bevestig nieuw wachtwoord in het venster Wachtwoord instellen.
3 Klik op OK om de wachtwoordbeveiliging in te schakelen.
Als u Disk Director Suite met een wachtwoord beveiligt en u het wachtwoord vergeet, moet u het programma verwijderen (zie paragraaf 1.4, ‘De so ware verwijderen’) en opnieuw installeren.
LOGBOEKEN BEKIJKEN
Disk Director Suite biedt gebruikers de mogelijkheid om de logboeken te bekijken. Hierin wordt infor­matie opgeslagen over de handelingen die op partities zijn uitgevoerd, waaronder de redenen waarom iets mislukt is.
Kies Toon log in de werkbalk of in het menu Extra.
Het logboekvenster bevat twee panelen: links een lijst met beschikbare logboeken, rechts de inhoud van het geselecteerde logboek.
In het linkerdeelvenster kunnen maximaal 50 logboeken worden weergegeven. Om de rest van de log­boeken weer te geven, klikt u op Meer of Minder met de pijlen naar links en rechts.
Om een logboek te verwijderen, selecteert u het en klikt u op Verwijderen.
Als tijdens het uitvoeren van een bepaalde bewerking een fout is opgetreden, is de overeenkomstige logboekvermelding gemarkeerd met een rode cirkel en een wit kruis.
In het rechterdeelvenster vindt u een overzicht van de uitgevoerde bewerkingen in het geselecteerde log­boek. Met de drie knoppen aan de linkerkant kunt u berichtfi lters instellen: de rode cirkel met het witte kruis fi ltert foutmeldingen, het uitroepteken in een gele driehoek fi ltert waarschuwingen en de letter ‘i’ in de blauwe cirkel fi ltert informatieberichten.
Disk Director Suite 27
Als u kolommen wilt weergeven of verbergen, klikt u met de rechtermuisknop op een kolomkop of op het pictogram Details kiezen. Selecteer vervolgens de gewenste parameters.
Als u de berichten op een specifi eke parameter wilt sorteren, klikt u op de overeenkomstige kolomkop (klik nogmaals om de sorteervolgorde om te keren) of op de knop Pictogrammen schikken op (de tweede van rechts) waarna u de gewenste parameter selecteert.
U kunt de breedte van kolommen ook wijzigen door de scheidingslijn tussen twee kolommen te ver­slepen.
28 Disk Director Suite
PARTITIES AUTOMATISCH BEHEREN
In de modus ‘Partities automatisch beheren’ kunt u de volgende bewerkingen op partities uitvoeren:
een nieuwe partitie maken;
de schijfruimte op een bestaande partitie vergroten;
een partitie kopiëren;
een partitie herstellen.
Deze bewerkingen worden uitgevoerd met behulp van wizards, die u stap voor stap begeleiden bij het instellen van de vereiste parameters. Daarbij kunt u telkens op uw handelingen terugkomen. Van elke parameter wordt een gedetailleerde beschrijving weergegeven.
Zie voor een gedetailleerde beschrijving van de Wizard Partitie herstellen hoofdstuk 5, ‘Werken met de Wizard Partitie herstellen’.
EEN NIEUWE PARTITIE MAKEN
U kunt om verschillende redenen een nieuwe partitie maken:
om meerdere bestanden van hetzelfde type op een afzonderlijke partities op te slaan (bijvoorbeeld een verzameling MP3-bestanden of videobestanden);
om back-ups (images) van andere partities/schijven op een partitie op te slaan;
om een nieuw besturingssysteem (of wisselbestand) op een partitie te maken.
Met de wizard Partitie maken kunt u elk type partitie maken (een actieve of primaire partitie, of een lo- gisch station), een bestandssysteem selecteren, de partitie een naam geven, een stationsletter toewijzen, enzovoort.
Als u een partitie moet maken:
1 Start de wizard Partitie maken door Wizard > Partitie maken te kiezen, door op Partitie maken in het
taakvenster te klikken of door op de knop Partitie maken in de werkbalk te klikken.
2 De wizard analyseert de schijven en partities van de computer. Als de wizard niet-toegewezen ruimte
vindt, verschijnt de pagina Methode selecteren.
Kies de gewenste methode om de nieuwe partitie te maken:
1 door niet-toegewezen schijfruimte te gebruiken
2 door vrije ruimte op bestaande partities te gebruiken
Niet-toegewezen ruimte is ruimte die niet door bestaande partities wordt gebruikt. Uit vrije ruimte bestaande partities is ruimte waar geen gegevens opstaan.
Disk Director Suite 29
Het venster Methode selecteren
Als u een partitie wilt maken door niet-toegewezen schijfruimte te gebruiken:
Selecteer Niet-toegewezen schijfruimte.
De wizard biedt aan om een partitie te maken in het grootste niet-toegewezen gebied.
Als u bijvoorbeeld 5.0 GB en 12.0 GB aan niet-toegewezen gebieden hebt, biedt de wizard aan om een partitie te maken in het gebied van 12.0 GB.
Als u een partitie wilt maken in de niet-toegewezen 5.0 GB, moet u het aanbod van de wizard afwijzen, dit gebied selecteren en in het snelmenu op Partitie maken klikken. Dit kunt u doen in de modus Partities handmatig beheren.
Stel in de pagina Grootte van partitie de partitiegrootte in.
30 Disk Director Suite
Het venster voor de nieuwe partitiegrootte
Selecteer op de volgende pagina van de wizard een partitietype: Actieve partitie (actieve primaire partitie), Primaire partitie of Logisch station.
Normaal wordt Primaire partitie geselecteerd om een besturingssysteem op een partitie te installeren. Als de partitie voor gegevensopslag is bedoeld, selecteert u Logische station.
Selecteer Actieve partitie als u een besturingssysteem op deze partitie wilt installeren waarmee u de computer kunt starten.
Als u een grootte van meer dan 2 GB instelt, kunt u de partitie niet met het FAT16-be­standssysteem formatteren. Deze optie is dan niet beschikbaar op de pagina Bestands- systeem.
Disk Director Suite 31
Selecteer een partitietype
De harde schijf kan maximaal vier primaire partities bevatten. Als ze al bestaan, worden de opties Actieve partitie en Primaire partitie uitgeschakeld en kunt u alleen het type Logisch station selecteren.
Selecteer op de volgende pagina Bestandssysteem het bestandssysteem waarmee u de nieuwe partitie wilt formatteren. U kunt één van de Windows-bestandssystemen selecteren: FAT16, FAT32 of NTFS, of Linux-bestandssystemen: EXT2, EXT3, ReiserFS, Swap, of de partitie Niet-geformatteerd laten.
In bijlage A.9 vindt u meer informatie over de eigenschappen van de belangrijkste be­standssystemen, besturingssystemen en schijven.
32 Disk Director Suite
Selecteer een bestandssysteem voor de partitie
De keuze voor een bestandssysteem zorgt voor het formatteren van de partitie, dat wil zeggen het maken van opslagstructuren: bootrecord,  le allocation table, enzovoort.
Op de volgende pagina van de wizard kunt u een stationsletter selecteren.
Selecteer een stationsletter voor een partitie
Disk Director Suite 33
Tijdens het starten van een systeem wijzen besturingssystemen standaard stationsletters (C:, D:, …) aan partities toe. Het besturingssysteem en de geïnstalleerde programma’s gebruiken deze letters om de locatie van bestanden op de partities te bepalen. Bijvoorbeeld: C:\Program Files\Easy Computing\Disk Director\DiskDirector.exe. Zie ook bijlage C ‘Woordenlijst’-- ‘stationsletter’.
Aan partities op harde schijven worden niet alleen stationsletters toegewezen; ze krijgen ook een nummer. Dat wil zeggen dat sommige partities met besturingssystemen zowel een stationsletter als een nummer krijgen, terwijl andere alleen een nummer krijgen.
Het toevoegen, verwijderen, verplaatsen en verbergen/weergeven van partities, en het wijzigen van de stationsletter die eraan is toegewezen, leidt doorgaans tot problemen tijdens het uitvoeren van toepas­singen, het openen van bestanden (omdat bepaalde snelkoppelingen hierdoor onbruikbaar worden) of het starten van het besturingssysteem.
Wees daarom altijd bijzonder voorzichtig tijdens het uitvoeren van bewerkingen op partities en denk eraan dat elk besturingssysteem op een andere manier omspringt met stationsletters. Elk besturings­systeem heeft zijn eigen regels om stationsletters toe te wijzen.
Windows 98/ME
Windows 98/ME wijst stationsletters automatisch in een vaste volgorde aan partities toe, volgens deze regels:
• Stationsletters voor partities beginnen bij C: en gaan door tot en met Z:. De partitie C: wordt als systeempartitie beschouwd, dat wil zeggen dat deze wordt gebruikt voor het starten van het bestu­ringssysteem.
Houd er rekening mee dat deze besturingssystemen niet alle partities herkennen, maar alleen 1 (FAT12), 4 en 6 (FAT16), 11 (FAT32), 12 (FAT32 LBA) en 13 (FAT16 LBA). Het type van het bestandssysteem wordt niet door het partitietype bepaald, maar door de inhoud. Partities van andere typen worden overgeslagen (er worden geen stationslet­ters aan toegekend).
De eerste primaire actieve partitie op de eerste harde schijf krijgt C: toegewezen. Als zo’n partitie ontbreekt, wordt C: toegewezen aan de eerste geschikte primaire partitie.
Vervolgens wordt op dezelfde manier één van de primaire partities van andere harde schijven be- keken. Deze krijgen D:, E:, enzovoort toegewezen. (Als op de eerste schijf geen geschikte partitie is gevonden, dan worden C:, D:, enzovoort toegewezen.)
Vervolgens worden alle geschikte logische partities bekeken op volgorde van de harde schijven. Deze partities krijgen bijvoorbeeld de letters E:, F:, G: toegewezen.
Tenslotte worden in dezelfde volgorde stationsletters toegewezen aan alle resterende, geschikte pri- maire partities van alle schijven.
Partitiebewerkingen in de genoemde besturingssystemen kunnen problemen veroorzaken bij het star­ten van programma’s of het openen van bestanden, en andere problemen als de toewijzing van de sta­tionsletters wijzigt.
34 Disk Director Suite
Windows NT/2000/XP
Alleen bij Windows NT/2000/XP worden stationsletters automatisch toegewezen, net als onder Win­dows 98. Windows NT 4.0 ondersteunt FAT32 niet maar wijst wel stationsletters aan zulke partities toe.
Houd er rekening mee dat de volgorde van de stationsletters onder deze besturingssy­stemen kan verschillen, a ankelijk van het aantal harde schijven en andere schijfstati­ons die het BIOS hee herkend.
Al deze besturingssystemen stellen u in staat om de aanvankelijk toegewezen stationsletters te wijzigen. Als u partities toevoegt, verwijdert of verplaatst, heeft dat geen invloed op de stationsletters die aan de andere partities zijn toegewezen. Als u een andere stationsletter toewijst aan een partitie, of deze verbergt, kunnen alleen de programma’s en bestanden op deze partitie niet meer worden uitgevoerd of geopend. Andere partities worden hier niet door beïnvloed.
Alleen wanneer u de stationsletter van de systeempartitie of een partitie waarop het wisselbestand PA­GEFILE.SYS is opgeslagen rechtstreeks wijzigt, doen er zich problemen voor tijdens het starten van het systeem.
Het toewijzen van stationsletters aan harde schijven onder de verschillende besturings­systemen wordt verder uitgelegd in alle hoofdstukken in deze handleiding waar de bewerking die wordt besproken, de werking of het starten van de pc kan beïnvloeden.
1 Op de volgende pagina kunt u een optionele naam aan de partitie geven waarmee u de verschillende
partities van elkaar kunt onderscheiden.
Onder Windows wordt de naam van een partitie weergegeven in de mappenlijst in Windows Verkenner, bijvoorbeeld WIN98(C:), WINXP(D), GEGEVENS(E:), enzo­voort. WIN98, WINXP en GEGEVENS zijn partitienamen. (Zie ook bijlage C, ‘Woor­denlijst’ – ‘Partitienaam’.)
2 Op de laatste pagina van de wizard wordt de nieuwe partitiestructuur van de schijf grafi sch weerge-
geven, inclusief de partitie die u zojuist hebt gemaakt.
Disk Director Suite 35
De nieuwe partitie in de partitiestructuur
Klik op Voltooien om een bewerking te plannen voor het toevoegen van de nieuwe partitie. (Uw han- delingen kunnen ook een bestaande bewerking wijzigen.) Zie paragraaf 2.4.5, ‘De instellingen wijzigen voor geplande bewerkingen’ voor meer informatie.) De nieuwe partitiestructuur wordt grafi sch weer­gegeven in het hoofdvenster.
In paragraaf 2.4.7, ‘Bewerkingen met wizards’, kunt u meer details lezen over de op­dracht Voltooien.
36 Disk Director Suite
Als u een nieuwe partitie wilt maken met vrije ruimte van andere partities:
1 Schakel in de pagina Methode selecteren de optie Vrije ruimte op bestaande partities in.
2 Selecteer op de pagina Harde schijf selecteren een schijf waarop u een partitie wilt maken.
Selecteer een harde schijf
Disk Director Suite 37
Op deze pagina worden fysieke schijven weergegeven die met uw pc zijn verbonden. Op de volgende pagina worden logische schijven (of partities) op de geselecteerde fysieke schijf weergegeven. Zie ook bijlage C, ‘Woordenlijst’ – ‘fysieke schijf’, ‘logisch station’.
