Zanker ZKM 3190X User Manual [nl]

Geachte klant,
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Let vooral op hoofdstuk “Veiligheid” op de eerste pagina's. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zodat u nog eens iets kunt nalezen. Geef het boekje door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
1
Waarschuwing: Aanwijzingen m.b.t. uw persoonlijke veiligheid. Attentie: Aanwijzingen m.b.t. het voorkomen van schade aan het ap-
paraat.
Aanwijzingen en praktische tips
3
Informatie m.b.t. het milieu
2
1. Deze cijfers leiden u stap voor stap door de bediening van het appa­raat.
2. ...
3. ...
Gedrukt op milieuvriendelijk gefabriceerd papier. Wie milieubewust denkt, handelt ook zo ...
116
Inhoud
Gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
Afvalverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
De belangrijkste kenmerken van uw apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . 123
Opbouw van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
Uitvoering kookplaat en bedieningsveld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
Digitale indicaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125
Veiligheidsuitschakeling van de kookzones . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125
Voor het in gebruik nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
Reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
Bediening van de kookplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
TOUCH-CONTROL-sensorvelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
Apparaat inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
Apparaat uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
Keuze kookzone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 127
Keuze kookstand + en - . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128
Twee- en driekrings-kookzone in- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . 129
Braadzone in- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131
Kookzone uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132
Restwarmte-indicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
Koken met kookautomatiek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134
Koken zonder kookautomatiek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Bedieningsveld vergrendelen/ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
Timer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
Toepassingen, tabellen, tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
Pannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
Tips voor het koken met en zonder kookautomatiek . . . . . . . . . . . . . . . 141
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
Kookplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
Raam van de kookplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 144
Wat is er aan de hand als ... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
117
Montage-aanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147
Tweekrings-kookzone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147
Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Veiligheidsaanwijzingen voor de installateur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150
Typeplaatje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152
Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153
Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154
118
Gebruiksaanwijzing
1 Veiligheid
De veiligheid van dit apparaat voldoet aan de Europese en Neder­landse normen. Toch zien wij ons als fabrikant genoodzaakt u met on­derstaande aanwijzingen m.b.t. de veiligheid vertrouwd te maken.
Elektrische veiligheid
Montage en aansluiting van het nieuwe apparaat mogen alleen door
een erkend elektro-installateur worden uitgevoerd.
Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen worden
uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's leiden. Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afdeling.
Volg deze aanwijzingen op, omdat anders bij schade de aanspraak op
3
garantie vervalt.
Inbouwapparaten mogen alleen worden gebruikt nadat ze zijn inge-
bouwd in passende inbouwkasten en werkbladen die aan de nor­men voldoen. Daarmee wordt de vereiste aanrakingsbescherming van elektrische apparaten veiliggesteld.
Als zich storingen aan het apparaat, breuken, barsten of scheuren
voordoen: – alle kookzones uitschakelen, – de zekering voor de kookplaat in de huisinstallatie uitschakelen.
Veiligheid voor kinderen
Als u kookt of braadt, worden de kookzones heet. Houd daarom kleine kinderen altijd uit de buurt.
119
Veiligheid tijdens het gebruik
Dit apparaat mag alleen voor het normaal koken en braden van le-
vensmiddelen worden gebruikt.
Gebruik de kookplaat niet om het vertrek te verwarmen.
Voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten aan stop-
contacten in de buurt van het apparaat. Snoeren mogen niet met hete kookzones in aanraking komen.
Oververhitte vetten en oliën vliegen snel in brand. Als u gerechten in
vet of olie (bijv. patates frites) bereidt, dient u altijd in de buurt te blij­ven.
Schakel elke keer na het gebruik de kookzones uit.
Veiligheid bij het reinigen
U moet het apparaat uitschakelen voordat u het gaat reinigen. Het rei­nigen van het apparaat met een stoomstraal- of hogedrukreiniger is om veiligheidsredenen verboden.
120
Zo wordt schade aan het apparaat voorkomen
Gebruik de kookplaat niet als werkplek of aanrecht.
Schakel de kookzones nooit in als er een lege pan of geen pan op
staat.
Glaskeramiek is ongevoelig voor temperatuurschokken en zeer
sterk, maar niet onbreekbaar. Bijzonder scherpe en harde voorwer­pen die op de kookplaat vallen, kunnen beschadiging veroorzaken.
