Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Let vooral op hoofdstuk “Veiligheid” op de eerste pagina's. Bewaar deze
gebruiksaanwijzing zodat u nog eens iets kunt nalezen. Geef het boekje
door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
In de tekst worden de volgende symbolen gebruikt:
1 Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Waarschuwing: Aanwijzingen m.b.t. uw persoonlijke veiligheid.
Attentie: Aanwijzingen m.b.t. het voorkomen van schade aan het apparaat.
3 Aanwijzingen en praktische tips
2Informatie m.b.t. het milieu
1.Deze cijfers leiden u stap voor stap door de bediening van het apparaat.
2.…
3.…
Mocht er een storing optreden, dan vindt u in deze gebruiksaanwijzing tips
om storingen zelf op te heffen, zie hoofdstuk "Wat is er aan de hand als...“.
De veiligheid van dit apparaat voldoet aan de Europese en Nederlandse
normen. Toch zien wij ons als fabrikant genoodzaakt u met onderstaande
aanwijzingen m.b.t. de veiligheid vertrouwd te maken.
Elektrische veiligheid
• Montage en aansluiting van het nieuwe apparaat mogen alleen door een
erkend elektro-installateur worden uitgevoerd.
• Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's leiden.
Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afdeling.
3 Volg deze aanwijzingen op, omdat anders bij schade de aanspraak op ga-
rantie vervalt.
• Inbouwapparaten mogen alleen worden gebruikt nadat ze zijn ingebouwd
in passende inbouwkasten en werkbladen die aan de normen voldoen.
Daarmee wordt de vereiste aanrakingsbescherming van elektrische apparaten veiliggesteld.
• Als zich storingen aan het apparaat, breuken, barsten of scheuren voordoen:
– alle kookzones uitschakelen,
– de zekering voor de kookplaat in de huisinstallatie uitschakelen.
Veiligheid voor kinderen
Als u kookt of braadt, worden de kookzones heet. Houd daarom kleine kinderen altijd uit de buurt.
Veiligheid tijdens het gebruik
• Dit apparaat mag alleen voor het normaal koken en braden van levensmiddelen worden gebruikt.
• Gebruik de kookplaat niet om het vertrek te verwarmen.
• Voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten aan stopcontac-
ten in de buurt van het apparaat. Snoeren mogen niet met hete kookzones
in aanraking komen.
• Oververhitte vetten en oliën vliegen snel in brand. Als u gerechten in vet of
olie (bijv. patates frites) bereidt, dient u altijd in de buurt te blijven.
• Schakel elke keer na het gebruik de kookzones uit.
77
Veiligheid bij het reinigen
U moet het apparaat uitschakelen voordat u het gaat reinigen. Het reinigen
van het apparaat met een stoomstraal- of hogedrukreiniger is om veiligheidsredenen verboden.
Zo wordt schade aan het apparaat voorkomen
• Gebruik de kookplaat niet als werkplek of aanrecht.
• Schakel de kookzones nooit in als er een lege pan of geen pan op staat.
• Glaskeramiek is ongevoelig voor temperatuurschokken en zeer sterk,
maar niet onbreekbaar. Bijzonder scherpe en harde voorwerpen die op de
kookplaat vallen, kunnen beschadiging veroorzaken.
• Gebruik geen pannen van gietijzer of pannen met een beschadigde, ruwe
of oneffen bodem. Bij het verschuiven kunnen krassen ontstaan.
• Zet geen pannen op het raam van de kookplaat. Er kunnen krassen en
lakschade ontstaan.
• Let erop dat er geen zuurhoudende vloeistoffen, bijv. azijn, citroen of kalkoplossende middelen op het raam van de kookplaat terechtkomen, omdat anders matte plekken ontstaan.
• Als suiker of suikerhoudende stoffen op de hete kookplaat terechtkomen
en smelten, verwijder de plekken dan direct, als ze nog heet zijn, met een
glasschraper. Als de massa afkoelt, kan bij het verwijderen schade aan de
oppervlakte ontstaan.
• Houd alle voorwerpen en materialen die kunnen smelten, bijv. kunststof,
aluminiumfolie of braadfolie, uit de buurt van de glaskeramische plaat.
Mocht er toch iets op de glaskeramische plaat smelten, dan moet deze
plek direct met een glasschraper worden verwijderd.
78
2Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal verwijderen
Alle gebruikte materialen kunnen onbeperkt worden hergebruikt.
De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen:
• >PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakjes binnenin.
• >PS< voor geschuimd, cfk-vrij polystyreen, bijv. bij de hoekbeschermers.
Oud apparaat verwijderen
1 Waarschuwing: Opdat er geen gevaar meer kan ontstaan, moeten afge-
dankte apparaten voor het weggooien onbruikbaar worden gemaakt.
Stekker uit het stopcontact trekken en aansluitsnoer van het apparaat
verwijderen.