3. Selecteer op de volgende pagina Partities selecteren de schijfpartitie(s) waarvan u de ruimte wilt gebruiken om een nieuwe partitie te maken.
Als de geselecteerde partities vrije schijfruimte bevatten, kan die worden gereduceerd. Schijfruimte die wordt vrijgemaakt, wordt automatisch gemarkeerd als niet-toegewezen (schijfruimte die door geen en­kele partitie wordt gebruikt). In deze ruimte kunt u een nieuwe partitie maken.
Selecteer een bestaande partitie om een nieuwe partitie te maken
Door de vrije ruimte van andere partities te gebruiken om een partitie te maken, kan Disk Director Suite deze op zo’n manier verzamelen dat de uiteindelijke partitiegrootte niet kleiner wordt dan 110% van de ruimte die door gegevens is bezet.
Als u een partitie maakt met de optie Vrije ruimte op bestaande partities, zorgt u voor
een kleine partitiegrootte. Als het mogelijk is om een partitie te maken in niet-toe­gewezen schijfruimte, wordt de partitie op deze manier gemaakt; de grootte van de bestaande partities wordt niet gewijzigd. Als het niet lukt om een partitie te maken met alleen niet-toegewezen schijfruimte, wordt de resterende ruimte uit bestaande partities gehaald.
38 Disk Director Suite
Als u geen partities selecteert op de pagina Partities selecteren om de ruimte van de gebruiken en er is geen niet-toegewezen schijfruimte, verschijnt een foutmelding:
Bericht over ontbrekende schijfruimte voor het maken van een partitie
In dat geval moet u terugkeren naar de vorige pagina van de wizard en een andere partitie selecteren
waarvan u de benodigde ruimte wilt gebruiken.
4 Stel op de pagina Grootte van partitie de grootte in voor de partitie die u gaat maken (de wizard
bepaalt automatisch de minimum en maximum partitiegrootte).
Stel de grootte van de nieuwe partitie in
Disk Director Suite 39
5 De volgende pagina biedt opties voor het partitietype, het bestandssysteem, de stationsletter (als u
onder Windows NT/2000/XP werkt) en eventueel de naam van de partitie.
De volgende bewerkingen voor het maken van een partitie zijn dezelfde die zijn beschreven in paragraaf
3.1, ‘Een nieuwe partitie maken’.
Als u op de laatste pagina op Voltooien klikt, wordt een nieuwe uit te voeren bewerking gemaakt voor het maken van een nieuwe partitie. (Uw handelingen kunnen ook een bestaande bewerking wijzigen.) Zie paragraaf 2.4.5, ‘De instellingen wijzigen voor geplande bewerkingen’.
De lijst bevat niet alleen het maken van de partitie maar ook bewerkingen voor het wijzigen van de grootte van bestaande partities om een nieuwe partitie te kunnen maken.
Als u een nieuwe partitie wilt maken en er is geen vrije ruimte op de schijven:
Start de wizard Partitie maken door op Partitie maken te klikken.
De pagina Partitie selecteren verschijnt en de pagina Methode selecteren wordt overgeslagen.
De overige acties voor het maken van een partitie zijn dezelfde die zijn beschreven in paragraaf 3.1, ‘Een nieuwe partitie maken’.
Als u op de laatste pagina op Voltooien klikt, wordt een nieuwe uit te voeren bewerking gemaakt voor het maken van een nieuwe partitie. (Uw handelingen kunnen ook een bestaande bewerking wijzigen. Zie paragraaf 2.4.5, ‘De instellingen wijzigen voor geplande bewerkingen’).
DE VRIJE RUIMTE VAN EEN PARTITIE VERGROTEN
In een aantal gevallen moet u de vrije ruimte van een partitie vergroten:
Er is geen ruimte vrij om nieuwe programma’s te installeren of gegevens op te slaan.
Sommige programma’s, zoals defragmenteringsprogramma’s, voeren hun werk niet uit als de hoe-
veelheid vrije ruimte van een partitie onder een bepaalde waarde valt.
Als de vrije ruimte van een systeempartitie te klein wordt, kan dat problemen met het besturingssysteem opleveren. Met de wizard Schijfruimte vergroten kunt u een partitie vergroten door de vrije ruimte van andere partities te gebruiken. Als er niet genoeg ruimte vrij is in andere partities, wordt eventuele niet­toegewezen schijfruimte gebruikt.
Als u de vrije ruimte van een partitie moet vergroten
1. Start de wizard Schijfruimte vergroten door Wizard > Schijfruimte vergroten te kiezen, door op Schijf- ruimte vergroten in het Taakvenster te klikken of door op de knop Grootte wijzigen in de werkbalk te
klikken.
2. Selecteer op de pagina Partitie selecteren de partitie die u wilt vergroten.
40 Disk Director Suite
Selecteer een partitie waarvan u de vrije ruimte wilt vergroten
3. Selecteer op de pagina Partities selecteren een partitie waarvan de ruimte wordt gebruikt om de gese­lecteerde partitie te vergroten.
Het vergroten van een partitie ten koste van een andere partitie is hiervoor beschreven. Zie paragraaf 3.1, ‘Een nieuwe partitie maken’.
Selecteer een partitie waarvan de ruimte wordt gebruikt
Disk Director Suite 41
4. Op de volgende pagina van de wizard wordt de maximale grootte weergegeven die beschikbaar is voor de geselecteerde partitie. U moet de grootte zelf instellen.
De grootte van de nieuwe vrije ruimte voor de partitie instellen
Merk op dat de vrije schijfruimte op de geselecteerde partitie wordt vergroot ten koste van de vrije ruimte op een andere partitie, maar dat zonodig ook niet-toegewezen ruimte wordt gebruikt. Niet-toegewezen ruimte wordt automatisch opgenomen bij de maximale partitiegrootte.
In de laatste pagina van de wizard wordt de nieuwe structuur van de harde schijf grafi sch weergegeven, inclusief de partitie waarvan u de vrije schijfruimte hebt vergroot. Klik op Voltooien om een bewerking te plannen voor het vergroten van de vrije schijfruimte. (Uw acties kunnen ook een bestaande bewer­king wijzigen.) Zie paragraaf 2.4.5, ‘De instellingen wijzigen voor geplande bewerkingen’, voor meer informatie.)
De nieuwe partitiestructuur wordt grafi sch weergegeven in het hoofdvenster.
Net als bij het maken van een nieuwe partitie (zie paragraaf 3.1, ‘Een nieuwe partitie maken’) wordt het vergroten van de vrije ruimte van een partitie beschouwd als een enkele samengestelde bewerking, die u alleen in zijn geheel ongedaan kunt maken.
42 Disk Director Suite
PARTITIES KOPIËREN
Als u een partitie kopieert, levert dat een duplicaat van alle gegevens op. U kunt de kopie van de partitie gebruiken:
als back-up van een partitie (of beter als back-up van de gegevens);
als u het bestaande besturingssysteem wilt opwaarderen (in dit geval is een back-up van de systeem-
partitie sterk aan te raden;
om snel alle gegevens van de oude schijf naar een nieuwe schijf over te zetten.
Als u snel en eenvoudig back-ups wilt maken, raden we u True Image 9.0 aan. Met deze so ware kunt u gecomprimeerde back-ups (images) van een partitie en/of de volledige harde schijf maken, die u eventueel met een wachtwoord kunt beveiligen. Surf naar http://www.easycomputing.com voor meer informatie.
Met de wizard Partitie kopiëren kunt u een kopie maken van een partitie in de geselecteerde schijfruimte. U kunt de kopie naar keuze in een gebied met niet-toegewezen schijfruimte of ten koste van de ruimte van bestaande partities maken, invoegen tussen andere partities, de grootte wijzigen na vergelijking met het origineel, het type bestandssysteem wijzigen en een naam en stationsletter aan de partitie toewij­zen.
Als u een partitie wilt kopiëren
1. Start de wizard door Wizards > Partitie kopiëren te kiezen, door op Partitie kopiëren in het taakvenster te klikken of door op Kopiëren in de werkbalk te klikken.
2. Selecteer op de pagina Partitie selecteren de partitie waarvan u een kopie wilt maken.
Selecteer een partitie waarvan u een kopie wilt maken
Disk Director Suite 43
3. Op de pagina Positie van partitie verschijnt een overzicht van parameters voor de gekopieerde parti­tie.
De pagina voor het selecteren van de positie voor de kopie
U moet een positie voor de kopie op één van de schijven selecteren, tussen de bestaande partities. Klik op de partitie waarvoor of waarna u de kopie wilt invoegen.
In dit voorbeeld wordt de kopie geplaatst voor de partitie NTFS(F:) in de onderstaande fi guur.
De kopie wordt geplaatst na de partitie NTFS(F:) in de onderstaande fi guur.
In de volgende afbeelding is het resultaat weergegeven van het plaatsen van een kopie nadat onder de partitie ReiserFS(K:) is geklikt.
U kunt een kopie overal op uw schijf (schijven) plaatsen. De wizard Partitie kopiëren voert automatisch alle benodigde bewerkingen uit, ook als daarvoor de grootte van andere partities moet worden gewijzigd of als een partitie moet worden verplaatst!
1. De geselecteerde schijf heeft mogelijk niet voldoende ruimte voor een kopie. Toch kunt u een partitie kopiëren door een andere partitie te selecteren waarvan een deel van de ruimte kan worden gebruikt. Dit kunt u doen in het venster Partities selecteren.
44 Disk Director Suite
De pagina om een partitie te selecteren die gedeeltelijk als ruimte voor een kopie zal worden gebruikt
Als u geen partitie selecteert die gedeeltelijk voor de kopie wordt gebruikt op de pagina Partities selecte­ren en er is niet voldoende niet-toegewezen schijfruimte beschikbaar, verschijnt een foutmelding:
Foutmelding dat er niet voldoende schijfruimte voor een kopie beschikbaar is
Disk Director Suite 45
In dat geval vraagt de wizard om een partitie te selecteren waarvan ruimte gebruikt mag worden.
Als er niet voldoende ruimte is, wordt de partitie niet gekopieerd!
2. Op de pagina Grootte van partitie stelt u de gewenste grootte voor de gekopieerde partitie in. De wizard bepaalt automatisch de minimum- en maximumgrootte voor de kopie.
De pagina voor het opgeven van de grootte
De minimumgrootte van de kopie wordt bepaald door het gedeelte van een gekopieerde partitie dat met gegevens is gevuld. De maximale grootte wordt bepaald door de be­schikbare schijfruimte. Deze omvat de ruimte die van een partitie wordt afgehaald plus de niet-toegewezen schijfruimte.
Door een partitie te kopiëren ten koste van de vrije ruimte van een bestaande parti­tie, wordt ervoor gezorgd dat de partitiegrootte nooit kleiner wordt dan 110% van de ruimte die door gegevens wordt ingenomen.
3. Op de pagina Type partitie kunt u het type van de kopie instellen: Actieve partitie, Primaire partitie en Logisch station.
In de regel wordt de Primaire partitie geselecteerd als een partitie een besturingssysteem bevat. Als een partitie alleen voor gegevensopslag is bedoeld, selecteert u Logische station.
Selecteer Actieve partitie als u besturingssysteem op de gekopieerde partitie wilt laden tijdens het starten van de pc.
46 Disk Director Suite
Als u een partitie kopieert ten koste van de vrije ruimte van een bestaande partitie, wordt de partitiegrootte nooit kleiner dan 110% van de ruimte die door gegevens wordt ingenomen.
De verdere bewerkingen voor het kopiëren van een partitie zijn dezelfde die zijn beschreven in stappen 4 tot 7 van paragraaf 3.1, ‘Een nieuwe partitie maken’.
Het kopiëren van een partitie onder Windows 98/ME en het toewijzen van een stati­onsletter kan de volgorde van de stationsletters wijzigen die aan andere partities worden toegewezen. Het gevolg kan zijn dat een aantal snelkoppelingen niet meer werken. Lees paragraaf 3.1, ‘Een nieuwe partitie maken’, voor een beschrijving van het toewijzen van stationsletters aan partities.
Klik op Voltooien om een bewerking te plannen voor het kopiëren van de partitie. (Uw handelingen kunnen ook een bestaande bewerking wijzigen.) Zie paragraaf 2.4.5, ‘De instellingen wijzigen voor ge­plande bewerkingen’, voor meer informatie.)
De nieuwe partitiestructuur wordt grafi sch weergegeven in het hoofdvenster.
Disk Director Suite 47
PARTITIES HANDMATIG BEHEREN
In tegenstelling tot de modus ‘Partities automatisch beheren’ (zie paragraaf 2.1) is de modus ‘Partities handmatig beheren’ bedoeld voor ervaren gebruikers. In deze modus kunt u veel meer bewerkingen uitvoeren op partities. U dient de vereiste parameters handmatig in de dialoogvensters op te geven.
Kies Beeld > Partities handmatig beheren om over te schakelen naar de modus ‘Partities handmatig be­heren’.