Gebruik geen pannen van gietijzer of pannen met een beschadigde,
ruwe of oneffen bodem. Bij het verschuiven kunnen krassen ont­staan.
Zet geen pannen op het raam van de kookplaat. Er kunnen krassen
en lakschade ontstaan.
Let erop dat er geen zuurhoudende vloeistoffen, bijv. azijn, citroen of
kalkoplossende middelen op het raam van de kookplaat terechtko­men, omdat anders matte plekken ontstaan.
Als suiker of suikerhoudende stoffen op de hete kookplaat terecht-
komen en smelten, verwijder de plekken dan direct, als ze nog heet zijn, met een glasschraper. Als de massa afkoelt, kan bij het verwij­deren schade aan de oppervlakte ontstaan.
Houd alle voorwerpen en materialen die kunnen smelten, bijv. kunst-
stof, aluminiumfolie of braadfolie, uit de buurt van de glaskerami­sche plaat. Mocht er toch iets op de glaskeramische plaat smelten, dan moet deze plek direct met een glasschraper worden verwijderd.
121
2 Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal verwijderen
Alle verpakkingsdelen zijn recyclebaar, folies en piepschuim onder-
delen zijn overeenkomstig gecodeerd. Verpakkingsmateriaal en eventuele oude apparaten moeten op de juiste manier weggegooid worden.
Houd u aan de nationale en regionale voorschriften en let op de ma-
teriaalaanduiding (materiaalscheiding, afvalverzameling, inzamel­punten).
Aanwijzingen voor het weggooien
Het apparaat mag niet bij het huisvuil worden gezet.
Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen krijgt u bij de ge-
meentelijke reinigingsdienst of het gemeentehuis.
Waarschuwing! Afgedankte apparaten moeten voor het weggooien
onbruikbaar gemaakt worden. Aansluitsnoer verwijderen.
122
De belangrijkste kenmerken van uw appa­raat
Glaskeramische kookplaat: Het apparaat heeft een glaskerami-
sche kookplaat en 4 snel opgloeiende kookzones Hierbij wordt door bijzonder sterke stralingselementen de opwarmduur van het verwar­mingselement aanzienlijk verkort.
Sensorvelden: De bediening van het apparaat geschiedt d.m.v.
TOUCH-CONTROL-sensorvelden.
Reiniging: Het voordeel van de glaskeramische kookplaat en de
sensorvelden is de makkelijke reiniging. De gladde oppervlakte is makkelijk te reinigen (zie hoofdstuk: “Reiniging en onderhoud”).
Sensorveld aan/uit: Het apparaat heeft met het sensorveld “aan/
uit” een aparte hoofdschakelaar, waarmee de stroomverzorging naar het apparaat compleet in- en uitgeschakeld kan worden.
Indicaties: Digitale indicaties geven u informatie over ingestelde
kookstanden, geactiveerde functies en over evt. nog aanwezige restwarmte van de betreffende kookzone.
Veiligheidsuitschakeling: Een veiligheidsuitschakeling zorgt ervoor
dat alle kookzones na een bepaalde tijd worden uitgeschakeld als de instellingen niet worden veranderd.
Warmhoudstand: ! is de kookstand waarop u gerechten warm
kunt houden.
Restwarmte-indicatie: Een h voor restwarmte brandt in de indica-
tie, als de kookzone nog zo warm is dat verbrandingsgevaar be­staat.
Universele kookzone: De kookplaat is uitgerust met een universele
kookzone/braadzone. Afhankelijk van de instelling kan deze als ronde of ovale kookzone worden gebruikt, bijv. voor braadpannen of voor het warmhouden van servies en levensmiddelen.
Tweekrings- en driekrings-kookzone: Bovendien beschikt de
kookplaat over een tweekrings- en driekrings-kookzone. Daarmee biedt het apparaat kookzones met variabele grootte, bijv. voor kleine steelpannen. Daardoor kan energie worden bespaard.
Timer: Met de geïntegreerde timer kunnen alle kookzones automa-
tisch worden uitgeschakeld. Als het einde van de kooktijd is bereikt, wordt de kookzone uitgeschakeld.
