Zanussi ZRB629W User Manual

ZRB634W ZRB629W
Gebruiksaanwi
jzing
Koelkast
Bruksanvisning
Kombiskap
(kjøl/frys)
2
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. U vindt hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het milieu en tips. Als u het appa­raat volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid werken.
M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden:
Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid
Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat.
Praktische informatie
Informatie m.b.t. het milieu
Tips
Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronis­che apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwi­jderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de ver­wijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
From the Electrolux Group. The world’s No.1 choice.
De Electrolux Groep is de grootste producent ter wereld van aangedreven apparaten voor gebruik in de keuken, reinigingswerkzaamheden en voor gebruik buitenshuis. In meer dan 150 landen over de hele wereld worden ieder jaar meer dan 55 miljoen Electrolux producten (zoals koelkasten, fornuizen, wasautomaten, stofzuigers, ket­tingzagen en grasmaaiers) verkocht ter waarde van circa USD 14 miljard.
Inhoudsopga
Inhoudsopgavvee
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid . . . .3
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid . . . . .3
Veiligheid van kinderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
Vóór het in gebruik nemen . . . . . . . . . . . . . . . . .3
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan . . . . . . . . .3
Aanwijzingen voor de gebruiker . . . . . . . . . . . . . . .4
Algemene informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste
onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Bedienen van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . .5
In gebruik nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Temperatuur instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Gebruik van het koelapparaat . . . . . . . . . . . . .5
Bewaren in de koelruimte . . . . . . . . . . . . . . . .5
Bewaartijden en temperaturen . . . . . . . . . . . .5
Gebruik van de vriezer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Invriezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Bewaren in de vrieskast . . . . . . . . . . . . . . . . .6
IJsblokjes maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Praktische informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Energie besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Het apparaat en het milieu . . . . . . . . . . . . . . .6
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . .7
Als de koelkast niet in gebruik is . . . . . . . . . . .7
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
Verwisselen van de gloeilamp . . . . . . . . . . . . .8
Als iets niet werkt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
Aanwijzingen voor de installateur . . . . . . . . . . . . .10
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Installeren van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . .10
Vervoer, uitpakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Reiniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Plaatsing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Eraairichting deur veranderen . . . . . . . . . . . . .11
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Bewaartijdentabel (1) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
Bewaartijdentabel (2) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
3
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem door aan een evt. volgende eigenaar van het appa­raat. Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen en dient volgens de voorschriften te worden gebruikt.
Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van het aansluitsnoer, mogen alleen door ELEC­TROLUX SERVICE uitgevoerd. Daarbij mogen
alleen originele DISTRIPARTS-onderdelen gebruikt worden. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden! Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit het stopcontact is getrokken. Voordat u het apparaat gaat reinigen, dient u het altijd spanningloos te maken. Trek de stekker nooit aan het snoer, maar aan de stekker zelf uit het stopcontact. Als het stop­contact moeilijk bereikbaar is, schakel dan de zeker­ing in de huisinstallatie uit. Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platge­drukt of beschadigd door de achterkant van het koel/vriesapparaat.
- Een beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer.
- Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, vooral niet als het koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
- Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken.
- Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het wor­den vervangen door onze service-afdeling of door een erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan niet in.
- Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of brand.
Gebruik het apparaat niet zonder de afdekking van de binnenverlichting. Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het uitnemen van diepvriesproducten of het ijsblokjes­bakje geen scherpe of puntige voorwerpen. Die kun­nen het apparaat beschadigen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de temper­atuurregelaar en de verlichting komen. Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de vries­ruimte in de mond stoppen. IJs kan aan lippen of tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken. Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet opnieuw ingevroren worden, maar moeten zo snel mogelijk geconsumeerd worden. Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de aanwi­jzingen van de fabrikant van deze producten bewaren. Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v. elektrische verwarmingstoestellen of chemische stoffen. Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwerpen in aanraking komen. Geen bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof in het apparaat bewaren. Explosiegevaar! Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes
Belangri
Belangrijkjk
e aanwi
e aanwi
jzingen m.b.t. de v
jzingen m.b.t. de v
eiligheid
eiligheid
in de diepvriesruimte bewaren. Het dooiwaterafvoergootje regelmatig controleren en schoonmaken. Bij verstopping van het afvoergootje kan het verzamelde dooiwater storingen veroorzaken.
