Zanker ZKH7629 User Manual

Gebruikers-
informatie
Informations
pour l’utilisateur
Inbouwfornuis
Four
encastrable
ZKH 7629
Het doet ons genoegen dat u voor onze apparatuur hebt gekozen.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat en wij hopen dat u bij de volgende aankoop
van huishoudelijke apparatuur ons merk opnieuw in aanmerking zult nemen.
Lees deze gebruiksaanwijzing grondig door en bewaar hem bij het apparaat zodat hij ook in de toekomst kan worden geraadpleegd. Geef de gebruiksaanwijzing door aan een eventuele vol­gende eigenaar van het apparaat.
2
Electrolux
Inhoud
Waarschuwingen en belangrijke adviezen voor de veiligheid ......................................................... 4
Beschrijving van het apparaat ....................................................................................................... 6
Bedieningsknoppen .......................................................................................................................7
Bedieningspaneel ..........................................................................................................................8
Eerste installatie ............................................................................................................................. 9
Functiesymbolen ......................................................................................................................... 12
De oven gebruiken ..................................................................................................................... 13
Programmeren van de oven ....................................................................................................... 17
Speciale functies .......................................................................................................................... 19
Bak- tabellen ............................................................................................................................... 22
Reiniging en onderhoud .............................................................................................................. 24
Als er iets verkeerd gaat .............................................................................................................. 35
Technische gegevens ................................................................................................................. 36
Instructies voor de installateur ...................................................................................................... 37
Instructies voor de inbouw ........................................................................................................... 38
Garantie/serviceafdeling .............................................................................................................. 39
Service en onderdelen ................................................................................................................ 41
Europese garantie ....................................................................................................................... 41
Handleiding voor de gebruiksaanwijzing
Veiligheidsvoorschriften
Stap-voor-stap-handleiding
)
Aanwijzingen en Tips
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
- 2006/95(Laagspanningsrichtlijn);
- 89/336 (EMC Richtlijn);
- 93/68 (Algemene Richtlijn);
en daaropvolgende wijzigingen.
FABRIKANT:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS ITALY S.p.A. Viale Bologna, 298 47100 FORLÌ (Italy)
3
Nederlands
Waarschuwingen en belangrijke adviezen voor de veiligheid
Bewaar de bij dit apparaat geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Als het apparaat aan derden geschonken of verkocht wordt, of als u het apparaat bij verhuizing in de oude woning achterlaat, is het belangrijk dat de nieuwe eigenaar/eigenaresse over deze gebruiksaanwijzing en de adviezen kan beschikken.
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de veiligheid van de gebruiker en diens huisgenoten. Lees ze dus aandachtig door, voordat u het apparaat aansluit en/of in gebruik neemt.
Installatie
De installatie moet verricht worden door
vakkundig personeel, met inachtneming van
de geldende voorschriften. De afzonderlijke
installatiewerkzaamheden zijn beschreven in
de Aanwijzingen voor de installateur.
Laat de installatie en aansluiting uitvoeren
door een vakman, overeenkomstig de hem,
dankzij zijn vakkennis bekende richtlijnen.
Ook eventueel naar aanleiding van voor de
installatie noodzakelijke wijzigingen aan de
elektriciteitsvoorziening moeten door een
vakman aangebracht worden.
Deze oven is geschikt voor gebruik als
afzonderlijk apparaat of in combinatie met
een elektrische kookplaat, voor aansluiting
op een 1-,2- of 3-fasige spanningsbron (of
groepen) van 230 V. De aansluiting op
meerdere fasen zonder nulleider (400 V)
leidt tot het defect van de oven en de
aangesloten kookplaten.
Bediening
Deze oven is ontworpen voor de bereiding
van gerechten; gebruik hem nooit voor andere
doeleinden.
Pas, bij het openen van de ovendeur,
tijdens of na afloop van de bereiding op
voor de hete luchtstroom, die uit de oven
naar buiten komt.
Tijdens de werking van de oven extra
voorzichtig zijn. Door de grote hitte van de
verwarmingselementen zijn de roosters en
andere delen erg heet.
Indien u - om welke reden dan ook -
aluminiumfolie voor voedingsmiddelen in de oven gebruikt, laat dit dan nooit in direct con­tact komen met de bodem van de oven.
Ga bij het schoonmaken van de oven
voorzichtig te werk: sproei nooit vloeistof op het vetfilter (indien aanwezig), het verwarmingselement en de thermostaatsensor.
Het is gevaarlijk veranderingen van welke
aard ook aan te brengen aan het apparaat of aan de kenmerken ervan.
Tijdens het bak-, braad- en grillproces worden
de ovendeur en de andere onderdelen van het apparaat erg heet, houd kinderen daarom uit de buurt van het apparaat. Bij de aansluiting van elektrische apparaten op stopcontacten in de buurt van de oven, moet u er op letten dat aansluitkabels niet in aanraking komen met hete kooktoestellen of vastgeklemd raken in de hete deur van de oven.
Gebruik altijd ovenwanten om vuurvaste, hete
schotels of schalen uit de oven te halen.
Een regelmatige reiniging voorkomt de
achteruitgang van het oppervlaktemateriaal van de oven.
Schakel voordat u de oven schoonmaakt de
stroom uit of trek de stekker uit het stopcontact.
Verzeker u ervan dat de oven in de stand
«UIT» staat, als de oven niet meer gebruikt wordt.
Het apparaat mag niet schoongemaakt
worden met een stoomreiniger.
4
Electrolux
Gebruik geen schuurmiddelen of scherpe
metalen schrapers. U kunt daarmee krassen
op de deur veroorzaken en dat kan leiden tot
het barsten van het glas.
Veiligheid van kinderen
Dit apparaat is bestemd voor gebruik door
volwassenen. Het is gevaarlijk om het door
kinderen te laten gebruiken of hen ermee te
laten spelen.
Houd kinderen uit de buurt, zolang de oven in
werking is. Ook nadat u de oven heeft
uitgeschakeld, blijft de deur nog lange tijd
heet.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
kinderen of personen met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke
vermogens of een gebrek aan ervaring en
kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van
een voor hun veiligheid verantwoordelijke
persoon of tenzij zij van een dergelijke
persoon instructies hebben ontvangen over
het gebruik van het apparaat.
