Zanussi ZHC911N1, ZHC911X1, ZHC911W1, ZHC611N1, ZHC611W1 User Manual [nl]

...
INSTRUCTIONS FOR INSTALLATION AND USE
MONTAGE- UND GEBRAUCHSANWEISUNG
INSTRUCTIONS POUR L'INSTALLATION ET L’UTILISATION
ISTRUZIONI PER L'INSTALLAZIONE E L’USO
INSTRUCCIONES PARA INSTALACIÓN Y USO
AANWIJZING VOOR GEBRUIK EN INSTALLATIE
NEDERLANDS
BESCHRIJVING
door het apparaat geleide lucht en dampen gezuiverd door koolstoffilters en via de luchtroosters aan de zijkant van de schoorsteen weer in het vertrek geleid. LET OP: Bij het gebruik in de filterversie moeten de koolstoffilters en een luchtafbuigplaat (A) op het onderste deel van de slang worden gebruikt waardoor de lucht in de omgeving kan worden teruggebracht. De koolstoffilters zijn niet bijgeleverd. In de afzuigversie (Fig. 2) worden de kookluchtjes en –dampen via een afvoerleiding door de muur/het plafond rechtstreeks naar buiten geleid. Het gebruik van koolstoffilters is in dat geval dus niet meer nodig.
MONTAGE
hanteren: duw ter hoogte van de handgreep de pal naar binnen en trek het filter naar beneden (Fig. 3).
Bevestiging aan de muur (Fig. 4): breng met behulp van de boormal de bijgeleverde pluggen aan in de wand,
in aanmerking nemend dat de afstand tussen de wasemkap en de kookplaat minstens 65 cm moet bedragen. Haak het toestel aan de schroeven via de bajonetgaten (A). Om het toestel zo stevig en veilig mogelijk tegen de muur te bevestigen, steekt u de twee extra schroeven in de speciaal hiertoe voorziene gaten (B). Om het toestel niet te beschadigen, raden wij aan enkel de gaten te gebruiken die al werden voorzien door de constructeur.
Bevestiging van de telescopische pijpen: Essentiële eisen voor de montage: – Breng de elektrische aansluiting
zodanig tot stand dat e.e.a. binnen de decorpijp weggewerkt wordt. – Als uw apparaat in de afzuigversie geïnstalleerd moet worden dan moet er een luchtafvoergat gemaakt worden. Zet de beugel (W) op 50 mm van het plafond en zet hem op de verticale lijn van uw wasemkap, gebruik makend van de inkepingen in het midden van de beugel (Fig. 5); teken met een stift de 2 gaten op de wand, en boor vervolgens de gaten en steek er de bijgeleverde pluggen in, Zet daarna de beugel vast door middel van de 2 schroeven (bijgeleverd). Afzuigversie: Verbind de luchtafvoerpijp met de luchtafvoeropening van de kap; gebruik een buigzame slang en zet deze aan de luchtuitgang van de afzuigkap vast met een metalen bandje (slang en bandje worden niet bijgeleverd). Breng de elektrische aansluiting van de wasemkap tot stand via de voedingskabel. Neem de 2 slangen samen en leg hen op de bovenkant van de wasemkap. Til de bovenste slang op tot aan het plafond en zet hem vast aan de beugel met de 2 schroeven (Fig. 6). Filterversie: Breng de elektrische aansluiting van de wasemkap tot stand via de voedingskabel. Zet de luchtafbuigplaat aan de onderste slang vast zoals geïllustreerd op afbeelding 7, met behulp van 2 schroeven. Neem de 2 slangen samen en leg hen op de bovenkant van de wasemkap. Til de bovenste slang op tot aan het plafond en zet hem vast aan de beugel met de 2 schroeven (Fig. 6). Denk er bovendien aan dat in de filterversie de toepassing van koolstoffilters nodig is; controleer of de filters reeds geïnstalleerd zijn; monteer hen eventueel als volgt, afhankelijk van het model dat u heeft aangeschaft:
- als de wasemkap is voorzien van ronde koolstoffilters (afb. 8), zet het koolstoffilter dan vast met een draaiende beweging (tegen de klok in).
- als de wasemkap is voorzien van een paneel-koolstoffilter (afb. 9), verwijder dan de 2 metalen filtervergrendelingen (M) en plaats het koolstoffilter in het vetfilters; breng vervolgens de 2 filtervergrendelingen aan om het koolstoffilter vast te zetten.