Veiligheid van kinderen
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen. Kunststof folie kan verstikkingsgevaar opleveren. Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwasse­nen. Laat kinderen niet met het apparaat of de bedi­eningselementen spelen. Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit het stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en haal de deur eruit. U verhindert daardoor, dat spelende kinderen een elektrische schok krijgen of elkaar of zichzelf in het apparaat opsluiten. Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de persoon die verantwoordelijk is voor hun vei­ligheid of tenzij zij van deze persoon instructies hebben gekregen over het gebruik. Laat kinderen niet zonder toezicht in de buurt van het apparaat.
Vóór het in gebruik nemen
Zet het apparaat tegen de muur om te voorkomen dat u zich verbrandt aan warmte afgevende onderdelen (compressor, condensor). Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voor­dat u het apparaat gaat verplaatsen. Let erop dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat. Rond het apparaat moet voldoende luchtcirculatie zijn. Gebrek aan luchtcirculatie kan tot oververhitting leiden. Volg daarom de aanwijzingen m.b.t. de instal­latie.
Als u zich niet aan deze aanwijzingen houdt, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden
gesteld voor eventuele schade.
Veiligheidsmaatregelen voor isobu­taan
Waarschuwing
Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan (R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief is. Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het inbouwmeubel vrij. Gebruik geen mechanische apparaten of andere middelen om het ontdooiproces te bespoedigen, die niet door de fabrikant worden aangeraden. Beschadig het koelcircuit niet. Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het apparaat, tenzij ze door de fabrikant worden gead­viseerd.
4
Aanwi
Aanwi
jzingen v
jzingen v
oor de gebr
oor de gebr
uik
uikerer
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen
Algemene informatie
Dit apparaat is een huishoud-koel/vriescombinatie met één compressor. De vriesruimte onderin heeft een eigen deur en is geheel afgesloten van de koelruimte.
Het is geschikt voor het koelen van levensmiddelen, het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van lev­ensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Het apparaat is geschikt voor gebruik in een bepaalde kli­maatklasse (bepaalde omgevingstemperaturen).
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
13. In hoogte verstelbare pootjes
14. Afdekklep van het botervakje
15. Eierenrekje
16. Deurvak
17. Isolatiestrip deur
18. Flessenvak
19. Deurgrepen
20. IJsblokjesbakje
21. Kondensator
22. Afvoer dooiwater
23. Afstandhouder
24. Verdampingsschaal
25. Kompressor
26. Wieltjes
A - Koelkast B - Vrieskast
1. Bovenkant
2. Verlichtingseenheid
3. Glasplaten
4. Vak met flessenrekje
5. Koelwand
6. Lekbak voor dooiwater
7. Glasplaat
8. Groentebakken
9. Typeplaatje
10. Invriesvak met mand
11. Bewaar vak(ken) met mand
12. Afvoergoot dooiwater
ZRB629W
5
Bedienen van het apparaat
In gebruik nemen
Zet de accessoires op hun plaats in het apparaat en steek de stekker in het stopcontact.
Met de temperatuurregelaar, te vinden in de verlicht­ingseenheid in de koelkast, wordt het apparaat aangezet en kan men de temperatuur instellen door de knop met de wijzers van de klok mee te draaien.
In het volgende hoofdstuk vindt u aanwijzingen m.b.t. de instelling.
Temperatuur instellen
De temperatuurregelaar zal, afhankelijk van de ingestelde stand, de werking van het apparaat voor kortere of langere tijd onderbreken en opnieuw opstarten, waarmee de juiste temperatuur wordt verzekerd.
Hoe dichter bij de maximum stand, hoe intensiever de koel­ing. Als u de draaiknop van de temperatuurregelaar in de middelste stand zet (tussen minimum en maximum) wordt er in de koelkast een temperatuur van +5°C bereikt en in de vriezer -18°C. Deze stand is voldoende voor het dagelijkse gebruik.
De temperatuur in het apparaat wordt, naast de stand van de temperatuurregelaar, ook be?nvloedt door de omgeving­stemperatuur, het al dan niet vaak openen van de deuren, de hoeveelheid verse levensmiddelen, enz.
Op de maximale stand (gedurende een
zwaardere belasting, b.v. tijdens een hittegolf) werkt de kompressor continue. Dit is niet schadelijk voor het apparaat.
Gebruik van het koelapparaat
Voor een optimale koeling is een goede luchtcir-
culatie noodzakelijk. Bedek daarom de roosters nooit met papier, schalen, enz.