Klantenservice
Laat controlewerkzaamheden of reparaties
door de klantenservice van de fabrikant of
door een door de fabrikant geautoriseerde
klantenservice uitvoeren en gebruik altijd
originele vervangingsonderdelen.
Probeer nooit zelf storingen van of
beschadigingen aan het apparaat te
repareren. Reparaties door niet opgeleide
personen kunnen schade of letsel
veroorzaken.
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als normaal huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het dient daarentegen ingeleverd te worden bij een inzamelingspunt voor de recycling van elektrische en elektronische apparatuur. Door uw bijdrage aan de juiste afvalverwerking van dit product helpt u het milieu en de gezondheid van uw medemensen te beschermen. Het milieu en de gezondheid worden door verkeerde afvalverwerking in gevaar gebracht. Voor nadere informatie over de recycling van dit product kunt u contact opnemen met uw gemeentehuis, uw afvalophaaldienst of de winkel waar u het product heeft aangeschaft.
5
Beschrijving van het apparaat
4
5
1
10
11
1. Bedieningspaneel
2. Bedieningsknop kookplaat / zone rechtsvoor
3. Bedieningsknop kookplaat / zone rechtsachter
4. Bedieningsknop kookplaat / zone linksachter
5. Bedieningsknop kookplaat / zone linksvoor
6
6. Elektronischeovenregeling
7. Ventilatieopening voor de koelventilator
8. Grill
9. Verlichtingslampje
10. Oven-ventilator
11.Type plaatje
23
7 8 9
Toebehoren
Bakplaat
6
Rooster
Braadslede
Bedieningsknoppen
De verzonken knoppen
De knoppen van de oven kunnen geheel verdwijnen in het bedieningspaneel door ze in te drukken als de oven niet in gebruik is.
Bedieningsknoppen voor de kookplaat
De kookzones worden met een 7-standen schakelaar geregeld;
0 = UIT 1 = MINIMUM 3 = MAXIMUM
Tweekrings-kookzone
Als u beide verwarmingskringen tegelijk wilt inschakelen, draait u de schakelaar eerst op stand Max (3) en dan op symbool “0”. U hoort een klik. Nu werken beide verwarmingskringen tegelijk. Daarna kunt u de gewenste stand instellen door
de bedieningsknop linksom te draaien.
Wees voorzichtig met olie en vet. Laat de pan niet zonder toezicht, daar olie of vet oververhit kunnen raken en dan ontvlambaar zijn.
Electrolux
7
Bedieningspaneel
Gaar-
functies
1 2 3 4 5 6 7
Drukknoppen
1. AAN/UIT
2. Oven-functietoets
3. Snelopwarmfunctie
4. Pyrolytische reinigingsfunctie
5. Verlagingstoets “ ” (tijd of temperatuur)
6. Verhogingstoets “ ” (tijd of temperatuur)
7. Kookwekker / bereidingsduur / einde bereidingsduur
Alle functies van de oven worden elektro-
nisch geregeld.
U kunt willekeurige combinaties van gaar­functies, gaartemperaturen en automatische tijdinstellingen kiezen.
Temperatuur-
indicatie
Tijds-
indicatie
Opmerking
Als de stroom uitvalt blijven de instellingen (klok, ingesteld of lopend programma) ongeveer 3 minuten in het programmageheugen bewaard. Als de stroom langer uitvalt, worden alle instellingen gewist. Als de stroomtoevoer weer hersteld is, knipperen de cijfers in het display. De klok en de timer moeten in een dergelijk geval wel opnieuw worden ingesteld.
8
Eerste installatie
Verwijder al het verpakkingsmateriaal binnen en buiten, voordat u de oven in gebruik neemt.
Wanneer de oven voor het eerst op de
elektriciteit wordt aangesloten, verschijnt in het display automatisch 12:00 en het symbool knippert.
Verzeker u ervan dat het juiste tijdstip van de dag is ingesteld voor het eerste gebruik van de oven.
Om het juiste tijdstip van de dag in te stellen:
1. Druk op de toets en, terwijl het symbool
knippert, stelt u met de toetsen “ ” of “ ” de tijd in (afb. 1). Het pijltjessymbool van de tijd verdwijnt ongeveer 5 seconden na weergave van de precieze tijd.
2. Zodra het symbool niet meer knippert, drukt u tweemaal op de toets. Ga vervolgens te werk als onder punt 1.
Electrolux
Afb. 1
Voor het eerste gebruik
Voordat u de oven in gebruik neemt, moet de oven opgewarmd worden zonder voedsel. Ga als volgt te werk om dat te doen:
1. Druk op de toets om de oven in te schakelen.
2. Druk tweemaal op de toets en kies de
functie «Hete lucht» (afb. 2).
3. Zet de temperatuur op 250°C, gebruik daarvoor de toets “ ”.
4. Laat de oven leeg ongeveer 45 minuten lang in werking.
5. Open een raam voor de ventilatie. Doe dit opnieuw met de functie «Boven- en
onderwarmte» en «Ventilatorgrill» gedurende zo’n 5-10 minuten.
Afb. 2
9
Gedurende deze tijd kan er een onaange­naam luchtje ontstaan. Dit is heel normaal. Het wordt veroorzaakt door fabricageresten.
Laat de oven vervolgens afkoelen en reinig dan de ovenruimte met een in warm zeepsop vochtig gemaakte doek. Reinig ook de roosters en bakplaten voor het eerste gebruik grondig. Pak, om de deur te openen, altijd de handgreep in het midden vast (afb. 3).
“Aan-/Uit” - toets
Voor het instellen van gaarfuncties of andere
programma’s moet de oven worden ingescha­keld. Als de knop is ingedrukt, verschijnt in
het display het ovensymbool en de oververlichting wordt ingeschakeld (afb. 4).
Om te oven uit te schakelen, kunt u de knop
. te allen tijde indrukken. Alle gaarfuncties of programma’s worden beëindigd, de ovenverlichting wordt uitgeschakeld en in de tijdindicatie verschijnt alleen nog de tijd van de dag.
U kunt de oven te allen tijde uitschakelen.
Zo kiest u een bereidingsfunctie
1. Schakel de oven in door op de toets te
drukken.
2. Druk op de toets om de gewenste functie
Afb. 3
Afb. 4
te selecteren. Elke keer dat toets wordt ingedrukt, wordt een functiesymbool zichtbaar
in het display en links van het geselecteerde functiesymbool verschijnt het bijbehorende functienummer (afb. 5).