BASISBEWERKINGEN VOOR PARTITIES
Tot de basisbewerkingen voor partities behoren veel voorkomende bewerkingen, zoals het toevoegen van een nieuwe partitie (het selecteren van een type, bestandssysteem, formatteren, enzovoorts), een partitie een naam geven en een stationsletter toewijzen, de grootte veranderen, verplaatsen, wissen, ver­wijderen, enzovoort.
Een nieuwe partitie maken
Als de harde schijf niet-toegewezen schijfruimte bevat, kunt u ook handmatig een nieuwe partitie ma­ken.
Met de wizard Partitie maken (zie paragraaf 3.1) kunt u een nieuwe partitie zowel op basis van niet-toegewezen schijfruimte als op basis van de vrije ruimte op andere partities maken. Hiermee kunt u alleen een partitie op niet-toegewezen schijfruimte maken. Als dergelijke ruimte ontbreekt, moet u de vereiste schijfruimte vrijmaken door bestaande partities te verplaatsen en de grootte ervan te wijzigen.
Als u een partitie moet maken
1 Selecteer in het hoofdvenster een gebied met niet-toegewezen schijfruimte. De knop Partitie maken
komt nu beschikbaar in de werkbalk en de optie Partitie maken wordt beschikbaar in het taakvenster en het snelmenu.
48 Disk Director Suite
Een gebied met niet-toegewezen schijfruimte selecteren
2. Kies Schijf > Partitie maken, klik op de gelijknamige optie in het taakvenster Bewerkingen of klik op de knop Partitie maken in de werkbalk.
3. Geef in het dialoogvenster Partitie maken een naam op voor de nieuwe partitie en selecteer een be- standssysteem en type partitie (Primaire partitie – Logisch station) in de vervolgkeuzelijsten. U kunt de grootte en de locatie ook met de muis invoeren of door de waarde in de velden Partitiegrootte, Niet-toegewezen ruimte ervoor (en Niet-toegewezen ruimte erna) te typen.
In de regel wordt de Primaire partitie geselecteerd als een partitie een besturingssysteem bevat. Als een partitie alleen voor gegevensopslag is bedoeld, selecteert u Logische partitie.
Disk Director Suite 49
De instellingen voor de nieuwe partitie
4. Klik op OK om de bewerking (een nieuwe partitie maken) aan de lijst met geplande bewerkingen toe te voegen.
De nieuwe partitiestructuur wordt grafi sch weergegeven in het hoofdvenster.
Als u een partitie maakt in niet-toegewezen ruimte onder Windows 98/Me, kan de volgorde wijzigen van de stationsletters die aan andere partities zijn toegewezen. Het gevolg kan zijn dat een aantal snelkoppelingen niet meer werkt. Lees paragraaf 3.1, ‘Een nieuwe partitie maken’, voor een beschrijving van het toewijzen van stationsletters aan partities.
Een partitie naar een gebied met niet-toegewezen schijfruimte kopiëren
Hierboven zijn de redenen beschreven voor het kopiëren van een partitie (zie paragraaf 3.3, ‘Partities kopiëren’). U kunt de kopie van een partitie gebruiken:
als back-up van een partitie (of als back-up van de gegevens);
als u het bestaande besturingssysteem wilt opwaarderen (in dit geval is een back-up van de systeem-
partitie zeer aan te raden);
om snel alle gegevens van de oude schijf naar een nieuwe schijf over te zetten.
50 Disk Director Suite
Zo kopieert u een partitie:
1. Selecteer een harde schijf en een partitie die u wilt kopiëren.
Selecteer de partitie die u wilt kopiëren
2. Kies Schijf > Kopiëren, klik op de gelijknamige optie in het taakvenster Bewerkingen of klik op de knop Kopiëren in de werkbalk.
3. Disk Director Suite vergelijkt automatisch de grootte van de partitie die u wilt kopiëren met de be­schikbare vrije schijfruimte. Dit is te zien in het venster Structuur van harde schijf.
Disk Director Suite 51
De beschikbare niet-toegewezen ruimte om de partitie te kopiëren
Merk op dat de niet-toegewezen schijfruimte kleiner is dan de gekopieerde partitiegrootte, maar dat het gegevensgebied kleiner is dan de niet-toegewezen schijfruimte. Daarom is het mogelijk om te kopiëren.
Als er niet voldoende vrije ruimte beschikbaar is om een partitie op een harde schijf te kopiëren, is er geen niet-toegewezen ruimte beschikbaar om te selecteren.
4. Selecteer de niet-toegewezen schijfruimte om daar een geselecteerde partitie naar te kopiëren.
5. Kies op de volgende pagina het type van de te kopiëren partitie (Logisch station – Primaire partitie), de grootte en de plaats.
Soms moet u een ander type partitie instellen tijdens het kopiëren van een partitie. Bij­voorbeeld als u een primaire partitie wilt kopiëren terwijl er al vier primaire partities op de harde schijf staan. In dat geval kunt u de partitie alleen als logisch station kopiëren. Als u de primaire partitie later om de één of andere reden moet herstellen op basis van een kopie, kunt u het type partitie weer wijzigen.
52 Disk Director Suite
Parameters opgeven voor de kopie
Typ in de vakken Niet-toegewezen ruimte ervoor, Partitiegrootte (en Niet-toegewezen ruimte erachter) de grootte en locatie van een partitiekopie of gebruik de muis hiervoor.
6. Klik op Voltooien in de wizard Partitie kopiëren om de bewerking toe te voegen aan de lijst met ge- plande bewerkingen. (Uw handelingen kunnen ook alleen leiden tot het wijzigen of ongedaan maken van een bestaande bewerking; zie paragraaf 2.4.5, ‘Instellingen wijzigen voor geplande bewerkin­gen’).
De nieuwe partitiestructuur wordt grafi sch weergegeven in het hoofdvenster.
Het kopiëren van een partitie onder Windows 98/ME en het toewijzen van een stati­onsletter kan de volgorde wijzigen van de stationsletters die aan andere partities zijn toegewezen. Het gevolg kan zijn dat een aantal snelkoppelingen niet meer werkt. Lees paragraaf 3.1, ‘Een nieuwe partitie maken’, voor een beschrijving van het toewijzen van stationsletters aan partities.
Een partitie naar een gebied met niet-toegewezen schijfruimte verplaatsen
U kunt een partitie verplaatsen om:
de volgorde te veranderen van de stationsletters die het besturingssysteem aan de partities heeft toe­gewezen;
In tegenstelling tot in Windows NT/2000/XP kunt u in Windows 98/ME niet zo maar een willekeurige stationsletter aan een partitie toewijzen. Daarom moet u een partitie verplaatsen om daaraan de gewenste stationsletter toe te wijzen.
Disk Director Suite 53
met bepaalde verouderde besturingssystemen te werken (MS-DOS, Windows NT 4.0), die alleen kunnen worden geladen vanaf een binaire partitie die zich aan het begin van de harde schijf be­vindt;
sneller de vereiste bewerkingen uit te voeren op bepaalde partities;
Misschien hebt u een afzonderlijke partitie gereserveerd voor het wisselbestand van een besturingssysteem. Als u deze partitie dichter naar het begin van de schijf verplaatst, hee een besturingssysteem daar mogelijk sneller toegang toe.
de partitiestructuur te wijzigen.
Zo verplaatst u een partitie naar niet-toegewezen schijfruimte:
1. Selecteer de partitie die u wilt verplaatsen.
Selecteer een partitie die u wilt verplaatsen
2. Kies Schijf > Verplaatsen, klik op de gelijknamige optie in het taakvenster Bewerkingen of klik op de knop Verplaatsen in de werkbalk.
54 Disk Director Suite
3. Disk Director Suite vergelijkt de grootte van de partitie die u wilt verplaatsen automatisch met de beschikbare vrije schijfruimte. Het resultaat verschijnt in het venster Partitie verplaatsen.
Beschikbare niet-toegewezen ruimte voor het verplaatsen van de partitie
Merk op dat de niet-toegewezen schijfruimte kleiner is dan de gekopieerde partitiegrootte, maar dat het gegevensgebied kleiner is dan de niet-toegewezen schijfruimte. Daarom kunt u de partitie toch ver­plaatsen.
Als er niet voldoende vrije ruimte beschikbaar is om een partitie op een harde schijf te kopiëren, is er geen niet-toegewezen ruimte beschikbaar om te selecteren.
4. Selecteer de vrije ruimte waarnaar u de partitie wilt verplaatsen.
5. Geef het type partitie op de volgende pagina op (Logisch station – Primaire partitie), de grootte en de plaats.
Bij verplaatsing is het niet, zoals bij kopiëren, noodzakelijk het partitietype te veran­deren (zie de vorige paragraaf voor meer informatie). Toch biedt Disk Director Suite u deze extra mogelijkheid.
Disk Director Suite 55
Parameters opgeven voor de verplaatste partitie
Typ in de vakken Niet-toegewezen ruimte ervoor en Partitiegrootte (en Niet-toegewezen ruimte erachter) de grootte en locatie van een partitiekopie, of gebruik de muis hiervoor.
6. Klik op OK in de wizard Partitie kopiëren om de bewerking toe te voegen aan de lijst met geplande bewerkingen. (Uw handelingen kunnen ook alleen leiden tot het wijzigen of ongedaan maken van een bestaande bewerking; zie paragraaf 2.4.5, ‘Instellingen wijzigen voor geplande bewerkingen’).
De nieuwe partitiestructuur wordt grafi sch weergegeven in het hoofdvenster.
Het verplaatsen van een partitie naar niet-toegewezen schijfruimte kan in Windows 98/ ME de volgorde wijzigen van de stationsletters die aan andere partities zijn toegewezen. Het gevolg kan zijn dat een aantal snelkoppelingen niet meer werkt. Lees paragraaf 3.1, ‘Een nieuwe partitie maken’ voor een beschrijving van het toewijzen van stationsletters aan partities.
Wees extra voorzichtig bij het verplaatsen van een systeempartitie en de code die is vereist voor het opstarten van het besturingssysteem. Dat kan ertoe leiden dat het besturingssysteem niet meer wil opstarten. In Windows NT 4.0 en alle eerdere versies is de code die voor het opstarten van het besturingssysteem is vereist, bijvoorbeeld begrensd tot de eerste 2016 MB.
56 Disk Director Suite
Een partitie verplaatsen en/of de grootte ervan wijzigen
Misschien stelt u vast dat er onvoldoende schijfruimte vrij is op een bepaalde partitie. Bijvoorbeeld omdat het bijna geheel met MP3-bestanden is gevuld. Met Disk Director Suite kunt u een partitie ge­makkelijk vergroten.
De redenen om een partitie te verplaatsen zijn hierboven besproken (zie paragraaf 4.1.3).
Als u de plaats en/of grootte van een partitie wilt wijzigen:
1. Selecteer de schijf en partitie die u wilt verplaatsen.
2. Kies Schijf > Grootte wijzigen, klik op de gelijknamige optie in het taakvenster Bewerkingen of klik op de knop Grootte wijzigen in de werkbalk.
3. Stel in het dialoogvenster Grootte van partitie wijzigen de gewenste partitiegrootte in:
1 Houd de muisknop ingedrukt en versleep een zijde van de rechthoek die de partitie voorstelt
totdat de gewenste grootte verschijnt in het veld Partitiegrootte.
2 Geef de partitiegrootte op in het veld Partitiegrootte.
Het dialoogvenster Grootte van partitie wijzigen
4. Verplaats een partitie op een schijf via één van de volgende methoden:
1 Houd de muisknop ingedrukt en versleep de linkerzijde van de rechthoek die de partitie voorstelt
om de grootte van de vrije ruimte voor de partitie te wijzigen.
2 Selecteer de rechthoek, houd de linkermuisknop ingedrukt en versleep de partitie in zijn geheel
totdat de benodigde hoeveelheid MB of GB in het veld Niet-toegewezen ruimte ervoor verschijnt.
3 Type een waarde in het kringveld Niet-toegewezen ruimte ervoor.
Disk Director Suite houdt automatisch rekening met de beperkingen van bestandssyste­men en de parameters die u hebt opgegeven. Zo kunt u bijvoorbeeld voor een FAT16­partitie maximaal 4 GB (2GB voor Windows 98/ME).
Disk Director Suite 57
5. Klik op Voltooien in de wizard Partitiegrootte wijzigen om de bewerking toe te voegen aan de lijst met geplande bewerkingen. (Uw handelingen kunnen ook alleen leiden tot het wijzigen of ongedaan maken van een bestaande bewerking; zie paragraaf 2.4.5, ‘Instellingen wijzigen voor geplande bewer­kingen’).
De nieuwe partitiestructuur wordt grafi sch weergegeven in het hoofdvenster.
Disk Director Suite bevat een wizard die meer mogelijkheden biedt om de grootte van
een partitie te wijzigen (zie paragraaf 3.2). Als u gebruik maakt van de voorziening die hierboven wordt beschreven, kunt u een partitie alleen groter maken als er zich vrije (niet-toegewezen ruimte) voor of na de partitie bevindt. Met de wizard kunt u com­plexere bewerkingen uitvoeren, zoals de vrije schijfruimte op een partitie vergroten ten koste van de vrije ruimte op andere partities.
