Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of
verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op
passende wijze weg.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
• Als het apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging, dan
dient dit geactiveerd te worden.
• Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet worden
uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
• Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking van dit
apparaat altijd uit te buurt worden gehouden.
ALGEMENE VEILIGHEID
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op te
passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Houd
kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt of onder permanent
toezicht.
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart
afstandbedieningssysteem.
2
• WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een kookplaat
met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
• Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar schakel in
plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam bijv. met een
deksel of blusdeken.
• LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet onder
constant toezicht staan.
• WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen voorwerpen
op de kookplaten.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels
mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze
heet kunnen worden.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.
• Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de
bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
• Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit het
stopcontact. In het geval het apparaat direct op de stroom is
aangesloten met een aansluitdoos, verwijdert u de zekering om
het apparaat van de stroom te halen. Neem in beide gevallen
contact op met de erkende servicedienst.
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
• WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers die
door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen of door
de fabrikant van het apparaat in de gebruiksinstructies als
geschikt zijn aangegeven of kookplaatbeschermers die in het
apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte
kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
MONTAGE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of schade aan het apparaat.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
3
• Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
• Wees altijd voorzichtig bij het verplaatsen van
het apparaat omdat het zwaar is. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Dicht de oppervlakken af met kit om te
voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht.
• Bescherm de bodem van het apparaat tegen
stoom en vocht.
• Installeer het apparaat niet naast een deur of
onder een raam. Dit voorkomt dat heet
kookgerei van het apparaat valt als de deur of
het raam wordt geopend.
• Elk apparaat heeft koelventilatoren op de
bodem.
• Als het apparaat gemonteerd wordt boven een
lade:
– Leg geen kleine dingen of papier dewelke
kunnen binnengezogen worden, omdat ze
de koelventilatoren kunnen beschadigen of
het koelsysteem kunnen belemmeren.
– Houd een minimumafstand van 2 cm tussen
de bodem van het apparaat en de zaken die
u in de lade bewaart.
AANSLUITING AAN HET ELEKTRICITEITSNET
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de stekker uit het
stopcontact is getrokken, voordat u welke
werkzaamheden dan ook uitvoert.
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
• Zorg ervoor dat het apparaat correct is
geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroomkabels of
stekkers (indien van toepassing) kunnen ervoor
zorgen dat de contactklem te heet wordt.
• Gebruik de juiste stroomkabel.
• Voorkom dat de stroomkabels verstrikt raken.
• Zorg ervoor dat er een schokbescherming wordt
geïnstalleerd.
• Gebruik het klem om spanning op het snoer te
voorkomen.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker
(indien van toepassing) het hete apparaat of
heet kookgerei niet aanraakt als u het apparaat
op de nabijgelegen contactdozen aansluit.
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker (indien van
toepassing) of kabel niet beschadigt. Neem
contact op met onze service-afdeling of een
elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel
te vervangen.
• De schokbescherming van delen onder stroom
en geïsoleerde delen moet op zo'n manier
worden bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op een losse
stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie-apparaten:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
• De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat
volledig van het lichtnet afgesloten kan worden.
Het isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3 mm.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, brandwonden of elektrische
schokken.
• Verwijder voor gebruik (indien van toepassing)
de verpakking, labels en beschermfolie.
• Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke
omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag niet
worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet
geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet
onbeheerd achter.
• Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik.
• Vertrouw niet alleen op de pandetector.
• Leg geen bestek of pannendeksels op de
kookzones. Deze kunnen heet worden.
• Bedien het apparaat niet met natte handen of
als het contact maakt met water.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als
werkblad of aanrecht.
• Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van het
apparaat gebroken is. Dit om elektrische
schokken te voorkomen.
• Gebruikers met een pacemaker moeten een
afstand van minimaal 30 cm bewaren van de
4
inductiekookzones als het apparaat in werking
is.
• Als u eten in de hete olie doet, kan het spatten.
WAARSCHUWING! Risico op brand
en explosie
• Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare
damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde
voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er
mee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft kunnen
spontane ontbranding veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten bevat, kan
brand veroorzaken bij een lagere temperatuur
dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
• Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
• Leg geen hete deksel op het glazen oppervlak
van de kookplaat.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei op het
apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege pannen of
zonder pannen erop.
• Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken in het glas / glaskeramiek. Til deze
voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen
op de kookplaat.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te
koken. Het mag niet worden gebruikt voor
andere doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
ONDERHOUD EN REINIGING
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het oppervlak
achteruitgaat.
• Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen
voordat u het schoonmaakt.
• Trek voor onderhoudswerkzaamheden de
stekker uit het stopcontact.
• Gebruik geen waterstralen of stoom om het
apparaat te reinigen.