3. Wanneer de vooraf ingestelde temperatuur
niet geschikt is, dan stelt u met de toets “ ” of “ ” de temperatuur in. Het temperatuurniveau kan in stappen van 5 graden worden ingesteld.
- Met het stijgen van de temperatuur in de oven
begint het thermometersymbool langzaam te stijgen en geeft daarmee de daadwerkelijke oventemperatuur aan. Wanneer de gewenste temperatuur is bereikt, dan weerklinkt een kort akoestisch signaal en
het thermometersymbool gaat branden.
10
Afb. 5
De temperatuur en de tijd instellen
Druk de toetsen “ ” en “ ” in, om de vooraf
ingestelde temperatuur te verhogen of verlagen, terwijl het symbool “°” knippert (afb. 6). De maximale temperatuur bedraagt 250°C.
Druk de toetsen “ ” en “ ” in, om de vooraf ingestelde temperatuur te verhogen of verlagen, terwijl het symbool knippert.
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door onjuist gebruik van het apparaat of vanwege defecte onderdelen), is de oven voorzien van een veiligheidsthermostaat die indien nodig de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer ingeschakeld.
Als de veiligheidsthermostaat is geactiveerd vanwege onjuist gebruik van het apparaat, hoeft u (nadat de oven is afgekoeld) alleen de fout te verhelpen. Is de thermostaat echter geactiveerd vanwege een defect onderdeel, neem dan contact op met de klantenservice.
Koelventilator
De koelventilator koelt de oven en het bedieningspaneel. De ventilator wordt nadat de oven enkele minuten in werking is automatisch ingeschakeld. Warme lucht wordt door het paneel in de buurt van de greep van de ovendeur uitgeblazen. Nadat de oven is uitgeschakeld, blijft de ventilator mogelijk nog even lopen om de bedieningselementen te koelen. Dit is helemaal normaal.
De werking van de ventilator hangt af van hoe lang en op welke temperatuur de oven gebruikt is. Het is mogelijk dat de ventilator helemaal niet ingeschakeld wordt op lagere temperatuurinstellingen of als de oven maar korte tijd gebruikt is.
Electrolux
Afb. 6
11
Functiesymbolen
1
2
3
4
5
6
Hete lucht - Bij deze instelling kunt u
op meerdere niveaus tegelijkertijd braden of bakken en braden, zonder dat dit tot aromaoverdracht leidt. Vooraf ingestelde temperatuur: 175°C
Boven- en onderwarmte - De warmte komt van boven en beneden en wordt gelijkmatig in de ovenruimte verdeeld. Vooraf ingestelde temperatuur: 200°C
Onderwarmte - De warmte komt alleen van het onderste verwarmings­element in de ovenruimte. Bij deze instelling kunt u gerechten heel goed afmaken. Vooraf ingestelde temperatuur: 250°C
Ventilatorgrill - Dit is een alternatieve gaarmethode voor gerechten die anders met de normale grill worden bereid. Het grillelement en de ventilator van de oven werken samen, zodat de hetelucht rond de gerechten circu­leert. Vooraf ingestelde temperatuur: 180°C
Maximumtemperatuur: 200 °C. Grill - Via de grill gaat snel directe
warmte naar het middelste gedeelte van de grillpan. Met de grill kunnen goed kleinere hoeveelheden worden gegrilleerd. Op deze wijze kan ook energie worden bespaard. Vooraf ingestelde temperatuur: 250 °C
Ontdooien - De ventilator circuleert de hetelucht zonder warmte bij kamertemperatuur in de ovenruimte. Deze functie is bijzonder geschikt om kwetsbare levensmiddelen te ontdooien, die door opwarmen beschadigd raken, bijvoorbeeld taarten met crèmevulling, ijstaarten, gebak, brood en bakwaren van gistdeeg.
7
Pyrolytische reiniging - Met deze
functie kunt u de ovenruimte grondig reinigen.
12
De oven gebruiken
De oven is voorzien van een exclusief systeem dat zorgt voor natuurlijke luchtcirculatie en de constante hercirculatie van stoom.
Dit systeem maakt het mogelijk om in een stoomomgeving voedsel te bereiden en dit houdt de gerechten zacht van binnen en knapperig van buiten. Bovendien worden de bereidingstijd en het energieverbruik tot een minimum beperkt. Tijdens de bereiding kan er stoom ontstaan die kan ontsnappen als u de ovendeur opent. Dit is volkomen normaal.
Echter, doe altijd een stap van de oven vandaan als u de ovendeur opent, zodat de stoom of hitte in de oven kan ontsnappen.
Let op! - Leg geen voorwerpen op de bodem van de oven en dek tijdens de bereiding geen enkel deel van de oven af met aluminiumfolie, dit kan oververhitting veroorzaken, wat de bakresultaten beïnvloedt en het email van de oven kan beschadigen. Zet pannen, hittebestendige pannen en aluminium bladen altijd op het rek dat in de geleiders is geschoven. Wanneer voedsel verwarmd wordt, ontstaat er stoom, net als in een ketel. Als de stoom in aanraking komt met de glazen deur van de oven, condenseert hij en ontstaan er waterdruppels.
Om de condensvorming te beperken, de lege oven altijd 10 minuten voorverwarmen.
Wij adviseren u, de waterdruppels na elke bereiding af te vegen.
Tijdens de bereiding de ovendeur altijd gesloten houden. Doe een stap
naar achteren bij het openen van de ovendeur, die kiept. Laat hem niet open vallen - ondersteun de deur met de deur­handgreep totdat hij helemaal open is.
Electrolux
4
3
2
1
De oven heeft vier niveaus voor ovenrekken, er zijn twee rekken meegeleverd. De rekposities worden vanaf de bodem van de oven geteld, zoals getoond in de afbeelding. Het is belangrijk dat deze rekken correct geplaatst zijn, zoals afgebeeld in het diagram. Zet nooit kookgerei direct op de bodem van de oven.
13
Praktische tips
Hete lucht
De gerechten worden gegaard met hete lucht, die via een ventilator aan de achterwand van de oven gelijkmatig in de binnenruimte van de oven wordt verdeeld.
De warmte komt snel en gelijkmatig in alle ovenzones terecht. Dat betekent dat u tegelijkertijd verschillende gerechten op meerdere niveaus kunt bakken, braden en stoven.