Het verplaatsen van een partitie naar niet-toegewezen schijfruimte kan in Windows 98/ ME de volgorde wijzigen van de stationsletters die aan andere partities zijn toegewezen. Het gevolg kan zijn dat een aantal snelkoppelingen niet meer werkt. Lees paragraaf 3.1, ‘Een nieuwe partitie maken’, voor een beschrijving van het toewijzen van stationsletters aan partities.
Wees extra voorzichtig bij het verplaatsen van een systeempartitie en de code die is ver­eist voor het opstarten van het besturingssysteem. Dat kan ertoe leiden dat het bestu­ringssysteem niet meer wil opstarten. In Windows NT 4.0 en alle eerdere versies is de code die voor het opstarten van het besturingssysteem is vereist bijvoorbeeld begrensd tot de eerste 2016 MB.
Partities splitsen
U kunt een partitie in twee partities splitsen, de geselecteerde mappen naar de nieuwe partitie verplaat­sen en de rest van de gegevens op de oude partitie achterlaten. De nieuwe partitie krijgt hetzelfde be­standssysteem. U kunt deze handeling ook gebruiken om een lege partitie te maken van de vrije ruimte van een andere partitie.
Een partitie moet over vrije ruimte beschikken om deze te kunnen splitsen. U kunt de hoeveelheid be­nodigde vrije ruimte als volgt berekenen:
ruimte voor het bestandssysteem van de nieuwe partitie -- afhankelijk van het type bestandssysteem, maximaal 20 MB;
plus ruimte voor de interne gegevens van het programma – ongeveer 25 MB;
plus 3% van de omvang van de gegevens, die naar de nieuwe partitie worden verplaatst.
58 Disk Director Suite
Nadat het splitsen is afgerond, wordt deze ruimte weer vrijgegeven (behalve voor de ruimte voor het nieuwe bestandssysteem) en wordt deze verdeeld over de twee ontstane partities. Als de partitie niet over genoeg ruimte beschikt, verschijnt een boodschap dat het splitsen niet kan worden uitgevoerd.
Als u een partitie wilt splitsen:
1. Selecteer de partitie die u wilt splitsen.
2. Selecteer Schijf > Splits, klik in de gelijknamige optie in het taakvenster Bewerkingen of klik op de knop Splits in de werkbalk.
3. Selecteer in de boomweergave van de mappenstructuur de mappen die u naar de nieuwe partitie wilt verplaatsen. Als u een lege partitie wilt maken, selecteert u geen mappen:
4. Verdeel de vrije ruimte van de bronpartitie over de twee resulterende partities.
Houd er rekening mee dat u op dit moment niet de volledige omvang van de partitie
verdeelt, maar alleen de vrije ruimte. Het programma berekent automatisch hoeveel ruimte er nodig is voor de mappen die naar de nieuwe partitie worden verplaatst en zorgt ervoor dat de vrije ruimte daarop wordt aangepast. Als u de vrije ruimte dus in gelijke delen verdeelt, wil dit niet zeggen dat de twee resulterende partities ook even groot zijn.
5. Klik op OK in de wizard Splits partitie om de bewerking toe te voegen aan de lijst met geplande be- werkingen. (Uw handelingen kunnen ook alleen leiden tot het wijzigen of ongedaan maken van een bestaande bewerking; zie paragraaf 2.4.5, ‘Instellingen wijzigen voor geplande bewerkingen’).
De nieuwe partitiestructuur wordt grafi sch weergegeven in het hoofdvenster.
Partities samenvoegen
U kunt twee partities samenvoegen, zelfs als de bestandssystemen verschillen. Alle gegevens blijven in­tact op de resulterende partitie staan. De resulterende partitie krijgt hetzelfde bestandssysteem als de doelpartitie (waaraan gegevens van een andere partitie worden toegevoegd).
Zo voegt u partities samen:
1. Selecteer een partitie die u wilt samenvoegen met de doelpartitie.
2. Selecteer Schijf > Samenvoegen, klik in de gelijknamige optie in het taakvenster Bewerkingen of klik op de knop Samenvoegen in de werkbalk.
3. Selecteer de doelpartitie.
4. Selecteer een map in de doelpartitie waarin de gegevens van de samengevoegde partitie worden ge­plaatst. U kunt een nieuwe map maken, waarbij u de pictogrammen boven de boomstructuur ge­bruikt.
5. Klik op OK in de wizard Partities samenvoegen om de bewerking toe te voegen aan de lijst met geplan- de bewerkingen. (Uw handelingen kunnen ook alleen leiden tot het wijzigen of ongedaan maken van een bestaande bewerking; zie paragraaf 2.4.5, ‘Instellingen wijzigen voor geplande bewerkingen’).
De nieuwe partitiestructuur wordt grafi sch weergegeven in het hoofdvenster.
Disk Director Suite 59
Als u een NTFS-partitie samenvoegt met een partitie met een bestandssysteem dat geen
beveiligingsopties ondersteunt (bijvoorbeeld een FAT 32-partitie) is het resultaat dat uw beveiligingsinstellingen verliest (eigendomsgegevens van de partitie en toegangs­machtigingen). Bij de omgekeerde handeling (waarbij een niet-beveiligde partitie wordt samengevoegd met een beveiligde partitie), worden de beveiligingsinstellingen van de doelpartitie toegewezen aan de resulterende partitie.
Partities verkennen
U kunt rechtstreeks vanuit de Disk Director Suite de inhoud van partities onderzoeken of beheren voor­dat u handelingen op die partities uitvoert.
Zo verkent u een partitie:
1. Selecteer een partitie die u wilt verkennen.
2. Selecteer Schijf > Verkennen, klik in de gelijknamige optie in het taakvenster Bewerkingen of klik op de knop Verkennen in de werkbalk.
3. Het programma geeft een boomstructuur met de mappen weer. Nu kunt u de inhoud van de partitie onderzoeken of beheren. U kunt bestanden en mappen kopiëren, plakken en verwijderen, en u kunt mappen op de geselecteerde partitie maken. Klik daartoe met de rechtermuisknop op de map of het bestand of gebruik de pictogrammen boven de boomstructuur.
De handeling Verkennen toont de inhoud van de partitie zoals deze van schijf is ingele­zen. Als er nog bewerkingen uitstaan, zoals het splitsen van een partitie, kunt u de parti­ties pas bekijken nadat de bewerkingen zijn uitgevoerd of geannuleerd. Bewerkingen op mappen en bestanden in het venster Verkennen worden echter direct uitgevoerd.
4. Klik op OK als u klaar bent.
De naam van een partitie wijzigen
De naam van een partitie is een optioneel kenmerk. Het is een naam die aan een partitie wordt toegewe­zen zodat u de partities gemakkelijker kunt herkennen. U kunt de partitie waarop uw besturingssysteem is geïnstalleerd bijvoorbeeld Systeem noemen, de partitie met uw toepassingen Programma’s, die met de gegevens Data, enzovoort.
Onder Windows worden de partitienamen weergegeven in de schijf- en mappenstruc­tuur van Verkenner: WIN98(C:), WINXP(D:), DATA(E:), enzovoorts. WIN98, WINXP en DATA zijn partitienamen. In elk dialoogvenster voor het openen en opslaan van bestanden wordt de partitienaam weergegeven (zie bijlage C ‘Woordenlijst’ – ‘partitie­naam’).
60 Disk Director Suite
Als u een partitie een andere naam geeft:
1. Zo wijzigt u de naam van een partitie: selecteer de partitie waarvan u de naam wilt wijzigen en kies Schijf > Naam wijzigen, klik op de gelijknamige optie in het taakvenster Bewerkingen of klik op de knop Naam wijzigen in de werkbalk.
2. Typ een nieuwe naam voor de partitie in het dialoogvenster Naam wijzigen van partitie.
Het dialoogvenster Naam wijzigen van partitie
3. Klik op OK in de wizard om de bewerking toe te voegen aan de lijst met geplande bewerkingen. (Uw handelingen kunnen ook alleen leiden tot het wijzigen of ongedaan maken van een bestaande bewer­king; zie paragraaf 2.4.5, ‘Instellingen wijzigen voor geplande bewerkingen’).
De nieuwe partitiestructuur wordt grafi sch weergegeven in het hoofdvenster.
Een partitie formatteren
Disk Director Suite biedt u de mogelijkheid om een partitie logisch te formatteren. Tijdens dit proces wordt de vereiste structuur gecreëerd om bestanden en mappen op de partitie te kunnen opslaan.
Zo formatteert u een bestaande partitie:
1. Selecteer een partitie.
2. Kies Schijf > Formatteren, klik op de gelijknamige optie in het taakvenster Bewerkingen of klik op de knop Formatteren in de werkbalk.
3. Typ de partitienaam in het dialoogvenster Partitie formatteren.
Het dialoogvenster Partitie formatteren
Disk Director Suite 61
4. Selecteer het bestandssysteem dat u op de partitie wilt creëren nadat deze is geformatteerd.
Disk Director Suite ondersteunt de volgende bestandssystemen (zie bijlage A.9):
• FAT16/FAT32, NTFS: de bestandssystemen van Windows
• Linux Ext2, Ext3, ReiserFS, Swap: de bestandssystemen van Linux
5. Selecteer de gewenste clustergrootte (Auto, 512 bytes, 1, 2, 4…. 64 KB)
Onthoud dat:
1 Hoe kleiner de clustergrootte hoe minder schijfruimte er wordt verspild (zie bijlage A.9.2,
‘FAT16’—tabel 3).
2 Hoe kleiner de clustergrootte, hoe groter de bestandstoewijzingstabel (File Allocation Table of
FAT). Hoe groter de FAT, hoe langzamer het besturingssysteem wordt dat op de partitie is geïn­stalleerd.
3 Als u Auto selecteert, bepaalt Disk Director Suite automatisch de clustergrootte afhankelijk van
het geselecteerde bestandssysteem en de partitiegrootte.
Klik op OK in de wizard om de bewerking toe te voegen aan de lijst met geplande bewerkingen. (Uw
handelingen kunnen ook alleen leiden tot het wijzigen of ongedaan maken van een bestaande bewer­king; zie paragraaf 2.4.5, ‘Instellingen wijzigen voor geplande bewerkingen’).
Denk eraan dat tijdens het formatteren van een partitie alle gegevens op die partitie worden gewist, inclusief bestanden en mappen! Ga bijzonder zorgvuldig te werk tijdens het uitvoeren van deze bewerking.
Merk op dat elke bewerking pas echt wordt uitgevoerd nadat u Bewerkingen > Uitvoeren hebt gekozen of u op knop Uitvoeren in de werkbalk hebt geklikt. (Zie paragraaf 2.4.4, ‘Geplande bewerkingen uitvoeren’.)
Een partitie verwijderen
De schijfruimte die tijdens het verwijderen van een partitie wordt vrijgemaakt, wordt automatisch als niet-toegewezen schijfruimte gemarkeerd. U kunt deze schijfruimte gebruiken om een nieuwe partitie te maken of de grootte van de bestaande partitie te wijzigen.
Als u een partitie moet verwijderen:
1. Selecteer de partitie die u wilt verwijderen.
2. Kies Schijf > Verwijderen, klik op de gelijknamige optie in het taakvenster Bewerkingen of klik op de knop Verwijderen in de werkbalk.
3. Kies in het dialoogvenster Partitie verwijderen de methode om de partitie te verwijderen.
1 Partitie verwijderen: selecteer deze optie als u de partitie alleen maar wilt verwijderen zonder de
schuifsectoren grondig te wissen.
62 Disk Director Suite
2 Partitie verwijderen en gegevens vernietigen: selecteer deze optie als u alle gegevens op de par-
titie wilt vernietigen tijdens het verwijderen van de partitie.
Het dialoogvenster Partitie verwijderen
Als u de optie Partitie verwijderen en gegevens vernietigen hebt gekozen, kunt u opgeven hoeveel keer de gegevens moeten worden overschreven.
Tijdens het wissen van de niet-toegewezen schijfruimte worden de overeenkomstige schijfsectoren verschillende keren met speciale gegevens overschreven. Disk Director
Suite gebruikt een relatief eenvoudig algoritme om schijven en partities grondig te wis­sen. Tijdens het uitvoeren van dit algoritme worden de betre ende sectoren verschil­lende keren met een reeks symbolen of logische nullen (0x00) of enen (0xFF) over­schreven. Tijdens de laatste fase van het proces worden er alleen logische nullen naar de sectoren geschreven. Hoe vaker u het schrijven laat herhalen, hoe kleiner de kans is dat
de gegevens alsnog kunnen worden hersteld met geavanceerde so ware.
Bij Easy Computing is bijzonder krachtige so ware verkrijgbaar om harde schijven en partities grondig te wissen: PC Cleaner 2.0. Dit programma ondersteunt veel krachtiger algoritmen om vertrouwelijke gegevens onherroepelijk te vernietigen.
4. Bevestig het verwijderen van de partitie door in het venster Partitie verwijderen op OK te klikken.
5. Klik op OK in de wizard om de bewerking toe te voegen aan de lijst met geplande bewerkingen. (Uw handelingen kunnen ook alleen leiden tot het wijzigen of ongedaan maken van een bestaande bewer­king; zie paragraaf 2.4.5, ‘Instellingen wijzigen voor geplande bewerkingen’).
De nieuwe partitiestructuur wordt grafi sch weergegeven in het hoofdvenster van Disk Director Suite.
