Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of
verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
• Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en
complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt te worden
gehouden, mits ze voortdurend onder toezicht staan.
• Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op
passende wijze weg.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
• Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
ALGEMENE VEILIGHEID
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op te
passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt.
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart
afstandbedieningssysteem.
2
• WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een kookplaat
met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
• Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar schakel in
plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam bijv. met een
deksel of blusdeken.
• LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet onder
constant toezicht staan.
• WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen voorwerpen
op de kookplaten.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels
mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze
heet kunnen worden.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.
• Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de
bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
• Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit het
stopcontact. In het geval het apparaat direct op de stroom is
aangesloten met een aansluitdoos, verwijdert u de zekering om
het apparaat van de stroom te halen. Neem in beide gevallen
contact op met de erkende servicedienst.
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
• WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers die
door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen of door
de fabrikant van het apparaat in de gebruiksinstructies als
geschikt zijn aangegeven of kookplaatbeschermers die in het
apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte
kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
MONTAGE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of schade aan het apparaat.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
3
• Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Dicht de oppervlakken af met kit om te
voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht.
• Bescherm de bodem van het apparaat tegen
stoom en vocht.
• Installeer het apparaat niet naast een deur of
onder een raam. Dit voorkomt dat heet
kookgerei van het apparaat valt als de deur of
het raam wordt geopend.
• Als het apparaat geïnstalleerd is boven lades
zorg er dan voor dat de ruimte tussen de
onderkant van het apparaat en de bovenste lade
voldoende is voor luchtcirculatie.
• De onderkant van het apparaat kan heet
worden. Zorg ervoor dat u onder het apparaat
een scheidingspaneel installeert dat gemaakt is
van triplex, keukenkastmateriaal of ander nietbrandbaar materiaal om te voorkomen dat hij de
bodem raakt.
• Zorg ervoor dat er een ventilatieruimte van 2 mm
vrij is tussen het werkblad en de voorkant van
de onderste unit. De garantie dekt geen schade
veroorzaakt door het gebrek aan een adequate
ventilatieruimte.
AANSLUITING AAN HET ELEKTRICITEITSNET
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de stekker uit het
stopcontact is getrokken, voordat u welke
werkzaamheden dan ook uitvoert.
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
• Zorg ervoor dat het apparaat correct is
geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroomkabels of
stekkers (indien van toepassing) kunnen ervoor
zorgen dat de contactklem te heet wordt.
• Gebruik de juiste stroomkabel.
• Voorkom dat de stroomkabels verstrikt raken.
• Zorg ervoor dat er een schokbescherming wordt
geïnstalleerd.
• Gebruik het klem om spanning op het snoer te
voorkomen.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker
(indien van toepassing) het hete apparaat of
heet kookgerei niet aanraakt als u het apparaat
op de nabijgelegen contactdozen aansluit.
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker (indien van
toepassing) of kabel niet beschadigt. Neem
contact op met onze service-afdeling of een
elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel
te vervangen.
• De schokbescherming van delen onder stroom
en geïsoleerde delen moet op zo'n manier
worden bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op een losse
stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie-apparaten:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
• De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat
volledig van het lichtnet afgesloten kan worden.
Het isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3 mm.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, brandwonden of elektrische
schokken.
• Verwijder voor gebruik (indien van toepassing)
de verpakking, labels en beschermfolie.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
• De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet
geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet
onbeheerd achter.
• Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik.
• Vertrouw niet alleen op de pandetector.
• Leg geen bestek of pannendeksels op de
kookzones. Deze kunnen heet worden.
• Bedien het apparaat niet met natte handen of
als het contact maakt met water.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als
werkblad of aanrecht.
• Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van het
apparaat gebroken is. Dit om elektrische
schokken te voorkomen.
4
• Gebruikers met een pacemaker moeten een
afstand van minimaal 30 cm bewaren van de
inductiekookzones als het apparaat in werking
is.
• Als u eten in de hete olie doet, kan het spatten.
WAARSCHUWING! Risico op brand
en explosie
• Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare
damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde
voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u
hiermee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft kunnen
spontane ontbranding veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten bevat kan
brand veroorzaken bij een lagere temperatuur
dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
• Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
• Leg geen hete deksel op het glazen oppervlak
van de kookplaat.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei op het
apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege pannen of
zonder pannen erop.
• Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken in het glas / glaskeramiek. Til deze
voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen
op het kookoppervlak.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te
koken. Het mag niet worden gebruikt voor
andere doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
ONDERHOUD EN REINIGING
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het oppervlak
achteruitgaat.
• Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen
voordat u het schoonmaakt.
• Trek voor onderhoudswerkzaamheden de
stekker uit het stopcontact.
• Gebruik geen waterstralen of stoom om het
apparaat te reinigen.
• Reinig het apparaat met een vochtige zachte
doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
SERVICEDIENST
• Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
• Neem contact met uw plaatselijke overheid voor
informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
MONTAGE
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
VOOR MONTAGE
Voordat u de kookplaat installeert, dient u de
onderstaande informatie van het typeplaatje te
noteren. Het typeplaatje bevindt zich onderop de
kookplaat.
Serienummer ...........................
INGEBOUWDE KOOKPLATEN
Inbouwkookplaten mogen alleen worden gebruikt
nadat zij ingebouwd zijn in geschikte inbouwunits of
werkbladen die aan de normen voldoen.
AANSLUITKABEL
• Bij de kookplaat wordt een aansluitkabel
meegeleverd.
• Voor het vervangen van een beschadigde
voedingskabel, gebruikt u het kabeltype:
H05V2V2-F dat een temperatuur van 90 °C of
5
min.
50mm
min.
500mm
min.
40
520
60
15*
590
490
+1
560
+1
hoger weerstaat. Neem contact op met een
klantenservice bij u in de buurt.
SAMENSTELLEN
BEVEILIGINGSDOOS
Als u een beveiligingsdoos (een additioneel
toebehoren) gebruikt, zijn de ruimte van 2 mm op
de vloer voor de luchtstroom en de
beschermingsvloer direct onder het fornuis niet
noodzakelijk. De beveiligingsdoos is als toebehoren
niet in elk land verkrijgbaar. Neem contact op met
uw plaatselijke leverancier.
U kunt de beveiligingsdoos niet
gebruiken als u de kookplaat boven
een oven installeert.
6
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
145 mm
180 mm
210 mm
180 mm
1
1
11
2
1245
8
3
679
INDELING KOOKPLAAT
INDELING BEDIENINGSPANEEL
Inductiekookzone
1
Bedieningspaneel
2
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke
functies worden gebruikt.
TiptoetsFunctieOpmerking
1
2
-KookstanddisplayDe kookstand weergeven.
3
-Timerindicatie voor de kook-
4
-TimerdisplayDe tijd in minuten weergeven.
5
6
AAN/UITDe kookplaat in- en uitschakelen.
Blokkering / Kinderbeveiliging van de oven
zones
-Om de kookzone te selecteren.
Het bedieningspaneel vergrendelen/ontgrendelen.
Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
7
TiptoetsFunctieOpmerking
-De tijd verlengen of verkorten.
7
8
/
-Het instellen van de kookstand.
/
9
KOOKSTANDDISPLAYS
DisplayBeschrijving
-
+ cijfer
RESTWARMTE-INDICATIE
WAARSCHUWING! Er bestaat
verbrandingsgevaar door restwarmte.
De aanduidingen tonen het niveau van
de restwarmte voor de kookzones die
u momenteel gebruikt. De
aanduidingen kunnen ook aangaan
voor de nabijgelegen kookzones, zelfs
als u deze niet gebruikt.
PowerBoostHet inschakelen van de functie.
De kookzone is uitgeschakeld.
De kookzone wordt gebruikt.
Automatisch opwarmen werkt.
PowerBoost werkt.
Er is een storing.
Er is nog een kookzone heet (restwarmte).
Blokkering /Kinderbeveiliging van de oven werkt.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone geplaatst.
Automatisch uitschakelen werkt.
De inductiekookzones creëren de voor het
kookproces benodigde warmte direct in de bodem
van de pan. Het glaskeramiek wordt verwarmd door
de warmte van de pannen.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
8
IN- OF UITSCHAKELEN
Raak 1 seconde aan om de kookplaat in– of uit
te schakelen.
AUTOMATISCH UITSCHAKELEN
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld.
• u de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat
hebt ingeschakeld.
• u iets hebt gemorst of iets langer dan 10
seconden op het bedieningspaneel hebt gelegd
(een pan, doek, etc.). Er klinkt een
geluidssignaal en de kookplaat wordt
uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig
het bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt (b.v. als een pan
droogkookt). De kookzone moet afgekoeld zijn
voordat u de kookplaat weer kunt gebruiken.
• u ongeschikte pannen gebruikt. Het symbool
gaat branden en na 2 minuten schakelt de
kookzone automatisch uit.