Deze gaarfunctie biedt de volgende voor­delen:
- Sneller voorverwarmen
Doordat de heteluchtoven snel op temperatuur komt, is het over het algemeen niet nodig om de oven voor te verwarmen. Wellicht heeft u echter toch 5-7 minuten extra bereidingsduur nodig. Voor recepten die hogere temperaturen vereisen, zoals brood, pasteien, scones of soufflés, verkrijgt u de beste resultaten als de oven eerst wordt voorverwarmd.
- Lagere temperaturen
Bereiding met hete lucht vereist over het algemeen lagere temperaturen dan bereiding met boven- en onderwarmte.
Houd de aanbevolen temperaturen in de bak- en braadtabel aan. Denk eraan, de tempe­raturen van uw eigen recepten voor boven- en onderwarmte met 20-25 °C te verlagen.
- Gelijkmatige warmteverdeling bij het
bakken
De oven met ventilator verwarmt alle inzet­niveaus gelijkmatig. Dit betekent dat verschillende baksels met hetzelfde voedsel tegelijk in de oven bereid kunnen worden. De baksels op het bo­venste niveau kunnen echter iets bruiner worden dan die op het onderste niveau.
Dit is helemaal normaal. Aroma’s en geuren worden daarbij niet van het ene op het andere gerecht overgedragen.
Hoe gebruikt u de heteluchtfunctie
1. Oven inschakelen.
2. Druk daarvoor op de toets oven-functies ,
tot het symbool op het display
verschijnt.
3. Indien nodig met de toetsen “ ” of “ ” de
temperatuur instellen.
14
Boven- en onderwarmte
- De warmte wordt het beste verdeeld bij gebruik van het middelste niveau. Wanneer u wilt dat uw baksel een bruinere bodem krijgt, moet u het op een lager niveau in de oven zetten. Wanneer u wilt dat uw baksel een bruinere bovenkant krijgt, moet u het op een hoger niveau in de oven zetten.
- Het materiaal en de afwerking van de bakplaten en schalen is van invloed op de mate waarin het voedsel een bruin korstje krijgt. Email, donker, zwaar en met teflon gecoat bakgerei bevorderen het bruinen, terwijl bakgerei van glas, glanzend alumi­nium of gepolijst edelstaal warmte reflecteren en afremmen.
- Zet gerechten altijd in het midden van het rooster, om een gelijkmatige bruining te garanderen.
- Plaats schalen op een bakplaat van de juiste afmeting, om te voorkomen dat er voedsel op de bodem van de oven wordt gemorst en ervoor te zorgen dat de oven gemakkelijker kan worden gereinigd.
- Zet nooit gerechten, blikken of
bakgerei direct op de bodem van de oven, omdat die erg heet wordt en het
vaatwerk kan beschadigen. Als u deze instelling gebruikt komt de warmte van de bovenste en onderste verwarmings­elementen. Daarmee kunt u gerechten op één enkel niveau bereiden. Dit is bijzonder geschikt voor gerechten, waarvan de bodem extra bruin moet worden, bijv. quiches en flans.
Gratins, lasagnes en ovenschotels die ook
wat extra bruinering aan de bovenkant vergen kunnen ook heel goed bereid worden in de conventionele oven.
Gebruik van boven- en onderwarmte
1. Oven inschakelen.
2. Functie boven-/onderwarmte kiezen; Druk daarvoor op de toets oven-functies , tot het symbool op het display verschijnt.
3. Indien nodig met de toetsen “ ” of “ ” de temperatuur instellen.
Electrolux
Onderwarmte
Deze functie is bijzonder geschikt voor het bakken van taart- en vlaaibodems, en voor het afbakken van quiches resp. flans, om ervoor te zorgen dat de quiche- resp. taart­bodem gaar is.
Grilleren
- Te grilleren gerechten moeten altijd op het rooster van de grillplaat worden geplaatst, om ervoor te zorgen dat de lucht optimaal kan circuleren en het gerecht niet in het afdruipende vet resp. grillsap drijft. Als u dat wilt, kunt u gerechten zoals bijv. vis, lever en niertjes direct op de grillplaat leggen.
- Droog het voedsel vóór het grillen goed af, zodat het niet gaat spatten. Strijk mager vlees en vis licht in met een beetje olie of gesmolten boter, zodat de gerechten tijdens de bereiding mals blijven.
- Meegegrilleerde bijlagen zoals bijv. tomaten of paddenstoelen kunnen tijdens het grillen van vlees onder het grillrooster (direct op de grillplaat) worden gelegd.
- Voor het roosteren van brood raden wij u aan het bovenste inzetniveau te gebruiken.
- Indien nodig moet het voedsel tijdens de bereiding worden omgedraaid.
Gebruik van de grill
De grill levert snelle directe warmte voor het
midden van de grillplaat. Door de kleine grill te gebruiken voor de bereiding van kleinere hoeveelheden kunt u energie besparen.
1. Oven inschakelen.
2. Functie grill kiezen; druk daarvoor op de toets oven-functies , tot het symbool
op het display verschijnt.
3. Indien nodig met de toetsen “ ” of “ ” de temperatuur instellen.
4. Kies het passende inzetniveau voor grillpan en rooster, al naargelang of het om platter of dikker grillgoed gaat. Volg vervolgens de instructies voor het grillen op.
Ventilatorgrill
Dit is een alternatieve bereidingsmethode
voor gerechten die anders met de normale grill
bereid worden. Grillelement en ventilator werken samen, zodat de hete lucht rond de gerechten circuleert. De noodzaak om het voedsel te controleren en om te draaien is daardoor minder. Ventilatorgrill minimaliseert kookluchtjes in de keuken.
Met uitzondering van toast en biefstukken, die van binnen rood moeten blijven, kunt u alle levensmiddelen met hete lucht bereiden die u normaal met boven- en onderwarmte zou bereiden. Het bereiden verloopt geleidelijker; ventilatorgrill vergt daarom iets meer tijd dan con­ventioneel grillen. Een van de voordelen is dat grotere hoeveelheden tegelijkertijd bereid kun­nen worden.
1. Oven inschakelen.
2. Functie ventilatorgrill kiezen; druk daarvoor
op de toets oven-functies , tot het
symbool op het display verschijnt.
3. Evt. op de toetsen “ ” of “ ” drukken, om
de temperatuurinstelling aan te passen.
Maximumtemperatuur: 200 °C.