Disk Director Suite 63
Attentie: denk eraan dat tijdens het verwijderen van een partitie ook alle gegevens op die partitie worden gewist, inclusief bestanden en mappen! Het verwijderen van een sy­steempartitie kan er zelfs toe leiden dat u de pc niet meer kunt opstarten! Ga bijzonder zorgvuldig te werk tijdens het uitvoeren van deze bewerking.
Het verwijderen van een partitie naar niet-toegewezen schijfruimte kan in Windows 98/ ME de volgorde wijzigen van de stationsletters die aan andere partities zijn toegewezen. Het gevolg kan zijn dat een aantal snelkoppelingen niet meer werkt. Lees paragraaf 3.1, ‘Een nieuwe partitie maken’, voor een beschrijving van het toewijzen van stationsletters aan partities.
Een partitie op fouten controleren
U kunt met Disk Director Suite een partitie op fouten in het bestandssysteem controleren.
Controleer een partitie altijd op fouten voordat u er bewerkingen op uitvoert (zie paragraaf 1.6).
Zo voert u een controle op een partitie uit:
1. Selecteer in het hoofdvenster van Disk Director Suite de partitie die u op fouten wilt controleren.
2. Kies Schijf > Controleren, klik op de gelijknamige optie in het taakvenster Bewerkingen of klik op de knop Controleren in de werkbalk.
3. Selecteer een optie: alleen controleren, controleren en fouten repareren, of ook slechte sectoren op­sporen.
4. Klik op OK om de schijfcontrole te starten.
5. Controleer de resultaten van de schijfcontrole in het dialoogvenster Partitie op fouten controleren.
Het dialoogvenster Partitie op fouten controleren
64 Disk Director Suite
Een partitie defragmenteren
Defragmenteren is het reorganiseren van de bestandsopslag op een partitie.
Bij het defragmenteren wordt de fragmentatie van bestanden geëlimineerd. Deze zorgt ervoor dat be­standen na schijfbewerkingen her en der op de harde schijf worden opgeslagen.
Bestandsfragmentering heeft een negatieve invloed op de prestaties van pc’s en servers, vooral als er veel I/O-bewerkingen worden uitgevoerd. Door schijven en partities te defragmenteren, kunt u de systeem­prestaties aanzienlijk verbeteren, omdat de leeskop van de harde schijf in dat geval over een kleinere afstand moet worden verplaatst om alle delen van een bestand te lezen.
Disk Director Suite ondersteunt alleen defragmentatie voor Windows XP. Windows 2000 beschikt over een eigen defragmentatieprogramma. Om een partitie onder Win­dows NT 4.0 en oudere versies van Windows te defragmenteren, is het aan te raden om een defragmentatieprogramma van een andere leverancier te gebruiken.
Als u een partitie wilt defragmenteren:
1. Selecteer in het hoofdvenster van Disk Director Suite de partitie die u wilt defragmenteren.
2. Kies Schijf > Defragmenteren, klik op de gelijknamige optie in het taakvenster Bewerkingen of klik op de knop Defragmenteren in de werkbalk.
3. Klik op OK in het venster Partitie defragmenteren om de partitie te defragmenteren.
Het venster Partitie defragmenteren
4. Het resultaat van het defragmenteren wordt weergegeven in het venster Partitie defragmenteren.
Disk Director Suite 65
Het resultaat van het defragmenteren
Niet-toegewezen schijfruimte grondig wissen
Harde schijven van een pc kunnen bijzonder veel vertrouwelijke informatie bevatten. Gebruikers verge­ten vaak om persoonlijke informatie volledig te vernietigen, om niet-geautoriseerde toegang daartoe te voorkomen. Het verwijderen van een oud bestand is niet voldoende.
De hulpprogramma’s van Windows bieden geen garantie voor het volledig vernietigen van gegevens. Het is eenvoudig om gewiste bestanden te herstellen. Het formatteren en zelfs het verwijderen van een partitie wijzigt de inhoud van de sectoren op een harde schijf niet. Disk Director Suite biedt een eenvou­dig, maar betrouwbaar algoritme om niet-toegewezen schijfruimte grondig te wissen.
Op de volgende manier wist u niet-toegewezen schijfruimte grondig:
1. Selecteer het gebied met niet-toegewezen schijfruimte dat u grondig wilt wissen. In de werkbalk is nu de optie Overschrijven beschikbaar.
2. Kies Schijf > Overschrijven, klik op de gelijknamige optie in het taakvenster Bewerkingen of klik op de knop Overschrijven in de werkbalk.
3. Geef in het dialoogvenster Niet-toegewezen ruimte grondig wissen hoeveel keer u het betreffende ge­bied wilt overschrijven (maximaal 99 keer).
Zie het commentaar in paragraaf 4.1.10, ‘Een partitie verwijderen’, voor meer informatie over het algoritme dat Disk Director Suite gebruikt voor het wissen van gegevens.
66 Disk Director Suite
Geef in dit dialoogvenster aan hoeveel keer u de niet-toegewezen ruimte wilt overschrijven
4. Klik op OK om de bewerking aan de lijst met geplande bewerkingen toe te voegen.
Een volledige harde schijf wissen
Met Disk Director Suite kunt u niet alleen niet-toegewezen schijfruimte maar ook volledige harde schij­ven wissen.
Zo wist u een volledige harde schijf:
1. Selecteer de harde schijf. De knop Wiss en komt beschikbaar in de werkbalk.
2. Kies Schijf > Wissen, klik op de gelijknamige optie in het taakvenster Bewerkingen of klik op de knop Wissen in de werkbalk.
3. Kies in het dialoogvenster Harde schijf grondig wissen de methode om de schijf te wissen.
1 Partities verwijderen: selecteer deze optie als u de partities op de harde schijf alleen maar wilt
verwijderen, zonder de schuifsectoren grondig te wissen.
2 Partities verwijderen en gegevens vernietigen: selecteer deze optie als u alle gegevens op de ver-
schillende partities grondig wilt vernietigen tijdens het wissen van de harde schijf.
Als u de optie Partities verwijderen en gegevens vernietigen hebt gekozen, moet u het aantal doorlopen opgeven voor het wissen.
Een methode kiezen om de harde schijf te wissen
Disk Director Suite 67
4. Klik op OK om de bewerking aan de lijst met geplande bewerkingen toe te voegen.
Het verwijderen van een partitie van de harde schijf verwijdert niet de inhoud van de schijfsectoren. De gewiste gegevens kunnen zo nodig nog altijd nog worden hersteld met behulp van geavanceerde so ware. Als u alle vertrouwelijke gegevens de nitief wilt vernietigen, dient u de optie Partities verwijderen en gegevens vernietigen te activeren!
Zie het commentaar in paragraaf 4.1.10, ‘Een partitie verwijderen’, voor meer informatie over het algoritme dat Disk Director Suite gebruikt voor het wissen van gegevens.
Het verwijderen van een partitie naar niet-toegewezen schijfruimte kan in Windows 98/ ME de volgorde wijzigen van de stationsletters die aan andere partities zijn toegewezen. Het gevolg kan zijn dat een aantal snelkoppelingen niet meer werkt. Lees paragraaf 3.1, ‘Een nieuwe partitie maken’, voor een beschrijving van het toewijzen van stationsletters aan partities.
GEAVANCEERDE BEWERKINGEN VOOR PARTITIES
Geavanceerde bewerkingen voor partities omvatten een aantal zelden gebruikte, maar handige bewer­kingen voor het converteren van de bestandssystemen van partities, het verbergen en zichtbaar maken van partities, het instellen van actieve partities, het veranderen van de root-directory en het wijzigen van de clustergrootte van een partitie.
De naam van een partitie wijzigen
Tijdens het starten van een systeem wijzen besturingssystemen standaard stationsletters (C:, D:, …) toe aan partities op de harde schijf. Het besturingssysteem en de geïnstalleerde programma’s gebruiken deze letters om de locatie van mappen en bestanden op de partities terug te vinden.
Als u een nieuwe harde schijf installeert, een nieuwe partitie maakt of een bestaande partitie verwij­dert, kan de systeemconfi guratie wijzigen. Het gevolg kan zijn dat een programma’s mogelijk niet meer werken of dat u bepaalde gegevensbestanden niet meer kunt openen. Om dit te voorkomen, kunt u de stationsletters wijzigen die het besturingssysteem aan de partities heeft toegewezen.
Selecteer de partitie waaraan u een andere stationsletter wilt toewijzen:
1. Selecteer de harde schijf en de partitie op die schijf.
2. Zo wijzigt u de stationsletter van een partitie: selecteer de partitie waarvan u de stationsletter wilt wijzigen en kies Schijf > Geavanceerd > Stationsletter wijzigen, klik op de gelijknamige optie in het taakvenster Bewerkingen of klik op de knop Stationsletter wijzigen in de werkbalk.
3. Selecteer een nieuwe stationsletter in het dialoogvenster Stationsletter wijzigen.
68 Disk Director Suite
De stationsletter van een partitie wijzigen
4. Klik op OK om de bewerking toe te voegen aan de lijst met geplande bewerkingen. (Uw handelingen kunnen ook alleen leiden tot het wijzigen of ongedaan maken van een bestaande bewerking; zie pa­ragraaf 2.4.5, ‘Instellingen wijzigen voor geplande bewerkingen’).
De nieuwe partitiestructuur wordt grafi sch weergegeven in het hoofdvenster.
Alleen onder Windows NT/2000/XP kunt u de stationsletters wijzigen die aan partities zijn toegewezen. Windows 98/ME wijzen stationsletters automatisch aan partities toe.
Merk op dat het rechtstreeks wijzigen van een stationsletter van een partitie invloed kan hebben op de snelkoppelingen naar bestaande partities. Als u de stationsletter van
een partitie wijzigt onder Windows NT/2000/XP kan dit problemen opleveren bij het starten van programma’s en het openen van bestanden op de partitie. Als het om een systeempartitie gaat of om een partitie waarop het wisselbestand van een besturings­systeem is opgeslagen, kan dit zelfs tot problemen leiden tijdens het opstarten van het besturingssysteem. Lees paragraaf 3.1, ‘Een nieuwe partitie maken’ voor een beschrij-
ving van het toewijzen van stationsletters aan partities.
Bestandssystemen converteren
FAT16
De belangrijkste nadelen van FAT 16 zijn:
Partities die groter zijn dan 2 GB worden niet ondersteund.
Het is niet mogelijk om met bestanden die groter zijn dan 2 GB te werken.
Disk Director Suite 69
Harde schijven die groter zijn dan 8 GB worden niet ondersteund.
De root-directory kan maximaal 512 elementen bevatten.
Bestandsnamen mogen maximaal uit 8 tekens en een bestandsextensie van drie tekens bestaan. (Deze
beperking geldt niet voor Windows NT.)
FAT32
Het FAT32-bestandssysteem is voor het eerst ingevoerd onder Windows95 OSR2 en wordt ondersteund door Windows 98/ME en Windows 2000/XP.
De belangrijkste bedoeling was het opheffen van de beperkingen van FAT16. FAT32 is in feite de evolutie van FAT16.
Het belangrijkste verschil tussen FAT32 en FAT16 is, dat het grotere mappen, bestanden en schijven ondersteunt, dat de root-directory een onbeperkt aantal elementen kan bevatten en dat lange bestands­namen worden ondersteund. (Zie voor meer informatie bijlage 4.9, ‘Specifi caties voor bestandssyste­men’.)
FAT16 naar FAT32 converteren
Converteer een FAT16-partitie naar FAT32:
1. als u een partitie nodig hebt die groter is dan 2 GB;
2. als u een harde schijf met een beperkte opslagcapaciteit wilt vervangen door een harde schijf met een hoge capaciteit.
Zo converteert u een FAT16-partitie naar een FAT32-partitie:
1. Selecteer in de lijst van het hoofdvenster van Disk Director Suite de schijf en de FAT16-partitie die u naar FAT32 wilt converteren.
2. Kies Schijf > Geavanceerd > Converteren, klik op de gelijknamige optie in het taakvenster Geavanceerd of klik op de knop Converteren in de werkbalk. (Of klik met de rechtermuisknop in de grafi sche voor­stelling of de boomstructuur en selecteer Geavanceerd > Converteren in het snelmenu.)
3. Selecteer het gewenste type partitie (Primaire partitie of Logisch station) in het dialoogvenster Partitie
converteren.
Het bestandssysteem van een partitie wijzigen
4. Klik op OK om de conversie van FAT16 naar FAT32 toe te voegen aan de lijst met geplande bewer­kingen. (Uw handelingen kunnen ook alleen leiden tot het wijzigen of ongedaan maken van een bestaande bewerking; zie paragraaf 2.4.5, ‘Instellingen wijzigen voor geplande bewerkingen’, voor meer informatie.)
70 Disk Director Suite
De nieuwe partitiestructuur wordt grafi sch weergegeven in het hoofdvenster.
Attentie! Als u een FAT16-partitie naar een FAT32 converteert, kan het gebeuren dat het geïnstalleerde besturingssysteem het bestandssysteem en/of de bestandstoewijzings­tabel (FAT) niet meer kan lezen. Zie bijlage A voor meer informatie over de compatibi­liteit tussen bestandssystemen en besturingssystemen.