WERKING
Afhankelijk van de versies is het apparaat uitgerust met de volgende bedieningselementen:
Bedieningselementen van Fig. 10: Toets A: verlichtingsschakelaar. Toets B: aan/uitschakelaar van de motor: eerste snelheid. aangeeft dat de motor in werking is. Bedieningselementen van Fig. 11: A = Lichtschakelaar; stand 0: licht uit.; stand 1: licht aan. B = Motorschakelaar; stand 0: motor uit; stand 1-2-3: motor aan op de eerste, tweede en derde snelheid. C = Kapje controlelampje werking motor. Bedieningselementen van Fig. 12: Toets A = lampjes aan/uit. Toets B = TIMER inschakelen/uitschakelen: door 1 keer op deze toets te drukken wordt de timer ingeschakeld, zodat na 5 minuten de motor stopt (tegelijkertijd zal op het display het nummer van de gekozen snelheid knipperen); de timer blijft werken als de snelheid van de motor veranderd word. Display C = - laat de gekozen motorsnelheid zien (van 1 tot 4); - laat als het nummer knippert zien dat de timer ingeschakeld is; - geeft als het middelste gedeelte brandt of knippert aan dat de filters in alarm zijn. Toets D = schakelt de motor in ( in de laatst gebruikte snelheid). Door de toets nogmaals in te drukken, worden de motor-snelheden gekozen van 1 tot en met 4 in opeenvolgende orde. Houdt u de toets circa 2 seconden dan zal de motor stoppen. Toets R = reset van de vetfilters en koolstoffilters. Als het filteralarm verschijnt (d.w.z. als het middelste gedeelte van het display gaat branden) dan moeten de vetfilters gereinigd worden (er zijn 30 werkingsuren verstreken). Als het middelste gedeelte daarentegen knippert dan moeten de vetfilters gereinigd worden en de koolstoffilters vervangen worden (er zijn 120 werkingsuren verstreken). Is uw afzuigkap niet in de filterversie en zijn de koolstoffilters niet aanwezig dan hoeft u uiteraard alleen de vetfilters te reinigen, dit geldt zowel als het middelste
Toets C: 2de snelheidsschakekaar. Toets D: 3de snelheidsschakelaar. E: controlelampje dat
gedeelte brandt danwel als het middelste gedeelte knippert. Het filteralarm verschijnt wanneer de motor uitgeschakeld is en is ongeveer 30 seconden zichtbaar. Om opnieuw te beginnen moet u de toets 2 seconden gedurende het zichtbaar zijn van het alarm.
Bedieningselementen van Fig. 13: Toets A: schakelt de verlichting in/uit; om de 30 bedrijfsuren gaat het
corresponderende lampje (S) branden om aan te geven dat de vetfilters moeten worden schoongemaakt; om de 120 bedrijfsuren gaat het corresponderende lampje (S) branden om aan te geven dat de vetfilters moeten worden schoongemaakt en het koolstoffilter moet worden vervangen. Om de telling van de uren weer te laten starten (RESET), moet de toets A ongeveer 1” ingedrukt gehouden worden (terwijl het lampje S in werking is). Toets B: schakelt de motor in op de 1e snelheid (het corresponderende lampje gaat branden); als hij ongeveer 1” ingedrukt gehouden wordt, gaat de motor uit; door nogmaals op de toets te drukken (terwijl het lampje brandt) wordt de TIMER geactiveerd, zodat de motor na 5’ stopt (het corresponderende lampje knippert). Toets C: schakelt de motor in op de 2e snelheid (het corresponderende lampje gaat branden); door nogmaals op de toets te drukken (terwijl het lampje brandt) wordt de TIMER geactiveerd, zodat de motor na 5’ stopt (het corresponderende lampje knippert). Toets D: schakelt de motor in op de 3e snelheid (het corresponderende lampje gaat branden); door de toets nogmaals in te drukken (terwijl het lampje brandt) wordt de TIMER geactiveerd, zodat de motor na 5’ stopt (het corresponderende lampje knippert). Toets E: schakelt de motor in op de 4e snelheid (het corresponderende lampje gaat branden); door de toets nogmaals in te drukken (terwijl het lampje brandt) wordt de TIMER geactiveerd, zodat de motor na 5’ stopt (het corresponderende lampje knippert).