123
Opbouw van het apparaat
Uitvoering kookplaat en bedieningsveld
Driekrings-kookzone 2700W
Inschakeltoets
Eenkrings-kookzone 1200W
Bedieningsveld
=”Timers” met controle-indicaties
Braadzone 2200W
Tweekrings-kookzone 1700W
Vergrendeling
Keuze kookzone met indicaties voor kookstand/restwarmte
124
Keuze kookstand
Hoofdschakelaar “Aan/Uit”
Digitale indicaties
De vier indicatievelden, die bij de vier kookzones horen, geven aan: – j, na het inschakelen en bij automatische uitschakeling door de
veiligheidsfunctie, – = bij het kiezen van een kookzone, – ! tot ), afhankelijk van de gekozen kookstand, – a bij kookautomatiek, – h bij restwarmte, – f bij storing.
Veiligheidsuitschakeling van de kookzones
1
Als één van de kookzones na een bepaalde tijd niet wordt uitgescha­keld of de kookstand niet wordt veranderd, wordt de betreffende kookzone automatisch uitgeschakeld.
In de indicatie van alle ingeschakelde kookzones verschijnt h en na het afkoelen j.
De kookzones worden uitgeschakeld bij:
kookstand 1 - 2 na 6 uur
kookstand 3 - 4 na 5 uur
kookstand 5 na 4 uur
kookstand 6 - 9 na 1,5 uur
Mochten één of meer kookzones vóór afloop van de aangegeven
3
tijd worden uitgeschakeld, kijk dan in hoofdstuk “Wat is er aan de hand als ...”.
Veiligheidsuitschakeling opheffen
Om de geactiveerde veiligheidsuitschakeling op te heffen moet het apparaat met sensorveld AAN/UIT worden. Daarna zijn de kookzones weer klaar voor gebruik.
n uit- en dan weer ingeschakeld
Uitschakelen door andere oorzaken
Als overkokende vloeistof op het bedieningsveld terechtkomt, worden alle kookzones direct uitgeschakeld. Dat gebeurt ook als u een natte doek op het bedieningsveld legt. In beide gevallen moet het apparaat weer met de hoofdschakelaar worden ingeschakeld, nadat de vloeistof of de doek is verwijderd.
n
125
Voor het in gebruik nemen
Reinigen
De glaskeramische kookplaat met een vochtige doek afnemen.
Attentie: Gebruik geen scherpe, schurende reinigingsmiddelen! De
1
oppervlakte kan beschadigd worden.
Bediening van de kookplaat
Bij het inschakelen van een kookzone kan deze kort zoemen. Dat is
3
een eigenschap van alle glaskeramische kookzones en heeft geen ne­gatieve invloed op het functioneren of de levensduur van het appa­raat.
TOUCH-CONTROL-sensorvelden
Om de TOUCH-CONTROL-sensorvelden te bedienen legt u uw vinger plat op het gewenste veld, tot de betreffende indicaties aan of uit gaan, resp. de gewenste functie wordt uitgevoerd.
Apparaat inschakelen
Het complete apparaat wordt met het sensorveld ”aan/uit” n inge­schakeld.
Het sensorveld ”aan/uit” ca. twee seconden lang aanraken. De digitale indicaties geven j aan en de punt knippert.
Nadat u d.m.v. sensorveld ”aan/uit” het apparaat hebt ingeschakeld,
3
moet binnen ca. 10 seconden met de kookzonekeuzetoetsen één van de kookzones worden geselecteerd. Anders wordt het apparaat om veiligheidsredenen weer uitgeschakeld.
126
Apparaat uitschakelen
Om het apparaat compleet uit te schakelen sensorveld ”aan/uit ” n aanraken. Sensorveld ”aan/uit” ca. een seconde lang aanraken.
Na het uitschakelen van een kookzone of van de gehele kookplaat
3
wordt nog aanwezige restwarmte met h (van ”heet”) in de digitale in­dicaties van de betreffende kookzones aangegeven.
Keuze kookzone
Om de gewenste kookzone te selecteren het bijbehorende sensorveld ca. een seconde lang aanraken.
In het indicatieveld van de kookzone gaat de nul met punt branden =.
De punt geeft aan dat alleen deze kookzone kan worden ingesteld..
3
127
Loading...
+ 28 hidden pages