Zet nooit warme etenswaren in de koelruimte,
maar laat ze eerst tot kamertemperatuur afkoelen. Zo voorkomt u ongewenste rijpvorming.
Levensmiddelen kunnen geurtjes overnemen,
daarom is een goede verpakking, zoals ges­loten schaaltjes, aluminium- of vershoudfolie, noodzakelijk. Op die manier worden ook de natu­urlijke vochtgehaltes behouden en blijven bijvoor­beeld groentes dagenlang vers.
Bewaren in de koelruimte
Bewaar de levensmiddelen zoals aangegeven in de afbeelding:
1. gebak, kant-en-klare producten, levensmiddelen in
schaaltjes, vers vlees, vleeswaren, dranken
Bewaartijden en temperaturen
De tabellen achterin de gebruiksaanwijzing informeren u over bewaartijden.
De bewaartijd kan niet exact worden aangegeven, omdat hij afhankelijk is van de versheid en de behandeling van de levensmiddelen. De bewaartijden zijn daarom slechts richtlijnen.
Als u gekochte diepvriesproducten niet direct wilt con­sumeren, kunnen ze ongeveer 1 dag (tot ze gaan ont­dooien) in de koelkast bewaard worden.
Gebruik van de vriezer
Invriezen
Het apparaat is geschikt om de in het gegevensschema genoemde hoeveelheid verse levensmiddelen in te vriezen. Het invriezen moet, nadat de voorbereidingen zijn uitgevoerd, op de volgende manier gebeuren.
Draai de temperatuurregelaar op de middelste stand.
Leg de reeds ingevroren levensmiddelen uit de bovenste mand in een bewaarmand. Leg de verse levensmiddelen in de invriesmand, zodanig, dat er voldoende ruimte voor de luchtcirculatie blijft. Mocht er toch nog ingevroren lev­ensmiddelen in de invriesmand blijven, leg deze dan aan de achterkant, zodanig, dat de verse levensmiddelen niet worden geraakt.
Laat het apparaat 24 uur lang in deze stand staan.
Zet na 24 uur de draaiknop van de temperatuurregelaar in de gebruikelijke stand of hou de middelste stand aan, deze stand is in het algemeen goed geschikt voor het dagelijkse gebruik
Mocht u de door de fabrikant aanbevolen hoeveelheid willen invriezen, haal dan de bovenste mand uit het appa­raat en leg de verse levensmiddelen direct op de koelplaat, gelijkmatig verdeelt.
Het is niet aan te raden de temperatuurregelaar voor langere tijd op een hoge stand (bv maximale
stand) te zetten. Uiteraard verkort dit de invriestijd, echter
2. melk, zuivelproducten, levensmiddelen in schaaltjes
3. fruit, groenten
4. kaas, boter
5. eieren
6. yoghurt, zure room
7. kleine flessen, frisdrank
8. grote flessen, dranken
ZRB629W
6
ook de temperatuur in het koelgedeelte kan voor langere tijd onder de 0°C dalen, wat tot gevolg heeft dat de daar bewaarde levensmiddelen en dranken zullen bevriezen.
Probeer nooit meer in te vriezen, dan de in de
"technische gegevens" vermeldde invri­escapaciteit. Het invriezen van te grote hoeveelhe­den zou niet perfekt verlopen, waardoor er verschil­lende beschadigingen aan de levensmiddelen kun­nen ontstaan (zoals bv sap- of smaakverlies).
Probeer gelijktijdig invriezen en het maken van ijs
te verkomen, daar het ijs maken capaciteit van het invriezen wegneemt.
Bewaren in de vrieskast
De ingevroren voedingsmiddelen moeten na het invriezen in de aanwezige (1 of 2) vrieslades worden gelegd. Daardoor komt er onmiddellijk plaats vrij voor een nieuwe hoeveelheid in te vriezen voedingsmiddelen. De reeds ingevroren voedingsmiddelen komen op die manier niet contact met de andere voedingsmiddelen.
Indien er grotere hoeveelheden aan levensmiddelen bewaard moeten worden, kunnen de laden, behalve de onderste, uit het apparaat worden gehaald en kunnen de levensmiddelen onmiddellijk op de koelplaten worden gelegd.