Een partitie verbergen
U kunt een partitie ook verbergen. Dat is bijvoorbeeld handig als u wilt voorkomen dat belangrijke of vertrouwelijke informatie toegankelijk is voor onbevoegden. In tegenstelling tot veel andere toepas­singen kan Disk Director Suite elke partitie verbergen, ongeacht of het om een primaire partitie of een logisch station gaat.
Op de volgende manier verbergt u een partitie:
1. Selecteer in het hoofdvenster van Disk Director Suite de partitie die u wilt verbergen.
2. Kies Schijf > Geavanceerd > Verbergen, klik op de gelijknamige optie in het taakvenster Geavanceerd of klik op de knop Ve r b er g e n in de werkbalk. (U kunt ook met de rechtermuisknop in de grafi sche voorstelling of de boomstructuur klikken en Geavanceerd > Verbergen selecteren in het snelmenu.)
3. Klik op OK in het dialoogvenster Partitie verbergen om de bewerking toe te voegen aan de lijst met geplande bewerkingen. (Uw handelingen kunnen ook alleen leiden tot het wijzigen of ongedaan maken van een bestaande bewerking; zie paragraaf 2.4.5, ‘Instellingen wijzigen voor geplande bewer­kingen’).
Het dialoogvenster Partitie verbergen
In het hoofdvenster van Disk Director Suite wordt een verborgen partitie aangeduid met Verb(orgen partitie) in het veld Flags.
Disk Director Suite 71
Attentie! Als u een systeempartitie verbergt, kunt u de pc niet meer opstarten! Hetzelfde
probleem doet zich voor als u de partitie verbergt waarop het wisselbestand onder Windows NT/2000/XP is opgeslagen. Als de harde schijf meerdere primaire partities bevat, waarop verschillende besturingssystemen zijn geïnstalleerd, wordt automatisch een andere primaire partitie als actieve partitie ingesteld wanneer u de actieve systeem­partitie verbergt.
Merk op dat de optie Geavanceerd > Verbergen in het taakvenster verandert in Geavan- ceerd > Weergeven nadat u een verborgen partitie in de lijst hebt geselecteerd. Ook het snelmenu van de partitie wijzigt.
Ook het verbergen van een partitie kan in Windows 98/ME de volgorde wijzigen van
de stationsletters die aan andere partities zijn toegewezen. Het gevolg kan zijn dat een aantal snelkoppelingen niet meer werkt. Onder Windows NT/2000/XP hee het verber­gen van een partitie geen invloed op de letters die aan andere partities zijn toegewezen. Het gevolg is dat een alleen snelkoppelingen naar verborgen partities niet meer werken. Lees paragraaf 3.1, ‘Een nieuwe partitie maken’, voor een beschrijving van het toewijzen
van stationsletters aan partities.
Een partitie opnieuw weergeven
Als u wilt dat het besturingssysteem een verborgen partitie weer kan ‘zien’, er een stationsletter aan kan toewijzen en bestanden kan openen, moet u deze opnieuw weergeven.
Selecteer de partitie die u opnieuw wilt weergeven in het hoofdvenster:
1. Selecteer in het hoofdvenster van Disk Director Suite de partitie die u opnieuw wilt weergeven.
2. Kies Schijf > Geavanceerd > Weergeven, klik op de gelijknamige optie in het taakvenster Geavanceerd of klik op de knop We er ge v en in de werkbalk. (U kunt ook met de rechtermuisknop in de grafi sche voorstelling of de boomstructuur klikken en Geavanceerd > Weergeven selecteren in het snelmenu.)
3. Klik op OK in het venster Partitie opnieuw weergeven om de bewerking toe te voegen aan de lijst met geplande bewerkingen. (Uw handelingen kunnen ook alleen leiden tot het wijzigen of ongedaan maken van een bestaande bewerking; zie paragraaf 2.4.5, ‘Instellingen wijzigen voor geplande bewer­kingen’).
72 Disk Director Suite
Een partitie opnieuw weergeven
De optie Ve r b verdwijnt uit het veld Flags.
Merk op dat de optie Geavanceerd > Weergeven in het taakvenster verandert in Geavan- ceerd > Verbergen nadat u een verborgen partitie in de lijst hebt geselecteerd. Ook het
snelmenu van de partitie wijzigt.
Als u de enige primaire partitie op een schijf weer zichtbaar maakt, wordt deze als actief ingesteld.
Het opnieuw weergeven van een partitie kan in Windows 98/ME de volgorde wijzigen van de stationsletters die aan andere partities zijn toegewezen. Het gevolg kan zijn dat een aantal snelkoppelingen niet meer werkt. Lees paragraaf 3.1, ‘Een nieuwe partitie maken’, voor een beschrijving van het toewijzen van stationsletters aan partities.
De actieve partitie instellen
Als de harde schijf meerdere primaire partities bevat, moet u de partitie selecteren die u wilt gebruiken om het systeem op te starten. Doe dit door de betreffende partitie als actieve partitie in te stellen. Een harde schijf kan slechts één actieve partitie bevatten.
Zo stelt u de actieve partitie in:
1. Selecteer in het hoofdvenster van Disk Director Suite de primaire partitie die u als actieve partitie wilt instellen.
2. Kies Schijf > Geavanceerd > Als actieve partitie instellen, klik op de gelijknamige optie in het taakven- ster Geavanceerd of klik op de knop Als actieve partitie instellen in de werkbalk.
Disk Director Suite 73
De actieve partitie instellen
3. Klik op OK in het venster Als actieve partitie instellen om de bewerking toe te voegen aan de lijst met geplande bewerkingen. (Uw handelingen kunnen ook alleen leiden tot het wijzigen of ongedaan maken van een bestaande bewerking; zie paragraaf 2.4.5, ‘Instellingen wijzigen voor geplande bewer­kingen’, voor meer informatie.)
De nieuwe partitiestructuur wordt grafi sch weergegeven in het hoofdvenster.
De partitie wordt gemarkeerd met Actieve partitie in het veld Flags. De partitie wordt gemarkeerd met Actieve partitie in het veld Flags. De partitie wordt ook als Primaire partitie gemarkeerd.
Controleer altijd of een partitie is geformatteerd en een besturingssysteem bevat, voor­dat u die als actieve partitie instelt. Anders zal de pc niet vanaf deze partitie starten!
Als u een partitie als actieve partitie instelt en de harde schijf al een actieve partitie bevat, wordt deze automatisch uitgeschakeld voor de laatst genoemde partitie. Ook dit kan ertoe leiden dat u de pc niet meer kunt starten.
Het instellen van een actieve partitie kan in Windows 98/ME de volgorde wijzigen van de stationsletters die aan andere partities zijn toegewezen. Het gevolg kan zijn dat een aantal snelkoppelingen niet meer werkt. Lees paragraaf 3.1, ‘Een nieuwe partitie maken’, voor een beschrijving van het toewijzen van stationsletters aan partities.
De grootte van de root-directory wijzigen
In tegenstelling tot alle andere bestandssystemen bevindt de root-directory van FAT16 zich op een speci­ale locatie en is de maximale grootte ervan beperkt (tot 512 elementen na standaard formattering).
74 Disk Director Suite
Zo wijzigt u de grootte van de root-directory van een FAT16-partitie:
1. Selecteer in het hoofdvenster van Disk Director Suite de FAT16-partitie waarop u de grootte van de root-directory wilt wijzigen.
2. Kies Schijf > Geavanceerd > Grootte root-directory wijzigen, klik op de gelijknamige optie in het taak- venster Geavanceerd of klik op de knop Grootte root-directory wijzigen in de werkbalk.
Als u een partitie met een ander bestandssysteem selecteert, zijn de bovengenoemde opties niet beschikbaar.
3. Typ in het volgende venster Grootte van root-directory wijzigen de grootte van de root-directory.
De grootte van de root-directory van een FAT16-partitie wijzigen
FAT16 kan maximaal 65.520 elementen bevatten.
4. Klik op OK om de bewerking toe te voegen aan de lijst met geplande bewerkingen. (Uw handelingen kunnen ook alleen leiden tot het wijzigen of ongedaan maken van een bestaande bewerking; zie pa­ragraaf 2.4.5, ‘Instellingen wijzigen voor geplande bewerkingen’).
De clustergrootte wijzigen
Kleinere clusters (zie bijlage C, ‘Woordenlijst’ -- ‘cluster’) zorgen voor minder ruimteverlies doordat elk bestand tenminste één cluster/blok bezet.
Het ruimteverlies dat afhankelijk is van de clustergrootte, is weergegeven in bijlage A (zie bijlage A.9.2, ‘FAT16’—tabel 3).
Op een FAT32-partitie kan het wijzigen van de clustergrootte er echter toe leiden dat de bestandstoe­wijzingstabel (File Allocation Table of FAT) groter wordt, waardoor bestanden langzamer toegankelijk zijn.
Disk Director Suite 75
Zo wijzigt u de clustergrootte:
1. Selecteer in het hoofdvenster van Disk Director Suite partitie waarvan u de clustergrootte wilt wijzi­gen.
2. Kies Schijf > Geavanceerd > Clustergrootte wijzigen, klik op de gelijknamige optie in het taakvenster Geavanceerd of klik op de knop Clustergrootte wijzigen in de werkbalk.
3. In het dialoogvenster Clustergrootte wijzigen kunt u:
1 de huidige clustergrootte van de geselecteerde partitie controleren.
2 nagaan hoeveel schijfruimte er gemiddeld wordt verspild op de geselecteerde partitie als u een
bepaalde clustergrootte instelt;
Sommige clustergroottes zijn mogelijk niet beschikbaar voor de geselecteerde partitie omdat er in dat geval onvoldoende clusters zijn om de gegevens op te slaan die zich werkelijk op de partitie bevinden.
3 Een nieuwe clustergrootte instellen in het veld Nieuwe clustergrootte.
Het venster Nieuwe clustergrootte
4. Typ een nieuwe clustergrootte en klik op OK in het dialoogvenster Clustergrootte wijzigen om de bewerking toe te voegen aan de lijst met geplande bewerkingen. (Uw handelingen kunnen ook alleen leiden tot het wijzigen of ongedaan maken van een bestaande bewerking; zie paragraaf 2.4.5, ‘Instel­lingen wijzigen voor geplande bewerkingen’).
76 Disk Director Suite
Het type partitie wijzigen
Elk partitierecord bevat het veld ‘partitietype’. Dat is een hexadecimale waarde die het bestands- en be­sturingssysteem defi nieert voor de betreffende partitie.
Deze hexadecimale waarden zijn optioneel: sommige besturingssystemen gebruiken ze, terwijl andere dat niet doen. Met name Windows 98 en Windows ME gebruiken het veld ‘partitietype’ alleen maar om te bepalen of een partitie al dan niet wordt onder­steund.
Het type partitie moet doorgaans worden ingesteld op het ogenblik dat de partitie wordt gemaakt, afhankelijk van het bestandssysteem dat u wilt gebruiken. Soms moet u het type echter handmatig se­lecteren. Dat is bijvoorbeeld het geval als u een partitie hebt gemaakt zonder bestandssysteem of als een partitie is bedoeld voor gebruik onder een specifi ek besturingssysteem.
Zo wijzigt u het type partitie:
1. Selecteer in het hoofdvenster van Disk Director Suite de harde schijf en partitie die u wilt wijzigen.
2. Kies Schijf > Geavanceerd > Type partitie wijzigen, klik op de gelijknamige optie in het taakvenster Geavanceerd of klik op de knop Type partitie wijzigen in de werkbalk.
3. Selecteer het gewenste type partitie in het dialoogvenster Type partitie wijzigen.
Het venster type partitie wijzigen
4. Klik op OK in venster Type partitie wijzigen om de bewerking toe te voegen aan de lijst met geplande bewerkingen. (Uw handelingen kunnen ook alleen leiden tot het wijzigen of ongedaan maken van een bestaande bewerking; zie paragraaf 2.4.5, ‘Instellingen wijzigen voor geplande bewerkingen’).
Disk Director Suite 77
Attentie: bij sommige besturingssystemen kan het wijzigen van het type partitie ertoe leiden dat u niet langer met het besturingssysteem kunt werken, zelfs als u een compati­bel bestandssysteem instelt!
Het wijzigen van het type partitie in Windows 98/ME kan een partitie verbergen en de volgorde wijzigen van de stationsletters die aan andere partities zijn toegewezen. Het gevolg kan zijn dat een aantal snelkoppelingen niet meer werkt. Lees paragraaf 3.1, ‘Een nieuwe partitie maken’, voor een beschrijving van het toewijzen van stationsletters aan partities.
De grootte van de INODE-tabel wijzigen in Linux Ext2/Ext3
In Linux Ext2/3 is de i-node index descriptor de belangrijkste gegevensstructuur om bestanden te be­schrijven.
Elke descriptor bevat een bestandsbeschrijving, inclusief bestandstype, bestandsgrootte, enzovoort. De adressen van de gegevensblokken die voor een bepaald bestand zijn gereserveerd, worden in de bijbeho­rende index descriptor opgeslagen.
Vooraf (tijdens het formatteren) moet u de locatie opgeven waar de tabel met alle i-nodes moet worden toegewezen. Bij Ext2/3 wordt het maximaal aantal bestanden, met andere woorden, al bepaald tijdens het formatteren.