4. Kies het passende inzetniveau voor grillpan
en rooster, al naargelang of het om platter of
dikker grillgoed gaat. Volg vervolgens de
instructies voor het grillen op.
Ontdooien
De ventilator loopt zonder warmte en laat de lucht bij kamertemperatuur in de binnenruimte van de oven circuleren. Hierdoor wordt het voedsel sneller ontdooid. De temperatuur in de keuken beïnvloedt echter de ontdooitijd.
Deze functie is bijzonder geschikt om kwetsbare levensmiddelen te ontdooien, die door opwarmen beschadigd raken, bijvoorbeeld taarten met crèmevulling, ijstaarten, gebak, brood en bakwaren van gistdeeg. Gebruik van de ontdooifunctie
1. Druk voor het inschakelen van de oven op de
toets .
2. Functie Ontdooien kiezen; druk daarvoor op
de toets Oven-functies , tot het symbool
op het display verschijnt.
3. Het display geeft de melding “def”.
15
Adviezen
Bakken:
Bakgoed vraagt gewoonlijk om een gemid­delde temperatuur (150°C-200°C). Daarom dient de oven ca. 10 minuten lang te worden voorverwarmd.
Doe de ovendeur niet open voordat drie­kwart van de baktijd is verstreken.
Bak kruimeldeeg in een springvorm of op een bakblik tot tweederde van de baktijd. Vervolgens kunt u het garneren en afbakken. De verdere baktijd hangt af van de soort en hoeveelheid garnering of vulling. Biscuitdeeg moet moeilijk van de lepel lopen. Door te vloei­baar deeg zou de baktijd onnodig langer duren.
Worden twee bakplaten met gebak tegelijker­tijd in de oven geschoven, dan moet tussen de platen een inzetniveau open worden gelaten.
Worden twee bakplaten met gebak tegelijker­tijd in de oven geschoven, dan moeten de platen na ongeveer 2/3 van de baktijd van boven naar beneden verwisseld en gedraaid worden.
Braden:
Neem geen braadstukken die minder wegen dan 1 kg. Kleinere stukken kunnen tijdens het braden uitdrogen. Donker vlees, dat van buiten goed gebraden maar van binnen roze tot rood moet blijven, moet bij een hogere temperatuur (200°C-250°C) worden gebraden.
Licht vlees, gevogelte en vis hebben daar­entegen een lagere temperatuur (150°C-175°C) nodig. Doe bij een korte bereidingstijd de ingrediënten voor de saus of jus direct aan het begin in de braadslede. In andere gevallen worden ze het laatste halfuur toegevoegd.
U kunt controleren of het vlees gaar is met behulp van een lepel: als het vlees niet kan worden ingedrukt, is het gaar. Rosbief en ossenhaas, die van binnen roze moeten blijven, moeten op een hogere temperatuur en in kortere tijd worden gebraden.
Bij het bereiden van vlees direct op het rooster de braadslede in het onderliggende inzetniveau schuiven.
Laat het braadstuk minstens 15 minuten staan, zodat het vleesvocht niet kan weglopen.
Om rookvorming in de oven te beperken, kunt u een beetje water in de braadslede gieten. Om condensvorming te voorkomen, een paar keer water toevoegen. Borden kunnen tot zij geserveerd worden in de oven op de laagste temperatuur warm gehouden worden.
Voorzichtig! De oven niet met aluminiumfolie bekleden en geen kookgerei, geen braadslede of bakplaat op de bodem leggen, aangezien anders het email van de oven door de optredende warmtestuwing beschadigd raakt.
Bereidingstijden
De bereidingstijden kunnen verschillen al naar gelang de samenstelling, ingrediënten en hoeveelheid vocht in de afzonderlijke gerechten.
Noteer de instelgegevens bij de eerste keer bereiden resp. braden, om bij bereiding van dezelfde gerechten in de toekomst ervaring te kunnen opdoen.
U kunt de aangegeven waarden in de tabel­len aanpassen op basis van uw eigen ervarin­gen.
16
Programmeren van de oven
Zo stelt u de kookwekker in
1. Gebruik de toets om de kookwekker­functie te selecteren. Het overeenkomstige
symbool knippert en op het bedienings­paneel verschijnt “0.00” (afb. 7).
2. Stel met de toets “ ” de gewenste tijd in. De maximale tijdsduur is 23 uur 59 minuten. Nadat dit is ingesteld, wacht de kookwekker 3 seconden, waarna hij begint te lopen.
3. Na afloop van de geprogrammeerde tijd hoor u een akoestisch signaal.
4. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te schakelen.
Als de oven op dit moment werkt, wordt hij NIET uitgeschakeld. De kookwekker kan ook gebruikt worden als de oven uitgeschakeld is.
De instelling van de kookwekker wijzigen:
Druk op de toets , tot de symbolen en
gaan knipperen.
Nu kunt u de instelling van de kookwekker
wijzigen. Druk daarvoor op de toets “ ” of “ ”.
Zo schakelt u de kookwekker uit:
druk op toets , tot de symbolen en
gaan knipperen.
De toets “ ” indrukken om de tijds-
aanduiding te resetten, tot het display “0.00” aangeeft (afb. 8).
Zo programmeert u een uitschakeltijd van de oven
1. Zet gerechten in de oven, schakel de oven in, kies de gewenste functie en stel indien nodig de gewenste temperatuur in.
2. De toets indrukken, om de functie “Bereidingsduur” te kiezen. Het bereidings­duursymbool knippert en op het display wordt “0.00” aangegeven (afb. 9).
3. Terwijl het symbool knippert, met de toets “ ” de gewenste tijd instellen. De maximale tijdsduur is 23 uur 59 minuten. De programmeerfunctie wacht 3 seconden, waarna hij begint te lopen.
Electrolux
Afb. 7
Afb. 8
Afb. 9
17
4. Na afloop van de geprogrammeerde tijd wordt de oven automatisch uitgeschakeld. Er weerklinkt een akoestisch signaal en op het bedieningspaneel verschijnt “0.00”.
5. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te schakelen.
Zo annuleert u de bereidingstijd:
1. Druk op de toets , tot het symbool knippert.
2. Druk op de toets “ ” om de tijdsaanduiding te resetten, tot het display “0.00” aangeeft (afb. 10).
Zo programmeert u het in-/uitschakelen van
de oven
1. Stel de bereidingsduur in zoals beschreven in het betreffende hoofdstuk.
2. Druk op toets , tot de functie voor het einde van de bereidingsduur geselec-
teerd is en het betreffende symbool knippert. Op het bedieningspaneel wordt het eind van de bereidingsduur (actuele tijd plus aangegeven gaartijd ) weergegeven - (afb.