Bij aankoop van diepvriesproducten moet u
steeds rekening houden met de bewaartijd die op de verpakking aangegeven is. Indien u zelf levensmidde­len invriest kan u de richtlijnen aan de binnenkant van de deur van het diepvriesgedeelte raadplegen. De icoontjes staan voor de verschillende levensmiddelen, de cijfers voor de maximale bewaartijd in maanden.
Het bewaren van diepvriesproducten is alleen
veilig, wanneer deze producten, voordat ze in het vriesgedeelte worden gelegd, zelfs niet voor korte tijd ontdooit zijn geweest.
Indien een diepvriesproduct reeds ontdooit is geweest, is het niet wenselijk dit opnieuw in te vriezen, maar moet het product zo snel mogelijk worden gebruikt.
IJsblokjes maken
Vul het ijsblokjesbakje met water en zet het in de vries­ruimte. Als u de bodem van het ijsblokjesbakje nat maakt en de temperatuurregelaar op de maximale stand zet, gaat het invriezen sneller. Vergeet niet, de temperatuur­regelaar na het invriezen weer op de normale stand te draaien.
U kunt de ijsblokjes makkelijker losmaken door het ijs­blokjesbakje onder stromend water te houden en het dan iets te verdraaien. Mocht het ijsblokjesbakje vastgevroren zijn, gebruik dan geen scherpe voorwerpen om het los te maken. Daarmee kunt u beschadigingen veroorzaken.
Praktische informatie
Dankzij de variabele platen kunt u de koelruimte aan uw eisen aanpassen. U kunt de platen ook verplaat­sen als de deur 90° open staat.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo energiezuinig mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook informatie m.b.t. het milieu.
Energie besparen
Zet het apparaat niet op een plaats waar het bloot­gesteld wordt aan de zon of aan een hittebron.
Zorg voor voldoende ventilatie van de condensator en de compressor. Hou de luchtcirculatie rond het apparaat vrij.
Bewaar de levensmiddelen altijd in goed sluitende bewaardozen of verpakt in huishoud- of aluminium­folie zodoende onnodige rijp- of ijsvorming te voorkomen.
Open de deuren niet onnodig en laat ze niet langer open staan dan absoluut noodzakelijk is.
Laat warme levensmiddelen eerst afkoelen tot op kamertemperatuur vooraleer ze in de vriezer te plaat­sen.
Zorg ervoor dat de condensator steeds schoon is.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het iso­latiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag kunnen aan­tasten. Het apparaat mag niet samen met huisvuil of ges­loopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt van milieubescherming moeten afgedankte koel- en vriestoestellen volgens de plaatselijke regelingen op deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg ervoor dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt voor recycling.
Onderhoud
Ontdooien
Een deel van het vocht in de gekoelde ruimtes van het apparaat zet zich om in rijp of ijs.
Een dikke laag rijp of ijs heeft een isolerend effect, waar­door de werking van het koelapparaat achteruitgaat. De temperatuur in de gekoelde ruimtes stijgt en het energie­verbruik neemt bijgevolg toe.
Bij dit type gebeurt het ontdooien van de koelplaten geheel automatisch, zonder tussenkomst van buitenaf. De temperatuurregelaar onderbreekt op bepaalde tijdstippen de werking van de compressor (zodat er geen koeling is), waardoor de temperatuur van de koelplaat boven 0 °C sti-
Na openen en sluiten van de deur van de vriesruimte ontstaat in het apparaat een vacuüm. Na sluiten van de deur duurt het 2-3 minuten voordat u de deur weer kunt openen.
Stel de vriesruimte zodanig in dat de binnentemper­atuur nooit warmer dan -18 °C wordt. Bij te hoge tem­peraturen bederven de diepvriesproducten.
Controleer elke dag even of het apparaat goed func­tioneert. Zo constateert u evt. storingen tijdig.
7
jgt en het ontdooien begint. Wanneer de temperatuur van de koelplaat is opgelopen tot +3 - +4 °C zet de temper­atuurregelaar het koelproces weer in gang..
Het smeltwater loopt via een afvoergootje naar een reser­voir boven de compressor en verdampt door de warmte van de compressor.
Controleer en reinig regelmatig de afvoergoot
voor het smeltwater. Bij verstopping van het afvoergootje kan het smeltwater alleen via de isolatie wegvloeien, wat vroegtijdige defecten aan het appa­raat tot gevolg kan hebben.