• Reinig het apparaat met een vochtige zachte
doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
SERVICEDIENST
• Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
• Neem contact met uw plaatselijke overheid voor
informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
5
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
210 mm210 mm
210 mm210 mm
211
11
41
5
6
89710
2 3
INDELING KOOKPLAAT
INDELING BEDIENINGSPANEEL
Inductiekookzone
1
Bedieningspaneel
2
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke
functies worden gebruikt.
TiptoetsFunctieOpmerking
AAN/UITDe kookplaat in- en uitschakelen.
Blokkering / Kinderbeveiliging van de oven
PauzeDe functie in- en uitschakelen.
zones
Het bedieningspaneel vergrendelen/ontgrendelen.
Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
6
1
2
3
-KookstanddisplayDe kookstand weergeven.
4
-Timerindicatie voor de kook-
5
-TimerdisplayDe tijd in minuten weergeven.
6
TiptoetsFunctieOpmerking
7
8
9
10
KOOKSTANDDISPLAYS
-BedieningsstripHet instellen van de kookstand.
DisplayBeschrijving
-
+ cijfer
-Om de kookzone te selecteren.
-De tijd verlengen of verkorten.
/
PowerBoostDe functie in- en uitschakelen.
De kookzone is uitgeschakeld.
De kookzone wordt gebruikt.
Pauze werkt.
Automatisch opwarmen werkt.
PowerBoost werkt.
Er is een storing.
Er is nog een kookzone heet (restwarmte).
Blokkering /Kinderbeveiliging van de oven werkt.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone geplaatst.
Automatisch uitschakelen werkt.
RESTWARMTE-INDICATIE
WAARSCHUWING! Er bestaat
verbrandingsgevaar door restwarmte.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
De inductiekookzones creëren de voor het
kookproces benodigde warmte direct in de bodem
van de pan. Het glaskeramiek wordt verwarmd door
de warmte van de pannen.
IN- OF UITSCHAKELEN
Raak 1 seconde aan om de kookplaat in– of uit
te schakelen.
7
AUTOMATISCH UITSCHAKELEN
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld.
• u de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat
hebt ingeschakeld.
• u iets hebt gemorst of iets langer dan 10
seconden op het bedieningspaneel hebt gelegd
(een pan, doek, etc.). Er klinkt een
geluidssignaal en de kookplaat wordt
uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig
het bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt (b.v. als een pan
droogkookt). De kookzone moet afgekoeld zijn
voordat u de kookplaat weer kunt gebruiken.
• u ongeschikte pannen gebruikt. Het symbool
gaat branden en na 2 minuten schakelt de
kookzone automatisch uit.
• u een kookzone niet uitschakelt of de kookstand
verandert. Na enige tijd gaat branden en
wordt de kookplaat uitgeschakeld.
De verhouding tussen kookstand en de tijd
waarna de kookplaat uitschakelt:
Kookstand
, 1 - 2
3 - 45 uur
54 uur
6 - 91,5 uur
DE KOOKSTAND
Voor het instellen of wijzigen van de kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste kookstand
of beweeg uw vinger langs de bedieningsstrip
totdat u de jusite kookstand heeft bereikt.
AUTOMATISCH OPWARMEN
Activeer deze functie om in een kortere tijd een
gewenste kookstand te krijgen. Als het aan staat,
werkt de zone in het begin op de hoogste
De kookplaat wordt
uitgeschakeld na
6 uur
kookstand en gaat daarna verder met koken op de
gewenste kookstand.
Om de functie in werking te stellen
moet de kookzone koud zijn.
Om de functie voor een kookzone in te
schakelen: raak aan ( gaat aan). Raak
meteen de gewenste kookstand aan. Na 3
seconden gaat branden.
De functie uitschakelen: wijzig de kookstand.
POWERBOOST
Deze functie maakt meer vermogen beschikbaar
voor de inductiekookzones. De functie kan voor een
beperkte tijdsduur voor uitsluitend de
inductiekookzone worden geactiveerd. Daarna
wordt de inductiekookzone automatisch
teruggeschakeld naar de hoogste kookstand.
Zie het hoofdstuk 'Technische
informatie'.
Om de functie voor een kookzone in te
schakelen: raak aan. gaat aan.
Om de functie uit te schakelen: wijzig de
kookstand.
TIMER
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te stellen hoe
lang de kookzone moet werken voor een
kooksessie.
Stel eerst de warmtestand voor de kookzone in en
dan de functie.
Kookzone instellen:raak
tot het lampje van de gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen of de tijd wijzigen:
raak of van de timer aan om de tijd in te
stellen (00 - 99 minuten). Als het lampje van de
kookzone langzaam gaat knipperen, wordt de tijd
afgeteld.
Resterende tijd weergeven: selecteer de
kookzone met . Het indicatielampje van de
kookzone gaat sneller knipperen. Op het display
wordt de resterende tijd weergegeven.