11).
3. Druk op de toets “ ” om het gewenste einde van de bereidingsduur te selecteren.
4. 3 seconden na het instellen begint de programmaschakelaar te lopen.
5. De oven wordt automatisch in- en weer uitgeschakeld. Wanneer de oven wordt uitgeschakeld, klinkt er een akoestisch signaal.
6. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te schakelen.
Indien u het programma wilt annuleren, annuleert u eenvoudig de ingestelde tijdsduur.
Afb. 10
Afb. 11
18
Speciale functies
Automatische uitschakeling van de oven
Wanneer de instellingen niet worden gewij-
zigd, wordt de oven automatisch volgens onderstaande tabel uitgeschakeld (afb. 12).
Temperatuurinstelling: Uitschakeling
oven: 250°C na 3 uur van 200 tot 245°C na 5,5 uur van 120 tot 195°C na 8,5 uur minder dan 120°C na 12 uur
Restwarmtefunctie
Als er een bereidingsduur is ingesteld, wordt de oven automatisch een paar minuten voor het einde van de geprogrammeerde bereidingsduur uitgeschakeld, zodat de gerechten in de oven zonder verder energieverbruik helemaal gaar worden. Alle actuele instellingen worden getoond tot de bereidingsduur is afgelopen.
Bij een bereidingsduur van minder dan 15 minuten kunt u deze functie niet gebruiken.
Kinderblokkering voor de oven
De bedieningselementen op de oven kunnen geblokkeerd worden, zodat de oven niet per ongeluk door kinderen kan worden ingeschakeld.
1. Schakel de oven uit en druk op de toets .
2. Druk tegelijkertijd de toetsen en “
ongeveer 3 seconden lang in. Een akoes-
tisch signaal weerklinkt en de melding „SAFE“
verschijnt op het display (afb. 13).
3. De oven is nu geblokkeerd. Er kunnen nu
geen afzonderlijke functies en ook geen
temperatuur geselecteerd worden.
Zo deblokkeert u de oven:
Druk de toetsen en “ ” tegelijkertijd ongeveer 3 seconden in. Er klinkt een akoestisch
signaal en de weergave „SAFE” verdwijnt. Nu kan de oven weer worden bediend.
Electrolux
Afb. 12
Afb. 13
19
Snelopwarmfunctie
Na selectie van een bereidingsfunctie en van de temperatuur warmt de oven langzaam op tot de gewenste temperatuur is bereikt. Dit duurt 10 tot 15 minuten, afhankelijk van de geselecteerde functie en temperatuur.
Als de noodzakelijke temperatuur sneller bereikt moet worden, kunt u de snelopwarmfunctie gebruiken.
1. Druk voor het inschakelen van de oven op de
toets .
2. Stel de gewenste bereidingsfunctie en
temperatuur in zoals beschreven op de
voorgaande pagina’s.
3. Druk voor het kiezen van de temperatuur op
de toets “ ” of “ ”. De temperatuur wordt in
het display aangegeven.
4. Druk op toets . In het temperatuurdisplay
verschijnt „FHU” (afb. 14).
5. Druk op toets . Het symbool “°” knippert
ongeveer 10 seconden lang. Nu kunt u de
temperatuur selecteren. Druk daarvoor op de
toets “ ” of “ ”.
6. Nadat de gewenste temperatuur bereikt is,
klinkt een korte signaaltoon en in de
temperatuurweergave verschijnt weer de
ingestelde temperatuur. Deze functie is bij alle bereidingsfuncties en
temperaturen beschikbaar.
Demo-modus
Deze modus is bedoeld voor speciaalzaken om de ovenfuncties te presenteren zonder stroomverbruik, afgezien van de binnenverlichting, het display en de ovenventilator. Deze functie kan alleen bij eerste aansluiting worden ingeschakeld.
Na een stroomuitval kan de demo-modus alleen worden ingeschakeld, wanneer in het
display 12:00 en het symbool automatisch knipperen.
1. De toets ca. 2 seconden indrukken. Er
klinkt een kort signaal.
Afb. 14
20
2. Druk de toetsen en “ ” tegelijkertijd in.
Er klinkt een kort signaal en op het display
verschijnt 12:00 (afb. 15).
Bij het inschakelen van de oven verschijnt het symbool op het display.Dat betekent dat
de demo-modus geactiveerd is.
Alle functies van de oven kunnen geselecteerd worden.
De oven is niet echt in werking en de verwarmingselementen worden niet ingeschakeld.
Schakel de oven uit en ga zoals hierboven beschreven te werk om de demo-modus weer uit te schakelen.
De demo-modus blijft bij stroomuitval in het programma opgeslagen.
Informatietoon regeltoets
U kunt de oven zodanig instellen dat er altijd een signaal te horen is wanneer u op een toets drukt. Deze functie kan alleen bij een uitgeschakelde oven worden geactiveerd.
1. Druk de toetsen en “ ” tegelijkertijd
ongeveer 3 seconden in. Het signaal klinkt
één keer (afb. 16).
Zo deactiveert u de informatietoon regel­toets:
1. Druk bij een ingeschakelde oven de toets
in, zodat de oven wordt uitgeschakeld.
2. Drukt u de toetsen en “ ” tegelijkertijd
ongeveer 3 seconden in. Het signaal klinkt
één keer.
Foutcodes
Het elektronische programmageheugen voert voortdurend een systeemdiagnose uit. Wanneer sommige parameters niet kloppen, worden de betreffende functies uitgeschakeld en op het display verschijnt de bijbehorende foutcode (afb. 17).
Meer hierover vindt u in het hoofdstuk “Het oplossen van problemen“.
Electrolux
Afb. 15
Afb. 16
Afb. 17
21
Bak-tabellen
Boven- en onderwarmte en hete lucht
Tijden zijn exclusief voorverwarmen. Lege oven altijd 10 Minuten voorverwarmen.
