ZANUSSI ZEI 7744 BBA User Manual [nl]

GETTING STARTED?
EASY.
User Manual
ZEI7744BBA
NL Gebruiksaanwijzing 2
Kookplaat
FR Notice d'utilisation 19
DE Benutzerinformation 37
Kochfeld

VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.

VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE MENSEN

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op
passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging, dan
dient dit geactiveerd te worden.
Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet worden
uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking van dit
apparaat altijd uit te buurt worden gehouden.

ALGEMENE VEILIGHEID

WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op te passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt of onder permanent toezicht.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart
afstandbedieningssysteem.
2
WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een kookplaat
met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar schakel in
plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam bijv. met een deksel of blusdeken.
LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet onder constant toezicht staan.
WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen voorwerpen
op de kookplaten.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels
mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de
bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit om het risico op elektrische schokken te voorkomen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers die
door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

MONTAGE

WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Dicht de oppervlakken af met kit om te voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht.
3
• Bescherm de bodem van het apparaat tegen stoom en vocht.
• Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend.
• Als het apparaat geïnstalleerd is boven lades zorg er dan voor dat de ruimte tussen de onderkant van het apparaat en de bovenste lade voldoende is voor luchtcirculatie.
• De onderkant van het apparaat kan heet worden. Wij raden aan om een onbrandbaar scheidingspaneel te plaatsen onder het apparaat om te voorkomen dat de onderkant kan worden aangeraakt.
• Zorg ervoor dat er een ventilatieruimte van 2 mm vrij is tussen het werkblad en de voorkant van de onderste unit. De garantie dekt geen schade veroorzaakt door het gebrek aan een adequate ventilatieruimte.

AANSLUITING AAN HET ELEKTRICITEITSNET

WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat u welke werkzaamheden dan ook uitvoert.
• Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur.
• Zorg ervoor dat het apparaat correct is geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroomkabels of stekkers (indien van toepassing) kunnen ervoor zorgen dat de contactklem te heet wordt.
• Gebruik de juiste stroomkabel.
• Voorkom dat de stroomkabels verstrikt raken.
• Zorg ervoor dat er een schokbescherming wordt geïnstalleerd.
• Gebruik het klem om spanning op het snoer te voorkomen.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker (indien van toepassing) het hete apparaat of heet kookgerei niet aanraakt als u het apparaat op de nabijgelegen contactdozen aansluit
• Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker (indien van toepassing) of kabel niet beschadigt. Neem contact op met onze service-afdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen.
• De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie-apparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm.

GEBRUIK

WAARSCHUWING! Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische schokken.
• Verwijder voor gebruik (indien van toepassing) de verpakking, labels en beschermfolie.
• Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
• Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik.
• Vertrouw niet alleen op de pandetector.
• Leg geen bestek of pannendeksels op de kookzones. Deze kunnen heet worden.
• Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
• Sluit het apparaat direct af van de stroomtoevoer als het oppervlak van het apparaat gebroken is. Dit om elektrische schokken te voorkomen.
• Gebruikers met een pacemaker moeten een afstand van minimaal 30 cm bewaren van de inductiekookzones als het apparaat in werking is.
• Als u eten in de hete olie doet, kan het spatten.
WAARSCHUWING! Risico op brand en explosie
4
• Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
WAARSCHUWING! Risico op schade aan het apparaat.
• Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel.
• Leg geen hete deksel op het glazen oppervlak van de kookplaat.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop.
• Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken in het glas / glaskeramiek. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op de kookplaat.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer.

ONDERHOUD EN REINIGING

• Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.
• Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen voordat u het schoonmaakt.
• Trek voor onderhoudswerkzaamheden de stekker uit het stopcontact.
• Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen.
• Reinig het apparaat met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.

VERWIJDERING

WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
• Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.

SERVICEDIENST

• Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
5

BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

210 mm
210 mm
22
210 mm
210 mm
1 1
11
1 2 3 4 65
7
9
10
8

INDELING KOOKPLAAT

BEDIENINGSPANEEL LAY-OUT

Inductiekookzone
1
Bedieningspaneel
2
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
6
Tiptoets Functie Opmerking
1
2
3
- Warmtestand en timerdisplay Geeft de warmtestand en de tijd in minuten weer.
4
5
6
7
8
- Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
9
10

