Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of
verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op
passende wijze weg.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
• Als het apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging, dan
dient dit geactiveerd te worden.
• Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet worden
uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
• Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking van dit
apparaat altijd uit te buurt worden gehouden.
ALGEMENE VEILIGHEID
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op te
passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Houd
kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt of onder permanent
toezicht.
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart
afstandbedieningssysteem.
2
• WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een kookplaat
met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
• Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar schakel in
plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam bijv. met een
deksel of blusdeken.
• LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet onder
constant toezicht staan.
• WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen voorwerpen
op de kookplaten.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels
mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze
heet kunnen worden.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.
• Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de
bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
• Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit om het risico op elektrische
schokken te voorkomen.
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
• WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers die
door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen of door
de fabrikant van het apparaat in de gebruiksinstructies als
geschikt zijn aangegeven of kookplaatbeschermers die in het
apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte
kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
MONTAGE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of schade aan het apparaat.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Dicht de oppervlakken af met kit om te
voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht.
3
• Bescherm de bodem van het apparaat tegen
stoom en vocht.
• Installeer het apparaat niet naast een deur of
onder een raam. Dit voorkomt dat heet
kookgerei van het apparaat valt als de deur of
het raam wordt geopend.
• Als het apparaat geïnstalleerd is boven lades
zorg er dan voor dat de ruimte tussen de
onderkant van het apparaat en de bovenste lade
voldoende is voor luchtcirculatie.
• De onderkant van het apparaat kan heet
worden. Wij raden aan om een onbrandbaar
scheidingspaneel te plaatsen onder het
apparaat om te voorkomen dat de onderkant kan
worden aangeraakt.
• Zorg ervoor dat er een ventilatieruimte van 2 mm
vrij is tussen het werkblad en de voorkant van
de onderste unit. De garantie dekt geen schade
veroorzaakt door het gebrek aan een adequate
ventilatieruimte.
AANSLUITING AAN HET ELEKTRICITEITSNET
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de stekker uit het
stopcontact is getrokken, voordat u welke
werkzaamheden dan ook uitvoert.
• Controleer of de elektrische informatie op het
typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact
op met een elektromonteur.
• Zorg ervoor dat het apparaat correct is
geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroomkabels of
stekkers (indien van toepassing) kunnen ervoor
zorgen dat de contactklem te heet wordt.
• Gebruik de juiste stroomkabel.
• Voorkom dat de stroomkabels verstrikt raken.
• Zorg ervoor dat er een schokbescherming wordt
geïnstalleerd.
• Gebruik het klem om spanning op het snoer te
voorkomen.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker
(indien van toepassing) het hete apparaat of
heet kookgerei niet aanraakt als u het apparaat
op de nabijgelegen contactdozen aansluit
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker (indien van
toepassing) of kabel niet beschadigt. Neem
contact op met onze service-afdeling of een
elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel
te vervangen.
• De schokbescherming van delen onder stroom
en geïsoleerde delen moet op zo'n manier
worden bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op een losse
stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie-apparaten:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
• De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat
volledig van het lichtnet afgesloten kan worden.
Het isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3 mm.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische schokken.
• Verwijder voor gebruik (indien van toepassing)
de verpakking, labels en beschermfolie.
• Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke
omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag niet
worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet
geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet
onbeheerd achter.
• Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik.
• Vertrouw niet alleen op de pandetector.
• Leg geen bestek of pannendeksels op de
kookzones. Deze kunnen heet worden.
• Bedien het apparaat niet met natte handen of
als het contact maakt met water.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als
werkblad of aanrecht.
• Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van het
apparaat gebroken is. Dit om elektrische
schokken te voorkomen.
• Gebruikers met een pacemaker moeten een
afstand van minimaal 30 cm bewaren van de
inductiekookzones als het apparaat in werking
is.
• Als u eten in de hete olie doet, kan het spatten.