• u een kookzone niet uitschakelt of de kookstand
verandert. Na enige tijd gaat branden en
wordt de kookplaat uitgeschakeld.
De verhouding tussen kookstand en de tijd
waarna de kookplaat uitschakelt:
Kookstand
, 1 - 2
3 - 45 uur
54 uur
6 - 91,5 uur
DE KOOKSTAND
aanraken om te verhogen. aanraken om te
verlagen. Raak en tegelijkertijd aan om de
kookzone uit te schakelen.
AUTOMATISCH OPWARMEN
Als u deze functie activeert, kunt u in minder tijd
een benodigde kookstand verkrijgen. De functie
schakelt even de hoogste kookstand in en verlaagt
dan naar de juiste kookstand.
Om de functie in werking te stellen
moet de kookzone koud zijn.
Om de functie voor een kookzone in te
schakelen: raak aan ( gaat aan). Raak direct
aan ( gaat branden). Raak direct aan tot
De kookplaat wordt
uitgeschakeld na
6 uur
de correcte warmte-instelling gaat branden. Na 3
seconden gaat
De functie uitschakelen: Raak
Voor het activeren van een kookzonefunctie
als er geen op het display staat: raak
aan en kies de hoogste kookstand 9 en raak
nogmaals aan. Raak meteen aan om de
gewenste kookstand in te stellen.
De functie uitschakelen: wijzig de kookstand.
POWERBOOST
Deze functie maakt meer vermogen beschikbaar
voor de inductiekookzones. De functie kan slechts
een beperkte tijd voor de inductiekookzone worden
ingeschakeld. Daarna wordt de inductiekookzone
automatisch teruggeschakeld naar de hoogste
kookstand.
Zie het hoofdstuk 'Technische
gegevens'.
Om de functie voor een kookzone te
activeren: raak aan. gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: raak of
aan.
TIMER
branden.
aan.
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te stellen hoe
lang de kookzone moet werken voor een
kooksessie.
Stel eerst de warmtestand voor de kookzone in en
dan de functie.
Kookzone instellen:raak
tot het lampje van de gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen of de tijd wijzigen:
raak of van de timer aan om de tijd in te
stellen (00 - 99 minuten). Als het lampje van de
kookzone langzaam gaat knipperen, wordt de tijd
afgeteld.
Resterende tijd weergeven: selecteer de
kookzone met . Het indicatielampje van de
kookzone gaat sneller knipperen. Op het display
wordt de resterende tijd weergegeven.
De functie uitschakelen: stel de kookzone in met
en raak aan. De resterende tijd telt af naar
00. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit.
meerdere malen aan
9
Als de tijd verstreken is, klinkt er een
geluidssignaal en knippert 00. De
kookzone wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak aan.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als kookwekker
terwijl de kookplaat is ingeschakeld en de
kookzones niet werken. De warmtestand op het
display toont .
De functie inschakelen: Raak aan. Raak
of van de timer aan om de tijd in te stellen. Als
de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en
knippert 00.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak
De functie uitschakelen: raak aan en daarna
. De resterende tijd telt terug tot 00
De functie heeft geen invloed op de
werking van de kookzones.
BLOKKERING
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen terwijl
de kookzones in werking zijn. Hiermee wordt
voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt
veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak
gaat gedurende 4 seconden aan.De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: raak aan.
De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt u deze
functie ook.
aan.
aan.
4 seconden aan.
kookplaat uit met .
Om de functie uit te schakelen: schakel de
kookplaat in met
4 seconden aan. gaat aan. Schakel de
kookplaat uit met .
De functie gedurende één kooksessie
onderdrukken: zet de kookplaat aan met . gaat aan. Raak 4 seconden aan. Stel de
kookstand in binnen 10 seconden. U kunt de
kookplaat bedienen. Als u de kookplaat uitschakelt
met , treedt de functie weer in werking.
VERMOGENSBEHEER
• De kookzones zijn gegroepeerd volgens locatie
en aantal fasen van de kookplaat. Zie
afbeelding.
• Elke fase heeft een maximale elektriciteitslading
van 3700 W.
• De functie verdeelt het vermogen tussen de
kookzones aangesloten op dezelfde fase.
• De functie wordt geactiveerd als de totale
elektriciteitslading van de kookzones
aangesloten op een enkele fase de 3700 W
overschrijdt.
• De functie verlaagt het vermogen naar de
andere kookzones aangesloten op dezelfde
fase.