KOOKSTANDDISPLAYS

Display Beschrijving
-
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
Toetsblokkering / Het kinder­slot
Bridge De functie in- en uitschakelen.
- Timerfunctie instellen.
- De tijd verlengen of verkorten.
/
Timer met aftelfunctie / Kook­wekker
Powerfunctie De functie in- en uitschakelen.
STOP+GO De functie in- en uitschakelen.
De kookzone is uitgeschakeld.
De kookzone wordt gebruikt.
STOP+GO-functie is in werking.
Het bedieningspaneel vergrendelen/ontgrende­len.
Geeft aan dat de functie werkt.
+ cijfer
Automatisch opwarmen-functie is in werking.
Powerfunctie is in werking.
Er is een storing.
Er is nog een kookzone heet (restwarmte).
Toetsblokkering / Het kinderslot functie is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kook­zone geplaatst.
Automatisch uitschakelen-functie is in werking.
7

RESTWARMTE-INDICATIE

WAARSCHUWING! Er bestaat
verbrandingsgevaar door restwarmte.

DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

IN- OF UITSCHAKELEN

Raak 1 seconde aan om de kookplaat in– of uit te schakelen.
AUTOMATISCH UITSCHAKELEN De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld.
• u de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat hebt ingeschakeld.
• u iets hebt gemorst of iets langer dan 10 seconden op het bedieningspaneel hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig het bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt (b.v. als een pan droogkookt). De kookzone moet afgekoeld zijn voordat u de kookplaat weer kunt gebruiken.
• u ongeschikte pannen gebruikt. Het symbool gaat branden en na 2 minuten schakelt de kookzone automatisch uit.
• u een kookzone niet uitschakelt of de kookstand verandert. Na enige tijd gaat
wordt de kookplaat uitgeschakeld.
De verhouding tussen kookstand en de tijd waarna de kookplaat uitschakelt:
Kookstand
, 1 - 2 3 - 4 5 uur 5 4 uur 6 - 9 1,5 uur

DE KOOKSTAND

Voor het instellen of wijzigen van de kookstand:
branden en
De kookplaat wordt
uitgeschakeld na
6 uur
De inductiekookzones creëren de voor het kookproces benodigde warmte direct in de bodem van de pan. Het glaskeramiek wordt verwarmd door de warmte van de pannen.
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste kookstand of beweeg uw vinger langs de bedieningsstrip totdat u de jusite kookstand heeft bereikt.

BRIDGE-FUNCTIE

De functie werkt als de pan de middelpunten van beide zones bedekt.
Deze functie verbindt twee kookzones en deze werken dan samen als één kookzone.
Stel eerst de kookstand in voor één van de kookzones.
Om de functie voor linker/rechter kookzones te activeren: raak
besturingsensoren links/rechts aan om de kookstand in te stellen of te wijzigen.
De functie uitschakelen: raak kookzones werken onafhankelijk.

AUTOMATISCH OPWARMEN

Activeer deze functie om in een kortere tijd een gewenste kookstand te krijgen. Als het aan staat, werkt de zone in het begin op de hoogste kookstand en gaat daarna verder met koken op de gewenste kookstand.
Om de functie in werking te stellen moet de kookzone koud zijn.
Om de functie voor een kookzone in te schakelen: raak aan ( gaat aan). Raak
meteen de gewenste kookstand aan. Na 3 seconden gaat branden.
De functie uitschakelen: wijzig de kookstand.
/ aan. Raak een van de
/ aan. De
8

POWERFUNCTIE

Deze functie maakt meer vermogen beschikbaar voor de inductiekookzones. De functie kan voor een beperkte tijdsduur voor uitsluitend de inductiekookzone worden geactiveerd. Daarna wordt de inductiekookzone automatisch teruggeschakeld naar de hoogste kookstand.
Zie het hoofdstuk 'Technische informatie'.
Om de functie voor een kookzone in te schakelen: raak aan. gaat aan.
Om de functie uit te schakelen: wijzig de
kookstand.

TIMER

De timerfunctie kan voor iedere kookzone afzonderlijk worden ingesteld. Gebruik de timer aan de linkerkant om de timerfunctie voor de zones aan de linkerkant in te stellen en de timer aan de rechterkant voor de zones aan de rechterkant.
Timer met aftelfunctie
Gebruik deze functie om aan te geven hoe lang een kookzone moet werken tijdens een enkele kooksessie.
Stel eerst de kookstand voor de kookzone in en dan de functie.
De functie inschakelen of de tijd wijzigen:
raak snel een aantal keer aan tot het indicatielampje van een bepaalde zone op het display gaat branden. Raak vervolgens of
aan om de tijd in te stellen (00 - 99 minuten). De functie start automatisch na 4 seconden.
branden op het display. Om de timerfunctie voor de tweede zone van een
tweetal te activeren, raak 3 keer snel aan. Als de tijd verstreken is, klinkt er een signaal en
knippert 00. Raak aan om het signaal uit te schakelen.
Resterende tijd weergeven: Raak aan. De functie uitschakelen: kies de gewenste zone
door aan te raken en raak vervolgens aan. De resterende tijd telt terug naar 00. Het symbool
gaat uit.
gaat
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als kookwekker terwijl de kookplaat is ingeschakeld maar de kookzones niet werken.
De functie inschakelen: raak keer aan tot het indicatielampje van een
bepaalde zone op het display gaat branden. Raak
of aan om de tijd in te stellen. De functie
start automatisch na 4 seconden. gaat branden op het display.
Als de tijd verstreken is, klinkt er een signaal en knippert 00. Raak
schakelen.
De functie heeft geen invloed op de werking van de kookzones.