WAARSCHUWING! Risico op brand
en explosie
4
• Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare
damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde
voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er
mee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft kunnen
spontane ontbranding veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten bevat kan
brand veroorzaken bij een lagere temperatuur
dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
• Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
• Leg geen hete deksel op het glazen oppervlak
van de kookplaat.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei op het
apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege pannen of
zonder pannen erop.
• Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken in het glas / glaskeramiek. Til deze
voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen
op de kookplaat.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te
koken. Het mag niet worden gebruikt voor
andere doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
ONDERHOUD EN REINIGING
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het oppervlak
achteruitgaat.
• Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen
voordat u het schoonmaakt.
• Trek voor onderhoudswerkzaamheden de
stekker uit het stopcontact.
• Gebruik geen waterstralen of stoom om het
apparaat te reinigen.
• Reinig het apparaat met een vochtige zachte
doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
• Neem contact met uw plaatselijke overheid voor
informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
SERVICEDIENST
• Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
5
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
210 mm
210 mm
22
210 mm
210 mm
11
11
1 2 3465
7
9
10
8
INDELING KOOKPLAAT
BEDIENINGSPANEEL LAY-OUT
Inductiekookzone
1
Bedieningspaneel
2
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke
functies worden gebruikt.
6
TiptoetsFunctieOpmerking
1
2
3
-Warmtestand en timerdisplayGeeft de warmtestand en de tijd in minuten weer.
4
5
6
7
8
-BedieningsstripHet instellen van de kookstand.
9
10
KOOKSTANDDISPLAYS
DisplayBeschrijving
-
AAN/UITDe kookplaat in- en uitschakelen.
Toetsblokkering / Het kinderslot
BridgeDe functie in- en uitschakelen.
-Timerfunctie instellen.
-De tijd verlengen of verkorten.
/
Timer met aftelfunctie / Kookwekker
PowerfunctieDe functie in- en uitschakelen.
STOP+GODe functie in- en uitschakelen.
De kookzone is uitgeschakeld.
De kookzone wordt gebruikt.
STOP+GO-functie is in werking.
Het bedieningspaneel vergrendelen/ontgrendelen.
Geeft aan dat de functie werkt.
+ cijfer
Automatisch opwarmen-functie is in werking.
Powerfunctie is in werking.
Er is een storing.
Er is nog een kookzone heet (restwarmte).
Toetsblokkering / Het kinderslot functie is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone geplaatst.
Automatisch uitschakelen-functie is in werking.
7
RESTWARMTE-INDICATIE
WAARSCHUWING! Er bestaat
verbrandingsgevaar door restwarmte.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
IN- OF UITSCHAKELEN
Raak 1 seconde aan om de kookplaat in– of uit
te schakelen.
AUTOMATISCH UITSCHAKELEN
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld.
• u de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat
hebt ingeschakeld.
• u iets hebt gemorst of iets langer dan 10
seconden op het bedieningspaneel hebt gelegd
(een pan, doek, etc.). Er klinkt een
geluidssignaal en de kookplaat wordt
uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig
het bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt (b.v. als een pan
droogkookt). De kookzone moet afgekoeld zijn
voordat u de kookplaat weer kunt gebruiken.
• u ongeschikte pannen gebruikt. Het symbool
gaat branden en na 2 minuten schakelt de
kookzone automatisch uit.
• u een kookzone niet uitschakelt of de kookstand
verandert. Na enige tijd gaat
wordt de kookplaat uitgeschakeld.
De verhouding tussen kookstand en de tijd
waarna de kookplaat uitschakelt:
Kookstand
, 1 - 2
3 - 45 uur
54 uur
6 - 91,5 uur
DE KOOKSTAND
Voor het instellen of wijzigen van de kookstand:
branden en
De kookplaat wordt
uitgeschakeld na
6 uur
De inductiekookzones creëren de voor het
kookproces benodigde warmte direct in de bodem
van de pan. Het glaskeramiek wordt verwarmd door
de warmte van de pannen.
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste kookstand
of beweeg uw vinger langs de bedieningsstrip
totdat u de jusite kookstand heeft bereikt.