De functie uitschakelen: stel de kookzone in met
en raak aan. De resterende tijd telt af naar
00. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit.
meerdere malen aan
8
Als de tijd verstreken is, klinkt er een
geluidssignaal en knippert 00. De
kookzone wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak aan.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als kookwekker
terwijl de kookplaat is ingeschakeld en de
kookzones niet werken. De warmtestand op het
display toont .
De functie inschakelen: Raak aan. Raak
of van de timer aan om de tijd in te stellen. Als
de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en
knippert 00.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak
De functie heeft geen invloed op de
werking van de kookzones.
PAUZE
Deze functie stelt alle kookzones die in werking zijn
in op de laagste kookstand.
Als de functie in werking is, zijn alle andere
symbolen op de bedieningspanelen vergrendeld.
Als de functie actief is, kunnen de symbolen en
worden gebruikt. De functie stopt de
timerfuncties niet:
Raak aan om de functie in te schakelen.
gaat aan.De warmte-instelling wordt verlaagd
naar 1.
Voor het uitschakelen van de functie raakt u
aan. De voorgaande warmte-instelling gaat aan.
BLOKKERING
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen terwijl
de kookzones in werking zijn. Hiermee wordt
voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt
veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak aan.
gaat gedurende 4 seconden aan.De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: raak aan.
De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt u deze
functie ook.
en .
aan.
KINDERBEVEILIGING VAN DE OVEN
Deze functie voorkomt dat de kookplaat onbedoeld
wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: schakel de
kookplaat in met . Stel geen kookstand in. Raak
4 seconden aan. gaat aan. Schakel de
kookplaat uit met .
Om de functie uit te schakelen: schakel de
kookplaat in met . Stel geen kookstand in. Raak
4 seconden aan. gaat aan. Schakel de
kookplaat uit met .
De functie gedurende één kooksessie
onderdrukken: zet de kookplaat aan met . gaat aan. Raak 4 seconden aan. Stel de
kookstand in binnen 10 seconden. U kunt de
kookplaat bedienen. Als u de kookplaat uitschakelt
met , treedt de functie weer in werking.
VERMOGENSBEHEER
• De kookzones zijn gegroepeerd volgens locatie
en aantal fasen van de kookplaat. Zie
afbeelding.
• Elke fase heeft een maximale elektriciteitslading
van 3700 W.
• De functie verdeelt het vermogen tussen de
kookzones aangesloten op dezelfde fase.
• De functie wordt geactiveerd als de totale
elektriciteitslading van de kookzones
aangesloten op een enkele fase de 3700 W
overschrijdt.
• De functie verlaagt het vermogen naar de
andere kookzones aangesloten op dezelfde
fase.
• Het warmte-instellingsdisplay van de verlaagde
zone verandert tussen twee niveaus.
9
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
KOOKGEREI
Bij een inductiekookzone zorgt een
sterk elektromagnetisch veld ervoor
dat het kookgerei erg snel heet wordt.
Gebruik de inductiekookzones met
geschikt kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
• correct: gietijzer, staal, geëmailleerd staal,
roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt
als geschikt voor inductie door de fabrikant).
• niet correct: aluminium, koper, messing, glas,
keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
• een beetje water kookt snel op een zone die
ingesteld is op de hoogste instelling.
• een magneet vast blijft zitten aan de bodem van
het kookgerei.
De bodem van het kookgerei moet zo
dik en vlak mogelijk zijn.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op zekere
hoogte automatisch aan de grootte van de bodem
van de pan aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft betrekking op
de diameter van het kookgerei. Kookgerei met een
diameter die kleiner is dan het minimum, ontvangt
slechts een deel van het vermogen dat door de
kookzone wordt gegenereerd.
Zie het hoofdstuk 'Technische
informatie'.
LAWAAI TIJDENS GEBRUIK
Als u dit hoort:
• krakend geluid: de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-constructie).
• fluitend geluid: bij gebruik van de kookzone met
een hoge kookstand en als de pan is gemaakt
van verschillende materialen (sandwichconstructie).
• zoemen: als u hoge kookstanden gebruikt.
• klikken: er treedt elektrische schakeling op.
• sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben niets
met een defect van de kookplaat te maken.
VOORBEELDEN VAN KOOKTOEPASSINGEN
De correlatie tussen de kookstand en het
stroomverbruik van de kookzone is niet lineair.
Wanneer u de kookstand verhoogt, is dit niet
proportioneel met de toename in stroomverbruik
van de kookzone. Het betekent dat een kookzone
op de medium kookstand minder dan de helft van
het vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende tabel
dienen slechts als richtlijn.
Verwarmings-
stand
- 1
1 - 2Hollandaisesaus, smelten: boter,
1 - 2Stollen: luchtige omeletten, ge-
10
Bereide gerechten warmhouden.zoals
chocolade, gelatine.
bakken eieren.
Gebruik om:Tijd (min)Tips
nodig
5 - 25Van tijd tot tijd mengen.
10 40
Een deksel op het kookgerei
doen.
Met deksel bereiden.
Loading...
+ 22 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.