• Het warmte-instellingsdisplay van de verlaagde
zone verandert tussen twee niveaus.
gaat aan. Schakel de
. Stel geen kookstand in. Raak
KINDERBEVEILIGING VAN DE OVEN
Deze functie voorkomt dat de kookplaat onbedoeld
wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: schakel de
kookplaat in met . Stel geen kookstand in. Raak
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
10
KOOKGEREI
Bij een inductiekookzone zorgt een
sterk elektromagnetisch veld ervoor
dat het kookgerei erg snel heet wordt.
Gebruik de inductiekookzones met
geschikte pannen.
Materiaal van het kookgerei
• correct: gietijzer, staal, geëmailleerd staal,
roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt
als geschikt door de fabrikant).
• niet correct: aluminium, koper, messing, glas,
keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
• water op de hoogste kookstand binnen korte tijd
wordt verwarmd.
• een magneet vast blijft zitten aan de bodem van
het kookgerei.
De bodem van het kookgerei moet zo
dik en vlak mogelijk zijn.
Zorg ervoor dat bodems schoon en
droog zijn voordat ze op de kookplaat
worden gezet.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op zekere
hoogte automatisch aan de afmeting van het
kookgerei aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft betrekking op
de diameter van het kookgerei. Kookgerei met een
diameter die kleiner is dan het minimum, ontvangt
slechts een deel van het vermogen dat door de
kookzone wordt gegenereerd.
Raadpleeg "Technische gegevens".
LAWAAI TIJDENS GEBRUIK
Als u dit hoort:
• kraakgeluid: kookgerei is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-constructie).
• fluitend geluid: bij gebruik van een kookzone
met een hoge kookstand en als het kookgerei is
gemaakt van verschillende materialen (een
sandwich-constructie).
• bromgeluid: als u een hoge kookstand gebruikt.
• klikken: er treedt elektrische schakeling op.
• sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben niets
met een defect te maken.
VOORBEELDEN VAN KOOKTOEPASSINGEN
De correlatie tussen de kookstand en het
stroomverbruik van de kookzone is niet lineair.
Wanneer u de kookstand verhoogt, is dit niet
proportioneel met de toename in stroomverbruik
van de kookzone. Het betekent dat een kookzone
op de medium kookstand minder dan de helft van
het vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende tabel
dienen slechts als richtlijn.
Verwarmings-
stand
- 1
1 - 2Hollandaisesaus, smelten: boter,
1 - 2Stollen: luchtige omeletten, ge-
2 - 3Zachtjes aan de kook brengen
3 - 4Stomen van groenten, vis en
4 - 5Aardappelen stomen.20 -
Gebruik om:Tijd (min)Tips
Bereide gerechten warmhouden.zoals
chocolade, gelatine.
bakken eieren.
van rijst en gerechten op melkbasis, reeds bereide gerechten opwarmen.
vlees.
nodig
5 - 25Van tijd tot tijd mengen.
10 40
25 50
20 45
60
Een deksel op het kookgerei
doen.
Met deksel bereiden.
Voeg minimaal twee keer zo veel
vocht toe als rijst en roer gerechten op melkbasis halverwege de
procedure door.
Voeg een paar eetlepels vocht
toe.
Gebruik max. ¼ l water voor 750
g aardappelen.
11
Verwarmings-
stand
4 - 5Bereiden van grotere hoeveelhe-
6 - 7Lichtjes braden: kalfsoester, cor-
7 - 8Door-en-door gebraden, opge-
9Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoof-
Gebruik om:Tijd (min)Tips
den voedsel, stoofschotels en
soepen.
don bleu van kalfsvlees, koteletten, rissoles, worstjes, lever, roux,
eieren, pannenkoeken, donuts.
bakken aardappelen, lendenbiefstukken, steaks.
vlees), frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. PowerBoost is geactiveerd.
60 150
zoals
nodig
5 - 15Halverwege de bereidingstijd
Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
omdraaien.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
ALGEMENE INFORMATIE
• Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon.
• Gebruik altijd kookgerei met een schone
bodem.
• Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte
hebben geen invloed op de werking van de
kookplaat.
• Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor
het oppervlak van de kookplaat.
• Gebruik een speciale schraper voor de glazen
plaat.
kan dit schade aan de kookplaat veroorzaken.
Doe voorzichtig om brandwonden te voorkomen.
Gebruik de speciale schraper op de glazen
plaat en verwijder resten door het blad over het
oppervlak te schuiven.
• Verwijder nadat de kookplaat voldoendeis afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten
en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig
de kookplaat met een vochtige doek en een
beetje niet-schurend reinigingsmiddel. Droog de
kookplaat na reiniging af met een zachte doek.