BRIDGE-FUNCTIE
De functie werkt als de pan de
middelpunten van beide zones bedekt.
Deze functie verbindt twee kookzones en deze
werken dan samen als één kookzone.
Stel eerst de kookstand in voor één van de
kookzones.
Om de functie voor linker/rechter kookzones
te activeren: raak
besturingsensoren links/rechts aan om de
kookstand in te stellen of te wijzigen.
De functie uitschakelen: raak
kookzones werken onafhankelijk.
AUTOMATISCH OPWARMEN
Activeer deze functie om in een kortere tijd een
gewenste kookstand te krijgen. Als het aan staat,
werkt de zone in het begin op de hoogste
kookstand en gaat daarna verder met koken op de
gewenste kookstand.
Om de functie in werking te stellen
moet de kookzone koud zijn.
Om de functie voor een kookzone in te
schakelen: raak aan ( gaat aan). Raak
meteen de gewenste kookstand aan. Na 3
seconden gaat branden.
De functie uitschakelen: wijzig de kookstand.
/ aan. Raak een van de
/ aan. De
8
POWERFUNCTIE
Deze functie maakt meer vermogen beschikbaar
voor de inductiekookzones. De functie kan voor een
beperkte tijdsduur voor uitsluitend de
inductiekookzone worden geactiveerd. Daarna
wordt de inductiekookzone automatisch
teruggeschakeld naar de hoogste kookstand.
Zie het hoofdstuk 'Technische
informatie'.
Om de functie voor een kookzone in te
schakelen: raak aan. gaat aan.
Om de functie uit te schakelen: wijzig de
kookstand.
TIMER
De timerfunctie kan voor iedere kookzone
afzonderlijk worden ingesteld. Gebruik de timer aan
de linkerkant om de timerfunctie voor de zones aan
de linkerkant in te stellen en de timer aan de
rechterkant voor de zones aan de rechterkant.
Timer met aftelfunctie
Gebruik deze functie om aan te geven hoe lang een
kookzone moet werken tijdens een enkele
kooksessie.
Stel eerst de kookstand voor de kookzone in en dan
de functie.
De functie inschakelen of de tijd wijzigen:
raak snel een aantal keer aan tot het
indicatielampje van een bepaalde zone op het
display gaat branden. Raak vervolgens of
aan om de tijd in te stellen (00 - 99 minuten). De
functie start automatisch na 4 seconden.
branden op het display.
Om de timerfunctie voor de tweede zone van een
tweetal te activeren, raak 3 keer snel aan.
Als de tijd verstreken is, klinkt er een signaal en
knippert 00. Raak aan om het signaal uit te
schakelen.
Resterende tijd weergeven: Raak aan.
De functie uitschakelen: kies de gewenste zone
door aan te raken en raak vervolgens aan.
De resterende tijd telt terug naar 00. Het symbool
gaat uit.
gaat
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als kookwekker
terwijl de kookplaat is ingeschakeld maar de
kookzones niet werken.
De functie inschakelen: raak
keer aan tot het indicatielampje van een
bepaalde zone op het display gaat branden. Raak
of aan om de tijd in te stellen. De functie
start automatisch na 4 seconden. gaat branden
op het display.
Als de tijd verstreken is, klinkt er een signaal en
knippert 00. Raak
schakelen.
De functie heeft geen invloed op de
werking van de kookzones.
STOP+GO
Deze functie stelt alle kookzones die in werking zijn
in op de laagste kookstand.
Als de functie in gebruik is, kunt u de kookstand
niet wijzigen.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Om de functie in te schakelen: raak
gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: raak aan.
De vorige kookstand gaat aan.
TOETSBLOKKERING
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen terwijl
de kookzones in werking zijn. Hiermee wordt
voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt
veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak aan.
gaat gedurende 4 seconden aan.De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: raak aan.
De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt u deze
functie ook.
HET KINDERSLOT
Deze functie voorkomt dat de kookplaat onbedoeld
wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: schakel de
kookplaat in met
4 seconden aan. gaat aan. Schakel de
kookplaat uit met .