STOP+GO

Deze functie stelt alle kookzones die in werking zijn in op de laagste kookstand.
Als de functie in gebruik is, kunt u de kookstand niet wijzigen.
De functie stopt de timerfunctie niet. Om de functie in te schakelen: raak
gaat branden. Om de functie uit te schakelen: raak aan.
De vorige kookstand gaat aan.

TOETSBLOKKERING

U kunt het bedieningspaneel vergrendelen terwijl de kookzones in werking zijn. Hiermee wordt voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in. Om de functie in te schakelen: raak aan.
gaat gedurende 4 seconden aan.De timer blijft aan. Om de functie uit te schakelen: raak aan.
De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt u deze functie ook.

HET KINDERSLOT

Deze functie voorkomt dat de kookplaat onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: schakel de kookplaat in met
4 seconden aan. gaat aan. Schakel de
kookplaat uit met . Om de functie uit te schakelen: schakel de
kookplaat in met
aan om het signaal uit te
. Stel geen kookstand in. Raak
. Stel geen kookstand in. Raak
snel een aantal
aan.
9
4 seconden aan. gaat aan. Schakel de
kookplaat uit met .
De functie gedurende één kooksessie onderdrukken: zet de kookplaat aan met . gaat aan. Raak 4 seconden aan. Stel de
kookstand in binnen 10 seconden. U kunt de
kookplaat bedienen. Als u de kookplaat uitschakelt met , treedt de functie weer in werking.

VERMOGENSBEHEER-FUNCTIE

• De kookzones zijn gegroepeerd volgens locatie en aantal fasen van de kookplaat. Zie afbeelding.
• Elke fase heeft een maximale elektriciteitslading van 3700 W.
• De functie verdeelt het vermogen tussen de kookzones aangesloten op dezelfde fase.
• De functie wordt geactiveerd als de totale elektriciteitslading van de kookzones aangesloten op een enkele fase de 3700 W overschrijdt.
• De functie verlaagt het vermogen naar de andere kookzones aangesloten op dezelfde fase.

AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
• Het warmte-instellingsdisplay van de verlaagde zone verandert tussen twee niveaus.
De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn.

KOOKGEREI

Bij een inductiekookzone zorgt een sterk elektromagnetisch veld ervoor dat het kookgerei erg snel heet wordt.
Gebruik de inductiekookzones met geschikt kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
correct: gietijzer, staal, geëmailleerd staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt als geschikt voor inductie door de fabrikant).
niet correct: aluminium, koper, messing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een inductiekookplaat als:
• een beetje water kookt snel op een zone die ingesteld is op de hoogste instelling.
• een magneet vast blijft zitten aan de bodem van het kookgerei.
10
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de grootte van de bodem van de pan aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft betrekking op de diameter van het kookgerei. Kookgerei met een diameter die kleiner is dan het minimum, ontvangt slechts een deel van het vermogen dat door de kookzone wordt gegenereerd.
Zie het hoofdstuk 'Technische informatie'.
LAWAAI TIJDENS GEBRUIK Als u dit hoort:
• krakend geluid: de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwich-constructie).
• fluitend geluid: bij gebruik van de kookzone met een hoge kookstand en als de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwich­constructie).
• zoemen: als u hoge kookstanden gebruikt.
• klikken: er treedt elektrische schakeling op.
• sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben niets met een defect van de kookplaat te maken.