Boven- en onderwarmte
GERECHT
GEBAK
Roerdeeg 2 170 2 (1 en 3)* 160 45-60 Taartvorm Zandtaartdeeg 2 170 2 (1 en 3)* 160 20-30 Taartvorm Karnemelk-kaaskoek 1 175 2 165 60-80 Taartvorm Appeltaart 1 170 2 (1 en 3)* 160 90-120 Taartvorm Strudel 2 180 2 160 60-80 Bakplaat Jamtaart 2 190 2 (1 en 3)* 180 40-45 Taartvorm Cake 2 170 2 150 60-70 Taartvorm Scones 1 170 2 (1 en 3)* 165 30-40 Taartvorm Stol 1 150 2 150 120-150 Taartvorm Pruimentaart 1 175 2 160 50-60 Broodpan Kleine taart 3 170 2 160 20-35 Bakplaat Biscuits 2 160 2 (1 en 3)* 150 20-30 Bakplaat Schuimgebak 2 135 2 (1 en 3)* 150 60-90 Bakplaat Met gist gebakken koekjes 2 200 2 190 12~20 Bakplaat Gebak: Soezendeeg 2 of 3 210 2 (1 en 3)* 170 25-35 Bakplaat Taartjes 2 180 2 170 45-70 Taartvorm
BROOD EN PIZZA
Witbrood 1 195 2 185 60-70 Roggebrood 1 190 1 180 30-45 Broodpan Broodjes 2 200 2 (1 en 3)* 175 25-40 Bakplaat Pizza 2 200 2 200 20-30 Bakplaat
FLANS
Pasta-flan 2 200 2 (1 en 3)* 175 40-50 Bakvorm Groente-flan 2 200 2 (1 en 3)* 175 45-60 Bakvorm Quiches 1 210 1 190 30-40 Bakvorm Lasagne 2 200 2 200 25-35 Bakvorm Cannelloni 2 200 2 200 25-35 Bakvorm
VLEES
Rund 2 190 2 175 50-70 Rooster Varken 2 180 2 175 100-130 Rooster Kalf 2 190 2 175 90-120 Rooster Engelse rosbief
rood 2 210 2 200 50-60 Rooster rosé 2 210 2 200 60-70 Rooster
doorbakken 2 210 2 200 70-80 Rooster Varkensschouder 2 180 2 170 120-150 met zwoerd Varkenspoot 2 180 2 160 100-120 s stuks Lamsvlees 2 190 2 175 110-130 Bout Kip 2 190 2 200 70-85 Heel Kalkoen 2 180 2 160 210-240 Heel Eend 2 175 2 220 120-150 Compleet Gans 2 175 1 160 150-200 Compleet Konijn 2 190 2 175 60-80 In stukken Haas 2 190 2 175 150-200 In stukken Fazant 2 190 2 175 90-120 Compleet Gebraden gehakt 2 180 2 170 totaal.. 150 Broodpan
VIS
Forel/zeebrasem 2 190 2 (1 en 3)* 175 40-55 3-4 vissen Tonijn/zalm 2 190 2 (1 en 3)* 175 35-60 4-6 filets
Niveau
4 3 2 1
Temp.
(°C)
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Zo nodig moeten de temperaturen aan uw persoonlijke wensen worden aangepast. (*) Indien u tegelijkertijd meerdere gerechten bereidt, dan adviseren wij, deze op de tussen haakjes aangegeven niveaus te plaatsen.
22
Hete lucht
Niveau
4 3 2 1
Temp.
(°C)
Grilltijd
in minuten
OPMERKINGEN
Electrolux
Tijden zijn exclusief voorverwarmen. Lege oven altijd 10 Minuten voorverwarmen.
Grilleren
Bereidingstijd
(minuten)
1e kant
2e kant
GERECHT
Hoeveelheid
Stuks
gr.
Niveau
Grilleren
4 3
Temp.
2 1
(°C) Filetsteaks 4 800 3 250 12~15 12~14 Biefstuk 4 600 3 250 10~12 6~8 Grillworst 8 / 3 250 12~15 10~12 Varkenskotelet 4 600 3 250 12~16 12~14 Haantje (in 2 helften) 2 1000 3 250 30~35 25~30 Spiezen 4 / 3 250 10~15 10~12 Kippenborst 4 400 3 250 12~15 12~14 Hamburger* 6 600 2 250 20-30
*5’00'’ voorverwarmen
Visfilet 4 400 3 250 12~14 10~12 Belegd toastbrood 4~6 / 3 250 5~7 /
Sneeën witbrood 4~6 / 3 250 2~4 2~3
Ventilatorgrill
Bij het ventilatorgrill stelt u een maximale temperatuur in van 200°C.
Bereidingstijd
(minuten)
1e kant
2e kant
GERECHT
Hoeveelheid
Stuks
gr.
Grillen met hete lucht
Niveau
4
Temp.(°C)
3 2 1
Rollade (kalkoen) 1 1000 3 200 30~40 20~30 Kip (in helften) 2 1000 3 200 25~30 20~30 Kippenpoot 6 - 3 200 15~20 15~18 Kwartel 4 500 3 200 25~30 20~25 Groentegratin - - 3 200 20~25 ­St. Jacobsschelpen - - 3 2 00 15~20 ­Makreel 2-4 - 3 200 15~20 10~15 Vis moten 4- 6 8 00 3 2 00 12~15 8~10
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Zo nodig moeten de temperaturen aan uw persoonlijke wensen worden aangepast.
23
Reiniging en onderhoud
Voordat u de oven schoonmaakt, de oven uitschakelen en laten afkoelen.
Het apparaat mag niet schoongemaakt worden met een stoomreiniger.
Belangrijk: Voor elke reinigingshandeling de
stekker van het apparaat absoluut uit het stopcontact halen.
Voor een lange levensduur van het apparaat is het noodzakelijk de volgende reinigingswerkzaamheden regelmatig te verrichten:
- Doe dit alleen bij een afgekoelde oven.
- Maak de geëmailleerde delen schoon met
zeepsop.
- Gebruik geen schuurmiddelen.
- Onderdelen van roestvrij staal en de glasplaat
droogwrijven met een zachte doek.
- Bij hardnekkige vlekken normaal verkrijgbare
reinigingsmiddelen voor roestvrij staal of
warme azijn gebruiken.
Het email van de oven is uiterst duurzaam en in hoge mate resistent. De inwerking van hete fruitzuren (citroenen, pruimen of dergelijke) kunnen echter op de oppervlakken van email blijvende, matte en ruwe vlekken achterlaten. Dergelijke vlekken op het hoogglanzende oppervlak van het email hebben echter geen invloed op de functies van de oven. Reinig de oven grondig na elk gebruik. Zo kunt u verontreinigingen het makkelijkst verwijderen. Verder inbranden wordt daardoor voorkomen.