Het aantal bytes per i-node geeft de gemiddelde grootte aan van de bestanden op de partitie. Als de par­titie talrijke kleine bestanden bevat, moet er een groot aantal descriptors zijn, waarbij elke descriptor een bepaalde hoeveelheid schijfruimte inneemt. Voor grotere bestanden zijn minder descriptors vereist.
Met Disk Director Suite kunt u de grootte wijzigen van de i-node tabel voor bestaande partities en zo­doende het maximaal aantal bestanden dat op die partities kan worden opgeslagen.
Zo wijzigt u de grootte van de i-node-tabel in Linux Ext2/Ext3:
1. Selecteer de partitie waarvan u de i-node tabel wilt bewerken.
2. Kies Schijf > Geavanceerd > Schijfruimte per i-node wijzigen, klik op de gelijknamige optie in het taakvenster Geavanceerd of klik op de knop Schijfruimte per i-node wijzigen in de werkbalk. (U kunt ook met de rechtermuisknop op een partitie klikken en de optie in het snelmenu selecteren.)
Als u een partitie met een ander bestandssysteem selecteert, zijn de bovengenoemde opties niet beschikbaar.
3. Geef het aantal bytes per descriptor (i-node) op in het dialoogvenster Schijfruimte per i-node wijzi­gen.
78 Disk Director Suite
Schijfruimte per i-node wijzigen
4. Klik op OK in het venster Schijfruimte per i-node wijzigen om de bewerking toe te voegen aan de lijst met geplande bewerkingen. (Uw handelingen kunnen ook alleen leiden tot het wijzigen of ongedaan maken van een bestaande bewerking; zie paragraaf 2.4.5, ‘Instellingen wijzigen voor geplande bewer­kingen’).
Disk Director Suite 79
RECOVERY EXPERT
Met Recovery Expert kunt u partities herstellen die per ongeluk zijn verwijderd of beschadigd door een fout in de hardware of software. Het programma werkt met een wizard.
U kunt Recovery Expert op de volgende manieren gebruiken.
Vanuit Disk Director Suite in de Automatische modus:
door Partitie herstellen te openen vanuit het taakvenster Wizards;
door de betreffende menuoptie te kiezen.
Vanuit de handmatige modus:
Naast de bovengenoemde methoden die beschikbaar zijn voor de automatische modus kunt u Re­covery Expert in de handmatige modus aanroepen door Geavanceerd > Herstel te kiezen in het snel- menu (ga met de muis naar niet-toegewezen ruimte en klik met de rechtermuisknop).
Vervolgens begint Recovery Expert met het lezen van de confi guratie van de harde schijven.
Na afl oop van het proces kan een waarschuwing verschijnen dat er geen niet-toegewezen schijfruimte aanwezig is:
Een harde schijf zonder niet-toegewezen ruimte
NB: de hele harde schijf kan gedeeltelijk zijn gepartitioneerd en/of gedeeltelijk niet zijn toegewezen. Als u een partitie verwijdert – al dan niet met opzet – wordt de ruimte als niet-toegewezen gemarkeerd. U kunt een nieuwe partitie maken door alleen niet-toegewezen ruimte te gebruiken.
80 Disk Director Suite
Recovery Expert controleert of de harde schijven niet-toegewezen ruimte bevatten. Als er geen niet-toe­gewezen ruimte is, heeft het geen zin om op zoek te gaan naar gewiste partities. Als er niet-toegewezen ruimte is, kan deze één of meer partities hebben bevat. Recovery Expert zoekt grondig in de niet-toege­wezen ruimte – hetzij automatisch, hetzij handmatig.
AUTOMATISCH HERSTELLEN
U kunt gewiste partities automatisch of handmatig herstellen. Maak daartoe de juiste keuze in het ven­ster Herstelmodus.
Eerst beschrijven we automatisch herstellen. Selecteer Automatisch.
Selecteer automatisch herstel
In het volgende venster, Zoeken naar verwijderde partities, gaat Recovery Expert op zoek naar alle verwij­derde partities. Het verloop wordt weergegeven in het onderste deel van het venster.
Disk Director Suite 81
Zoeken naar verwijderde partities
De informatie over partities is opgeslagen in een speciaal gebied op de schijf: de eerste sector van cilinder 0, kop 0, ofwel de partitietabel. Deze sector heet de boot sector of master boot record (MBR). Recovery Expert controleert niet alleen de partitietabel op gewiste partities maar verkent ook het hele schijfoppervlak. Daarom kan het zoeken enige tijd in beslag nemen.
NB: Recovery Expert kan verwijderde partities binnen een paar seconden vinden. De gevonden partitie(s) worden vervolgens toegevoegd aan de lijst in het venster Zoeken naar verwijderde partities. Het zoeken wordt echter voortgezet tot de hele schijf op partities is onderzocht.
In de automatische herstelmodus moet het zoeken zijn afgerond voordat u kunt doorgaan met de vol­gende herstelstappen. De knop Volgende wordt pas ingeschakeld nadat de voortgangsbalk in het venster Zoeken naar verwijderde partities vol is. Met de handmatige modus kunt u echter direct aan de slag (zie paragraaf 5.2, ‘Handmatig herstel’).
De gevonden partities worden in de lijst weergegeven met de voornaamste parameters:
nummer;
status;
partitienaam;
capaciteit;
vrije ruimte op de partitie;
bestandssysteem.
82 Disk Director Suite
NB: De gevonden partities worden automatisch tijdens het zoeken aan de lijst toege­voegd.
Er is een gewiste partitie gevonden
U hoe in de automatische modus geen partities voor herstel te selecteren. Recovery Expert herstelt alle gevonden partities.
Het venster Herstelde partities geeft een te herstellen partitie weer als onderdeel van de partitiestructuur. De partitie is met een pictogram in de rechterbovenhoek gemarkeerd.
Disk Director Suite 83
Een te herstellen partitie
Recovery Expert heeft een partitie gevonden. Deze wordt weergegeven in de schijfstructuur, maar is nog niet hersteld.
Hiermee zijn de voorbereidingen voor het herstel afgerond. Kies Bewerkingen > Uitvoeren om de bewer­king af te ronden. Hierdoor wordt de partitie hersteld.
Als u Disk Director afsluit zonder de herstelbewerking te bevestigen, wordt deze gean­nuleerd.
84 Disk Director Suite
HANDMATIG HERSTEL
Selecteer Handmatig in het venster Herstelmodus om de handmatige herstelmodus te selecteren.
Selecteer handmatig herstel
In het volgende venster, Zoekmethode, kunt u kiezen uit twee zoekmethoden: Snel of Volledig.
Wat is het verschil? Met de methode Snel controleert Recovery Expert het begin van elke kant van elke cilinder van een harde schijf. Met de methode Volledig controleert Recovery Expert elke sector op de harde schijf.
De Snelle methode kost minder tijd, de Volledige methode is langzamer maar grondiger.
Merk op dat de methode Snel in vrijwel alle gevallen alle verwijderde partities hoort te vinden!
Disk Director Suite 85
De zoekmethode kiezen
Het venster Zoeken naar verwijderde partities geeft de parameters weer van een partitie die in de geselec­teerde niet-toegewezen ruimte aanwezig was voordat deze is verwijderd.
Recovery Expert heeft een verwijderde partitie gevonden
86 Disk Director Suite
In tegenstelling tot bij de automatische herstelmodus hoe u in de handmatige modus niet te wachten tot het zoeken naar verwijderde partities is voltooid. Als er één of meer partities in de lijst staan, kunt u deze voor onmiddellijk herstel selecteren. Door een partitie te selecteren, schakelt u de knop Volgende in. Klik daarop om het zoeken af te breken en door te gaan met het herstel.
In de handmatige herstelmodus kunt u alle gevonden partities voor herstel selecteren. Als bijvoorbeeld één van de partities met opzet en een andere per ongeluk is verwijderd, kunt u in de handmatige modus de partitie selecteren die u per ongeluk hebt gewist. U selecteert een te herstellen partitie door erop te klikken.
Klik op de rechthoek van de partitie om de gewiste partitie te selecteren en door te gaan met het her­stel.
Een gewiste partitie is voor herstel geselecteerd
Hiermee zijn de voorbereidingen voor het herstel afgerond. Kies Bewerkingen > Uitvoeren om de bewer­king af te ronden.
Als u Disk Director afsluit zonder de herstelbewerking te bevestigen, wordt deze gean­nuleerd.
Disk Director Suite 87
DISK EDITOR
ALGEMENE INFORMATIE
Disk Editor is een programma op professioneel niveau waarmee u een groot aantal bewerkingen op een harde schijf kunt verrichten: boot records en de structuur van mappen en bestanden herstellen, verloren clusters opsporen, de code van computervirussen van een schijf verwijderen en nog veel meer.
Dit programma heeft ook een beginner veel te bieden. Het is goed bruikbaar in een lesomgeving. Het is één ding om een paar boeken te lezen over de opbouw van harde schijven en gegevensopslag, maar het is nog iets heel anders om dit zelf in werking te zien met de Disk Editor.
EEN PARTITIE OF SCHIJF VOOR BEWERKING SELECTEREN
Bewerkhandelingen voor schijven en partities zijn alleen beschikbaar in de handmatige modus van Disk Director Suite.
Zo begint u met het bewerken van gegevens op een harde schijf of partitie:
Selecteer de gewenste partitie (schijf) die u met Disk Editor wilt bewerken in de lijst met beschikbare partities (schijven) in het hoofdvenster van Disk Director Suite.
Selecteer Bewerk in het taakvenster Geavanceerd of selecteer de optie in het snelmenu. U kunt de bewerkingen ook vanuit het menu aanroepen: Schijf > Geavanceerd > Bewerk.
Hiermee opent u Disk Editor, dat toegang geeft tot andere bewerkingen op de geselecteerde partitie of schijf:
88 Disk Director Suite
HOOFDVENSTER
Het hoofdvenster geeft de nummers weer van de schijf en sector waar de interne programmacursor is geplaatst. Meestal bevat dit informatie over de werking van de verschillende modi. Onder het hoofdven­ster van het programma staat de weergave als partitietabel.
Het hoofdvenster in de weergave partitietabel
Om de informatie begrijpelijk te maken, moet de actuele sector het MBR of de uitgebreide partitietabel zijn.
In de volgende fi guur is de partitietabel afgebeeld als een enkele dump (links staan hexadecimale byte­waarden; de bijbehorende tekens staan rechts).
Het hoofdvenster in de weergave hexmodus
Disk Director Suite 89
De actuele bewerkpositie wordt weergegeven door de cursor, die links of rechts in het venster kan staan.
In dit deel van de gids zijn alle schermen van de verschillende weergavemodi van Disk Editor ter demonstratie afgebeeld.
Het hoofdmenu van Disk Editor bevat de volgende onderdelen:
Schijf: hiermee kunt u de eigenschappen van de bewerkte schijf bekijken.
Bewerken: hiermee kunt u blokken bewerken van de geselecteerde partities; u kunt ook de inhoud
van een schijfsector na het bewerken opslaan.
Beeld: hiermee kunt u een weergavemodus kiezen voor een handiger weergave van de gegevens.
Zoeken: hiermee kunt u op een partitie (of een harde schijf) zoeken naar regels (of tekenreeksen) en
naar een bepaalde sector op de schijf gaan aan de hand van de absolute positie.
Help: biedt hulp over het bewerkingsvenster of over de ontwikkelaar en versie van het programma.
HARDE SCHIJVEN BEWERKEN
Met het menu Bewerken in het hoofdvenster van Disk Editor bereikt u de voornaamste bewerkingen op blokken sectoren. U kunt de gegevens op de harde schijf rechtstreeks in de velden van elke weergavemo­dus bewerken (zie het menu Beeld). U kunt gegevensblokken manipuleren met het menu Bewerken in de hexadecimale modus.
Het menu Bewerken
In elke weergavemodus kunt u blokken selecteren met de muis, door erop te klikken en de linkermuis­knop ingedrukt te houden, of met het toetsenbord, waarbij u met ingedrukte Shift-toets door het ven­ster bladert.
90 Disk Director Suite
Als u in de hexadecimale modus iets wijzigt in het hexadecimale of tekengebied in het hoofdvenster – of in velden in andere modi – verandert er niets in de schijfsector. Om de wijzigingen uit te voeren, moet u deze eerst opslaan. Nadat u de wijzigingen hebt aangebracht, wordt de optie Sector opslaan in het menu Bewerken ingeschakeld, evenals de bijbehorende knop in de werkbalk. Als u de wijzigingen niet opslaat, verwerpt u ze in feite.
De bewerking Sector opslaan
Als u een sector hebt gewijzigd en u besluit om de editor te sluiten zonder de wijziging op te slaan, wordt u gevraagd of u de wijzigingen wilt opslaan.
Een gewijzigde sector opslaan
Disk Director Suite 91
EEN BLOK IN EEN BESTAND PLAATSEN EN EEN BESTAND LEZEN
Met de menu-opdrachten Naar bestand schrijven en Uit bestand lezen kunt u het geselecteerde blok op­slaan in een bestand of het blok inlezen uit een bestand en opslaan in een sector.
Als u Naar bestand schrijven kiest, verschijnt het venster Naar bestand schrijven (u moet het weg te schrijven blok al hebben geselecteerd). Typ de bestandsnaam en het pad in dit venster of klik op de knop Bladeren om een bestand op te zoeken. De bestandsgrootte wordt automatisch berekend. Klik op de knop OK om een bestand op te slaan.