Het reinigen van de afvoergoot moet gebeuren m.b.v. het meegeleverde krabbertje (zie ook de tekening). Dit krab­bertje moet in de afvoer worden opgeborgen.
Eén van de meest voorkomende oorzaken van verstop­ping van het afvoergootje is het vastvriezen van voed­selverpakkingen aan de achterwand van het apparaat. Wanneer u het voedingsmiddel uit de koelkast haalt, scheurt de papieren verpakking die vervolgens tijdens het automatische ontdooien in het afvoergootje terecht komt en verstopping veroorzaakt.
Wees daarom uiterst voorzichtig wanneer u in papier ver­pakte levensmiddelen in de koelkast legt.
Wanneer er meer koelvermogen vereist wordt, b.v.
tijdens een hittegolf, kan het gebeuren, dat de koelkast voortdurend werkt. Er wordt dan niet automa­tisch ontdooit.
Het is niet ongewoon als er na het ontdooien kleine resten ijs of rijp op de achterwand van de koelkast blijven zitten.
Het vriesgedeelte kan niet worden voorzien van een automatische ontdooifunctie, want de bevroren en diepgevroren levensmiddelen verdragen de temperatuur niet die nodig is om ijs te doen smelten.
Daarom wordt er een kunststoffen schraper meegeleverd, waarmee kleine hoeveelheden ijs of rijp kunnen worden verwijderd. Wanneer de ijs- of rijplaag echter te dik is en niet meer met de schraper kan worden verwijderd, moet het vriesgedeelte worden ontdooit. De frequentie hiervan hangt af van het gebruik (gemiddeld 2 of 3 keer per jaar).
Haal de bevroren levensmiddelen uit het apparaat en leg deze, goed verpakt in isolerende materialen, op een koele plaats of in een andere vriezer.
Trek de stekker uit het stopcontact, waardoor de stroom­toevoer naar beide gedeelten van het apparaat onderbro­ken wordt.
Reiniging en onderhoud
Wij adviseren u de binnenzijde van de koelruimte elke 3 tot 4 weken schoon te maken (u kunt het beste tegelijk­ertijd de vriesruimte ontdooien).
Gebruik geen reinigingsmiddel of zeep.
Trek de stekker uit het stopcontact. De binnenzijde van het apparaat met handwarm water schoonmaken en droog wrijven. Reinig het deurrubber met schoon water. Steek na het reinigen de stekker weer in het stopcontact.
Stof en vuil die zich op de achterkant van de koelkast en de condensor hebben afgezet, dient u één of twee maal per jaar te verwijderen. Maak dan ook het condensbakje bovenop de compressor schoon.
Als de koelkast niet in gebruik is
Als de koelkast langere tijd niet in gebruik is, gaat u als volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Maak de koelkast leeg.
Ontdooien en schoonmaken zoals hiervoor beschreven.
De deur open laten om geurvorming te voorkomen.
Doe de deuren van beide gedeelten open en maak het koelgedeelte schoon volgens de aanwijzingen in het hoofdstuk "Schoonmaken". Het schoonmaken van het vriesgedeelte moet alsvolgt worden uitgevoerd:
Het afvoergootje onderin het vriesgedeelte dient voor de optimale afvoer van het smeltwater. Haal het afvoergootje los en zet het op zijn plaats (zie tekening). Plaats onder het afvoergootje een bak, pan of kleine emmer.
Vergeet het afvoergootje niet terug te plaatsen wanneer u klaar bent.
Het bakje zichtbaar op de tekening is geen meegeleverd accessoire!
Na het ontdooien de binnenkant goed droog wrijven.
Steek de stekker weer in het stopcontact en leg de lev­ensmiddelen weer in de laden.
Het is aan te raden het apparaat gedurende enkele uren op de hoogste stand te zetten, zodat de gewenste bewaartemperatuur snel wordt bereikt.
8
Problemen oplossen
Als iets niet werkt
Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf kunt verhelpen. In de tabel vindt u informatie m.b.t. het ophef­fen van zulke kleine storingen.
Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te horen (compressor, circulatie). Dan is er geen sprake van een storing.
Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het appa-
raat met onderbrekingen werkt. Als de compres­sor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat niet werkt. Daarom moet u altijd eerst de stekker uit het stopcontact trekken, voordat u elektrische onderdelen aanraakt.
Verwisselen van de gloeilamp
Wanneer het gloeilampje van de binnenverlichting stuk is, kan u dit probleem alsvolgt zelf oplossen:
Haal de stekker uit het stopcontact.