VOORBEELDEN VAN KOOKTOEPASSINGEN

De relatie tussen het stroomverbruik van de kookstand en de kookzone is niet lineair. Wanneer
Kookstand Gebruik om: Tijd (min) Tips
- 1
1 - 2 Hollandaisesaus, smelten: boter,
1 - 2 Stollen: luchtige omeletten, ge-
2 - 3 Zachtjes aan de kook brengen
3 - 4 Stomen van groenten, vis en
4 - 5 Aardappelen stomen. 20 -
4 - 5 Bereiden van grotere hoeveelhe-
6 - 7 Lichtjes braden: kalfsoester, cor-
7 - 8 Door-en-door gebraden, opge-
9 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoof-
Bereide gerechten warmhouden. zoals
chocolade, gelatine.
bakken eieren.
van rijst en gerechten op melkba­sis, reeds bereide gerechten op­warmen.
vlees.
den voedsel, stoofschotels en soepen.
don bleu van kalfsvlees, kotelet­ten, rissoles, worstjes, lever, roux, eieren, pannenkoeken, donuts.
bakken aardappelen, lendenbief­stukken, steaks.
vlees), frituren van friet. Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Powerfunctie is geactiveerd.
u de kookstand verhoogt, is dit niet proportioneel met de toename in stroomverbruik van de kookzone. Het betekent dat de kookzone met de medium kookstand minder dan de helft van het vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
nodig 5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
10 ­40
25 ­50
20 ­45
60 60 -
150
zoals nodig
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd
Een deksel op het kookgerei doen.
Met deksel bereiden.
Voeg minstens tweemaal zoveel vloeistof toe als rijst, melkge­rechten tijdens het bereiden tus­sendoor roeren.
Een paar eetlepels vocht toevoe­gen.
Gebruik max. ¼ l water voor 750 g aardappelen.
Tot 3 l vloeistof plus ingrediën­ten.
Halverwege de bereidingstijd omdraaien.
omdraaien.

ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

ALGEMENE INFORMATIE

• Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon.
• Gebruik altijd pannen met een schone bodem.
11
• Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat.
• Gebruik een speciale schraper voor de glazen plaat.

DE KOOKPLAAT SCHOONMAKEN

Verwijder direct: gesmolten plastic, gesmolten folie, suiker en suikerhoudende gerechten. Anders kan het vuil de kookplaat beschadigen. Doe voorzichtig om brandwonden te voorkomen.
Plaats de speciale schraper schuin op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat voldoende is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje niet-schurend reinigingsmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek.
Verkleuring glanzende metalen verwijderen: reinig het glazen oppervlak met een doek en een oplossing van water met azijn.

PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

PROBLEMEN OPLOSSEN

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de kookplaat niet in­schakelen of bedienen.
De zekering is doorgeslagen. Controleer of de zekering de
Schakel de kookplaat opnieuw
U hebt twee of meer tiptoetsen
STOP+GO Functie is in werk-
Er ligt water of er zitten vet-
Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgescha­keld. Er weerklinkt een geluidssig­naal als de kookplaat uit staat.
De kookplaat is niet aangeslo­ten op een stopcontact of is niet goed geïnstalleerd.
tegelijk aangeraakt.
ing.
spatten op het bedieningspa­neel.
U hebt een of meer tiptoetsen afgedekt.
Controleer of de kookplaat goed is aangesloten op het elektriciteitsnet. Raadpleeg het aansluitingsschema.
oorzaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neemt u contact op met een erkende installateur.
in en stel de kookstand binnen 10 seconden in.
Raak slechts één tiptoets tege­lijk aan.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Da­gelijks gebruik'.
Reinig het bedieningspaneel.
Verwijder het voorwerp van de tiptoetsen.
12
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De kookplaat schakelt uit.
Het indicatielampje van rest­warmte gaat niet aan.
De automatische opwarmfunc­tie start niet.
De hoogste verwarmingsstand
De kookstand schakelt tussen twee kookstanden.
De tiptoetsen worden warm. Het kookgerei is te groot of
gaat branden.
gaat branden.
gaat branden.
Het kookgerei is niet goed. Gebruik het juiste kookgerei.
De diameter aan de bodem van
en een getal gaan branden.
U hebt iets op de tiptoets geplaatst.
De zone is niet heet, omdat hij slechts kortstondig is gebruikt.
De zone is heet. Laat de zone voldoende afkoe-
is ingesteld.
De Powerfunctie is in werking. Raadpleeg het hoofdstuk 'Da-
staat te dicht bij het bedie­ningspaneel.
De automatische uitschakeling is in werking getreden.
Het kinderbeveiliging of de ver­grendelfunctie is actief.
Er staat geen kookgerei op de zone.
het kookgerei is te klein voor de zone.
Er is een fout in de kookplaat opgetreden.
Verwijder het object van de tiptoets.
Als het lang duurt alvorens de zone voldoende heet is, neem dan contact op met de klan­tenservice.
len. De hoogste kookstand heeft
hetzelfde vermogen als de functie.
gelijks gebruik'. Plaats groter kookgerei op de
achterste zones indien moge­lijk.
Schakel de kookplaat uit en weer in.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Da­gelijks gebruik'.
Zet kookgerei op de zone.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige aan­wijzingen en tips'.
Gebruik kookgerei met de juis­te afmetingen. Zie het hoofdstuk 'Technische informatie'.
Ontkoppel de kookplaat enige tijd van de stroomtoevoer. Maak de zekering los in de me­terkast van het huis. Sluit het
apparaat opnieuw aan. Als weer gaat branden, neem dan contact op met de klantenser­vice.
13
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
gaat branden.