• Verkleuring glanzende metalenverwijderen: reinig het glazen oppervlak met
een doek en een oplossing van water met azijn.
DE KOOKPLAAT SCHOONMAKEN
• Verwijder direct: gesmolten kunststof, plastic
folie, suiker en suikerhoudend voedsel, anders
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
12
PROBLEMEN OPLOSSEN
StoringMogelijke oorzaakoplossing
U kunt de kookplaat niet inschakelen of bedienen.
De zekering is doorgeslagen.Controleer of de zekering de
Stel gedurende 10 seconden
U hebt twee of meer tiptoetsen
Er ligt water of er zitten vet-
Er klinkt een geluidssignaal en
de kookplaat wordt uitgeschakeld.
Er weerklinkt een geluidssignaal als de kookplaat wordt uitgeschakeld.
De kookplaat schakelt uit.
De restwarmte-indicator gaat
niet aan.
Automatisch opwarmen werkt
niet.
De hoogste verwarmingsstand
De kookstand schakelt tussen
twee kookstanden.
De sensorvelden worden
warm.
gaat branden.
De kookplaat is niet aangesloten op een stopcontact of is
niet goed geïnstalleerd.
geen kookstand in.
tegelijk aangeraakt.
spatten op het bedieningspaneel.
U hebt een of meer tiptoetsen
afgedekt.
U hebt iets op de tiptoets
geplaatst.
De zone is niet heet, omdat hij
slechts kortstondig is bediend
of de sensor beschadigd is.
De zone is heet.Laat de zone voldoende afkoe-
is ingesteld.
Vermogensbeheer is in werking.
Het kookgerei is te groot of
staat te dicht bij het bedieningspaneel.
Kinderbeveiliging van de oven
of Blokkering werkt.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
lichtnet. Raadpleeg het aansluitdiagram.
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact op
met een erkende installateur.
Schakel de kookplaat opnieuw
in en stel de kookstand binnen
10 seconden in.
Raak slechts één tiptoets tegelijk aan.
Reinig het bedieningspaneel.
Verwijder het voorwerp van de
tiptoetsen.
Verwijder het object van de
tiptoets.
Als de kookzone lang genoeg
in werking is geweest om heet
te zijn, neemt u contact op met
de klantenservice.
len.
De hoogste kookstand heeft
hetzelfde vermogen als de
functie.
Raadpleeg "Dagelijks gebruik".
Plaats groter kookgerei op de
achterste kookzones indien nodig.
Raadpleeg "Dagelijks gebruik".
13
StoringMogelijke oorzaakoplossing
gaat branden.
Het kookgerei is niet geschikt.Gebruik geschikt kookgerei.
De diameter aan de bodem van
en een getal gaat branden.
U kunt een constant piepgeluid
horen.
ALS U HET PROBLEEM NIET KUNT
OPLOSSEN...
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem
dan contact op met uw verkoper of de
serviceafdeling. Zie voor deze gegevens het
typeplaatje. Geef ook de driecijferige code voor het
glaskeramiek (bevindt zich op de hoek van het
glazen oppervlak) en de foutmelding die wordt
weergegeven. Verzeker u ervan dat u de kookplaat
Er staat geen kookgerei op de
zone.
het kookgerei is te klein voor
de zone.
Er heeft zich een fout in de
kookplaat voorgedaan.
De elektrische aansluiting is
onjuist.
correct gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik van het
apparaat wordt het bezoek van de
onderhoudstechnicus van de klantenservice of de
vakhandelaar in rekening gebracht, zelfs tijdens de
garantieperiode. De instructies over het service
center en de garantiebepalingen vindt u in het
garantieboekje.
Zet kookgerei op de zone.
Zie 'Nuttige aanwijzingen en
tips'.
Gebruik kookgerei met de juiste afmetingen. Raadpleeg
"Technische gegevens".
Schakel de kookplaat uit en na
30 seconden weer in. Als
weer aangaat, trek dan de
stekker van de kookplaat uit
het stopcontact. Steek de
stekker van de kookplaat er na
30 seconden weer in. Als het
probleem zich blijft voordoen
neem dan contact op met een
erkend servicecentrum.
Trek de stekker van de kookplaat uit het stopcontact. Laat
de installatie controleren door
een erkende elektricien.
TECHNISCHE GEGEVENS
TYPEPLAATJE
Model ZIB6460CBPNC 949 492 336 00
Type 60 GAP D5 AU220 - 240 V / 400 V 2N 50 - 60 Hz
Inductie 7.35 kWVervaardigd in Roemenië