ZANUSSI ZRAN10FS1 User Manual [fr]

GETTING STARTED?
EASY.
User Manual
ZRAN10FS1
NL Gebruiksaanwijzing 2
Koelkast
FR Notice d'utilisation 15
DE Benutzerinformation 28
Kühlschrank
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
Advies over gebruik, brochures, het oplos­sen van problemen, onderhouds- en repara­tie-informatie:
www.zanussi.com/support

VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.

VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE MENSEN

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het apparaat
laden en lossen op voorwaarde dat ze goed zijn geïnstrueerd.
Dit apparaat mag worden gebruikt door personen met zware en
complexe beperkingen, indien ze duidelijk zijn geïnstrueerd.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder
toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder
ze op gepaste wijze.

ALGEMENE VEILIGHEID

Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en
soortgelijke toepassingen, zoals:
2
boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of
andere werkomgevingen;
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere
woonomgevingen.
Neem de volgende instructies in acht om besmetting van
voedsel te voorkomen:
open de deur niet gedurende lange perioden;reinig regelmatig oppervlakken die in contact kunnen komen
met voedsel en toegankelijke afwateringssystemen;
bewaar rauw vlees en vis in geschikte recipiënten in de
koelkast, zodat het niet in contact komt met of druppelt op andere levensmiddelen.
WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van
obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen.
WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of andere
middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet
beschadigt.
WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische apparaten in de
koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat te
reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Als het apparaat lange tijd leeg is, schakel het dan uit, ontdooi,
reinig en droog het en laat de deur open om te voorkomen dat er schimmel in het apparaat ontstaat.
Bewaar geen explosieve stoffen zoals spuitbussen met een
ontvlambaar drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
3

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

INSTALLATIE

WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde structuur installeert omwille van veiligheidsredenen.
• Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren.
• Bij de eerste installatie of na het omdraaien van de deur moet u minstens 4 uur wachten voordat u het apparaat op de stroom aansluit. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen.
• Trek de stekker uit het stopcontact voordat u handelingen aan het apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien van de deur).
• Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiatoren, fornuizen, ovens of kookplaten.
• Stel het apparaat niet bloot aan regen.
• Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht.
• Installeer dit apparaat niet in ruimtes die te vochtig of te koud zijn.
• Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen.
• Het apparaat bevat een zakje droogmiddel. Dit is geen speelgoed. Dit is geen levensmiddel. Gooi het onmiddellijk weg.

AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET

WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
WAARSCHUWING! Zorg er bij het plaatsen van het apparaat voor dat het stroomsnoer niet klem zit of wordt beschadigd.
WAARSCHUWING! Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
• Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de erkende servicedienst of een elektricien om de elektrische onderdelen te wijzigen.
• De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau van de stopcontact.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.

GEBRUIK

WAARSCHUWING! Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische schokken.
Het apparaat bevat ontvlambaar gas, isobutaan (R600a), een aardgas met een hoge ecologische compatibiliteit. Zorg ervoor dat u het koelcircuit dat isobutaan bevat, niet beschadigt.
• De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
• Plaats geen elektrische apparaten (bijv.
ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant.
• Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg
er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer bevinden. Lucht de ruimte indien dit gebeurt.
• Zet geen hete items op de kunststofonderdelen
van het apparaat.
• Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Raak de compressor of condensator niet aan.
Ze zijn heet.

BINNENVERLICHTING

WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken.
• De soort lamp die in dit apparaat gebruikt wordt,
is uitsluitend geschikt voor huishoudelijke
4
apparaten. Gebruik het niet voor de verlichting in huis.

ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen.
• Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen.

SERVICE

• Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
• Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet­professionele reparatie gevolgen kan hebben voor de veiligheid en de garantie kan doen vervallen.
• De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar gedurende 7 jaar nadat het model is stopgezet: thermostaten,

INSTALLATIE

temperatuursensoren, printplaten, lichtbronnen, deurklinken, deurscharnieren, trays en manden. Houd er rekening mee dat sommige van deze reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor professionele reparateurs en dat niet alle reserveonderdelen relevant zijn voor alle modellen.
• Deurpakkingen zijn beschikbaar tot 10 jaar nadat het model is stopgezet.