Er dient met name zorg besteed te worden aan de vetfilters: Als het door u aangeschafte model uitgerust is met
de op figuur 12 afgebeelde bedieningselementen: de vetfilters moeten na elke circa 30 werkingsuren schoongemaakt worden (als het middelste gedeelte op het display gaat branden of gaat knipperen). Om de filters te verwijderen: duw ter hoogte van de handgreep de pal naar binnen en trek het filter naar beneden. Reinig de filters met een neutraal afwasmidd. Zodra de schone filters weer gemonteerd zijn moet u toets R (Reset) 2 seconden lang ingedrukt houden zodat de telling weer overnieuw kan beginnen. Voor nadere informatie zie Bedieningselementen van Fig. 12 onder de paragraaf “Werking”. Als het door u aangeschafte model uitgerust is met de op figuur 10/11 afgebeelde bedieningselementen: het vetfilter moet van tijd tot tijd vervangen worden in verhouding tot de mate waarin het apparaat gebruikt wordt (minimaal één keer in de twee maanden). Om het filter te verwijderen: druk ter hoogte van de handgreep de pal naar binnen en trek het filter naar beneden. Reinig de filters met een neutraal afwasmiddel. Als het door u aangeschafte model uitgerust is met de op figuur 13 afgebeelde bedieningselementen: de vetfilters moeten na elke circa 30 werkingsuren schoongemaakt worden (als het lampje van de verlichtingtoets gaat branden - Fig. 13S). Om de filters te verwijderen: duw ter hoogte van de handgreep de pal naar binnen en trek het filter naar beneden. Reinig de filters met een neutraal afwasmiddel. Als de schone filters zijn teruggeplaatst, moet de verlichtingtoets ongeveer 1” ingedrukt worden om de telling opnieuw te laten starten (Fig. 13A), terwijl het corresponderende lampje (S) brandt. Voor nadere informatie zie Bedieningselementen van Fig. 13 onder de paragraaf “Werking”.
Koolstoffilter(s): als het apparaat in de filterversie wordt gebruikt, moet de koolstoffilter worden vervangen. Haal
de koolstoffilters als volgt weg, afhankelijk van het model dat u heeft aangeschaft:
- als de wasemkap is voorzien van ronde koolstoffilters (afb. 14), haal het koolstoffilter dan met een draaiende beweging (met de klok mee) weg.
- als de wasemkap is voorzien van een paneel-koolstoffilter (afb. 9), verwijder het koolstoffilter dan door eerst de 2 filtervergrendelingen M weg te halen. Als het door u aangeschafte model uitgerust is met de op figuur 12 afgebeelde bedieningselementen dan moet u de koolstoffilters vervangen telkens als het middelste gedeelte op het display knippert (d.w.z. na elke 120 werkingsuren). Als het door u aangeschafte model uitgerust is met de op figuur 10/11 afgebeelde bedieningselementen dan moet u de koolstoffilters vervangen in verhouding tot de mate waarin het apparaat gebruikt wordt, gemiddeld één keer in de 6 maanden. Als het door u aangeschafte model uitgerust is met de op figuur 13 afgebeelde bedieningselementen, moeten de koolstoffilters telkens worden vervangen wanneer het lampje van de verlichtingstoets (Fig. 13S) knippert (d.w.z. na elke 120 werkingsuren).
Om het gloeilampje(s) te vervangen moeten de vetfilters worden verwijderd op de manier die eerder beschreven
is, en moet het lampje worden weggehaald. Vervang hem door een lampje van hetzelfde type.
Voor het vervangen van de halogeen lampen, de fitting losdraaien “tegen de klok in” en het lampje uitnemen
(Fig. 15). De lampen vervangen met hetzelfde type lamp. LET OP: het lampje niet met de blote hand aanraken.
De motor die in deze wasemkap wordt gebruikt is voorzien van een veiligheidsvoorziening (hittebeveiliging) die gevoelig is voor de temperatuur; om toevallige redenen of wegens afwijkingen in de installatie zou deze voorziening kunnen ingrijpen door de motor automatisch uit te schakelen, om ernstige schade aan het apparaat te vermijden. In deze gevallen kan de wasemkap opnieuw worden ingeschakeld nadat de motor is afgekoeld; de oorzaken van de storing dienen echter te worden opgeheven dor na te gaan of de installatie correct is uitgevoerd en te controleren alle instructies uit het blad met Waarschuwingen zijn opgevolgd.
Loading...
+ 4 hidden pages