In het kader van de milieubescherming moeten afgedankte apparaten op de
juiste manier worden weggegooid.
• Het apparaat mag niet bij het huisvuil worden gezet.
• Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen krijgt u bij de gemeentelij-
ke reinigingsdienst of het gemeentehuis.
79
Beschrijving van het apparaat
Uitvoering kookplaat en bedieningsveld
Eenkrings-kookzone
1200W
Braadzone
2400W
Tweekrings-kookzone
Sensorveld tweekring
Sensorveld
“vergrendelen“
Sensorveld
“aan/uit“
80
Bedieningsveld
2200W
Controlelampje tweekring
Kookstandkeuze
controle-indicaties
Indicatie voor kookstand/restwarmte
Eenkrings-kookzone
1200W
Sensorveld Braadzone
Controlelampje Braadzone
“Timer“ met
Kookstandkeu-
ze
Digitale indicaties
De vier indicatievelden, die tot de vier kookzones behoren, tonen:
– ¾ na het inschakelen,
– u bij de keuze van de warmhoudstand,
– ¿ tot Ç, al naargelang de gekozen kookstand,
– a bij automatische opwarmfunctie,
– h bij restwarmte,
– l bij ingeschakelde kinderbeveiliging,
– e bij storing
1 Veiligheidsuitschakeling van de kookzones
Als een van de kookzones na een bepaalde tijd niet wordt uitgeschakeld of
als de kookstand niet wordt gewijzigd, dan wordt de betreffende kookzone
automatisch uitgeschakeld.
De aanwezige restwarmte wordt met h (zoals in “heet”) in de digitale indicaties van de betreffende kookzones aangegeven.
De kookzones worden uitgeschakeld bij:
• kookstandu, 1 - 2na 6 uur
• kookstand3 - 4na 5 uur
• kookstand5na 4 uur
• kookstand6 - 9na 1,5 uur
3 Als er een of meerdere kookzones voor het verstrijken van de aangegeven
tijden worden uitgeschakeld, zie dan hoofdstuk “Wat te doen als ...”.
Uitschakeling door andere oorzaken
Als vloeistof overkookt en op het bedieningsveld terechtkomt, worden alle
kookzones gelijk uitgeschakeld.
De kookzones worden ook uitgeschakeld wanneer u een natte doek op het
bedieningsveld legt. In beide gevallen moet u het apparaat weer met de
hoofdschakelaar inschakelen nadat u de vloeistof of de doek hebt verwijderd.
81
Voor het in gebruik nemen
Reinigen
De glaskeramische kookplaat met een vochtige doek afnemen.
1 Attentie: Gebruik geen scherpe, schurende reinigingsmiddelen! De opper-
vlakte kan beschadigd worden.
Bediening van de kookplaat
Touch-control-sensorvelden
Om de touch-control-sensorvelden te bedienen, drukt u met de punt van uw
vingertop op het gewenste veld tot de betreffende indicaties gaan branden
of uitgaan of tot de gewenste functie wordt uitgevoerd.
3 Raak niet meer dan één sensorveld tegelijk aan bij het bedienen. Als u uw
vinger te vlak op het veld legt, dan kan eventueel het sensorveld daaronder
ook worden aangeraakt.
Apparaat inschakelen
U kunt het complete apparaat inschakelen met het sensorveld “aan/uit”
.
Raak het sensorveld “aan/uit” ca. twee seconden aan.
De digitale indicaties geven ¾ aan.
3 Nadat u op het sensorveld “aan/uit” hebt gedrukt om uw apparaat in te
schakelen, moet u binnen ca. 10 seconden een kookstand instellen bij een
kookzone of een tijd instellen met de timer (eierwekkerfunctie). Anders
wordt het apparaat om veiligheidsredenen weer uitgeschakeld.
82
Apparaat uitschakelen
U kunt het complete apparaat uitschakelen door op het sensorveld “aan/
uit” te drukken.
Raak het sensorveld “aan/uit” ca. één seconde aan.
3 Na het uitschakelen van een enkele kookzone of van de gehele kookplaat
wordt de aanwezige restwarmte met h (zoals in “heet”) in de digitale indicaties van de betreffende kookzones aangegeven.
Kookstandselectie
Met deze functie kunt u de kookstand (u tot Ç) voor de gekozen kookzone
instellen of wijzigen.
Stel de kookstand hoger in met het sensorveld kookstandselectie .
Stel de kookstand lager in met het sensorveld kookstandselectie .
83
Warmhoudstand
Alle 4 kookzones zijn uitgerust met een warmhoudstand u.
Met het sensorveld kookstandselectie stelt u de warmhoudstand u in.
Braadzone in- en uitschakelen
1.Stel de gewenste kookstand in.
2.Om de braadzone in of uit te schakelen plaatst u uw vinger vlak op het
sensorveld “braadzone” tot het controlelampje aan- of uitgaat.
84
Loading...
+ 28 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.