VERWIJDERING

WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
• Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat.
• Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk.
• Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat.
• Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt.
WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
WAARSCHUWING! Raadpleeg het installatie-instructiedocument om uw apparaat te installeren.
WAARSCHUWING! Zet het apparaat vast in overeenstemming met de installatie-instructies om een risico op instabiliteit van het apparaat te voorkomen.
5

AFMETINGEN

B
A
H1
W1
D1
W2
D2
W3
D3
90°
Totale afmetingen
1)
H 1 mm 1021 W 1 mm 548 D 1 mm 549
1) de hoogte, breedte en diepte van het apparaat zonder de handgreep en de voeten
Benodigde ruimte in gebruik
1)
H 2 (A+B) mm 1066 W 2 mm 548 D 2 mm 551 A mm 1030
6
Benodigde ruimte in gebruik
1)
B mm 36
1) de hoogte, breedte en diepte van het apparaat inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor de vrije circulatie van de koellucht
Totale ruimte die nodig is bij gebruik
1)
H 3 (A+B) mm 1066 W 3 mm 548
Totale ruimte die nodig is bij gebruik
5 cm
min. 200 cm
2
min. 200 cm
2
1)
D 3 mm 1071
1) de hoogte, breedte en diepte van het apparaat inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor de vrije circulatie van de koellucht, plus de ruimte die nodig is om de deur te openen tot de mi­nimale hoek waardoor alle interne apparatuur kan worden verwijderd

LOCATIE

Installeer het apparaat niet in de buurt van een warmtebron (oven, kachels, radiatoren, fornuizen of kookplaten) of op een plek met direct zonlicht om de beste functionaliteit van het apparaat te garanderen. Zorg ervoor dat lucht vrij kan circuleren rond de achterkant van de kast.

POSITIONERING

Dit apparaat moet in een droge, goed geventileerde positie binnenshuis worden geïnstalleerd.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik bij een omgevingstemperatuur variërend van 10°C tot 38°C.
Als u twijfels hebt over waar het apparaat te installeren, raadpleeg dan de verkoper, de klantenservice of de dichstsbijzijnde erkende servicedienst.
Het moet mogelijk zijn het apparaat van de hoofdstroomtoevoer af te halen. De stekker moet daarom na installatie gemakkelijk toegankelijk zijn.

ELEKTRISCHE AANSLUITING

• Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. De netsnoerstekker is
voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels. Raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien.
• De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden.
• Dit apparaat voldoet aan de EEG -richtlijnen.

VENTILATIEVEREISTEN

De luchtcirculatie achter het apparaat moet voldoende zijn.
LET OP! Raadpleeg de installatie­instructies voor de installatie.

OMKEERBAARHEID VAN DE DEUR

Raadpleeg het afzonderlijke document met instructies voor installatie en omdraaien van de deur.
LET OP! Bedek tijdens iedere fase van het omdraaien van de deur de vloer met een duurzaam materiaal om krassen te voorkomen.

BEDIENINGSPANEEL

INSCHAKELEN

1. Steek dan de stekker in het stopcontact.
2. Draai de thermostaatknop op een gemiddelde
stand.

UITSCHAKELEN

Draai de temperatuurknop op de stand "O" om het apparaat uit te schakelen.
7

TEMPERATUURREGELING

De temperatuur wordt automatisch geregeld. U kunt echter zelf een temperatuur in het apparaat instellen.
Houd bij de instellingskeuze rekening met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
• de kamertemperatuur,
• de frequentie waarmee de deur wordt geopend,
• de hoeveelheid etenswaren die wordt bewaard,
• de plek van het apparaat.

DAGELIJKS GEBRUIK

Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest geschikt.
Voor de bediening van het apparaat:
1. Draai de temperatuurregelaar rechtsom om een lagere temperatuur in het apparaat te verkrijgen.
2. Draai de temperatuurregelaar linksom om een hogere temperatuur in het apparaat te verkrijgen.

HET PLAATSEN VAN DE DEURSCHAPPEN

Om het bewaren van voedselverpakkingen van verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen de schappen op verschillende hoogtes worden geplaatst.
1. Trek het schap enigszins omhoog totdat het loskomt.
2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst.

VERPLAATSBARE SCHAPPEN

De wanden van de koelkast zijn voorzien van een aantal glijschoenen zodat de schappen op de gewenste plaats gezet kunnen worden.
Verwijder de glasplaat boven de groentelade niet om een goede luchtcirculatie te garanderen.

GROENTELADE

In het onderste deel van het apparaat bevindt zich een speciale lade die geschikt is voor de opslag van groenten en fruit.