Om de functie uit te schakelen: schakel de
kookplaat in met
aan om het signaal uit te
. Stel geen kookstand in. Raak
. Stel geen kookstand in. Raak
snel een aantal
aan.
9
4 seconden aan. gaat aan. Schakel de
kookplaat uit met .
De functie gedurende één kooksessie
onderdrukken: zet de kookplaat aan met . gaat aan. Raak 4 seconden aan. Stel de
kookstand in binnen 10 seconden. U kunt de
kookplaat bedienen. Als u de kookplaat uitschakelt
met , treedt de functie weer in werking.
VERMOGENSBEHEER-FUNCTIE
• De kookzones zijn gegroepeerd volgens locatie
en aantal fasen van de kookplaat. Zie
afbeelding.
• Elke fase heeft een maximale elektriciteitslading
van 3700 W.
• De functie verdeelt het vermogen tussen de
kookzones aangesloten op dezelfde fase.
• De functie wordt geactiveerd als de totale
elektriciteitslading van de kookzones
aangesloten op een enkele fase de 3700 W
overschrijdt.
• De functie verlaagt het vermogen naar de
andere kookzones aangesloten op dezelfde
fase.
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
• Het warmte-instellingsdisplay van de verlaagde
zone verandert tussen twee niveaus.
De bodem van het kookgerei moet zo
dik en vlak mogelijk zijn.
KOOKGEREI
Bij een inductiekookzone zorgt een
sterk elektromagnetisch veld ervoor
dat het kookgerei erg snel heet wordt.
Gebruik de inductiekookzones met
geschikt kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
• correct: gietijzer, staal, geëmailleerd staal,
roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt
als geschikt voor inductie door de fabrikant).
• niet correct: aluminium, koper, messing, glas,
keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
• een beetje water kookt snel op een zone die
ingesteld is op de hoogste instelling.
• een magneet vast blijft zitten aan de bodem van
het kookgerei.
10
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op zekere
hoogte automatisch aan de grootte van de bodem
van de pan aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft betrekking op
de diameter van het kookgerei. Kookgerei met een
diameter die kleiner is dan het minimum, ontvangt
slechts een deel van het vermogen dat door de
kookzone wordt gegenereerd.
Zie het hoofdstuk 'Technische
informatie'.
LAWAAI TIJDENS GEBRUIK
Als u dit hoort:
• krakend geluid: de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-constructie).
• fluitend geluid: bij gebruik van de kookzone met
een hoge kookstand en als de pan is gemaakt
van verschillende materialen (sandwichconstructie).
• zoemen: als u hoge kookstanden gebruikt.
• klikken: er treedt elektrische schakeling op.
• sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben niets
met een defect van de kookplaat te maken.
VOORBEELDEN VAN KOOKTOEPASSINGEN
De relatie tussen het stroomverbruik van de
kookstand en de kookzone is niet lineair. Wanneer
KookstandGebruik om:Tijd (min)Tips
- 1
1 - 2Hollandaisesaus, smelten: boter,
1 - 2Stollen: luchtige omeletten, ge-
2 - 3Zachtjes aan de kook brengen
3 - 4Stomen van groenten, vis en
4 - 5Aardappelen stomen.20 -
4 - 5Bereiden van grotere hoeveelhe-
6 - 7Lichtjes braden: kalfsoester, cor-
7 - 8Door-en-door gebraden, opge-
9Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoof-
Bereide gerechten warmhouden.zoals
chocolade, gelatine.
bakken eieren.
van rijst en gerechten op melkbasis, reeds bereide gerechten opwarmen.
vlees.
den voedsel, stoofschotels en
soepen.
don bleu van kalfsvlees, koteletten, rissoles, worstjes, lever, roux,
eieren, pannenkoeken, donuts.
bakken aardappelen, lendenbiefstukken, steaks.
vlees), frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Powerfunctie is geactiveerd.
u de kookstand verhoogt, is dit niet proportioneel
met de toename in stroomverbruik van de
kookzone. Het betekent dat de kookzone met de
medium kookstand minder dan de helft van het
vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende tabel
dienen slechts als richtlijn.
nodig
5 - 25Van tijd tot tijd mengen.