Schroef de schroef los, die het afdekkapje bevestigt (1).
Druk het lipje (2) aan de achterkant van de verlicht­ingseenheid in (zie tekening) en verwijder daarna het afdekkapje in de richting die de pijl aangeeft (3). Nu kan men de gloeilamp makkelijk verwisselen (type gloeilamp: T25 230-240 V, 15 W, fitting E14).
Plaats na het verwisselen van de gloeilamp het afdekkap­je weer op zijn plaats, schroef de schroef terug en stop de stekker in het stopcontact.
Het niet branden van de gloeilamp heeft geen gevolgen voor de werking van het apparaat.
9
Probleem
Het is te warm in de koelruimte.
Het is te warm in de vriesruimte.
Er loopt water langs de achterwand van de koelruimte.
Er loopt water in de koelruimte.
Er loopt water op de vloer.
Er zijn te veel rijp en ijs.
De compressor werkt
continu.
Het apparaat werkt hele-
maal niet. Noch de koel-
ing, noch de binnenver-
lichting werkt.
Het apparaat maakt veel geluid.
Mogelijke oorzaak
De temperatuurregelaar is te laag ingesteld.
De levensmiddelen zijn niet koud genoeg of staan op een verkeerde plek.
De deur gaat niet goed dicht of is niet goed gesloten.
De temperatuurregelaar is te laag ingesteld.
De deur gaat niet goed dicht of is niet goed gesloten.
U wilt te veel levensmiddelen tegelijk invriezen.
De in te vriezen levensmiddelen staan te dicht op elkaar.
Dat is normaal. Tijdens het automatische ontdooien smelt het ijs op de achterwand.
De afvoer van de koelruimte kan verstopt zijn.
Levensmiddelen kunnen de lekbak blokkeren zodat er geen water in kan stromen.
Het afvoergootje loopt niet in de condens­bak boven de compressor.
De levensmiddelen zijn niet goed ingepakt.
De deuren gaan niet goed dicht of zijn niet goed gesloten.
De temperatuurregelaar is niet goed ingesteld.
De temperatuurregelaar is niet goed ingesteld.
De deuren gaan niet goed dicht of zijn niet goed gesloten.
U wilt te veel levensmiddelen tegelijk invriezen.
U hebt warme levensmiddelen in het appa­raat gezet.
Het apparaat staat op een te warme plek.
De stekker zit niet in het stopcontact.
De zekering in de huisinstallatie is uit­geschakeld.
De temperatuurregelaar is niet ingesteld.
Er staat geen spanning op het stopcontact. (Probeer er een ander apparaat op aan te sluiten.)
Het apparaat staat niet goed.
Oplossing
Op een hogere stand instellen.
De levensmiddelen op de juiste plek zetten.
Controleren of de deur goed dicht kan en of het deurrubber onbeschadigd en schoon is.
Op een hogere stand instellen.
Controleren of de deur goed dicht kan en of het deurrubber onbeschadigd en schoon is.
Een paar uur wachten en de temperatuur nog eens controleren.
De levensmiddelen zodanig neerzetten dat de koude lucht goed kan circuleren.
Maak de afvoer schoon.
Zet de levensmiddelen zodanig neer dat ze de achterwand niet direct raken.
Plaats het de afvoergootje in de condens­bak.
De levensmiddelen beter inpakken.
Controleren of de deuren goed dicht kunnen en of de deurrubbers onbeschadigd en schoon zijn.
De temperatuurregelaar op een lagere stand instellen.
De temperatuurregelaar op een lagere stand instellen.
Controleren of de deuren goed dicht kun­nen en of de deurrubbers onbeschadigd en schoon zijn.
Een paar uur wachten en de temperatuur nog eens controleren.
Laat de levensmiddelen tot kamertemperatu­ur afkoelen.
Probeer de omgevingstemperatuur te verla­gen.
De aansluiting controleren.
Zekering vervangen.
Apparaat in werking stellen volgens de aan­wijzingen in hoofdstuk „In gebruik nemen”.
Contact opnemen met een elektro-installa­teur.
Controleren of het apparaat stabiel staat (alle vier voeten moeten op de vloer staan).
Als u de storing aan de hand van de aanwijzingen niet kunt oplossen, neem dan contact op met Service.
Loading...
+ 19 hidden pages