AANWIJZINGEN EN TIPS

TIPS VOOR ENERGIEBESPARING

• Het meest efficiënte gebruik van energie is
verzekerd in de configuratie met de lades in het onderste deel van het apparaat en met de rekken gelijkmatig verdeeld. De positie van de
8
deurbakken heeft geen invloed op het energieverbruik.
• De deur niet vaker openen of open laten staan dan noodzakelijk.
• Stel de temperatuur niet te hoog in om energie te besparen, tenzij de kenmerken van het voedsel dit vereisen.
• Als de omgevingstemperatuur hoog is, de temperatuurregeling op een lage temperatuur staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de compressor continu aan staan waardoor er ijs op de verdamper ontstaat. Stel in dit geval de temperatuurregeling in op een hogere temperatuur om automatisch ontdooien mogelijk te maken en zo energie te besparen.
• Zorg voor een goede ventilatie. Dek de ventilatieroosters of -gaten niet af.

TIPS VOOR HET KOELEN VAN VERS VOEDSEL

• De middentemperatuurinstelling zorgt voor een goede conservering van vers voedsel. Een hogere temperatuurinstelling in het apparaat kan leiden tot een kortere houdbaarheid van voedsel.
• Bedek het voedsel met een verpakking om de versheid en het aroma te behouden.
• Gebruik altijd gesloten containers voor vloeistoffen en voor voedsel, om smaken of geuren in het vak te voorkomen.
• Om kruisbesmetting tussen gekookt en rauw voedsel te voorkomen, bedekt u het gekookte voedsel en scheidt u het van het rauwe.
• Het wordt aanbevolen om het voedsel in de koelkast te ontdooien.
• Plaats geen warm voedsel in het apparaat. Zorg ervoor dat het is afgekoeld bij kamertemperatuur voordat u het in het apparaat plaatst.
• Om voedselverspilling te voorkomen moet de nieuwe voorraad voedsel altijd achter de oude worden geplaatst.

TIPS VOOR HET KOELEN VAN VOEDSEL

• Vlees (alle soorten): in plastic zakken verpakken en op het glazen schap leggen, boven de groentelade. Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen.
• Groenten en fruit: grondig reinigen (grond verwijderen) en in een speciale lade (groentelade) plaatsen.
• Het is raadzaam om exotische vruchten zoals bananen, mango's, papaja's, etc. niet in de koelkast te bewaren.
• Groenten zoals tomaten, aardappelen, uien en knoflook mogen niet in de koelkast worden bewaard.
• Boter en kaas: in een luchtdicht bakje leggen of in aluminiumfolie of plastic zakjes wikkelen om zoveel mogelijk lucht uit te sluiten.
• Flessen: afsluiten met een dop en in de deur plaatsen of (indien beschikbaar) in het flessenrek.
• Raadpleeg altijd de vervaldatum van de producten om te weten hoelang ze bewaard kunnen worden.

ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

DE BINNENKANT SCHOONMAKEN

Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP! Gebruik geen reinigingsmiddelen, schuurpoeders, chloor of reinigers op oliebasis. Deze beschadigen de afwerking.
LET OP! De toebehoren en onderdelen van het apparaat zijn niet geschikt om in een afwasmachine gewassen te worden.

PERIODIEKE REINIGING

Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon
met lauw water en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf
ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon en vrij van resten zijn.
3. Afspoelen en goed afdrogen.

HET ONTDOOIEN VAN DE KOELKAST

Rijp wordt tijdens normaal gebruik automatisch van de verdamper van het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt via een gootje in een speciale opvangbak aan de achterkant van het apparaat, boven de compressormotor, waar het verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van het dooiwater in het midden van het koelvak regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat het water overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat druppelen.
9
Gebruik hiervoor de buisreiniger die werd meegeleverd met het apparaat.

PERIODE DAT HET APPARAAT NIET GEBRUIKT WORDT

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel
3. Maak het apparaat en alle toebehoren schoon.
4. Laat de deur open staan om onaangename
luchtjes te voorkomen.

PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

WAT TE DOEN IN DE VOLGENDE GEVALLEN...