Naar een bestand schrijven
Om een blok uit een bestand in te lezen en in een sector te plaatsen, moet u de cursor op de gewenste sectorbyte plaatsen en vervolgens Uit bestand lezen… selecteren. Vervolgens verschijnt het venster Uit bestand lezen… Typ de bestandsnaam en het pad in dit venster of klik op de knop Bladeren om een be- stand op te zoeken. Klik op de knop OK om de inhoud van het bestand in de sector onder de cursor te plaatsen (of door rekening te houden met de absolute positie in het bestand).
92 Disk Director Suite
Uit een bestand lezen
BEELD
U kunt de informatie in het venster Disk Editor in verschillende modi bekijken en bewerken. U kunt de juiste weergavemodus in het menu Beeld selecteren.
Het menu Beeld
De editor biedt zeven weergavemodi:
als hex-dump
• als partitietabel
als FAT16-opstartsector
als FAT32-opstartsector
Disk Director Suite 93
als FAT32-FS-infosector
als NTFS-opstartsector
als FAT-map
ZOEKEN
In het menu Zoeken kunt u op een schijf naar een regel zoeken en aan de hand van de absolute positie naar een sector op de schijf gaan.
Het menu Zoeken
Als u Zoeken kiest in het menu, kunt u functies gebruiken om naar regels te zoeken op de schijf die u be­werkt. (U kunt dat ook doen door op de toetsencombinatie Ctrl+F te drukken.) U kunt zoekparameters opgeven in het dialoogvenster Zoeken.
Het dialoogvenster Zoeken
U kunt een zoekregel als tekens en numeriek (hexadecimaal) opgeven. Bij het zoeken kunt u al dan niet op hoofdlettergebruik letten. Ook kunt u zoeken naar een bepaalde regel op een bepaalde absolute positie binnen de sector.
Bij het zoeken worden de gegevens geïnterpreteerd aan de hand van de gekozen codering. Als u een zoekmodus hebt gekozen waarbij niet op hoofdletters wordt gelet, wordt ook niet gelet op accenten en andere tekens boven of onder de letters.
94 Disk Director Suite
Na afl oop van het zoeken wordt de actuele positie verplaatst naar een gevonden regel, of er verandert niets als er niets is gevonden. U kunt vanaf de actuele positie naar de volgende regel zoeken door in het menu Zoeken op Opnieuw zoeken te klikken of door op F3 te drukken.
U kunt naar de absolute positie van een sector gaan door Ga naar… te kiezen in het menu Zoeken (of door op de toetsencombinatie Alt+P te drukken). Hierdoor verschijnt het dialoogvenster Ga naar sec-
tor.
Ga naar sector…
De verplaatsing wordt uitgevoerd door de absolute positie van de sector of de cilinder, kop en sector­nummers op te geven. De parameters worden verwerkt met de volgende formule:
(CIL x HDS + HD) x SPT + SEC – 1
waarbij CIL, HD en SEC de nummers zijn van de cilinder, kop en sector in de CHS coördinaten (Cylin­der – Head – Sector); HDS is het aantal sporen per schijf en SPT is het aantal koppen per spoor.
U kunt naar een andere sector terugkeren door Vor i g e te kiezen in het menu Zoeken (of door op de toetsencombinatie Ctrl+Backspace te drukken).
MET VERSCHILLENDE CODERINGEN WERKEN
Het hoofdvenster van het programma bevat een lijst met coderingen die in Disk Editor beschikbaar is. Hieronder is de lijst gesloten en geopend afgebeeld.
De gesloten en geopende keuzelijsten met coderingen
Deze lijst is bedoeld voor de correcte interpretatie van de inhoud van de sectoren. Door de juiste code­ring te kiezen, kunt u de inhoud van de sectoren op de juiste manier bekijken. Deze interpretatie wordt in het rechterdeel van het hoofdvenster hexadecimaal weergegeven.
Disk Director Suite 95
WERKEN MET OS SELECTOR
ALGEMENE INFORMATIE
OS Selector is een krachtig en gebruikersvriendelijk hulpprogramma waarmee u meerdere besturings­systemen kunt beheren op uw pc en diverse opstartconfi guraties kunt instellen voor elk besturingssy­steem. Met dit hulpprogramma kunt u:
meerdere besturingssystemen op uw pc installeren;
besturingssystemen vanaf een willekeurige schijfpartitie starten of van een opstartbare cd/dvd;
een besturingssysteem rechtstreeks vanuit Windows starten;
meerdere besturingssystemen op een enkele partitie installeren;
elk besturingssysteem op een pc verbergen of met een wachtwoord beveiligen;
geïnstalleerde besturingssystemen dupliceren en verschillende confi guraties voor elke kopie defi nië-
ren.
AAN DE SLAG
Nadat OS Selector samen met Disk Director Suite is geïnstalleerd, worden alle besturingssystemen die op de pc staan automatisch opgespoord en toegevoegd aan het opstartmenu. U kunt ook een wacht­woord instellen voor een besturingssysteem door op Wachtwoord instellen te klikken in de werkbalk, in het menu OS of in het snelmenu.Verder stelt de software automatisch de parameters en eigenschappen voor elk gevonden besturingssysteem in (zie paragraaf 7.7, ‘De kenmerken van het besturingssysteem instellen’).
U kunt OS Selector starten door op het betreffende item te klikken in het taakvenster Hulpprogramma’s of het menu Extra.
U kunt OS Selector als apart programma starten door op Start > Alle programma’s > Easy Computing > Disk Director > OS Selector te klikken.
U kunt OS Selector op twee manieren bedienen:
vanuit het hoofdvenster onder Windows;
vanuit het opstartmenu dat automatisch wordt weergegeven tijdens het opstarten voordat het bestu-
ringssysteem wordt geladen. Het opstartmenu heeft dezelfde interface en structuur als het hoofdven­ster.
96 Disk Director Suite
Het hoofdvenster van OS Selector
Het centrale gedeelte van het hoofdvenster, Besturingssystemen, bevat een lijst met besturingssystemen die u op deze pc kunt opstarten. OS Selector herkent automatisch alle besturingssystemen die op uw computer zijn geïnstalleerd en geeft die zowel weer in het opstartmenu dat tijdens de systeemstart ver­schijnt als in het hoofdvenster van het programma onder Windows. Als u een opstartbare cd/dvd plaatst, wordt deze gedetecteerd en weergegeven in het OS Selector startmenu/hoofdvenster, samen met de be­schikbare besturingssystemen. De cd/dvd kan een willekeurig besturingssysteem of opstartbaar pro­gramma bevatten – in beide gevallen verschijnt een nieuw pictogram in het vak Besturingssystemen.
Het linkerdeel van het venster (het taakvenster) bevat de volgende vakken, die ook beschikbaar zijn in het hoofdmenu en in de aanpasbare werkbalk:
Besturingssystemen
Dit vak bevat besturingssystemen die beschikbaar zijn voor geselecteerde besturingssystemen of hun snelkoppelingen (zie paragraaf 7.9, ‘Werken met snelkoppelingen’).
• Opstarten: het geselecteerde besturingssysteem of één van de ingestelde confi guraties (snelkoppelin­gen) opstarten;
• Als standaard instellen: het geselecteerde besturingssysteem als standaardbesturingssysteem instel­len;
• Wachtwoord instellen: het geselecteerde besturingssysteem met een wachtwoord beveiligen;
• Eigenschappen: de instellingen voor het geselecteerde besturingssysteem controleren of wijzigen.
Disk Director Suite 97
Bewerken
Dit taakvenster bevat diverse opties om besturingssystemen of de snelkoppelingen ernaar te beheren:
• Verbergen: het geselecteerde besturingssysteem of een snelkoppeling in het opstartmenu verbergen;
• Snelkoppeling maken: een snelkoppeling maken voor het geselecteerde besturingssysteem;
• Verwijderen: het geselecteerde besturingssysteem of een snelkoppeling verwijderen;
• Naam wijzigen: de naam wijzigen van het geselecteerde besturingssysteem of een snelkoppeling;
• Kopiëren: het geselecteerde besturingssysteem of een snelkoppeling kopiëren.
Tools
• Opties: stelt de opties in voor OS Selector.
Details
Hier vindt u contextgevoelige informatie over het geselecteerde besturingssysteem of de bijbehorende snelkoppeling.
HET OPSTARTMENU INSTELLEN
Nadat OS Selector is geïnstalleerd, wordt het opstartmenu automatisch ingeschakeld.
Als in het BIOS uw cd/dvd-station is ingesteld als eerste opstartapparaat, kan een opstartbare cd/dvd in het station voorkomen dat OS Selector bij het starten ook wordt geactiveerd, doordat hij afdwingt dat het eigen opstartbare programma of besturingssysteem wordt gestart. We raden sterk aan om de opstartvolgorde in het BIOS zo in te stellen dat de harde schijf het eerste apparaat is.
Om te voorkomen dat het opstartmenu van OS Selector bij het opstarten wordt aangeroepen, kiest u Uitschakelen OS Selector in het menu Extra van OS Selector onder Windows. U kunt deze optie ook selecteren in het betreffende gedeelte van het opstartmenu tijdens het starten van de pc. Daarna wordt u gevraagd om een besturingssysteem te selecteren dat moet worden gestart nadat het opstartmenu is uitgeschakeld.
EEN BESTURINGSSYSTEEM LADEN
Met OS Selector kunt u elk willekeurig besturingssysteem laden:
vanuit het opstartmenu (als dit is ingeschakeld);
vanuit het hoofdvenster van het programma onder Windows.
Een besturingssysteem vanuit het opstartmenu laden
Nadat u de pc hebt ingeschakeld, wacht u tot het opstartmenu van OS Selector verschijnt. Selecteer vervolgens een besturingssysteem dat u wilt starten en dubbelklik erop.
U kunt het geselecteerde besturingssysteem laden door:
op Opstarten te klikken in het taakvenster Besturingssystemen;
op de knop Opstarten te klikken in de werkbalk;
de menuoptie Opstarten te kiezen in het menu OS.
98 Disk Director Suite
Het besturingssysteem vanuit het hoofdvenster laden
U kunt het besturingssysteem ook rechtstreeks vanuit Windows laden door:
OS Selector te starten;
in het centrale deel van het hoofdvenster op het besturingssysteem te dubbelklikken.
U wordt gevraagd om te herstarten. Klik op OK om dit te bevestigen en door te gaan.
Als u hetzelfde besturingssysteem selecteert dat op dit moment is geladen, herstart de pc na uw bevestiging.
U kunt het geselecteerde besturingssysteem ook starten door:
op de knop Opstarten te klikken in het taakvenster Besturingssystemen;
op de knop Opstarten te klikken in de werkbalk;
de menuoptie Opstarten te kiezen in het menu OS.
ALS STANDAARDBESTURINGSSYSTEEM INSTELLEN
U kunt een willekeurig besturingssysteem als standaardbesturingssysteem instellen; Dat wil zeggen dat het al is geselecteerd zodra het opstartmenu verschijnt.
Als u een nieuw besturingssysteem installeert nadat u het programma OS Selector hebt geïnstalleerd, wordt het automatisch als standaardbesturingssysteem ingesteld.
U kunt een besturingssysteem instellen als standaardbesturingssysteem door op Als standaard instellen in het taakvenster Besturingssystemen te klikken, de gelijknamige menuoptie in het menu OS te selecte­ren of de betreffende optie in het snelmenu te kiezen.
EEN BESTURINGSSYSTEEM MET EEN WACHTWOORD BEVEILIGEN
U kunt de geïnstalleerde besturingssystemen zonodig met een wachtwoord beveiligen, zodat ze niet toegankelijk zijn voor andere gebruikers.
Ga hiervoor als volgt te werk:
Selecteer het besturingssysteem dat u wilt beveiligen.
Klik op Wachtwoord instellen in het taakvenster Besturingssystemen.
Typ en bevestig een wachtwoord in het dialoogvenster Wachtwoord instellen en klik op OK.
Disk Director Suite 99
Het wachtwoord moet minstens zes tekens bevatten.
U kunt ook een wachtwoord instellen voor een besturingssysteem door op Wachtwoord instellen te klik- ken in de werkbalk, in het menu OS of in het snelmenu.
DE EIGENSCHAPPEN VAN EEN BESTURINGSSYSTEEM INSTELLEN
Acronis OS Selector bepaalt automatisch de eigenschappen voor alle besturingssystemen die op een pc zijn geïnstalleerd. U kunt deze eventueel handmatig instellen door op Eigenschappen in het taakvenster Besturingssystemen, het opstartmenu, het betreffende hoofdmenu, de werkbalk of het snelmenu te klik­ken. U kunt de volgende eigenschappen instellen.
Algemene instellingen
Hier kunt u voor elk besturingssysteem dat in het opstartmenu wordt weergegeven, de naam en het pictogram wijzigen.
Het venster Algemene instellingen
Opstartinstellingen
Hier kunt u de volgende opstartinstellingen confi gureren:
• Opstartsector naar schijf schrijven: schrijft de boot-sector telkens bij het starten van een besturins­systeem weg naar de schijf.
100 Disk Director Suite
Loading...