10 40
25 50
20 45
60
60 -
150
zoals
nodig
5 - 15Halverwege de bereidingstijd
Een deksel op het kookgerei
doen.
Met deksel bereiden.
Voeg minstens tweemaal zoveel
vloeistof toe als rijst, melkgerechten tijdens het bereiden tussendoor roeren.
Een paar eetlepels vocht toevoegen.
Gebruik max. ¼ l water voor 750
g aardappelen.
Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten.
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
omdraaien.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
ALGEMENE INFORMATIE
• Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon.
• Gebruik altijd pannen met een schone bodem.
11
• Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte
hebben geen invloed op de werking van de
kookplaat.
• Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor
het oppervlak van de kookplaat.
• Gebruik een speciale schraper voor de glazen
plaat.
DE KOOKPLAAT SCHOONMAKEN
• Verwijder direct: gesmolten plastic, gesmolten
folie, suiker en suikerhoudende gerechten.
Anders kan het vuil de kookplaat beschadigen.
Doe voorzichtig om brandwonden te voorkomen.
Plaats de speciale schraper schuin op de glazen
plaat en verwijder resten door het blad over het
oppervlak te schuiven.
• Verwijder nadat de kookplaat voldoendeis afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten
en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig
de kookplaat met een vochtige doek en een
beetje niet-schurend reinigingsmiddel. Droog de
kookplaat na reiniging af met een zachte doek.
• Verkleuring glanzende metalenverwijderen: reinig het glazen oppervlak met
een doek en een oplossing van water met azijn.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
PROBLEMEN OPLOSSEN
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
U kunt de kookplaat niet inschakelen of bedienen.
De zekering is doorgeslagen.Controleer of de zekering de
Schakel de kookplaat opnieuw
U hebt twee of meer tiptoetsen
STOP+GO Functie is in werk-
Er ligt water of er zitten vet-
Er klinkt een geluidssignaal en
de kookplaat wordt uitgeschakeld.
Er weerklinkt een geluidssignaal als de kookplaat uit staat.
De kookplaat is niet aangesloten op een stopcontact of is
niet goed geïnstalleerd.
tegelijk aangeraakt.
ing.
spatten op het bedieningspaneel.
U hebt een of meer tiptoetsen
afgedekt.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
elektriciteitsnet. Raadpleeg het
aansluitingsschema.
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact op
met een erkende installateur.
in en stel de kookstand binnen
10 seconden in.
Raak slechts één tiptoets tegelijk aan.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'.
Reinig het bedieningspaneel.
Verwijder het voorwerp van de
tiptoetsen.
12
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De kookplaat schakelt uit.
Het indicatielampje van restwarmte gaat niet aan.
De automatische opwarmfunctie start niet.
De hoogste verwarmingsstand
De kookstand schakelt tussen
twee kookstanden.
De tiptoetsen worden warm.Het kookgerei is te groot of
gaat branden.
gaat branden.
gaat branden.
Het kookgerei is niet goed.Gebruik het juiste kookgerei.
De diameter aan de bodem van
en een getal gaan branden.
U hebt iets op de tiptoets
geplaatst.
De zone is niet heet, omdat hij
slechts kortstondig is gebruikt.
De zone is heet.Laat de zone voldoende afkoe-
is ingesteld.
De Powerfunctie is in werking.Raadpleeg het hoofdstuk 'Da-
staat te dicht bij het bedieningspaneel.
De automatische uitschakeling
is in werking getreden.
Het kinderbeveiliging of de vergrendelfunctie is actief.
Er staat geen kookgerei op de
zone.
het kookgerei is te klein voor
de zone.
Er is een fout in de kookplaat
opgetreden.
Verwijder het object van de
tiptoets.
Als het lang duurt alvorens de
zone voldoende heet is, neem
dan contact op met de klantenservice.
len.