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgeschakeld. Schakel het apparaat in. De stekker zit niet goed in het
stopcontact.
Er staat geen spanning op het
stopcontact.
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig en
stabiel geplaatst.
De compressor werkt continu. De temperatuur is fout inge-
steld.
Er worden veel producten te-
gelijk geplaatst.
De kamertemperatuur is te
hoog.
Het voedsel dat in het apparaat
werd geplaatst, was te warm.
De deur is niet goed gesloten. Zie de rubriek over 'De deur
Steek de stekker goed in het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch ap­paraat op het stopcontact aan. Bel een gekwalificeerd elektri­cien.
Controleer of het apparaat sta­biel staat.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Be­dieningspaneel'.
Wacht een paar uur en contro­leer dan nogmaals de tempera­tuur.
Raadpleeg het hoofdstuk “In­stallatie”.
Laat voedsel afkoelen tot ka­mertemperatuur voordat u het opslaat.
sluiten'.
10
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De deur is verkeerd uitgelijnd of komt tegen het ventilatier­ooster aan.
Deur gaat niet makkelijk open. U probeerde de deur na het
Het lampje werkt niet. Het lampje staat in de stand-
Er is te veel vorst en ijs. De deur is niet goed gesloten. Zie de rubriek over 'De deur
De pakking is vervormd of vuil. Zie de rubriek over 'De deur
De producten zijn niet op de
De temperatuur is fout inge-
Apparaat is volledig geladen
De ingestelde temperatuur in
Er loopt water over de achter­kant van de koelkast.
Er bevindt zich teveel condens­water op de achterwand van de koelkast.
De deur is niet volledig geslo-
Het bewaarde voedsel was
Er loopt water in de koelkast. Producten verhinderen dat het
De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
Het apparaat staat niet water­pas.
sluiten meteen weer te openen.
by-stand. Het lampje is stuk. Zie de rubriek over 'Het lampje
juiste wijze verpakt.
steld.
en is ingesteld op de laagste temperatuur.
het apparaat is te laag en de omgevingstemperatuur is te hoog.
Tijdens het automatische ont­dooiproces, ontdooit de rijp te­gen de achterwand.
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het
ten.
niet ingepakt.
water in de wateropvangbak loopt.
Raadpleeg 'Installatie-instruc­ties'.
Wacht een paar seconden tus­sen het sluiten en weer ope­nen van de deur.
Sluit en open de deur.
vervangen'.
sluiten'.
sluiten'. Pak de producten beter in.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Be­dieningspaneel'.
Stel een hogere temperatuur in. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedieningspaneel'.
Stel een hogere temperatuur in. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedieningspaneel'.
Dat is juist.
nodig is.
Zorg ervoor dat de deur volle­dig gesloten is.
Verpak voedsel in geschikt ma­teriaal voordat u het in het ap­paraat plaatst.
Zorg ervoor dat de producten de achterwand niet raken.
11
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet aan-
De temperatuur in het apparaat is te laag/hoog.
De deur is niet goed gesloten. Zie de rubriek over 'De deur
De temperatuur van het voed-
Er worden veel producten te-
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het
Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde klantenservice voor dit merk.

HET LAMPJE VERVANGEN

Het apparaat is uitgerust met een LED-binnenlampje dat een lange levensduur heeft.
gesloten op de verdamperbak boven de compressor.
De temperatuur is niet goed in­gesteld.
sel is te hoog.
gelijk bewaard.
Er is geen koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig.
Maak de dooiwaterafvoer vast op de verdamperbak.
Stel een hogere/lagere tempe­ratuur in.
sluiten'. Laat het voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u het conserveert.
Conserveer minder producten tegelijk.
nodig is. Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het apparaat is. Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en tips'.
Het wordt ten zeerste aanbevolen uitsluitend originele reserveonderdelen te gebruiken.
Gebruik uitsluitend ledlampen (E14­basis). Het maximale vermogen wordt getoond op de lampunit.
LET OP! Trek de stekker uit het stopcontact.
1. Verwijder de schroef met een schroevendraaier van de afdekking van het lampje.
2. Maak de afdekking van het lampje los door deze in de richting van de pijl te bewegen.
12
3. Vervang de kapotte gloeilamp door een nieuwe lamp met dezelfde kenmerken dat specifiek bedoeld is voor huishoudelijke apparaten.
4. Plaats de afdekking van het lampje terug.
5. Draai de schroef van de afdekking van het
lampje vast.
6. Steek de stekker in het stopcontact.
7. Open de deur.
Controleer of het lampje gaat branden.

DE DEUR SLUITEN

1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg
'Installatie-instructies'.
3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met een erkend servicecentrum.

GELUIDEN

SSSRRR!
CLICK!
HISSS!
BRRR!
BLUBB!

TECHNISCHE GEGEVENS

De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat en op het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een weblink naar de informatie gerelateerd aan de prestaties van het apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter referentie samen met
de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via de link https:// eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer die u vindt op het typeplaatje van het apparaat.

AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN

De installatie en voorbereiding van het toestel voor elke EcoDesign-verificatie moet in overeenstemming zijn met EN 62552. De ventilatievoorschriften, de afmetingen van de uitsparingen en de minimale open afstanden aan de
achterzijde moeten voldoen aan de voorschriften van deze gebruikershandleiding in hoofdstuk 3. Neem contact op met de fabrikant voor verdere informatie, inclusief laadplannen.
13
MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische
apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
14
Loading...
+ 30 hidden pages