Schoonmaakmiddelen
Voordat u welke schoonmaakmiddelen dan ook voor uw oven gebruikt, moet u controleren of ze geschikt zijn en of hun gebruik wordt aanbevolen door de fabrikant.
Schoonmaakmiddelen met bleekmiddel mogen NIET worden gebruikt omdat zij de toplaag van de oppervlakken dof kunnen maken. Ook het gebruik van ruwe schuurmiddelen moet worden vermeden.
Schoonmaken van de buitenkant
Wrijf regelmatig over het bedieningspaneel, de ovendeur en de afdichting met een zachte doek die goed is uitgewrongen met warm water waaraan een beetje vloeibaar wasmiddel is toegevoegd.
Om het beschadigen of verzwakken van de glazen ruiten te voorkomen, moet u het gebruik van de volgende middelen vermijden:
Was- en bleekmiddelen
Geïmpregneerde sponsjes die niet geschikt
zijn voor pannen met anti-aanbaklaag
Brillo/Ajax sponsjes of schuursponsjes van
staalwol
Chemische ovensponsjes of spuitbussen
Roestverwijderaars
Vlekkenverwijderaars voor bad en gootsteen
Maak het binnen- en buitenvenster van de deur schoon met een warm zeepsopje. Mocht het binnenvenster van de deur erg verontreinigd zijn, dan is het gebruik van een schoonmaakmiddel zoals Hob Brite aan te bevelen. Gebruik geen verfkrabbers om aangekoekt vuil te verwijderen.
Maak de ovendeur NIET schoon terwijl de glasplaten warm zijn. Als deze voorzorgsmaatregel niet wordt nagekomen, dan kan de glasplaat verbrijzelen.
Als de glasplaat van de deur gebarsten is of diepe krassen heeft, dan wordt het glas minder sterk en moet het worden vervangen om te voorkomen dat het verbrijzelt. Neem contact op met de Klantenservice, die u graag advies zal geven.
Ovenruimte
De emaille basis van de ovenruimte kunt u het best schoonmaken als de oven nog warm is.
Veeg de oven na elk gebruik schoon met een zachte doek gedrenkt in warm water met een afwasmiddel. Af en toe is het echter nodig de oven grondiger schoon te maken, gebruik daarvoor een in de handel verkrijgbare ovenreiniger.
24
Pyrolytische reiniging
De oven is bekleed met een speciaal
hittebestendig email.
Tijdens de pyrolytische zelfreiniging kan de temperatuur in het binnenste van de oven oplopen tot meer dan 500 °C en zo etensresten verbranden.
Voor uw eigen veiligheid wordt de ovendeur tijdens de pyrolytische reiniging automatisch vergrendeld, zodra de temperatuur in de binnenruimte ca. 300 °C bereikt.
Na beëindiging van de zelfreiniging blijft de ovendeur vergrendeld tot de oven is afgekoeld.
De koelventilator blijft in werking tot de oven is afgekoeld. Het wordt geadviseerd alle voedselresten na de bereiding met een natte spons te verwijderen.
Van tijd tot tijd is echter een intensievere reiniging nodig, die u met de functie van de pyrolytische zelfreiniging kunt uitvoeren. Afhankelijk van de vervuiling van de oven kunt u twee niveaus van pyrolytische zelfreiniging kiezen.
Als de oven niet erg is vervuild, dan raden wij aan de pyrolytische 1 functie (P I) op het programmeerdisplay te kiezen.
Het is zinvol, de oven na elke pyrolytische reiniging af te nemen met een zachte spons die met zeepsop vochtig is gemaakt.
Als de binnenkant van de oven erg is vervuild, dan raden wij aan de pyrolytische 2 functie (P 2) op het programmeerdisplay te kiezen.
Tijdens de pyrolytische schoonmaakfunctie kan de oven gedurende 2 uur niet worden gebruikt als de Pyr 1 functie is gekozen en 2 1/2 uur als de Pyr 2 functie actief is.
Electrolux
Na een aantal bak- en braadprocessen en afhankelijk van de mate van vervuiling van de oven adviseert de Pyro Reminder een pyrolytische reinigingsfunctie uit te voeren. Er klinkt een signaal en op het display brandt de melding Pyro ca. 15 seconden, er klinkt een tweede signaal. Kies afhankelijk van de mate van vervuiling van de oven de geschikte pyrolytische reinigingsfunctie. Zolang er geen complete reinigingsfunctie wordt uitgevoerd, verschijnt telkens wanneer de oven wordt uitgeschakeld de melding van de Pyro Reminder op het display.
25
Gebruik van de pyrolytische zelfreiniging
Voordat u de pyrolytische schoonmaakfunctie inschakelt, moet alle vuil worden verwijderd en moet u controleren of de oven leeg is. Laat niets in de oven zitten (bijv. pannen, roosters, bakplaat, braadslede, enz.), deze kunnen ernstig beschadigd raken.
Vergewist u zich er voor het inscha­kelen van de pyrolytische reinigingsfunctie van of de oven­deur gesloten is.
Gebruik tijdens de pyrolytische reiniging het kookraam niet, omdat het apparaat hierdoor oververhit en beschadigd kan raken.
Tijdens de pyrolytische reiniging wordt de ovendeur erg heet. Houd kinderen uit de buurt totdat de oven is afgekoeld.
Kies voor de pyrolytische zelfreiniging deze functie.
De volgende pyrolytische reinigingsniveaus zijn beschikbaar:
Pyrolyse 1 (P I), duur : 2 uur = 30 min. opwarming +1 uur met 480°C + 30 min. afkoeltijd.
Pyrolyse 2 (P 2), duur : 2 uur 30 min. = 30 min. opwarming +1 uur 30 min. met 480°C + 30 min. afkoeltijd.
De duur van de pyrolytische reiniging kan niet worden veranderd.
Voor het uitvoeren van de pyrolyse moeten de inhangroosters volledig worden verwijderd.
Verwijderen
Houd het inhangrooster aan de ene kant van de oven vast en schroef de kartelschroef voor eruit. Til het inhangrooster achter op om het uit de oven te halen.
26
Loading...
+ 58 hidden pages