De hoogste kookstand heeft
hetzelfde vermogen als de
functie.
gelijks gebruik'.
Plaats groter kookgerei op de
achterste zones indien mogelijk.
Schakel de kookplaat uit en
weer in.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'.
Zet kookgerei op de zone.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en tips'.
Gebruik kookgerei met de juiste afmetingen.
Zie het hoofdstuk 'Technische
informatie'.
Ontkoppel de kookplaat enige
tijd van de stroomtoevoer.
Maak de zekering los in de meterkast van het huis. Sluit het
apparaat opnieuw aan. Als
weer gaat branden, neem dan
contact op met de klantenservice.
13
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
gaat branden.
ALS U HET PROBLEEM NIET KUNT
OPLOSSEN...
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem
dan contact op met uw verkoper of de
serviceafdeling. Zie voor deze gegevens het
typeplaatje. Geef ook de driecijferige code voor het
glaskeramiek (bevindt zich op de hoek van het
glazen oppervlak) en de foutmelding die wordt
weergegeven. Verzeker u ervan dat u de kookplaat
Er is een storing opgetreden in
de kookplaat, omdat er kookgerei is drooggekookt. Automatische uitschakeling en de
oververhittingsbescherming
voor de zones zijn in werking
getreden.
MONTAGE
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
VOOR MONTAGE
Voordat u de kookplaat installeert, dient u de
onderstaande informatie van het typeplaatje te
noteren. Het typeplaatje bevindt zich onderop de
kookplaat.
Serienummer ...........................
Schakel de kookplaat uit. Verwijder het hete kookgerei.
Schakel na ongeveer 30 seconden de zone opnieuw in.
Als het probleem lag bij het
kookgerei, verdwijnt het foutbericht. Het indicatielampje
van restwarmte kan blijven
branden. Laat het kookgerei
voldoende afkoelen. Controleer
of uw kookgerei geschikt is
voor de kookplaat.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en tips'.
correct gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik van het
apparaat wordt het bezoek van de
onderhoudstechnicus van de klantenservice of de
vakhandelaar in rekening gebracht, zelfs tijdens de
garantieperiode. De instructies over het service
center en de garantiebepalingen vindt u in het
garantieboekje.
AANSLUITKABEL
• De kookplaat is voorzien van een aansluitsnoer.
• Vervang de beschadigde voedingskabel door
het volgende netsnoer (of hoger): H05V2V2-F T
min. 90°C. Neem contact op met een
klantenservice bij u in de buurt.
INGEBOUWDE KOOKPLATEN
Inbouwkookplaten mogen alleen worden gebruikt
nadat zij ingebouwd zijn in geschikte inbouwunits of
werkbladen die aan de normen voldoen.
14
ASSEMBLAGE
min.
50mm
min.
500mm
min.
2mm
min. 2 mm
A
B
A
12 mm
28 mm
38 mm
B
57 mm
41 mm
31 mm
min
30 mm
min. 500 mm
< 20 mm
> 20 mm
min. 2 mm
A
B
A
12 mm
28 mm
38 mm
B
57 mm
41 mm
31 mm
min. 500 mm
15
min.
55mm
R 5mm
680+1mm
490+1mm
min.
38 mm
min.
2 mm
min.
12 mm
min.
2 mm
16
BEVEILIGINGSDOOS
Als u een beveiligingsdoos (een additioneel
toebehoren) gebruikt, zijn de ruimte van 2 mm op
de vloer voor de luchtstroom en de
beschermingsvloer direct onder het fornuis niet
noodzakelijk. De beveiligingsdoos is als toebehoren
niet in elk land verkrijgbaar. Neem contact op met
uw plaatselijke leverancier.
U kunt de beveiligingsdoos niet
gebruiken als u de kookplaat boven
een oven installeert.
TECHNISCHE GEGEVENS
TYPEPLAATJE
Model ZEI7744BBAPNC productnummer 949 595 648 00
Type 60 GDD D4 AU220 - 240 V 50 - 60 Hz
Inductie 7.4 kWVervaardigd in Duitsland