ALS U HET PROBLEEM NIET KUNT OPLOSSEN...

Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de serviceafdeling. Zie voor deze gegevens het typeplaatje. Geef ook de driecijferige code voor het glaskeramiek (bevindt zich op de hoek van het glazen oppervlak) en de foutmelding die wordt weergegeven. Verzeker u ervan dat u de kookplaat
Er is een storing opgetreden in de kookplaat, omdat er kook­gerei is drooggekookt. Auto­matische uitschakeling en de oververhittingsbescherming voor de zones zijn in werking getreden.

MONTAGE

WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

VOOR MONTAGE

Voordat u de kookplaat installeert, dient u de onderstaande informatie van het typeplaatje te noteren. Het typeplaatje bevindt zich onderop de kookplaat.
Serienummer ...........................
Schakel de kookplaat uit. Ver­wijder het hete kookgerei. Schakel na ongeveer 30 se­conden de zone opnieuw in. Als het probleem lag bij het kookgerei, verdwijnt het fout­bericht. Het indicatielampje van restwarmte kan blijven branden. Laat het kookgerei voldoende afkoelen. Controleer of uw kookgerei geschikt is voor de kookplaat. Zie het hoofdstuk 'Nuttige aan­wijzingen en tips'.
correct gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik van het apparaat wordt het bezoek van de onderhoudstechnicus van de klantenservice of de vakhandelaar in rekening gebracht, zelfs tijdens de garantieperiode. De instructies over het service center en de garantiebepalingen vindt u in het garantieboekje.

AANSLUITKABEL

• De kookplaat is voorzien van een aansluitsnoer.
• Vervang de beschadigde voedingskabel door het volgende netsnoer (of hoger): H05V2V2-F T min. 90°C. Neem contact op met een klantenservice bij u in de buurt.

INGEBOUWDE KOOKPLATEN

Inbouwkookplaten mogen alleen worden gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in geschikte inbouwunits of werkbladen die aan de normen voldoen.
14

ASSEMBLAGE

min. 50mm
min. 500mm
min. 2mm
min. 2 mm
A
B
A
12 mm 28 mm 38 mm
B
57 mm 41 mm 31 mm
min 30 mm
min. 500 mm
< 20 mm
> 20 mm
min. 2 mm
A
B
A
12 mm 28 mm 38 mm
B
57 mm 41 mm 31 mm
min. 500 mm
15
min. 55mm
R 5mm
680+1mm
490+1mm
min. 38 mm
min. 2 mm
min. 12 mm
min. 2 mm
16

BEVEILIGINGSDOOS

Als u een beveiligingsdoos (een additioneel toebehoren) gebruikt, zijn de ruimte van 2 mm op de vloer voor de luchtstroom en de beschermingsvloer direct onder het fornuis niet noodzakelijk. De beveiligingsdoos is als toebehoren niet in elk land verkrijgbaar. Neem contact op met uw plaatselijke leverancier.
U kunt de beveiligingsdoos niet gebruiken als u de kookplaat boven een oven installeert.

TECHNISCHE GEGEVENS

TYPEPLAATJE

Model ZEI7744BBA PNC productnummer 949 595 648 00 Type 60 GDD D4 AU 220 - 240 V 50 - 60 Hz Inductie 7.4 kW Vervaardigd in Duitsland
Serienr. ................. 7.4 kW
ZANUSSI

SPECIFICATIE KOOKZONES

Kookzone
Linksvoor 2300 3200 10 180 - 210 Linksachter 2300 3200 10 180 - 210 Rechtsvoor 2300 3200 10 180 - 210 Rechtsachter 2300 3200 10 180 - 210
Het vermogen van de kookzones kan enigszins afwijken van de gegevens in de tabel. Het verandert met het materiaal en de afmetingen van het kookgerei.
Nominaal vermo-
gen (max warmte-
instelling) [W]
Powerfunctie [W]
Gebruik voor optimale kookresultaten alleen kookgerei met een diameter niet groter dan vermeld in de tabel.
Powerfunctie
maximale duur
[min]
Diameter van het
kookgerei [mm]
17
Loading...
+ 39 hidden pages